1
HET INTERNATIONAAL ECONOMISCH
ZIEKTEPROCES.
MIDDERNACHT
MAANDAG 7 MEI 1934
HAARLEM' S DAGBLAD
11
STADSNIEUWS
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ
DER WETENSCHAPPEN.
DE ALGEMEENE VERGADERING.
Zaterdagmiddag hield de Hollandsche
Maatschappij der Wetenschappen in het ge
bouw dier Maatschappij haar jaarlijksche al
gemeene vergadering onder leiding van Jhr.
Mr. Dr. Röell. De bijeenkomst werd bijge
woond door den Protector der Maatschappij
Prins Hendrik der Nederlanden.
De voorzitter gewaagde in zijn openings
woord van de groote deelneming aan deze
vergadering. Hij herdacht de overleden
directeuren en leden.
Tot het aanwezige buitenlandsche lid, de
'heer Adatci, sprak bij een speciaal welkomst
woord.
Verslag van den secretaris.
De secretaris, prof. A. F. Holleman, bracht 't
jaarverslag uit.
Van de Huygens-Editie, zoo deelde spr. o.m.
mede, is thans het manuscript van Deel 18
bijna gereed en met het drukken is begon
nen. Het zal waarschijnlijk in het begin van
het volgend jaar kunnen verschijnen. De fusie
van de „Archives des Sciences naturelles"
der Maatschappij met het orgaan der Ned.
Dierkundige Vereeniging is tot stand geko
men.
De bibliotheek bleef onder het kundig be
heer van mej. Dor hout Mees en Dr. Lorentz.
Dr. Lorentz kwam gereed met het alphabe-
tische kaartregister op de brieven van Mar
tin us van Marum, die in het bezit zijn dei-
Maatschappijhierdoor is deze belangrij
ke bron voor de geschiedenis der Natuurkun
de gemakkelijker toegankelijk geworden. Een
woord van hulde voor dit omvangrijke werk
mag hier niet ontbreken.
Ten behoeve van den door hem samen te
stellen inventaris der Mijnbouwkundige en
Natuurwetenschappelijke periodieken in de
Nederlandsch,e ibiblotheken heeft dr. Wing
Easton het tijdschriftenbezit der bilblio-
theek op fiches gebracht en dit kaartregis
ter aan de Hollandsche Maatschappij ten ge
schenke gegeven, hetwelk met grooten dank
werd aanvaard.
Verder bood nog een der Directeuren Jhr.
Ir. L. F. Teixeira de Mattos, Deel IV van zijn
belangrijk werk aan, getiteld „de waterkee-
ringen, waterschappen en polders van Zuid-
Hoiland"; ook ontving de Maatschappij een
geschiedenis van het voormalige Makelaars-
gilde te Amsterdam, een fraai ge'ülusteerd
en gebonden boekwerk. Aan de schenkers
werd dank betuigd.
Betreffende geschenken valt dan nog te
vermelden, dat de Maatschappij van Mr; A.
Staring van den Wildenborgh een fraaie li
thografie mocht ontvangen, het portret van
zijn grootvader W. C. H. Staring, den schrij
ver van het beroemde boek „De Bodem van
Nederland", die van 1839 tot zijn overlijden
in 1877 lid der maatschappij is geweest.
Sinds de vorige Algemeene Vergadering
van de Hollandsche Maatschappij der We
tenschappen in Mei 1933 zijn als Directeu
ren toegetreden de heeren: P. van Leeuwen
Boomkarpp, >Mr. J. R. Carp, Jhr. mr. dr. E.
A. van BeresteynIr. R. E. van Eibergen
SanthaggiTS, Robert May, G. Jiskoot, Jhr. A.
van Lennep.?Mr. dr. J. P. van Tienhoven en
Mr. A. Q. Mees.
In de Algemeene Vergadering van Mei
*34 zijn tot leden benoemd de heeren: Prof.
dr. H. A. Kramers, Dr. B. van der Pol, Prof.
J. C. Schoute, Prof dr. A. H. W. Aten, Prof. dr.
L. F. de Beaufort, Prof. dr. L. Ph..de Cosquino
de Bussy, Prof. dr. J. A. J. Barge en Prof. dr.
H. R. Krut..
Tot buitenlandsche leden werden be
noemd de heeren Prof. dr. V. van Stralen te
Brussel en prof. J. C. Mc. Lennan te Went-
worth.
