Na den dood van Rijkspresident von Hindenburg.
Welkom thuis!
Na den dood van president von Hindenburg. In de Wilhelmstrasse te Berlijn
heerschte na het bekend worden van het overlijden een groote drukte van
nieuwsgierigen
Het Engelsche Davis Cup team wist in
den strijd tegen Amerika de Davis Cup
te behouden, voor welke prestatie de
spelers na afloop der wedstrijden op
Wimbledon werden gehuldigd
De minister van Buitenlandsche Zaken,
jhr, mr, A. de Graeff, bracht Donderdag
een bezoek van rouwbeklag aan de
Duitsche Legatie te den Haag in ver
band met den dood van den Duitschen
Rijkspresident
Gedurende de vacantieweken maakt het
Parijsche gemeentebestuur gebruik van de
gelegenheid, om allerlei herstellingen aan
de minder drukke straten te laten verrichten.
Vele lantaarns wijzen nu des avonds op
opengebroken straten. De lantaarns worden
gevuld om te branden
De politiebeambten, die bij den overval van het Ravag-gebouw te Weenen werden gedood, zijn Woensdag ter aarde,
besteld. Vele autoriteiten o.w. vice-kanselier Starhemberg, bondskanselier dr. van Schuschnigg en majoor Fey woonden
de plechtigheid bij
Etienne Riche, oud-onder-staatssecre
taris en president der Fransche Aero-
club, is overleden
De historische brug van Argenteuil, gebouwd onder de regeering van Louis Philippe,
is voor de zooveelste maal in reparatie
De bekende gangmaker Kaser heeft Donderdag op de Amster-
damsche wielerbaan zijn zilveren gangmakersjubileum herdacht
FEUILLETON
De wonderlijke belevenissen
van dr. KaiserlLen
door WILL AMBERG.
28)
(Nadruk verboden).
„Ah juist!" luidde het antwoord. Hij ver
volgde zijn wandeling. „Wat valt er dan nog te
vertellen?"
„Wat heeft mijn naam met uw naamsver
wisseling te doen?'' vroeg zij verbaasd.
Wederom haalde hij eenigszins vermoeid de
schouders op. „Verlangt u nu werkelijk dat
ik alles nog eens herhaal?"
Thans scheen haar geduld echter uitgeput.
„En nu sta ik er op, dat u mij alles verklaart
Ik wensch te weten wat mijn familienaam met
uw aangelegenheden te maken heeft".
„Als u het dan persé nog eens wilt hooren,
het was juffrouw Edith Wismuth, die zich op
het stadhuis te Charlottenburg tot mevrouw dr
Kaiserlien liet promoveeren om onder die naam
haar echtgenoot diens vermogen afhandig te
makenIk zal u een voorstel doen, juffrouw
Gotron of Wismuth of hoe u dan ook heeten
mag: u geeft mij het geld terug, dat uw ad
vocaat, dr. Arnheimer, aan u heeft uitgekeerd
en dan zal ik van alle verdere stappen tegen u
afzien!"
„Beste dr. Kaiserlien", antwoordde het meisje
aan zijn zijde, „ik ken geen advocaat Arn
heimer, ik ben nog nooit op het stadhuis in
Charlottenburg geweest en ik ben niet van plan
ook maar een cent af te staan, want van alles
wat u vertelt, begrijp ik nog steeds geen
sylabe. U zult er heusch toe moete besluiten
mij regelmatig te vertellen, waar het nu eigen
lijk om gaat".
^Straks wilt u nog beweren, dat u ook niet
weet, dat ik meer dan twee jaar in Palestina
werkzaam was!"
„Neen, dat wist ik inderdaad niet. Maar wat
heeft dat met onze zaak uit te staan?"
,,En dan wist u zeker ook niet, dat een of
andere dievenbende van mijn afwezigheid ge
bruik heeft gemaakt om mij van al mijn
eigendommen te berooven?"
„Neen, dat was mij totaal onbekend".
