=3
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
>-v
VERTELLING
ZATERDAG 2 JUNI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
7
ÖL
aam een vervloi
6vm pMt-UUtoclstUe vancUttn in Vl&dedancL.
.T#- - ié
r
Een stuifkuil uit de
Zuid-Hollandsche ach
terduinen (in de buurt
van Ruigenhoek) die
veel prae-historisch
vaatwerk bleek te
bevatten.
Ongeveer 15 jaar geleden trok een vreem
deling naar ons land, die zich in de onmiddel
lijke nabijheid van onze stad vestigde. Deze
man was een groot natuurliefhebber, iemand,
wien het navorschen in het bloed zat en die
zijn vacantiedagen het liefst doorbi-acht in
een of andere afgelegen streek, waar de na
tuur ruimschoots aan zijn wenschen tegemoet
kwam.
In Nederland waren het vooral de prae-
historische vei'borgenheden, die zijn interesse
opwekten. Met een speciale vergunning ge
wapend, meestal door zijn beide kindei-en,
soms ook door dr. Van der Sleen vergezeld,
trok hij er in den beschikbaren tijd op uit om
naar de erfenis van onze voorouders uit de
steenen periode te speuren. Hij verrichtte zijn
onderzoekingen serieus en volhardend en
breidde zijn exploratiegebied over vele deel en
van het land uit. Jaarlijks zette hij zijn kruis
tochten in Oer-Nedexdand voort. Zijn vondsten
stond hij gedeeltelijk aan oudheidkundige in
stellingen af. eexa ander deel behield hij voor
zich om er een eigen collectie van aan te leg
gen. Een vertrek van zijn huis richtte hij voor
dat doel in en het was in deze px*ae-historische
schatkamer, waar de onderzoeker ons temid
den van zijn steenen bezittingen ontving. Hier
ontwaarden wij de trofeeën van zijn weten
schappelijke jachtpartijen, in seides op kaar
ten bevestigd en tegen den muur aangebracht.
Tusschen al deze herinneringen aan een ver
vlogen beschaving hebben wij ons zwijgend
neergezet om te luisteren naar de toelichtin
gen van den man, voor wien 'binnen de vier
wanden van dit vetrrek een levenswex-k op
gesloten ligt en die, gelijk een deskundige als
dr. aVn Giffen dat in een vakblad constateer
de, pionierswerk op prae-historisch gebied
deed.
Neolithische pijlpunten, afkomstig uit de
omgeving van Drunen (N.Br.)
De stille getuigen aan den muur verplaat
sen ons voor een groot deel naar het neolithi
sche of nieuwe steentijdperk, waarvan het be
gin op verscheidene duizenden jaren voor onze
jaartelling ligt. Het zijn in de eerste plaats de
Zuid-Limburgsche opgx*avingen, die de aan
dacht vragen. In deze stx-eek leverde de om
geving van Rijkholt. in het bijzonder het
„Ravijn" en de in de buurt daaxwan gelegen
heuvelhellingen, een uitermate vruchtbaar
gebied op. Al het materiaal, dat aan het licht
kwam, is vervaardigd uit vuursteen (silex»,
een steensoort welke zich voor bewerking zeer
goed leent.
Voor den mensch van het steenen tijdperk
moet de vuursteen de kurk geweest zijn, waar
op hij zich in zijn primitieve maatschappij
drijvende gehouden heeft. Met uit losse vuur
steen gemaakte bikhamers werkte hij de
silex uit de vuursteenmijnen Jos om zijn ma
teriaal te kunnen vervaardigen en door ge
deeltelijk afbikken, later bijwerken, soms zelfs
polijsten, gaf hij het de gewenschte vormen.
Uit deze mijnen zijn een .nassa gebruikte
bikinstrumenten van silex en ook van herts
hoorn! te voorschijn gekomen.