De'bate van het Pieter Langer huizen Lam-
bertuszoon-fonds voor 1934 werd toegekend
aan Prof. dr. L. G. M. Baas Becking te Lei
den.
Rede prof. de Sitter.
Prof. W. de Sitter uit Leiden hield een rede
over de eenheid van het heelal.
Omstreeks den overgang van de zesde naar
de vijfde eeuw voor Christus ontstonden de
oudste wereld-hypothesen: de opbouw dei-
wereld uit vier „elementen", de atoomtheorie
van Democritus, die de verscheidenheid dei-
verschijnselen terugbrengt tot verschillen in
vorm en arrangement der kleinste deeltjes,
en andere. Tegelijkertijd ontstond in de school
van Pythagoras de eerste mathematische be
handeling der natuurverschijnselen. Zoo zien
wij reeds dadelijk bij het begin de beide mach
tige hulpmiddelen der wetenschap: hypothese
en logische inductiè. Het schoonste voorbeeld
van de laatste is de ontwikkeling der mecha
(Adv. Ingez. Med.)
nica. (Archimedes, Galilei, Newton, Einstein).
Allengs ontstaan verschillende theorieën die
elk van een bepaald gebied een afgeronde
voorstelling geven maar het zijn nog afzon-
lijke afgesloten gebieden. Algemeene hypo
thesen, als de wervels van Descartes trachten
daarnaast te voldoen aan de behoefte om al
les tot één grondslag terug te brengen.
Een groote impuls kreeg de eenheidsge
dachte door het algemeen ingang vinden van
het evolutie-denkbeeld in de tweede helft der
negentiende eeuw na het werk van Darwin.
Het begrip evolutie bestond natuurlijk al eer
der. Herschel had ook reeds de evolutie-ge
dachte op het heelal toegepast. Een andere
groote vooruitgang, die voor het eerst in de
electriciteitstheorie tot uiting kwam, is de
vervanging van de krachten door het veld,
(Faraday), welke geleid heeft tot de groote
ontwikkeling van de aether-theorie. Oor
spronkelijk werd de aether nog als materieel
opgevat en zijn eigenschappen verklaard uit
die der materie. In de eerste jaren der tegen
woordige eeuw was het omgekeerd. Tegenwoor
dig is dit opgegeven. Men is overtuigd van de
onmogelijkheid om een mechanisch model van
de natuur te construeeren, en zoekt slechts
naai' formeele voorstelling door mathemati
sche formules. Zoowel aether als materie wor
den teruggebracht tot oorzaken die diep ach
ter de waarneembare verschijnselen liggen, en
principieel onwaarneembaar en onvoorstel
baar zijn. Het begin van dit inzicht dateert al
van het midden der negentiende eeuw.
Ook in de astronomie is de eenheidsgedach
te geleidelijk tot ontplooiing gekomen Het
door de scholastieken gemaakte verschil tus-
schen het vergankelijke ondermaansche en 't
eeuwige bovenmaUnsche maakte na de uit
vinding der kijkers plaats voor de overtuiging-
van de gelijksoortigheid van alle hemellicha
men, maar is pas definitief verdwenen toen
de spectroscoop het bestaan van de elemen
ten der aardsche chemie in alle hemellicha
men aantoonde. Het inzicht dat ons sterren
stelsel een eenheid vormt, waarvan de consti-
tueerende deelen," de sterren, zijn saamge
bonden door de gravitatie, volgde uit het werk
van o.a. W. Herschel en J. C. Kapteyn. De
groote dijkers brachten de overtuiging dat ons
sterrenstelsel slechts één is onder vele van
gelijksoortige structuur, maar tegens de won
derbaarlijke ontdekking dat die vele stelsels
zich met groote snelheid van elkaar verwij
deren. De eenheid werd hier hersteld door de
relativiteitstheorie, die aantoonde, dat de ex
pansie juist het gevolg is van het feit dat al
die afzonderlijke stelsels niet onafhankelijk
van elkaar zijn maar tezamen- een heelal vor
men. Ook hier ligt de innerlijke samenhang
dieper dan uiterlijke verschijnselen. De een
heid van het heelal is buiten-tijdelijk en on
afhankelijk van het subjectieve ruimte- en
tijdsbegrip met behulp waarvan wij onze
waarnemingen interpreteeren.
