Koninklijk bezoek aan Friesland. MIDDERNACHT De groote Sumatra-tabaksinschrijving, welke Vrijdag in Frascati te Amsterdam plaats had, ging weder met de j_| |yj Jg Koningin en H. K. H. Prinses Juliana brachten Vrijdag een bezoek aan Friesland. Na gebruikelijke levendige tooneeien gepaard aankomst te Wolvega bezichtigden de vorstelijke personen de werkverschaffing De roeiw.dstrijden vee de Kon. N.d Roei- en Zeilvereniging Ie Sloten. De Iwee ven .De Hoop' die den eindwedstrijd tweeriemsgieken zonder stuurman wonnen In verband met den luchtvaartdag te Utrecht is in het Jaarbeursgebouw een groote luchtvaarHentooi»- stelling geopend. Oud en nieuw op de expositie Dr. Maria Montessori bracht Vrijdag een bezoek aan de Wilh. Catharinaschool te Amsterdam De heer Sosro Negoro, prins van Koetei, vertoeft op het oogenblik te Amsterdam De onderdeelen voor de zonlichtinstallatie, welke in het hoofdpostkantoor te Amsterdam wordt aange bracht, worden naar de plaats van bestemming ge- heschen FEUILLETON Detective Roman uit Donker Amsterdam door PIET KLOPPERS. 29) „Waarom speelde u dan geen open kaart, Waarom deelde u ons niet mede wat u wist? Ik kan u nu wel vertellen dat ik van het begin af aan zelfmoord heb gedacht, onder anderen omdat op het vouwbeen geen andere vingeraf drukken te vinden waren dan die van het ar me slachtoffer zelf. Maar ik sprak dit vermoe den tegen niemand uit, want de moeilijkheid was een motief voor zulk een wanhoopsdaad te vinden". „En het motief niet waar, is in uw vak de kern waar altijd alles om draait?" „Zoo is het. Juffrouw Basquette. Cherchez la femme, zeker, dat gaat in vele gevallen op, maar lang niet altijd. Zoek het motief, en ga niet uitsluitend af op het motief dat voor de hand ligt: dat is het heele geheim van den detective." „En u zocht het motief?" „Ja, en ik kon het niet vinden. Menschen die oud worden en zichzelf als een last begin nen te beschouwen voor anderen, kunnen soms tot wanhopige dingen overgaan, en uw vader was nogal doofmaar volstrekt niet hulp behoevend, en nog goed gezond. En ik her haal mijn vraag: waarom hield u uw mond? Weet u wat het zeggen wil als iemand on schuldig veroordeeld wordt? Jarenlange een zame opsluiting, en aan het martelend besef onschuldig te zijn! Uw vader's afscheidsbrief was in zijn eenvoud aangrijpend: kon u het over uw hart krijgen een onschuldige te laten boeten voor iets wat hij niet had misdreven? En u trof, althans juridisch, toch geen blaam? Waarom zweeg u dan?" „Ik zweeg omdat het voor niemand noodig was te spreken, en omdat het voor mijzelf heel noodig was te zwijgen. Er waren verschillende verdachten, maar u had tegen niemand vol doende bewijsmateriaal. En ik, die wist dat mijn arme vader de hand aan zichzelf had ge slagen, was er zeker van dat er ook nooit tegen iemand voldoende bewijsmateriaal bijeen ge bracht kon worden." „Weest u daar maar niet te zeker van. Er hebben vele menschen onschuldig in een ge vangenis gezeten tegen wien bewijsmateriaal was bijeengebracht waar de knapste advocaat geen speld tusschen kon krijgen!" „Dat pleit niet voor de rechtvaardigheid in h'muw maatschappij, en niet voor. uw collega's, meneer Ray. Maar als werkelijk iemand onschuldig veroordeeld was geworden voor den moord waarvan, buiten u en mijzelf, op dit oogenblik nog niemand de verklaring weet, dan zou ik mijn eigenbelang op zij heb ben geschoven, en alles verteld hebben wat ik wist. Dat moet u gelooven. Ik mag een slecht leven hebben geleid, en het met verschillende dingen niet nauw hebben genomen, maar nooit zou ik een onschuldige hebben laten veroor- deelen." „H'm.en waarom was het voor uzelf zoo erg noodig dat u er voorloopig het zwijgen toe deed?" „Om mijn reputatie. U behoeft niet te glim lachen. Ik weet wel dat er aan mij niet veel verbeurd is. en aan mijn reputatie nog min der, maar u moet ons tooneelwereldje kennen. Daar is afgunst en roddelen schering en inslag. Wie het aardigst in je gezicht zijn, spreken het meeste kwaad achter je rug. Als alles in de zaak-Bosman