Marcel Dupré HET PLAN—VAN TILBURG. VOSSEN DE BILT De bestreden hoofdpunten. WEILL ZOON nv. J. HOLSTER ZATERDAG 2 JUNI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 2 1. Regeeringscredietvoor uitvoering van normale werken... Thans een feit. 2. Exportpremies zullen verleend worden. Het is reeds meer dan 11 2 jaar geleden dat wij het plan-van Tilburg inzake werkloos heidsbestrijding gepubliceerd hebben. Niet van belang ontbloot is het na te gaan hoe het met de toepassing van de daarin ver werkte denkbeelden thans staat. Wij herinneren er aan. dat het plan de over weging ten grondslag had, dat de vele millioe- nen die aan steun uitgegeven worden, beter besteed kunnen worden voor het uitvoeren van productieve werken. Niet alleen omdat de gemeenschap daarvan zou profiteeren (voor het uitgegeven geld komen dan werken tot stand), maar ook. omdat de gedwongen ledig heid op den arbeider een funeste invloed heeft. Verder werd in het plan de mogelijkheid ge opend, dat aan nijverheid en industrie finan- cieele steun gegeven zou worden, waardoor ook menschen aan den arbeid zouden komen die nu werkloos rondloopen. Tenslotte was een systeem ontworpen, op nauwe samenwerking gebaseerd, dat ten doel had te bereiken, dat door den eenen arbeider aan het werk te zet ten, ook de ander aan den gang kan gaan. In de afdeelingen van den Haarlemschen %e- meenteraad, waar de begrooting voor 1933 be handeld werd, is door raadsleider aan B. en W. gevraagd een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van uitvoering van het plan. Daarna is bij de openbare behandeling der be grooting in den raad het verzoek herhaald. Het college heeft evenwel een afwijzend standpunt ingenomen.Aanvankelijk werd (hoe wel wij herhaaldelijk met nadruk verzekerd hadden, dat het plan nationaal bedoeld was) door B. en W. betoogd, dat aan zoo'n s t e d e 1 ij k plan groote bezwaren verbonden zouden zijn, waardoor uitvoering onmogelijk moest worden geacht. Voorts hadden B. en W. twee andere bezwa ren. Ten eerste, dat de regeering er niet aan zou denken goed te vinden, dat normale objecten, ook al zouden ze anders door de tijdsomstandigheden niet op de gewone wijze uitgevoerd kunnen worden, in de werkver schaffing worden betrokken. Ten tweede, dat de regeering er evenmin voor te vinden was de industrie en de nijverheid financieel te steu nen, want dat zou neerkomen op een verkapte exportpremie. Wat het uitvoeren van normale objecten in werkverschaffing betreft schreven B. en W. in de memorie van antwoord: „Het rijk zal de consequentie hiervan moeten dragen en deze bijdrage voor elke gemeente moeten betalen; het rijk zal het niet kunnen bijbeenen, want de eene ge meente na de andere, die nu nog normaal laat werken, zal de normale uitvoering stoppen en op de wijze door den heer Van Tilburg ontworpen, gaan „werkverruimen", want de gemeenten krijgen haar werken nooit zoo goedkoop uitgevoerd." „De heer Van Tilburg vermoedt, dat het rijk 2 3 (van het voor de gemeente benoo- digde) bedrag zou willen leenen. O.i. zal het rijk dit niet doen, want het zal niet willen medewerken aan het ten uitvoer leggen van dit plan." Van de tafel van B. en W. werd in de raads vergaderingen van eind November nog o.m. het volgende gezegd: „Op dit oogenblik denken B. en W. er dus niet aan normale werken op andere dan normale wijze uit te voeren." „Uitvoering van (normale) werken op een andere