DE ONTREDDERDE MAATSCHAPPIJ. DINSDAG 29 MEI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD WAPENSMOKKELAAR GESNAPT Groot aanal revolvers en patronen in beslag genomen. GOEDE VANGST VAN BELASTING INSPECTEUR. Eén dezer middagen begaf zich de inspecteur Heintjes te Tilburg met drie ambtenaren dei- belastingen naar den Bredascheweg, omdat daar was gesignaleerd de bekende wapensmok kelaar Sch. uit Musselkanaal. Ze hadden zich verdekt opgesteld, terwijl de dienstauto in de nabijheid stond. Voor het café „Dongewijk" stond een Drentsehe wagen. Na eenigen tijd kwam een andere wagen aan raden, waarvan twee inzittenden in het café gingen, doch weldra weer vertrokken. Intus- schen kwamen andere personen buiten, om den weg te verkennen. Dan zagen de ambte naren een wagen van achter het café op den weg komen en rijden in de richting Tilburg, gevolgd door den Drentschen wagen. De inspecteur met zijn ambtenaren zetten direct met hun wagen de wegrijdenden na. Met een razende vaart vlogen zij over den weg en weldra haalden zij de vluchtenden in. De eerste wagen werd gedwongen tot stoppen en bij visitatie bleek zich in den wagen een kof fer te bevinden met 55 revolvers en 1375 pa tronen. De wagen werd bestuurd door C. uit Made, terwijl zich nog in den wagen bevond K. uit Finsterwolde. Tijdens de visitatie bemerkte de inspecteur dat de Drentsehe wagen was omgekeerd. Hij sommeerde te blijven staan, doch daarnaar werd niet geluisterd, evenmin als naar de waarschuwingsschoten. De inspecteur sprong dan met hoofdkommies Slager in zijn auto en de tweede achtervolging begon. Bij het café „Dongewijk" stopten de vluchtenden, sprongen uit de auto en verdwe nen achter het huis. De inspecteur vond in een achterkamer ze keren W. uit Winschoten, terwijl een kwartier later de hoofdkommies in het kreupelhout ver borgen vond den bekenden Sch. Bij onderzoek bleek, aldus de Msb., dat deze Sch. de grossier van de gesmokkelde wapens was. Op elke revolver had hij het zoete winstje van f 8.50. De auto en de wapens werden in beslag ge nomen en verschillende processen-verbaal op gemaakt. R.-K. KERK EN N. S. B. KWESTIE BIJ PROCESSIE TE AMSTENRADE Ieder ja-ar trekt te Amstenrade een processie uit. Op dien dag wordt op de cour van het kasteel Amstenrade een rustaltaar opgebouwd en trekt de processie daarheen. Mede in ver band met het feit, dat verschillende parochia nen in Amstenrade aan den pastoor hebben medegedeeld, dat, zoo de processie ook dit jaar naar de cour van het kasteel zou gaan, zij de processie zouden verlaten, heeft de pastoor aan den graaf d'Ansembourg medegedeeld, dat dit jaar de processie aan het kasteel zal voorbij gaan. Dit besluit is volgens de N.R.Ct. genomen in verband met het lidmaatschap van graaf d'Ansembourg van de N.S.B. GEEN HAZARDSPELEN. BADPLAATSEN MOFTEN HET ZONDER DOEN. Den laatsten tijd ontvangt de regeering verscheidene adressen waarin, in 't bijzonder voor wat betreft badplaatsen, toestemming werd verzocht voor de exploitatie van spelen, welke overeenkomst vertoonen met het z.g. Straperlospel. Op die adressen is bericht, dat de regeering in geen enkel opzicht aan de gedane verzoeken kan tegemoetkomen, doch dat integendeel, wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding mochten geven, zou moe ten worden overwogen om nadere wettelijke voorzieningen op dit gebied in het leven te roepen HOE DF INDUSTRIE TE HELPEN. Richtsnoeren voor hulp verleening. REDE VAN DEN HEER ZAALBERG. Te Amsterdam is de eerste vergadering ge houden van de Industrieele commissie van het Werkfonds 1934. De voorzitter, de heer C. J. P. Zaalberg, hield een rede, waarin hij het vol gende meedeelde omtrent de hulpverleening ter verruiming van de werkgelegenheid nu en vooral in de toekomst. De stichting van nieuwe bedrijven, al of niet verbonden aan