opmerkingen van lezers UZULT MET LEEREN UIT ERVARING RADION 15GOED EN GEEfT BESPARING HULP AAN BOOMKWEEKERS. Moderne ornamenten C.C.Krouwels letteren en kunst Adri van Hees gaat filmen. pieter van celder's expositie. agenda DONDERDAG 7 JUNI 1934 H AARLEM'S DAGBLAD 6 ONDERWIJZERS ONTVANGEN EEN VERKEERSDIPLOMA. WAT DE ONDERWIJSVERKEERS- COMMISSIE TOT STAND BRACHT. In het Concertgebouw waren Woensdag middag de onderwijzers bijeen, die de ver- keerscursus hebben gevolgd van de Onderwijs- verkeerscommissie, welke cursus ten doel had <!en onderwijzers te leeren op welke wijze ver- keersonderricht ten dienste van het onderwijs gemaakt kon worden, Na de opening door aen voorzitter van de Vereeniging voor Veilig Ver keer, kapitein H. Polis, sprak de heer C. Maar schalk, burgemeester van Haarlem, die zeide dat de krachtige toeneming van het snelver keer een dienovereenkomstige toeneming van het aantal ongelukken met zich medebracht. Het is de taak, niet alleen van de autoriteiten anaar ook van het publiek, de veiligheid van het verkeer te bevorderen. Het publiek is hier een belangrijke factor, die er het meeste belang bij heeft. In de Vereeniging voor Veilig Verkeer hebben het particulier initiatief en de autoriteiten elkaar gevonden, waardoor een nuttige samenwerking tot stand kon komen. Veilig verkeer" wil zeggen: „het kennen van de bepalingen en de naleving ervan". De taak der politie is opvoedend en corrigeerend te te werken. Bij de opvoedende taak der politie oindervindt zij een grooten steun van de on derwijzers waarvoor de burgemeester zijn wel- gemeenden dank uitbracht, in de hoop dat de 240 leerkrachten er zelf de ohogste voldoening van zouden hebben. Daarna sprak de heer H. v. d. Weyer, in specteur van het Lager Onderwijs en voorzitter Van Tongeren en De Ridder) hebben het on- moeilijkheden kenschetste van de organisatie en dank bracht aan allen die hun medewerking hadden verleend, waarbij hij vooral liet uit komen het belang dat de wethouder van on derwijs in de commissie zitting had. Na den heer W. Roodenburg was het de heer A. G. Boes, die zijn medewerking heeft verleend. Ook van de zijde van de politie heeft men zeer gewaardeerde steun onder vonden. Den heer Donkersloot als lid van de onderwijsverkeerscommissie, die als zoodanig zeer veel werk heeft verzet, bracht spreker zijn dank. Het aantal van 240 onderwijzers was boven verwachting groot en bij dit getal is zelfs een dame uit Leeuwarden, die elke week naar Haarlem kwam om dit onderwijs te kun nen volgen dat telkens 11/2 uur duurde, waar voor men „steeds een onderdak verkreeg op het politiebureau. Aan de scholen is reeds een concept-leerplan gestuurd, dat wel in goede aarde is gevallen. „Als zou slechts door dit on derwijs één menschenleven worden gered", a'dus besloot de heer v. d. Weyer, „dan reeds heeft de cursus voldoende bereikt". De commissaris van politie de heer E. H. Tenckinck zeide dat hij vol waardeering was voor de onderwijzers en voor de onderwijzers die de onderwijzers hebben onderwezenDe docenten (de heeren G, A. Drayer, Berendse, Van Tongeren en De Ridder- hebben het on derwijs in hun vrijen tijd gegeven, want de tijd die in het politiecorps beschikbaar is, is zeer krap. De heer Tenckinck stelde dit op buiten gewoon hoogen prijs. Kapitein H. Polis bracht vervolgens namens de Vereeniging voor Veilig Verkeer dank aan de Onderwijsverkeerscommissie, aan de in structeurs, onderwijzers en ouders en zeide dat elke school die veertig nieuwe leden werft, gratis een verkeerstafel ontvangt, waarmede alle mogelijke situaties in beeld gebracht kunnen worden. Hij dankte Bloemendaal's burgemeester Jhr. Mr. C. J. A. den Tex voor zijn aanwezigheid waarbij kp. Polis zei dat Bloemendaal het eerst het voorbeeld van Haarlem,heeft gevolgd. In de pauze meldden zich ruim veertig nieuwe leden aan, die evenals de onderwijzers