N AT IO N A L E
MUZIKANTENLEVEN.
STA TEN-GENERAAL
Verkeersfonds in het centrum der critiek
DONDERDAG 28 JUNI 1934
HAARLEM' S DAGBLAD
3
Sight-seeing in Cadiz. Aan den grond en weer
vlot. Terug naar Sevilla. Een niet-klassieke
serenade. Vaarwel Spanje!
LEVENSVERZEKERING-BANK
ROTTERDAM
Geen koersverliezen bü een Beleggings-Polis
der „Nationale
(Adv. Ingez. Med.)
TWEEDE KAMER
BESLUIT.
Nu onze spook-impressario na drie dagen
alweer gevloden was. stonden wij wederom
geheel op eigen beenen. Het leven kwam tot
normaler proporties terug. Wij woonden in
een goed hotel en hadden voor een paar dagen
geld genoeg. Zoodra ons dat geluk te beurt
viel dachten wij dat daarmede een ongelimi
teerde periode van welstand was ingetreden
en maakten ons nergens meer bezorgd over.
Wij begonnen met de stad eens rustig te
gaan bekijken. De vesting Cadiz, beschut
achter zware steenen muren en wallen, rijst
hoog en steil op uit de haar aan alle kanten
omringende zee. Alleen in het Zuid-Oosten
leidt een smalle, zandige landtong naar het
vasteland. Eiken avond zwierven wij langs die
geweldige wallen en kaden de heele stad
rond, stelden vast dat de zee om Cadez tegen
zonsondergang een kleur of liever een wisse
ling van bruin-blauw-groene metaaltinten
vertoont die ons niet nieuw was daar wij
vroeger allebei changeant-dassen gedragen
hadden en gingen daarna wijn drinken en
cante jondo hooren in een zeemanskroeg aan
de Westkade, waarvan de wanden geheel be
schilderd zijn met wat men noemt „tafereelen
uit het zeemansleven". Prachtig, geniaal werk
dat in zijn primitieve, felheid een verrassende
gelijkenis vertoont met de kunst van den
„donanier" Rousseau.
Toen wij op een schoonen namiddag door
een afgelegen stadsgedeelte slenterden, kwam
een beambte van het Radio-station amechtig
achter ons aanhollen. De man was een be
roerte nabij, had 5 minuten noodig om op
adem te komen en verklaarde toen met hor
ten en stooten dat hij den heelen middag dooi
de stad gedraafd had om ons op te sporen.
Of wij alsjeblieft dien avond weer voor de
microfoon wilden spelen. Blijkbaar werd in
Cadiz bij de samenstelling der radio-pro-
gramma's wel eens iets aan het toeval over
gelatenHet concert viel in den smaak en
men engageerde ons meteen voor den volgen
den dag. Maar toen kwam er stagnatie. Onze
geldmiddelen werd zoo langzamerhand om
gekeerd evenredig aan de schuld in het hotel.
Daarbij kwam dat wij het. na ons sensationeel
debuut voor de Radio en in de schouwburg,
niet goed aandurfden om in Cadiz op straat
te gaan spelen. Een paar dagen later zaten
wij weer stevig vast, geen cent meer op zak
en een hotelschuld van 31 peseta. Doch ook
nu weer redde ons de Spaansche grandezza.
De president van een circulo in de Duque de
Tetuan, waar wij ten einde raad binnen
waren gestapt om te vragen of wij er een
concert mochten geven, antwoordde:
Heel graag heeren. Wij hebben u al door
de radio gehoord. Wat zijn uw condities?
Moeilijke situatie. Van condities hadden wij
geen begrip. Op goed geluk zei ik:
In de circulo Mercantil te Sevilla hebben
wij 75 peseta gehad.
Nu hadden wij te Sevilla in geen enkele
circulo gespeeld, maar ik koesterde een flauwe
hoop dat ik het, door dat bedrag te noemen
in het veel kleinere Cadiz op tenminste 50
peseta kon aansturen.
