Het hoogste bergland van België
Reizen, vroeger en nu
ZATERDAG 28 JULI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
7
Waar de Ëesehiedemls
VhódecHt rntuscU&H fa ttn aucL". omg-ci/inq-.
i
Het kasteel te Lignières in de provincie Cher.
Onze Parijsche correspondent schrijft uit
Bourgas
Toen vadertje Combes zijn wetten maakte
begon men natuurlijk om alle kloosterbroeders
aan de grenzen te zetten en zoo bleef de oude
abdij van Noirlac, dateerend uit de xnde eeuw
onbewoond en verlaten in de vallei welke de
bosschen van de heeren van Mortemart om
ringen. De staat verhuurde het imposante ge
bouw eerst aan een steenfabrikant die er zijn
opslagplaatsen vestigde en later aan liefelijke
padvindersvereenigingen, die de toen al uit
gewoonde vertrekken, de kapel, de galerijen
ter beschikking kregen en er aldra een ware
ruïne van maakten. Men kan zich het tafereel
voorstellen: schommels en wippen tusschen de
rijk gebeeldhouwde pilaren van de gaande
rijen rondom den hof en wigwams midden in
het kerkgebouw. De Lam'brizeeringen in de
vertrekken van den prior werden afgerukt om
er een echt Indianen-vuur mee te stoken, En
toen werd het toch wel zoo bar. dat de staat
ten slotte besloot om er maar het noodige geld
aan te wagen om dit merkwaardige historische
monument te redden en te restaureerenher
stelwerk dat zeker nog wel enkele jaren zal
duren. Maar dan zal het land een groote
attractie rijker zijn, een merkwaardigheid
zooals men er nog maar weinig ter wereld
vindt.
Graaf de Bourbon Lignières is het zuivere
type van de oude Fransche koningsfamilie.
Bourbon-neus. Bourbon-voorhoofd en Bourbon
in al zijn gestes: grand seigneur jusq 'au bout
des ongles. En wat een bijzondere bekoring om
daar in de groote hall van 'het Louis XIV-
kasteel, tusschen een haag van lakeien eer
biedig dc hand te mogen kussen van een sta
tige oude dame met zilver wit haar. steunend
op een stokje die op de meest exquise wijze
haar gast welkom heet in den huize. En dan
de gastvrouwe en gastheer te mogen volgen
langs de statige familieportretten, van de Lo-
dewijken. van de dochters van den Paltzgraaf,
van de groote Colberts, van de prinsen van
Thum en Taxis, naar de eetzaal, een lange
galerij vanwaar men het uitzicht heeft od de
parken van Lenotre en de vijvers rondom het
slot.
Op de plaats waar nu het kasteel staat dat
in 1645 werd gebouwd bevond, zich voordien
een feodaal slot waarvan echter niets meer is
overgebleven. Ook de afzonderlijke kapel, v;aar,
volgens overlevering Calvi.in meermalen
kwam. is geheel verdwenen. Dat alles heeft
plaats gemaakt voor een zuiver Lodewijk XIV
kasteel en de eigenaar, zich terecht ergerend
aan de leelijke moderniseering ..style anglais"
zooals men in het midden van de vorige eeuw
bewonderde, heeft zich gehaast om alles weer
in zijn oorspronkelijken staat terug te brengen.
Drie zilveren lelies op azuur, is het wapen dat
men als ornament overal terugvindt, zoowel in
de eeuwenoude meubels, als in het smeedwerk
van het hooge hek dat de binnenplaats af
scheidt van de bruggen die over de slotgrach
ten leiden. Het uitzicht over het nark dat door
den grooten tuinarchitect van Versailles Le
notre werd aangelegd, het gazon omgeven door
hooge cypressen. het blijft iets onvergetelijks.
Lignières'is ongetwijfeld een van de beste en
cneest gave specimen van bouwkunst en inte
rieur van de eeuw van den Zonnekoning. Met
schrik denkt men er aan hoe 't mogelijk zou
kunnen zijn dat een van de naaste afstamme
lingen daaruit zou kunnen worden, verdreven.
