1 HET INTERNATIONAAL ECONOMISCH ZIEKTEPROCES. MIDDERNACHT MAANDAG 7 MEI 1934 HAARLEM' S DAGBLAD 11 STADSNIEUWS HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ DER WETENSCHAPPEN. DE ALGEMEENE VERGADERING. Zaterdagmiddag hield de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in het ge bouw dier Maatschappij haar jaarlijksche al gemeene vergadering onder leiding van Jhr. Mr. Dr. Röell. De bijeenkomst werd bijge woond door den Protector der Maatschappij Prins Hendrik der Nederlanden. De voorzitter gewaagde in zijn openings woord van de groote deelneming aan deze vergadering. Hij herdacht de overleden directeuren en leden. Tot het aanwezige buitenlandsche lid, de 'heer Adatci, sprak bij een speciaal welkomst woord. Verslag van den secretaris. De secretaris, prof. A. F. Holleman, bracht 't jaarverslag uit. Van de Huygens-Editie, zoo deelde spr. o.m. mede, is thans het manuscript van Deel 18 bijna gereed en met het drukken is begon nen. Het zal waarschijnlijk in het begin van het volgend jaar kunnen verschijnen. De fusie van de „Archives des Sciences naturelles" der Maatschappij met het orgaan der Ned. Dierkundige Vereeniging is tot stand geko men. De bibliotheek bleef onder het kundig be heer van mej. Dor hout Mees en Dr. Lorentz. Dr. Lorentz kwam gereed met het alphabe- tische kaartregister op de brieven van Mar tin us van Marum, die in het bezit zijn dei- Maatschappijhierdoor is deze belangrij ke bron voor de geschiedenis der Natuurkun de gemakkelijker toegankelijk geworden. Een woord van hulde voor dit omvangrijke werk mag hier niet ontbreken. Ten behoeve van den door hem samen te stellen inventaris der Mijnbouwkundige en Natuurwetenschappelijke periodieken in de Nederlandsch,e ibiblotheken heeft dr. Wing Easton het tijdschriftenbezit der bilblio- theek op fiches gebracht en dit kaartregis ter aan de Hollandsche Maatschappij ten ge schenke gegeven, hetwelk met grooten dank werd aanvaard. Verder bood nog een der Directeuren Jhr. Ir. L. F. Teixeira de Mattos, Deel IV van zijn belangrijk werk aan, getiteld „de waterkee- ringen, waterschappen en polders van Zuid- Hoiland"; ook ontving de Maatschappij een geschiedenis van het voormalige Makelaars- gilde te Amsterdam, een fraai ge'ülusteerd en gebonden boekwerk. Aan de schenkers werd dank betuigd. Betreffende geschenken valt dan nog te vermelden, dat de Maatschappij van Mr; A. Staring van den Wildenborgh een fraaie li thografie mocht ontvangen, het portret van zijn grootvader W. C. H. Staring, den schrij ver van het beroemde boek „De Bodem van Nederland", die van 1839 tot zijn overlijden in 1877 lid der maatschappij is geweest. Sinds de vorige Algemeene Vergadering van de Hollandsche Maatschappij der We tenschappen in Mei 1933 zijn als Directeu ren toegetreden de heeren: P. van Leeuwen Boomkarpp, >Mr. J. R. Carp, Jhr. mr. dr. E. A. van BeresteynIr. R. E. van Eibergen SanthaggiTS, Robert May, G. Jiskoot, Jhr. A. van Lennep.?Mr. dr. J. P. van Tienhoven en Mr. A. Q. Mees. In de Algemeene Vergadering van Mei *34 zijn tot leden benoemd de heeren: Prof. dr. H. A. Kramers, Dr. B. van der Pol, Prof. J. C. Schoute, Prof dr. A. H. W. Aten, Prof. dr. L. F. de Beaufort, Prof. dr. L. Ph..de Cosquino de Bussy, Prof. dr. J. A. J. Barge en Prof. dr. H. R. Krut.. Tot buitenlandsche leden werden be noemd de heeren Prof. dr. V. van Stralen te Brussel en prof. J. C. Mc. Lennan te Went- worth. De'bate van het Pieter Langer huizen Lam- bertuszoon-fonds voor 1934 werd toegekend aan Prof. dr. L. G. M. Baas Becking te Lei den. Rede prof. de Sitter. Prof. W. de Sitter uit Leiden hield