zeeroovers»
H.D.*
VERTELLING
ZATERDAG 21 JULI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
7
De kust van Zuid China wetne.lt van picaten.
Wat een mensehenleven waard is.
Een hoofdstraat in het Chineesche gedeelte van Hongkong.
„Een kille grijze morgen. Steeds weer signa
len gevend, nadert de „Ban Hok" langzaam
Hong Kong. Plotseling even aan bakboord een
reeks korte schitteringen, direct rinkelen de
telegrafen, sidderingen doorloopen het schip,
beide motoren werken volle kracht achter
uit.
Dan. als we stilliggen, klinkt door de, na het
dagenlange gegons en getril der machines,
vreemd aandoende stilte, geroep, geplas, van
riemen, gekraak en gepiep van loopende val
len en katrollen. Een reeds half neergehaald
reil doemt op, de loodsboot schiet langszij.
Door de smalle steile Tjing Chaupassage
stoomen we de mistige reede op. Vaag zien we
de omtrekken der op de boeien gemeerde
stoomers. Rond om ons klinkt het klokgelui
.van de ten anker liggende schepen, de ketel
muziek der met volle zeilen soms vlak voor ons
overstevenende visschers- of handelsjonken,
het gegil der barkassen, de zware stoomfluit
van den Japanner voor ons.. Het wordt lichter.
Tegen den donkeren heuvel worden de hooge
lichtgrijze huizen van Victoria-City zichtbaar.
Even later ook Wan Chu Chan het steenklop
pers eiland en de goedangs van onze voorloo-
pige bestemming, Kowloon aan de Chineesche
kust.
Een sleepboot maakt vast aan onze voor-
tros. Op den steiger wordt met een wit-blauw
geblokte vlag gezwaaid, de seinvlag „N", die
de plaats aangeeft waar de kop van ons schip
zal komen te liggen.
Aan de overzijde van het nauwe haventje
waar we in moeten liggen vijf- en zes rijen de
jonken. De kleinere zijn bijna uitsluitend be
mand" met vrouwen en meisjes. Ook op de
groote. dikwijls met kanonnen bewapende,
handelsjonken worden zeilen en roer meest
door vrouwen bediend. De mannen varen op de
stoomschepen, zorgen voor het onderhoud dei-
jonken, het verwerken der lading in de havens
of nemen er de keuken bij waar.
Langstaartige, scheefoogige moeders, met
zuigelingen op den rug gebonden wrikken of
roeien hun kleine vaartuigen voor het schip
uit. Telkens als de vrouw achterover komt slin
gert het uit den doek stekende kale kinder
kopje alsof het van den romp afmoet. Geen
wonder, dat zij die dit overleven stevige hals
wervels hebben. Alleen de sterken krijgen
hier een kans.
We hebben ruim twaalfhonderd dekpassa
giers aan boord, meest terugkeerende koelies
en kleine handelslieden, waarvan ongeveer één
derde voor Honkong bestemd is.
Nadat deze gedebarkeera zijn worden wisse
laars en kooplieden toegelaten. Het zilver en
daarmee de Hongkongdollar staat laag, voor
één Hollandsche gulden en één dubbeltje krijgt
men twee zilveren dollars ter grootte van een
rijksdaalder. De kooplieden trachten de door
gaande passagiers overjassen, wollen truien,
ondergoed en heete spijzen te verkoopen.
De snelle klimaatsovergang tusschen het
warme Singapore en het vooral in den vroegen
morgen, kille vochtige Hongkong heeft de
menschen huiverig gemaakt. De uit Neder-
ïandsch-Indië en de Straits-Settlements te
rugkeerenden beschikken over wat geld, de
prijzen zijn door de valuta abnormaal laag, er
worden dus goede zaken gedaan.
Tegenover ons op de boeien liggen kruisers,
transportschepen, jagers, duikbooten en 't ge
weldige drijvende aerodrome ..Eagle", het op
vallendste vaartuig dat wij nog kort geleden
op de groote Britsche vlootconferentie te Sin
gapore zagen..
