DE ONTREDDERDE MAATSCHAPPIJ.
DINSDAG 29 MEI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
WAPENSMOKKELAAR GESNAPT
Groot aanal revolvers en
patronen in beslag genomen.
GOEDE VANGST VAN BELASTING
INSPECTEUR.
Eén dezer middagen begaf zich de inspecteur
Heintjes te Tilburg met drie ambtenaren dei-
belastingen naar den Bredascheweg, omdat
daar was gesignaleerd de bekende wapensmok
kelaar Sch. uit Musselkanaal. Ze hadden zich
verdekt opgesteld, terwijl de dienstauto in de
nabijheid stond. Voor het café „Dongewijk"
stond een Drentsehe wagen.
Na eenigen tijd kwam een andere wagen aan
raden, waarvan twee inzittenden in het café
gingen, doch weldra weer vertrokken. Intus-
schen kwamen andere personen buiten, om
den weg te verkennen. Dan zagen de ambte
naren een wagen van achter het café op den
weg komen en rijden in de richting Tilburg,
gevolgd door den Drentschen wagen.
De inspecteur met zijn ambtenaren zetten
direct met hun wagen de wegrijdenden na.
Met een razende vaart vlogen zij over den weg
en weldra haalden zij de vluchtenden in. De
eerste wagen werd gedwongen tot stoppen en
bij visitatie bleek zich in den wagen een kof
fer te bevinden met 55 revolvers en 1375 pa
tronen. De wagen werd bestuurd door C. uit
Made, terwijl zich nog in den wagen bevond
K. uit Finsterwolde.
Tijdens de visitatie bemerkte de inspecteur
dat de Drentsehe wagen was omgekeerd. Hij
sommeerde te blijven staan, doch daarnaar
werd niet geluisterd, evenmin als naar de
waarschuwingsschoten.
De inspecteur sprong dan met hoofdkommies
Slager in zijn auto en de tweede achtervolging
begon. Bij het café „Dongewijk" stopten de
vluchtenden, sprongen uit de auto en verdwe
nen achter het huis.
De inspecteur vond in een achterkamer ze
keren W. uit Winschoten, terwijl een kwartier
later de hoofdkommies in het kreupelhout ver
borgen vond den bekenden Sch.
Bij onderzoek bleek, aldus de Msb., dat deze
Sch. de grossier van de gesmokkelde wapens
was. Op elke revolver had hij het zoete winstje
van f 8.50.
De auto en de wapens werden in beslag ge
nomen en verschillende processen-verbaal op
gemaakt.
R.-K. KERK EN N. S. B.
KWESTIE BIJ PROCESSIE TE AMSTENRADE
Ieder ja-ar trekt te Amstenrade een processie
uit. Op dien dag wordt op de cour van het
kasteel Amstenrade een rustaltaar opgebouwd
en trekt de processie daarheen. Mede in ver
band met het feit, dat verschillende parochia
nen in Amstenrade aan den pastoor hebben
medegedeeld, dat, zoo de processie ook dit jaar
naar de cour van het kasteel zou gaan, zij de
processie zouden verlaten, heeft de pastoor
aan den graaf d'Ansembourg medegedeeld,
dat dit jaar de processie aan het kasteel zal
voorbij gaan. Dit besluit is volgens de N.R.Ct.
genomen in verband met het lidmaatschap van
graaf d'Ansembourg van de N.S.B.
GEEN HAZARDSPELEN.
BADPLAATSEN MOFTEN HET ZONDER
DOEN.
Den laatsten tijd ontvangt de regeering
verscheidene adressen waarin, in 't bijzonder
voor wat betreft badplaatsen, toestemming
werd verzocht voor de exploitatie van spelen,
welke overeenkomst vertoonen met het z.g.
Straperlospel. Op die adressen is bericht, dat
de regeering in geen enkel opzicht aan de
gedane verzoeken kan tegemoetkomen, doch
dat integendeel, wanneer de omstandigheden
daartoe aanleiding mochten geven, zou moe
ten worden overwogen om nadere wettelijke
voorzieningen op dit gebied in het leven te
roepen
HOE DF INDUSTRIE TE
HELPEN.
