N AT IO N A L E MUZIKANTENLEVEN. STA TEN-GENERAAL Verkeersfonds in het centrum der critiek DONDERDAG 28 JUNI 1934 HAARLEM' S DAGBLAD 3 Sight-seeing in Cadiz. Aan den grond en weer vlot. Terug naar Sevilla. Een niet-klassieke serenade. Vaarwel Spanje! LEVENSVERZEKERING-BANK ROTTERDAM Geen koersverliezen bü een Beleggings-Polis der „Nationale (Adv. Ingez. Med.) TWEEDE KAMER BESLUIT. Nu onze spook-impressario na drie dagen alweer gevloden was. stonden wij wederom geheel op eigen beenen. Het leven kwam tot normaler proporties terug. Wij woonden in een goed hotel en hadden voor een paar dagen geld genoeg. Zoodra ons dat geluk te beurt viel dachten wij dat daarmede een ongelimi teerde periode van welstand was ingetreden en maakten ons nergens meer bezorgd over. Wij begonnen met de stad eens rustig te gaan bekijken. De vesting Cadiz, beschut achter zware steenen muren en wallen, rijst hoog en steil op uit de haar aan alle kanten omringende zee. Alleen in het Zuid-Oosten leidt een smalle, zandige landtong naar het vasteland. Eiken avond zwierven wij langs die geweldige wallen en kaden de heele stad rond, stelden vast dat de zee om Cadez tegen zonsondergang een kleur of liever een wisse ling van bruin-blauw-groene metaaltinten vertoont die ons niet nieuw was daar wij vroeger allebei changeant-dassen gedragen hadden en gingen daarna wijn drinken en cante jondo hooren in een zeemanskroeg aan de Westkade, waarvan de wanden geheel be schilderd zijn met wat men noemt „tafereelen uit het zeemansleven". Prachtig, geniaal werk dat in zijn primitieve, felheid een verrassende gelijkenis vertoont met de kunst van den „donanier" Rousseau. Toen wij op een schoonen namiddag door een afgelegen stadsgedeelte slenterden, kwam een beambte van het Radio-station amechtig achter ons aanhollen. De man was een be roerte nabij, had 5 minuten noodig om op adem te komen en verklaarde toen met hor ten en stooten dat hij den heelen middag dooi de stad gedraafd had om ons op te sporen. Of wij alsjeblieft dien avond weer voor de microfoon wilden spelen. Blijkbaar werd in Cadiz bij de samenstelling der radio-pro- gramma's wel eens iets aan het toeval over gelatenHet concert viel in den smaak en men engageerde ons meteen voor den volgen den dag. Maar toen kwam er stagnatie. Onze geldmiddelen werd zoo langzamerhand om gekeerd evenredig aan de schuld in het hotel. Daarbij kwam dat wij het. na ons sensationeel debuut voor de Radio en in de schouwburg, niet goed aandurfden om in Cadiz op straat te gaan spelen. Een paar dagen later zaten wij weer stevig vast, geen cent meer op zak en een hotelschuld van 31 peseta. Doch ook nu weer redde ons de Spaansche grandezza. De president van een circulo in de Duque de Tetuan, waar wij ten einde raad binnen waren gestapt om te vragen of wij er een concert mochten geven, antwoordde: Heel graag heeren. Wij hebben u al door de radio gehoord. Wat zijn uw condities? Moeilijke situatie. Van condities hadden wij geen begrip. Op goed geluk zei ik: In de circulo Mercantil te Sevilla hebben wij 75 peseta gehad. Nu hadden wij te Sevilla in geen enkele circulo gespeeld, maar ik koesterde een flauwe hoop dat ik het, door dat bedrag te noemen in het veel kleinere Cadiz op tenminste 50 peseta kon aansturen. Die hoop werd echter niet vervuld want de president glimlachte fijntjes en antwoordde: Mag ik u dan 100 aanbieden? Zoo'n antwoord kan alleen een Spanjaard geven. Wij speelden denzelfden avond betaalden onze schuld in het hotel en hielden 10 peseta over om uit Cadiz weg te komen. Maar hoe en waarheen? Jeno had een ingeving: Weet je wat Mickey, wij gaan de haven langs om te kijken wat voor schepen er liggen Is er een bij met een sympathieke bestemming dan stijgen wij aan boord, hetzij als blinde