een rede over de eenheid van het heelal. Omstreeks den overgang van de zesde naar de vijfde eeuw voor Christus ontstonden de oudste wereld-hypothesen: de opbouw dei- wereld uit vier „elementen", de atoomtheorie van Democritus, die de verscheidenheid dei- verschijnselen terugbrengt tot verschillen in vorm en arrangement der kleinste deeltjes, en andere. Tegelijkertijd ontstond in de school van Pythagoras de eerste mathematische be handeling der natuurverschijnselen. Zoo zien wij reeds dadelijk bij het begin de beide mach tige hulpmiddelen der wetenschap: hypothese en logische inductiè. Het schoonste voorbeeld van de laatste is de ontwikkeling der mecha (Adv. Ingez. Med.) nica. (Archimedes, Galilei, Newton, Einstein). Allengs ontstaan verschillende theorieën die elk van een bepaald gebied een afgeronde voorstelling geven maar het zijn nog afzon- lijke afgesloten gebieden. Algemeene hypo thesen, als de wervels van Descartes trachten daarnaast te voldoen aan de behoefte om al les tot één grondslag terug te brengen. Een groote impuls kreeg de eenheidsge dachte door het algemeen ingang vinden van het evolutie-denkbeeld in de tweede helft der negentiende eeuw na het werk van Darwin. Het begrip evolutie bestond natuurlijk al eer der. Herschel had ook reeds de evolutie-ge dachte op het heelal toegepast. Een andere groote vooruitgang, die voor het eerst in de electriciteitstheorie tot uiting kwam, is de vervanging van de krachten door het veld, (Faraday), welke geleid heeft tot de groote ontwikkeling van de aether-theorie. Oor spronkelijk werd de aether nog als materieel opgevat en zijn eigenschappen verklaard uit die der materie. In de eerste jaren der tegen woordige eeuw was het omgekeerd. Tegenwoor dig is dit opgegeven. Men is overtuigd van de onmogelijkheid om een mechanisch model van de natuur te construeeren, en zoekt slechts naai' formeele voorstelling door mathemati sche formules. Zoowel aether als materie wor den teruggebracht tot oorzaken die diep ach ter de waarneembare verschijnselen liggen, en principieel onwaarneembaar en onvoorstel baar zijn. Het begin van dit inzicht dateert al van het midden der negentiende eeuw. Ook in de astronomie is de eenheidsgedach te geleidelijk tot ontplooiing gekomen Het door de scholastieken gemaakte verschil tus- schen het vergankelijke ondermaansche en 't eeuwige bovenmaUnsche maakte na de uit vinding der kijkers plaats voor de overtuiging- van de gelijksoortigheid van alle hemellicha men, maar is pas definitief verdwenen toen de spectroscoop het bestaan van de elemen ten der aardsche chemie in alle hemellicha men aantoonde. Het inzicht dat ons sterren stelsel een eenheid vormt, waarvan de consti- tueerende deelen," de sterren, zijn saamge bonden door de gravitatie, volgde uit het werk van o.a. W. Herschel en J. C. Kapteyn. De groote dijkers brachten de overtuiging dat ons sterrenstelsel slechts één is onder vele van gelijksoortige structuur, maar tegens de won derbaarlijke ontdekking dat die vele stelsels zich met groote snelheid van elkaar verwij deren. De eenheid werd hier hersteld door de relativiteitstheorie, die aantoonde, dat de ex pansie juist het gevolg is van het feit dat al die afzonderlijke stelsels niet onafhankelijk van elkaar zijn maar tezamen- een heelal vor men. Ook hier ligt de innerlijke samenhang dieper dan uiterlijke verschijnselen. De een heid van het heelal is buiten-tijdelijk en on afhankelijk van het subjectieve ruimte- en tijdsbegrip met behulp waarvan wij onze waarnemingen interpreteeren. Aan den maaltijd, die daarna gehouden werd, heeft Prins Hendrik