Richtsnoeren voor hulp
verleening.
REDE VAN DEN HEER ZAALBERG.
Te Amsterdam is de eerste vergadering ge
houden van de Industrieele commissie van het
Werkfonds 1934. De voorzitter, de heer C. J. P.
Zaalberg, hield een rede, waarin hij het vol
gende meedeelde omtrent de hulpverleening
ter verruiming van de werkgelegenheid nu en
vooral in de toekomst.
De stichting van nieuwe bedrijven, al of niet
verbonden aan bestaande ondernemingen,
vooral die bedrijven, welke als basis voor ver-
der-verwerkende industrieën deze sterker ma
ken tegenover de buitenlandsche leveranciers
van grondstoffen en andere bedrijfsbenoo-
digdheden.
Geldelijke hulp voor moderniseering of uit
breiding van bestaande bedrijven, om aan
nieuwe eischen te voldoen, waarvoor kapitaals
uitbreiding op normale wijze tijdelijk onmoge
lijk is.
Bijslag voor exportorders, zoolang het kos-
tenpeil in Nederland zich nog ver uitstrekt
boven dat in concurreerende landen.
Uitvoering van die openbare en andere wer
ken, die in ruime mate werk geven in in
dustrieele bedrijven met groote werkloosheid.
Bevordering van gelijkmatige uitgifte van
omvangrijke orders, bijv. door tijdelijke cre-
dietverstrekking.
Directe of indirecte hypotheekhulp voor den
bouw van rendabele of noodige schepen.
In de laatste plaats en slechts bij hooge uit
zondering en dringende noodzaak het verlee-
nen van credieten, als de bank of andere par
ticuliere credietgever zich terugtrekt.
Van al deze rubrieken zijn reeds voorbeelden
in de tot de commissie gekomen aanvragen
en het is de taak van de commissie, om na te
gaan, welke algemeene lijn bij de geldelijke
hulp aan de industrie behoort te worden ge
volgd en hoe de als juist aanvaarde beginselen
op ieder geval behooren te worden toegepast.
LEERAREN WORDEN ZWAAR
GETROFFEN.
ALGEMEENE VERGADERING DER
RIJKSLEERARENVEREENTGING
Dezer dagen hield de Rijksleerarenveree-
niging te Utrecht haar j aarlij ksche algemeene
vergadering onder voorzitterschap van den
heer dr. Groosmuller.
De jaarverslagen van secretaris en penning
meester werden goedgekeurd.
Uit de verklaringn der afgevaardigden bleek
genoegzaam dat het onderwijs en de leeraren
bij voortduring zwaar getroffen worden door
salarisverlagingen, urentalvermindering. groo
tere klassen en opheffing der A-afdeelingen
aan tal van scholen. Krachtig werd het voorts
bestaan van deze A-afdeelingen bepleit die
vooral ten plattelande van onschatbare betee-
kenis zijn. Groot bleek ae tegenstand te zijn
tegen de extra ongehuwdenkorting. Een voor
stel van de afdeeling Hoorn om hieromtrent
een request aan den Minister te zenden, werd
na uitvoerige bespreking ingetrokken uit tac
tische overwegingen.
Er kwam tevens critiek naar voren betref
fende het houden van normvergaderingen
buiten de schooltijden, alsmede op de ver-
oudere regeling van de standplaatsaftrek.
Nadat de tien afgevaardigden naar de alge
meene vergadering der Algemeene Vereeni-
ging van Leeraren bij het Middelbaar Onder
wijs (A.M.VO.) waren gekozen, nam de ver
gadering met algemeene stemmen behalve van
die der afgevaardigden van Den Bosch een
motie aan, waarin zij haar instemming uit
spreekt met de door den Minister van Onder
wijs Kunsten en Wetenschappen voorgestelde
oplossing van het spellingvraagstuk en er op
vertrouwt, dat de Minister de invoering van
de nieuwe spelling met September a.s. met
kracht zal bevorderen.