passagiers of als betalende wereldtouristen. Dat hangt maar van den passageprijs af. Het werd wereldtour isme. Na achtereenvol gens aan de bemaningen van een Ameri- kaansch vrachtschip en een Noorschen kolen boot verteld te hebben dat wij er niet aan dachten een voet op hun vaartuig te zetten, ontdekten wij een Spaansche boot die des nachts van de Canarische Eilanden binnen gekomen was en 's avonds om 10 uur via de Guadalquivir door zou stoomen naar Sevilla. Het was onze eenige kans. Twee kaartjes derde klasse 14 peseta. Saldo 5 peseta. Af voor brood en kaas 2 peseta, blijft over 3 peseta. Om 10 uur 's avonds zei de boot boe! tegen de motregen en zette zwaarmoedig deinend koers naar de monding van de Guadalquivir. De 3e klasse, voor in de punt gelegen, was een bedompt, kil hol met vunze kooien en vochtige matrassen, zonder lakens of dekens. Heerlijk vooruitzicht! Juist waren wij, vrij van eenig, enthousiasme, verdiept in de be schouwing van ons nachtverblijf, toen een officier ons en onze muziekinstrumenten in het oog kreeg, haastig verdween en een oogenblik later terug kwam met de bood schap dat de commandant ons uitnoodigde in de le klasse kajuit te komen. Wij troffen er, behalve den kapitein, een paar gapende passagiers benevens een piano aan. en "begonnen na ceremonieus verwelkomd te zijn, ijlings muziek te maken. Met de ge bruikelijke gevolgen van dien: vreugde, wijn. koekjes, sigaren en succes. Om 12 uur vroeg de kapitein of de heeren hem de eer wilden bewijzen in de le klasse te overnachten. Och. dat wilden de heeren wel. Na een heerlijken nacht werden wij wakker midden op de Guadalquivir. De boot lag naast een zandbank te wachten op hoog water; wij waren temidden van Las Marismas, eindelooze moerasvlakten. waar de voor de arenas be stemde vechtstieren in groote kuddes rond zwerven, bewaakt door rijzige ruiters, in leder gekleed en met lange lansen gewapend. De steward kwam vragen wat de heeren voor het ontbijt wenschten. De heeren dach ten aan hun 3 pesetas en aarzelden onhandig, waarop de steward glimlachend verduidelijkte: De commandant laat vragen wat de hee ren wenschen. Om 2 uur bereikte de boot Sevilla. Wij wil den den commandant, die op de brug de lan dingsmanoeuvre leidde, gaan bedanken voor zijn vorstelijke gastvrijheid maar hij was ons voor, gaf het commando over aan den eersten officier, kwam naar beneden en zegde ons, mede namens de passagiers, hartelijk dank voor het concert van den vorigen avond. Daar stonden wij ten tweeden male in Se villa, thans met een bedrijfskapitaal van 3 pe setas. Denzelfden middag speelden wij op straat, maakten een vrij goede recette en zoch ten onze oude fonda weer op, waar we in let terlijken zin met open armen ontvangen werden. Wat vind jij er nou eigenlijk van? vroeg Jeno Ik vind het reusachtig, maar ik vind ook dat wij tenslotte geen geregelden dienst Cadix- Sevilla vice-versa kunnen onderhouden en daarom moeten we verhuizen. Waar wou je dan heen? Dat weet je wel. Noord-Afrika, Marokko. En Granada dan? Komt later wel. Eerst een reis door Ma rokko. dan steken wij weer over naar Algeciras en gaan door het gebergte via Ronda naar Granada. En het geld voor den overtocht naar Tanger? Verdienen wij morgen Corrida 1) in de beroemde arena van Sevilla! Het zal stampvol zijn in de stad. De volte overtrof mijn stoutste verwachtin gen. Wij sjouwden den heelen dag rond. speel den letterlijk overal en haalden ruim 80 pese tas op. 's Nachts om half een op weg naar huis. kwamen wij langs een café waar nog een drukke troep menschen stond te drinken. Ik wankelde van vermoeidheid, maar Jeno wilde daar een laatste kansje wagen. Tegen den toonbank leunde een jonge, zeer dikke Andalusier die hartbrekend snikte, om ringd door een uitgebreiden kring van vrien den. Wij informeerden meewarig wat den stakker zoo van streek had gebracht en ver namen dat hij in de staatsloterij gespeeld. 