Doordat de ingangen van de vuursteenmijnen
met Limburgsche klei (loess) afgedekt liggen,
bleven deze overblijfselen der oertechniek voor
kwade invloeden beschermd, zoodat ze daar
thans aangeti-offen worden, precies zooals
onze voorvaderen hen destijds achterlieten.
Het feitelijke voor-historische materiaal be
staande uit voorwerpen voor huishoudelijk
gebruik, de jacht en het gevecht komt op de
hoogvlakten en heuvelhellingen voor, veelal
in onbegraven toestand.
Interessante onderzoekingen vexTichtte onze
archaeologisehe gastheer in de .neolithische
werkplaatsen", waar de primitieve arbeider
zijn werktuigen en huisgerei fabriceerde. Tal-
lcoze voorwerpen kwamen hieruit te voor
schijn, welke, ofschoon naar onze begrippen
grof van bewerking, na eenige studie duidelijk
als boor-, snij- en slagwerktuigen te onder
kennen zijn. Op een plek liet de onderzoeker
een werkplaats uitgraven, waarin hij onge
veer vijftig kernstukken of „nucleus" vond.
Deze silexbrokken zijn rondom op regelmatige
wijze afgeslagen en op die manier kreeg de
prae-historische vakman van elk stuk circa 10
a 16 steenen messen.
kuilen werden dan ook tal van mesolithische
en neolithische voorwerpen in de wacht ge
sleept, zooals steenen schaven, boren, pijl
punten, enz.
Een kernstuk of „nucleus". Men ziet duidelijk
de plaatsen waar de messenafgehaald zijn.
(Rijkholt Zuid Limb.)
Een dankbaar archaeologisch terrein vond
onze stadgenoot tevens op de Mantingerzan-
den in Drente en niet te vergeten in de Zuid-
Hollandsche achterduinen. In deze laatste
streek onderwiep hij de 5 tot 8 meter diepe
stuifkuilen aan een onderzoek en met succes.
De buit bestond in de eerste plaats uit
stukken van primitief gebakken aardewerk,
waarop met de hand versieringen zijn aan
gebracht: gezien de fijnheid der vinger- en
nagelafdrukken is dit ongetwijfeld vrouwen
arbeid geweest. Eenmaal gelukte het den on
derzoeker een pot uit gevonden scherven voor
een derde te reconstrueeren. Deze vondsten
dateeren uit een veel later tijdperk. De
ouderdom schatte hij op hoogstens twee
eeuwen voor onze jaartelling. Ook eenig
vroeg ijzer materiaal, o.a. onderdeelen van
een maliënkolder en pijlpunten gememoreerd
te worden: een groot deel van de waarde hier
van is echter dcor verwering verloren gegaan.
In dit verband zij ongemerkt, dat in zandgra-
vingen tusschen Hillegom en Lisse vele ja
ren geleden reeds heel wat achaeologische
schatten opgedolven zijn. Hiertoe behoorden
o.a. een klokbeker uit 1800 a 1500 voor Chr
een prachtig gepolijste, steenen bijl. bronzen
bijlen en bronzen haarspelden uit 't gelijk
namige tijdvak en eenmaal zelfs een Scandi
navische dolk van vuursteen (afbeelding hier
boven». waarvan men aanneemt, dat zij als
ruil- of handelsartikel in deze contrijen ver
zeild is geraakt
Zoo blijkt dus. dat ook in deze omgeving
nog tal van overblijfselen van de industrie
onzer voorouders bewaard is gebleven.
