Welkom thuis!
De toegang tot de winkelgalerij In de Vijzelstraat te
Amsterdam Is door de dempingswerkzaamheden van
de Vijzelgracht geblokkeerd
De Kaagweek nam Vrijdag een aanvang. Een
overzicht van de Pampusjachten
De 14e etappe van den Tour de France werd gewonnen door Laoebie. Het hoofdpeleton wordt
bij het passeeren van Frontignan door de bevolking hartelijk toegejuicht
Op de plaats, waar twee jaar geleden de verbinding tot stand gebracht is tusschen
Noord Holland en Friesland, op den afsluitdijk, is Vrijdag het relief, vervaardigd door den
beeldhouwer Hildo Krop, geplaatst
het Amsterdamsche stadion had Vrijdagavond de generale repetitie plaats voor het Nachtfeest.
muziekcorps van het Belgische linieregiment onder leiding van den kapelmeester luitenant Spoel
Het
Het blijft warm
FEUILLETON
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door WILL AMBERG.
17)
(Nadruk verboden
„Juffrouw WLsmuth? Wist u niet dat juf
frouw Wismuth getrouwd was?"
„Mij niets van bekend. Nu ja, t kan wel
zijn. Die mannen van tegenwoordig! Die
schijnen niet zulke hooge eischen meer te
stellen".
„Mag ik vragen, wanneer juffrouw Wis
muth bij u vandaan is gegaan?"
„Nou, dat zal een week of wat geleden zijn.
Ik denk, dat ze weer naar Saarbrücken is ver
trokken; daar kwam ze, geloof ik, ook van
daan".
Dus eveneens verdwenen! Zelfs reeds sinds
een paar weken verdwenen. Maar zij had toch
nog gisteren bij haar advocaat het geld afge
haald.
„Kunt u mij ook vertellen, hoe juffrouw
wismuth er zoo ongeveer uitzag?"
Een wantrouwende blik is het gevolg van
deze vraag. Het antwoord is kort en niets
zeggend: „Middelmatig van lengte, slank en
zoo lang zij bij mij in woonde, had zij rood-
blond haar". Kan men met minder worden
vernietigender over een sexegenoote oor-
^Kaiserlien weet nu genoeg. Hij betuigt zijn
dank en vertrekt. In het hotel zit Ina Heldt
op hem te wachten.
„Ik heb al drie maal geprobeerd u tele
fonisch te bereiken", zegt zij verwijtend, en
nu zit ik hier al meer dan een uur. Bent u
geslaagd?"
Buitengewoon geslaagd!", bevestigt Kaiser-
lien droog. „Ik heb heel wat nieuws over me
zelf gehoord. Ik ben getrouwd geweest, ik heb
mij in m'n huwelijk misdragen, zoodat door
de rechtbank een scheiding is uitgesproken
en ik heb m'n vrouw op zeer royale wijze
schadeloos gesteld, met het gevolg, dat ik nu
mijn geheele vermogen kwijt ben. Dat laatste
is in ieder geval juist!"
Zwijgend wacht zij tot hjj zijn relaas zal
vervolgen.
En nu geeft hij haar een gedetailleerd ver
slag van zijn nasporingen. Slechts het feit.
dat men ook van haar naam misbruik heeft
gemaakt, verzwijgt hij. Als hij gereed is met
zijn verhaal, zegt zij ernstig: „Ik had iets
dergelijks verwacht, want ik ben van het be
gin af aan overtuigd geweest, dat die spits
boeven zich met uw villa alleen niet tevre
den zouden stellen. Ik vermoedde wel, dat ook
uw safe op de een of andere wijze geplun
derd zou zijn; vandaar ook, dat ik vanmiddag
aanbood om u naar de bank te vergezellen"
„Zoo!" zegt Kaiserlien verwonderd. „Hebt
u dat zien aankomen? ik moet toegeven, dat
ik eenigszins verrast was. Maar nu is het ten
minste een voldoening voor me, dat ik ook
voor u nog een verrassing Sn petto heb. Of
hebt u misschien ook zien aankomen, dat men
van uw naam misbruik zou maken?"
„Mijn naam? Heb ik misschien als getuige
bij het huwelijk met die dame uit Saarbrücken
gefungeerd?"
„Waarachtig! U hebt het geraden", moet
Kaiserlien toegeven. „En ik zie mij genood
zaakt u mijn verontschuldigingen aan te
bieden, want voor ik uw handteekening zag
heb ik werkelijk een oogenblik gedacht, dat
u met die oplichtersbende in relatie stond".
I Een oogenblik glijdt er een pijnlijke trek
over het gelaat van Ina Heldt.
1 „En nu?" vraagt zij na een korte pauze.
„Ik zei u toch al, dat ik mij genoodzaakt
zag u m'n verontschuldigingen aan te bie
den?"
Wederom volgt een kleine pauze. Dan vraagt
zij op geheel veranderden toon: „En wat denkt
u nu te doen?"
„Wat ik nu ga doen? Mij dunkt, dat ligt
voor de hand: ik vertrek vandaag nog naar
Saarbrücken om te zien, of ik iets meer te
weten kan komen over die Eclith Wismuth".
IV.