een medaille ontvingen. De onderwijzers, die de cursus hebben gevolgd, ontvingen een diplo ma. Hoofdinspecteur Drayer zeide mede namens de andere instructeurs, dat hij erkentelijk was voor de prettige medewerking van de onder wijzers en deelde mede dat in de toekomst, als de onderwijzers zulks wilden, wellicht de gelegenheid zal bestaan dat in tegenwoordig heid van de politie aan de leerlingen verkeers- examens afgenomen kunnen worden. Voor den Kantonrechter. Auto en paard. Misschien komt er een tijd, dat paarden al leen nog maar voorkomen in dierentuinen en natuurreservaten, op het oogenblik ziet men ze nog den weg en de autobestuurder hoezeer hij dan ook overtuigd moge zijn van zijn meerderheid, dient er rekening mee te hou den, dat twee- en vierbeenige voetgangers nog een zeker wettelijk recht hebben om zich langs den weg te bewegen, ja, dat hij zelfs moet zorgen, dat die overblijfselen uit voor- autosche tijden door hem, den almachtigen autorijder, geen letsel bekomen. Als je daar in de Haarlemmermeer op een wegje van even 4 M. breedte een vrachtwa gen bestuurt die beladen is met kisten, waar over een fladderend dekzeil en je ziet dan van den tegenovergestelden kant een man nade ren, die twee paarden aan den teugel heeft, dan heb je dus als autbestuurder te denken om de veiligheid van die, uit den tijd zijnde, weggebruikers en hoe treurig het ook zij, je dient je vaartje van 50 K.M. wat te vermin deren. De ambtenaar van het openbaar ministerie ging zelfs nog verder en zei, dat de man had moeten stoppen, toen hij zag. dat de paarden bij nadering van het fladderende zeil. schich tig werden. Dit toch was het geval geweest en de autobestuurder erkende ook gezien te heb ben, dat het bij-de-handsche paard wat ca priolen begon te maken. Maar nu kwam hij al met een heel vreemd, door hem zelf bedacht, wegvoorschrift aan dragen. Hij zei namelijk, dat de man. die de paarden geleidde, de twee dieren met één hand had moeten vasthouden en met de an dere hand een stopteeken had moeten geven, als er gevaar voor de paarden dreigde, wat te vergelijken zou zijn met het geval van een drenkeling, aan wien men slechts hulp zou moeten bieden, als hij „help!" roept, al zie je hem ook zinken. Deze autobestuurder zag de schichtige paarden op den smallen weg en hoe de gelei der moeite had om ze in bedwang te houden, maar omdat de geleider geen stopteeken gaf. reed hij met onverminderde vaart door met het gevolg, dat het bij-de-handsche, dat niet bij de hand genoeg was om naar rechts te springen, een duw van de auto kreeg en een poot been zeggen ze in de paardenwereld brak. De autobestuurder moest thans ervaren, hoe gevaarlijk het niet alleen voor een ander, maar ook voor hem zelf is, wegvoorschriften te maken, want hij kreeg van den kanton rechter, die het geheel met den ambtenaar eens was, f 50 boete, terwijl hij ook nog aan sprakelijk gesteld zal worden voor het verlies van het paard. „Het was een duur paard", zei de ambtenaar, wat weinig bemoedigend klonk. Er is nu wel weer een paard minder op den weg, maar er blijven er toch nog over en den autorijder werd onder het oog gebracht, dat opvattingen als de zijne wel eens tot gevolg konden hebben, dat er ook een autobestuur der minder zou komen door intrekking van het rijbewijs. Zoover kwam het echter niet. Crisistrawe. Dat er crisis is, achter we van genoegzame bekendheid, om ons van beschouwingen daaromtrent te onthouden, dit hoort trou wens in deze rubriek niet thuis. Maar al is ieder met de crisis zelf voldoende vertrouwd, dit is minder het geval met de crisisproduc- ten als daar zijn: crisiszuivelwet. crisis- veeschwet. crisisaardappelwet en wat er al- zoo meer is tot hei! der burgerij. Zoo is er ook de crisistarwewet, welke be paalt, dat het meel, waarvan het brood moet gebakken worden, niet alleen Amerikaansch meel mag zijn, maar dat het een