dan normale wiize zou ook on economisch zijn en dat wreekt zich. Alle normale verhoudingen zouden worden ont wricht." „De heer Meyer de Vries (hoofdinspec teur der rijkswerkverschaffing) heeft dui delijk gezegd, dat er (door het rijk) geen cent voor normaal werk wordt gegeven, alleen voor werkverschaffing. „De minister van binnenlandsche za ken zal in de Tweede Kamer het geven van steun voor uitvoering van normale werken bikkel-hard afwijzen." Betreffende het geven van financieelen steun aan nijverheid en industrie schreven B. en W. in de memorie van antwoord: „De buitenlandsche opdrachtgever zal ervan profiteeren. Gevreesd moet worden, dat die vreemde landen, welke nadeelen van de concurrentie door deze export- premie zullen ondervinden, zullen protes teeren via hun gezanten en dreigen zullen met represaillemaatregelen. Voorts zal deze vooraf vastgestelde premie op het ontstaan van verhoudingen, waarbij Nederland op normale wijze kan concurreeren, een rem- menden invloed uitoefenen." Schijnbaar stonden de kansen voor de denk beelden in het plan Van Tilburg belichaamd er begin December 1932 dus zeer slecht voor. Van dé tafel van B. en W. was nog in den raad verklaard, dat er aanvankelijk wel per sonen waren geweest die sympathie voor het plan hadden uitgesproken, maar dat was, evenals de schijnbare belangstelling van Mi nister Ruvs. niet meer geweest dan knar (kluitje in het riet sturen). Spoedig kregen wij evenwel de overtuiging, dat de zaken niet zoo hopeloos stonden als eerst scheen. Minister Ruys hield op 7 December 1932 in de Tweede Kamer een rede waaruit duidelijk bleek, dat men in regeeringskringen aan de noodzakelijkheid ging denken om normale werken in de werkverschaffing te gaan bren- Mei 1933 zond de Nederlandsche Werk- loosheidsraaci een adres aan den minister om mede te deelen, dat de raad zich in het alge meen bij die zienswijze kon aansluiten. De raad herinnerde o.a. aan de volgende uitla ting van den minister: „Ik zie werkelijk geen andere oplossing, dan die, welke thans toepassing vindt, dat geval voor geval wordt nagegaan, of werkelijk een gemeente het werk thans niet moet en kan uitvoeren en dan, zoo er aanleiding toe bestaat, om het aan te vatten, uitvoering in werkverschaffing mogelijk te maken. Het groote voordeel, dat dan toch wordt bereikt, is, in de eer ste plaats, dat de arbeiders, die anders dooreen genomen een lager bedrag aan ^veun zouden ontvangen, gelegenheid krij gen meer te verdienen, en in de tweede plaats werken worden uitgevoerd, die een nuttig effect hebben." Intusschen was ook buiten Haarlem (bui- iten onze bemoeiing) belangstelling voor het Rian yan Tilburg gewekt. i Het hoofdbestuur van het N. V. V. verzocht o.a. om alle publicaties over het plan ter be studeering te mogen ontvangen. Later zijn door het N. V. V. adressen aan de Tweede Kamer gezonden om aan te dringen op het uitvoeren van productieve werken om daardoor de werkloozen aan den arbeid te kunnen zetten en om de industrie zoo noodig financieel te steunen. Toen de tegenwoordige regeering aan het bewind kwam heeft Minister Slotemaker de Bruine gevraagd om een overzicht van de vele publicaties over het plan. Later verzocht de nieuwe secretaris-generaal, de heer Geelen. het geheel volledige dossier ter bestudeering. Wij zonden hem ons eenig archiefexemplaar met het dringende verzoek het indien hij het niet meer noodig had, zoo