geen deelgenomen wegens rouw vah het Koninklijk Huis MAN OP ONBEWAAKTEN OVERWEG GEDOOD. Op den onbewaakten overweg in den Vlas- hoek te Oss is een man door den trein over reden en op slag gedood. De identiteit van het slachtoffer kan nog niet worden vastgesteld. De Autarkitis woekert oort. De lange reeks wordt voortgezet en in Maart 1934 is door den minister van Econo mische Zaken andermaal een overzicht sa mengesteld van de buitenlandsche invoerver boden en contingenteeringen, ongeacht de de- viezenrestricties, welke in die maand zijn af gekondigd. Wij glijden hoe langer hoe verder naar beneden. Aan den wedloop doen alle landen mede. België. Bij K. B. van 15 Maart is de invoer van verschillende artikelen afhankelijk gesteld van de overlegging van een invoervergun ning. Het betreft artikelen van faïence, ma jolica, fijn zandsteen, fijn kleideeg, van por selein (inbegrepen glasporselein, biscuit, pa ria e.d.) Voorts is bij K.B. van 21 Maart 1934 de in voer van paarden, vruchten en groenten af hankelijk van een vergunning gesteld. Duitschland. Bij verordening van 12 Maart 1934 en met ingang van 19 Maart 1934 is de invoer van siliciumcarbide en uurwerkbodems met grootsten diameter van 2,5 c.M. afhankelijk gesteld van een invoervergunning. Ecuador. Bij de wet van 1 Januari 1934 is de invoer van bezine gemonopoliseerd. Finland. Bij besluit van 28 Februari 1934 is de in voer verboden van: varkensvleesch (niet in hermetisch gesloten verpakking)ruw vet en reuzel, oleo-margarine, boter en margarine, cocos en palmpittenolie en kunstvet. Frankrijk. Met ingang van 15 Maart 1934 is de in- en doorvoer van versche groenten, herkom stig en afkomstig uit Nederland, verboden. Bij decreet van 14 Maart 1934 is de invoer van de navolgende artikelen tijdelijk gecon tingenteerd: aluminium, koper, lood, zink, nikkel, kousen en sokken van zijde en floret zijde, land- en tuinbouwmachines, schrijf machines en onderdeelen, electrische draden en kabels, artikelen van zuiver of gemengd koper, rijwielen en driewielers, hygiënische rubberartikelen, vilt voor voering en zolen, andere viltsoorten. Fransch West-Afrika. Ingevolge decreet van 14 Maart is de in voer in Fransch West-Afrika (uitgezonderd Ivoorkust en Dahomey) van de volgende ar tikelen gecontigenteerd: katoenen garens, ongebleekte katoenen stoffen, gebleekte ka toenen stoffen, katoenen Guinea-stoffen, ka toenen sucretons, geverfde katoenen stoffen, andere dan Guinea-stoffen e.d., katoenen stoffen, bedrukt of vervaardigd van geverfde garens, katoenen streepjesstof, rips, damast, geglansde stof, piqués en piqué-spreien, ka toenen velvets, gebloemde stoffen, handschoe nen, borduurwerk -en andere stoffen voor meubileering, kant en kanten gordijnen, tul- les en linnen, gordijnen en andere artikelen daarvan: passementerie en lint; lampenpit ten, wasdoek, percaline en andere stoffen, gewone dekkleeden, kleeding en gedeelten daarvan. Gambia. Bij besluit van 23 Faebruari 1934 is de in voer van eenige sóórten automobielen ver boden.. Hongarije. Bij verordening van 10 Maart 1934 is de in voer van: geschild riet, kunstmatige zouten van boorzuur, ricinusolie, vuurslag en aan stekers, zouten van citroenzuur, weefsels van papiergaren, kunstzijde, hoeden van stroo, tegels van magnesiet, warmte-isolatiemassa aluminium en halffabrikaten daarvan, spij kers, machines voor de fabricage van papier en karton, voor lederbewerking, brillen, lorgnetten en rozenkransen, afhankelijk ge steld van een invoervergunning. Iersche Vrijstaat. De invoer van" gemout gerstebloem, gemout gerstemeel, roggebloem, vleesch- en