De Britsche vloot te Hongkong wekt den
indruk van paraatheid, er wordt druk ge
oefend. vooral met jagers.
Veel te lossen hebben we niet. rubber voor
Noord-Amerika. looistof en copra voor
Shanghai, rottan, brandhout, oud koper, lom
pen en eendenveeren voor Hongkong.
De Nederlandsch-Indische handel op China
is den laatsten tijd erg teruggeloopen. Kon
den we tot voor kort, niettegenstaande onze
dure gulden, nog gemakkelijk oa. met sui
ker concurreeren, nadat plotseling de invoer
rechten verdubbeld werden ging dat niet
meer.
Ook zal men zich volgens insiders niet ont
zien deze tarieven, ingeval Holland den gou
den standaard mocht verlaten en dus weer
goedkooper zou kunnen leveren, nogmaals
met een gelijk bedrag te verhoogen.
Zoodat ook hiervan de door velen gehoopte
redding niet te verwachten is en we dan nog
bovendien de strop van minderwaardig geld
zouden hebben.
Het havenkwartier Kowloon is met het
eiland Hongkong verbonden door een veer
dienst. Victoria-City, dat tegen den heuvel is
opgebouwd, maakt, vooral bij avond, met zijn
schitterende verlichting Chineezen zijn dol
op illuminatie een overweldigenden in
druk. Veel grootscher nog dan Messina, dat
toch ook heel mooi is en wanneer men het
's avonds, of 's nachts passeert, één der voor
naamste attracties der bootreis-Holland-Indië
vormt. Behalve op eenige hoofdwegen, waar
trolley-bussen, automobielen, en riksha's ge
bezigd worden, verplaatst de gegoede burger
te Hongkong zich in de nauwe steile straten
hoofdzakelijk per ouderwetschen draagstoel.
Arbeid is zeer goedkoop in China, voor een
paar dubbeltjes van vijf Hollandsche centen
per stuk komt men een heel eind.
Andere gedeelten van Victoria-City zijn
weer zeer modern, met mooie ruime huizen
met verdiepingen, breede straten en pleinen,
schitterend verlichte Europeesche- en Chinee
sche hotels of eetgelegenheden, met daktui
nen. schouwburgen, bioscoopgebouwen, zelfs
danspaleizen met Chineesche en Russische
girls.
Voortvluchtige Chineesche generaals en
-ambtenaren bewonen er groote luxueuze
villa's.
's Nachts, als onze derde stuurman, die
de wacht heeft, een roncie over het schip
maakt, wordt door dekpassagiers geklaagd,
dat vreemde mannen veldbedden en bagage
aan boord hebben gebracht en die op de voor
deze passagiers gereserveerde ruimte hebben
neergezet. Daar we, in verband met de ver
scherpte bepalingen tegen zeeroovenj, alleen
te goeder naam en faam bekend staande per
sonen tusschen China-havens mogen vervoe
ren begeven wij ons onmiddellijk naar de
aangeduide plaats,, om poolshoogte te nemen
en deze menschen van boord te sturen. De vo
gels blijken echter reeds gevlogen, alleen de
aangeduide bagage staat er nog.
Als we den volgenden morgen weer gaan
kijken, blijken de eigenaars, die waarschijn
lijk de kust veilig waanden weer te zijn opge
doken. We laten ze voorloopig door onze eigen
politie (het schip heeft een gewapend geleide
van 17 man veldpolitie, voor het overbrengen
van verbannen Chineezen en ter bescherming
tegen zeeroof» arresteeren en geven ze later
aan de inmiddels gewaarschuwde havenpolitie
over.
We blijken een goede vangst te hebben ge
daan, de bagage van de heeren bestaat uit
zwavel, salpeter, onderdeden en chemicaliën
voor het vervaardigen van bommen en spring
stoffen.