Aan den maaltijd, die daarna gehouden
werd, heeft Prins Hendrik geen deelgenomen
wegens rouw vah het Koninklijk Huis
MAN OP ONBEWAAKTEN OVERWEG
GEDOOD.
Op den onbewaakten overweg in den Vlas-
hoek te Oss is een man door den trein over
reden en op slag gedood. De identiteit van het
slachtoffer kan nog niet worden vastgesteld.
De Autarkitis woekert oort.
De lange reeks wordt voortgezet en in
Maart 1934 is door den minister van Econo
mische Zaken andermaal een overzicht sa
mengesteld van de buitenlandsche invoerver
boden en contingenteeringen, ongeacht de de-
viezenrestricties, welke in die maand zijn af
gekondigd. Wij glijden hoe langer hoe verder
naar beneden. Aan den wedloop doen alle
landen mede.
België.
Bij K. B. van 15 Maart is de invoer van
verschillende artikelen afhankelijk gesteld
van de overlegging van een invoervergun
ning. Het betreft artikelen van faïence, ma
jolica, fijn zandsteen, fijn kleideeg, van por
selein (inbegrepen glasporselein, biscuit, pa
ria e.d.)
Voorts is bij K.B. van 21 Maart 1934 de in
voer van paarden, vruchten en groenten af
hankelijk van een vergunning gesteld.
Duitschland.
Bij verordening van 12 Maart 1934 en met
ingang van 19 Maart 1934 is de invoer van
siliciumcarbide en uurwerkbodems met
grootsten diameter van 2,5 c.M. afhankelijk
gesteld van een invoervergunning.
Ecuador.
Bij de wet van 1 Januari 1934 is de invoer
van bezine gemonopoliseerd.
Finland.
Bij besluit van 28 Februari 1934 is de in
voer verboden van: varkensvleesch (niet in
hermetisch gesloten verpakking)ruw vet en
reuzel, oleo-margarine, boter en margarine,
cocos en palmpittenolie en kunstvet.
Frankrijk.
Met ingang van 15 Maart 1934 is de in- en
doorvoer van versche groenten, herkom
stig en afkomstig uit Nederland, verboden.
Bij decreet van 14 Maart 1934 is de invoer
van de navolgende artikelen tijdelijk gecon
tingenteerd: aluminium, koper, lood, zink,
nikkel, kousen en sokken van zijde en floret
zijde, land- en tuinbouwmachines, schrijf
machines en onderdeelen, electrische draden
en kabels, artikelen van zuiver of gemengd
koper, rijwielen en driewielers, hygiënische
rubberartikelen, vilt voor voering en zolen,
andere viltsoorten.
Fransch West-Afrika.
Ingevolge decreet van 14 Maart is de in
voer in Fransch West-Afrika (uitgezonderd
Ivoorkust en Dahomey) van de volgende ar
tikelen gecontigenteerd: katoenen garens,
ongebleekte katoenen stoffen, gebleekte ka
toenen stoffen, katoenen Guinea-stoffen, ka
toenen sucretons, geverfde katoenen stoffen,
andere dan Guinea-stoffen e.d., katoenen
stoffen, bedrukt of vervaardigd van geverfde
garens, katoenen streepjesstof, rips, damast,
geglansde stof, piqués en piqué-spreien, ka
toenen velvets, gebloemde stoffen, handschoe
nen, borduurwerk -en andere stoffen voor
meubileering, kant en kanten gordijnen, tul-
les en linnen, gordijnen en andere artikelen
daarvan: passementerie en lint; lampenpit
ten, wasdoek, percaline en andere stoffen,
gewone dekkleeden, kleeding en gedeelten
daarvan.
Gambia.
Bij besluit van 23 Faebruari 1934 is de in
voer van eenige sóórten automobielen ver
boden..
Hongarije.
Bij verordening van 10 Maart 1934 is de in
voer van: geschild riet, kunstmatige zouten
van boorzuur, ricinusolie, vuurslag en aan
stekers, zouten van citroenzuur, weefsels van
papiergaren, kunstzijde, hoeden van stroo,
tegels van magnesiet, warmte-isolatiemassa
aluminium en halffabrikaten daarvan, spij
kers, machines voor de fabricage van papier
en karton, voor lederbewerking, brillen,
lorgnetten en rozenkransen, afhankelijk ge
steld van een invoervergunning.