Met een woord van dank aan de in grocte
getale opgekomen afgevaardigden sloot de
voorzitter de vergadering.
EEN KANO MOET LICHT VOEREN.
De Hooee Raad wees arrest in de zaak van
N. J. de G.. wien ten laste was gelegd, dat
hij als schipper van een kano. waarmede hii
onder Stompwijk voer in het Riin-Schleka-
nal, er niet voor had gezorgd, dat hii een hel
der wit licht gevende lantaarn gereed had
die tijdig genoeg om een aanvaring te voor
komen. kon worden getoond.
De kantonrechter te De1 ft had verdachte
van rechtsvervolging ontsla ven op grond dat
een kano geen roeiboot is en dus niet valt on
der de betreffende bepaling.
De rechtbank te 's-Gravenhave sprak ech
ter een veroordeelend vonnis uit. De veroor
deelde teekende cassatie aan. maar de Hoog*
Raad heeft dit beroep verworpen.
HUREN MDFTFN NAAR
BENEDEN.
Zij moeten zich aan de dalende
inkomens aanpassen.
MOTIEVEN VOOR WIJZIGING DER
WONINGWET.
Minister Slotemaker de Bruine zegt in de
Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer
betreffende wijziging van de Woningwet dat
de loonen en salarissen moeten dalen, sterk
dalen zelfs hier en daar, zal Nederland zijn
economisch bestaan kunnen volhouden. Het
huurpeil, dat gevormd is in een tijd van hoog
conjunctuur, moet eveneens verlaagd worden,
vooral voor de laagst betaalde arbeiders, die
al moeilijker een passend onderdak kunnen
vinden tegen een voor hen bereikbare huur.
Bovendien moet worden voorkomen, dat de
voorziening in de behoefte aan arbeiderswo
ningen in hoofdzaak de taak van de overheid
zou moeten worden. Bij veel gemeentebestu
ren bestaat blijkbaar nog niet voldoende het
besef van de roeping, die de overheid onder
de huidige omstandigheden in dezen heeft te
vervullen. Daarom moest de regeering ingrij
pen.
Verlaging van het noodzakelijk minimum
peil der woningen ligt allerminst in de bedoe
ling van de regeering. het wetsontwerp be
helst dan ook geen enkel woord, waarin der
gelijke bedoeling ligt opgesloten.
De gezinnen, die sterk gedaalde inkomens
hebben en voorshands wel zullen houden,
moeten de gelegenheid krijgen, woningen te
huren, waarvan de prijs binnen hun bereik
valt.
Dit beteakent wel, dat alles, wat zweemt
naar weelde, naar overbodigheid, vermeden
moet worden. Dat een douche-inrichting ook
tot het noodige voor een woning behoort
moge een in Amsterdam langzamerhand veel
verbreide opvatting worden buiten Amster
dam is van dit inzicht geen sprake.
De beide maatregelen voor huurverlaglng
betreffen de bestaande woningen.
Tot renteverlaging van de loopende wo
ningwetvoorschotten wordt thans overge
gaan. Herziening van de exploitatiebijdragen
zal. voor zoover die na de renteverlaging noe
noodig za! blijken, doorgevoerd worden. In
enkele gemeenten heeft ook de grondpolit-iek
stijging van grondprijzen ten gevolge gehad.
In de beperking der gemeentelijke vrijheid
kan de regeering geen strijd met de Grondwet
ontdekken.
ONDERSCHEIDING VOOR PROF. IR.
J. A. G. VAN DER STEUR.
De Koningin heeft de eeremedaille voor
kunsten en wetenschappen van de huisorde
van Oranje in zilver toegekend aan prof. ir.
