RECEERINC EN LOONPEIL. Winst Nederiandsche Bank gestegen. DINSDAG 12 JUNI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 3 BINNENLAND Verbetering in den wereldhandel. Coudblok in stand gehouden. Jaarverslag over 1933-1934. Het verslag van de Nederiandsche Bank over 1933—1934 vangt aan met de mededeeling dat van een verbetering en uitbreiding van internationale betrekkingen, Waardoor werke lijk een blijvend wereldherstel slechts verkre gen kan worden, nog in geen enkel opzicht sprake is, doch dat in tegendeel nationalisme en egoisme hoogtij vieren. Na een verdere kleine uitweiding over de politieke tegenstel lingen en de ontwikkeling van den wereld- toestand, wordt gewag gemaakt van de in krimping van den wereldhandel en. >van de ontwrichting op monetair gebied. Hierbij wordt opgemerkt, dat het vooral de monetaire poli tiek van de Vereenigde Staten was. die de wereld in onrust hield en het vertrouwen ver der ondermijnde. Deze politiek gevolgd door het land met den grootsten goudvoorraad en met een actieve handels- en betalingsbalans was uitsluitend gericht op den binnenlana- schen toestand. Vervolgens wordt gewag gemaakt van het mislukken van de Londensche wereldconfe rentie en de consequenties daarvan. Hier door waren alle landen genoodzaakt uit eigen kracht te trachten een nieuwen evenwichts toestand te bereiken. Dat het zoover moest komen valt natuurlijk in hooge mate te be> treuren. Desniettemin zijn er volgens het verslag, toch ook lichtpunten te ontdekken en in de eerste plaats wordt er dan op gewezen, dat waar op hulp van buiten niet langer kon worden gerekend, in verschillende landen krachtige maatregelen werden genomen welke leidden tot een versterking van de positie der centrale overheid. In de tweede plaats kan worden gecon stateerd, dat als de teekenen niet be driegen, de omvang van het wereld- goederenverkeer ondanks alle directe belemmeringen, in den laatsten tijd niet verder daalt, doch zelfs een neiging tot stijgen vertoont. Hieruit mag wellicht worden afgeleid, dat het laagste punt van den wereldhandel bereikt werd en dat, naar gelang de interne positie van een toenemend aantal landen aan sta biliteit wint, een langzame uitbreiding van het internationale verkeer kan worden tegemoet gezien. (Mocht deze slotsom juist blijken, dan zou zij opnieuw bevestigen, dat zelfs de verst doorgevoerde afsluitingspolitiek niet tot zelf genoegzaamheid kan leiden. In deze richting wijst ook de in Amerika ingeluide bevordering van de handelsbetrekkingen met het buiten land. Als een onmisbare voorwaarde voor de uitbreiding van het wereldverkeer staat voor op, het voorkomen van een verdere ontwrich ting van den wisselkoers. Nadien wordt een beschouwing gewijd aan het goudblok. De verdere instandhouding daarvan vormt, de opvatting van de Bank, onder de huidige omstandigheden, de belang rijkste voorwaarde voor een geleidelijke ver betering. Bij gebrek daarvan moet verwacht worden een nieuwe en hoogst ernstige ver storing van het vertrouwen. De monetaire chaos zou algemeen worden en een verdere benedenwaartsche beweging van valuta's zou inzetten. Het aantal en de omvang der rechtstreek- sche handelsbelemmeringen zouden onvermij delijk nog meer toenemen en de internationa le goederenmarkten zouden een nieuwen druk ondervinden. Het verslag wijdt vervolgens een beschou wing aan de positie van Nederland, dat in zoo sterke mate op het internationale verkeer is aangewezen en op het Nederiandsche aanpas singsproces, waarbij de meening wordt uitge sproken, dat het welbegrepen belang van het Nederiandsche bedrijfsleven het vasthouden aan de tot dusverre gevolgde gedragslijn eischt. Ten