bestaande ondernemingen, vooral die bedrijven, welke als basis voor ver- der-verwerkende industrieën deze sterker ma ken tegenover de buitenlandsche leveranciers van grondstoffen en andere bedrijfsbenoo- digdheden. Geldelijke hulp voor moderniseering of uit breiding van bestaande bedrijven, om aan nieuwe eischen te voldoen, waarvoor kapitaals uitbreiding op normale wijze tijdelijk onmoge lijk is. Bijslag voor exportorders, zoolang het kos- tenpeil in Nederland zich nog ver uitstrekt boven dat in concurreerende landen. Uitvoering van die openbare en andere wer ken, die in ruime mate werk geven in in dustrieele bedrijven met groote werkloosheid. Bevordering van gelijkmatige uitgifte van omvangrijke orders, bijv. door tijdelijke cre- dietverstrekking. Directe of indirecte hypotheekhulp voor den bouw van rendabele of noodige schepen. In de laatste plaats en slechts bij hooge uit zondering en dringende noodzaak het verlee- nen van credieten, als de bank of andere par ticuliere credietgever zich terugtrekt. Van al deze rubrieken zijn reeds voorbeelden in de tot de commissie gekomen aanvragen en het is de taak van de commissie, om na te gaan, welke algemeene lijn bij de geldelijke hulp aan de industrie behoort te worden ge volgd en hoe de als juist aanvaarde beginselen op ieder geval behooren te worden toegepast. LEERAREN WORDEN ZWAAR GETROFFEN. ALGEMEENE VERGADERING DER RIJKSLEERARENVEREENTGING Dezer dagen hield de Rijksleerarenveree- niging te Utrecht haar j aarlij ksche algemeene vergadering onder voorzitterschap van den heer dr. Groosmuller. De jaarverslagen van secretaris en penning meester werden goedgekeurd. Uit de verklaringn der afgevaardigden bleek genoegzaam dat het onderwijs en de leeraren bij voortduring zwaar getroffen worden door salarisverlagingen, urentalvermindering. groo tere klassen en opheffing der A-afdeelingen aan tal van scholen. Krachtig werd het voorts bestaan van deze A-afdeelingen bepleit die vooral ten plattelande van onschatbare betee- kenis zijn. Groot bleek ae tegenstand te zijn tegen de extra ongehuwdenkorting. Een voor stel van de afdeeling Hoorn om hieromtrent een request aan den Minister te zenden, werd na uitvoerige bespreking ingetrokken uit tac tische overwegingen. Er kwam tevens critiek naar voren betref fende het houden van normvergaderingen buiten de schooltijden, alsmede op de ver- oudere regeling van de standplaatsaftrek. Nadat de tien afgevaardigden naar de alge meene vergadering der Algemeene Vereeni- ging van Leeraren bij het Middelbaar Onder wijs (A.M.VO.) waren gekozen, nam de ver gadering met algemeene stemmen behalve van die der afgevaardigden van Den Bosch een motie aan, waarin zij haar instemming uit spreekt met de door den Minister van Onder wijs Kunsten en Wetenschappen voorgestelde oplossing van het spellingvraagstuk en er op vertrouwt, dat de Minister de invoering van de nieuwe spelling met September a.s. met kracht zal bevorderen. Met een woord van dank aan de in grocte getale opgekomen afgevaardigden sloot de voorzitter de vergadering. EEN KANO MOET LICHT VOEREN. De Hooee Raad wees arrest in de zaak van N. J. de G.. wien ten laste was gelegd, dat hij als schipper van een kano. waarmede hii onder Stompwijk voer in het Riin-Schleka- nal, er niet voor had gezorgd, dat hii een hel der wit licht gevende lantaarn gereed had die tijdig genoeg om een aanvaring te voor komen. kon worden getoond. De kantonrechter te De1 ft had verdachte van rechtsvervolging ontsla ven op grond dat een kano geen roeiboot is en dus niet valt on der de betreffende bepaling. De rechtbank te 's-Gravenhave sprak ech ter een veroordeelend vonnis uit. De veroor deelde teekende cassatie aan. maar de Hoog* Raad heeft dit beroep verworpen. HUREN MDFTFN NAAR BENEDEN. Zij moeten zich aan de dalende inkomens