Er heerschen rare toestanden in China. Het
smokkelen van deze artikelen is zeer gevaar
lijk en had den bedrijvc-rs zelfs hun hoofd
kunnen kosten, als wij de Chineesche douane
niet een slag voor waren geweest en deze ba
gage in een kusthaven ontdekt was. Een
menschenleven telt daar tegenwoordig niet
zwaar, als het dat al ooit gedaan heeft.
Dankbaar zijn ze ons echter heelemaal niet,
mede door het optreden van een grooten
Engelschen politieman, die begint met een
ongunstig uitziend individu, dat bezwaren
heeft mee te gaan, op een paar fiksche op
stoppers te onthalen.
Den volgenden morgen te Swatow worden
nog meer smokkelwaren aangehaald, nu ech
ter heel wat onschuldiger, n.m. suiker, die
door de exorbitante invoerrechten ook wel
zeer verleidelijk werkt.
Kort voor vertrek naar Hongkong worden
alle mannen naar het achterschip gestuurd,
de hekken die ons tegen zeeroovers moeten
beschermen worden gesloten, het voorschip
wordt, daarna onderzocht naar verstekelingen.
Als dit gereed is, moeten de mannen één voor
één de controle passeeren. De biljetten wor
den nagezien, verdacht uitziende personen
zonder bewijs van overtocht worden gefouil
leerd en onder bewaking gesteld, om straks
met de stow-aways op het laatste oogenblik
van boord te worden gezet. Ten slotte wordt
ook het achterschip op verstekelingen onder
zocht.
Met den loods komt een brief aan boord,
dat we 's nachts om 0.45 de seinpost Chilang-
Point moeten passeeren en meiden of alles wel
aan boord is. Het traject Hongkong-Swatow
is n.l. het gevaarlijkste op het gebied van zee
roof. De piratennesten Bias-Bay en Mirse-Bay
liggen slechts enkele tientallen mijlen van de
oorlogshaven Hongkong. Geregeld wordt door
Britsche en Amerikaansche oorlogsschepen
gepatrouilleerd, toch worden steeds weer koop
vaardijschepen naar deze baaien opgebracht
en geplunderd, waarbij de gegoede passagiers
worden gevangen genomen en eerst tegen een
hoog losgeld weer vrij gelaten. Wordt dit los
geld niet betaald, dan worden de ongelukkigen
op gruwelijke wijze afgemaakt. De zeeroovers
zijn goed voorbereid en gewapend, ook schij
nen zij over een geheime waarschuwingsdienst
te beschikken, slechts zeer sporadisch mislukt
hun opzet.
In 1926 heeft Engeland oorlogsschepen naar
Bias-Bay gestuurd en er troepen geland, die
eenige dorpen, waarvan bekend was dat er
zeeroovers woonden, hebben ontruimd en plat
gebrand. Gevolg was een scherp protest van
de Chineesche regeering, een eisch tot schade
vergoeding en een boycot van Engelsche goe
deren en scheepvaart over heel China. Nog
geen week later werd weer een Engelsch schip
geplunderd.
Sindsdien tracht men door controle der pas
sagiers, door bewapening der Europeesche be
manning en door patrouilleeren met oorlogs
schepen zeeroof te voorkomen, hetgeen zooals
gezegd lang niet altijd gelukt.
In den namiddag werden de trossen losge
gooid. Al onze officieren zijn nu met revolvers
gewapend. Met geladen karabijn waken onze
Javaansche agenten bij afsluithekken, brug,
machinekamer en seinhut.
In de Lei U Mun passage zetten we den
loods af. Nog één bocht en de oceaandeining
komt ons tegemoet. Fel slaan de twee flitsen
van het vuur van Wag-lan door de duisternis.
Onze eerste Chinahaven ligt achter ons.
Een oase.
Kleine Duitsche huisjes vormen een kring
en omsluiten als dartele meisjes, hand aan
hand. een plaatsje 't Is vreemd dat er een
fluidum van jeugd afstraalt van deze oeroude
huisjes. De ouderdom ziet men bij eersten
oogopslag en tóch, niettegenstaande dat,
werkt het speelsch en vooral jong.