J. H, V.
De pijlpunt is een typische vondst van de
hoogvlakte, doch eveneens werd daar in groo-
te hoeveelheid primitief huisraad aangetrof
fen, hetgeen er op duidt, dat daar de woon
plaatsen van onze voorouders hebben gele
gen en de resten daarvan zijn dan ook inmid
dels ontdekt. Zelfs heeft men er eenmaal neo-
lithisch aardewerk gevonden. Merkwaardig is
eveneens de aanwezigheid op de hoogvlakten
van voorwex-pen vervaardigd van silex, uit
andere streken afkomstig, m. a. w. er bestond
toen reeds een bepaalde voim van ruilhan
del. Bij een der werktuigen kon als
plaats van herkomst het Loiregebied worden
vastgesteld. Daar moet duizenden jaren gele
den een belangrijk industrie- en exportgebied
gelegen hebben, want niet alleen in ons land,
ook in andere deelen van Europa is materiaal
van dezen specialen Franschen vuursteen
aangetroffen.
Een tweede voorhistorische bron van rijken
inhoud, waarop de aandacht van onzen stad
genoot gevestigd werd, bevindt zich in de
stuif terreinen bij Harderwijk, vooral in de
buurt van Hulshorst. Hier moet hij zich al
uitermate in zijn element gevoeld hebben,
want het materiaal lag er in den waren zin
des woords voor het grijpen. De vuursteenen
specimen uit deze streek varieeren sterk van
kleur en het staat wel vast, dat de silex, waar
uit zij vervaardigd werden, in den ijstijd met
de gletschers uit het hooge noorden aange
voerd zijn. De monumentale zwerfblokken
duiden op het machtige transport, dat in de
glaciale periode geschied is. Wij hebben hier
wat het gevonden materiaal betreft, te doen
met voorwerpen uit het mesolithicum. een
tijdvak, liggende tusschen het palaeolithicum
(vroege steentijd; uit deze periode is hier te
lande vrijwel geen cultuur gevonden) en het
neolithicum (nieuwe steentijd). De opvallend
kleine werktuigen, microlithen genaamd, zijn
door de natuur glimmend gepolijst tengevolge
van het voortdurend schux-en van het stuif
zand. Tal van bewerkte stukjes silex bezitten
een geometrischen vorm en nu is het wel ty
pisch, dat men dit driehoek-, vierhoek- en
trapezemodel haast in alle deelen van de
wereld heeft teruggevonden. Bij Syderup op
het Deensche eiland Seeland, ontdekte men
destijds in het moeras het skelet van een
oerstier, waarin dex-gelijke stukjes aanwezig
bleken te zijn, zoodat de veronderstelling
niet al te gewaagd lijkt, dat onze voorouders
de microlithen gebruikten om ze bij wijze van
speer- of harpoenuiteinde aan een stok te
bevestigen en zich aldus ter jacht begaven.
In het stuif terrein bij Harderwijk vond de
onderzoeker eens zeven van zulke stukjes bij
elkaar, een ontdekking, die een versterking
van deze meening voor hem beteekende. De
vondsten bestaan verder uit steenen hamers
(waarvan de steel, als
vergaan is), messen,
er een was, natuurlijk
pijlpunten, boren. enz.
Velen der zwerfsteenen
hebben volgens de
meening van den on
derzoeker onzen voor
vaderen ter vervanging
van leuningen of ook
wel als werktafel ge
diend, want om deze
omvangrijke brokken
heen kwamen stukken
afgeslagen vuursteen
en werktuigen te voor
schijn.
Van belang is even
eens de oogst, die op
de heide werd bij B'u-
del (N. Br.) binnenge
haald. Wij bekeken o.a.
scherven ruw aarde-
werk, onderdeelen van
een urn, opgediept uit
de door den wind vrij
f gemaakte grafheuvels.
Een interessante ont
dekking in die neoli
thische begraafplaats
bestaat uit een won
derlijk gevormde silex,
die een sterke gelijke
nis vertoont met een
menschelijk gezicht of
Prae-historische dolk doodshoofd, zoowel van
onderen als van boven
uit Scandinavië bij beschouwd. Gedeelte-
Hillegom gevonden, lijk heeft het van na
ture deze gedaante,
doch een partieele bewerking door menschen-
lianden behoort geenszins tot de onmogelijk
heden. Waar de vondst gedaan werd tusschen
urnscherven en een pijlpunt in, heeft men
zeer waarschijnlijk met grafbijgaven" te doen.