1000 pesetas gewonnen, zich verloofd en vervolgens bedronken had. Ik ken wel menschen die om heel wat min der beginnen te huilen. Jullie moeten maar eens wat voor hem spelen, raadden de vrienden. Wij deden het en de gevolgen waren adem benemend. Hij prangde ons met berenkracht aan zijn vervettend hart, vergoot een extra tranenvloed, lalde herhaaldelijk iets over een serenade en bestelde vijf rijtuigen. Een voor ons, een voor hemzelf, twee voor de vrienden en een voor de bagage, welke bestond uit onze instrumenten en een ongeloofelijke hoeveel heid flesschen wijn. De zonderlinge stoet zette zich hotsend en bolderend in beweging en klepperde in de stilte van den nacht ratelend voort over de hobbelige keien van de binnenstad om eindelijk te stop pen in een duister, uitgestorven steegje. Ter wijl alles met groot gerucht werd uitgeladen begon de snikker op een deur te bonken. In die deur flapte na eenigen tijd een luikje open waardoor een krijschende stem een snelvuur van de vreeselijkste verwenschingen opende over de straat en alles wat zich daarin bevond. Vervolgens vloog het luikje dicht en Jeno uitte een kreet. Mickey, ik heb het! Zóó kan alleen een schoonmoeder schelden. Hier woont natuurlijk de verloofde van dat spek, wij moeten haar een serenade brengen en mama apprecieert dat niet. Als we daar maar levend afkomen. Hij had zoowaar gelijk, wij moesten spelen, Jeno op zijn saxophoon. ik op mijn trompet, viool mocht niet van den dikkert. Gezien het vergevorderd uur zette ik mijn meest effec tieven demper op de trompet en Jeno stopte een zakdoek in den beker van zijn saxo. Samen doedelden en snerpten wij aldus de serenade van Toselli om half twee 's nachts door een donker straatje van Sevilla, gevolgd door on telbare andere stukken. Het werd de vreemdste serenade welke ooit in Spanje heeft weerklon ken. Na eiken minnezang moesten wij. of wij wilden of niet, een flesch wijn leegdrinken. Het verdere verloop van die kunstmanifestatie staat mij niet zoo erg duidelijk meer voor den geest. Alleen weet ik nog dat tenslotte alle leden van het gezelschap lagen of zaten en weenden. Jeno en ik konden ons slechts op de been houden door de flesschen wijn die wij moesten opdrinken tersluiks leeg te gieten. Dat de bevolking van Sevilla geen collectieve slachting onder de heele bende heeft aange richt is mij nog heden ten dage een raadsel. Het was het laatste avontuur in Spanje. 's Morgens om 7 uur namen wij, niet geheel frisch, den trein naar Cadiz en staken vandaar den volgenden dag over naar Tanger. In Tangerdoch neen. Ik heb nu al weken lang verteld en zou nog maanden kun nen doorgaan. Tanger, het noordelijkste punt van Marokko, is het begin van een nieuw hoofdstuk, handelende over nieuwe avonturen en ondervindingen, mooie en leelijke, vroolijke en droevige. Tanger, Larache, Casablanca, Rabat, Fez, Meknes. En Marrakech, de woestijnstad, de roode sprookjesstad uit de 1001 nacht, waar het leven vijf eeuwen ten achter is, waar wij leef den temidden van de Arabieren, in een Ara bisch huis met mozaieken, fonteinen, slangen en schorpioenen, waarNeen, laat het hier uit zijn. Nog één ding. Ook in Tanger woonden wij in een Spaansche fonda en ook daar was na een week ons geld op, zoodat wij het eten niet meer konden betalen en onzen toevlucht namen tot het leugentje van Sevilla, de toevallig ont moette vrienden die ons ten eten hadden ge vraagd. Maar de hospita geloofde het niet, deed de buitendeur op slot, wees naar de ge dekte tafel en zei: Vergeet niet dat er twee dingen zijn die een mensch absoluut doen moet in dit leven, zingen en eten. Maar ik kan het niet betalen. Toen begon zij hartelijk te lachen en gaf mij het mooiste antwoord dat een sterveling mij ooit gegeven heeft: Als jij het dan niet kan zal de goede God het wel betalen! 