aanzien van de werkzaamheden van de Nederiandsche Bank wordt verklaard, dat deze in het afgeloopen jaar haar taak als centrale emissie- en credietstelling overeenkomstig de Nederiandsche bank en muntwetgeving zon der overwegende moeilijkheden heeft kunnen vervullen. Deze taak vond haar zwaartepunt in de handhaving van de goudwaarde van het nationale ruilmiddel. In het bijzonder is er naar gestreefd, de ver mindering der direct opeischbare verplichtin gen van de Nederiandsche Bank gelijken tred te doen houden met het verlies aan goud, dat in tijden van onrust en wantrouwen of laat stelijk door de verlaging van den goudin- houd van den Amerikaanschen dollar moest worden geboekt. In dezelfde richting werkten de disconto-verhoogingen, die werden toege past wanneer de geldmarkt daartoe aan leiding gaf. Dit alles maakte het moge lijk de gouddekking der direct opeischbare middelen nagenoeg op hetzelfde hooge peil te houden. De goudvoorraad van de Bank be droeg bij den aanvang van het afgeloopen boekjaar 949.069.000. Als gevolg van de on rust tijdens de Londensche conferentie trad een daling in tot f 732.520.000 op 29 Juni 1933 T-oen de rust was teruggekeerd vloeide goud naar Nederland terug, zoodat de goudvoorraad op 9 Januari 1934 f 923.461.000 beliep. Bij het einde van het boekjaar op 31 Maart 1934 was de goudvoorraad echter terug geloopen tot f 787.604.000, doordat een belangrijk bedrag aan goud werd verloren in verband met de plotselinge stabilisatie op een laag niveau van den Amerikaanschen dollar. Neemt men nu in aanmerking, dat op de hierboven bedoelde tijdstippen de gouddekking van alle direct opeischbare verplichtingen onderscheidenlijk was 80.12 pet.. 71.46 pet.. 81.21 pet. en 77.52 pet. dan springt het groote belang in het oog van de liquiditeit welke zoowel de positie van de Nederiandsche Bank als die van het par ticuliere bankwezen vertoont. Het verslag houdt zich verder bezig met de Nederiandsche betalingsbalans en met het Duitsche transferprobleem, terwijl nadien in korte trekken een afschildering wordt gegeven van den verloop van de geldmarkt hier te ande. Opgemerkt wordt nog, dat het verloop dei- wisselkoersen onder invloed van de ontwikke- ing der internationale situatie uiterst onregel matig was. Wat de bedrijfsuitkomsten van de Ne deriandsche Bank gedurende het afge loopen jaar betreft, zoo wijzen die, in vergelijking met het jaar 19321933 een verbetering aan. De netto-winst steeg van f 1.004.202 tot f 2.669.408. De verbetering was hoofdzakelijk te danken aan de meerdere baten, welke voortvloeiden uit de belangrijke goudverkoopen en uit de nadere regeling van de levering en de betaling dei- door de Nederiandsche Bank aan Indië ver kochte Ponden Sterling. Voorts een hooger bedrag aan ontvangen provisie. Hiertegenover stond echter een be langrijke vermindering van de baten uit bui- tenlandsche wissels en saldi, in verband met de liquidatie van het bezit van deze waar den. Wat de uitgaven aangaat kon een verdere verlaging van onkosten met f 357.393 worden bereikt. Hiermede werd sedert 19301931 een vermindering van f 1.664.607 of bijna 31 pet. verkregen. In het Jaarverslag der nederiandsche Bank over 1933 1934 wordt gewag ge maakt van tal van tot pessimisme stem mende feitentoch schijnt naar het oor deel der samenstellers de wereldhandel bezig zich te herstellen. DE KEURMEESTERS VEROORDEELD. Tot zes maanden met aftrek. FOOIENSTELSEL OOC.LITKEND TOEGELATEN. De Rotterdamsche rechtbank heeft thans uitspraak gedaan in de zaak van de acht gewezen hulpkeurmeesters bij het gemeen telijk slachthuis te Rotterdam, die terecht hebben gestaan wegens het aannemen van