Na de thee is het al laat geworden en we snel
len voort door de vlakke landen van Berri naar
Chêteauneuf-sur-Cher. In de verte eer. heuvel
en en den top een feodaal slot met hooge to
rens en wallen rondom, heerschend over het
kleine dorpje aan de oevers van de Cher. De
slotbrug is neergelaten en een jonge man komt
ons met uitgestoken hand tegemoet en stelt
zich voor: hertog de Maillé. En hij troont ons
dadelijk mee naar het terras vanwaar men.
vooral nu. nu de avond valt en ;u het dorpje
beneden de eerste lichten wc"S i ontstoken,
een overweldigend schouwspel genier een pa
norama zoo imposant, dat men zich geweld
meet r>andoen om er afscheid van te nemen. 1
Mvr hertog de Noailles stelt ons voor aan
de Maillé. een Prinses Radziwill en in
rie schitterende cntvangsalon. welke ondanks
de statige familiemeubels, onder het schijnsel
van hooge schemerlampen toch zulk een heer
lijk intiem karakter heeft, zitten we weldra
gencegelijk te praten over de geschiedenis van
deze historische woning. En spontaan, onge
dwongen met een heerlijke eenvoud stelt mijn
gastheer me voor: wilt u, voor we aan tafel
gaan eens de kelders zien? Maar dan moet u
uw jas aantrekken.
We dalen af tien. twintig, vijftig, als maar
meer treden. Voor ons een lakei die met een
zwaren kandelaar bijlicht. Het wordt steed;
kouder en killer. Het eerste cachot, daaronder
weer een. De muren hebben hier een dikte van
tien meters.zoo straks kunt u het door een
schietgat zien, zoo vertelt hertog de Maillé. En
nog steeds dalen we, tot we eindelijk op den
bodem staan: het diepste gevangenishol op
dertig meter onder den beganen bodem. Dit
alles is eeuwen lang afgesloten geweest en toen
ik besloot om daar eens in door te dringen,
zoo vertelt de eigenaar, troffen we hier duizen
den en nog eens duizenden vleermuizen aan.
Ik verzeker u dat 't geen grapje was.
Madame la Duchesse est servie,, zoo kon
digt een knecht aan, en de groote deuren van
de eetzaal slaan open.
Dit is juist de charme van Chateauneuf: het
kasteel dateert uit de grijze middeleeuwen,
maar de bewoners zijn met hun tijd meege
gaan en hebben ^ussch en die dreigende muren,
die zooveel aanvallen hadden te weerstaan, in
1100 en In 1215 en hoeveel malen nog na dien,
een statig maar toch huiselijk interieur weten
te scheppen. Na den oorlog van de Ligue, toen
maarschalk de La Chatre net kasteel veroverde
was het Guillaume de l'Aubespine, die, met
het volkomen behouden van het oorspronke
lijke aspect, de oude burcht daar boven op den
heuvel bewoonbaar maakte, 't Is dan wel moge
lijk dat in dien oorlogstijd één muur van de
binnenplaats is weggevallen, maar daar die
open kant toegang en uitzicht geeft tot op
een heerlijk terras met hooge boomen daar zal
niemand zich er over beklagen. Want
't kwam duidelijk tot uiting in het lange ge
sprek dat we na het diner hadden, totdat de
auto weer voorstond om ons naar Bourges te
voeren ondanks ai de luxe. ondanks het
geweldige personeel lang geen sinecure. En vl
geweldig kasteel lang geen sinecure. En vooral
niet in lange winteravonden als de stormen
loeien rond de slottorens en de windvlagen
bulderen door de schietgaten en spookachtig
weergalmen, in de diepe kerkers. Maar wan
neer men drager is van zooveel tradities dan
moet men zich wel opofferingen getroosten
Het afscheid is hartelijk. Tot op den slot
brug doet men ons uitgeleide. En als de auto
wegsnort .dan zien we daar nog achter ons.
tusschen twee hoog opgehouden brandende
kandelabers de gracieuse hertogin, en den
charmanten Due de Maillé, die zich langzaam
terug trekken in hun patrimonium.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
De kapel van Chateau de Meillant (Cher.).
Onze voorouders schuwden de bergen.
Iets over badplaatsen.