aanpassen. MOTIEVEN VOOR WIJZIGING DER WONINGWET. Minister Slotemaker de Bruine zegt in de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer betreffende wijziging van de Woningwet dat de loonen en salarissen moeten dalen, sterk dalen zelfs hier en daar, zal Nederland zijn economisch bestaan kunnen volhouden. Het huurpeil, dat gevormd is in een tijd van hoog conjunctuur, moet eveneens verlaagd worden, vooral voor de laagst betaalde arbeiders, die al moeilijker een passend onderdak kunnen vinden tegen een voor hen bereikbare huur. Bovendien moet worden voorkomen, dat de voorziening in de behoefte aan arbeiderswo ningen in hoofdzaak de taak van de overheid zou moeten worden. Bij veel gemeentebestu ren bestaat blijkbaar nog niet voldoende het besef van de roeping, die de overheid onder de huidige omstandigheden in dezen heeft te vervullen. Daarom moest de regeering ingrij pen. Verlaging van het noodzakelijk minimum peil der woningen ligt allerminst in de bedoe ling van de regeering. het wetsontwerp be helst dan ook geen enkel woord, waarin der gelijke bedoeling ligt opgesloten. De gezinnen, die sterk gedaalde inkomens hebben en voorshands wel zullen houden, moeten de gelegenheid krijgen, woningen te huren, waarvan de prijs binnen hun bereik valt. Dit beteakent wel, dat alles, wat zweemt naar weelde, naar overbodigheid, vermeden moet worden. Dat een douche-inrichting ook tot het noodige voor een woning behoort moge een in Amsterdam langzamerhand veel verbreide opvatting worden buiten Amster dam is van dit inzicht geen sprake. De beide maatregelen voor huurverlaglng betreffen de bestaande woningen. Tot renteverlaging van de loopende wo ningwetvoorschotten wordt thans overge gaan. Herziening van de exploitatiebijdragen zal. voor zoover die na de renteverlaging noe noodig za! blijken, doorgevoerd worden. In enkele gemeenten heeft ook de grondpolit-iek stijging van grondprijzen ten gevolge gehad. In de beperking der gemeentelijke vrijheid kan de regeering geen strijd met de Grondwet ontdekken. ONDERSCHEIDING VOOR PROF. IR. J. A. G. VAN DER STEUR. De Koningin heeft de eeremedaille voor kunsten en wetenschappen van de huisorde van Oranje in zilver toegekend aan prof. ir. J. A. G. van der Steur, voorzitter van de rijks commissie voor de monumentenzorg en aan dr. J. Kalf directeur van het rijksbureau voor de monumentenzorg, terwijl de Koningin heeft benoemd tot commandeur in de Huisorde van Oranje mr. G. van Baren, commissaris van den Koninklijken grafkelder te Delft, tot Ridder in de Huisorde van Oranje eerste klasse II. van der Kloot Mevburg. architect en tot Rid der in de Huisorde van Oranje tweede klasse D. Houtzager, opzichter van den Koninklijken grafkelder te Delft. TEGEN OVERHAASTING. Mij. der Nederlandsche Letter kunde en de nieuwe spelling. GEEN ONVERDEELDE INSTEMMING MET DE SPELLING-MARCHANT. De onder de Maatschappij der Nederland- sche Letterkunde te Leiden ressorteerende Commissie voor Taal- en Letterkunde bracht door het hoofdbestuur geraadpleegd het navolgende advies uit inzake de aanhangige plannen tot regeling van de spelling: De Commissie voor Taal- en Letterkunde, oun advies gevraagd betreffende de door Z. Excellentie Minister Marchant voorgestelde spellingregeling, wenscht zich te bepalen tot de volgende opmerkingen: le: De eenzijdige samenstelling der Com missie van Advies zoowel als de overijling, waarmede het ministeriëele voorstel dreigt te worden ingevoerd, zijn geen waarborg. Jat deze spellingregeling die bevrediging zal wek ken. welke hiermede beoogd wordt. Het is af te keuren, indien dit voorstel in zijn huidigen vorm op korten termijn zou worden ingevoerd. 