Ook in dit gebied bleek heel wat vuursteen
materiaal voorhanden te zijn en uit de stuif-
Een merkwaardige stad
Twintig jaar geleden was Maracaibo een
fisschersdorp. Wat palmbladhutten aan den
fte*ar van een zandwoesteijn. Sonst gar
nichts. Nu is het een flinke stad met asfalt
straten, mooie pleinen, electrische trams en
luxe taxi's. Alles door de olie. En de olie-
menschen zelf wonen in een villavoorstad op
een heuvelrug, waar ze van elk briesje profi
teered want het kan erg warm zijn in Mara
caibo. Maar wat deze heele streek op de
kunststi'ooken van Java en Sumatra vóór
heeft, dat zijn de heerlijke koele nachten.
Rondom de golf van Maracaibo ligt een
der rijkste petroleumgebieden van onze aar
de. De kolossale raffinaderijen der ruwe
aardolie op Curasao en Aroeba, de grootste
der aarde, krijgen al hun grondstoffen uit
het Maracaibo-district en daardoor heeft zich
hier een zeer drukke scheepvaart ontwikkeld
met al den aankleve van dien. Eiken dag
varen een zes- of achttal tankschepen naai
en van Curacao naar de Golf en bovendien
zijn er drie passagiers- en vrachtdiensten. Ik
reisde per tankboot, om nog eens iets meer
te zien van de aai'dolievelden. Verleden jaar
had ik alleen het groote mooie veld van Me-
na Grande bezocht. Nu had ik het vreeselijk-
ste en gevaarlijkste van alle uitgekozen, dat
zoo ongeveer als strafkolonie beschouwd
wordt: Het Colondistrict ten Zuid-Oosten
van de Golf. En laat ik maar dadelijk zeg
gen, dat het erg meeviel.
Maar eerst moet men zich aanmelden in
Maracaibo. Natuurlijk even bij de leiders
der groote oliemaatschappij, de Venezuelan
Petroleum Co., ook weer nauw verwant aan
de Koninklijke, al was het alleen maar om de
doodeenvoudige reden, dat men zonder deze
machthebbers niets bereiken kan en met hun
hulp hier alles mogelijk is. Maar dan is er
nog de Venezolaansche regeering. Ik reisde
ditmaal met speciale aanbevelingsbrieven
van de legatie in den Haag en was door het
ministerie van Buitenlandsche Zaken in Ca
racas overal aangemeld. Maar ik moest even
goed al mijn koffers en pakken openmaken
voor de douanen en duizend Bolivar es waar
borg storten, dat is maar eventjes 400 gul
den (zonder waarborg, dat je ze terug krijgt».
En ik kreeg bijna 20 Bolivares boete, omdat
hun reizigers uitiaatkantoor op Zaterdag
middag en Zondag gesloten is en ik mij
slechts op net nippertje persoonlijk kon aan
melden. Als ik den volgenden keer geen per
soonlijke aanbevelingsbrief van Generaal
Gomez heb, zet ik nooit een voet meer in Ve
nezuela
Ondertusschen is Maracaibo een merkwaar
dige stad. Hoewel betrekkelijk jong is het
toch voor een groot deel gebouwd op de echt
Spaansch-Venezolaanse he wijze. Uitgebouw
de traliehekjes voor de ramen, waarachter
de schoonen zich laten bewonderen en de
vrijer blijft buiten.