Als wij in het zomerseizoen de groote menigte
van reizigers en reizigsters zien. die op elk
station van eenige beteekenls den trem ver
laten of. spiedend naar een behoorlijke zit
plaats. de coupés langs loopen. dan kunnen
wij ternauwernood begrijpen, dat. wat voor
onze generatie regel is, door vroegere geslach
ten als uitzondering werd beschouwd
Toch dateert de groote trek naar buiten pas
van den jongeren tijd. Vijftig, zestig jaar ge
leden waren een reeks vacant ie dagen slechts
voor een kleine minderheid weggelegd.
groote massa dacht niet aan reizen en goed
beschouwd, had zij ook veel minder dan de
kinderen van onzen tijd behoefte aan een der
gelijke ontspanning.
Het leven was immers zooveel minder ge
compliceerd. de steden warer. kleiner en vooral
^ok gezonder door de afwezigheid van fabrie
ken
Er. het merkwaardige is wel. dat juist de
treken, die heden ten dage het drukst door
toeristen worden bezocht, streken, zooals de
Alpen, het Zwarte Woud, de Dolomieten In de
middeleeuwen en ook later nog. angstvallig
werden gemeden door wie er niets te zoeken
had. De bergen, die in onzen tijd een buiten
gewone aantrekkingskracht hebben voor ieder
die vacantieplannen maakt, werden door onze
voorouders louter en alleen als oorden des ge-
vaars beschouwd
Nu lachen wij om dien angst en toch is het
nog maar luttele tientallen jaren geleden dat
de eerste skiloopers alle hoon en smaad ten
spijt gedurende het barre jaargetijde hun ver
maak in de bergen gingen zoeken
Reizen, uitsluitend voor genoegen, dat ken
den onze voorouders niet. Wie honderd jaar
geleden de stad zijner inwoning voor korten
of langen tijd verliet, deed dit noodgedwon
gen.
Het was een gewaagde onderneming en nie
mand zou verzuimen alvorens te vertrekken,
zijn testament te maken.
Badplaatsen bezocht men uitsluitend om er
genezing te vinden voor een kwaal.
Bij voorkeur begaf men zich voor dit doel
naar de evanouds gerenommeerde centra, dat
wil zeggen naar die streken, waar bijvoorbeeld
de Romeinen reeds geneeskrachtige bronnen
hadden ontdekt.
De vele elkander opvolgende oorlogen waren
ooi-zaak, dat sommige van die badplaatsen ver
dwenen en de bronnen pas eeuwen later op
nieuw werden ontdekt Zoo verging het bijv.
een stad als Aken, die onder Karei den Groote
opnieuwf tot badplaats gepromoveerd, zich
sindsdien door alle eeuwen heen heeft weten
te handhaven.
De méést bezochte badplaatsen in de vijf
tiende en zestiende eeuw waren: in Oosten
rijk. Baden bij Weenen, Gastein en Baden-
Baden, Wiesbaden. Wildbad. het Zwitsersche
Sauerbrunnen, voorts Schwalbach. Aken en
Pyrmont; ook Karlsbad. Teplitz en Eger kun
nen op een eeuwenoude reputatie bogen. Al
waren er toentertijd in deze badplaatsen geen
specialisten, tóch bestonden er reeds voor
schriften betreffende de voeding en het ge
bruik der baden, al werd veelal de meening ge
huldigd. dat men meer van de ebaden kon
profiteeren naar mate men langer In het water
zat.
Kon iemand maar veertien dagen blijven
inplaats van drie weken, dan trachtte men dit
tekort aan tijd winnen door eiken dag een
paar uur langer in -het bad te blijven Lang
zamerhand echter begon ook de leek te be
grijpen. dat deze methode, onder bepaalde
omstandigheden funest kon zijn.
Dus liet men den tijd van het baden gelei
delijk aan opklimmen met het resultaat, dat
tenslotte toch nog vaak negen a tien uur van
een etmaal in het water werden dorgebracht
om dan zoetjes aan den tijd weer te bekor
ten.
Dat de badgasten onder deze omstandig
heden na verloop van enkele weken vaak wan
delende geraamten waren geworden, behoeft
geen betoog.
GASLOOZE LUCHTSCHEPEN.
De Amerikaansche ingenieur en uitvinder
Gernsback is voor den dag gekomen met het
voorstel, luchtschepen te bouwen, die geen gas-
ulling hebben.