1) Corrida: stierengevecht. CENTRALE BOND VAN TRANSPORT ARBEIDERS Onderzoek naar de bezoldigingen. Op den derden congresdag van den Centra- len Bond van Transportarbeiders werden de besprekingen over de voorstellen tot herzie ning der bezoldigingen voortgezet. Voorzitter Brautigam verdedigde het hoofd bestuursvoorstel. Hij vestigde er de aandacht' op, dat de Centrale Bond een naar verhouding groot aantal bestuurders heeft doordat onder den verzamelnaam „transportarbeiders" zoo-1 veel verschillende groepen arbeiders zijn sa mengebracht. Het aantal acties en collectieve contracten is daardoor wellicht grooter dan van alle andere bonden bij elkaar. Daardoor zijn de kosten ook hoog, maar deze moeten omlaag, omdat de financieele positie van den bond moet worden versterkt. Spr. adviseerde derhalve om het hoofdbe stuursvoorstel verlaging der bezoldigingen te aanvaarden. Met 133 tegen 96 stemmen werd tenslotte toch het voorstel Dordrecht aangenomen, dat zich uitspreekt om ten aan zien van deze kwestie eerst een commissie van onderzoek te benoemen. IR. KALFF EN MR. OUD ALS PALADIJNEN. Minister van Waterstaat doet enkele concessies. AANNEMING DER MOTIE-TILANUS EEN VERRASSING. 27 Juni. Uit het debat over de spelling onzer taal, bij de interpellatie-Tilanus waren drie mo ties gered, waarover de Kamer nu, na dagen van beraad, had te beslissen. De eerste motie was die van den heer Ti- lanus (c.h.) welke als het oordeel der Kamer uitsprak, dat de spelling van het z.g. com promis niet moet worden ingevoerd. Een tweede motie, die van den heer K. ter Laan (s. d.) was precies contra. Zij wilde de compromis-spelling met 1 September alge meen bij het onderwijs zien ingevoerd. Een derde motie, die van den heer Moller (r.k.) was meer algemeen. Zij verzoekt de Re geering met grooten aandrang strengere eischen te stellen voor de kennis van het Ne- derlandsche op alle scholen en bij alle exa mens, vooral bij die examens, die vereischt worden om de bevoegdheid te verwerven voor het geven van onderwijs. De verrassing was, maar wij gisteren nog in een deel onzer oplage hebben gemeld dat de Kamer de motie-Tilanus heeft aange nomen met 48 tegen 43 stemmen, nadat Mr. Goseling (r.k.) verklaard had, dat zijn fr ictie verdeeld dacht over de motie-Tilanus. Voor die motie stemden de Chr. Hist., de A. R. (be halve de heer Wielenga) de liberalen, de 2 aanwezige Staatk. Geref., 15 R. K. en de hee ren Vervoorn (Piatt. Bond), Lingbeek iH. G. S.), Westerman (Nat. Herst.) en Schaper (soc. dem.) Tegen de motie stemden de soc. dem. (be halve de heer Schaper) de vrijz. dem., de com munisten. 10 R.K. en de heeren Sneevliet (Rev. soc.) en van Houten (C. D. U.). De motie-ter Laan werd nu, bij zitten en opstaan, verworpen en de motie-Moller werd aangenomen met alleen de stemmen der communisten tegen. Het Verkeersfonds. Na deze stemmingen ging de Kamer weer verder met de behandeling van het wetsont werp inzake de instelling van een Verkeers fonds. Was er de vorige week critiek bij alle spre kers, ook thans was deze niet van de lucht. Na den heer van Des (S. G. P.) kwam ook de voorzitter der commissie van rapporteurs, de heer Bongaerts (r.k.) met vele bezwaren. Hij achtte dit ontwerp niet in 's lands belang en noemde het een stap in het duister. Deze spreker meende, dat hier de tekorten van de oude vervoermiddelen als een looden last worden gehangen aan de nieuwe en dat is z.i. geen goede economie. Ook de heer Duymaer van Twist (a. r.) had verschillende bezwaren, hij pleitte sterk voor coördenatie van het verkeer, maar meende, dat daarvoor het