Die hoop werd echter niet vervuld want de
president glimlachte fijntjes en antwoordde:
Mag ik u dan 100 aanbieden?
Zoo'n antwoord kan alleen een Spanjaard
geven. Wij speelden denzelfden avond betaalden
onze schuld in het hotel en hielden 10 peseta
over om uit Cadiz weg te komen. Maar hoe
en waarheen?
Jeno had een ingeving:
Weet je wat Mickey, wij gaan de haven
langs om te kijken wat voor schepen er liggen
Is er een bij met een sympathieke bestemming
dan stijgen wij aan boord, hetzij als blinde
passagiers of als betalende wereldtouristen.
Dat hangt maar van den passageprijs af.
Het werd wereldtour isme. Na achtereenvol
gens aan de bemaningen van een Ameri-
kaansch vrachtschip en een Noorschen kolen
boot verteld te hebben dat wij er niet aan
dachten een voet op hun vaartuig te zetten,
ontdekten wij een Spaansche boot die des
nachts van de Canarische Eilanden binnen
gekomen was en 's avonds om 10 uur via de
Guadalquivir door zou stoomen naar Sevilla.
Het was onze eenige kans. Twee kaartjes
derde klasse 14 peseta. Saldo 5 peseta. Af voor
brood en kaas 2 peseta, blijft over 3 peseta.
Om 10 uur 's avonds zei de boot boe! tegen
de motregen en zette zwaarmoedig deinend
koers naar de monding van de Guadalquivir.
De 3e klasse, voor in de punt gelegen, was
een bedompt, kil hol met vunze kooien en
vochtige matrassen, zonder lakens of dekens.
Heerlijk vooruitzicht! Juist waren wij, vrij
van eenig, enthousiasme, verdiept in de be
schouwing van ons nachtverblijf, toen een
officier ons en onze muziekinstrumenten in
het oog kreeg, haastig verdween en een
oogenblik later terug kwam met de bood
schap dat de commandant ons uitnoodigde in
de le klasse kajuit te komen.
Wij troffen er, behalve den kapitein, een
paar gapende passagiers benevens een piano
aan. en "begonnen na ceremonieus verwelkomd
te zijn, ijlings muziek te maken. Met de ge
bruikelijke gevolgen van dien: vreugde, wijn.
koekjes, sigaren en succes. Om 12 uur vroeg
de kapitein of de heeren hem de eer wilden
bewijzen in de le klasse te overnachten.
Och. dat wilden de heeren wel. Na een
heerlijken nacht werden wij wakker midden
op de Guadalquivir. De boot lag naast een
zandbank te wachten op hoog water; wij
waren temidden van Las Marismas, eindelooze
moerasvlakten. waar de voor de arenas be
stemde vechtstieren in groote kuddes rond
zwerven, bewaakt door rijzige ruiters, in leder
gekleed en met lange lansen gewapend.
De steward kwam vragen wat de heeren
voor het ontbijt wenschten. De heeren dach
ten aan hun 3 pesetas en aarzelden onhandig,
waarop de steward glimlachend verduidelijkte:
De commandant laat vragen wat de hee
ren wenschen.
Om 2 uur bereikte de boot Sevilla. Wij wil
den den commandant, die op de brug de lan
dingsmanoeuvre leidde, gaan bedanken voor
zijn vorstelijke gastvrijheid maar hij was ons
voor, gaf het commando over aan den eersten
officier, kwam naar beneden en zegde ons,
mede namens de passagiers, hartelijk dank
voor het concert van den vorigen avond.
Daar stonden wij ten tweeden male in Se
villa, thans met een bedrijfskapitaal van 3 pe
setas. Denzelfden middag speelden wij op
straat, maakten een vrij goede recette en zoch
ten onze oude fonda weer op, waar we in let
terlijken zin met open armen ontvangen
werden.
