=3 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD >-v VERTELLING ZATERDAG 2 JUNI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 7 ÖL aam een vervloi 6vm pMt-UUtoclstUe vancUttn in Vl&dedancL. .T#- - ié r Een stuifkuil uit de Zuid-Hollandsche ach terduinen (in de buurt van Ruigenhoek) die veel prae-historisch vaatwerk bleek te bevatten. Ongeveer 15 jaar geleden trok een vreem deling naar ons land, die zich in de onmiddel lijke nabijheid van onze stad vestigde. Deze man was een groot natuurliefhebber, iemand, wien het navorschen in het bloed zat en die zijn vacantiedagen het liefst doorbi-acht in een of andere afgelegen streek, waar de na tuur ruimschoots aan zijn wenschen tegemoet kwam. In Nederland waren het vooral de prae- historische vei'borgenheden, die zijn interesse opwekten. Met een speciale vergunning ge wapend, meestal door zijn beide kindei-en, soms ook door dr. Van der Sleen vergezeld, trok hij er in den beschikbaren tijd op uit om naar de erfenis van onze voorouders uit de steenen periode te speuren. Hij verrichtte zijn onderzoekingen serieus en volhardend en breidde zijn exploratiegebied over vele deel en van het land uit. Jaarlijks zette hij zijn kruis tochten in Oer-Nedexdand voort. Zijn vondsten stond hij gedeeltelijk aan oudheidkundige in stellingen af. eexa ander deel behield hij voor zich om er een eigen collectie van aan te leg gen. Een vertrek van zijn huis richtte hij voor dat doel in en het was in deze px*ae-historische schatkamer, waar de onderzoeker ons temid den van zijn steenen bezittingen ontving. Hier ontwaarden wij de trofeeën van zijn weten schappelijke jachtpartijen, in seides op kaar ten bevestigd en tegen den muur aangebracht. Tusschen al deze herinneringen aan een ver vlogen beschaving hebben wij ons zwijgend neergezet om te luisteren naar de toelichtin gen van den man, voor wien 'binnen de vier wanden van dit vetrrek een levenswex-k op gesloten ligt en die, gelijk een deskundige als dr. aVn Giffen dat in een vakblad constateer de, pionierswerk op prae-historisch gebied deed. Neolithische pijlpunten, afkomstig uit de omgeving van Drunen (N.Br.) De stille getuigen aan den muur verplaat sen ons voor een groot deel naar het neolithi sche of nieuwe steentijdperk, waarvan het be gin op verscheidene duizenden jaren voor onze jaartelling ligt. Het zijn in de eerste plaats de Zuid-Limburgsche opgx*avingen, die de aan dacht vragen. In deze stx-eek leverde de om geving van Rijkholt. in het bijzonder het „Ravijn" en de in de buurt daaxwan gelegen heuvelhellingen, een uitermate vruchtbaar gebied op. Al het materiaal, dat aan het licht kwam, is vervaardigd uit vuursteen (silex», een steensoort welke zich voor bewerking zeer goed leent. Voor den mensch van het steenen tijdperk moet de vuursteen de kurk geweest zijn, waar op hij zich in zijn primitieve maatschappij drijvende gehouden heeft. Met uit losse vuur steen gemaakte bikhamers werkte hij de silex uit de vuursteenmijnen Jos om zijn ma teriaal te kunnen vervaardigen en door ge deeltelijk afbikken, later bijwerken, soms zelfs polijsten, gaf hij het de gewenschte vormen. Uit deze mijnen zijn een .nassa gebruikte bikinstrumenten van silex en ook van herts hoorn! te voorschijn gekomen. Doordat de ingangen van de vuursteenmijnen met Limburgsche klei (loess) afgedekt liggen, bleven deze overblijfselen der oertechniek voor kwade invloeden beschermd, zoodat ze daar thans aangeti-offen worden, precies zooals onze voorvaderen hen destijds achterlieten. Het feitelijke voor-historische materiaal be staande uit voorwerpen voor huishoudelijk gebruik, de jacht en het gevecht komt op de hoogvlakten en heuvelhellingen voor, veelal in onbegraven toestand. Interessante onderzoekingen vexTichtte onze archaeologisehe gastheer in de .neolithische werkplaatsen", waar de primitieve