Verkeersfonds eerder een beletsel is, dan dat het deze bevordert. En de heer Bakker (c. hA> oordeelde, dat het ont werp geheel van een verkeerd beginsel uit gaat, want coördinatie van het verkeer moet voor gaan. Ook Dr. Bierema (lib.) bleek te vreezen, dat het Verkeersfonds de coördinatie van het verkeer zal tegen houden. En de heer van Braambeek (s. d.) zong den zang der bezwaarders mee. Hij zag als eisch, dat de vrije concurrentie tusschen de verkeers middelen niet kan worden bestendigd en er concentratie van het verkeer zal moeten ko men, gelijk ook in andere landen het geval is. Mr. P. J. OUD, Minister van Financiën. Het deed haast weldadig aan, dat de heer van Dijk <a. r.) de eerste der sprekers was, die een eenigszins milder oordeel over het ont werp gaf, Hij meende, dat dit moet gezien worden als een onderdeel van het financieele dekkingsplan der regeering. Hij had ook wel bezwaren, maar hoopte toch, dat de regeering door deze geheel of ten deele weg te nemen, het vele leden gemakkelijk zal maken, om zich met het ontwerp te vereenigen. Op zich zelf had hij geen bezwaar tegen dekking van het spoorweg tekort tot een bepaald bedrag uit het Verkeersfonds, maar de zorg voor de wegen mag daardoor niet in het gedrang komen. Na dit min of meer instemmend betoog, kwam de heer Rutgers van Rozenburg (c. h.) dadelijk weer met critiek. Zoowel Minister Kalff als Minister Oud hebben het Verkeersfonds verdedigd. De laatste vooral op financieele gronden. De 9 millioen, die er uit de voorgestelde maatregelen moeten komen, heeft de regee ring noodig in haar dekkingsplan. Het Verkeersfonds maakt van dat dekkings plan een belangrijk bestanddeel uit en daar om ried hij de Kamer dringend aan om 't te aanvaarden. Hij wees er ook met nadruk op, dat de spoorwegen geen particulier bedrijf zijn, zoo als het auto-vervoer, maar dat ze dikw-ls, met het oog op het algemeen belang en op den vervoersplicht, dingen moeten doen, die een bedrijf, dat alleen bedoelt winst te ma ken, niet zal doen. Waar in dit debat verwijten gericht waren tot de spoorwegen, dat men niet alles zou doen, om het spoorwegbedrijf zoo economisch mogelijk in te richten, daar wees Minister Kalff er op, dat er op het spoorwegbedrijf reeds 20 millioen bezuinigd Is en er wordt Ir. J. A. KALFF, Minister van Waterstaat. verder gegaan. Binnen afzienbaren tijd zal het spoorwegbedrijf worden gereorganiseerd, om zich aan te passen aan de nieuwe verhou dingen in het verkeer. Er moet coördinatie in het verkeer komen, doch dan moet, door het Verkeersfonds, de financieele ordening voorop gaan. Enkele concessies. Van achter de regeeringstafel werden en kele concessies gedaan. Allereerst werd de belangrijke bepaling voorgesteld, dat er voor de wegen uit het Verkeersfonds niet minder beschikbaar zal worden gesteld, dan de laatste jaren daar voor aanwezig was. Deze concessie neemt ze ker verschillenden bezwaren weg. Dan zullen de leden der vaste commissie voor het verkeer uit den Economischen Raad ook deel uitmaken van de Centrale commis sie, die dit ontwerp in het leven roept. En dan zullen in de Begrooting van het Verkeersfonds, die ieder jaar behandeld wordt, afzonderlijk vermeld worden de in komsten en de uitgaven van elk der vervoer middelen afzonderlijk. En het Verkeersfonds heeft absoluut niet alleen ten doel de tekor ten uit het Spoorwegbedrijf te dekken. De Kamer wil er nog eens even nader met de regeering over praten. Morgen valt de beslissing wel. Wij zien de kansen van het Verkeersfonds toch wel als iets gestegen, al was er heel veel critiek. OBSERVATOR. EERSTE KAMER. GEEN WIJZIGING DER HANDELSPOLITIEK? Het 60 millioen-plan besproken. DE LANDSBEGROOTIXG VOOR 1935. De nieuwe minister van Economische Zaken vertoonde zich onder leiding van de 30 iaar oudere en ervaren bewindslieden Dr. Colijn en prof. Slotemaker de Bruine gisteren in de Eerste Kamer. Onze voorzitter, die precies het protocol kent. zweeg, doch de leden kwa men alleen met de grootste hartelijkheid hem begroeten. De heer Van Lanschot (R.K.) vlocht in zijn rede over het wetsontwerp tot verleening van crediet voor werkverruiming een woord van welkom in. Deze leider van de R.