J. A. G. van der Steur, voorzitter van de rijks
commissie voor de monumentenzorg en aan
dr. J. Kalf directeur van het rijksbureau voor
de monumentenzorg, terwijl de Koningin heeft
benoemd tot commandeur in de Huisorde van
Oranje mr. G. van Baren, commissaris van den
Koninklijken grafkelder te Delft, tot Ridder
in de Huisorde van Oranje eerste klasse II.
van der Kloot Mevburg. architect en tot Rid
der in de Huisorde van Oranje tweede klasse
D. Houtzager, opzichter van den Koninklijken
grafkelder te Delft.
TEGEN OVERHAASTING.
Mij. der Nederlandsche Letter
kunde en de nieuwe spelling.
GEEN ONVERDEELDE INSTEMMING MET
DE SPELLING-MARCHANT.
De onder de Maatschappij der Nederland-
sche Letterkunde te Leiden ressorteerende
Commissie voor Taal- en Letterkunde bracht
door het hoofdbestuur geraadpleegd het
navolgende advies uit inzake de aanhangige
plannen tot regeling van de spelling:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde,
oun advies gevraagd betreffende de door Z.
Excellentie Minister Marchant voorgestelde
spellingregeling, wenscht zich te bepalen tot
de volgende opmerkingen:
le: De eenzijdige samenstelling der Com
missie van Advies zoowel als de overijling,
waarmede het ministeriëele voorstel dreigt
te worden ingevoerd, zijn geen waarborg. Jat
deze spellingregeling die bevrediging zal wek
ken. welke hiermede beoogd wordt. Het is af te
keuren, indien dit voorstel in zijn huidigen
vorm op korten termijn zou worden ingevoerd.
2e: Daar de spelling niet alleen een onder
wijszaak is. maar allen aangaat, die zich van
het Nederlandsch als voertaal hunner gedach
ten bedienen, dient het oordeel te worden in
gewonnen van verschillende letterkundige en
wetenschappelijke corporaties fde Academie
van Wetenschappen, de Redactie van het
Woordenboek der Ned. Taal, de Maatschappij
der Nederl. Letterkunde, een zoo breed moge
lijke kring van gezaghebbenden).
3e: Met het oog op de regeling der bui-
gings-n dient een nader voorstel te worden
uitgewerkt door een commissie, waarin, behal
ve voorstanders der oude spelling en der soel-
ling-Kollewün, vertegenwoordigers voor Vlaar
deren en leden van het Comité voor Eenheid
in de Schriifwüze van het Nederlandsch zit
ting zullen hebben.
WEER DF. COUPONS OP
GOUDBASIS.
ZAAK DOOR HAAGSCHE HOF
AANGEHOUDEN.
Op de rol van het Haagsche Gerechtshof
kwam heden weder in hooger beroep voor de
zaak tusschen de Vereeniging voor den Ef
fectenhandel en de N.V. Bataafsche Petro
leum Mij. Het betreft hier de zaak. waarbij
de Vereeniging voor den Effectenhandel door
de Haagsche rechtbank niet ontvankelijk is
verklaard in haar vordering tegen de Ba
taafsche tot uitbetaling op goudbasis van de
vervallen coupons der door de Bataafsche in
Amerika uitgegeven dollarleeningen. Nadat
mr. W. A. Telders voor de Vereeniging voor
den Effectenhandel had geconcludeerd, werd
de zaak vier weken aangehouden voor de
conclusie van antwoord.
Voorts was heden in hooger beroep op de
rol van het Hof aangebracht de zaak tus
schen de N.V. Kon. Ned. Mij. tot Expl. van
Petroleumbronnen in Ned.-Indië en de Ver
eeniging voor den Effectenhandel.Zooals men
weet is in deze zaak de -vordering van de Ver
eeniging voor den Effectenhandel tot uitbe
taling der vervahen coupons op goudbasis
door de rechtbank toegewezen. Nadat zij mr.
W. A. Telders als advocaat had gesteld, werd
de verdere behandeling dezer zaak veertien
dagen aangehouden.
UIT PFOTrcn- FFN PARTIJ
OPGERICHT.
DE NATIONAAL SOCIALISTISCHE.