Iersche Vrijstaat.
De invoer van" gemout gerstebloem, gemout
gerstemeel, roggebloem, vleesch- en b een der-
meal is afhankelijk gesteld van een invoer
vergunning.
Madagascar.
Ingevolge decreet van 14 Maart is de in
viel' gecontingenteerd van: garens (katoenen
of gemengde), katoenen stoffen (effen, ge
ruit, drilstof, ruwe, gemerceriseerde), katoe
nen stoffen (gewasschen, gebleekt of vervaar
digd van gebleekte draden), katoenen stof
fen (bedrukt, geverfd), katoen fluweel, ka
toenen stoffen (vervaardigd van geverfde ga
rens, geglansd, of gebloemd), dekens, ge
breide katoenen stoffen, kousen, sokken, hand
schoenen, stoffen van zijde, floretzijde, ruwe
zijde, kunstzijde, zijden borduursel, kleeding,
lingerie enz.
Noorwegen.
Met ingang van 14 Maart is de invoer van
gummischiene en faïence afhankelijk ge
steld van een invoervergunning. Bij K. B. van
16 Maart geschiedde hetzelfde ten aanzien
van den invoer van boter, van veeren en
van dons. Na 15 Maart 1934 is de invoer van
levende en licht gezouten visch en schaaldie
ren verboden.
Spanje.
Bij decreet van 10 Maart is de invoer van
eieren gecontingenteerd en die van onzuivere
jodium en jodium dubbel gesublimeerd, ver
boden.
Bij decreet van 16 Maart is de invoer van
kabeljauw gecontingenteerd en na 28 Maart
ook de invoer van palmolie, cocosolie, vette
waters tof rijke dierlijke oliën en ricinuszaden.
Turkije.
Het Turksche Staatsblad van 21 Februari
bevatte een decreet, regelende de oontingen-
teering gedurende de maanden April tot en
met September.
Venezuela.
De invoer van telegraaf-, telefoon- en ra
dio-apparaten is afhankelijk gesteld van een
invoervergunning.
Zweden.
Bij K. B. van 23 Februari 1934 is de invoer
van eieren tijdens de periode 1 Maart 1934-
30 Juni 1935 afhankelijk van een invoerver
gunning van het ministerie van Landbouw.
Zwitserland.
Bij besluit van den Zwitserschen Bonds
raad van 6 Maart 1934 is met ingang van 8
Maart de invoer in Zwitserland van een aan
tal producten afhankelijk gesteld van het
overleggen van een invoervergunning. Daar
toe behooren artikelen van viscose en der
gelijke uit celotof geproduceerde bladen. In
gevolge bestuur van den Zwitserschen Bonds
raad ^van 19 Maart 1934 mogen boonen. erw
ten, linzen en andere peulvruchten, voor vee
voeder dienend slechts worden ingevoerd
door de „Schweizerische Genossenschaft für
Getreide und Futtermittel" te Bern.
Ik geloof niet te veel gezegd te hebbeneen
lange reeks. Een droevig beeld van de econo
mische ontreddering. Wat zal de volgende
maand ons brengen?
MOLLERUS.
KINDERVOORSTELLING
„CIRCUS AMAR".
Het was wel een zeer dankbaar publiek,
dat Zaterdagmiddag de tent van het Circus
A-mar vulde. Woelig en druk waren de jeug
dige toeschouwers tusschen de nummers,
maar doodstil en vol verwondering keken ze
toe, toen Mr. Thommey, het „slangenmensch"
zich op het tooneel als het ware opvouwde,
toen de Hammerschmidts hun sterke toeren
aan de trapéze deden en de jongleur Ziegler
op zijn hoofd de treden van een trap op en
afliep.
En dan de toeren van de 16 olifanten! 't
Is verwonderlijk hoe die kolossen altijd de
aandacht van kinderen boeien. Veel meer dan
de leeuwen, tijgers en Ijsberen. Over het al
gemeen lijkt het gewenscht, bij een kinder
voorstelling niet te veel van deze wilde
dierendressuur te laten zien.