Ook het verkeer in de stad is echt
Spaansch. Bijna alles gaat op ezeltjes, de
bakker, de kruidenier, de groenteboer, de
koopman in kramerijen. alles rijdt per ezel
vóór. of de huisdeur in tot op het patio, de
binnenplaats, als ge dat verkiest. Weer an-
dere merkwaardige figuren zijn de Indianen-
vrouwen. de Guajira's. die wangen en neus in
een breede band donkerblauw of donkerbruin
verven. Gewoon geen gezicht. Verder zijn
er natuurlijk veel auto's, maar bij elke brug
staat een agent en verbaliseert, zoodra je
met meer dan 10 kilometer snelheid er over
rijdt. En nooit twee auto's tegelijk, want de
leuning is prachtig, maar de fundeering laat
wel eens wat te wenschen over..
Ik stuif een paar uur door de stad. van
kantoor naar kantoor (zachtjes op de brug
gen) en in een minimum van tijd is alles voor
elkaar. Twintig uur nadat ik in Maracaibo ar
riveerde, stond ik weer op den steiger met de
Chefs van de personeel en de transport af-
oeeling van de oliemaatschappij. Daar lag
de D 67 te puffen. Een zeewaardig, motorsloep
van een twintig meter lang met een fijne
Kromhoutmotor, twee weken fourage, drie
leunstoelen, veldbed, stormkingiantaarns.
schrijftafeltje. Kapitein, stuurman, machi
nist, twee matrozen en een kok. Voeg daarbij
een ijskast, twee levende haantjes en mijn
bagage, vouwboot en projectielantaarn in
cluis, en ge zult begrijpen, dat de zaak in
orde was. Alleen voel je je dubbel eenzaam
met aan eiken kant een leegen leunstoel. Dus
legde ik aan een kant mijn beste vriend, mijn
zeisskijker en aan den anderen kant foto- en
Ktnotoestel en zoo zwerf ik nu al bijna een
week rond door en langs Venuzuela's wilder
nissen! Tegen een frisclx Zuidenwindje tornen
wij het meer op, dat onafzienbaar groot is,
zoo'n keer of drie de Zuiderzee dunkt mij!
Schuin naar den overkant naar Cabimas, met
Laguenillas, een der interessantste velden, om
dat een groot deel der boortorens IN het wa
ter staat. De Koninklijke is hier begonnen
op de heuvels in het binnenland, toen legde
de Amerikaansche Lago beslag op de oevers
en de Gulf op het water en dat geeft een
bosch van boortorens, waaraan ik een paar
meters film wilde wagen! Bovendien ligt Ca
bimas prachtig verscholen tusschen hooge co-
cospalmen. aardige zeilscheepjes voeren af
en aan, dus er was heel wat te zien. Wat mij
het meest frappeerde, was een groot aantal
opgelegde tankers van de Golf. Nota bene. wij
hebben alles in de vaart, wat varen kan en
nog is er een tekort aan ruwe olie. daar de
raffinaderij op Curacao met volle kracht
werkt. Meest voor China tusschen twee
haakjes, dat wij blijkbaar van de Ameri
kaansche markt hebben weggelokt. Zou dit
een teeken zijn, dat de Koninklijke den
strijd gaat winnen of zou het de volgende
maand net omgekeerd zijn? Deze slag is in
elk geval ons!
Als wij verder varen komt mijn kok. een
neger van Trinidad, tevens tolk als de Kapi
tein mijn Spaansch niet verstaat, met. thee
aanzetten. En Verkade biscuits en Droste
flikken. Gezellig hè. in Venezuela! De melk is
Amerikaansch merk: „Carnation (Anjer),
From contented cows." Van tevreden koeien.
Een curieuze aanbeveling. Het fototoestel rust
nu weer. maar er is telkens werk voor den
kijker. Fregatvogels visschen in de golven
van ons bootje, aalscholvers duiken op om
even te zien wat er aankomt en even snel te
verdwijnen, of zitten op drijvende boomstom
pen hun vleugels te drogen, net als in Bolnes
bij Rotterdam!
