opmerkingen van lezers
UZULT MET LEEREN UIT ERVARING
RADION 15GOED EN GEEfT BESPARING
HULP AAN BOOMKWEEKERS.
Moderne ornamenten
C.C.Krouwels
letteren en kunst
Adri van Hees gaat
filmen.
pieter van celder's
expositie.
agenda
DONDERDAG 7 JUNI 1934
H
AARLEM'S DAGBLAD
6
ONDERWIJZERS ONTVANGEN
EEN VERKEERSDIPLOMA.
WAT DE ONDERWIJSVERKEERS-
COMMISSIE TOT STAND BRACHT.
In het Concertgebouw waren Woensdag
middag de onderwijzers bijeen, die de ver-
keerscursus hebben gevolgd van de Onderwijs-
verkeerscommissie, welke cursus ten doel had
<!en onderwijzers te leeren op welke wijze ver-
keersonderricht ten dienste van het onderwijs
gemaakt kon worden, Na de opening door aen
voorzitter van de Vereeniging voor Veilig Ver
keer, kapitein H. Polis, sprak de heer C. Maar
schalk, burgemeester van Haarlem, die zeide
dat de krachtige toeneming van het snelver
keer een dienovereenkomstige toeneming van
het aantal ongelukken met zich medebracht.
Het is de taak, niet alleen van de autoriteiten
anaar ook van het publiek, de veiligheid van
het verkeer te bevorderen. Het publiek is
hier een belangrijke factor, die er het meeste
belang bij heeft. In de Vereeniging voor Veilig
Verkeer hebben het particulier initiatief en
de autoriteiten elkaar gevonden, waardoor een
nuttige samenwerking tot stand kon komen.
Veilig verkeer" wil zeggen: „het kennen van
de bepalingen en de naleving ervan". De taak
der politie is opvoedend en corrigeerend te
te werken. Bij de opvoedende taak der politie
oindervindt zij een grooten steun van de on
derwijzers waarvoor de burgemeester zijn wel-
gemeenden dank uitbracht, in de hoop dat de
240 leerkrachten er zelf de ohogste voldoening
van zouden hebben.
Daarna sprak de heer H. v. d. Weyer, in
specteur van het Lager Onderwijs en voorzitter
Van Tongeren en De Ridder) hebben het on-
moeilijkheden kenschetste van de organisatie
en dank bracht aan allen die hun medewerking
hadden verleend, waarbij hij vooral liet uit
komen het belang dat de wethouder van on
derwijs in de commissie zitting had.
Na den heer W. Roodenburg was het de
heer A. G. Boes, die zijn medewerking heeft
verleend. Ook van de zijde van de politie
heeft men zeer gewaardeerde steun onder
vonden. Den heer Donkersloot als lid van de
onderwijsverkeerscommissie, die als zoodanig
zeer veel werk heeft verzet, bracht spreker
zijn dank. Het aantal van 240 onderwijzers was
boven verwachting groot en bij dit getal is
zelfs een dame uit Leeuwarden, die elke week
naar Haarlem kwam om dit onderwijs te kun
nen volgen dat telkens 11/2 uur duurde, waar
voor men „steeds een onderdak verkreeg op
het politiebureau. Aan de scholen is reeds een
concept-leerplan gestuurd, dat wel in goede
aarde is gevallen. „Als zou slechts door dit on
derwijs één menschenleven worden gered",
a'dus besloot de heer v. d. Weyer, „dan reeds
heeft de cursus voldoende bereikt".
De commissaris van politie de heer E. H.
Tenckinck zeide dat hij vol waardeering was
voor de onderwijzers en voor de onderwijzers
die de onderwijzers hebben onderwezenDe
docenten (de heeren G, A. Drayer, Berendse,
Van Tongeren en De Ridder- hebben het on
derwijs in hun vrijen tijd gegeven, want de tijd
die in het politiecorps beschikbaar is, is zeer
krap. De heer Tenckinck stelde dit op buiten
gewoon hoogen prijs.