spoedig mogelijk terug te zenden. Het is intusschen bekend geworden, dat de regeering een crediet vür. 60 millioen gulden beschikbaar gesteld heeft voor de uitvoering van normale werken door. werkloozen, in de overtuiging dat daardoor het bedrag dat 't rijk voor steun uitkeert belangrijk verminde ren kan. De gemeentebesturen kunnen voor hun ge bied bij de regeering een gedeelte van dit cre diet van 60 millioen aanvragen. Het is ons bekend, dat ook de gemeente Haarlem reeds een aanvraag naar den Haag gezonden heeft. De heer C. J. Ph Zaalberg, voorzitter van de commissie voor het Werkfonds 1934 (de beste ding van het 60 millioen-crediet) heeft dezer dagen te Amsterdam een voordracht gehouden over de bestrijding der werkloosheid. Uit het verslag der Telegraaf knippen wij de volgende passage: „Het zijn thans niet alleen de bloed- looze en slap geleide bedrijven, noch de overtollige of uitgedoofde, die door cre- dietnood dreigen oneer te gaan. Bij vele is alleen tijd en geld noodig, om zich wat product of inwendige organisatie of markt, beweging betreft, aan te passen bij de sterk gewijzigde omstandigheden. Daarnaast is het reeds van het grootste belang, dat in dezen tijd van volslagen on zekerheid over de richting, die op den duur de industrie zal moeten inslaan, nog een zoo groot mogelijk deel er van aan het werk blijft, ten einde direct de werkloos heid te beperken. Ook daarvoor zijn de 60 millioen bestemd. Hoofddoel van ons zoeken aldus de heer Zaalberg moet zijn versterkin: van het bedrijfsleven in Nederland. Spr. zag de volgende rubrieken van hulpverleening ter verruiming van werk gelegenheid nu en vooral in de toekomst: De stichting van nieuwe bedrijven, al of niet verbonden aan bestaande onderne mingen, vooral die bedrijven, welke als basis voor verderverwerkende industrieën deze sterker maken tegenover de buiten landsche leveranciers van grondstoffen en andere bedrijfsbenoodigdheden. Gelde lijke hulp voor moderniseering of uitbrei ding van bestaande bedrijven, om aan nieuwe eischen te voldoen waarvoor ka pitaalsuitbreiding op normale wijze tijde lijk onmogelijk is. Toeslag voor export-or ders, zoolang het kostenpeil in Nederland nog ver uitsteekt boven dat in concurree- rende landen." Het blijkt dus, dat de regeering de twee voornaamste denkbeelden die in het plan van Tilburg verwerkt waren en waartegen B. en W. van Haarlem zich gekant getoond hebben, aanvaard heeft. Wij willen niet beweren dat dit alleen een gevolg is van het plan van Tilburg, maar wel hebben wij de overtuiging, dat de publicatie van dit plan en het vele dat daarover gespro ken en geschreven is daartoe heeft bijge dragen. Van de denkbeelden in het plan van Tilburg ontwikkeld is, behalve de twee hierboven reeds voor toepassing aanvaarde, nog één punt over, namelijk het systeem op samenwer king gebaseerd, dat ten doel heeft te bereiken dat door den eenen arbeider aan het werk te zetten, ook de ander weer aan den gang kan gaan. Wel zal door de verwerking der 60 millioen aan productieve werken reeds be reikt worden dat er meer werkloozen aan den gang gaan dan alleen zij die direct daarbij aangenomen worden. In de nota die indertijd door den heer van Tilburg aan den heer Meyer de Vries werd gezonden, werd immers betoogd (gestaafd door uitspraken van een serie "deskundigen die daartoe welwillend hun medewerking verleenden), dat het voordeel van de