Wat vind jij er nou eigenlijk van? vroeg
Jeno
Ik vind het reusachtig, maar ik vind ook
dat wij tenslotte geen geregelden dienst Cadix-
Sevilla vice-versa kunnen onderhouden en
daarom moeten we verhuizen.
Waar wou je dan heen?
Dat weet je wel. Noord-Afrika, Marokko.
En Granada dan?
Komt later wel. Eerst een reis door Ma
rokko. dan steken wij weer over naar Algeciras
en gaan door het gebergte via Ronda naar
Granada.
En het geld voor den overtocht naar
Tanger?
Verdienen wij morgen Corrida 1) in de
beroemde arena van Sevilla! Het zal stampvol
zijn in de stad.
De volte overtrof mijn stoutste verwachtin
gen. Wij sjouwden den heelen dag rond. speel
den letterlijk overal en haalden ruim 80 pese
tas op. 's Nachts om half een op weg naar huis.
kwamen wij langs een café waar nog een
drukke troep menschen stond te drinken. Ik
wankelde van vermoeidheid, maar Jeno wilde
daar een laatste kansje wagen.
Tegen den toonbank leunde een jonge, zeer
dikke Andalusier die hartbrekend snikte, om
ringd door een uitgebreiden kring van vrien
den. Wij informeerden meewarig wat den
stakker zoo van streek had gebracht en ver
namen dat hij in de staatsloterij gespeeld. 1000
pesetas gewonnen, zich verloofd en vervolgens
bedronken had.
Ik ken wel menschen die om heel wat min
der beginnen te huilen.
Jullie moeten maar eens wat voor hem
spelen, raadden de vrienden.
Wij deden het en de gevolgen waren adem
benemend. Hij prangde ons met berenkracht
aan zijn vervettend hart, vergoot een extra
tranenvloed, lalde herhaaldelijk iets over een
serenade en bestelde vijf rijtuigen. Een voor
ons, een voor hemzelf, twee voor de vrienden
en een voor de bagage, welke bestond uit onze
instrumenten en een ongeloofelijke hoeveel
heid flesschen wijn.
De zonderlinge stoet zette zich hotsend en
bolderend in beweging en klepperde in de stilte
van den nacht ratelend voort over de hobbelige
keien van de binnenstad om eindelijk te stop
pen in een duister, uitgestorven steegje. Ter
wijl alles met groot gerucht werd uitgeladen
begon de snikker op een deur te bonken. In die
deur flapte na eenigen tijd een luikje open
waardoor een krijschende stem een snelvuur
van de vreeselijkste verwenschingen opende
over de straat en alles wat zich daarin bevond.
Vervolgens vloog het luikje dicht en Jeno
uitte een kreet.
Mickey, ik heb het! Zóó kan alleen een
schoonmoeder schelden. Hier woont natuurlijk
de verloofde van dat spek, wij moeten haar een
serenade brengen en mama apprecieert dat
niet. Als we daar maar levend afkomen.
Hij had zoowaar gelijk, wij moesten spelen,
Jeno op zijn saxophoon. ik op mijn trompet,
viool mocht niet van den dikkert. Gezien het
vergevorderd uur zette ik mijn meest effec
tieven demper op de trompet en Jeno stopte
een zakdoek in den beker van zijn saxo. Samen
doedelden en snerpten wij aldus de serenade
van Toselli om half twee 's nachts door een
donker straatje van Sevilla, gevolgd door on
telbare andere stukken. Het werd de vreemdste
serenade welke ooit in Spanje heeft weerklon
ken. Na eiken minnezang moesten wij. of wij
wilden of niet, een flesch wijn leegdrinken.
Het verdere verloop van die kunstmanifestatie
staat mij niet zoo erg duidelijk meer voor den
geest. Alleen weet ik nog dat tenslotte alle
leden van het gezelschap lagen of zaten en
weenden. Jeno en ik konden ons slechts op de
been houden door de flesschen wijn die wij
moesten opdrinken tersluiks leeg te gieten.