Kapitein H. Polis bracht vervolgens namens
de Vereeniging voor Veilig Verkeer dank aan
de Onderwijsverkeerscommissie, aan de in
structeurs, onderwijzers en ouders en zeide
dat elke school die veertig nieuwe leden werft,
gratis een verkeerstafel ontvangt, waarmede
alle mogelijke situaties in beeld gebracht
kunnen worden. Hij dankte Bloemendaal's
burgemeester Jhr. Mr. C. J. A. den Tex voor
zijn aanwezigheid waarbij kp. Polis zei dat
Bloemendaal het eerst het voorbeeld van
Haarlem,heeft gevolgd.
In de pauze meldden zich ruim veertig
nieuwe leden aan, die evenals de onderwijzers
een medaille ontvingen. De onderwijzers, die
de cursus hebben gevolgd, ontvingen een diplo
ma.
Hoofdinspecteur Drayer zeide mede namens
de andere instructeurs, dat hij erkentelijk was
voor de prettige medewerking van de onder
wijzers en deelde mede dat in de toekomst,
als de onderwijzers zulks wilden, wellicht de
gelegenheid zal bestaan dat in tegenwoordig
heid van de politie aan de leerlingen verkeers-
examens afgenomen kunnen worden.
Voor den Kantonrechter.
Auto en paard.
Misschien komt er een tijd, dat paarden al
leen nog maar voorkomen in dierentuinen en
natuurreservaten, op het oogenblik ziet men
ze nog den weg en de autobestuurder hoezeer
hij dan ook overtuigd moge zijn van zijn
meerderheid, dient er rekening mee te hou
den, dat twee- en vierbeenige voetgangers
nog een zeker wettelijk recht hebben om zich
langs den weg te bewegen, ja, dat hij zelfs
moet zorgen, dat die overblijfselen uit voor-
autosche tijden door hem, den almachtigen
autorijder, geen letsel bekomen.
Als je daar in de Haarlemmermeer op een
wegje van even 4 M. breedte een vrachtwa
gen bestuurt die beladen is met kisten, waar
over een fladderend dekzeil en je ziet dan van
den tegenovergestelden kant een man nade
ren, die twee paarden aan den teugel heeft,
dan heb je dus als autbestuurder te denken
om de veiligheid van die, uit den tijd zijnde,
weggebruikers en hoe treurig het ook zij, je
dient je vaartje van 50 K.M. wat te vermin
deren.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
ging zelfs nog verder en zei, dat de man had
moeten stoppen, toen hij zag. dat de paarden
bij nadering van het fladderende zeil. schich
tig werden. Dit toch was het geval geweest en
de autobestuurder erkende ook gezien te heb
ben, dat het bij-de-handsche paard wat ca
priolen begon te maken.
Maar nu kwam hij al met een heel vreemd,
door hem zelf bedacht, wegvoorschrift aan
dragen. Hij zei namelijk, dat de man. die de
paarden geleidde, de twee dieren met één
hand had moeten vasthouden en met de an
dere hand een stopteeken had moeten geven,
als er gevaar voor de paarden dreigde, wat
te vergelijken zou zijn met het geval van een
drenkeling, aan wien men slechts hulp zou
moeten bieden, als hij „help!" roept, al zie je
hem ook zinken.
Deze autobestuurder zag de schichtige
paarden op den smallen weg en hoe de gelei
der moeite had om ze in bedwang te houden,
maar omdat de geleider geen stopteeken gaf.
reed hij met onverminderde vaart door met
het gevolg, dat het bij-de-handsche, dat niet
bij de hand genoeg was om naar rechts te
springen, een duw van de auto kreeg en een
poot been zeggen ze in de paardenwereld
brak.
De autobestuurder moest thans ervaren,
hoe gevaarlijk het niet alleen voor een ander,
maar ook voor hem zelf is, wegvoorschriften
te maken, want hij kreeg van den kanton
rechter, die het geheel met den ambtenaar
eens was, f 50 boete, terwijl hij ook nog aan
sprakelijk gesteld zal worden voor het verlies
van het paard. „Het was een duur paard", zei
de ambtenaar, wat weinig bemoedigend klonk.