uitvoering van productieve werken is, dat er een opleving komt in de Nederlandsche bedrijven die de materialen moeten maken die daarvoor noodig zijn. Maar het plan van Tilburg beoogde ook aan de werkloozen, die werk vinden aan de pro ductieve werken of aan de ondernemingen die financieel gesteund worden, een hooger loon te geven dan in het algemeen in de werkver schaffing wordt betaald, evenwel onder de verplichting, dat zij een klein deel daarvan zoo moeten besteden, dat zij daardoor mede werken, dat ook andere werkloozen aan den arbeid kunnen gaan. Als bijvoorbeeld 30 bouwvakarbeiders f 0.50 hooger loon ontvangen, onder de verplichting f 1.te laten verwerken door een kleermaker, dan vindt 'n kleermaker werk en spaart de over heid juist de f 15 die zij extra uitkeert aan de bouwvakarbeiders uit op den steun die nu niet aan den te werk gestelden kleermaker behoeft uitgekeerd te worden. Zoo waren in het plan de lijnen uitgestip peld om ook schoenmakers, meubelmakers, be hangers, stoffeerders, enz. aan het werk te kunnen zetten. In het algemeen dus de werk loozen die niet geholpen worden door het 60 millioen-plan. Nu evenwel de hoofdlijnen van het plan geen tegenstand meer ontmoeten, zal het mo gelijk zijn om ook voor deze quaestie een op lossing te vinden. Wij houden goeden moed, dat ook die tijd nog zal komen. WOENSDAG 13 JUNI KOMT- PAPEGAAIENZIEKTE TE UTRECHT. In verband met de twee ziektegevallen te Zuilen, die inderdaad Papegaaienziekte blijken te zijn, zijn uitgebreide maatregelen genomen om yerdere besmetting te voorkomen. BLAUW VOSSEN f49.50 fSO.— f55.— ZILVER VOSSEN late kw. f 130.— f 160.— ALASKA VOSSEN f25.- f29.- f36.- BONTWERKERIJ DAM ESKLEE DER MAKER IJ BARTELJORISSTRAAT 26-28 (Adv. Ingez. Med.) meldt: Hoogste barometerstand 772.7 m.M, te Aberdeen en Stornoway. Laagste barometerstand 757.3 m.M. te Jan Mayen. en voorspelt: Zwakken tot matigen Oostelijken tot Noor delijken wind. Licht tot half bewolkt. Waar schijnlijk droog weer. Iets koeler. Uit het Buitenland VOORLOOPIG GEEN VERANDERING. De stijging van den luchtdruk in het Wes ten ging regelmatig voort. De hoogste barometerstanden worden thans in Schotland gevonden. De depressie bij IJs land bleef hoog in het Noorden en doet zijn invloed gevoelen op het weer in Noord- Scandinavië. Over het Zuid-Westen blijven de ondiepe onweerdepressies, die nog plaatselijk onweersregens gavenc in Frankrijk en ge ringe hoeveelheden tot over het Zuiden van ons land. Het gebied van groote warmte verplaatste zich naar het Oosten en ligt thans in Oost- Duitschland. In het Westen veranderde de temperatuur weinig. Op IJsland steeg zij tot zomerwarmte in het binnenland. Behalve de onweersregens in Frankrijk, viel nergens regen van beteekenis en is het we ei' overal zomers- warm en zonnig. Voorloopig zijn er nergens groote verande- irngen te wachten. Thermometer Hoogste gisteren Laagste heden nacht Hoogste heden tot 10 uur 81 gr. F. 59 gr. F. 71 gr. F. Barometer Vorige stand 765 m.M. Stand van heden 767 m.M. Neiging: Vooruit. Opgave van FA. KUIPERS EN ZN., Opticiens Zijlstraat 97 Telefoon 12726 BURGERLIJKE STAND HAARLEM. Bevallen: 1 Juni J. Spijkman-v. Pienbroek, d. 31 Mei E. Buskermolen-de Jong, d. 30 Mei N. Verdonk-v. Leen, d. 1 Juni M. M. Keijer-Frenaij, d. 30 Mei M. Hald^rman- Swaab, z. 1 Juni N. de Klerk-Rinkel z. Overleden: 31 Mei K. Kroon. 90 j.. Ged. Oudegracht. 