arbeider zijn werktuigen en huisgerei fabriceerde. Tal- lcoze voorwerpen kwamen hieruit te voor schijn, welke, ofschoon naar onze begrippen grof van bewerking, na eenige studie duidelijk als boor-, snij- en slagwerktuigen te onder kennen zijn. Op een plek liet de onderzoeker een werkplaats uitgraven, waarin hij onge veer vijftig kernstukken of „nucleus" vond. Deze silexbrokken zijn rondom op regelmatige wijze afgeslagen en op die manier kreeg de prae-historische vakman van elk stuk circa 10 a 16 steenen messen. kuilen werden dan ook tal van mesolithische en neolithische voorwerpen in de wacht ge sleept, zooals steenen schaven, boren, pijl punten, enz. Een kernstuk of „nucleus". Men ziet duidelijk de plaatsen waar de messenafgehaald zijn. (Rijkholt Zuid Limb.) Een dankbaar archaeologisch terrein vond onze stadgenoot tevens op de Mantingerzan- den in Drente en niet te vergeten in de Zuid- Hollandsche achterduinen. In deze laatste streek onderwiep hij de 5 tot 8 meter diepe stuifkuilen aan een onderzoek en met succes. De buit bestond in de eerste plaats uit stukken van primitief gebakken aardewerk, waarop met de hand versieringen zijn aan gebracht: gezien de fijnheid der vinger- en nagelafdrukken is dit ongetwijfeld vrouwen arbeid geweest. Eenmaal gelukte het den on derzoeker een pot uit gevonden scherven voor een derde te reconstrueeren. Deze vondsten dateeren uit een veel later tijdperk. De ouderdom schatte hij op hoogstens twee eeuwen voor onze jaartelling. Ook eenig vroeg ijzer materiaal, o.a. onderdeelen van een maliënkolder en pijlpunten gememoreerd te worden: een groot deel van de waarde hier van is echter dcor verwering verloren gegaan. In dit verband zij ongemerkt, dat in zandgra- vingen tusschen Hillegom en Lisse vele ja ren geleden reeds heel wat achaeologische schatten opgedolven zijn. Hiertoe behoorden o.a. een klokbeker uit 1800 a 1500 voor Chr een prachtig gepolijste, steenen bijl. bronzen bijlen en bronzen haarspelden uit 't gelijk namige tijdvak en eenmaal zelfs een Scandi navische dolk van vuursteen (afbeelding hier boven». waarvan men aanneemt, dat zij als ruil- of handelsartikel in deze contrijen ver zeild is geraakt Zoo blijkt dus. dat ook in deze omgeving nog tal van overblijfselen van de industrie onzer voorouders bewaard is gebleven. J. H, V. De pijlpunt is een typische vondst van de hoogvlakte, doch eveneens werd daar in groo- te hoeveelheid primitief huisraad aangetrof fen, hetgeen er op duidt, dat daar de woon plaatsen van onze voorouders hebben gele gen en de resten daarvan zijn dan ook inmid dels ontdekt. Zelfs heeft men er eenmaal neo- lithisch aardewerk gevonden. Merkwaardig is eveneens de aanwezigheid op de hoogvlakten van voorwex-pen vervaardigd van silex, uit andere streken afkomstig, m. a. w. er bestond toen reeds een bepaalde voim van ruilhan del. Bij een der werktuigen kon als plaats van herkomst het Loiregebied worden vastgesteld. Daar moet duizenden jaren gele den een belangrijk industrie- en exportgebied gelegen hebben, want niet alleen in ons land, ook in andere deelen van Europa is materiaal van dezen specialen Franschen vuursteen aangetroffen. Een tweede voorhistorische bron van rijken inhoud, waarop de aandacht van onzen stad genoot gevestigd werd, bevindt zich in de stuif terreinen bij Harderwijk, vooral in de buurt van Hulshorst. Hier moet hij zich al uitermate in zijn element gevoeld hebben, want het materiaal lag er in den waren zin des woords voor het grijpen. De vuursteenen specimen uit deze streek varieeren sterk van kleur en het staat wel vast, dat de silex, waar uit zij vervaardigd werden, in den ijstijd met de gletschers uit het hooge noorden aange voerd zijn. De monumentale zwerfblokken duiden op het machtige transport, dat in de glaciale periode geschied is. Wij hebben hier wat het gevonden