In welke richting men het moet zoeken bij
een kinder-circusvoorstelling bleek duidelijk
uit het succes, dat de meestelijke komische
acrobatiek van Germain Aéros bij het jeug
dig publiek had. 't Was één schaterlach van
begin tot eind. En zoo ging het ook toen
die uitmuntende muzikale clowns, de Barbu-
sio's, optraden. Welk een uitbundig succes
hadden hun origineele vondsten! Wat meer
nummers van dit in een dergelijk genre zou
den de kindervoorstelling zeker nóg aantrek
kelijker hebben gemaakt dan ze nu reeds
was.
Hoe dit zij, ook thans, nu zoo goed als het
geheele programma voor volwassenen ook
voor de kinderen werd vertoond, was het
succes buitengewoon groot en het is jammer
dat het circus Amar Woensdagmiddag a.s. al
weer vertrokken zal zijn. Zeker zouden anders
honderden jonge Haarlemmers nog naar de
Zaanenlaan zijn gekomen om van de uitste
kende voorstelling van „le plus beau cirque
de France" te genieten!
TENTOONSTELLING „HET RASKONIJN"
De Konijnenfokkersvereeniging „Het Ras
konijn" organiseert ter gelegenheid van haar
éénjarig bestaan een tentoonstelling op He
melvaartsdag in het gebouw „St. Bavo" aan
de Smedestraat, waar 750 dieren geëxposeerd
zullen worden. Een bezoek aan die tentoon
stelling zal dus de moeite waard zijn.
CHR. BOND VAN KLEINHANDELAREN IN
AARDAPPELEN ENZ. OPGERICHT.
Dezer dagen is een vergadering gehouden,
waarin tot oprichting van een Christelijken
Bond van Kleinhandelaren in Aardappelen,
Groenten en Fruit is besloten.
In het voorloopig bestuur hebben o.m. zit
ting de heeren J. de Smit. Velsen (N.) en P. E.
van Riessen, Bloemendaal.
FEUILLETON
Detective Roman uit Donker Amsterdam
PIET KLOPPERS.
2)
Ook had hij smaak. Zijn huiskamer, zooals
hij de kamer aan de straatzijde waar hij het
meest bivakkeerde, noemde, had veel weg van
een met groote weelde ingerichte tent van een
Oostersch potentaat. Men verdronk er in de
kussens, langs de muren hingen echte
Afghaansche en Smyrnasche tapijten, wape
nen en trofeeën, maar er stonden ook massa's
boeken, waaronder zijn onontbeerlijke folian
ten met knipsels, zijn encyclopedieën, zijn
studieboeken op het terrein van de misdaad,
werken over zwarte kunst en gifmengers, boe
ken over scheikunde, kortom alle literatuur
die met zijn beroep verband hield, was in die
kamer te vinden. Wie van eenheid van stijl
hield, zou er zich misschien geërgerd hebben,
want al had het vertrek een overheerschend
Oostersch cachet, het was er meer een aller
gezelligste warboel dan een salon, meer het
home van een rijken bohémien dan de werk
kamer van een detective, bij wien het op syste-
matisehen arbeid en methodisch analyseeren
aankomt.
Middernacht hield er dan ook geen vast
systeem geen eigen methode op na. Hij ont
kende de waarde niet van de theorieën die
Sherlock Holmes en zijn navolgers aanhangen,
ook hij kon in sommige gevallen in zijn kamer
een misdadiger op het spoor komen door fei
ten te groepeeren, conclusies te trekken en
wantrouwend te staan tegenover het voor de
hand liggende. Maar meestal ging hij niet
anders te werk aan de politie zelf. Voor hem
was bovenal de rechte weg de kortste en dus
(de beste.
Daarbij ging hij naar zijn meening wel eens
wat ver. Ik heb het meegemaakt dat hij een
individu waarvan hij zeker was dat het de be
drijver van een misdaad moest zijn, naar zijn
kamer lokte onder het een of ander voorwend
sel om daar door brute kracht een bekentenis
van den ongelukkige los te krijgen.
