priha
X
Zomerdienst op den
Rijn in DuitseMand.
.De schoone onbekende"
WOENSDAG 27 JUNI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
9
(Adv. Ingez. Med.)
Maar er blijft voor al degenen, die dit niet
dragen kunnen, nog genoeg over in aardige
fleurige zomertoiletjes: de rechte waschbare
jurkjes, tot den hals gesloten, met korte
mouwtjes, de gebloemde japonnetjes en com
plets met klokrok. al die flatteuse en fleurige
costuumpjes van onverschietbare en vaak on
kreukbare stofjes, een ideale dracht voor den
zomer.
De zomermode heeft vele mogelijkheden;
zeg echter niet bij voorbaat al, dat iets be
paalds daarin u niet staat, want alleen bij het
passen kan men over een effect oordeelen.
„Leelijk zijn die gesloten jurkjes, waar alleen
de hals uitkomt", zei laatst iemand tegen
me, en in theorie heeft ze gelijk, maar in de
practijk heb ik er al menig zeer flatteus
japonnetje mee zien dragen.
Een belangrijk onderdeel van ons zomer-
toilet zijn de schoenen, de echte luchtige zo
merschoenen, wit of wit met zwart, of wit met
gekleurd, ook beige en lichtgrijs. Daarbij be-
hooren de opengewerkte kousen, die weer door
enkelen achterdochtig zijn bekeken toen zij in
de etalages verschenen, maar die nu toch wel
bij deze schoentjes-voor-echt-zomerweer blij
ken te passen.
Om een hoed die ons staat, behoeven wij de
zen zomer niet verlegen te zijn: de groote
platte hoed. het klelne-meisjes-hoedje met op
geslagen rand, het coquette geval op de neus
plus éen oor, de groote, slappe strandhoed, het
mutsje, voor ieder van ons is er wel iets flat
teus te vinden.
Tenslotte is ook nog de strand-garderobe
voor velen een belangrijk ding. want niet
alleen het badpak is een mode-verschijnsel,
ook alle strandtoiletjes hebben hun eigen
mode.
Het badpak met de verschuifbare rug kan
als een verbeterd model-1933 worden be
schouwd: alle zonnebaden teekenen de
schouder- en rugbanden duidelijk af, en de
fabrikanten van badcostuums meenen dit
met het moderne pak te kunnen voorkomen.
Wat betreft de strandtoiletjes, behalve de
strandjurken en pyjama's zullen er dezen zo
mer ook pantalons-als-rokken gedragen wor
den, driekwart lang, die den indruk van een
rok zullen geven.
Evenals in den vorigen zomer moet de rug
verbranden, en natuurlijk wordt dit in de
toiletten tot uiting gebracht. Maar bijpassend
is toch meestal een of ander kleeding-onder
deel, dat het mogelijk maakt om ook in dit
toilet ergens anders dan alleen in het zonne
bad te verschijnen. Met onze snel wisselende
temperaturen heeft dit ook nog het voordeel,
dat men het niet koud behoeft te hebben,
wanneer plotseling de thermometer een slor
dige tien graden daalt, en een kille damp uit
zee komt opzetten.
E. E. J.—5,
te keur terecht. (Museum in Assen en een
Oudheidkamer in Eramen) Dr. van Giffen heeft
reeds veel geëxploreerd, maar telkens en tel
kens weer worden nieuwe vondsten gedaan. Een
kleine verteekening in het zand brengt den
ingewijde plotseling op het spoor van eeuwen
oude dingen.
Voor hen, die een wandeltocht door Drente
willen maken, bestaat een uitstekende A. N.
W. B. uitgave; Te voet door Drenthe, waarin
een tocht van Assen naar Meppel wordt be
schreven. Hij gaat via Rolde, Gasselte, Borger,
Exloo, Odoorn, Valthe. Weerdinge. Emm en,
Sleen, Zweeloo, Oosterhesselen, Hoogeveen,
Dwlngeloo, Diever, Vledder, Frederiksoord,
Havelte en Ruinerwold. Deze route volgend
ziet men inderdaad tal van fraaie plekjes en
leert men een belangrijk deel der provincie
kennen, maar daarnaast blijft er veel moois
en speciaal Drentsch onbezocht. Zoo laat men
o.a, het meest ongerepte deel n.l. het Ellerts-
veld terzijde liggen. In de gehuchten Elp,
Mantinge en Garminge (de Vereeniging tot
behoud van Natuurmonumenten heeft het
prachtige Mantingerzand aangekocht) treft
men nog de ..hallewoningen", met de „baan
der" (schuurdeur) naar den weg gekeerd, de
„deel" en de vele bijgebouwen aan. Deze dorp
jes in de onmiddellijke nabijheid van de zeer
jonge nederzetting het Witte veen gelegen,
hebben het meeste van het oud-Dfentsche ka
rakter bewaard.