steekpenningen voor het verrichten van diensten, die buiten hun bevoegdheid lagen. Zij veroordeelde alle verdachten tot zes maanden gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis, conform den eisch Hierbij zij opgemerkt, dat de verdachten J. P. L. en C. v. d. W. geen voorloopige hechte nis hebben ondergaan. In het vonnis heeft de rechtbank o.m. over wogen dat de verdachten weiswaar als ont wikkelde ambtenaren een zekere verantwoor delijkheid droegen, maar dat anderszijds sinds jaar en dag onder de opvolgende di recties van het slachthuis een fooienstelsel in strijd met de door B. en W. vastgestelde instructies niet is tegengegaan, zelfs ooglui kend is toegelaten. Zii acht alle verdachten gezamenlijk aansprakelijk voor het ten laste gelegde, dat zij bewezen acht op grond van de verklaringen van verdachten, getuigen en deskundigen. CHAUFFEUR SLUIT ZICH IN BRANDENDE GARAGE OP. EXPLOSIE EN BRAND TE ROTTERDAM. Maandagmorgen is een felle brand uitge broken in de garage van J. Spierdijk in de St. Laurensstraat te Rotterdam. In de garage stonden twee personenauto's en een bestel auto. De 40-jarige J. Spierdijk wilde de bestel auto naar buiten rijden, waarop bij het aan slaan van den motor deze in brand vloog. Spierdijk verliet overhaast de garage, maar voordat hij buiten kwam volgde een explosie, vermoedelijk door het springen van een bus benzine waardoor de geheele garage dadelijk in lichte laaie stond. In zijn zenuwachtig heid wierp Spierdijk de garagedeur dicht, nog voordat hij buiten was. Door de explosie was een groote ruit boven de deur kapot gesprongen en door deze ruit wist Spierdijk zich tenslotte in veilighsid te stellen. De garage brandde geheel uit. De drie auto's werden totaal vernield. De wa gens waren niet verzekerd. Boven de garage bevinden zich drie etages, welke als meubelopslagplaats worden ge bruikt. Daar de garage brandvrij was afge sloten en tevens door het krachtig ontreden van de brandweer, werd voorkomen, dat deze etages mede verbrandden. Mr. D. VAN HOUTEN OVERLEDEN. Te Kopenhagen, waar hij den laatsten tijd woonde, is op 67-jarigen leeftijd overleden mr. D. van Houten, een zeer bekend advocaat en procureur, vooral op financieel gebied, die jarenlang te 's-Gravenhage praktijk heeft uit geoefend. Met zijn vader, wijlen oud-minister S. van Houten richtte hij in 1889 de Maat schappij voor Hypothecair Crediet te 's-Gra venhage op. De thans ontslapene was o.a. voorzitter van den raad van beheer van de Expl. Mij Scheveningen, lid van den raad van bestuur van het gebouw voor Kunsten en Wetenschap pen en tot voor kort lid van den raad van be heer van de H.T.M. terwijl hij voorts zittinj had in het college van commissarissen van on derscheidene financieele instellingen. Het stoffelijk overschot zal tijdelijk te Ko penhagen worden ter aarde besteld om daarna naar Den Haog te worden overgebracht ten einde in het familiegraf te worden bijgezet. AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN. NOTARIS EN ECHTGENOOTE GEWOND. Maandagmiddag te ongeveer vier uur is op den Rijksweg tusschen Harderwijk en Nun- speet, in de nabijheid van laatstgenoemde plaats een personenauto, waarin gezeten wa ren notaris L. A. Buurma uit Houten bij Utrecht en diens echtgenoote. door tot nu toe onopgehelderde oorzaak, tegen een boom ge reden. De auto werd geheel vernield. Met groote moeite heeft men de beide inzittenden uit de wrakstukken van den wagen bevrijd. Het er?st was mevrouw B. eraan toe, die be wusteloos was en een ernstige hersenschud ding bleek te hebben bekomen. Bij den heer B. werd geconstateerd, dat deze eenige rib ben had gekneusd. De beide slachtoffers zijn per