Dat de bevolking van Sevilla geen collectieve
slachting onder de heele bende heeft aange
richt is mij nog heden ten dage een raadsel.
Het was het laatste avontuur in Spanje.
's Morgens om 7 uur namen wij, niet geheel
frisch, den trein naar Cadiz en staken vandaar
den volgenden dag over naar Tanger.
In Tangerdoch neen. Ik heb nu al
weken lang verteld en zou nog maanden kun
nen doorgaan. Tanger, het noordelijkste punt
van Marokko, is het begin van een nieuw
hoofdstuk, handelende over nieuwe avonturen
en ondervindingen, mooie en leelijke, vroolijke
en droevige. Tanger, Larache, Casablanca,
Rabat, Fez, Meknes.
En Marrakech, de woestijnstad, de roode
sprookjesstad uit de 1001 nacht, waar het
leven vijf eeuwen ten achter is, waar wij leef
den temidden van de Arabieren, in een Ara
bisch huis met mozaieken, fonteinen, slangen
en schorpioenen, waarNeen, laat het hier
uit zijn.
Nog één ding. Ook in Tanger woonden wij in
een Spaansche fonda en ook daar was na een
week ons geld op, zoodat wij het eten niet meer
konden betalen en onzen toevlucht namen tot
het leugentje van Sevilla, de toevallig ont
moette vrienden die ons ten eten hadden ge
vraagd. Maar de hospita geloofde het niet,
deed de buitendeur op slot, wees naar de ge
dekte tafel en zei:
Vergeet niet dat er twee dingen zijn die
een mensch absoluut doen moet in dit leven,
zingen en eten.
Maar ik kan het niet betalen.
Toen begon zij hartelijk te lachen en gaf mij
het mooiste antwoord dat een sterveling mij
ooit gegeven heeft:
Als jij het dan niet kan zal de goede God het
wel betalen!
1) Corrida: stierengevecht.
CENTRALE BOND VAN TRANSPORT
ARBEIDERS
Onderzoek naar de bezoldigingen.
Op den derden congresdag van den Centra-
len Bond van Transportarbeiders werden de
besprekingen over de voorstellen tot herzie
ning der bezoldigingen voortgezet.
Voorzitter Brautigam verdedigde het hoofd
bestuursvoorstel. Hij vestigde er de aandacht'
op, dat de Centrale Bond een naar verhouding
groot aantal bestuurders heeft doordat onder
den verzamelnaam „transportarbeiders" zoo-1
veel verschillende groepen arbeiders zijn sa
mengebracht. Het aantal acties en collectieve
contracten is daardoor wellicht grooter dan
van alle andere bonden bij elkaar. Daardoor
zijn de kosten ook hoog, maar deze moeten
omlaag, omdat de financieele positie van den
bond moet worden versterkt.
Spr. adviseerde derhalve om het hoofdbe
stuursvoorstel verlaging der bezoldigingen
te aanvaarden. Met 133 tegen 96 stemmen
werd tenslotte toch het voorstel Dordrecht
aangenomen, dat zich uitspreekt om ten aan
zien van deze kwestie eerst een commissie van
onderzoek te benoemen.
IR. KALFF EN MR. OUD ALS
PALADIJNEN.
Minister van Waterstaat doet
enkele concessies.
AANNEMING DER MOTIE-TILANUS EEN
VERRASSING.
27 Juni.
Uit het debat over de spelling onzer taal,
bij de interpellatie-Tilanus waren drie mo
ties gered, waarover de Kamer nu, na dagen
van beraad, had te beslissen.
De eerste motie was die van den heer Ti-
lanus (c.h.) welke als het oordeel der Kamer
uitsprak, dat de spelling van het z.g. com
promis niet moet worden ingevoerd.
Een tweede motie, die van den heer K. ter
Laan (s. d.) was precies contra. Zij wilde de
compromis-spelling met 1 September alge
meen bij het onderwijs zien ingevoerd.