zeker per-/ cenitage inlandsche tarwe moet bevatten. Nu schijnt er reden te zijn, om te veronderstel len, dat meelfabrikanten of meelhandelaars het voordeeliger konden vinden om deze ver menging achterwege te laten, want er zijn controleurs aangesteld en contrólemaatre-,. len voorgeschreven, waartoe ook behoort het bijhouden van een register, waaruit kan blij ken. dat een inlandsche tarwe is vermalen. Bij iemand werd dat register niet in orde bevonden en nu moest die persoon terecht staan. De ambtenaar van het openbaar ministerie vond die overtreding van zoo ernstigen aard, dat hij vijftienhonderd gulden boete eischte. De overtreder had zich van rechtskundi gen bijstand verzekerd en de raadsman be keek de zaak van een heel anderen kant, of schoon de overtreding zelf werd toegegeven. Hij betoogde, dat de tarwevoorschriften, ze mogen zoo nuttig zijn als ze willen, voor zijn client, die molenaar is, ruïneus waren, want dat ze hem het bestaan onmogelijk maakten. Pleiter had zich daarom met den minister in verbinding gesteld en zijn bezwaren inge bracht, waarop de minister een onderzoek had toegezegd. In verband daarmede ver zocht pleiter den kantonrechter zijn vonnis nog een week op te schorten en met het be palen der boete zich niet bij den eisch aan te sluiten, omdat zijn client niet uit boosheid maar uit nood had gehandeld en in de on mogelijkheid verkeerde, een zoo hooge boete te betalen. De ambtenaar van het openbaar ministerie gaf het uitstel in overweging en de kanton rechter bepaalde zijn uitspraak over 8 da gen. GEMENGD KOOR „POLYHYMNIA". Door het gemengd koor .Polyhymnia" zal, in samenwerking met het vocaal-kwartet „Euphonia" op Zondag 10 Juni des namiddags van 6—7.30 uur een concert worden gege ven voor de patiënten, verpleegd in „Brede- rodeduin" aan den Bergweg te Santpoort- Bloemendaal. Het volgende programma zal worden uit gevoerd: 1. a. Russischer Vesperchor, Bortniansky. b. Ave Marie. P. v. d. Putten, c. Dag van toorn, W. Hespe. (gemengd koor). 2. a Ave Maria, J. D. v. Ramshorst, b. Bede, G. H. Boedijn, c. Moeder en Kind, J. P. J. Wierts. d. Als d' avond daalt. L. C. Keere- weer. (kwartet). 3. a.Du Hirte Israels, Bortniansky. b. Waak op!, H. J. den Hertog, c. Oost West, Ph. Loots; (gemengd koor). 4. a. Untreue, Fried. Glück. b. Der Linden- baum. Fr. Schubert: c. Waldeinsamkelt, M. Sendel. d. Abschied (Swabisch volkslied)F. Silcher. e. Inaisches Wiegenlied. H. Wesseler. fè Unser Helmatlar.d, C. Fittig. (kwartet). 5. De Winter. Ph. Loots, (gemengd koor). OVER EEN PROCES VERBAAL EN VERVOLGING. Een abonné legt verband tusschen het on geluk dat op de Amsterdamsche Vaart is ge beurd, waarbij een auto met waarschijnlijk groote snelheid is geslipt en in de vaart ge reden, en de aanrijding die op den hock van de Gasthuisvest en de Groote Houtstraat is geweest tusschen een tram en een bestelwa gen, welke aanrijding ontstond doordat de chauffeur van den bestelwagen (zooals hij zei) werd afgeleid door een auto die van links kwam. Hij vraagt of tegen den bestuurder van den auto die op de Amsterdamsche Vaart verongelukte, evenals tegen den anderen chauffeur een proces verbaal is opgemaakt. Het eerste ongeluk acht hij veel ernstiger dan het laatste, daar in het eerste geval enkele menschenlevens in gevaar werden gebracht. Wij teekenen hierbij aan dat van elk onge luk, ongeacht de ernst der gevolgen, een pro ces verbaal, of een „bekeuring" wordt gemaakt dus ook van het ongeluk op de Amsterdam sche Vaart. Wij hebben dat juist vermeld omdat heft immers bij elk ongeluk hoort. Daar bij de aanrijding op den hoek van de Gast huisvest drie voertuigen betrokken waren (de tram de bestelwagen en de andere auto( schre ven wij dat de chauffeur, van den bestelwagen een bekeuring kreeg. Het Openbaar Ministerie maakt in alle gevallen uit of de zaak vervolgd zal worden, zoowel wat betreft de