b een der- meal is afhankelijk gesteld van een invoer vergunning. Madagascar. Ingevolge decreet van 14 Maart is de in viel' gecontingenteerd van: garens (katoenen of gemengde), katoenen stoffen (effen, ge ruit, drilstof, ruwe, gemerceriseerde), katoe nen stoffen (gewasschen, gebleekt of vervaar digd van gebleekte draden), katoenen stof fen (bedrukt, geverfd), katoen fluweel, ka toenen stoffen (vervaardigd van geverfde ga rens, geglansd, of gebloemd), dekens, ge breide katoenen stoffen, kousen, sokken, hand schoenen, stoffen van zijde, floretzijde, ruwe zijde, kunstzijde, zijden borduursel, kleeding, lingerie enz. Noorwegen. Met ingang van 14 Maart is de invoer van gummischiene en faïence afhankelijk ge steld van een invoervergunning. Bij K. B. van 16 Maart geschiedde hetzelfde ten aanzien van den invoer van boter, van veeren en van dons. Na 15 Maart 1934 is de invoer van levende en licht gezouten visch en schaaldie ren verboden. Spanje. Bij decreet van 10 Maart is de invoer van eieren gecontingenteerd en die van onzuivere jodium en jodium dubbel gesublimeerd, ver boden. Bij decreet van 16 Maart is de invoer van kabeljauw gecontingenteerd en na 28 Maart ook de invoer van palmolie, cocosolie, vette waters tof rijke dierlijke oliën en ricinuszaden. Turkije. Het Turksche Staatsblad van 21 Februari bevatte een decreet, regelende de oontingen- teering gedurende de maanden April tot en met September. Venezuela. De invoer van telegraaf-, telefoon- en ra dio-apparaten is afhankelijk gesteld van een invoervergunning. Zweden. Bij K. B. van 23 Februari 1934 is de invoer van eieren tijdens de periode 1 Maart 1934- 30 Juni 1935 afhankelijk van een invoerver gunning van het ministerie van Landbouw. Zwitserland. Bij besluit van den Zwitserschen Bonds raad van 6 Maart 1934 is met ingang van 8 Maart de invoer in Zwitserland van een aan tal producten afhankelijk gesteld van het overleggen van een invoervergunning. Daar toe behooren artikelen van viscose en der gelijke uit celotof geproduceerde bladen. In gevolge bestuur van den Zwitserschen Bonds raad ^van 19 Maart 1934 mogen boonen. erw ten, linzen en andere peulvruchten, voor vee voeder dienend slechts worden ingevoerd door de „Schweizerische Genossenschaft für Getreide und Futtermittel" te Bern. Ik geloof niet te veel gezegd te hebbeneen lange reeks. Een droevig beeld van de econo mische ontreddering. Wat zal de volgende maand ons brengen? MOLLERUS. KINDERVOORSTELLING „CIRCUS AMAR". Het was wel een zeer dankbaar publiek, dat Zaterdagmiddag de tent van het Circus A-mar vulde. Woelig en druk waren de jeug dige toeschouwers tusschen de nummers, maar doodstil en vol verwondering keken ze toe, toen Mr. Thommey, het „slangenmensch" zich op het tooneel als het ware opvouwde, toen de Hammerschmidts hun sterke toeren aan de trapéze deden en de jongleur Ziegler op zijn hoofd de treden van een trap op en afliep. En dan de toeren van de 16 olifanten! 't Is verwonderlijk hoe die kolossen altijd de aandacht van kinderen boeien. Veel meer dan de leeuwen, tijgers en Ijsberen. Over het al gemeen lijkt het gewenscht, bij een kinder voorstelling niet te veel van deze wilde dierendressuur te laten zien. In welke richting men het moet zoeken bij een kinder-circusvoorstelling bleek duidelijk uit het succes, dat de meestelijke komische acrobatiek van Germain Aéros bij het jeug dig publiek had. 