ziekenauto naar het Ziekenhuis Salem te Ermelo overgebracht en daar ter verpleging opgenomen. Dokten van Loon uit Nunspeet heeft de eerste geneeskundige hulp verleend. Het echtpaar was onderweg naar Veemdam. „OEHOE" WORDT MINDER HARD. KOOTWIJK EN BANDOENG UITSTEKEND TE HOOREN. Omtrent de uitzendingen van de „Oehoe' deelt de K. L. M. het volgende mede: In den nacht van Zaterdag op Zondag wa ren de heeren Hegener en Suttorp weer op de luisterpost der Phohi te Huizen. Eerst om 6.20 uur (Amsterdamschen tijd) hoorden zij den algemeenen oproep van de Oehoe: "Ontvang op sleeparaad dertien golven". Na bovengenoemd bericht, dat op luidspre ker opgenomen werd. is niets meer gehoord, De ontvangststerkte werd steeds zwakker. Om 14 uur vernam men door bemiddeling van het personeel van den Indischen telefoon dienst, dat Bandoeng om 19,03 Midden Java- tijd. de „Oehoe" zwak ontving, om 9.34 uur goed en om 9.45 uur nog steeds goed. Maan dagmorgen 1.40 uur seinde de „Oehoe": „Ver laten om 23.20 G. M. T. Jod-poer op weg naar Allahabad, vliegen op 2000 meter hoogte". Om 2.40 uur: „Wij hooren Kootwijk heel goed. Hebben betrekkelijk weinig geseind." Dirt laat ste seinde de heer Loos waarschijnlijk als ex cuus. dat hij zoo weinig had laten hooren. Hij heeft zich echter veel bezig gehouden met entvangstproeven en berichtte, dat hij Ban doeng en Kootwijk voortdurend met goede sterkte ontvangt. Tot Jodpur werkte de Oehoe op 31 M. golf, daarna gaat hij over op de golf van 26.79 M. BEDRIJFSRAAD IN DE SIGARENINDUSTRIE? MAAR DAN MET VERORDENENDE BEVOEGDHEID. Naar aanleiding van een bericht als zou de commissie van advies bedoeld in artikel 8 der bedrijfsradenwet met op één na algemeene stemmen hebben besloten den minister van Sociale zaken te adviseeren, alvorens over te gaan tot instelling van een bedrijfsraad, eerst verordenende bevoegdheden aan deze organen toe te kennen, vernemen wij dat dit bericht in dezen vorm niet juist is. Slechts de speciale commissie, welke had te adviseeren over de instelling van een bedrijfsraad in de sigaren- industrie. heeft zich met groote meerderheid uitgesproken voor het in de toekomst aan dezen bedrijfsraad toekennen van verordenen de bevoegdheid op beperkt gebied. JONGETJE DOOR TREIN GEDOOD. Maandagmorgen is het 9-jarig zoontje van den spoorwegwerker Pietersma, toen hip' de spoorbrug over de Dokkumervaart te Buiten post overliep, door een trein gegrepen en ge dood. Het crediet voor de werkverruiming. Celeidelijke weg naar lagere loonen. Gemeenten met meer dan redelijke bezoldiging uitgesloten. VREEMDELINGENLEGIOEN DE EENIGE OPLOSSING. OUDERS WAREN ER BLIJ MEE. De grenspolitie te Nispen. heeft een min derjarige jongen aangetroffene die bij zijn ondervraging zeide afkomstig te zijn uit Den Haag en op weg te zijn naar Frankrijk, om aldaar dienst te nemen in het vreemdelingen legioen. Hij beweerde hier voor de toestemming van zijn ouders te heb ben gekregen. Daar aan zijn verklaringen niet veel geloof werd gehecht, stelde de poli tie een onderzoek in te 's-Gravenhage en daarbij bleek, dat ouders inderdaad hun zoon toestemming hadden gegeven voor het vreemdelingenlegioen te teekenen. In het betrokken gezin, waarvan de vader werkloos is en waar nog 14 kinderen thuis zijn. heerscht nijpend gebrek en de ouders gaven te kennen zelfs nog blij te zijn, dat een der kinderen deze „oplossing" had gevonden. WIELRENNER ONDER DE TRAM. Maandagavond is een ernstig ongeluk ge beurd op de Wittenburgergracht te Am sterdam. Een jongeman van 25 jaar kwam, gezeten op een racefiets, in volle vaart de Groote Witterburgerstraat uit en reed, zon der zich te overtuigen of de weg veilig was. de gracht op en botste tegen een wagen van lijn 19. Hij verdween tot groote schrik van de omstanders onder de baanschuiver. De tram moest worden opgevijzelde om hem onder den wagen vandaan te halen. In zeer ernstigen toestand is de man, die gehuwd is, naar het O.L.V.