aanrijding bij de Gasthuisvest als het ongeluk op de Amsterdamsche Vaart. DE STAATSLOTERIJ. Naar aanleiding van de plannen tot ver andering in de Staatsloterij geeft de heer d. J. in overweging, de Staatsloterij uit te breiden in dier voege dat inplaats van van ieder num mer 20 briefjes uit te geven, er van ieder num mer 100 of 150 uitgegeven worden. Dan kan aan de bestaande behoefte worden voldaan, (wat thans niet het geval lsï en zal het publiek niet meer zooveel in buitenlandsche- en par ticuliere loterijen spelen. Men zou verder de debitanten, die nu 5 centen aan een „twintigje" verdienen, tot collectanten kunnen maken en hen, die reeds jaren in allerlei loten handelen, ook Staats- loterijloten kunnen laten verkoopen. Als men nu de Staatsloterij volgens de ver melde plannen gaat veranderen, worden in het geheele Land weer eenige duizenden men- schen half of geheel broodeloos, aldus inzen der. (Adv. Ingez. Med.) Teeltvergunningen. Geen inkrimping der bedrijven. Teneinde de Nederlandsche boomkweekers door de moeilijkheden van den tegenwoordi- gen tijd heen te helpen is kortgeleden de Ne derlandsche Boom- en Bloemkweekerij-cen- trale opgericht. Deze Centrale is door den Mi nister van Economische Zaken als crisisorga nisatie aangewezen. Aan het hoofd van dit lichaam staat een bestuur terwijl verschillen de adviescommissies zijn ingesteld. In de op 19 Mei jl. gehouden vergadering van den Bond van Boomkweekers is door den .voorzit ter den heer H. Gorter, nog het een en an der medegedeeld over de wijze van werken dezer organisatie. Daarbij is wel gebleken, dat voor zoover deze het boomkweekerijbedrijf betreft voorloopig alleen een begin gemaakt zal worden met de registratie der bedrijven in dien zin. dat in het geheele bedrijf een ze kere stabilisatie kan worden verkregen, ter wijl aan uitbreiding van het bestaande be drijf paal en perk gesteld zal worden. Het ligt dan ook in de bedoeling, teeltvergunninger uit te reiken. Van een algemeene inkrimping van het bedrijf zal voorloopig geen sprak" zijn. Op ander tuinbouwgebied is het juist de inkrimping, welke een integreerend onderdee1 vormt van het saneeringsplan. Bij het boom kweekerijbedrijf is daarvan vooralsnog geen sprake. De voorgenomen registratie geschiedt door uitreiking van bepaalde formulieren door de gemeentebesturen. Deze dienen inge vuld te worden en aan den afzender te wor den teruggezonden. Deze registratie zal ge schieden naar den toestand op 1 Juni. Bi; een zoo nauwkeurig mogelijke samenstelling der benoodigde formulieren bleek herhaalde lijk voor welke groote moeilijkheden men komt te staan. Zoo bijv. ten aanzien van een juiste omschrijving van het begrip boom- kweekerij. Voorloopig heeft men als definitie aangenomen, dat een boomkweekerij „de productie is van winterharde houtgewassen in den kouden grond en in de open lucht om deze in «hun geheel al dan niet In pot of kuip in levenden staat te leveren als middel van bestaan". Tot de boomkweekerij wordt ook ge rekend de teelt van winterharde houtgewas sen in kouden grond en open lucht voor de productie van plantendeelen voor büzor doeleinden. Het telen van „rozen in pot" valt onder de boomkweekerij, evenals de pro ductie van zaden ter voortkweeking en ver meerdering. Bij de bespreking dezer definitie kwamen allerhande wenschen naar voren. Algemeen werd gevoeld dat de z.g. kascultuur, de cul tuur in „warme kassen", ook onder de defini tie moest gebracht worden. Toen de nadere omschrijving van het begrip: middel van be staan, aanwees, dat «men hier doelde op het „hoofd"-middel van bestaan, ging er een luid protest op Is de oppervlakte van .het bedrijf daaibïj het criterium? Of wenscht men de verdienste uit de samenstellende bedrijfsdee- len als norm te nemen? Is artikel 4 der sta tuten van de Nederlandsche Boom- en Bloem kweekerij-centrale niet te eng omschreven, wanneer