Kleine huisjes zijn het. geel of wit of crème,
met grillige breede bruine balken en grappige
kleine venstertjes. Groene luiken kijken vroo-
lijk neer op potten met roode geraniums in de
vensterbanken en de harten die in deze lui-
keri zijn uitgesneden wekken herinneringen
aan het sprookje van het koekenhuisje van
Hans en Grietje.
Tusschen de bolderige steenen van het
plaatsje groeit gras en mos: kippen scharre
len er rond en een haan kraait. Parmantig
trekt hij een poot op. kijkt me even aan. aar
zelt. kijkt nog eens en schrijdt dan majestei
telijk verder, wijs met zijn kop knikkend.
Aan het einde van het plaatsje is een muur
met een poort. Ruw. ongelijkmatig en haast
zorgeloos zijn de steenen op elkaar gestapeld
en toch hebben ze zoo eeuwen getrotseerd.
Door het poortje heen kun je zien hoe zonne
schijn ligt op een kerkje, 't Is maar een klein
kerkje en bescheiden ligt het achter den muur
verscholen, nauwelijks met een klein toren
spitsje boven de boomen uitstekend. De muur
is begroeid met een klimplant die hier en
daar een sierlijken slinger over de ruwe stee
nen drapeert. Vlokjes mos. en kleine schim
melplantjes doen hun best om het harde steen
wat ronder en zachter te doen schijnen en ze
slagen hierin op wonderbare wijze. Een geur
van bloemen en jong leven stroomt je uit
het poortje tegemoet en zelfs uit de open
kerkdeuren komt geen schaduw. Aan alle zij
den valt het zonlicht door de ramen en het
glas in lood toovert een bovenaardsch licht
over de plechtige rust.
Het is Pinkster en een Mariabeeld staat
glimlachend in een paradijs van witte bloe
men. 't Geurt er en straalt er een leven uit.
dat alles moet verstommen. Kaarslichtjes
schitteren als sterren aan den hemel. Over de
bruine gebeeldhouwde banken waart vrede en
rust en welbehagen.
Als je uit dat kerkje komt, ligt daar weer
het pleintje en de kippen kakelen en schar
relen tusschen de steenen naar een vette
worm. In het midden staat op een voetstuk
een steenen fontein Glashelder spatten drup
pels op en vallen druk babbelend en klaterend
terug in het bekken. De liaan staat op den
rand en monstert als een veldheer zijn troe
pen.
Een klein straatje door en dan kijk je op
den achterkant van het kerkje. Ook daar is
een muur en kleurige bloemen bloeien er bo
ven op. Een boom groeit midden uit een
steenblok. Als zaadje is hij daar verdwaald en
het onbedwingbare leven heeft met ijzeren
geduld seconde voor seconde, minuut na mi
nuut den rots gespleten en voedsel gevonden
waar slechts onvruchtbaar steen scheen te
zijn.
In gedachten loop je dan verder, nog een
straatje door, een hoek om een auto suist
voorbij trompetgeschal weerklinkt een
troepje menschen loopt voorbij, een man
zingt, een vrouw maak: een paar danspassen,
anderen lachen luid
Rhytmïsche stappen naderen. Links, rechts,
links, rechts kort en afgemeten klinkt het.
Bruine mannen komen in gelid aangemar-
cheerd. Streng staan de gezichten, militair is
de houding. Ze zijn niet gewapend, maar
strijd blinkt in de oogen, de mond is grimmig
en een visioen van oorlog trekt voorbij.
Strijd en kommer, tweedracht en nijd. het
is alles opeens weer zoo dichtbij cn achter je
ligt dat zonnige pleintje.
Voor de zesde maal vaar ik de haven van
Curacao binnennu eens midden op den dag.
met de Libertador. terugkomend van Aruba.