Er is nu wel weer een paard minder op den
weg, maar er blijven er toch nog over en den
autorijder werd onder het oog gebracht, dat
opvattingen als de zijne wel eens tot gevolg
konden hebben, dat er ook een autobestuur
der minder zou komen door intrekking van
het rijbewijs. Zoover kwam het echter niet.
Crisistrawe.
Dat er crisis is, achter we van genoegzame
bekendheid, om ons van beschouwingen
daaromtrent te onthouden, dit hoort trou
wens in deze rubriek niet thuis. Maar al is
ieder met de crisis zelf voldoende vertrouwd,
dit is minder het geval met de crisisproduc-
ten als daar zijn: crisiszuivelwet. crisis-
veeschwet. crisisaardappelwet en wat er al-
zoo meer is tot hei! der burgerij.
Zoo is er ook de crisistarwewet, welke be
paalt, dat het meel, waarvan het brood moet
gebakken worden, niet alleen Amerikaansch
meel mag zijn, maar dat het een zeker per-/
cenitage inlandsche tarwe moet bevatten. Nu
schijnt er reden te zijn, om te veronderstel
len, dat meelfabrikanten of meelhandelaars
het voordeeliger konden vinden om deze ver
menging achterwege te laten, want er zijn
controleurs aangesteld en contrólemaatre-,.
len voorgeschreven, waartoe ook behoort het
bijhouden van een register, waaruit kan blij
ken. dat een inlandsche tarwe is vermalen.
Bij iemand werd dat register niet in orde
bevonden en nu moest die persoon terecht
staan.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
vond die overtreding van zoo ernstigen aard,
dat hij vijftienhonderd gulden boete eischte.
De overtreder had zich van rechtskundi
gen bijstand verzekerd en de raadsman be
keek de zaak van een heel anderen kant, of
schoon de overtreding zelf werd toegegeven.
Hij betoogde, dat de tarwevoorschriften, ze
mogen zoo nuttig zijn als ze willen, voor zijn
client, die molenaar is, ruïneus waren, want
dat ze hem het bestaan onmogelijk maakten.
Pleiter had zich daarom met den minister
in verbinding gesteld en zijn bezwaren inge
bracht, waarop de minister een onderzoek
had toegezegd. In verband daarmede ver
zocht pleiter den kantonrechter zijn vonnis
nog een week op te schorten en met het be
palen der boete zich niet bij den eisch aan
te sluiten, omdat zijn client niet uit boosheid
maar uit nood had gehandeld en in de on
mogelijkheid verkeerde, een zoo hooge boete
te betalen.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
gaf het uitstel in overweging en de kanton
rechter bepaalde zijn uitspraak over 8 da
gen.
GEMENGD KOOR „POLYHYMNIA".
Door het gemengd koor .Polyhymnia" zal,
in samenwerking met het vocaal-kwartet
„Euphonia" op Zondag 10 Juni des namiddags
van 6—7.30 uur een concert worden gege
ven voor de patiënten, verpleegd in „Brede-
rodeduin" aan den Bergweg te Santpoort-
Bloemendaal.
Het volgende programma zal worden uit
gevoerd:
1. a. Russischer Vesperchor, Bortniansky.
b. Ave Marie. P. v. d. Putten, c. Dag van toorn,
W. Hespe. (gemengd koor).
2. a Ave Maria, J. D. v. Ramshorst, b. Bede,
G. H. Boedijn, c. Moeder en Kind, J. P. J.
Wierts. d. Als d' avond daalt. L. C. Keere-
weer. (kwartet).
3. a.Du Hirte Israels, Bortniansky. b.
Waak op!, H. J. den Hertog, c. Oost West, Ph.
Loots; (gemengd koor).
4. a. Untreue, Fried. Glück. b. Der Linden-
baum. Fr. Schubert: c. Waldeinsamkelt, M.