Groen zijn de bosschen, welke de stad om
geven, maar van rook en smook bezwangerd
is de lucht. Wie in de avonduren langs den
oever van de rivier loopt, ziet op regelmatige
afstanden groote vuurzuilen zich tegen het
zwart van den nachtelijken hemel af teeke
nen; dat zijn de kenteekenen der hoogovens
die zoowel in het zuiden ais in het noorden
de huizenzee begrenzen. Het tempo van deze
stad wordt beheerscht door de arbeid. Doel
bewustheid ligt op het gelaat van de menschen
die zich over straat spoeden en wien elke ge
moedelijkheid vreemd is. Romantiek bestaat
hier niet meer. Met een grenzelooze onver
schilligheid voor het stedelijk aspect heeft men
enorme bouwwerken van den laatsten tijd
naast verbleekte, onoogelijke panden van het
verleden gezet, moderne zakelijkheid naast
protserige bouwsels eener vorige generatie. In
het rechte front van moderne woningcom
plexen zijn huizen uit de eerste oorlogsjaren
geperst. De aesthetica komt eerst in de twee
de plaats; hoofdzaak is, dat er verdiend wordt.
Kaiserlien heeft in het adresboek gezien,
dat hier slechts één Wismuth woont. Anton
Wismuth, Lessingstraat 20. Waarschijnlijk dus
de vader van de gezochte Edith. Of deze op de
hoogte zou zijn van de manipulaties van zijn
dochter?
De Lessingstraat is typeerend voor het ka
rakter van deze stad. Rechts wordt zij ge
flankeerd door een lange rij nieuwe woningen
grijs-wit, kaal en zeer laag gehouden de
achterzijde zou geen bescheidener indruk
kunnen maken links geweldige uit hard
steen opgetrokken huizen van jaren her met
erkers, nissen en balcons. In een van deze
oude panden woont Wismuth.
Op den hoek van de Mainzerstraat en
de Lessingstraat is een kleine sigarenwinkel en
Kaiserlien overweegt, dat hij hier zeker wel
eenige bijzonderheden over de familie Wis
muth zal kunnen vernemen, wanneer hij
den eigenaar onopvallend aan het praten weet
te krijgen.
En dat laatste blijkt nog gemakkelijker te
gaan dan Kaiserlien had durven verwach
ten. Er is geen sigarenwinkel in Saarbrücken
waar den vreemdeling niet wordt voorge
rekend dat in het Saargebied de sigaretten
25 tot 30 pet. goedkooper zijn dan in Duitsch-
land, omdat hier geen tabaksbelasting wordt
geheven. Kaiserlien luistert aandachtig naai
de uiteenzetting van den man achter de
toonbank, wachtend op een enkel woord, dat
hem in de gelegenheid zal stellen het gesprek
een andere wending te geven. Daar gaan
eenige minuten mee heen, maar tenslotte
wordt zijn geduld beloond.
„Bent u hier voor een bezoek?" vraagt de
winkelier, als hij alle geheimen der tabaks
belasting voor den ander meent te hebben
ontsluierd.
Kaiserlien grijpt deze kans onmiddellijk
aan.
„Voorloopig slechts voor een bezoek, ja. Ik
heb hier vandaag een betrekking aangeno
men en nu zoek ik 'n geschikte kamer. Zoo
mogelijk in deze omgeving; het lijkt mij hier
bijzonder mooi", gaat Kaiserlien voort. „.Rus
tig, met de Saarpromenade in de onmiddel
lijke nabijheid en toch niet al te ver van het
centrum, dat met de tram in een paar mi-
nuten te bereiken is. Kent u mlsschiep jejpand
die hier in de buurt kamers verhuurt?"
„O, kamers zijn hier zeker wel te krijgen. Ala
u over een uurtje no geens langs wilt komen,
zal ik intusschen voor u informeeren".
',Ik heb mij laten vertellen, dat bij een
zekeren meneer Wismuth misschien wel iets
te huur zou zijn. Die moet hier ergens in de
buurt wonen. Hebt u er eenig idee van, waar
dat kan zijn?"
„Wismuth ja zeker! Die woont daar in
dat huis op den hoek. 't Is mogelijk, dat
daar iets te huur is. De oude heer ls een
paar maanden geleden gestorven en ik denk
dat het huis voor de dochter alleen wel wat
groot zal zijn".
.„Alleen? Leeft haar moeder dan ook niet
meer?"
„O neen, die is al jaren dood".
„Zoo", zegt Kaiserlien peinzend. „Verkeert
de dochter misschien in eenigszins moeilijke,
omstandigheden? Denkt u, dat zij veel zal
vragen?"
„In geen geval!" zegt de winkelier beslist,
„Als die veruurt, doet ze het alleen, omdat
zij het huis niet leeg wil laten staan. Ze be
hoeft er heusch niet aan te verdienen. Haar
vader was zeer gefortuneerd en heeft haar
aardig wat nagelaten".
„Hm, dat lijkt mij dan wel watl Denkt u,
dat zij nu te spreken zal zijn?"
De ander trekt zijn gelaat in een bedenke
lijke plooi. „Nee. dat denk ik eerlijk gezegd,
niet, want zij is het grootste deel van het Jaar
op reis. Sinds haar vader overleden is,
doet zij eigenlijk niet veel anders. Ik heb
haar hier in lang niet gezien".
Deze mededeeling verrast Kaiserlien geens
zins. Hij heeft geen oogenblik geloofd, dat hij
Edith Wismuth in levende lijve te zien zou
krijgen, maar het moest tenslotte al de moeite
waard zijn om haar verblijfplaats op te spo
ren en daarbij vast te stellen, wat er van de
beweerde rijkdom echt en onecht was.
(Wor£ft Tgr^olgd^