En altijd weer is het even mooi. Eerst als ver
uit. zee het gezicht op de ruige kalkrotsen, de
drie Gebroeders; dan wordt Willemstad zicht
baar, de roode pannen daken met de witte ge-
ellijnen. de mooie breede haveningang en
daarachter het schoorsteenenwoud van dc
Tsla.
HELEN.
Mooi tropenland.
Het Landhuis Groot Davelaar op Curagao.
Voor de zesde maal is my de tijd te snel ge
gaan en ben ik te kort geweest op die kale
rots met een cactus er op! Wat is er op dat
kleine eilandje toch veel te zien en te genie
ten! Want ik heb er weer genoten. Eindelijk
heb ik den Christoffelberg, den hoogsten top
van het eiland beklommen. Geen bergtoer
hoor! Een wandeling voor vóór den middag,
want de hoogste top is 390 M. boven zee en is
van twee kanten langs goede voetpaden te be
reiken. Alleen de laatste 50 M. zijn wat erg
steil, zoodat de handen er af en toe bij te pas
moeten komen. Het uitzicht is verrassend.
Aruba. Bonaire en de vaste wal van Venezuela
zijn op heldere dagen duidelijk zichtbaar en
natuurlijk ligt het heele eiland aan onze voe
ten. Een mooie gelegenheid om eens te repe-
teeren. Ik heb vrijwel alle baaien bezocht en
aan vele zijn bijzondere herinneringen ver
bonden Maar zoo uit de hoogte blijkt, dat wij
er toch nog een paar hebben overgeslagen Ik
ben dus nog niet klaar op Curacao, gelukkig.
Trouwens er zijn hoekjes bijwaar ik elk jaar
wel een paar keer naar toe wil!
Maar wij zaten nog op den Chrlstoffel, ge
nietende van licht en wolkenspcl, maar ook
van prachtige bessen aan met korstmossen be
hangen struikboomen. met roode en witte
bladtrossen om de bloeiwijze heen. van vogels
en hagedissen envan het genoegen weer
eens een top te hebben bereikt. De top rijst
steil een 50 M. boven de glooiende schouders
op. Een krans van Wabi, verfhout en ander ge
boomte omgeeft den berg en overal in dezen
groenen gordel zien wc roze vlekken, hier cn
daar een roze gordel midden in het groen. Or
chideeën! Zóó moon, zóó rijk. zóó weelderig, zóó
groot van bloem als ik ze op al mijn zwerlioch-
ten nog maar zelden ben tegengekomen-.
Schomburgkia heeten ze. Een naam om te
\ergeten. maar een beeld van weelderigen plan
tengroci om onuttwischbaar in het geheugen
te prenten als een wonder van schoonheid., Er
komt nog een groote, witte orchidee voor ook
langs de hellingen van den Christoffel. „n de
wilde ananas bloeide er, dat het een lust was
om naar te kijken. Een prachtige plant, for-
sche bladrozetten ais van onze schecren, of een
slanke aloë, het binnenste van de rozet
gloeiend rood en daar in een geel kussentje
met violette bloempjes. Ende nachtcac
tus stond er in knop. parasolmieren wandel
den er rond met hun bladstukjes, die ze hoog
uit de boomen halen om er onder den grond
een paddenstoelsoort die hen tot voedsel
dient, op te kweeken. Een dag vol verrassingen
dus. een ochtend eigenlijk! Want "s middags
had ik al weer een andere afspraak. Met een
paar van de Dictsche spelers naar Port Ma
rie, een van de baaien, waar een paar groote
koraalformaties in rustig kalm water staan,
zoodat je er kalm heen kunt zwemmen en
genieten van de schitterend gekleurde vis-
schen. die er om heen spelen. En dat blijf*, toch
een der mooiste dingen van het tropenland. De
koralen in hun verrassend, gevarieerde vor
men.