Tegen zijn ijzeren vuisten was niets bestand,
en in zijn eentje paste hij de methode toe die
men in Amerika ook meer dan noodig is, aan
wendt, en die men daar „manhandling" of ook
wel „the third degree" noemt. Maar ik moet
erbij vertellen, dat Middernacht alleen onver
murwbaar was, en alleen zijn harde vuisten
gebruikte tegenover hen die zich aan het leven
van anderen vergrepen hadden. Zijn eigen
aardige lankmoedigheid tegenover de vijanden
van de maatschappij in het algemeen, heb ik
reeds ter sprake gebracht, tegenover moorde
naars kende hij echter geen medelijden, voor
hen was geen verontschuldiging. Het leven van
iedereen was hem iets heiligs, en hoewel hij
altijd een kleine revolver bij zich had, zou hij
die nooit anders dan uit zelfverdediging op
heffen. Was een vluchteling sneller dan hij,
dan zou hij nooit ook maar een schot in de
lucht lossen, liever liet hij zijn tegenstander
loopen. Ten zij deze een moordenaar was. Als
hij een slachtoffer zag liggen, de oogen voor
altijd dicht, de ledematen voor altijd verstijfd,
ging er een rilling langs hem. Vaak heb ik hem
zoo gezien, zijn lippen persten zich dan samen,
zijn oogen kneep hij half dicht, en wee den
moordenaar dien hij op de hielen zat. Hij be
schouwde hem als zijn persoonlijken vijand, en
rustte niet voor hij hem had doen boeten voor
zijn daad. Zijn vernuft en zijn hardnekkigheid
kwamen in zulke gevallen pas goed tot hun
recht, en wanneer ik zijn avonturen ga be
schrijven. zal het gewoonlijk zijn een moord-
geval dat door hem tot klaarheid werd ge
bracht.
Reeds veel vroeger vatte ik het plan op om
verschillende episodes uit het leven van mijn
vriend Middernacht aan het papier toe te ver
trouwen, maar hij bleef zich daar lang tegen
verzetten. Hij had mijn eerewoord, dat alles
wat ik met hem, den particulieren detective,
meemaakte, ons beider geheim zou blijven, en
hij vroeg dat eerewoord omdat hij niet wilde
dat. de nabestaanden en de familieleden van
misdadigers in opspraak zouden komen, of dat
het publiek in mijn beschrijving van de ver
schillende menschen die betrokken waren bij
zijn avonturen, bekende persoonlijkheden zou
hei-kennen. Ook waren de opdrachten die hij
kreeg, dikwijls van delicaten aard, en eerst
nadat ik hem de plechtige verzekering had ge
geven niemand te zullen kwetsen door publi
caties van diepe geheimen, en niet te laten
drukken voordat hij zelf de drukproeven had
doorgelezen, gaf hij aarzelend zijn toestem
ming.
Zijn bescheidenheid kennende, zei ik hem
echter ronduit, dat alleen veranderingen in
verband met bovenstaande motieven mijn
goedkeuring zouden wegdragen: hij kon anders
in staat geweest zijn alles te schrappen wat
hem te vleiend voor zijn eigen persoon voor
kwam.
Nu ik zijn toestemming heb, voel ik mij den
koning te rijk. Eindelijk zal ik het Nederland
sche publiek onthullingen kunnen doen uit
het leven van Middernacht, onthullingen over
die beroering hebben gebracht onder alle lagen
der bevolking. Maar mede in verband met het
voorbehoud dat de detective zelf maakte, wijs
ik er hier nadrukkelijk op dat de dramatis per
sonae fictief zijn.
Gelukkig heb ik steeds aanteekening gehou
den van allerlei bijzonderheden betrekking
hebbend op de avonturen van Middernacht,
den detective, hetzij dat hij ze mij vertelde als
wij in zijn gezellige kamer zaten, hetzij dat ik
ze geheel of gedeeltelijk meestal echter
slechts voor een klein gedeelte zelf mee
maakte. Vaag hoopte ik altijd, dat de dag zou
komen waarop Middernacht zijn bezwaren
tegen publicatie zou laten varen, en nu die dag
gekomen is, ben ik in staat zijn avonturen op
te bouwen uit mijn notities, alsook uit mate
riaal mij van andere zijde verstrekt. Lang
heb ik geaarzeld met de keuze van het avon
tuur waarin ik den detective bij het Neder
landsche publiek zou introduceeren, en dat die
keuze tenslotte gevallen is op den moord op de
Keizersgracht 997bis, vindt zijn oorzaak niet
zoozeer in het feit dat Middernacht's speur
derskwaliteiten bij dit avontuur zoo goed tot
uiting komen (mijn persoonlijke meening is
zelfs dat hij in dit geval een paar maal de
plank leelijk missloeg), dan wel in de omstan
digheden dat dit een der raadselachtigste
moordzaken is geweest, waartegenover de de
tective, en met hem de Amsterdamsche politie,
ooit heeft gestaan.