't Was één schaterlach van begin tot eind. En zoo ging het ook toen die uitmuntende muzikale clowns, de Barbu- sio's, optraden. Welk een uitbundig succes hadden hun origineele vondsten! Wat meer nummers van dit in een dergelijk genre zou den de kindervoorstelling zeker nóg aantrek kelijker hebben gemaakt dan ze nu reeds was. Hoe dit zij, ook thans, nu zoo goed als het geheele programma voor volwassenen ook voor de kinderen werd vertoond, was het succes buitengewoon groot en het is jammer dat het circus Amar Woensdagmiddag a.s. al weer vertrokken zal zijn. Zeker zouden anders honderden jonge Haarlemmers nog naar de Zaanenlaan zijn gekomen om van de uitste kende voorstelling van „le plus beau cirque de France" te genieten! TENTOONSTELLING „HET RASKONIJN" De Konijnenfokkersvereeniging „Het Ras konijn" organiseert ter gelegenheid van haar éénjarig bestaan een tentoonstelling op He melvaartsdag in het gebouw „St. Bavo" aan de Smedestraat, waar 750 dieren geëxposeerd zullen worden. Een bezoek aan die tentoon stelling zal dus de moeite waard zijn. CHR. BOND VAN KLEINHANDELAREN IN AARDAPPELEN ENZ. OPGERICHT. Dezer dagen is een vergadering gehouden, waarin tot oprichting van een Christelijken Bond van Kleinhandelaren in Aardappelen, Groenten en Fruit is besloten. In het voorloopig bestuur hebben o.m. zit ting de heeren J. de Smit. Velsen (N.) en P. E. van Riessen, Bloemendaal. FEUILLETON Detective Roman uit Donker Amsterdam PIET KLOPPERS. 2) Ook had hij smaak. Zijn huiskamer, zooals hij de kamer aan de straatzijde waar hij het meest bivakkeerde, noemde, had veel weg van een met groote weelde ingerichte tent van een Oostersch potentaat. Men verdronk er in de kussens, langs de muren hingen echte Afghaansche en Smyrnasche tapijten, wape nen en trofeeën, maar er stonden ook massa's boeken, waaronder zijn onontbeerlijke folian ten met knipsels, zijn encyclopedieën, zijn studieboeken op het terrein van de misdaad, werken over zwarte kunst en gifmengers, boe ken over scheikunde, kortom alle literatuur die met zijn beroep verband hield, was in die kamer te vinden. Wie van eenheid van stijl hield, zou er zich misschien geërgerd hebben, want al had het vertrek een overheerschend Oostersch cachet, het was er meer een aller gezelligste warboel dan een salon, meer het home van een rijken bohémien dan de werk kamer van een detective, bij wien het op syste- matisehen arbeid en methodisch analyseeren aankomt. Middernacht hield er dan ook geen vast systeem geen eigen methode op na. Hij ont kende de waarde niet van de theorieën die Sherlock Holmes en zijn navolgers aanhangen, ook hij kon in sommige gevallen in zijn kamer een misdadiger op het spoor komen door fei ten te groepeeren, conclusies te trekken en wantrouwend te staan tegenover het voor de hand liggende. Maar meestal ging hij niet anders te werk aan de politie zelf. Voor hem was bovenal de rechte weg de kortste en dus (de beste. Daarbij ging hij naar zijn meening wel eens wat ver. Ik heb het meegemaakt dat hij een individu waarvan hij zeker was dat het de be drijver van een misdaad moest zijn, naar zijn kamer lokte onder het een of ander voorwend sel om daar door brute kracht een bekentenis van den ongelukkige los te krijgen. Tegen zijn ijzeren vuisten was niets bestand, en in zijn eentje paste hij de methode toe die men in Amerika ook meer dan noodig is, aan wendt, en die men daar „manhandling" of ook wel „the third degree" noemt. Maar ik moet erbij vertellen, dat Middernacht alleen onver murwbaar was, en alleen zijn harde vuisten gebruikte tegenover hen die zich aan het leven van anderen vergrepen hadden. Zijn eigen aardige lankmoedigheid tegenover de vijanden van de maatschappij in het algemeen, heb ik reeds ter sprake gebracht, tegenover moorde naars kende hij echter geen