materiaal betreft, te doen met voorwerpen uit het mesolithicum. een tijdvak, liggende tusschen het palaeolithicum (vroege steentijd; uit deze periode is hier te lande vrijwel geen cultuur gevonden) en het neolithicum (nieuwe steentijd). De opvallend kleine werktuigen, microlithen genaamd, zijn door de natuur glimmend gepolijst tengevolge van het voortdurend schux-en van het stuif zand. Tal van bewerkte stukjes silex bezitten een geometrischen vorm en nu is het wel ty pisch, dat men dit driehoek-, vierhoek- en trapezemodel haast in alle deelen van de wereld heeft teruggevonden. Bij Syderup op het Deensche eiland Seeland, ontdekte men destijds in het moeras het skelet van een oerstier, waarin dex-gelijke stukjes aanwezig bleken te zijn, zoodat de veronderstelling niet al te gewaagd lijkt, dat onze voorouders de microlithen gebruikten om ze bij wijze van speer- of harpoenuiteinde aan een stok te bevestigen en zich aldus ter jacht begaven. In het stuif terrein bij Harderwijk vond de onderzoeker eens zeven van zulke stukjes bij elkaar, een ontdekking, die een versterking van deze meening voor hem beteekende. De vondsten bestaan verder uit steenen hamers (waarvan de steel, als vergaan is), messen, er een was, natuurlijk pijlpunten, boren. enz. Velen der zwerfsteenen hebben volgens de meening van den on derzoeker onzen voor vaderen ter vervanging van leuningen of ook wel als werktafel ge diend, want om deze omvangrijke brokken heen kwamen stukken afgeslagen vuursteen en werktuigen te voor schijn. Van belang is even eens de oogst, die op de heide werd bij B'u- del (N. Br.) binnenge haald. Wij bekeken o.a. scherven ruw aarde- werk, onderdeelen van een urn, opgediept uit de door den wind vrij f gemaakte grafheuvels. Een interessante ont dekking in die neoli thische begraafplaats bestaat uit een won derlijk gevormde silex, die een sterke gelijke nis vertoont met een menschelijk gezicht of Prae-historische dolk doodshoofd, zoowel van onderen als van boven uit Scandinavië bij beschouwd. Gedeelte- Hillegom gevonden, lijk heeft het van na ture deze gedaante, doch een partieele bewerking door menschen- lianden behoort geenszins tot de onmogelijk heden. Waar de vondst gedaan werd tusschen urnscherven en een pijlpunt in, heeft men zeer waarschijnlijk met grafbijgaven" te doen. Ook in dit gebied bleek heel wat vuursteen materiaal voorhanden te zijn en uit de stuif- Een merkwaardige stad Twintig jaar geleden was Maracaibo een fisschersdorp. Wat palmbladhutten aan den fte*ar van een zandwoesteijn. Sonst gar nichts. Nu is het een flinke stad met asfalt straten, mooie pleinen, electrische trams en luxe taxi's. Alles door de olie. En de olie- menschen zelf wonen in een villavoorstad op een heuvelrug, waar ze van elk briesje profi teered want het kan erg warm zijn in Mara caibo. Maar wat deze heele streek op de kunststi'ooken van Java en Sumatra vóór heeft, dat zijn de heerlijke koele nachten. Rondom de golf van Maracaibo ligt een der rijkste petroleumgebieden van onze aar de. De kolossale raffinaderijen der ruwe aardolie op Curasao en Aroeba, de grootste der aarde, krijgen al hun grondstoffen uit het Maracaibo-district en daardoor heeft zich hier een zeer drukke scheepvaart ontwikkeld met al den aankleve van dien. Eiken dag varen een zes- of achttal tankschepen naai en van Curacao naar de Golf en bovendien zijn er drie passagiers- en vrachtdiensten. Ik reisde per tankboot, om nog eens iets meer te zien van de aai'dolievelden. Verleden jaar had ik alleen het groote mooie veld van Me- na Grande bezocht. Nu had ik het vreeselijk- ste en gevaarlijkste van alle uitgekozen, dat zoo ongeveer als strafkolonie beschouwd wordt: Het Colondistrict ten Zuid-Oosten van de Golf. En laat ik maar dadelijk zeg gen, dat het erg meeviel. Maar eerst moet men zich aanmelden in Maracaibo. Natuurlijk