-K. fractie deed echter nog meer. Hij nam de gelegenheid te baat om een zeer sterken aandrang uit te oefenen op de Regeering om onze handelspolitiek om te gooien en te gaan in de richting van het opportunistisch protec tionisme. Was het de aanwezigheid van den nieuwen minister, die nu nog de verdediging van de economische politiek overliet aan den leider van het kabinet, welke den heer van Lanschot daartoe dreef, of was het om het „Zuiden" tevreden te stellen? Zeker is dat deze rede ver uitging buiten het onderwerp en feitelijk een begrootings- speech was, die geheel het Regeeringsbeleid behandelde. Toen de voorzitter aan den tweeden spre ker het woord verleende, merkte hij dan ook zeer karakteristiek op, dat zulks was over het wetsontwerp tot vorleening van crediet voor werkverruiming, het z.g. 60 millioen-plan. Minister Colijn, die zijn rede aanving, doch direct tot heden uitstelde, merkte op, dat als een minister slechts een wetsontwerp behoef de te verdedigen dat gevaar liep verworpen te worden hij niet behoefde te spreken. Geen enkele stem heeft zich tegen dit wetsont werp verheven, al was de instemming niet bij alle sprekers even groot. Behalve de heer van Lanschot hebben de heeren Gelderman (v.b.), Ter Haar (c.h.). Danz (s.d.). de Bruyn r.k.), Otten (v.d.), De Zeeuw (s.d.) en Andriessen (r.k.) het woord gevoerd. Algemeen ging men accoord met de strek king van het wetsontwerp, de bestrijding van de werkloosheid. Doch verschil was er vooral over de loonpolitiek en het aanpassingspro ces. Tegenover de aandrang van den heer Gelderman om dit proces te bespoedigen, stel den de sociaal-democratische spreker en de heeren de Bruyn en Andriessen. dat verdere verlaging van loonen weinig kan beteekenen voor onzen export en de vaste kosten niet be- teeker.er.d verlaagt. De heer van Lanschot stelde zich in dit opzicht naast de Regeering. Aanpassing moet er zijn als het buitenland niet door contigen- teering en tariefmaatregelen toch den invoer van onze producten tegenhoud:. Met uitzondering van den heer Otten. die uitbreiding van cultuurgronden verdedigde, namen alle sprekers het op voor de industrie en handel. Vooral voor het eerste. Niet alleen de heer van Lanschot ook de heer Danz scheen genegen, om een meer agressieve politiek te voeren. Daarnevens werd opnieuw bepleit de oprichting van nieuwe in dustrieën. het verleenen van crediet op lan gen termijn en de oprichting van een indus- triebank. De heer Ter Haar nam het vooral op voor onze groote havensteden. Hij hoopte dat de Regeering onze zeescheepvaart zou steunen. De heer De Zeeuw was het meest critisch. Hij meende, dat de Regeering maar niet zoo andere maatregelen als devaluatie e.d. als on verantwoordelijke experimenten mag afwij zen. De loon kwestie werd uitvoerig door den heer de Bruyn behandeld. Hij en andere sprekers hoopten dat in het Bestuur van 't Wei-kfonds alsnog eenige lei ders van arbeidersvakvereenigingen zouden opgenomen worden. De heer Danz bepleitte ook de invoering van de 40-urige werkweek bij de werken, die onder dit plan zullen uitgevoerd worden. Uiterst bezorgd toonde de heer Van Lan schot zich over de financieele positie. In par lementaire kringen zoo zeide hij gaan geruchten over cijfers, die het tekort op de komende begrooting voor 1935 aangeven, wel ke een pijnlijke verrassing inhouden. Ook gaf de