medelijden, voor hen was geen verontschuldiging. Het leven van iedereen was hem iets heiligs, en hoewel hij altijd een kleine revolver bij zich had, zou hij die nooit anders dan uit zelfverdediging op heffen. Was een vluchteling sneller dan hij, dan zou hij nooit ook maar een schot in de lucht lossen, liever liet hij zijn tegenstander loopen. Ten zij deze een moordenaar was. Als hij een slachtoffer zag liggen, de oogen voor altijd dicht, de ledematen voor altijd verstijfd, ging er een rilling langs hem. Vaak heb ik hem zoo gezien, zijn lippen persten zich dan samen, zijn oogen kneep hij half dicht, en wee den moordenaar dien hij op de hielen zat. Hij be schouwde hem als zijn persoonlijken vijand, en rustte niet voor hij hem had doen boeten voor zijn daad. Zijn vernuft en zijn hardnekkigheid kwamen in zulke gevallen pas goed tot hun recht, en wanneer ik zijn avonturen ga be schrijven. zal het gewoonlijk zijn een moord- geval dat door hem tot klaarheid werd ge bracht. Reeds veel vroeger vatte ik het plan op om verschillende episodes uit het leven van mijn vriend Middernacht aan het papier toe te ver trouwen, maar hij bleef zich daar lang tegen verzetten. Hij had mijn eerewoord, dat alles wat ik met hem, den particulieren detective, meemaakte, ons beider geheim zou blijven, en hij vroeg dat eerewoord omdat hij niet wilde dat. de nabestaanden en de familieleden van misdadigers in opspraak zouden komen, of dat het publiek in mijn beschrijving van de ver schillende menschen die betrokken waren bij zijn avonturen, bekende persoonlijkheden zou hei-kennen. Ook waren de opdrachten die hij kreeg, dikwijls van delicaten aard, en eerst nadat ik hem de plechtige verzekering had ge geven niemand te zullen kwetsen door publi caties van diepe geheimen, en niet te laten drukken voordat hij zelf de drukproeven had doorgelezen, gaf hij aarzelend zijn toestem ming. Zijn bescheidenheid kennende, zei ik hem echter ronduit, dat alleen veranderingen in verband met bovenstaande motieven mijn goedkeuring zouden wegdragen: hij kon anders in staat geweest zijn alles te schrappen wat hem te vleiend voor zijn eigen persoon voor kwam. Nu ik zijn toestemming heb, voel ik mij den koning te rijk. Eindelijk zal ik het Nederland sche publiek onthullingen kunnen doen uit het leven van Middernacht, onthullingen over die beroering hebben gebracht onder alle lagen der bevolking. Maar mede in verband met het voorbehoud dat de detective zelf maakte, wijs ik er hier nadrukkelijk op dat de dramatis per sonae fictief zijn. Gelukkig heb ik steeds aanteekening gehou den van allerlei bijzonderheden betrekking hebbend op de avonturen van Middernacht, den detective, hetzij dat hij ze mij vertelde als wij in zijn gezellige kamer zaten, hetzij dat ik ze geheel of gedeeltelijk meestal echter slechts voor een klein gedeelte zelf mee maakte. Vaag hoopte ik altijd, dat de dag zou komen waarop Middernacht zijn bezwaren tegen publicatie zou laten varen, en nu die dag gekomen is, ben ik in staat zijn avonturen op te bouwen uit mijn notities, alsook uit mate riaal mij van andere zijde verstrekt. Lang heb ik geaarzeld met de keuze van het avon tuur waarin ik den detective bij het Neder landsche publiek zou introduceeren, en dat die keuze tenslotte gevallen is op den moord op de Keizersgracht 997bis, vindt zijn oorzaak niet zoozeer in het feit dat Middernacht's speur derskwaliteiten bij dit avontuur zoo goed tot uiting komen (mijn persoonlijke meening is zelfs dat hij in dit geval een paar maal de plank leelijk missloeg), dan wel in de omstan digheden dat dit een der raadselachtigste