even bij de leiders der groote oliemaatschappij, de Venezuelan Petroleum Co., ook weer nauw verwant aan de Koninklijke, al was het alleen maar om de doodeenvoudige reden, dat men zonder deze machthebbers niets bereiken kan en met hun hulp hier alles mogelijk is. Maar dan is er nog de Venezolaansche regeering. Ik reisde ditmaal met speciale aanbevelingsbrieven van de legatie in den Haag en was door het ministerie van Buitenlandsche Zaken in Ca racas overal aangemeld. Maar ik moest even goed al mijn koffers en pakken openmaken voor de douanen en duizend Bolivar es waar borg storten, dat is maar eventjes 400 gul den (zonder waarborg, dat je ze terug krijgt». En ik kreeg bijna 20 Bolivares boete, omdat hun reizigers uitiaatkantoor op Zaterdag middag en Zondag gesloten is en ik mij slechts op net nippertje persoonlijk kon aan melden. Als ik den volgenden keer geen per soonlijke aanbevelingsbrief van Generaal Gomez heb, zet ik nooit een voet meer in Ve nezuela Ondertusschen is Maracaibo een merkwaar dige stad. Hoewel betrekkelijk jong is het toch voor een groot deel gebouwd op de echt Spaansch-Venezolaanse he wijze. Uitgebouw de traliehekjes voor de ramen, waarachter de schoonen zich laten bewonderen en de vrijer blijft buiten. Ook het verkeer in de stad is echt Spaansch. Bijna alles gaat op ezeltjes, de bakker, de kruidenier, de groenteboer, de koopman in kramerijen. alles rijdt per ezel vóór. of de huisdeur in tot op het patio, de binnenplaats, als ge dat verkiest. Weer an- dere merkwaardige figuren zijn de Indianen- vrouwen. de Guajira's. die wangen en neus in een breede band donkerblauw of donkerbruin verven. Gewoon geen gezicht. Verder zijn er natuurlijk veel auto's, maar bij elke brug staat een agent en verbaliseert, zoodra je met meer dan 10 kilometer snelheid er over rijdt. En nooit twee auto's tegelijk, want de leuning is prachtig, maar de fundeering laat wel eens wat te wenschen over.. Ik stuif een paar uur door de stad. van kantoor naar kantoor (zachtjes op de brug gen) en in een minimum van tijd is alles voor elkaar. Twintig uur nadat ik in Maracaibo ar riveerde, stond ik weer op den steiger met de Chefs van de personeel en de transport af- oeeling van de oliemaatschappij. Daar lag de D 67 te puffen. Een zeewaardig, motorsloep van een twintig meter lang met een fijne Kromhoutmotor, twee weken fourage, drie leunstoelen, veldbed, stormkingiantaarns. schrijftafeltje. Kapitein, stuurman, machi nist, twee matrozen en een kok. Voeg daarbij een ijskast, twee levende haantjes en mijn bagage, vouwboot en projectielantaarn in cluis, en ge zult begrijpen, dat de zaak in orde was. Alleen voel je je dubbel eenzaam met aan eiken kant een leegen leunstoel. Dus legde ik aan een kant mijn beste vriend, mijn zeisskijker en aan den anderen kant foto- en Ktnotoestel en zoo zwerf ik nu al bijna een week rond door en langs Venuzuela's wilder nissen! Tegen een frisclx Zuidenwindje tornen wij het meer op, dat onafzienbaar groot is, zoo'n keer of drie de Zuiderzee dunkt mij! Schuin naar den overkant naar Cabimas, met Laguenillas, een der interessantste velden, om dat een groot deel der boortorens IN het wa ter staat. De Koninklijke is hier begonnen op de heuvels in het binnenland, toen legde de Amerikaansche Lago beslag op de oevers en de Gulf op het water en dat geeft een bosch van boortorens, waaraan ik een paar meters film wilde wagen! Bovendien ligt Ca bimas prachtig verscholen tusschen hooge co- cospalmen. aardige zeilscheepjes voeren af en aan, dus er was heel wat te zien. Wat mij het meest frappeerde, was een groot aantal opgelegde tankers van de Golf. Nota bene. wij hebben alles in de vaart, wat varen kan en nog is er een tekort aan ruwe olie. daar de raffinaderij op Curacao met volle kracht werkt. Meest voor China tusschen twee haakjes, dat wij