Een derde motie, die van den heer Moller
(r.k.) was meer algemeen. Zij verzoekt de Re
geering met grooten aandrang strengere
eischen te stellen voor de kennis van het Ne-
derlandsche op alle scholen en bij alle exa
mens, vooral bij die examens, die vereischt
worden om de bevoegdheid te verwerven voor
het geven van onderwijs.
De verrassing was, maar wij gisteren nog
in een deel onzer oplage hebben gemeld
dat de Kamer de motie-Tilanus heeft aange
nomen met 48 tegen 43 stemmen, nadat Mr.
Goseling (r.k.) verklaard had, dat zijn fr ictie
verdeeld dacht over de motie-Tilanus. Voor
die motie stemden de Chr. Hist., de A. R. (be
halve de heer Wielenga) de liberalen, de 2
aanwezige Staatk. Geref., 15 R. K. en de hee
ren Vervoorn (Piatt. Bond), Lingbeek iH. G.
S.), Westerman (Nat. Herst.) en Schaper
(soc. dem.)
Tegen de motie stemden de soc. dem. (be
halve de heer Schaper) de vrijz. dem., de com
munisten. 10 R.K. en de heeren Sneevliet
(Rev. soc.) en van Houten (C. D. U.).
De motie-ter Laan werd nu, bij zitten en
opstaan, verworpen en de motie-Moller werd
aangenomen met alleen de stemmen der
communisten tegen.
Het Verkeersfonds.
Na deze stemmingen ging de Kamer weer
verder met de behandeling van het wetsont
werp inzake de instelling van een Verkeers
fonds.
Was er de vorige week critiek bij alle spre
kers, ook thans was deze niet van de lucht.
Na den heer van Des (S. G. P.) kwam ook de
voorzitter der commissie van rapporteurs, de
heer Bongaerts (r.k.) met vele bezwaren. Hij
achtte dit ontwerp niet in 's lands belang en
noemde het een stap in het duister. Deze
spreker meende, dat hier de tekorten van de
oude vervoermiddelen als een looden last
worden gehangen aan de nieuwe en dat is
z.i. geen goede economie.
Ook de heer Duymaer van Twist (a. r.) had
verschillende bezwaren, hij pleitte sterk voor
coördenatie van het verkeer, maar meende,
dat daarvoor het Verkeersfonds eerder een
beletsel is, dan dat het deze bevordert. En de
heer Bakker (c. hA> oordeelde, dat het ont
werp geheel van een verkeerd beginsel uit
gaat, want coördinatie van het verkeer moet
voor gaan. Ook Dr. Bierema (lib.) bleek te
vreezen, dat het Verkeersfonds de coördinatie
van het verkeer zal tegen houden. En de
heer van Braambeek (s. d.) zong den zang
der bezwaarders mee. Hij zag als eisch, dat
de vrije concurrentie tusschen de verkeers
middelen niet kan worden bestendigd en er
concentratie van het verkeer zal moeten ko
men, gelijk ook in andere landen het geval is.
Mr. P. J. OUD, Minister van Financiën.
Het deed haast weldadig aan, dat de heer
van Dijk <a. r.) de eerste der sprekers was,
die een eenigszins milder oordeel over het ont
werp gaf, Hij meende, dat dit moet gezien
worden als een onderdeel van het financieele
dekkingsplan der regeering. Hij had ook wel
bezwaren, maar hoopte toch, dat de regeering
door deze geheel of ten deele weg te nemen,
het vele leden gemakkelijk zal maken, om
zich met het ontwerp te vereenigen. Op zich
zelf had hij geen bezwaar tegen dekking van
het spoorweg tekort tot een bepaald bedrag
uit het Verkeersfonds, maar de zorg voor de
wegen mag daardoor niet in het gedrang
komen.
Na dit min of meer instemmend betoog,
kwam de heer Rutgers van Rozenburg (c. h.)
dadelijk weer met critiek.