Sendel. d. Abschied (Swabisch volkslied)F.
Silcher. e. Inaisches Wiegenlied. H. Wesseler.
fè Unser Helmatlar.d, C. Fittig. (kwartet).
5. De Winter. Ph. Loots, (gemengd koor).
OVER EEN PROCES VERBAAL EN
VERVOLGING.
Een abonné legt verband tusschen het on
geluk dat op de Amsterdamsche Vaart is ge
beurd, waarbij een auto met waarschijnlijk
groote snelheid is geslipt en in de vaart ge
reden, en de aanrijding die op den hock van
de Gasthuisvest en de Groote Houtstraat is
geweest tusschen een tram en een bestelwa
gen, welke aanrijding ontstond doordat de
chauffeur van den bestelwagen (zooals hij zei)
werd afgeleid door een auto die van links
kwam. Hij vraagt of tegen den bestuurder van
den auto die op de Amsterdamsche Vaart
verongelukte, evenals tegen den anderen
chauffeur een proces verbaal is opgemaakt.
Het eerste ongeluk acht hij veel ernstiger dan
het laatste, daar in het eerste geval enkele
menschenlevens in gevaar werden gebracht.
Wij teekenen hierbij aan dat van elk onge
luk, ongeacht de ernst der gevolgen, een pro
ces verbaal, of een „bekeuring" wordt gemaakt
dus ook van het ongeluk op de Amsterdam
sche Vaart. Wij hebben dat juist vermeld
omdat heft immers bij elk ongeluk hoort. Daar
bij de aanrijding op den hoek van de Gast
huisvest drie voertuigen betrokken waren (de
tram de bestelwagen en de andere auto( schre
ven wij dat de chauffeur, van den bestelwagen
een bekeuring kreeg. Het Openbaar Ministerie
maakt in alle gevallen uit of de zaak vervolgd
zal worden, zoowel wat betreft de aanrijding
bij de Gasthuisvest als het ongeluk op de
Amsterdamsche Vaart.
DE STAATSLOTERIJ.
Naar aanleiding van de plannen tot ver
andering in de Staatsloterij geeft de heer d. J.
in overweging, de Staatsloterij uit te breiden
in dier voege dat inplaats van van ieder num
mer 20 briefjes uit te geven, er van ieder num
mer 100 of 150 uitgegeven worden. Dan kan
aan de bestaande behoefte worden voldaan,
(wat thans niet het geval lsï en zal het publiek
niet meer zooveel in buitenlandsche- en par
ticuliere loterijen spelen.
Men zou verder de debitanten, die nu 5
centen aan een „twintigje" verdienen, tot
collectanten kunnen maken en hen, die reeds
jaren in allerlei loten handelen, ook Staats-
loterijloten kunnen laten verkoopen.
Als men nu de Staatsloterij volgens de ver
melde plannen gaat veranderen, worden in
het geheele Land weer eenige duizenden men-
schen half of geheel broodeloos, aldus inzen
der.
(Adv. Ingez. Med.)
Teeltvergunningen.
Geen inkrimping der bedrijven.