blijkbaar van de Ameri kaansche markt hebben weggelokt. Zou dit een teeken zijn, dat de Koninklijke den strijd gaat winnen of zou het de volgende maand net omgekeerd zijn? Deze slag is in elk geval ons! Als wij verder varen komt mijn kok. een neger van Trinidad, tevens tolk als de Kapi tein mijn Spaansch niet verstaat, met. thee aanzetten. En Verkade biscuits en Droste flikken. Gezellig hè. in Venezuela! De melk is Amerikaansch merk: „Carnation (Anjer), From contented cows." Van tevreden koeien. Een curieuze aanbeveling. Het fototoestel rust nu weer. maar er is telkens werk voor den kijker. Fregatvogels visschen in de golven van ons bootje, aalscholvers duiken op om even te zien wat er aankomt en even snel te verdwijnen, of zitten op drijvende boomstom pen hun vleugels te drogen, net als in Bolnes bij Rotterdam! Laguenillas is de volgende halte, maar juist als ik op fotogi-afieafstand kom en de boorto rens mooi afsteken tegen een loodgrijze don derwolk, verdwijnt de zon ook achter een dreigende bui. Toch zwaaien wij even langs de pier om te zien of het de moeite waard is hier terug te komen. De havenmeester komt even kijken. Een Hollandse he jongen, in Haarlem op school geweest. Als lichtmatroos in zee gegaan. Lang als kapitein gevaren en nu havenmeester bij de olie! Aardige, vlotte, hartelijke vent. „Even rondzien? Mijn wagen staat om den hoek." Welja, ik heb den tijd. moet morgen om zes uur aan den overkant zijn." „O, maar dan hoeft u pas vanavond om 12 uur weg! Wij laten Dr. van der Sleen hier zoo maar niet los! Eerst een lezing voor de club "noor!" Ze kennen mij hier dus ook al. Meteen nóg een donderslag, maar nu een echte. Drie bliksemstralen tegelijk en een plasregen! Een kwartier later stond ik druipend voor den Su perintendant van het veld, even later bij den club-president. Toen een droog pakje van mijn nieuwen vriend en ondertxisschen was de projectielantaarn al van boord ge haald. Zestig man. Hollanders. Engelschen. Amerikanen. Duitschers en Zwitsers van de Shell, van de Lago en van de Gulf, want wij zijn hier beste vrienden, kwamen om ne gen uur in de club bijeen en om elf uur mocht ik weer naar boord. Daar was mijn muskie tennet in de kamer uitgespannen en stond mijn veldbed opgemaakt klaar. Mooie helde re sterrenlucht. Maar het water was nog wat onstuimig na de bui en ze hadden mijn bedje dwarsscheeps gezet, zoodat hoofd en voeten afwisselend een meter hooger of lager waren, dan de andgre helft. Na aldus de helft van een uur op mijn kop gestaan te hebben ver zette ik mijn slaapstee langsscheeps. rolde er om heen en toen ging het veldbed schui ven. Toch geloof :k nog geslapen heb. want het was ineens helder dag. Wij voeren net de Boca Encontrados in, het beloofde land, wemelend van vogels en krokodillen. En die waren er niet, maar de Engeltjes huilden kro kodillentranen. anders had het nooit zoo hard kunnen regenen. Ons motortje pufte echter rustig door. want het Colondistrict ligt zoo wat vijftien uur varen stroomopwaarts. Ik knipoogde tegen mijn kijker, lachte eens te gen mijn camera en wij gingen alle drie weer ter ruste! VAN DER SLEEN. H.D.* mm* EU EEN SCHILDERIJ, door Vr. S. Er waren een aantal vele Meters lange doe ken van leidende staatslieden gedurende den oorlog, wier gezichten allen eenzelfde soort oratorische energie vertoonden er waren eenige meterslange doeken van groote mili taire figuren uit diezelfde periode, allen ge kleed in hetzelfde veldgrauwe uniform en in rijen naast elkaar geplaatst, allen eenzelfde soort kloeke vastberadenheid ten toon sprei dend, die niet vermocht te imponeeren en eer der lachwekkend werkte door de wijze waarop deze eigenschap in een lange rij werd hex- haald. En daartusschenin, heel onverwacht en al leen, heel verstrooid had iemand het schil derij neergehangen van een avontuurlijk soldaat, die