In de laatste vijf jaar hebben ernstige en ook
minder ernstige onderzoekers steeds weer hun
aandacht gewijd aan het verleidelijke probleem
bleem van den raketauto en het raket-vlieg-
tuig. De meeste zijn gestrand op het feit. dat
er nog geen explosief voor 't aandrijven der ra
ketten bestaat, dat door groote drijfkracht
en laag gewicht in voldoende hoeveelheden
zou kunnen worden meegevoerd, zoodat een
langer verblijf in de lucht gewaarborgd zou
zijn.
En wie op de hoogte is met den stand der
explosieven-techniek, zal inzien op hoe groote
moeilijkheden de raket-constructeurs hier
stuiten.
Gernsback heeft daarom den gebruikelijken
weg verlaten. Hij wil zijn raket nl. niet drijven
met een explosief, maar met gewone lucht.
Deze van buiten ingezogen lucht moet door
twee in het luchtschip gebouwde reusachtige
schroeven met enorme kracht aan den achter
kant uitgestooten worden. Terwijl, zooals reeds
gezegd, bij het raketvliegtuig het oponthoud
in de lucht afhankelijk is van de hoeveelheid
mee te voeren, explosieven kan bij ce ..lucht
druk-zeppelin" de drijfstof aan het luchtruim
worden or.tnomer.. Door den hooger. stand der
motorentechniek is het ook mogelijk, voldoen
de benzine en olie mee te voeren, zoodat de
•chroeven. die de lucht moeten uitstootc-n, vele
uren er. dagen kunnen blijven draaien.
De passagiersruimte is bij dit luchtschip
onder ce luchtschroeven gedacht. Haar grootte
s onbeperkt, want hoe grooter de schroeven,
des te grooter ook de plaats voor de passagiers
vertrekken. Gemsback heeft een propect ont
worpen. waarbij plaats zLijn voor duizend
passagiers.
De Hooge Veenen, Hohe Venn
of Hautes Fagnes.
In België worden weinig rijwielen per trein
vervoerd, maar die weinige genieten oen prima
behandeling voor den civielen prijs van 28
cent. We behoeven niet onder de perrons langs
de trappen, maar mogen, met medeweten van
stationspersoneel. over de rails naar de plaat
sen waar de bagagewagentjes naar de per
rons rijden. Alleen in het overladen is men
niet bedreven: er worden fietsen plat op el
kaar gelegd en weer bagage er boven op. 't Is
goed bedeeld geweest zullen we maar denken.
En zoo brengt de trein ons van Verviers. wat
we vrijwel freewheelend bereikt hadden van
Hombourg, naar Hockai (spreek uit" Hokkè»
bijna 500 M. hoog. een dorpje van eenige hon
derden zielen zonder postkantoor, met twee of
drie hotels en één school, waar alle kinderen
in één lokaal zitten.
De Hoegne stroomt door groote steenen.
Want mijn eerste bezoek gold Jean Grégoire,
onderwijzer en kenner van de streek bij uitne
mendheid.
Hij liet mij in de klas, omdat zijn bibliotheek
daar stond en aan de taalles op het bord zag
ik dat het niet bestemd was voor kinderen, die
thuis Fransch spreken.
Toch is Hockai geen Duitsch taalgebied
maar men spreekt er Wallon. een taaltje
waarin wel Fransch voorkomt, maar toch
meer daarvan afwijkt dan Italiaansch of
Latijn.
Toch verdwijnt deze landstaal en er zijn
reeds gezinnen in Hockai, waar men onder
elkaar het Fransch reeds als moedertaal aan
genomen heeft.
De heer Grégoire voorzag mij van literatuur
en gegevens en zoo kan ik de lezers vertellen
dat de Hautes Fagnes of het Hoke Venn (want
vroeger behoorde een gedeelte aan Duitsch-
land) de meest romantische en merkwaardig
ste streek van België is.
Want reeds de Romeinen legden er wegen
aan. rijen boomstammen naast elkaar met
steenen er over. De Hautes Fagnes liggen pre
cies tusschen Trier en Aken en om onderweg
geen kans te loopen in de nu soms tien Meter
dikke veenlaag weg te zakken moesten maat
regelen genomen worden.