Teneinde de Nederlandsche boomkweekers
door de moeilijkheden van den tegenwoordi-
gen tijd heen te helpen is kortgeleden de Ne
derlandsche Boom- en Bloemkweekerij-cen-
trale opgericht. Deze Centrale is door den Mi
nister van Economische Zaken als crisisorga
nisatie aangewezen. Aan het hoofd van dit
lichaam staat een bestuur terwijl verschillen
de adviescommissies zijn ingesteld. In de op
19 Mei jl. gehouden vergadering van den
Bond van Boomkweekers is door den .voorzit
ter den heer H. Gorter, nog het een en an
der medegedeeld over de wijze van werken
dezer organisatie. Daarbij is wel gebleken, dat
voor zoover deze het boomkweekerijbedrijf
betreft voorloopig alleen een begin gemaakt
zal worden met de registratie der bedrijven
in dien zin. dat in het geheele bedrijf een ze
kere stabilisatie kan worden verkregen, ter
wijl aan uitbreiding van het bestaande be
drijf paal en perk gesteld zal worden. Het ligt
dan ook in de bedoeling, teeltvergunninger
uit te reiken. Van een algemeene inkrimping
van het bedrijf zal voorloopig geen sprak"
zijn. Op ander tuinbouwgebied is het juist de
inkrimping, welke een integreerend onderdee1
vormt van het saneeringsplan. Bij het boom
kweekerijbedrijf is daarvan vooralsnog geen
sprake. De voorgenomen registratie geschiedt
door uitreiking van bepaalde formulieren
door de gemeentebesturen. Deze dienen inge
vuld te worden en aan den afzender te wor
den teruggezonden. Deze registratie zal ge
schieden naar den toestand op 1 Juni. Bi;
een zoo nauwkeurig mogelijke samenstelling
der benoodigde formulieren bleek herhaalde
lijk voor welke groote moeilijkheden men
komt te staan. Zoo bijv. ten aanzien van een
juiste omschrijving van het begrip boom-
kweekerij. Voorloopig heeft men als definitie
aangenomen, dat een boomkweekerij „de
productie is van winterharde houtgewassen
in den kouden grond en in de open lucht om
deze in «hun geheel al dan niet In pot of kuip
in levenden staat te leveren als middel van
bestaan". Tot de boomkweekerij wordt ook ge
rekend de teelt van winterharde houtgewas
sen in kouden grond en open lucht voor de
productie van plantendeelen voor büzor
doeleinden. Het telen van „rozen in pot"
valt onder de boomkweekerij, evenals de pro
ductie van zaden ter voortkweeking en ver
meerdering.
Bij de bespreking dezer definitie kwamen
allerhande wenschen naar voren. Algemeen
werd gevoeld dat de z.g. kascultuur, de cul
tuur in „warme kassen", ook onder de defini
tie moest gebracht worden. Toen de nadere
omschrijving van het begrip: middel van be
staan, aanwees, dat «men hier doelde op het
„hoofd"-middel van bestaan, ging er een luid
protest op Is de oppervlakte van .het bedrijf
daaibïj het criterium? Of wenscht men de
verdienste uit de samenstellende bedrijfsdee-
len als norm te nemen? Is artikel 4 der sta
tuten van de Nederlandsche Boom- en Bloem
kweekerij-centrale niet te eng omschreven,
wanneer men leest: „georganiseerd kunnen
worden alleen diegenen, die boomkweekerij
kennelijk als hun hoofdberoep uitoefenen".
Alleen de gelegenheldskweeker en de parti
culier behooren te worden uitgesloten, doch
ieder, die de boomkweekerij serieus als mid
del van bestaan beoefent, onafhankelijk of
het bedrijf groot of klein is, met terzijde stel
ling van het al dan niet voeren van een
nevenbedrijf. behoort het recht te hebben
„erkend" te worden. De gevolgen van een on
juiste erkenningspolitiek mag men niet te
licht schatten. Indien men alleen hen. die
boomkweekerij als hoofdmiddel van bestaar
hebben, zou willen „erkennen", zou iemand
met een groot landbouwbedrijf en een klei
nere boomkweekerij geen vergunning kunnen
krijgen en iemand met circa 1/2 H.A. boom
kweekerij wel. Daartegenover staat weder,
dat men voorzichtig moet zijn met de z.g
beunhazen. Erkenning van die groen kwee
kers is zeker niet in het belang van het vak.
Hoe het zii. men zal het bestuur der centrale
in dit opzicht een zekere mate van vrijheid
moeten laten. Vandaar dan ook, dat men in
den kring der belanghebbend* kweekers ge
komen is tot een nadere definitie van het be-
grio: boomkweèker en daaronder wenscht te
verstaan. ..diecrenen die naar het oordeel van
het Dageliikseh Bestuur van de Centrale de
boomkweekerli kennelijk als integreerend
deel van hun bestaan plegen uit te oefenen".