men leest: „georganiseerd kunnen worden alleen diegenen, die boomkweekerij kennelijk als hun hoofdberoep uitoefenen". Alleen de gelegenheldskweeker en de parti culier behooren te worden uitgesloten, doch ieder, die de boomkweekerij serieus als mid del van bestaan beoefent, onafhankelijk of het bedrijf groot of klein is, met terzijde stel ling van het al dan niet voeren van een nevenbedrijf. behoort het recht te hebben „erkend" te worden. De gevolgen van een on juiste erkenningspolitiek mag men niet te licht schatten. Indien men alleen hen. die boomkweekerij als hoofdmiddel van bestaar hebben, zou willen „erkennen", zou iemand met een groot landbouwbedrijf en een klei nere boomkweekerij geen vergunning kunnen krijgen en iemand met circa 1/2 H.A. boom kweekerij wel. Daartegenover staat weder, dat men voorzichtig moet zijn met de z.g beunhazen. Erkenning van die groen kwee kers is zeker niet in het belang van het vak. Hoe het zii. men zal het bestuur der centrale in dit opzicht een zekere mate van vrijheid moeten laten. Vandaar dan ook, dat men in den kring der belanghebbend* kweekers ge komen is tot een nadere definitie van het be- grio: boomkweèker en daaronder wenscht te verstaan. ..diecrenen die naar het oordeel van het Dageliikseh Bestuur van de Centrale de boomkweekerli kennelijk als integreerend deel van hun bestaan plegen uit te oefenen". Toezending van Haarlem's Dagblad naar vacantie-a'dres. De vacantietijd komt weer aan en wij wil len niet nalaten, de aandacht von onze lezers er op te vestigen, dat wij gaarne bereid zijn hun de courant dagelijks naar hun vacantie- adres te zenden. Van deze faciliteit wordt ieder jaar in toenemende mate gebruik ge maakt en wij bewijzen onzen abonnés deze extra diensten gaarne. De regeling bestendigende, die wij reeds eerder hebben ingesteld, zullen wij ook dit jaar voor nazending binnen de landsgren zen geenerlei kosten van verzending in reke ning brengen voor de eerste week van het verblijf elders. Zij, die niet langer dan een week uitstedig blijven, behoeven dus geen extra kosten voor porti boven hun abonne mentsgeld te voldoen, voor hen die langer wegblijven, begint de betalingsverplichting der verzendkosten eerst bij de tweede week hunner afwezigheid. Wij moeten vriendelijk doch dringend ver zoeken het tijdelijk adres voor nazending voor al tijdig op te geven aan onze administratie, onder vermelding tevens van het gewone adres. DIRECTIE HAARLEM'S DAGBLAD. Ook de registratie op zich zelf biedt aller hande moeilijkheden. Grensgevallen doen zich voor, maar wie eenmaal verknocht is aan de saneering, dus aan de gezondmaking van zijn bedrijf, zal daarvan alle gevolgen moe ten aanvaarden. Reglementeeren is voor ve len eenerzijds aanlokkelijk, maar anderzijds mag men de groote gevaren daaraan verbon den niet uit het oog verliezen. MOLLERUS. doelmatige en goede ten k o o p t U het bï Koninginneweg 6 (Adv. Ingez. Med.) EEN HOOFDROL IN „MALLE GEVALLEN' Adri van Hees. Loet. C. Barnstijn's Filmproductie, die met „De Jantjes" zoo'n buitengewoon succes be haalde, heeft de laatste voorbereidingen ge troffen voor een nieuwe rolprent, waarvan de opnemingen vermoedelijk reeds de volgende week beginnen. Het is Hans Martin's studen tikoze roman „Malle Gevallen", welke het Ne derlandsche publiek zal worden voorgezet. Tot de medewerkers behooren zooals bekend Johan Kaart en Roland Varno. De scènes worden o.m. in Duivendrecht, Scheveningen en De Kager- plassen opgenomen. Wij, Haarlemmers, zullen de première met bijzondere belangstelling tegemoet zien, want een der hoofdrollen zal vervuld worden door onzen jongen stadgenoot Adri van Hees, den zoon van den vroegeren directeur van den Stadsschouwburg. Adri van Hees behoort tot de talentvolle jongeren onder de acteurs. In het afgeloopen seizoen bewees hij dit bij verscheidene opvoe ringen. In het stuk „Vorstelijke Emigranten" gaf hij een opmerkelijke creatie van de figuur Tovaritch en het was door deze rol, dat de aan dacht van den regisseur Jaap Speyer op hem viel. Van Hees werd voor „Malle Gevallen" ge ëngageerd, waarin hij de min of meer hulpe- looze verschijning Piet Janssen, een belang rijke rol in deze kluchtige historie, voor zijn rekening zal nemen Van de Bühne naar de film, het is en blijft voor den tooneelspeler een groot experiment, doch Van Hees toonde zich, toen wij deze week een gesprek met hem hadden volkomen bewust van de totaal andere eischen, die de camera aan den kunstenaar stelt. Veel meer nog dan van den tooneelspeler wordt van den film acteur concentratie verlangd, merkte hij op. Immers, temidden van helle schijnwerpers, draaiende camera's, schreeuwende menschen, kortom, al de drukte, die onafscheidelijk aan het opnemen verbonden is, moet de filmacteur zichzelf blijven en om een voorbeeld te noe men, allerlei gemoedsstemmingen natuurlijk weer geven. Kan hij dat niet, dan is hij voor de film ten eenenmale verloren. Van Hees is vol goeden moed. Hij voelt zich zeer sterk tot de film aangetrokken, ofschoon hij over de verwachtingen, die hij ten opzichte van zichzelf koestert, nog niets kan zeggen. Wij praatten over de kansen van een na> tlonale filmindustrie, Van Hees is ervan over tuigd, dat die er genoeg zijn. Waarom zou de Nederlandsche filmproductie niet slagen? „De Jantjes" heeft bewezen, dat er wat te bereiken valt. Alleen men zal voorloopig niet al te hoog dienen te grijpen; cabaret- of revue achtige films zullen de concurrentie met het buitenland onmogelijk kunnen doorstaan, daar ontbreken ons voorloopig de middelen en het „Ingespeelde menschenmateriaal" voor. Voor de typisch Nederlandsche film daaren tegen. waarin duidelijk het volkskarakter tot uiting komt, openen zich wijde perspectieven. Op de Jantjes lag het stempel van de Jordaan, Malle Gevallen draagt een Haagsch cachet, men zou het boerenleven tot onderwerp kun nen kiezen of de arbeiders aan de Zuiderzee werkener is inderdaad vaderlandsche stof te over. Van Hees is de meening toege daan, dat in de Nederlandsche film in de eer ste plaats aandacht moet worden gewijd aan de sfeer en daarna pas aan het spel. Een film met een lokaal color iet zal ook In het buitenland het meest gewaardeerd worden. In de toekomst, als er meer ervaring op filmgebied is opgedaan, zou men uit onze rijke historische bronnen de stof kunnen putten. Het welslagen van de natio nale filmindustrie hangt naar zijn opvatting verder voor een groot deel af van de vraag of wij over voldoende bekwame regisseurs be schikken. Van Hees bracht nog een bijzonderen kant van de Nederlandsche film aan het licht. Zij kan een uitkomst voor den tooneelspeler wor den. De contracten zijn in dezen tijd van dien aard, dat. de acteurs een groot deel van het jaar werkloos rondloopen. In die periode zou den zij voor een filmonderneming kunnen werken. Is hier niet een taak voor de overheid weggelegd? Als de regeering de binnenland- sche industrie steunt, zou er een verruiming van de werkgelegenheid ontstaan en althans een deel van de zakken geld, die nu naar de buitenlandsche filmmaatschappijen stroomen, binnen de grenzen blijven. Hier spreekt een lid van de jonge garde dus zijn vertrouwen uit in de bestaansmogelijk heid van een nieuw vaderlandsch bedrijf. Het kasplantje, dat Nederlandsche film industrie heet. heeft inderdaad getoond levensvatbaarheid te bezitten. De Jantjes was een belofte. Er is reden om de toekomst hoopvol in te zien. In de muurbloem aan de oude sint bavo houdt pieter van gelder een tentoonstelling van metaaldraadfiguren; kunst met kleine k door pieter met een kleine p, modern tot in de typographic van de uitnoodigingskaart. Nu de belangstelling voor groote kunst aan een zijden draadje hangt is het pienter van pieter voor zijn