In latere jaren was deze streek het doel van
rooftochten van Noormannen, die een kamp
hadden opgeslagen bij Maastricht. Karei de
Groote verjoeg ze op verzoek van den Bisschop
van Luik.
Daarna volgden eindelooze oorlogen tus
schen Luik en Franchimont, bezetting door
Spanjaarden. Lotharingers. Franschen. een
terugslag van de Fransche revolutie in 178(1.
waarbij een Bisschop die de speelbank in Spa
wilde sluiten, tot de vlucht gedwongen werd.
Napoleontische oorlogen en tenslotte de Duit-
sche bezetting van 1914 tot 1918. die menigen
bewoner zijn vrijheid of erger kostte.
Voor den reiziger was het, veen altijd een
groote schrik. De hoogte boven den zeespiegel,
600650 M. maakte dat er van October tot Mei
sneeuw lag en wee degene, die overvallen werd
door sneeuwstorm, tallcoze kruisen staan er
als herinnering aan de omgekomenen.
Om hulp te kunnen bieden in dergelijke ge
vallen, werd in 1808 de Baraque Michel opge
richt.
Een Duitscher, Michel Schmitz. was ver
dwaald in de sneeuw en als dank voor zijn
redding liet hij alles wat hij bezat in den
steek en vestigde zich er als kluizenaar. Tot
1896 hebben zijn nakomelingen cr gewoond
Als er sneeuw of mist opkwam, luidde men
een klok en redde aan 68 personen het leven
De Baraque Michel is nu een restauratie
met een uitzichttoren, vanwaar men met hel
der weer de streek van Luik, Tongeren en
Thienen kan zien liggen.
Onze tent werd opgeslagen even busten
Hockai. aan den oever van de Hoegne. een
wild-stoomend riviertje.
Zelden zag ik een bergstroom, die zich zoo
schilderachtig tusschen groote steenen door
slingerde. Was het in Limburg volop zomer,
hier was het nog voorjaar: de brem oloeide
volop, de eik zat pas kort in het blad. de roode
boschbessen bloeiden en werden druk Dezocht
door insecten.
De varens waren juist uitgerold, alles zag er
jong en frisch uit. zoodat we meer dachten
aan een vroege Pinksteren, dan aan bijna den
langsten dag.
Ook 's nachts was het koud. maar zooals
overals in de bergen, de zon had een groote
kracht, zoodat het overdag heerlijk warm was
Reeds vroeger had ik eens het officieele pad
gevolgd van de Baraque Michel naar Hockai.
maar wilde nu eens dwars door het veen,
liefst langs de Hoegne. tot het ount waar deze-
begon. De heer Grégoire verzekerde mij dat
het veen met gevaarlijk was ir. dit seizoen,
laagveen. zooals dat zich in ons land zoo dik
wijls op hoogveen vormt, was cr niet.
We gingen vroeg op weg. .vant we wisten
niet of we snel zouden vorderen een behoor
lijk pad was er immers niet. We! werd er één
We antwoordden dat we wel borden met
rookverbod hadden gezien, maar nergens ver
boden toegang. Tegen zooveel logica was hij
niet bestand, maakte een handbeweging van
..ga je gang maar" en keek weer voor zich.
Die weg liep door donker bosch Met paard
en wagen werden groote keien uit de Hoegne
aangevoerd, kleinere er overheen met wat leem
en de weg was er.
We gaven echter de voorkeur aan dc open
terreinen langs de Hoegne: we vonden er uit
gebloeide Narcissen, waarvan wc bollen en
zaad meenamen. Orchideeën, Beenbreek. Ze
venster en de Rijsbes. een zeldzaam soort
boschbes.
De wag was lang niet gemakkelijk, afwis
selend links en rechts van het riviertje Ge
lukkig konden we. van steen op steen, telkens
droogvoets aan do overzijde komen.
Op een enkele plek groeide een bij ons
uiterst zeldzame plant, de Krans-Salomons
zegel. Wat een prachtig gezicht, zoon groep
van wel 25 stuks als soldaten naast elkaar,
volop in bloei.
Hoogerop lag een oude, verlaten weg. ge
heel dichtgegroeid met gras en heide; dien weg
volgden we om iets vlugger op te schieten.