Toezending van Haarlem's
Dagblad naar vacantie-a'dres.
De vacantietijd komt weer aan en wij wil
len niet nalaten, de aandacht von onze lezers
er op te vestigen, dat wij gaarne bereid zijn
hun de courant dagelijks naar hun vacantie-
adres te zenden. Van deze faciliteit wordt
ieder jaar in toenemende mate gebruik ge
maakt en wij bewijzen onzen abonnés deze
extra diensten gaarne.
De regeling bestendigende, die wij reeds
eerder hebben ingesteld, zullen wij ook dit
jaar voor nazending binnen de landsgren
zen geenerlei kosten van verzending in reke
ning brengen voor de eerste week van het
verblijf elders. Zij, die niet langer dan een
week uitstedig blijven, behoeven dus geen
extra kosten voor porti boven hun abonne
mentsgeld te voldoen, voor hen die langer
wegblijven, begint de betalingsverplichting
der verzendkosten eerst bij de tweede
week hunner afwezigheid.
Wij moeten vriendelijk doch dringend ver
zoeken het tijdelijk adres voor nazending voor
al tijdig op te geven aan onze administratie,
onder vermelding tevens van het gewone
adres. DIRECTIE HAARLEM'S DAGBLAD.
Ook de registratie op zich zelf biedt aller
hande moeilijkheden. Grensgevallen doen
zich voor, maar wie eenmaal verknocht is aan
de saneering, dus aan de gezondmaking van
zijn bedrijf, zal daarvan alle gevolgen moe
ten aanvaarden. Reglementeeren is voor ve
len eenerzijds aanlokkelijk, maar anderzijds
mag men de groote gevaren daaraan verbon
den niet uit het oog verliezen.
MOLLERUS.
doelmatige en goede
ten k o o p t U het
bï Koninginneweg 6
(Adv. Ingez. Med.)
EEN HOOFDROL IN „MALLE GEVALLEN'
Adri van Hees.
Loet. C. Barnstijn's Filmproductie, die met
„De Jantjes" zoo'n buitengewoon succes be
haalde, heeft de laatste voorbereidingen ge
troffen voor een nieuwe rolprent, waarvan de
opnemingen vermoedelijk reeds de volgende
week beginnen. Het is Hans Martin's studen
tikoze roman „Malle Gevallen", welke het Ne
derlandsche publiek zal worden voorgezet. Tot
de medewerkers behooren zooals bekend Johan
Kaart en Roland Varno. De scènes worden o.m.
in Duivendrecht, Scheveningen en De Kager-
plassen opgenomen.
Wij, Haarlemmers, zullen de première met
bijzondere belangstelling tegemoet zien, want
een der hoofdrollen zal vervuld worden door
onzen jongen stadgenoot Adri van Hees, den
zoon van den vroegeren directeur van den
Stadsschouwburg.
Adri van Hees behoort tot de talentvolle
jongeren onder de acteurs. In het afgeloopen
seizoen bewees hij dit bij verscheidene opvoe
ringen. In het stuk „Vorstelijke Emigranten"
gaf hij een opmerkelijke creatie van de figuur
Tovaritch en het was door deze rol, dat de aan
dacht van den regisseur Jaap Speyer op hem
viel. Van Hees werd voor „Malle Gevallen" ge
ëngageerd, waarin hij de min of meer hulpe-
looze verschijning Piet Janssen, een belang
rijke rol in deze kluchtige historie, voor zijn
rekening zal nemen
Van de Bühne naar de film, het is en blijft
voor den tooneelspeler een groot experiment,
doch Van Hees toonde zich, toen wij deze week
een gesprek met hem hadden volkomen bewust
van de totaal andere eischen, die de camera
aan den kunstenaar stelt. Veel meer nog dan
van den tooneelspeler wordt van den film
acteur concentratie verlangd, merkte hij
op. Immers, temidden van helle schijnwerpers,
draaiende camera's, schreeuwende menschen,
kortom, al de drukte, die onafscheidelijk aan
het opnemen verbonden is, moet de filmacteur
zichzelf blijven en om een voorbeeld te noe
men, allerlei gemoedsstemmingen natuurlijk
weer geven. Kan hij dat niet, dan is hij voor
de film ten eenenmale verloren.