kleinkunst metaaldraad te be nutten, en hij verricht het wonder tegelijk langdradig en amusant te wezen. Wonderlijk is het inderdaad wat hij met een gebogen en gedraaid, daarna frisch geverfd en gelakt stuk metaaldraad weet uit te drukken aan beweging en aan karakteristiek. Het scherp beeldende schrift van den geestig typeerenden teekenaar haalt hij om zoo te zeggen van het vlak en zet het overeind in de ruimte: hij schrijft in de lucht zijn lenige, buigzame en tastbare contouren en bedrijft een soort om- trekplastiek die men toegepaste calligraphic zou kunnen noemen. Veel van wat men mo dern heet is een omdraaien van het bekende; vroeger teekenjde men op school naa/r draad- figuren, de moderne kunstenaar maakt een draadfiguur naar een in zijn geest aanwezigs voorstelling. Als men daarbij, zooals Van Gel der, geestig observeert en scheitp formuleert krijgt ge de 'dingen zooals ge die hier vinden kunt, om op een kastje te zetten, of op een schoorsteenmantel, of waar dan ook, en die, nu eens onweerstaanbaar komisch, dan weer meer eenvoudig typeerend. de aandacht vast houden. Geestig speelgoed voor groote men schen, een luchtig en clownesk spel met vor men, dat moeten deze figuren voor den be zitter en voor den vervaardiger zijn. Actie en beweging.. ..hoe raak weet Van Gelder dat met zijn gebogen draden uit te drukken. Hoe sluipend gaat daair die Japan ner met zijn lampion aan een langen bamboe stok. Zie den schaatsenrijder daarentegen en hoe de spanning der beenspieren, hoe zijn vaart door de eenvoudige buiging van het stukje metaaldraad wordt tot expressief beeld. Een oude vriend van Van Gelder, de Don Quichotte treedt ook in dit materiaal weer oip, in al zij«n provoceerendie magerte. D«e hou ding van den cellist is prachtig afgekeken: d«e vent speelt cello zelfs met zijn rug die in zijn buiging de inspanning van den muzikant laat zien. En een gansch modern jazzensemble zit zich op een -rond podium een aap te blazen, te toeteren en te hameren. Aan den pianist kunt ge zien dat het een hot-jazz isdat wil zeggen, niet ik, die daar leek in ben, maar gij, kenner dezer interessante verrichtingen. De dirigent danst en springt als een van den duivel bezetene, en de saxophonist, de trom pettist-, de tubaspeler en de rest, zij geven den baas in activiteit geen grein gewonnen. Het is werkelijk alleraardigst en niet eens duur. Voor den prijs van een na-middernachtelijke cocktail hebt ge zoo'n bewegelijken sinjeur op uw nachtkastje staan, Of ge plaatst dien ban jospeler op uw bureautje, mevrouw, hij tok kelt u de muizenissen uit het hoofd als het huishoudboekje weer niet kloppen wil. Wij weten dat Van Gelder van een niets een iets weet te maken. Van een balletje een hoofd en van een oude knoop een paar schaatsen maakt. Hij is inventief en up to date. Voor het aanstaand badseizoen bezorgde hij den dames colliers van kurk waardoor ze zelfs onder water nog elegant blijven. Ik geloof dat ge hem slechts een wenk be hoeft te geven en hij bouwt u een zomerver blijf uit een lucifersdoosje. Hij is ten slotte een der geestigste Haarlemmers die ik ken, en dat wil wel wat zeggen. Gaat eens in zijn Muurblo9menmandje kijken. Hij verdient onze belangstelling. J. H. DE BOOS. 6 Juni 1934. DONDERDAG 7 JUNI Groote Kerk: Orgelbespeling 34 uur. Gem. Concertzaal: Buitengewoon concert der H. O. V. Solist Louis Zimmermann (viool) 8.15 uur. Palace: „Footlight Parade". Op het tooneel: de „Salvano's" (wielrijders). 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „Stage Mother" en de parodie „Tarzan". 8.15 uur. Rembrandt Theater: „Miss Fane's Baby is ontvoerd." Op het tooneel Marita Farell, de Tsjechische nachtegaal. 7 en 9-15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. VRIJDAG 8 JUNI Bioscopen, nieuw programma. Haarlemmerliede: Raadsvergadering 7.30 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 10