31 Mei H. Buikman-Westrik, 65 j., Gast huisvest. 30 Mei W. C. G. H. v. Mourik Broekman, 56 j., Wilhelminastraat. ADR. STOOPPLEIN 24 Centrale Verwarminq TEL.155 97.0verveen1 "Ti'-' IWianvii'Min Oliestookinrichtingen DE WERELDVERMAARDE PARIJSCHE ORGANIST HET ORGEL IN DE GROOTE- OF ST. BAVOKERK BESPELEN (Adv. Ingez. Med.) GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Bureau van Politie Smedestraat, adresboek; tasch; bal; W. Lemmer, Rustenburgerlaan 83. tasch; v. d. Dool, Vrouwehekstraat 109, badpak en rr.uts: H. Tubergen, Boekenrodestraat 10, cientuur; Bui eau van Politie Smedestraat, ge wicht; kinderkous; Mevr. Kroon, Duvenvoor- destraat 13, hond; C. Hoboke, Zanderij vaart 1 (Overveen), hond; H. v. Dusschoten, Torbecke straat 7, handschoenen; P. J. Dirkse, Wolstraat 12, horloge; Kennel Fauna, Parklaan, hond; katten; A. de Loor, Lange Veerstraat 34, mes; J .de Graaf, Linschotenstraat 35, manteltje; Hulppostkantoor, Tempelierstraat, portemon- naie m.i.; F. Hartman, Adriaan Loosjesstraat 45, v.e. fototoestel: Zwart, Borneostraat 11, portemonnaie m.i.; J. v. Dam, Groote Houtstr. 4244, riem;F. Parson, Zwaardstraat 7, rijwiel- belastingplaatje; Waning, Scheeperstraat 7, rozenkrans; A. Smit, Lange Lakenstraat 23, selutels aan ring; G. Vlug, Cauwstraat 10, sleutels aan ring. MODEVAKSCHOOL. Op de dezer dagen te Rotterdam gehou den examens van de „Vereeniging van Mode vakscholen in Nederland" slaagde voor Cos- tumière mej. E. A. Ackermann te Haarlem en voor leerares mej. H. G. van Waard te Bloe- mendaal. Beiden waren leerlingen van de modevakschool, Groote Houtstraat 100 rood. GROOT AANTAL GEWONDEN BIJ AUTO ONGEVAL. Nabij Olst zijn een twetal personenauto's tegen elkaar gereden en bijna geheel vernield. Bijna alle inzittenden 15 leden van een meisjesvereeniging kregen min of meer ernstige snijwonden van het verbrijzelde glas. Van een der chauffeurs werd een polsader doorgesneden, (Adv. ingez. Med.) Voor Haarlem's Politierechter. DU, SCHWARZER ZIGEUNER. De politierechter meende blijkbaar, dat het woord zigeuner een ongepast, dus afkeurens waardig woord is. Hij drukte 't 12-jarig meis je. dat voor hem als getuige stond, op 't hart vooral een dergelijk woord niet meer uit te spreken. Maar wat zou een twintigjarige schoone wel gedacht hebben, als hij haar met allen rechterlijken ernst een dergeiijken raad had toegediend? Want wat is het geval? Sedert het schoone lied „Du, schwarzer Zi geuner de wereld heeft verovert en de melodie op alle straatorgels wordt uitgedraaid, is er toch geen meisje met een beetje poëzie meer. dat niet in vervoering geraakt bij de wee moedige woorden: „Wenn deine Geige weint. weint auch mein Herz". Voor haar is de zwarte zigeuner een ideaal en een ideaal kan toch niet beleedigend zijn. Het kleine meisje dan had Zigeuner gezegd tegen een juffrouw uit een woonwagen en daarop had die juffrouw, wie de toevoeging zigeunerin eigenlijk ware toegekomen, het meisje geschopt en geslagen. Blijkbaar was die juffrouw op die benaming dus niet gesteld, wat alweer bewijst, dat de meeningen op deze wereld geweldig uiteenloopen. We wagen het ook te betwijfelen of het kleine meisje reeds tot de aanbidsters van den zwarten zigeuner behoorde want zij bezigde het woord ook niet als aanbidding, aangezien zij reeds eerder oen klap van de juffrouw had gekregen. En nu had de politierechter toch weer gelijk, want het komt niet op het woord