2e: Daar de spelling niet alleen een onder wijszaak is. maar allen aangaat, die zich van het Nederlandsch als voertaal hunner gedach ten bedienen, dient het oordeel te worden in gewonnen van verschillende letterkundige en wetenschappelijke corporaties fde Academie van Wetenschappen, de Redactie van het Woordenboek der Ned. Taal, de Maatschappij der Nederl. Letterkunde, een zoo breed moge lijke kring van gezaghebbenden). 3e: Met het oog op de regeling der bui- gings-n dient een nader voorstel te worden uitgewerkt door een commissie, waarin, behal ve voorstanders der oude spelling en der soel- ling-Kollewün, vertegenwoordigers voor Vlaar deren en leden van het Comité voor Eenheid in de Schriifwüze van het Nederlandsch zit ting zullen hebben. WEER DF. COUPONS OP GOUDBASIS. ZAAK DOOR HAAGSCHE HOF AANGEHOUDEN. Op de rol van het Haagsche Gerechtshof kwam heden weder in hooger beroep voor de zaak tusschen de Vereeniging voor den Ef fectenhandel en de N.V. Bataafsche Petro leum Mij. Het betreft hier de zaak. waarbij de Vereeniging voor den Effectenhandel door de Haagsche rechtbank niet ontvankelijk is verklaard in haar vordering tegen de Ba taafsche tot uitbetaling op goudbasis van de vervallen coupons der door de Bataafsche in Amerika uitgegeven dollarleeningen. Nadat mr. W. A. Telders voor de Vereeniging voor den Effectenhandel had geconcludeerd, werd de zaak vier weken aangehouden voor de conclusie van antwoord. Voorts was heden in hooger beroep op de rol van het Hof aangebracht de zaak tus schen de N.V. Kon. Ned. Mij. tot Expl. van Petroleumbronnen in Ned.-Indië en de Ver eeniging voor den Effectenhandel.Zooals men weet is in deze zaak de -vordering van de Ver eeniging voor den Effectenhandel tot uitbe taling der vervahen coupons op goudbasis door de rechtbank toegewezen. Nadat zij mr. W. A. Telders als advocaat had gesteld, werd de verdere behandeling dezer zaak veertien dagen aangehouden. UIT PFOTrcn- FFN PARTIJ OPGERICHT. DE NATIONAAL SOCIALISTISCHE. Men meldt ons: Uit protest tegen den gang van zaken bij de procedure, welke geleid heeft tot het faillisse ment van het Verbond van Nationalisten, heb ben de leden van den Centralen Raad van dat Verbond eenparig als zoodanig en als lid be dankt. Door hen is thans opgericht een nieuw verbond genaamd „Nationaal Socialistische Partij" (N.SP.), leider dr. v. d. Mijle. MEINEED UITGELOKT. IN HOOGER BEROEP ZWAARDER STRAF GEëlSCHT. Het Haagsche Gerechtshof behandelde de zaak tegen de 33-jarige mevr. J. H. M. J.. die door de Rotterdamsche rechtbank was ver oordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf, wegens uitlokking tot meineed. Een gewezen inspecteur bij de Rotterdam sche tram had eenigë menschen bij dat be drijf onder vaüsche voorspiegelingen bewogen tot afgifte van groote bedragen met de be lofte, dat zij daardoor een betere positie zou den verkrijgen. Dit zou echter zijn geschied op instignatie van verdachte. Voorts zou zij, toen de inspecteur hiervoor terecht stond, een tweetal getuigen, het echtpaar P., hebben be wogen tot het afleggen van valsche verkla ringen. met de bedoeling S. van de schuld te ontlasten. Mevr. P., als getuige verhoord, verklaart dat verdachte o.a. zou hebben gezegd, dat indien getuige of haar man namen zouden noemen, al het geld. dat zij aan S. hadden geleend, ver loren zou zijn. De procureur-generaal, mr. J. A. de Visser zeïde zelden een zoo brutaal staaltje van val sche verklaringen meegemaakt te hebben. Spr. acht de door de rechtbank opgelegde straf van anderhalf jaar niet streng genoeg en hij requireert dan ook vernietiging van dit vonnis en veroordeeling van deze verdachte tot een gevangenisstraf voor den tijd van drie jaren. De verdediger vroeg de grootst mogelijke clementie toe to passen. LOONCONTRACT LIMBURGSCHE MIJNEN OPGEZEGD. MET INGANG VAN 1 JULI. De gezamenlijke steenkolenmijnen in Lim burg hebben aan de Contactcommissie Voor het Mijnbedrijf te Heerlen bericht gezonden, dat zij zich