Zoowel Minister Kalff als Minister Oud
hebben het Verkeersfonds verdedigd.
De laatste vooral op financieele gronden.
De 9 millioen, die er uit de voorgestelde
maatregelen moeten komen, heeft de regee
ring noodig in haar dekkingsplan.
Het Verkeersfonds maakt van dat dekkings
plan een belangrijk bestanddeel uit en daar
om ried hij de Kamer dringend aan om 't te
aanvaarden.
Hij wees er ook met nadruk op, dat de
spoorwegen geen particulier bedrijf zijn, zoo
als het auto-vervoer, maar dat ze dikw-ls,
met het oog op het algemeen belang en op
den vervoersplicht, dingen moeten doen, die
een bedrijf, dat alleen bedoelt winst te ma
ken, niet zal doen.
Waar in dit debat verwijten gericht waren
tot de spoorwegen, dat men niet alles zou
doen, om het spoorwegbedrijf zoo economisch
mogelijk in te richten, daar wees Minister
Kalff er op, dat er op het spoorwegbedrijf
reeds 20 millioen bezuinigd Is en er wordt
Ir. J. A. KALFF, Minister van Waterstaat.
verder gegaan. Binnen afzienbaren tijd zal
het spoorwegbedrijf worden gereorganiseerd,
om zich aan te passen aan de nieuwe verhou
dingen in het verkeer.
Er moet coördinatie in het verkeer komen,
doch dan moet, door het Verkeersfonds, de
financieele ordening voorop gaan.
Enkele concessies.
Van achter de regeeringstafel werden en
kele concessies gedaan.
Allereerst werd de belangrijke bepaling
voorgesteld, dat er voor de wegen uit het
Verkeersfonds niet minder beschikbaar zal
worden gesteld, dan de laatste jaren daar
voor aanwezig was. Deze concessie neemt ze
ker verschillenden bezwaren weg.
Dan zullen de leden der vaste commissie
voor het verkeer uit den Economischen Raad
ook deel uitmaken van de Centrale commis
sie, die dit ontwerp in het leven roept.
En dan zullen in de Begrooting van het
Verkeersfonds, die ieder jaar behandeld
wordt, afzonderlijk vermeld worden de in
komsten en de uitgaven van elk der vervoer
middelen afzonderlijk. En het Verkeersfonds
heeft absoluut niet alleen ten doel de tekor
ten uit het Spoorwegbedrijf te dekken.
De Kamer wil er nog eens even nader met
de regeering over praten.
Morgen valt de beslissing wel. Wij zien de
kansen van het Verkeersfonds toch wel als
iets gestegen, al was er heel veel critiek.
OBSERVATOR.
EERSTE KAMER.
GEEN WIJZIGING DER
HANDELSPOLITIEK?
Het 60 millioen-plan
besproken.
DE LANDSBEGROOTIXG VOOR 1935.
De nieuwe minister van Economische Zaken
vertoonde zich onder leiding van de 30 iaar
oudere en ervaren bewindslieden Dr. Colijn
en prof. Slotemaker de Bruine gisteren in
de Eerste Kamer. Onze voorzitter, die precies
het protocol kent. zweeg, doch de leden kwa
men alleen met de grootste hartelijkheid hem
begroeten. De heer Van Lanschot (R.K.)
vlocht in zijn rede over het wetsontwerp tot
verleening van crediet voor werkverruiming
een woord van welkom in. Deze leider van de
R.-K. fractie deed echter nog meer. Hij nam
de gelegenheid te baat om een zeer sterken
aandrang uit te oefenen op de Regeering om
onze handelspolitiek om te gooien en te gaan
in de richting van het opportunistisch protec
tionisme. Was het de aanwezigheid van den
nieuwen minister, die nu nog de verdediging
van de economische politiek overliet aan den
leider van het kabinet, welke den heer van
Lanschot daartoe dreef, of was het om het
„Zuiden" tevreden te stellen?