aan. maar oo de be doeling. Die bedoeling was in dit geval iets onaangenaams te zeggen en de ander begreep het als zoodanig, vandaar schop en klap. Maar een echte zigeuner mag evenmin slaan als Iemand, die er voor wordt gehouden en daar om kreeg de juffrouw, die niet was verschenen f5 boete, dank zij de omstandigheid, dat haar financieele toestand nog al gunstig was, zooals de politie had verklaard. Een hekeldichter in het bankje. De Officire van justitie Mr. Paardekooner Overman, zei, dat de rechtbank zijn voor hu mor bezat en we kunnen dit uit ervaring be vestigen en als we den Officier goed begrepen hebben, kan een humorist een potje breken, maar dan moet het ook een humorist zijn, die durft te erkennen, dat, wat hij geschreven heeft, zoo bedoeld was, als ieder het begrepen heeft. Wormerveer is een hekeldichter rijk in den persoon van een kleermaker en die heeft de gewoonte om de uitingen van zijn spotzieken geest openlijk ten toon te stellen, door zijn gedichten in zijn handschrift voor zijn ramen te hangen. Nu had zijn speelsch vernuft zich geuit in een vers beginnende: „Een kaper liep eens langs de kust". Verder kwam daarin voor: „Als hij iemands brood kan ontnemen is hij present", en het slot was: „De kinderen zeggen je dank Sinterklaas, je stinkt naar den drank". Nu wil het geval, dat in Wormerveer een persoon woont, die Kaper heet en die wel eens voor Sinterklaas speelt en deze heer Kaper trok zich dat gedicht aan, want hij meende er al te duidelijk in te lezen, dat van hem gezegd werd, dat hij een ander het brood ontnam en dat hij misbruik maakte van sterken drank, waarom hij den hekeldichter aanklaagde, die nu had te vertellen, wat hij met het gedicht bedoelde. We kennen allen den aanhef van Vondel's „Rommepot van 't Hanekot": „Op, wel op. mijn zoete Marten! „Help me neurien, zuver knecht" en we weten uit de aanteekeningen, dat „Marten" de koster van de kerk was. Als Vondel Indertijd voor den politierechter stel, dat die er geweest was had moeten zeggen, wie Marten was, zou hij niet gezegd hebben: Dat weet ik niet; er zijn zooveel Martens. En zoo had de politierechter van dezen laten Vondel ook verwacht te hooren: Met kaper op de kust. bedoel ik Kaper. Dat deed hij niet en dat namen Officier en rechter hem kwa lijk. Zij vonden het kinderachtig. Als je een grapje wil uithalen, al is het een misplaatst graoje. kom er dan voor uit. De Officier kwam nog met andere ge dichten aan. die een meer oolitieke strekking hadden niet ongewoon bij hekeldichters en waarvan ons enkele brokstukken werden voorgelezen ..Ze hebben weer hun best gedaan. Om èr de politie op los te laten slaan', met welke „ze" waarschijnlijk in dit geval de burgemeester ■wan Zaandam i edoeld was. O, zei verdachte, daar gaat het dan eigen lijk om. Neen. zei de officier, maar we willen er toch rekening mee houden, dat- dit schoone gedicht, voor de ramen is blijven hangen. De Officier wil den hekeldichter wat inner- ken en op dat hij in den vervolge zijn woorden wat meer zal wikken en wegen, vroeg het O M. f25 boete met een maand voorwaardelijk. De rechter gaf de maand voorwaardelijk, maar verminderde de boete tot f l'O. ARROND.