katholieke leider uiting aan de ongerustheid in de Zuidelijke provincies over onvoldoende militaire verdediging van dit deel van ons land. Minister Colijn. voor een deel gesecondeerd door zijn ambtgenoot van Sociale Zaken, hoor de alles ongestoord aan. Hij maakte vele aan- teekeningen en is blijkbaar van plan een uit voerige rede te houden. Slechts interrumpeerde hij toen de heer van Lanschot sprak over de handelspolitiek en een forschere houding tegenover Duitschland. Uit die interruptie, die den spreker herinnerde aan de handelsbalans, als een der factoren die de handelspolitiek bepalen, is af te leiden, dat de politiek van het kabinet door de in trede van een nieuwen minister wel niet ge wijzigd zal worden. In elk geval hooren we dat vandaag. OBSERVATOR. HANDELSBESPREKINGEN MET JAPAN. GEMENGDE COMMISSIE BENOEMD. Tijdens de algemeene vergadering van de Japansche en Nederlandsche delegaties voor de handelsbesprekingen werd besloten tot het instellen van een commissie, welke tot eerste taak heeft de bestudeering van de vraag stukken betreffende de statistiek van de im port en export en daarmede verband hou dende aangelegenheden, zoomede andere ob jectieve gegevens. De leden van de beide delegaties zullen aan de commissie alle mogelijke inlichtingen over bedoelde vraagstukken verstrekken. Door elke delegatie werden vier leden voor deze commissie aangewezen. Heden vertrekt de voorzitter van de Ja pansche delegatie, minister Nagaoka, voor zijn reis over Java, aldus meldt Aneta uit Ba tavia. ZES HOOFDINSPECTEURS ONTSLAGEN Alle zes hoofdinspecteurs over de loonslach- tende baconbedrijven (het waren zes groote baconfabrikanten. zoodat zij dus elkaar con troleerden) zijn volgens de „Vee- en Vleesch- handel" van hun functie ontheven. RELLETJES MET PROTESTEERENDE YVERKLOOZEN. Woensdagmiddag omstreeks 2 uur trokken een aantal steuntrekkende Amsterdamsc'ne werkloozen, naar schatting 50 a 60 man in optocht-formatie over het Damrak, onder het uiten van protestleuzen tegen steunverlaging. Zij vormden van tijd tot tijd een spreekkoor, waarbij zij hun verlangens kenbaar maak ten. Op dat oogenblik was slechts 1 agent van politie in de omgeving, die de optocht in afwachting van versterking, begeleidde en de menschen sommeerde uiteen te gaan. Zij ga ven hieraan echter geen gevolg en juist toen politieversterking arriveerde en de stoet ter hoogte van het Victoria-hotel was aangeland sommeerde de begeleidende agent hen onder het trekken van zijn sabel nogmaals uiteen te gaan. De betoogers gingen hierop den agent te lijf. Met getrokken sabel werden de demonstranten daarop door de inmiddels ge arriveerde politieversterking uiteengeslagen, waarbij een hunner, die den eersten agent te lijf was gegaan een klap op het hoofd be kwam, waardoor een bloedende wonde ont stond. Daar door verschillende agenten ge constateerd was, dat deze man den agent had aangevalylen, werd hij onmiddellijk in arrest gesteld wegens openbare geweldpleging. De overige demonstranten waren spoedig naar alle richtingen uiteengestoven. ZIEKTE VAN WEIL GECONSTATTEERD. Te Sprang-Capelle is bij een werkman van de gemeentelijke werkverschaffing de ziekte van Weil geconstateerd. De man had gezwommen in het afwate ringskanaal. NIEUW GEBOUW DER „CENTRALE ONDERLINGE". De „Centrale Onderlinge", de bedrijfsver- eeniging voor Ziekengeldverzekering heeft aan de van Alkemadelaan te 'sGravenhage een nieuw kantoor geopend, waarbij prof. dr. J. Veraart, de voorzitter der vereeniging de openingsrede heeft gehouden. Minister Slote maker de Brume hield vervolgens een rede, waarin hij zeide nooit spijt te hebben gehad aan deze bedrijfsvereniging een kans te heb ben gegeven zich geheel te ontplooien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5