-gasthuis overgebracht. BIOSCOOPBRAND TE ROTTERDAM. Cabine uitgebrand. Maandagavond omstreeks negen uur ont stond door het vlam vatten van de film brand in de cabine van de „Corso"-bioscoop aan den Coolsingel te Rotterdam. De brandweer was spoedig ter plaatse aanwezig. Zij kon even wel niet verhinderen dat de cabine geheel uitbrandde. Ook de film „Ein Lied. ein Kuss, ein Madel" werd vernield. Het publiek, verliet rustig de zaal. Persoonlijke ongelukken had den niet plaats. PRINSES JULIANA 14 JUNI NAAR ENGELAND. Prinses Juliana zal 14 dezer naar Engeland f vertrekken. Volgens de Memorie van Antwoord in zake het ontwerp van wet tot wijziging en verhoo ging van het zevende hoofdstuk B der Rijks- begrooting 1934 Crediet voor werkverruiming) is ook de regeering van oordeel, dat het. aantal werkloozen, dat door het aangevraagde cre diet kan worden geholpen in verhouding tot het totaal niet bijzonder groot is. maar ook dat de waarde van den maatregel voor een be langrijk gedeelte van moreele beteekenis is. Dat de Regeering zou tegenspreken, dat van hooger hand loonsverlaging zal worden bevorderd, acht zij niet juist. Zij heeft tegengesproken, dat zij be paalde loonen dwingend wil opleggen. Zij heeft echter daarnaast te kennen gegeven, dat zij bij de uitvoering van onder dit crediet vallende werken met de belangstellenden hoopt tot overeen stemming te komen omtrent zoodanige loonnormen als wenschelijk en noodig zijn om een zoo groot mogelijk aantal arbeiders te behoeden voor de ellende der werkeloosheid. Zij vertrouwt, dat hier overeenstemming zal kunnen wor den bereikt. Zou dit onverhoopt niet het geval zijn, dan zou daarvan het gevolg moeten zijn, dat de werken niet worden ondernomen. De regeering moet dit standpunt innemen, omdat met het kunstmatig scheppen van werkgelegenheid alléén, de werkloosheid niet daadwerkelijk kan worden bestreden. Ten einde van dit crediet een werkelijk nuttig ren dement te verkrijgen, is het noodig dat het mede wordt aangewend om zooveel mogelijk belemmeringen weg te nemen, die de natuur lijke verruiming van de werkgelegenheid te genhouden. De regeering kan echter niet genoeg her halen, dat het onjuist is haar de bedoeling toe te schrijven van dwingend te willen in grijpen in het tegenwoordige loonpeil. Zij be schouwt het collectief looncontract als elke andere privaatrechtelijke overeenkomst. Zij is er zich ten volle van bewust, dat met in grijpen in privaatrechtelijke overeen komsten de uiterste voorzichtigheid moet worden be tracht. Een andere vraag is natuurlijk of de loonen reeds thans voldoende verlaagd zijn, zoodat de regeering op verdere verlaging geen invloed zou behoeven uit te oefenen- Het komt den ministers voor. dat hierop in het algemeen geen antwoord valt te geven, doch het lijdt geen twijfel, dat bij elke onderhandeling er volop gelegenheid zal zijn alle argumenten pro en contra ten volle tot hun recht te doen komen. Zij zijn van meening. dat men, wat men het 6thisch minimum pleegt te noemen, dit niet los van het economisch mogelijke mag bezien, zulks in het belang van de arbeidende bevol king in haar geheel. Lette men op het economisch mogelijke niet, dan zouden verhoudingen kunnen ontstaan, die tot toeneming van werkloosheid zouden leiden, De regeering, die dit gevaar nimmer uit het oog mag verliezen, is zich intusschen ook bewust van de gevaren welke in te groote en te