moordzaken is geweest, waartegenover de de tective, en met hem de Amsterdamsche politie, ooit heeft gestaan. Het geval leert bovendien, en in zooverre in het een pendant van de bekende Culemborg- sche moordzaak, hoe gemakkelijk de justitie op een dwaalspoor kan worden gebracht, en als ik den moord op de Keizersgracht 997bis en al wat er aan vast zat, in de herinnering terugroep, bedenk is niet zonder huivering of het niet mogelijk is dat in vele gevangenissen onschuldigen boeten voor de misdaden van anderen. EERSTE HOOFSTUK. De Inbraak. Op een Zaterdagavond in September van het jaar 19.. liep door de Kalverstraat een man die in zijn gang veel weg had van e,en grooten aap. Zijn armen waren te lang en zijn beenen te kort; onder twee borstelige wenkbrauwen uit keken twee glinsterende oogen, merkwaar dig veel lijkend op die van een kat. Deze man was onder zijn kornuiten bekend als „Dolle Bult", en deze naam kwam hem toe. Dol kon hij zijn, als hij in het nauw zat, of als hij te veel bier en jenever door elkaar had gedron ken; dol kon hij zijn, als de meisjes op den Zeedijk hem in zijn gezicht uitlachten; dol kon hij zijn als de politie hem, den beroeps misdadiger. de boeien aandeed, wat hem in de vijf en dertig jaar die hij al in de onder wereld had doorgebracht, zeker een keer of zes, zeven was overkomen. En wat zijn bult betreft, er was geen kleermaker in heel Am sterdam die zijn vergroeide ruggegraat ook maar een klem beetje minder opvallend kon maken: Dolle Bult was op duizend meter te herkennen, «n dit was voor hem een groot nadeel in de uitoefening van zijn beroep, want nooit kon hij een alibi opgeven, en meer dan eens was zijn uiterlijk hem noodlottig gewor den als hij, alleen op avontuur, of in gezel schap van andere inbrekers, plotseling moest vluchten voor de politie, die in een waakzame bui de jongens op heeterdaad betrapt had. De anderen verdwenen als schimmen in den nacht, maar de schim van Dolle Bult liet nooit eenigen twijfel over omtrent zijn identiteit, en altijd betaalde hij het gelag zonder ooit dit zij tot zijn eer gezegd zijn makkers te ver raden. Het noodlot had gewild dat detective Mid dernacht twee maal de hand op hem had ge legd na een paar brutale inbraken waar de kranten vol van hadden gestaan en Dolle Bult, toch reeds een verbitterd man. haatte niemand zoo hevig als den speurhond die hem een paar keer in de gevangenis had geholpen. Op dien Zaterdagavond regende het zacht jes, en een tamelijk felle wind zweepte de vlagen op. en maakte het verblijf op straat verre van aangenaam. Er waren dan ook, in aanmerking genomen dat het Zaterdag was tusschen zeven en acht uur, weinig wandel laars, maar voor Dolle Bult was het het mooi ste weer van de wereld. In de eerste plaats hield de inbreker van zulk weer, omdat het harmonieerde met zijn aangeboren zwart galligheid, en in de tweede plaats waren don kere gure avonden de besten om hier of daar een slag te slaan. Dolle Bult was pas zes weken uit de gevangenis, en had den buit dien hij met drie jaar celstraf had moeten bekoopen, in bewaring gegeven aan een vriend die te vertrouwen was, maar na zijn invrijheidstel ling was hij tot de ervaring gekomen dat de helers in die drie jaar nog inhaliger waren geworden dan vroeger, en zijn buit, een par tijtje bontmantels, had hem bij Sluike Lowie, den opkooper, niet meer opgebracht dan vier honderd gulden, een bedrag waarbij nog wel wat kwam van zijn uitgangskas, maar dat toch een druppel bleef op een gloeiende plaat bij het leven dat dit individu leidde. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9