genoodzaakt zien de loonovereen- komst van 24 April 1932 togen 1 Juli a.s. op te zeggen. Industrieele productie in 1933 iets beter dan in 1932. Kortgeleden zijn van de zijde van den Vol kenbond een reeks belangrijke gegevens ge publiceerd, omtrent de positie van het econo misch leven in de wereld. De wereldhandel als geheel genomen was in 1932 nog iets grooter dan in 1933, maar de industrieele wereldpro ductie was in het afgeloopen jaar grooter dan in het jaar daarvoor. De indexcijfers voor de industrieele productie geven een beeld van den gang van zaken op dat gebied. Stolt men dit indexcijfer voor 1928 op 100, dan was dat voor de jaren 1929: 106, voor 1930: 90.5 voor 1931: 77,9 voor 1932: 66.1 en voor 1933 ten slotte 74.7. Men zou aan de hand van deze cij fers wellicht willen concludeeren. dat het iets beter gaat. De grootste depressie zou men ge passeerd zijn. In het jaar 1932. Maar men be denke dan wei. dat het hier alleen de in dustrieele productie betreft. Beschouwt men de cijfers van de jaren 1932 en 1933 afzonder lijk. dan is ae vooruitgang van 1933 zeer be duidend. Stelt men daartegenover net jaar 1928 dan is de inzinking nog zeer beduidend. De beweging der industrieële productie is in de verschillende landen zeer verschillend ge weest. Het zal wei niemand verbazen, dat Ja pan in deze rij van cijfers een zeer goed fi guur slaat. De vooruitgang der industrieele productie bedroeg in 1933 vergeleken bij 1928 ruim 27 procent. Canada en Duitschland na men een veel minder gunstige positie in. Voor Canada was het indexcijfer in 1933 ruim 33 procent lager dan in 1928. Ook de Vereenigde Staten van Noord Amerika hebben in deze malaise gedeeld. Toch geven de vergelijkende cijfers aanleiding tot hoogst interessante be schouwingen, Tusschen 1932 en 1933 steeg het indexcijfer met circa 12.6 procent. In 1932 was de positie in de Vereenigde Staten van Noord Amerika nog slechter dan in Duitschland. Daarentegen was de verbetering tusschen 1932 en 1933 in eerstgenoemd land grooter dan bij onze Oostelijke buren. Engeland's en Frank rijk's positie steken gunstig af bij die van de andere landen. Het indexcijfer van de in dustrieële productie voor Frankrijk was voor 1932 ruim 75,6 en voor 1933 ruim 84.6. Wanneer men nu van de positie der indus trieele productie verder gaat en zich reken schap geeft van de handelsbalansen der ver schillende landen dan zijn het de verhoogde invoerrechten en de contingenteeringen, die als het geijkte middel worden aanbevolen om de nationale economie to beschermen. Jacques Rueff heeft over dit feit in L'Européen het een en ander medegedeeld, daarbij uitgaande van de algemeene gedachte dat een handelsbalans „gunstig" wordt ge noemd. indien de uitvoer den invoer over treft. Bij een nadere beschouwing van de han delsbalansen van een aantal landen over een reeks van jaren, blijkt aldus deze schrijver dat de landen, die als rijk en kapitaal- kractig bekend staan, geregeld een „ongunsti ge" handelsbalans vertoonen. Engeland ver toont vanaf 1860 steeds een ongustige han- delsbelans. Duitschland heeft, op een enkele uitzondering na, eerst vanaf omstreeks 1930 een positieve handelsbalans gekregen. De Fransche handelsbalans is in het algemeen negatief geweest. Alleen de Vereenigde Sta ten van Noord Amerika maken een uitzonde ring. Van Frankrijk is de balans altijd negatief geweest, behalve in de jaren 18711875, jaren waarin groote oorlogsschulden betaald moes ten worden en voor de jaren 1925—1927, toen, tengevolge van een vertrouwenscrisis, groote kapitalen naar het buitenland verhuisden. De fout aldus de heer Rueff schuilt hierin, dat men zich te veel dood staart ^p de handelsbalans, terwijl alleen van werkelijk belang is het evenwicht der rekeningsbalans. De handelsbalans, die negatief is. behoeft nog geen reden te zijn