Zeker is dat deze rede ver uitging buiten
het onderwerp en feitelijk een begrootings-
speech was, die geheel het Regeeringsbeleid
behandelde.
Toen de voorzitter aan den tweeden spre
ker het woord verleende, merkte hij dan ook
zeer karakteristiek op, dat zulks was over het
wetsontwerp tot vorleening van crediet voor
werkverruiming, het z.g. 60 millioen-plan.
Minister Colijn, die zijn rede aanving, doch
direct tot heden uitstelde, merkte op, dat als
een minister slechts een wetsontwerp behoef
de te verdedigen dat gevaar liep verworpen
te worden hij niet behoefde te spreken. Geen
enkele stem heeft zich tegen dit wetsont
werp verheven, al was de instemming niet bij
alle sprekers even groot. Behalve de heer van
Lanschot hebben de heeren Gelderman (v.b.),
Ter Haar (c.h.). Danz (s.d.). de Bruyn r.k.),
Otten (v.d.), De Zeeuw (s.d.) en Andriessen
(r.k.) het woord gevoerd.
Algemeen ging men accoord met de strek
king van het wetsontwerp, de bestrijding van
de werkloosheid. Doch verschil was er vooral
over de loonpolitiek en het aanpassingspro
ces. Tegenover de aandrang van den heer
Gelderman om dit proces te bespoedigen, stel
den de sociaal-democratische spreker en de
heeren de Bruyn en Andriessen. dat verdere
verlaging van loonen weinig kan beteekenen
voor onzen export en de vaste kosten niet be-
teeker.er.d verlaagt.
De heer van Lanschot stelde zich in dit
opzicht naast de Regeering. Aanpassing moet
er zijn als het buitenland niet door contigen-
teering en tariefmaatregelen toch den invoer
van onze producten tegenhoud:.
Met uitzondering van den heer Otten. die
uitbreiding van cultuurgronden verdedigde,
namen alle sprekers het op voor de industrie
en handel. Vooral voor het eerste.
Niet alleen de heer van Lanschot ook de
heer Danz scheen genegen, om een meer
agressieve politiek te voeren. Daarnevens werd
opnieuw bepleit de oprichting van nieuwe in
dustrieën. het verleenen van crediet op lan
gen termijn en de oprichting van een indus-
triebank.
De heer Ter Haar nam het vooral op voor
onze groote havensteden. Hij hoopte dat de
Regeering onze zeescheepvaart zou steunen.
De heer De Zeeuw was het meest critisch.
Hij meende, dat de Regeering maar niet zoo
andere maatregelen als devaluatie e.d. als on
verantwoordelijke experimenten mag afwij
zen.
De loon kwestie werd uitvoerig door den heer
de Bruyn behandeld.
Hij en andere sprekers hoopten dat in het
Bestuur van 't Wei-kfonds alsnog eenige lei
ders van arbeidersvakvereenigingen zouden
opgenomen worden.
De heer Danz bepleitte ook de invoering
van de 40-urige werkweek bij de werken, die
onder dit plan zullen uitgevoerd worden.
Uiterst bezorgd toonde de heer Van Lan
schot zich over de financieele positie. In par
lementaire kringen zoo zeide hij gaan
geruchten over cijfers, die het tekort op de
komende begrooting voor 1935 aangeven, wel
ke een pijnlijke verrassing inhouden.
Ook gaf de katholieke leider uiting aan de
ongerustheid in de Zuidelijke provincies over
onvoldoende militaire verdediging van dit
deel van ons land.
Minister Colijn. voor een deel gesecondeerd
door zijn ambtgenoot van Sociale Zaken, hoor
de alles ongestoord aan. Hij maakte vele aan-
teekeningen en is blijkbaar van plan een uit
voerige rede te houden.