Bij den beschreven wandeltocht maakt men
evenmin kennis met de „kop" van Drente. Bij
zonder natuurschoon is daar bij Norg en Ro
den, bij Zuidlaren een der meest typische
Eschdorpen en Zeegse.
Vanuit de provincie zijn ook mooie tochten
te maken naar de wijde blauwe meren en de
breede vaarten van de Kop van Overijssel,
naar het Friesche merengebied, naar Stap
horst en Rouveen....
Touwtje-trekken.
'Doorgroefd door karresporen slingert deze zandweg te Darp (Havelte) zich langs bosschen
en heidevelden.
f ij, die Drente kennen, zullen er zich ten
allen tijde weer over verwonderen,
dat een behoorlijk ontwikkeld en be
reisd Nederlander tien provincies van
Eijn vaderland kent, althans één of meermalen
heeft bezocht. De elfde echter, die juist door
haar zeer bijzonderen eigenaard toch een extra
aantrekkingskracht moest hebben voor hen,
die hun vacantie onder wijde, expressieve
luchten, temidden van prachtige rustieke
schoonheid willen doorbrengen, die aan den
rand van een glinsterende veenplas, bij een
metershoogen jeneverbes uren kunnen liggen
mijmeren en genieten van voortdurend boeien
de kleurenschoonheid, is vrijwel onbekend.
Slechts enkelen hebben genoten van de groote
heidevelden, hebben gewandeld op de breede
schapendriften, begrensd door hooge wallen,
met zware eiken bezet.
Anderen kennen van de Oude Landschap,
niet meer dan het T.T. circuit bij Assen en
Hooghalen, dan de Smildervaart waarlangs
zij per auto raasden toen zij op weg waren
naar „de" stad, Groningen dan de weiden
en velden langs de spoorbaan,welke Drente van
Noord naar Zuid doorsnijdt.
Tenslotte zijn er dan nog de honderddui
zenden voor wie Nederland eindigt bij Zwolle,
die wel eens gehoord hebben van Giethoorn
en Staphorst (doch er nooit geweest zijn) en
bij wie de aardrijkskundige lessen slechts een
zeer kleine neerslag wat Drente betreft heb
ben achtergelaten, samengevat in deze enkele
woorden land van hei en struiken; turfstreek;
schapen; Veenhuizen, krententuin.
Zoo is dit dunbevolkt gewest nog geen va-
cantieoord geworden, zoo konden jaren achter
een de struik- en dopheide, de blauwe klokjes
gentianen, de Arnica bloeien, onopgemerkt, ver
geten schoonheid, alleen getoond aan hen, die
op ontdekking uitgingen en de reeds lang plat
getreden paden den rug hadden toegekeerd.
Zij vonden Drente en keerden erheen terug
zoo vaak zij maar konden. Doch de roepstem
van deze kleine groep tot vrienden en kennis
sen vermocht dezen lang.niet altijd te begees
teren tot het doen van den grooten reis.
daarom?
Ja, waarom toch?
Omdat „men" zich houdt aan het bekende
en zich ongaarne waagt aan een niet met
groote reclameplaten gepropageerd avontuur
omdat „men" deze veronachtzaamde provin
cie te nieuw en tevens te.oud vindt; ornaat
maar al teveel Nederlanders meer geïmpo
neerd worden door het schoone buiten onze
grenzen dan door de prachtiger streken in
eigen land.
En eindelijk, omdat Drente nu eenmaal
Drente is.
Toch mag men zich wel bedenken, dat het
onbekende Drente zich buitengewoon snel aan
de veranderende tijden aanpast. In enkele
tientallen jaren is het karakter van heele stre
ken radicaal gewijzigd. De trots alles voort
schrijdende cultuurarbeid heeft de „olde land
schap" op talrijke plaatsen gemetamorfo
seerd. Veel van het oude heeft moeten wijken,
Zij, die b.v. meenen, dat zij bij een zwerf
tocht door de velden meerdere malen een
herder met een kudde schapen zullen tegen
komen, vergissen zich deerlijk. In deze omge
ving, waarbij de scheper eertijds zoo geheel
aansloot, is hij een zeldzame figuur geworden.