Van Hees is vol goeden moed. Hij voelt zich
zeer sterk tot de film aangetrokken, ofschoon
hij over de verwachtingen, die hij ten opzichte
van zichzelf koestert, nog niets kan zeggen.
Wij praatten over de kansen van een na>
tlonale filmindustrie, Van Hees is ervan over
tuigd, dat die er genoeg zijn. Waarom zou de
Nederlandsche filmproductie niet slagen? „De
Jantjes" heeft bewezen, dat er wat te bereiken
valt. Alleen men zal voorloopig niet al te
hoog dienen te grijpen; cabaret- of revue
achtige films zullen de concurrentie met het
buitenland onmogelijk kunnen doorstaan,
daar ontbreken ons voorloopig de middelen en
het „Ingespeelde menschenmateriaal" voor.
Voor de typisch Nederlandsche film daaren
tegen. waarin duidelijk het volkskarakter tot
uiting komt, openen zich wijde perspectieven.
Op de Jantjes lag het stempel van de Jordaan,
Malle Gevallen draagt een Haagsch cachet,
men zou het boerenleven tot onderwerp kun
nen kiezen of de arbeiders aan de Zuiderzee
werkener is inderdaad vaderlandsche
stof te over. Van Hees is de meening toege
daan, dat in de Nederlandsche film in de eer
ste plaats aandacht moet worden gewijd aan
de sfeer en daarna pas aan het spel.
Een film met een lokaal color iet
zal ook In het buitenland het meest
gewaardeerd worden. In de toekomst, als er
meer ervaring op filmgebied is opgedaan, zou
men uit onze rijke historische bronnen de stof
kunnen putten. Het welslagen van de natio
nale filmindustrie hangt naar zijn opvatting
verder voor een groot deel af van de vraag of
wij over voldoende bekwame regisseurs be
schikken.
Van Hees bracht nog een bijzonderen kant
van de Nederlandsche film aan het licht. Zij
kan een uitkomst voor den tooneelspeler wor
den. De contracten zijn in dezen tijd van dien
aard, dat. de acteurs een groot deel van het
jaar werkloos rondloopen. In die periode zou
den zij voor een filmonderneming kunnen
werken. Is hier niet een taak voor de overheid
weggelegd? Als de regeering de binnenland-
sche industrie steunt, zou er een verruiming
van de werkgelegenheid ontstaan en althans
een deel van de zakken geld, die nu naar de
buitenlandsche filmmaatschappijen stroomen,
binnen de grenzen blijven.
Hier spreekt een lid van de jonge garde dus
zijn vertrouwen uit in de bestaansmogelijk
heid van een nieuw vaderlandsch bedrijf.
Het kasplantje, dat Nederlandsche film
industrie heet. heeft inderdaad getoond
levensvatbaarheid te bezitten. De Jantjes was
een belofte.
Er is reden om de toekomst hoopvol in te
zien.
In de muurbloem aan de oude sint bavo
houdt pieter van gelder een tentoonstelling
van metaaldraadfiguren; kunst met kleine k
door pieter met een kleine p, modern tot in
de typographic van de uitnoodigingskaart.