-RECHTBANK Het ongeluk met de Zandvoortertram. In de zitting van Vrijdag werd voortgegaan met de behandeling van de zaak tegen den wagenbestuurder der Zandvoorter tram, die op 17 Sept. 11. op de Leidschevaart bij Aer- denhout een auto had aangereden, waardoor een juffrouw, die voor de auto lag, doodelijk werd getroffen en onmiddellijk daar op overleed. Als getuige werd gehoord de heer Houwe- ling, de wielrijder, die in gezelschap van het slachtoffer had gefietst, Hij verklaarde, dat zij vóór de spoorbaan waren afgestapt om zich te voet naar den huizenkant te begeven. Op eens keerde de juffrouw op haar schreden terug en kwam vlak voor de auto te vallen, die langs de Leidschevaart, dus uit dezelfde richting als zij waren gekomen. Getuige wist niet waardoor de vrouw was gevallen, maar hij ging terstond naar haar toe en vroeg of zij zich bezeerd had. Zij antwoordde ont kennend en begon op te staan, doch bemerk te, dat zij met de kleeren aan de voorzijde van de auto vast zat. Toen getuige naar de juffrouw toe ging om haar te helpen, zag hij de Zandvoorter de helling afkomen, hij stak de hand op ter waarschuwing, maar lette verder niet op de tram, doch bukte zicb naar de juffrouw. Eenige oogenblikken later voelde hij hoe hij opzij werd gegooid en hij kwam aan den waterkant terecht onder de rechter- treeplank van de tram; hij had zich echter niet bezeerd. Hoe het met de auto is gegaan weet hij niet; blijkbaar is de auto over hem heen gegooid, maar hij heeft geen wielen gevoeld. Getuige was van oordeel, dat, toen de auto stopte, de tram nog boven aan de helling was; van mist heeft hij niets gemerkt. Verschillende getuigen die in de nabijheid waren geweest, werden gehoord over de vraag, waar de tram zich bevond, toen de auto stopte en of er een zware nevel hing, want dit waren de voornaamste punten. De heer Bruyel hield vol dat, toen zijn auto stopte, de tram nog boven aan de helling was. Zijn neef, die bij hem was deze getuige kon wegens ziekte niet verschijnen was uit de auto gestapt en had aan den waterkant staande, met de hand bewegingen gemaakt om den trambestuurder te beduiden dat deze moest stoppen. De heer Bruyel zelf was ach ter in zijn open auto met de knieën op de kussens gaan liggen, het gezicht alzoo naar de tram en had ook stopbewegingen ge maakt; hij wist dat er iemand voor zijn auto lag en kon dus niet vooruitrijden. Deze ge tuige zegt, dat er geen nevel van eenige be teekenis over de straat lag en dat zijn rood achterlicht brandde. De tram reed ondanks de signalen tegen de auto aan, die van achter werd opgetild. Getuige had toen de tram beneden was. een sissend geluid gehoord, als gewoonlijk wan neer een tram stopt. De heer Neiszen, deskundige, verklaarde, dat dit geluid ontstaat door het ontsnappen van lucht, als de rem wordt losgegooid, het geen er op zou wijzen dat bij het afgaan der helling geremd is en daarna niet meer. Des kundige geeft echter toe dat na de lucht- ontsnapping opnieuw geremd zou kunnen zijn. Een getuige, wie eveneens in een auto zat, zag op 100 meter afstand de auto van den heer Bruyel stoppen en hij zag ook de tram op de helling aan den onderkant. Deze ge tuige spreekt ook van een tamelijk dichte ne vel. waarop de Officier opmerkte, dat hij toch op 100 M. afstand de auto kon zien. Op de vraag van den Officier of de wagenbe stuurder dan de auto niet had kunnen zien, antwoordde getuige, dat de bestuurder z.i. de auto had moeten zien. Een chef van ver dachte zegt, dat deze gunstig bekend staat, waarop ter sprake komt het geval dat 10 jaar geleden de bestuurder van een stoomtram bij Limmen een kind heeft doodgereden. Hij zag