Ge zult hem slechts op een zeer enkele plek
kunnen treffen en dan zeer waarschijnlijk op
den Hondsrug.
Door het verdwijnen van het oude .hetwelk
echter lang niet in zulk een vlot tempo ge
beurt, dat de provincie in. enkele jaren een
geheel ander karakter heeft gekregen en dat
men zich moet haasten om de laatste glim
pen van verdwijnende schoonheid op te van
gen) zijn verliezen geleden, maar evenzeer is
nieuwe pracht ontstaan. We denken daarbij
dan aan het uitstekende werk door Staats-
boschbeheer verricht. Wie van oordeel mocht
zijn, dat het roemruchtige Asser Stadsbosch
bij een bezoek aan Drente moogt ge dit
zeker niet vergeten één van de weinige bos-
schen in het gewest is, blijkt heelemaal niet
van den plaatselijken toestand op de hoogte
te zijn, Binnen een kort tijdsbestek zijn dui
zenden hectaren beboscht. Over de houtves
terijen Assen en Emmen is men bezig een
oppervlakte van ongeveer 15.000 H.A. te be
planten, waarbij zooveel mogelijk karakte
ristiek landschapschoon: een belangrijke plas.
jeneverbosschen enz. wordt bewaard. Behalve
naaldhout worden ook els, eik, beuk, prunus
en zilverpopulier aangeplant, overal zoo
eenigszins mogelijk gecombineerd,
Maar naast dit arbeidsveld van Staatsbosch-
beheer, dat zich vrij wel over het geheele ge
west uitstrekt: in het Zuid Westen heeft men
de boschwachterij Dwingeloo, in het Westen
Smilde en Appelscha, in Midden Drente Grol-
loo, Schoonloo en Westerbork, in het Noord
Oosten Gieten, in het Oosten Borger en in het
Zuid Oosten Emmen, Odoorn, Sleen en Gees,
is er nog dat ontzaglijk vele, dat reeds van
eeuwen her dateert.
Hoevele oude boschwallen zijn er niet? Waar
vindt men zulke schoonheid als in dat schit
terende natuurmonument, het Lheebroeker-
zand, in het Zuid Westen der provincie?
Drente is onbekend en soms zou men het
daarom gelukkig prijzen, omdat nu veel be
waard blijft voor hen, die iets bijzonders we
ten te apprecieeren, die de moeite nemen te
speuren en te zoeken. Den oppervlakkige zijn
de Drentsehe vlakten eentonig, hem zullen zij
niet trekken. Hem zullen de glinsterende heu
vels van de Veluwe, het geaccidenteerde land
schap van Zuid Limburg, de glans van het
strand bekoren. De natuurminnaars evenwel,
diegenen die de stilte op prijs stellen en die
schoonheid zoeken, zullen genieten van de
roode zonnedauw, van de- gele en groene
vruchten van het rijpende cipelgras, van de
plasranden, sneeuwwit van snavelbies en wol
legras.
Wie oog heeft voor archeologische bijzon
derheden kan in deze landstreken te kust en
Drente, het land, waar nog ettelijke relikt-
planten uit den Ijstijd zijn overgebleven, waar
men de goudveil vindt en de zeldzame schee-
degeelster, muskuskruid en orchideeën. Het
land, waar valken, buizerd, wulp, grutto, schol
ekster en tientallen andere volgelsoorten le
ven, waar verschillende reservaten zijn (naar
het oordeel van prof. dr. A. van Veldhuizen
nog veel te weinig en te gering van omvang),
land van hunebedden, van oude gebruiken,
van verscheidene dialecten, van vlakten en
bosschen, van beekjes en diepjes. land van
groote schatten, door slechts weinigen ont
dekt. Maar voor hoelang nog
G. N. L.
Hij geniet met volle teugen!
Piet en Bertus, Tjerk en Anton,
Henk en Arie, Kees en Daan,
Staan voor numero negen-en-zestig,
Om „haar" zien voorbij te gaan
Nora, Louise, Fie en Greta,
Jo en Corrie, Lot en Zus,
Komen langs de Groote Houtstraat,
Want het is gezellig, knus.
Waarom echter buiten wachten?
Buiten wachten duurt zoo lang;
Stap bij negen-en-zestig binnen,
Gaat er kijken wees niet bang.
En als ge een der mooie dingen,
In 't PRIMA-HUIS hebt uitgezocht,
Roepen buiten alle meisjes:
„Heb je dat voor mij gekocht?"