Laguenillas is de volgende halte, maar juist
als ik op fotogi-afieafstand kom en de boorto
rens mooi afsteken tegen een loodgrijze don
derwolk, verdwijnt de zon ook achter een
dreigende bui. Toch zwaaien wij even langs
de pier om te zien of het de moeite waard is
hier terug te komen. De havenmeester komt
even kijken. Een Hollandse he jongen, in
Haarlem op school geweest. Als lichtmatroos
in zee gegaan. Lang als kapitein gevaren en
nu havenmeester bij de olie! Aardige, vlotte,
hartelijke vent. „Even rondzien? Mijn wagen
staat om den hoek." Welja, ik heb den tijd.
moet morgen om zes uur aan den overkant
zijn."
„O, maar dan hoeft u pas vanavond om 12
uur weg!
Wij laten Dr. van der Sleen hier zoo maar
niet los! Eerst een lezing voor de club "noor!"
Ze kennen mij hier dus ook al. Meteen nóg
een donderslag, maar nu een echte. Drie
bliksemstralen tegelijk en een plasregen! Een
kwartier later stond ik druipend voor den Su
perintendant van het veld, even later bij den
club-president. Toen een droog pakje van
mijn nieuwen vriend en ondertxisschen
was de projectielantaarn al van boord ge
haald. Zestig man. Hollanders. Engelschen.
Amerikanen. Duitschers en Zwitsers van de
Shell, van de Lago en van de Gulf, want wij
zijn hier beste vrienden, kwamen om ne
gen uur in de club bijeen en om elf uur mocht
ik weer naar boord. Daar was mijn muskie
tennet in de kamer uitgespannen en stond
mijn veldbed opgemaakt klaar. Mooie helde
re sterrenlucht. Maar het water was nog wat
onstuimig na de bui en ze hadden mijn bedje
dwarsscheeps gezet, zoodat hoofd en voeten
afwisselend een meter hooger of lager waren,
dan de andgre helft. Na aldus de helft van
een uur op mijn kop gestaan te hebben ver
zette ik mijn slaapstee langsscheeps. rolde
er om heen en toen ging het veldbed schui
ven. Toch geloof :k nog geslapen heb. want
het was ineens helder dag. Wij voeren net
de Boca Encontrados in, het beloofde land,
wemelend van vogels en krokodillen. En die
waren er niet, maar de Engeltjes huilden kro
kodillentranen. anders had het nooit zoo hard
kunnen regenen. Ons motortje pufte echter
rustig door. want het Colondistrict ligt zoo
wat vijftien uur varen stroomopwaarts. Ik
knipoogde tegen mijn kijker, lachte eens te
gen mijn camera en wij gingen alle drie weer
ter ruste!
VAN DER SLEEN.
H.D.*
mm*
EU EEN SCHILDERIJ,
door Vr. S.
Er waren een aantal vele Meters lange doe
ken van leidende staatslieden gedurende den
oorlog, wier gezichten allen eenzelfde soort
oratorische energie vertoonden er waren
eenige meterslange doeken van groote mili
taire figuren uit diezelfde periode, allen ge
kleed in hetzelfde veldgrauwe uniform en in
rijen naast elkaar geplaatst, allen eenzelfde
soort kloeke vastberadenheid ten toon sprei
dend, die niet vermocht te imponeeren en eer
der lachwekkend werkte door de wijze waarop
deze eigenschap in een lange rij werd hex-
haald.