voor bezorgdheid. Alle rijke landen hebben een negatieve handelsbalans! Daaruit mag evenwel niet de conclusie ge trokken worden, dat de rekeningsbalans ook in deficit is. Op deze laatste hebben factoren invloed, welke niet bij de handelsbalans tot uiting komen. De handelsbalans Is ce regula teur en de veiligheidsklep, waarmede het evenwicht der rekeningsbaians wordt verkre gen. De invloed van invoerrechten en contig- genteeringsmaatregelen dient men vooral in dat licht te bezien. Hoe kan men onze ontredderde maatschap pij helpen? Het stellen van de vraag is een voudig. Het geven van een antwoord buiten gewoon moeilijk, Maar één ding is zeker. De na den wereldoorlog in alle landen opgewor pen handelsbelemmeringen zijn funest ge bleken. Wij zijn als land-alleen niets, wij leven in een huis met vele kamers, die alle verbin ding met elkander behooren te hebben, anders wordt het huls ten slotte onbewoonbaar. Wil lens en wetens heeft men het onderling ver keer aan banden willen leggen. Daarbij kan ongetwijfeld op bepaalde resultaten gewezen worden. De nationale economie heeft enkele landen in mindere of meerdere mate onafhan kelijk gemaakt van de buurstaten. Nog altijd worden op dat gebied nieuwe voorzieningen van overheidswege getroffen. Herstel van eenige beteekenis internationaal beschouwd is m.i zeker niet te verwachten, zoo lang nog op dien weg wordt voortgegaan. Het systeem van zich zelf in te bolste ren is op den duur niet houdbaar en gaat uit van de on juiste gedachte, dat de landen als eenling iets beteekenen. Wij moeten terug naar het be grip, dat wij elkander noodig hebben. MOLLERUS. SLACHTHUIS SCHANDAAL. Zes maanden geëischt. Preventieve hechtenis in mindering. ROTTERDAM, 28 Mei. De derde dag van het proces tegen de hulpkeurmeesters van het Rotterdamsche abattoir, die tereoht staan, verdacht van het aannemen van steekpen ningen, staat in het toeken van getuigen a décharge. Ondanks het vroege aanvangsuur is de belangstelling op de publieke tribune zeer groot. Als eerste getuige wordt gehoord de oud hoofdagent van politie H. Israëls. die in 1914 uit een uitlating van den toenmaligen direc teur van het abattoir dr. J. J. F. Dhont op maakte. dat het dezen bekend was, dat er keurmeesters waren, die zich lieten omkoo- pen. Dr. Dhont wilde hem echter geen mede werking verleenen bij het opsporen van straf bare feiten. De vethandelaar C. J. v. Waisem verklaarde nooit vet, dat hij op het abattoir achterliet, te hebben vermist. Om sneller ge holpen te worden gaf getuige eiken Vrijdag avond aan den dienstdoenden keurmeester een bedrag van f 5. Ook gaf hij 's Zaterdags morgens aan verdachte De H. een hoeveel heid^ van 3 a 5 K.G. vet. in plaats van geld. Verdachte De H. beweert recht op dit vet te hebben omdat hij voor den aanvang van dei diensttijd voor getuige keurde. De oud-opzichter van het abattoir M. B Schroder verklaarde, dat hij tijdens het di recteurschap van dr. Dhont er tegen heeft ge protesteerd, dat deze het personeel voor prl- védoeleinden gebruikte. Gemeentepersonee! van het abattoir werd naar het huis van den directeur gedirigeerd en als zij terugkwamen vertelden zij. dat zij het zeil hadden geboend, glazen gezeemd of den tuin hadden gewied. Op een vraag van den verdediger verklaart getuige, dat hij ongeveer 27 jaar geleden een uitvoerig rapport heeft uitgebracht omtrent fraudes aan het abattoir. Een paar halwerkers verklaren, dat zij des tijds op een laag loon bij het abattoir zijn aangenomen. De directeur had echter gezegd d?t. pr ui» wel verval biï kwam Dadelijk nadat de president de middagzit ting heeft geopend, krijgt de officier van justitie, mr. E. D. H. Schutter, het woord. Spr. wijst op de bekentenis, die sommige verdachten reeds bij de politie aflegden en de bekentenissen bij het verhoor, bij den rech ter