Men meldt ons:
Uit protest tegen den gang van zaken bij de
procedure, welke geleid heeft tot het faillisse
ment van het Verbond van Nationalisten, heb
ben de leden van den Centralen Raad van dat
Verbond eenparig als zoodanig en als lid be
dankt. Door hen is thans opgericht een nieuw
verbond genaamd „Nationaal Socialistische
Partij" (N.SP.), leider dr. v. d. Mijle.
MEINEED UITGELOKT.
IN HOOGER BEROEP ZWAARDER STRAF
GEëlSCHT.
Het Haagsche Gerechtshof behandelde de
zaak tegen de 33-jarige mevr. J. H. M. J.. die
door de Rotterdamsche rechtbank was ver
oordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf,
wegens uitlokking tot meineed.
Een gewezen inspecteur bij de Rotterdam
sche tram had eenigë menschen bij dat be
drijf onder vaüsche voorspiegelingen bewogen
tot afgifte van groote bedragen met de be
lofte, dat zij daardoor een betere positie zou
den verkrijgen. Dit zou echter zijn geschied
op instignatie van verdachte. Voorts zou zij,
toen de inspecteur hiervoor terecht stond, een
tweetal getuigen, het echtpaar P., hebben be
wogen tot het afleggen van valsche verkla
ringen. met de bedoeling S. van de schuld te
ontlasten.
Mevr. P., als getuige verhoord, verklaart dat
verdachte o.a. zou hebben gezegd, dat indien
getuige of haar man namen zouden noemen,
al het geld. dat zij aan S. hadden geleend, ver
loren zou zijn.
De procureur-generaal, mr. J. A. de Visser
zeïde zelden een zoo brutaal staaltje van val
sche verklaringen meegemaakt te hebben.
Spr. acht de door de rechtbank opgelegde
straf van anderhalf jaar niet streng genoeg
en hij requireert dan ook vernietiging van dit
vonnis en veroordeeling van deze verdachte
tot een gevangenisstraf voor den tijd van drie
jaren.
De verdediger vroeg de grootst mogelijke
clementie toe to passen.
LOONCONTRACT LIMBURGSCHE
MIJNEN OPGEZEGD.
MET INGANG VAN 1 JULI.
De gezamenlijke steenkolenmijnen in Lim
burg hebben aan de Contactcommissie Voor
het Mijnbedrijf te Heerlen bericht gezonden,
dat zij zich genoodzaakt zien de loonovereen-
komst van 24 April 1932 togen 1 Juli a.s. op te
zeggen.
Industrieele productie in 1933 iets
beter dan in 1932.
Kortgeleden zijn van de zijde van den Vol
kenbond een reeks belangrijke gegevens ge
publiceerd, omtrent de positie van het econo
misch leven in de wereld. De wereldhandel als
geheel genomen was in 1932 nog iets grooter
dan in 1933, maar de industrieele wereldpro
ductie was in het afgeloopen jaar grooter dan
in het jaar daarvoor. De indexcijfers voor de
industrieele productie geven een beeld van
den gang van zaken op dat gebied. Stolt men
dit indexcijfer voor 1928 op 100, dan was dat
voor de jaren 1929: 106, voor 1930: 90.5 voor
1931: 77,9 voor 1932: 66.1 en voor 1933 ten
slotte 74.7. Men zou aan de hand van deze cij
fers wellicht willen concludeeren. dat het iets
beter gaat. De grootste depressie zou men ge
passeerd zijn. In het jaar 1932. Maar men be
denke dan wei. dat het hier alleen de in
dustrieele productie betreft. Beschouwt men
de cijfers van de jaren 1932 en 1933 afzonder
lijk. dan is ae vooruitgang van 1933 zeer be
duidend. Stelt men daartegenover net jaar
1928 dan is de inzinking nog zeer beduidend.