We hebben het erover, dat wij op ons
„Paaschbest" zijn uitgedoscht, of
dat wij ons als f eestlij ke „Pinkster
blommen" hebben aangedaan, maar
het allermeest en het allernauwkeurigst be
steden wij toch aandacht aan onze kleeding
wanneer de vacantie begint, en wij op reis
gaan. Want zoo zijn wij vrouwen nu eenmaal:
we willen furore maken tegenover anderen, en
dat niet om die anderen de oogen uit te sta
ken want daarvan worden wij weléens be
ticht, maar dat is een mannelijk bedenksel
dat kant noch wal raakt maar om voor
onszelf het gevoel te hebben, dat wij gezien
mogen worden, wat ons een zeker gevoel van
eigenwaarde geeft.
Op sommigen heeft dat de kluchtige uit
werking van: „Zie je me wel, ben ik niet
mooi", met een houding als een pauw, en de
neus in den wind. Maar aan de meesten geeft
het alleen de prettige gewaarwording dat men
met de kleeding voor den dag kan komen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat alles
modieus moet zijn tot in de uiterste puntjes,
dat de mode tegen beter weten in moet wor
den gevolgd, dat alle details geheel In over
eenstemming moeten zijn, want als dat zoo
was, hadden wij vrouwen allemaal een vetge-
spekte beurs noodig om aan dat verlangen te
kunnen voldoen. Wij kunnen het dan ook best
heel eenvoudig aanleggen, als wij maar zor
gen dat, wat we meenemen op ons vacantie-
reisje, in de puntjes in orde is.
Natuurlijk nemen wij eenige kledingstuk
ken mee, ook al gaan wij er maar voor een
paar dagen op uit, en daarvoor is een mantel
pak uitermate geschikt: een paar blouses
nemen in een koffertje, weinig plaats in, en
toch geven zij veel variatie-mogelijkheden.
Een paar dunne blouses, een gehaakt of ge
breid jumpertje met korte mouwen, een ge-
kleede blouse voor 's avonds, dat geeft warem
pel al een heele garderobe, die bijvoorbeeld
voor een fietstocht zeer practisch is. Een lin
nen mantelpak is bovendien heerlijk luchtig,
en wie bang is dat het nog wel eens koud zal
worden, neemt dan een costuum van zooge
naamde wollen linnen, een vrij dwaze bena
ming omdat het twee stoffen betreft, die niets
met elkaar gemeen hebben, maar in werke
lijkheid is het toch een echt linnen weefsel,
uitgevoerd in wol. Een flatteuze en aardige
dracht daarbij is een, eveneens erême-kleu-
rig hoedje van een dunne wollen tricot. Plat
als een pannekoek ligt het hoofddeksel, dac
een ronde, doorgestikte rand heeft, op tafel,
maar als wij het opzetten krijgt het vorm
door het hoofd, en blijkt het een pittig zo-
mersch hoedje te zijn.
Eén ding echter: draag een manteltje van
een mantelpak niet op een zomerjaponnetje,
dat past nooit bij elkaar, ook al is het cos-
tuumpje nog zoo modern: een blazer van
vroeger kan dan veel beter dienst doen.
De mode der japonnen voor dezen zomer
loopt wel zeer uiteen.
Aanlokkelijk van jeugdige luchtigheid zijn
de organdi-toiletjes, maar ze zijn dan ook ge
heel een privilege van de jonge meisjes, de
slanke, vlugge figuurtjes en de jonge gezicht
jes, waar het kinderlijke nog niet geheel
vreemd aan is. Onder al die uitstaande poer-
fen en strooken van het organdi-jurkje blijft
het meisje slank en elegant, terwijl een vrouw
met een meer geposeerd figuur er haar meer
dere omvang in ziet geaccentueerd, mede dooi
de teere kleuren en zoete patroontjes.
Een oude boerderij in het dorpje Elp bij Westerbork,
Wegens den lagen stand van het water van!
den Rijn heeft de „Köln-Düsseldorfer Rhein-
dampfschiffahrt" de dienstregeling een weinig
gewijzigd. Het verkeer op den Rijn blijft in
vollen omvang gehandhaafd, maar de duur
van de verschillende tochten is iets langer
geworden. Ten einde de reis echter te bespoe
digen zullen de schepen, gedurende den lagen
waterstand, aan enkele minder belangrijke
stations niet aanleggen.
Het verkeer op de Moezel tusschen Koblenz
en Bernkastel-Cues is normaal.