commissaris afgelegd. Ten aanzien van zeven van de acht verdachten, van wie de officier nog eens nagagt welk vleesch van ziek slachtvee door de hulpkeurmeesters is goedgekeurd, acht spr. het bewijs voor het ten laste gelegde bewezen, te weten, dat W. R„ J. L. B. L S. S.. I. van B.. M J. L P. L. en C, van der W.. met overschrijding van hun bevoegdheid vleesch hebben goedgekeurd en fooien aangenomen. Van verdachte W. de H„ die ontkent, is door getuigenverklaringen komen vast te staan, dat hij fooien heeft aangenomen en als hij ze niet kreeg, moeite heeft gedaan om fooien binnen te krijgen. De ten laste gelegde verduisteringen van beenderbonnen en zwezerikken acht spr. niet bewezen en vraagt daarvoor dan ook vrij spraak, maar de diefstal van vet acht spr. vaststaand. De voorlichtingsrapporten luiden gunstig, maar de officier acht de feiten, die gedurende jaren zijn geoleegd. te ernstig om een voor waardelijke straf op te leggen Afgezien van bekentenis of ontkentonis. en afgezien ook van de sympathieke of onsympathieke hou ding, die de verdachten ter terechtzitting hebben aangenomen wil spr. hen over één kam scheren en eischt tegen elk der ver dachten zes maanden gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis. Daarop vangt mr. L. A. Donker, de ver dediger van de verdachten L. S. S., W. R.. I van B L. P. L. en C. van der W„ zijn plei dooi aan met te wijzen op de verkeerde toe standen. die tot verleden jaar aan hPt Rot terdamsche abattoir hebben gestaan Pl ver zocht de rechtbank de verdachten bulten de gevangenis te houden. Mr. Donker vroeg onmiddellijke invrijheid stelling van zijn cliënten. Mr. S. J. Polak, voor verdachte J. L. BI. optredend pleitte een straf op te leggen ge lijk aan de preventieve hechtenis en ver zocht de rechtbank zijn cliënt onmiddellijk in vrijheid te stollen. De verdediger van verdachte W. de H mr. H. H. Tels. achtte het aan zijn cliënt ten laste gelegde niet bewezen. Pl. con cludeerde tot oplegging van een straf gelijk aan de preventieve hechtenis en drong aan. op verdachte's onmiddellijke invrijheidstel ling. Na in de raadkamer te zijn geweest, wees de rechtbank het verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling af en bepaalde de uitspraak op Maandag 11 Juni a.s. DEN HAAG WIL EEN SPORTFONDSENBAD. RAAD BIJ DE KROON IN BEROEP. De Haagsche gemeenteraad heeft gister middag het voorstel-Vrijenhoek aangenomen om in beroep te gaan bij de Kroon tegen de beslissing van Ged. Staten van Zuid-Holland, die hun goedkeuring onthouden hebben aan het besluit van den Raad om voor een geld- leening van vier ton ten behoeve van de stich ting van het Sportfondsenbad, zich garant te stellen. AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN. DRIF. VERPLEEGSTERS ERNSTIG GEWOND. Tengevolge van het springen van een ach terband is Maandagmiddag te ongeveer half zes tusschen Boxtel en Best. bij de z.g. Liemp- sche Barrier een open personenauto, welke een snelheid van ongeveer tachtig kilometer en waarin een viertal dames gezeten was. dat terugkeerde van een uitstapje naar Valken burg, togen een boom op gereden. De wagen werd geheel vernield. Alle vier inzittenden werden uit de auto geslineerd De slachtoffers zijn naar het St. Liduina Ziekenhuis te Boxtel vervoerd en daar ter ver pleging opgenomen. De jonge dame. die achter het stuur gezeten was. kwam er met slechts lichte verwondin gen af. Voorts heeft een der andere inzittenden de beide beenen gebroken, terwijl de overige twee dames resp. een bekkenbreuk en zware nljwonden aan het voorhoofd hebben beko men. De gewonden zijn de dames M. van Dijke, S. van Olst, S. A. Hut en M Lulofs, allen werkzaam aan het Wilhelminagasthuis te Am sterdam. Bij geen der drie ernstig gewonden bestaat direct levensegvaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5