De beweging der industrieële productie is in
de verschillende landen zeer verschillend ge
weest. Het zal wei niemand verbazen, dat Ja
pan in deze rij van cijfers een zeer goed fi
guur slaat. De vooruitgang der industrieele
productie bedroeg in 1933 vergeleken bij 1928
ruim 27 procent. Canada en Duitschland na
men een veel minder gunstige positie in. Voor
Canada was het indexcijfer in 1933 ruim 33
procent lager dan in 1928. Ook de Vereenigde
Staten van Noord Amerika hebben in deze
malaise gedeeld. Toch geven de vergelijkende
cijfers aanleiding tot hoogst interessante be
schouwingen, Tusschen 1932 en 1933 steeg het
indexcijfer met circa 12.6 procent. In 1932 was
de positie in de Vereenigde Staten van Noord
Amerika nog slechter dan in Duitschland.
Daarentegen was de verbetering tusschen
1932 en 1933 in eerstgenoemd land grooter dan
bij onze Oostelijke buren. Engeland's en Frank
rijk's positie steken gunstig af bij die van de
andere landen. Het indexcijfer van de in
dustrieële productie voor Frankrijk was voor
1932 ruim 75,6 en voor 1933 ruim 84.6.
Wanneer men nu van de positie der indus
trieele productie verder gaat en zich reken
schap geeft van de handelsbalansen der ver
schillende landen dan zijn het de verhoogde
invoerrechten en de contingenteeringen, die
als het geijkte middel worden aanbevolen om
de nationale economie to beschermen.
Jacques Rueff heeft over dit feit in
L'Européen het een en ander medegedeeld,
daarbij uitgaande van de algemeene gedachte
dat een handelsbalans „gunstig" wordt ge
noemd. indien de uitvoer den invoer over
treft. Bij een nadere beschouwing van de han
delsbalansen van een aantal landen over een
reeks van jaren, blijkt aldus deze schrijver
dat de landen, die als rijk en kapitaal-
kractig bekend staan, geregeld een „ongunsti
ge" handelsbalans vertoonen. Engeland ver
toont vanaf 1860 steeds een ongustige han-
delsbelans. Duitschland heeft, op een enkele
uitzondering na, eerst vanaf omstreeks 1930
een positieve handelsbalans gekregen. De
Fransche handelsbalans is in het algemeen
negatief geweest. Alleen de Vereenigde Sta
ten van Noord Amerika maken een uitzonde
ring.
Van Frankrijk is de balans altijd negatief
geweest, behalve in de jaren 18711875, jaren
waarin groote oorlogsschulden betaald moes
ten worden en voor de jaren 1925—1927, toen,
tengevolge van een vertrouwenscrisis, groote
kapitalen naar het buitenland verhuisden.
De fout aldus de heer Rueff schuilt
hierin, dat men zich te veel dood staart ^p de
handelsbalans, terwijl alleen van werkelijk
belang is het evenwicht der rekeningsbalans.
De handelsbalans, die negatief is. behoeft nog
geen reden te zijn voor bezorgdheid. Alle rijke
landen hebben een negatieve handelsbalans!
Daaruit mag evenwel niet de conclusie ge
trokken worden, dat de rekeningsbalans ook
in deficit is. Op deze laatste hebben factoren
invloed, welke niet bij de handelsbalans tot
uiting komen. De handelsbalans Is ce regula
teur en de veiligheidsklep, waarmede het
evenwicht der rekeningsbaians wordt verkre
gen. De invloed van invoerrechten en contig-
genteeringsmaatregelen dient men vooral in
dat licht te bezien.