aan de groote klok was gehan gen, was het met mij afgeloopen. In het bui tenland, ja, daar is het iets anders. Daar zou het publiek te hoop zijn geloopen, daar was het een lugubere, maar voordeelige reclame geweest. Als in Parijs een actrice betrokken is bij een misdaad uit jalouzie, is haar carrière gemaakt. Maar hier is het iets anders. Ik zou nergens meer emplooi hebben gevonden, al mijn collega's, de vrouwen voorop, zouden me hebben nagewezen met vinger en duin. Mijn beste vriendinnen zouden me gemeden hebben en dan, ach we zijn toch onder vier oogen, meneer Ray, en ik wil u wel vertellen dat ik een paar goede vrienden heb die ik niet graag zou missen. Ze zouden me niet meer hebben aangekeken, en ze zouden misschien gelijk hebben gehad." Ida Basquette, alias Ida Bosman, zweeg en haalde haar schouders op alsof ze zeggen wil de; zoo is de wereld en ik kan haar niet ver anderen. „Van uw kant bekeken," gaf Middernacht toe, „]s er veel te zeggen voor uw houding." „Nietwaar? Ennezoudt u daarom de toe dracht van de zaak, voor zoover ik erbij be trokken ben, geheim willen houden?" „Onder het motto: gedane zaken nemen geen keer, nietwaar? Uw openhartigheid is wat laat gekomen, maar ik beloof u uw naam bui ten de zaak te houden." „Dank u." De actrice stond op en Middernacht liet haar hoffelijk uit. Buiten rumoerde de stad, het was een Zaterdagavond, de straten waren vol en druk, in de verte fonkelden de lichtreclames tegen den avondhemel. Ida Basquette's oogen glinsterden. Zij voelde weer den posslag van het leven, zij hoorde weer de geluiden die haar lief waren, zij was weer de avonturierster, de lichtzinnige vlinder, die leeft voor den schijn. Met de gemakkelijkheid vrouwen van haar karakter eigen, schudde zij de emoties die haar niet aangenaam waren, van zich af, ver gat de tragedie waarin zij een belangrijker rol had gespeeld dan zij ooit achter het voetlicht had vervuld. Middernacht zag haar met veerkrachtige passen den Singel afloopen en mompelde: „Wonderlijke karakters. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Wie, voor den drommel, wordt Jan Heeringa's opvolger?" Middernacht liet zich door zijn hospita zijn middagmaal brengen en at met de bedaard heid van iemand die weet dat zijn taak is vol bracht, en dat hij er voorloopig eens een poosje zijn gemak van zou kunnen nemen. Het was behagelijk warm in zijn kamer, buiten viel de regen in stroomen neer. Na het eten dronk de detective zijn koffie en doodde den tijd met het rooken van een half dozijn sigaretten. Hii verwachtte bezoekers, zes bezoekers, tezamen een gezelschap vormend van zeer uiteenloo- pende menschen. In de eerste plaats zijn op drachtgever, bankier Heeringa wien hij be loofd had dienzelfden avond de zaak tot een einde te brengen, in de tweede plaats mr. van Dorsten, diens aanstaanden schoonzoon, ver volgens inspecteur Emonts met twee van zijn mannen, en tenslotte den schrijver van deze regelen, die de dramatische ontknooping van deze zaak bijwoonde op uitnoodiging van zijn vriend, den detective, die van dramatische ont knoopingen hield, en die het liefst de misda digers die hij op het spoor kwam, zich in eigen persoon liet aanmelden aan zijn woning. Ik vond Norman uitgestrekt liggen op een divan, zijn oogen half gesloten, stompjes siga ret naast hem, rondgestrooid over het koste lijke tapijt, dat hij met zijn afschuwelijke slor digheid niet ontzag, tot wanhoop van juffrouw Bruinsma, brave ziel, die al het mogelijke deed om het vertrek proper te houden, en daar al tijd maar zeer betrekkelijk in slaagde. Hij staarde naar een portret dat tegenover hem aan den muur hing, een foto van een meisje met een wipneusje en een onberispelijk figuur, een sporttype van onmiskenbare charme. Ik wist dat hij aan dit meisje zijn hart verloren had, en dat hij, met al zijn practische hoedanigheden, uren kon liggen droomen en fantaseeren, en zich luchtkasteelen bouwen, bewoond door dit meisje en hemzelf. (Wordt vervolgd.) j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 16