Het geval leert bovendien, en in zooverre in
het een pendant van de bekende Culemborg-
sche moordzaak, hoe gemakkelijk de justitie
op een dwaalspoor kan worden gebracht, en
als ik den moord op de Keizersgracht 997bis
en al wat er aan vast zat, in de herinnering
terugroep, bedenk is niet zonder huivering of
het niet mogelijk is dat in vele gevangenissen
onschuldigen boeten voor de misdaden van
anderen.
EERSTE HOOFSTUK.
De Inbraak.
Op een Zaterdagavond in September van het
jaar 19.. liep door de Kalverstraat een man
die in zijn gang veel weg had van e,en grooten
aap. Zijn armen waren te lang en zijn beenen
te kort; onder twee borstelige wenkbrauwen
uit keken twee glinsterende oogen, merkwaar
dig veel lijkend op die van een kat. Deze man
was onder zijn kornuiten bekend als „Dolle
Bult", en deze naam kwam hem toe. Dol kon
hij zijn, als hij in het nauw zat, of als hij te
veel bier en jenever door elkaar had gedron
ken; dol kon hij zijn, als de meisjes op den
Zeedijk hem in zijn gezicht uitlachten; dol
kon hij zijn als de politie hem, den beroeps
misdadiger. de boeien aandeed, wat hem in de
vijf en dertig jaar die hij al in de onder
wereld had doorgebracht, zeker een keer of
zes, zeven was overkomen. En wat zijn bult
betreft, er was geen kleermaker in heel Am
sterdam die zijn vergroeide ruggegraat ook
maar een klem beetje minder opvallend kon
maken: Dolle Bult was op duizend meter te
herkennen, «n dit was voor hem een groot
nadeel in de uitoefening van zijn beroep, want
nooit kon hij een alibi opgeven, en meer dan
eens was zijn uiterlijk hem noodlottig gewor
den als hij, alleen op avontuur, of in gezel
schap van andere inbrekers, plotseling moest
vluchten voor de politie, die in een waakzame
bui de jongens op heeterdaad betrapt had. De
anderen verdwenen als schimmen in den
nacht, maar de schim van Dolle Bult liet nooit
eenigen twijfel over omtrent zijn identiteit, en
altijd betaalde hij het gelag zonder ooit dit
zij tot zijn eer gezegd zijn makkers te ver
raden.
Het noodlot had gewild dat detective Mid
dernacht twee maal de hand op hem had ge
legd na een paar brutale inbraken waar de
kranten vol van hadden gestaan en Dolle Bult,
toch reeds een verbitterd man. haatte niemand
zoo hevig als den speurhond die hem een paar
keer in de gevangenis had geholpen.
Op dien Zaterdagavond regende het zacht
jes, en een tamelijk felle wind zweepte de
vlagen op. en maakte het verblijf op straat
verre van aangenaam. Er waren dan ook, in
aanmerking genomen dat het Zaterdag was
tusschen zeven en acht uur, weinig wandel
laars, maar voor Dolle Bult was het het mooi
ste weer van de wereld. In de eerste plaats
hield de inbreker van zulk weer, omdat het
harmonieerde met zijn aangeboren zwart
galligheid, en in de tweede plaats waren don
kere gure avonden de besten om hier of daar
een slag te slaan. Dolle Bult was pas zes weken
uit de gevangenis, en had den buit dien hij
met drie jaar celstraf had moeten bekoopen,
in bewaring gegeven aan een vriend die te
vertrouwen was, maar na zijn invrijheidstel
ling was hij tot de ervaring gekomen dat de
helers in die drie jaar nog inhaliger waren
geworden dan vroeger, en zijn buit, een par
tijtje bontmantels, had hem bij Sluike Lowie,
den opkooper, niet meer opgebracht dan vier
honderd gulden, een bedrag waarbij nog wel
wat kwam van zijn uitgangskas, maar dat toch
een druppel bleef op een gloeiende plaat bij
het leven dat dit individu leidde.
(Wordt vervolgd.).