Hoe kan men onze ontredderde maatschap
pij helpen? Het stellen van de vraag is een
voudig. Het geven van een antwoord buiten
gewoon moeilijk, Maar één ding is zeker. De
na den wereldoorlog in alle landen opgewor
pen handelsbelemmeringen zijn funest ge
bleken. Wij zijn als land-alleen niets, wij leven
in een huis met vele kamers, die alle verbin
ding met elkander behooren te hebben, anders
wordt het huls ten slotte onbewoonbaar. Wil
lens en wetens heeft men het onderling ver
keer aan banden willen leggen. Daarbij kan
ongetwijfeld op bepaalde resultaten gewezen
worden. De nationale economie heeft enkele
landen in mindere of meerdere mate onafhan
kelijk gemaakt van de buurstaten. Nog altijd
worden op dat gebied nieuwe voorzieningen
van overheidswege getroffen. Herstel van
eenige beteekenis internationaal beschouwd
is m.i zeker niet te verwachten, zoo lang
nog op dien weg wordt voortgegaan. Het
systeem van zich zelf in te bolste ren is op den
duur niet houdbaar en gaat uit van de on
juiste gedachte, dat de landen als eenling iets
beteekenen. Wij moeten terug naar het be
grip, dat wij elkander noodig hebben.
MOLLERUS.
SLACHTHUIS SCHANDAAL.
Zes maanden geëischt.
Preventieve hechtenis in mindering.
ROTTERDAM, 28 Mei. De derde dag van
het proces tegen de hulpkeurmeesters van het
Rotterdamsche abattoir, die tereoht staan,
verdacht van het aannemen van steekpen
ningen, staat in het toeken van getuigen a
décharge. Ondanks het vroege aanvangsuur
is de belangstelling op de publieke tribune
zeer groot.
Als eerste getuige wordt gehoord de oud
hoofdagent van politie H. Israëls. die in 1914
uit een uitlating van den toenmaligen direc
teur van het abattoir dr. J. J. F. Dhont op
maakte. dat het dezen bekend was, dat er
keurmeesters waren, die zich lieten omkoo-
pen. Dr. Dhont wilde hem echter geen mede
werking verleenen bij het opsporen van straf
bare feiten. De vethandelaar C. J. v. Waisem
verklaarde nooit vet, dat hij op het abattoir
achterliet, te hebben vermist. Om sneller ge
holpen te worden gaf getuige eiken Vrijdag
avond aan den dienstdoenden keurmeester
een bedrag van f 5. Ook gaf hij 's Zaterdags
morgens aan verdachte De H. een hoeveel
heid^ van 3 a 5 K.G. vet. in plaats van geld.
Verdachte De H. beweert recht op dit vet te
hebben omdat hij voor den aanvang van dei
diensttijd voor getuige keurde.
De oud-opzichter van het abattoir M. B
Schroder verklaarde, dat hij tijdens het di
recteurschap van dr. Dhont er tegen heeft ge
protesteerd, dat deze het personeel voor prl-
védoeleinden gebruikte. Gemeentepersonee!
van het abattoir werd naar het huis van den
directeur gedirigeerd en als zij terugkwamen
vertelden zij. dat zij het zeil hadden geboend,
glazen gezeemd of den tuin hadden gewied.
Op een vraag van den verdediger verklaart
getuige, dat hij ongeveer 27 jaar geleden een
uitvoerig rapport heeft uitgebracht omtrent
fraudes aan het abattoir.
Een paar halwerkers verklaren, dat zij des
tijds op een laag loon bij het abattoir zijn
aangenomen. De directeur had echter gezegd
d?t. pr ui» wel verval biï kwam
Dadelijk nadat de president de middagzit
ting heeft geopend, krijgt de officier van
justitie, mr. E. D. H. Schutter, het woord.
Spr. wijst op de bekentenis, die sommige
verdachten reeds bij de politie aflegden en de
bekentenissen bij het verhoor, bij den rech
ter commissaris afgelegd. Ten aanzien van
zeven van de acht verdachten, van wie de
officier nog eens nagagt welk vleesch van
ziek slachtvee door de hulpkeurmeesters is
goedgekeurd, acht spr. het bewijs voor het
ten laste gelegde bewezen, te weten, dat W.
R„ J. L. B. L S. S.. I. van B.. M J. L P.
L. en C, van der W.. met overschrijding van
hun bevoegdheid vleesch hebben goedgekeurd
en fooien aangenomen. Van verdachte W. de
H„ die ontkent, is door getuigenverklaringen
komen vast te staan, dat hij fooien heeft
aangenomen en als hij ze niet kreeg, moeite
heeft gedaan om fooien binnen te krijgen.