En daartusschenin, heel onverwacht en al
leen, heel verstrooid had iemand het schil
derij neergehangen van een avontuurlijk
soldaat, die een held uit de vorige eeuw bleek
te zijn. Hij leunde licht achterover op een met
satijn bekleede sofa, die een zachte welving
vertoonde, daar waar zijn donkergekleurde
uniform versierd met felroode biezen tevreden
de steun vond, die het zocht. Hij had zijn eene
been ongegeneerd over het andere geslagen,
en hield het loom voor zich uitgestrekt, zoo
dat de breede roode bies schitterde in de oogen
van allen, die gespannen en vol bewondering
zijn verhalen van avontuur en moed toehoor
den. Een jachthond, die juist zijn dorst heeft
gelescht, die in een beek het stof van zich
heeft afgespoeld en zich nu in de zon laat
koesteren, af en toe één van zijn juist uitge
meten ledematen rekt en zich verzekerd weet
van zijn lenigheid
Het was een schilderij met niets dan deze
zwart-rood gekleede soldaat frivool geleund
tegen een wit-satijnen sofa ter linkerzij
niets doende dan zich glimlachend te laten
bewonderen en bereid tot een boelend ver
haal, steeds in luchtigen trant verteld, een
verhaal over veldtochten, over gevechten, over
vreemde landstreken en ontdekkingen ge-
rfeed om in een kort oogenblik alle achteloos
heid weer te verliezen, en veerkrachtig over
eind te springen, op jacht naar een nieuw
en spannend avontuur, dat hij meer minde
dan het leven, meer ook dan de schoonste
vrouw, die ooit aan zijn voeten geknield lag.
Hij leunde rustend achterover, afgewend
van zijn harnas dat elders in de kamer stond,
van de kleurige vederbossen die steeds voor
aan gingen in het gevecht, dat hij leidde.
Maar zijn rechterhand greep begeerig naar
een aantal aardrijkskundige boeken, die ver
haalden van vreemde, verre landen, die hij
niet kende, en neg nooit bezocht, onbekende
gebieden, die ongetwijfeld gevaar en avontuur
zouden bergen
Zijn linkerarm duidde met een zwierig ge
baar op de landkaart die achter hem hing en
een heele wandvlakte besloeg, een wereld die
hem waard leek om stuk voor stuk voor zijn
avontuur te worden veroverd. Want hij noem
de avontuur, wat anderen Koning en Vader
land noemden. Tusschen zijn vingers hing
achteloos een sigaret, die fijntjes wat rook in
de lucht deed kronkelen. Fijntjes als de
glimlach om zijn mond. waarmee hij zoet-
geurende vrouwen wist te betooveren in de
korte oogenblikken. dat hij huiswaarts keerde:
fijntjes als 't twinkelende licht in zijn
even opgeslagen oogen en tegelyk even ge
raffineerd als de breede felle roode galon over
zijn rechterbeen, als de uitdagend fijnge-
punte knevel en heel de gesoigneerdheid van
zijn beweeglijk, energieke kop. die zich op dit
ooeenblik vol welgevallen liet bewonderen
Hij was een scldaat. een wereldreiziger en
ballonvaarder", vertelt de inscriptie Hij koos
alle groote avonturen van zijn tijd. die hij
persoonlijk ondernam en riskeerde, omdat het
gevaar de grootste vreugde van zijn leven
was. En men hing hem verstrooid tusschen
rijen militairen in veldgrauw uniform, wier
voorlooper hij onbewust was. maar tot wier
hoon hij thans, achteloos geleund teven de
witzijden sofa met een innemenden verwenden
glimlach. die ziin toehoorders boeit en tege
lijk een beetje voor de mal houdt, de verha
len van moed, van ontdekking en avontuur
vertelt.
Hij stierf in 1885, vermeldt de Inscriptie, in
een streek ver van zijn vaderland, die hij
meende voor haar te moeten veroveren, en
in zooverre was hij een voorlooner van d«ze
veldgrauwe leiders. Hii stierf in den vol
len bloei van zijn hartstochtelijke leven, plot
seling en ver van ziin land. Veel ber>Mcrv.0~r,e
wouwen betreurden bom on ,r> lo**-- i
len dood maar 't vnrt
>en. leniv. frivw ïonkman, van een mensch
vol moedig avontuur.
En in zooverre was hii een late afstamme
ling uit een vurigen riddertijd Trotsoh op
zijn harnas, bewust van ziin schoonheid.
De soldaat met het donkere, vuurrood be-
biesde uniform