plotselinge loondaling gelegen kunnen zijn. Zij is dan ook niet voornemens verder te gaan dan door de noodzakelijke aanpassing wordt gevorderd en ze is er van overtuigd, dat de geleidelijke weg naar lager loonpeil de meest verkiezelijke is. Productiekosten en werkloosheid. Nog op een ander punt moet de regeering een blijkbaar nog bestaand misverstand trachten weg te nemen. Zij heeft betoogd, dat verlaging van productiekosten noodzakelijk is ter verruiming van de werkgelegenheid, maar niet dat de opheffing van de werkloos heid afhankelijk zou zijn uitsluitend van het peil tot hetwelk de productiekosten» zouden zijn verlaagd. Evenzeer beantwoordt de Regeering ont kennend te vraag of niet de door loondaling bereikte concurrentiemogelijkheid door ge lijke maatregelen van het buitenland illusoir zal worden gemaakt. De Regeering wil niet direct ingrijpen in de loonen, in dien zin, dat zij dwingend zou willen optreden met betrekking tot de collec tieve looncontracten. Zij hoopt langs den weg van onderhandelingen te komen tot het ge wenschte resultaat. De Regeering venvacht, dat de door overleg tot stand gekomen loonen bij de uitvoering van het f 60 millioen-plan mede van invloed zullen zijn op het al- gemeen loonpeil, omdat niet venvacht kan worden, dat, wanneer eenmaal over het loonpeil bij een bepaald werk overeenstemming ïs verkregen, de loonen buiten dit werk op den duur op een ander peil gehandhaafd zullen kunnen worden. Zij erkent, dat verlaging van de kosten van het levensonderhoud zooveel mogelijk met loondaling moet samengaan. Zij is dan ook, waar mogelijk, in die richting werkzaam, ge lijk o.a. moge blijken uit het onlangs geno men besluit om in verband met de rentever laging, als gevolg van de conversie der Ned. Staatsschuld te komen tot huurverlaging. Op het punt van de handelspolitiek is de regeering voortdurend waakzaam. Het vraag stuk van de ordening van het bedrijfsleven heeft haar volle aandacht. Vestiging van nieuwe industrieën hier te lande zal, waar mogelijk en. wenschelijk, worden bevorderd. De Regeering is zich terdege bewust dat het wetsontwerp mede van belang is voor de gemeenten, met name voor die, waar de werkloosheid het grootst is. Zij is inderdaad voornemens om deze gemeenten zooveel mogelijk te gemoet te komen, door. voor zoover het de uitvoering van gemeentewer ken betreft, de daarvoor benoodigde kapitaalsuitgaven renteloos aan de gemeente voor te schieten. Anderzijds echter zal de Regeering daarbij de voorwaarde moeten stellen, dat ook de gemeente aan het doel, dat met het crediet wordt beoogd, zooveel als noodig is, medewerkt. Met name geldt dit voor die gemeenten, welke met betrekking tot de noodza kelijke versobering harer huishouding nog ten achter zijn gebleven. Daarbij zal met name de vraag onder het oog zijn te zien, of zij voor de bezoldiging van haar personeel nog regelingen handhaven, die boven redelijke nor men uitsteken. De uit te voeren werken. In het algemeen is het de bedoeling die werken te laten uitvoeren die kunnen bijdra gen tot verhooging van de economische weer baarheid van het land en tot vermindering der werkloosheid. Omtrent de vraag of het mogelijk zal zijn, het kapitaal aan te wenden voor het verkrij gen van werkverruiming in bestaande in dustrieën moet de regeering zich voorshands haar oordeel voorbehouden. Het gevaar ligt hier voor de hand, dat op deze wijze juist de aanpassing van de industrie aan de inter nationale concurrentie-eischen zou worden belemmerd. Het bestuur van het Werkfonds zal bij zijn werkzaamheid telkens met de vakcen- tralen in aanraking komen. Met het oog nier- op wordt 't niet noodig geacht vertegenwoor