Slechts interrumpeerde hij toen de heer van
Lanschot sprak over de handelspolitiek en een
forschere houding tegenover Duitschland. Uit
die interruptie, die den spreker herinnerde
aan de handelsbalans, als een der factoren
die de handelspolitiek bepalen, is af te leiden,
dat de politiek van het kabinet door de in
trede van een nieuwen minister wel niet ge
wijzigd zal worden. In elk geval hooren we dat
vandaag.
OBSERVATOR.
HANDELSBESPREKINGEN
MET JAPAN.
GEMENGDE COMMISSIE BENOEMD.
Tijdens de algemeene vergadering van de
Japansche en Nederlandsche delegaties voor
de handelsbesprekingen werd besloten tot het
instellen van een commissie, welke tot eerste
taak heeft de bestudeering van de vraag
stukken betreffende de statistiek van de im
port en export en daarmede verband hou
dende aangelegenheden, zoomede andere ob
jectieve gegevens.
De leden van de beide delegaties zullen aan
de commissie alle mogelijke inlichtingen over
bedoelde vraagstukken verstrekken. Door
elke delegatie werden vier leden voor deze
commissie aangewezen.
Heden vertrekt de voorzitter van de Ja
pansche delegatie, minister Nagaoka, voor
zijn reis over Java, aldus meldt Aneta uit Ba
tavia.
ZES HOOFDINSPECTEURS ONTSLAGEN
Alle zes hoofdinspecteurs over de loonslach-
tende baconbedrijven (het waren zes groote
baconfabrikanten. zoodat zij dus elkaar con
troleerden) zijn volgens de „Vee- en Vleesch-
handel" van hun functie ontheven.
RELLETJES MET PROTESTEERENDE
YVERKLOOZEN.
Woensdagmiddag omstreeks 2 uur trokken
een aantal steuntrekkende Amsterdamsc'ne
werkloozen, naar schatting 50 a 60 man in
optocht-formatie over het Damrak, onder het
uiten van protestleuzen tegen steunverlaging.
Zij vormden van tijd tot tijd een spreekkoor,
waarbij zij hun verlangens kenbaar maak
ten. Op dat oogenblik was slechts 1 agent
van politie in de omgeving, die de optocht in
afwachting van versterking, begeleidde en de
menschen sommeerde uiteen te gaan. Zij ga
ven hieraan echter geen gevolg en juist toen
politieversterking arriveerde en de stoet ter
hoogte van het Victoria-hotel was aangeland
sommeerde de begeleidende agent hen onder
het trekken van zijn sabel nogmaals uiteen
te gaan. De betoogers gingen hierop den
agent te lijf. Met getrokken sabel werden de
demonstranten daarop door de inmiddels ge
arriveerde politieversterking uiteengeslagen,
waarbij een hunner, die den eersten agent te
lijf was gegaan een klap op het hoofd be
kwam, waardoor een bloedende wonde ont
stond. Daar door verschillende agenten ge
constateerd was, dat deze man den agent had
aangevalylen, werd hij onmiddellijk in arrest
gesteld wegens openbare geweldpleging. De
overige demonstranten waren spoedig naar
alle richtingen uiteengestoven.
ZIEKTE VAN WEIL GECONSTATTEERD.
Te Sprang-Capelle is bij een werkman van
de gemeentelijke werkverschaffing de ziekte
van Weil geconstateerd.
De man had gezwommen in het afwate
ringskanaal.
NIEUW GEBOUW DER „CENTRALE
ONDERLINGE".
De „Centrale Onderlinge", de bedrijfsver-
eeniging voor Ziekengeldverzekering heeft
aan de van Alkemadelaan te 'sGravenhage
een nieuw kantoor geopend, waarbij prof. dr.
J. Veraart, de voorzitter der vereeniging de
openingsrede heeft gehouden. Minister Slote
maker de Brume hield vervolgens een rede,
waarin hij zeide nooit spijt te hebben gehad
aan deze bedrijfsvereniging een kans te heb
ben gegeven zich geheel te ontplooien.