dit kind lang tevoren op de baan, dacht dat het wel de baan zou verlaten en remde te laat, toen dot niet het geval bleek. De be stuurder werd deswege veroordeeld tot 14 dagen hechtenis. De president wil weten of verdachte misschien iemand is, die het er maar op waagt en ook dacht de president aan de mogelijkheid, dat de bestuurder, niet we tende, dat er een vrouw voor de auto lag, gé- dacht had: ik zal de auto maar een zetje gé ven. Na het getuigenverhoor vraagt de president nog eens aan verdachte of hij er bij bleef, dat de auto hem op de Leidschevaart voorbij reed, toen de tram boven in de bocht was, waarop verdachte bevestigend antwoordde. De Officier van justitie mr. Andringa, was van oordeel, dat er wel van schuld van den wagenbestuurder kan worden gesproken aan gezien deze niet tijdig genoeg geremd heeft. Het Openbaar Ministerie eischte 6 weken gevangenisstraf. De verdediger Mr. Waslander, was van oor deel dat verdachte den toestand niet kon overzien en dat hij wel tijdig heeft geremd. De dood van het slachtoffer is wel in de eer ste plaats hieraan te wijten, dat de vrouw met de kleeren aan de auto vastzat, hetgeen verdachte niet kon weten. Hij vroeg vrij spraak of mocht de rechtbank toch schuld aannemen, een zeer lichte straf, Uitspraak op 14 Juni. N.V. DE HOLLANDSCHE VOOR SCHOTBANK TE HAARLEM. VEEL MEER VERLIESPOSTEN. In de Vrijdag gehouden Vergadering van aandeelhouders werd de Balans en Winst- en Verliesrekening goedgekeurd. In de door het bedanken van den heer J. J. S. van Hamel en door het overlijden van den heer Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman ont stane vacatures in het College van Commissa rissen werd voorzien door de benoeming van de heeren Mr. W. L. Troost en Jhr. J. de Savornin Lohmar, Besloten werd geene 41/2 pCt. of 6 pCt schuldbrieven uit te loten. Aan het jaarverslag' ontleenen wij: Tot ons leedwezen kunnen wij in dit verslag nog geen melding maken van verbeterde toe standen; wij ondervinden, dat tengevolge van den economischen crisis-toestand, de finan- ciëele draagkracht van enkelen onzer debi teuren en borgen vermindert Zeer zeker kan gezegd worden, dat de overgroote meerderheid van hen geregeld betaala. en dat van de overi gen, nadat hun eenig uitstel werd verleend, de verschuldigde bedragen inkomen, doch daar tegenover zien wij ook, hoe verscheidenen het begrijpelijk vinden het voorbeeld van anderen te volgen, namelijk om te trachten door aller lei manipulaties zich aan hunne verplichtin gen te onttrekken, in schrille tegenstelling met vroegere tijden, toen men juist "er een eer in stelde daaraan geregeld te voldoen. Een bedrag van f3,048,44 dat als verlies op een drietal leeningen vaststaat, wordt afge schreven. Op de Ioopende voorschotten zal het geza menlijk verlies vrij zeker het bedrag der be staande statutaire reserve overtreffen, waar om het wenschelijk werd geoordeeld het Re servefonds ad f59.422.87 naar de Winst- en Verliesrekening over te boeken en na afschrij ving van f4.048.44 op Ioopende voorschotpos- ten en debiteuren het- resteerende ad f 57.131.93 1/2 te voegen bij de Reserve voor dubieuse voorschotten en vorderingen, waar door deze en de Balans voorkomt tot een be dragen groot f 66 638.53. Op 1 Januari 1933 was uitgezet in voorschot ten f 1.322.035,13 en aan het einde van het boekjaar f 1.121,510,19.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 2