digers van die centralen in het bestuur op te nemen. CENTRALE VAN PERSONEEL IN 's RIJKS DIENST. De heer Perdok als voorzitter herkozen. De centrale van vereenigingen van personeel in rijksdienst heeft te Arnhegi haar algemeene bestuursvergadering gehouden onder leiding van den voorzitter der centrale, den heer F. Perdok Hzn. uit 's-Gravenhage. Na afhande ling van de huishoudelijke zaken werd het be stuur bij acclamatie herkozen, waarna de ver gadering zich bezig hield met de behandeling van de algemeene actiepunten. Besloten werd nog deel te nemen aan een opleidingsinstituut voor ambtenaren. NIEUWE DIRECTEUR BUREAU VAN RIJVAARDIGHEID. Tot directeur van het Centraal Bureau tot Afgifte van Bewijzen van Rijvaardigheid is benoemd de heer J. A. Gorter te 's-Graven- 1 age. ZIJN OOM DOODGESCHOTEN. 17-JARIGE JONGEN STAAT TERECHT. Voor het Bossche Gerechtshof heeft een 17- .arige jongen uit Weert terecht gestaan. d:e Dp 17 Januari j.l. op zijn oom, den 35-jarigen ongehuwd en los werkman L. Kampers, die bij zijn ouders inwoonde, opzettelijk, met het oogmerk hem te dooden. twee revolverschoten heeft gelost, die den dood van den man heb ben veroorzaakt. Voor dit feit had de recht bank beslist dat verdachte ter beschikking van de regeering zou worden gesteld. De advocaat-generaal eischte een jaar tucht school-straf en verzocht verdachte ter be schikking te stellen van de regeering. VERJAARDAG VAN DE KONINGIN. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de commissarissen der Koningin medegedeeld, dat het de wensch van H.M. is, dat haar geboortedag door hen, die zulks ook dit jaar wenschen zal kunnen worden herdacht In verband met het leed, dat het Koninklijk Huis heeft getroffen door het overlijden van de Koningin-Moeder, is het mede de wensch van de Koningin, dat het feestelijk karakter dit jaar niet op den voorgrond treedt. De mi nister verzoekt, van dit standpunt mededeeling te doen aan de besturen van de gemeenten, welke weder op hun beurt de daarvoor in aan merking komende corporaties en vereenigin gen van vorenstaande in kennis kunnen stel len. REGELEN VOOR UITWIJZING. BIJ KANS OP LEVENSGEVAAR VOOR- LOOPIG VERLOF HIER TE BLIJVEN. Naar de Tel. verneemt, heeft de minister van Justitie dezer dagen een nieuwe circulaire tot de politïe-autoriteiten gericht, in verband met nieuwe voorschriften voor de behandeling van vluchtelingen en vreemdelingen, die hier de grens zijn overgekomen. De minister heeft een aantal afzonderlijke regelingen vastgesteld. Zoo is er in die rege ling een rubriek vluchtelingen uit Duitsch- Land en niet-vluchtelingen uit Duitschland en voorts niet-Duitschers, die hier over de grens komen. Voor de vluchtelingen, die rechtstreeks uit Duitschland naar Nederland komen, is vast gesteld, dat zij niet meer naar andere landen kunnen worden uitgeleid. In gevallen, waarin aannemelijk kan worden gemaakt, dat de terugkeer der voor uitwijzing in aanmerking komende vluchtelingen onmiddellijk levensge vaar ten gevolge kan hebben, wordt bepaald, dat zij voorloopig op Nederlandsch gebied mo gen blijven. De vluchtelingen geen Duitschers en ook geen staatsloozen moeten zooveel mogelijk vrijwillig genoodzaakt worden naar het eigen land terug te gaan. Geschiedt zulks niet vrij willig, darr moet uitlevering aan het eigen land geschieden. Van het uitgeleiden naar andere landen van deze categorie moet voor taan worden afgezien. Het gevolg van deze circulaire zal o.m. zijn, dat uit te wijzen vreemdelingen niet meer naar België worden gebracht, van waar zij zoo dikwijls reeds dadelijk weer naar Nederland werden teruggevoerd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5