De ten laste gelegde verduisteringen van
beenderbonnen en zwezerikken acht spr. niet
bewezen en vraagt daarvoor dan ook vrij
spraak, maar de diefstal van vet acht spr.
vaststaand.
De voorlichtingsrapporten luiden gunstig,
maar de officier acht de feiten, die gedurende
jaren zijn geoleegd. te ernstig om een voor
waardelijke straf op te leggen Afgezien van
bekentenis of ontkentonis. en afgezien ook
van de sympathieke of onsympathieke hou
ding, die de verdachten ter terechtzitting
hebben aangenomen wil spr. hen over één
kam scheren en eischt tegen elk der ver
dachten zes maanden gevangenisstraf met
aftrek van de preventieve hechtenis.
Daarop vangt mr. L. A. Donker, de ver
dediger van de verdachten L. S. S., W. R.. I
van B L. P. L. en C. van der W„ zijn plei
dooi aan met te wijzen op de verkeerde toe
standen. die tot verleden jaar aan hPt Rot
terdamsche abattoir hebben gestaan Pl ver
zocht de rechtbank de verdachten bulten de
gevangenis te houden.
Mr. Donker vroeg onmiddellijke invrijheid
stelling van zijn cliënten.
Mr. S. J. Polak, voor verdachte J. L. BI.
optredend pleitte een straf op te leggen ge
lijk aan de preventieve hechtenis en ver
zocht de rechtbank zijn cliënt onmiddellijk
in vrijheid te stollen.
De verdediger van verdachte W. de H mr.
H. H. Tels. achtte het aan zijn cliënt
ten laste gelegde niet bewezen. Pl. con
cludeerde tot oplegging van een straf gelijk
aan de preventieve hechtenis en drong aan.
op verdachte's onmiddellijke invrijheidstel
ling.
Na in de raadkamer te zijn geweest, wees
de rechtbank het verzoek tot onmiddellijke
invrijheidstelling af en bepaalde de uitspraak
op Maandag 11 Juni a.s.
DEN HAAG WIL EEN
SPORTFONDSENBAD.
RAAD BIJ DE KROON IN BEROEP.
De Haagsche gemeenteraad heeft gister
middag het voorstel-Vrijenhoek aangenomen
om in beroep te gaan bij de Kroon tegen de
beslissing van Ged. Staten van Zuid-Holland,
die hun goedkeuring onthouden hebben aan
het besluit van den Raad om voor een geld-
leening van vier ton ten behoeve van de stich
ting van het Sportfondsenbad, zich garant te
stellen.
AUTO TEGEN EEN BOOM
GEREDEN.
DRIF. VERPLEEGSTERS ERNSTIG GEWOND.
Tengevolge van het springen van een ach
terband is Maandagmiddag te ongeveer half
zes tusschen Boxtel en Best. bij de z.g. Liemp-
sche Barrier een open personenauto, welke een
snelheid van ongeveer tachtig kilometer en
waarin een viertal dames gezeten was. dat
terugkeerde van een uitstapje naar Valken
burg, togen een boom op gereden. De wagen
werd geheel vernield. Alle vier inzittenden
werden uit de auto geslineerd
De slachtoffers zijn naar het St. Liduina
Ziekenhuis te Boxtel vervoerd en daar ter ver
pleging opgenomen.
De jonge dame. die achter het stuur gezeten
was. kwam er met slechts lichte verwondin
gen af. Voorts heeft een der andere inzittenden
de beide beenen gebroken, terwijl de overige
twee dames resp. een bekkenbreuk en zware
nljwonden aan het voorhoofd hebben beko
men.
De gewonden zijn de dames M. van Dijke,
S. van Olst, S. A. Hut en M Lulofs, allen
werkzaam aan het Wilhelminagasthuis te Am
sterdam.
Bij geen der drie ernstig gewonden bestaat
direct levensegvaar.