Meest bruin, maar ook groen, rood en violet
oplichtend uit de zeegroene diepten: dc vis-
schen in alle denkbare kleuren, gestreept, ge
spikkeld. gevlekt, effen. glad. ruig. met uit
steeksels en groote of kleine, korte of lange
vinnen. Een eindclooze variatie. Dan de pracht
der door de zon witgebleekte koralen op den
strandwal, de kleurige tropische schelpen, de
fonkelende zon. het heerlijke bijna lauwwarme
water. Zoo'n ochtend of middag aan een der
baaien langs de Zuidkust van Curacao is op
zichzelf al een genieting. De rit er heen trou
wens ook Die gaat meestal over een plantage,
door een hofje zeggen ze hier. Misschien zijn
de Manga's rijp of sinaasappels of Sawoe Ma
nilla. ook zoo n lekkere tropenvrucht. En in
elk geval zijn er jonge cocosnoten. die een
neger uit den boom haalt, door er in te klim
men en ze boven los te draaien. Dan met een
paar forsche hakken de top er af. een gaatje
gesneden met de punt van het kapmes en een
liter koel vocht is tot Uw beschikkmg. Ja. het
is goed leven op Curacao, waar de Noord-
Oost Passaat ook altijd wat koelte brengt,
voor koele nachten zorgt en daardoor maakt,
dat het er zooveel gezonder en beter uit te
houden is dan in de kustplaatsen van onze
Oost. Die hebben echter weer het voordeel, dat
je er de bergen in kunt om een frisschen neus
te halen en dat is in onze West, voorloopig al
thans niet mogelijk. Maar het is er ook niet
zoo noodig!
Daarvoor biedt de West weer gelegenheid
tot zeereizen als vacantietochtjes naar Trini
dad met zijn planten en oer woud weelde, de
oude Spaansche steden als Carthagena en Pa
nama, het technisch en landschappelijk zoo
interessante Panamakanaal en dan nog even
verder, in Costa Rica kunt ge ook reeds de
bergen in, vulkaanbeklimmingen uitvoeren
zelfs!
Curacao zelf heeft het laatste jaar betrek
kelijk veel regen gehad en daardoor is de
plantengroei er veel weelderiger dan ik in 1931
schreef Overal bloeide in Augustus '32 de
Paioe di Leche. het melkhout. ook al weer een
prachtige roze convolvulus soort Als blauwe
boeketten stonden de pokhoutboomen in de
ruige vlakten, het aantal Agavebloeistengels
was grooter dan ooit en de vijgencactus bloei
de volop.
Curacao zette zijn beste beentje voor of was
het slechts een generale repetitie, een klaar
maken voor wat dit jaar komen moet? Want
dezen zomer waait onze Nederlandsche drie-
Kleur driehonderd jaar lang vrij uit over deze
kleine eilandjes ver in den West Indischen
Archipel En Curacao is blij met onze drie
kleur, Vooral de laatste Jaren met de reus
achtige ontwikkeling van hot Petroleumbedrijf
en in verband daarmee van handel en scheep
vaart, ook van toeristenverkeer heeft Curacao
de Grootheid van het kleine landje aan de
Noordzee leeren zien. Ook dc Curacaoenaar is
trotsch Nederlander te zijn en dat is één der
redenen dat ik er zoo graag kom.
Curacao. Tot straks. Ik hoop spoedig je
schoonheid weer in te drinken, maar nu eens
niet alleen, maar met een flink troepje Neder
landers. die met mij willen genieten van het
mooie en grootschc dat je te bieden hebt. Wij
komen er den dag herdenken, dat Jan van
Walbeeck het anker wierp in het Schottegat;
Wij komen feestvieren, maar vooral ook
zien en leeren kennen, dus leeren waardeeren,
wat daar gewrocht is. wat daar leeft en wat
te midden van zooveel vreemde invloeden en
omstandigheden den band met Nederland
zoo trouw heeft bewaard. Waar is het Alge
meen Nederlandsch Verbond krachtiger dan
bij jullie? Waar is het gedegen Hollandsch as
pect beter bewaard dan langs de Handelskade
en aan zijn Overkant. Tot ziens. Wie gaat er
mee?
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN.
Tamarindelaan op
Curagao.