Van tijd tot tijd kwamen we aan de Hoegne,
om den plantengroei te blijven observceren.
Het landschap werd waarlijk grootsch, een
steile bergwand naderde de Hoegne, het was
als een strakke gigantische muur. waarmee
het dartele riviertje oen fel contrast vormde.
Langzaam aan werd het bosch jonger en
ijler, de rivier kleiner en ik had het gevoel, dat
we dicht bij de bron moesten zijn. Ik raad
pleegde de kaart on den stand van de zon en
miste enkele zijriviertjes, die op de kaart aan
gegeven stonden.
En omdat de Hoegne nu eens Oost, dan weer
Noord stroomde, was ik nogal bang flink uit
den koers te geraken, als ik per ongeluk een
rijrivier in plaats van den hoofdstroom ge
volgd had.
In den bovenloop splitst de Hoegne zich: de
meest oostelijke tak komt vlak bij een labo
ratorium van de Universiteit van Luik.
Het bosch houdt nu geheel op. We zien
weer menschen aan het werk. cr wordt turf
gestoken. Dc brem is schaars en laag, pas kort
in bloei.
De struiken zijn niet hooger dan de sneeuw
laag dik was. wat er bovenuit kwam, is afge
vroren.
We vindon groepjes orchideeën van de On
gevlekte Orchis (O. praetermissaWollegras
en Iets verder een groot wit veld van een in
West-Europa uiterst zeldzame plant, de Berg-
Venkel (Meumthamanthicum).
Bij gebrek aan een brug van steen op steen.
Do Amica of Wolverlei groeit hier op zijn
eenige groeiplaats van België: het zijn alle
planten, die in onze strijken in de ijstijden
algemeener waren, maar zich nu teruggetrok
ken hebben tot de koelste streken in ons land
tot dc vochtige heiden van het nood-oosten,
in Eolgle tot de Hautes Fagnes.
We hadden gelukkig den goeden tak gevolgd
van de Hoegne, waarvan de bron een moeras
sige plek bleek te zijn. en vóór we het wisten
.Monden we op den grooten verkeersweg van
Malmedy naar Verviers.
We bezochten het Wetenschappelijk Station
van de Luiksche Universiteit, waar we een
compliment kregen over de gevolgde route,
wat vondsten achterlieten en bij gebrek aan
een betere verfrissing dan cognac Cs lands
wijs. 's lands eer) maar weer spoedig ver
trokken.
In een geschrift wordt opgewekt tot het
bezoeken van dit station, dat min of meer als
een Jeugdherberg ingericht zou zijn: het is
echter maar goed dat we cp onze reizen onze
tent maar gebruiken, want met alle goede
bedoelingen is zoon verblijfplaats toch nog
niet aangepast aan internationale gebruiken.
De terugweg van de Baraque Michel ging nu
snel: rechtuit en naar beneden. We kwamen
hier menigen toerist tegen: de Belgen begin
nen ook vrienden van het buitenleven te wor
den. Bij de Hoegne waren schoolkinderen met
autobussen uit groote steden van België ge
komen: de muziek was niet van de lucht bij
een geïmproviseerde restauratic. van oude
planken bij elkaar getimmerd, met den wijd-
schen naam van Hotel ..Terminus'
Wie in de nabijheid van Hockai in de meest
onherbergzame natuur wil dwalen, kost het
geen moeite om dergelijke dissonanten te ont-
loopen: men volge slechts de Hoegne, maar
wie met hooge lukken komt of bang is voor
muggen, blijve liever thuis.
Na twee dagen pakten we de flets weer en
reden, over het algemeen met een gunstige
helling over Francorechamps. Coo. Remou-
champs, langs de Amblève en Ourthe naar
Luik. waar we drie dagen over deden.
Daarover een volgenden keer.
C STPKES
Ouderdom van boomen. De natuurkun
dige De Candolle berekende dat een vijgen-
boom 250 jaar oud kan worden, een iep 350
gemaakt, .ets meer het bosch in en blijkens I jaar. een pereboom 450 jaar. een kastanje
een opmerking van een opzichter: verboden boom 5 a 600 jaar icn plataan 700 jaar een
toegang. cypres 4 a 6000 jaax.