een held uit de vorige eeuw bleek te zijn. Hij leunde licht achterover op een met satijn bekleede sofa, die een zachte welving vertoonde, daar waar zijn donkergekleurde uniform versierd met felroode biezen tevreden de steun vond, die het zocht. Hij had zijn eene been ongegeneerd over het andere geslagen, en hield het loom voor zich uitgestrekt, zoo dat de breede roode bies schitterde in de oogen van allen, die gespannen en vol bewondering zijn verhalen van avontuur en moed toehoor den. Een jachthond, die juist zijn dorst heeft gelescht, die in een beek het stof van zich heeft afgespoeld en zich nu in de zon laat koesteren, af en toe één van zijn juist uitge meten ledematen rekt en zich verzekerd weet van zijn lenigheid Het was een schilderij met niets dan deze zwart-rood gekleede soldaat frivool geleund tegen een wit-satijnen sofa ter linkerzij niets doende dan zich glimlachend te laten bewonderen en bereid tot een boelend ver haal, steeds in luchtigen trant verteld, een verhaal over veldtochten, over gevechten, over vreemde landstreken en ontdekkingen ge- rfeed om in een kort oogenblik alle achteloos heid weer te verliezen, en veerkrachtig over eind te springen, op jacht naar een nieuw en spannend avontuur, dat hij meer minde dan het leven, meer ook dan de schoonste vrouw, die ooit aan zijn voeten geknield lag. Hij leunde rustend achterover, afgewend van zijn harnas dat elders in de kamer stond, van de kleurige vederbossen die steeds voor aan gingen in het gevecht, dat hij leidde. Maar zijn rechterhand greep begeerig naar een aantal aardrijkskundige boeken, die ver haalden van vreemde, verre landen, die hij niet kende, en neg nooit bezocht, onbekende gebieden, die ongetwijfeld gevaar en avontuur zouden bergen Zijn linkerarm duidde met een zwierig ge baar op de landkaart die achter hem hing en een heele wandvlakte besloeg, een wereld die hem waard leek om stuk voor stuk voor zijn avontuur te worden veroverd. Want hij noem de avontuur, wat anderen Koning en Vader land noemden. Tusschen zijn vingers hing achteloos een sigaret, die fijntjes wat rook in de lucht deed kronkelen. Fijntjes als de glimlach om zijn mond. waarmee hij zoet- geurende vrouwen wist te betooveren in de korte oogenblikken. dat hij huiswaarts keerde: fijntjes als 't twinkelende licht in zijn even opgeslagen oogen en tegelyk even ge raffineerd als de breede felle roode galon over zijn rechterbeen, als de uitdagend fijnge- punte knevel en heel de gesoigneerdheid van zijn beweeglijk, energieke kop. die zich op dit ooeenblik vol welgevallen liet bewonderen Hij was een scldaat. een wereldreiziger en ballonvaarder", vertelt de inscriptie Hij koos alle groote avonturen van zijn tijd. die hij persoonlijk ondernam en riskeerde, omdat het gevaar de grootste vreugde van zijn leven was. En men hing hem verstrooid tusschen rijen militairen in veldgrauw uniform, wier voorlooper hij onbewust was. maar tot wier hoon hij thans, achteloos geleund teven de witzijden sofa met een innemenden verwenden glimlach. die ziin toehoorders boeit en tege lijk een beetje voor de mal houdt, de verha len van moed, van ontdekking en avontuur vertelt. Hij stierf in 1885, vermeldt de Inscriptie, in een streek ver van zijn vaderland, die hij meende voor haar te moeten veroveren, en in zooverre was hij een voorlooner van d«ze veldgrauwe leiders. Hii stierf in den vol len bloei van zijn hartstochtelijke leven, plot seling en ver van ziin land. Veel ber>Mcrv.0~r,e wouwen betreurden bom on ,r> lo**-- i len dood maar 't vnrt >en. leniv. frivw ïonkman, van een mensch vol moedig avontuur. En in zooverre was hii een late afstamme ling uit een vurigen riddertijd Trotsoh op zijn harnas, bewust van ziin schoonheid. De soldaat met het donkere, vuurrood be- biesde uniform

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 13