Nu de belangstelling voor groote kunst aan
een zijden draadje hangt is het pienter van
pieter voor zijn kleinkunst metaaldraad te be
nutten, en hij verricht het wonder tegelijk
langdradig en amusant te wezen. Wonderlijk
is het inderdaad wat hij met een gebogen en
gedraaid, daarna frisch geverfd en gelakt
stuk metaaldraad weet uit te drukken aan
beweging en aan karakteristiek. Het scherp
beeldende schrift van den geestig typeerenden
teekenaar haalt hij om zoo te zeggen van het
vlak en zet het overeind in de ruimte: hij
schrijft in de lucht zijn lenige, buigzame en
tastbare contouren en bedrijft een soort om-
trekplastiek die men toegepaste calligraphic
zou kunnen noemen. Veel van wat men mo
dern heet is een omdraaien van het bekende;
vroeger teekenjde men op school naa/r draad-
figuren, de moderne kunstenaar maakt een
draadfiguur naar een in zijn geest aanwezigs
voorstelling. Als men daarbij, zooals Van Gel
der, geestig observeert en scheitp formuleert
krijgt ge de 'dingen zooals ge die hier vinden
kunt, om op een kastje te zetten, of op een
schoorsteenmantel, of waar dan ook, en die,
nu eens onweerstaanbaar komisch, dan weer
meer eenvoudig typeerend. de aandacht vast
houden. Geestig speelgoed voor groote men
schen, een luchtig en clownesk spel met vor
men, dat moeten deze figuren voor den be
zitter en voor den vervaardiger zijn.
Actie en beweging.. ..hoe raak weet Van
Gelder dat met zijn gebogen draden uit te
drukken. Hoe sluipend gaat daair die Japan
ner met zijn lampion aan een langen bamboe
stok. Zie den schaatsenrijder daarentegen en
hoe de spanning der beenspieren, hoe zijn
vaart door de eenvoudige buiging van het
stukje metaaldraad wordt tot expressief beeld.
Een oude vriend van Van Gelder, de Don
Quichotte treedt ook in dit materiaal weer oip,
in al zij«n provoceerendie magerte. D«e hou
ding van den cellist is prachtig afgekeken: d«e
vent speelt cello zelfs met zijn rug die in zijn
buiging de inspanning van den muzikant laat
zien. En een gansch modern jazzensemble zit
zich op een -rond podium een aap te blazen,
te toeteren en te hameren. Aan den pianist
kunt ge zien dat het een hot-jazz isdat
wil zeggen, niet ik, die daar leek in ben, maar
gij, kenner dezer interessante verrichtingen.
De dirigent danst en springt als een van den
duivel bezetene, en de saxophonist, de trom
pettist-, de tubaspeler en de rest, zij geven den
baas in activiteit geen grein gewonnen. Het
is werkelijk alleraardigst en niet eens duur.
Voor den prijs van een na-middernachtelijke
cocktail hebt ge zoo'n bewegelijken sinjeur op
uw nachtkastje staan, Of ge plaatst dien ban
jospeler op uw bureautje, mevrouw, hij tok
kelt u de muizenissen uit het hoofd als het
huishoudboekje weer niet kloppen wil.
Wij weten dat Van Gelder van een niets
een iets weet te maken. Van een balletje een
hoofd en van een oude knoop een paar
schaatsen maakt. Hij is inventief en up to
date. Voor het aanstaand badseizoen bezorgde
hij den dames colliers van kurk waardoor ze
zelfs onder water nog elegant blijven.
Ik geloof dat ge hem slechts een wenk be
hoeft te geven en hij bouwt u een zomerver
blijf uit een lucifersdoosje. Hij is ten slotte
een der geestigste Haarlemmers die ik ken,
en dat wil wel wat zeggen. Gaat eens in zijn
Muurblo9menmandje kijken. Hij verdient onze
belangstelling.
J. H. DE BOOS.
6 Juni 1934.
DONDERDAG 7 JUNI
Groote Kerk: Orgelbespeling 34 uur.
Gem. Concertzaal: Buitengewoon concert
der H. O. V. Solist Louis Zimmermann (viool)
8.15 uur.
Palace: „Footlight Parade". Op het tooneel:
de „Salvano's" (wielrijders). 7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „Stage Mother" en
de parodie „Tarzan". 8.15 uur.
Rembrandt Theater: „Miss Fane's Baby is
ontvoerd." Op het tooneel Marita Farell, de
Tsjechische nachtegaal. 7 en 9-15 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
VRIJDAG 8 JUNI
Bioscopen, nieuw programma.
Haarlemmerliede: Raadsvergadering
7.30 uur.