„Dus dan was het u ook onbekend, dat ik
vóór eenige maanden een vermogend man
was?"
„En nu?"
„En evenmin wist u, dat een oplichter zich
als dr. Kaiserlien voordeed, op mijn naam
schulden maakte en mijn villa publiek liet ver-
koopen?"
„Hoe is dat dan mogelijk?"
„En hebt u nog nooit van Stolzenberg ge
hoord?"
„Ik verzeker u met de hand op het hart nog
nooit!"
„Wij zullen de kwestie-Stolzenberg en de
verkoop van mijn villa verder laten rusten"
besloot hij. .Laten wij ons voorloopig tot uw
rol bepalen. Op den eersten Maart negentien
honderd negen en twintig is, naar uit de of-
ficieele bescheiden blijkt, voor den ambtenaar
van den Burgerlijken Stand te Charlottenburg.
het huwelijk voltrokken tusschen dr. Heinz
Kaiserlien dat zou ik zijn en Edith Wis
muth".
„Met mij?" vroeg zij verbaasd.
„Bestrijdt, u dat?"
„Ach u moet, dunkt me, zelf het geste weten,
dat ik niet met u getrouwd ben", antwoordde
zij.
„Ik ben zelf immers niet op het stadhuis
geweest! Een ander heeft zich voor mij uit
gegeven en zich met u laten trouwen!
„Ik geef u de verzekeringMaar gaat a
eerst eens door. Waarom zou Edith Wismuth
eigenlijk met dr. Heinz Kaiserlien getrouwd
zijn?"
..Weet u dat niet?" vroeg hij. ..Weet u niet.
dat uw huwelijk met dr. Kaiserlien na een paar
weken alweer ontbonden is?"
Zij staarde hem aan, alsof zij voor het eerst
aan zijn verstand twijfelle. „Wat voor nut had
can die comedie? Waarom zou ik getrouwd zijn,
als ik mij toch direct daarna alweer liet schel
den?"
|U vergeet, antwoordde hij spottend, „dat
mevrouw Edith Kaiserlien van haar man een
schadeloosstelling eischte en dat haar man
zich daarmee accoord verklaarde.
„Ja en?"
„En dat die schadeloosstelling mijn geheele
vermogen omvatte!"
„Ja alles goed en wel. maar daarop had u
toch niet behoeven in te gaan!'
Het onlogische van haar antwoorden pleitte
toch voor haar onschuld. Kaiserlien werd er
wanhopig onder. „Begrijpt, u dan niet, dat ik
in 't geheel niet persoonlijk er bij betrokken
was, maar dat een andere zich voor mij uit
gaf en daarbij vrijelijk over mijn vermogen
beschikte, terwijl ik in het buitenland zat?"
„En dat vermogen werd uw gescheiden vrouw
ter hand gesteld?"
„Juist, mijn gescheiden vrouw, die er nu on
verdiend een goed leventje van leidt!"
„En nu verdenkt u er mij van, dat ik die
vrouw ben?"
„Uw naam komt onbetwistbaar in het huwe-
lijksregister van den Burgerlijken Stand voor".
.De uwe ook, meneer Kaiserlien!", antwoord
de zij eenigszins scherp. „Hebt u nog nooit aan
de mogelijkheid gedacht, dat een vreemde
vrouw evengoed de rol van Edith Wismuth kan
hebben gespeeld als een vreemde man die van
dr. Kaiserlien?"
Hij keek haar ontsteld aan. „U bedoelt
„U moet mij nu alles nog eens vertellen doc
tor, en dan precies in volgorde van de gebeur
tenissen. Ik weet immers niet, of ik gelijk
heb, dat een ander zich voor mij heeft uitge
geven. Misschien bestaan er wel twee Edith
Wismuths?"
„Vertelt u eens. bent u op den vijfden Octo
ber negentien honderd en zes als dochter van
den fabrikant, Anton Wismuth, te Saarbrücken
geboren?"
„Dat klopt!" gaf zij toe.
,Nu dan, stel dat er al twee Edith Wis
muths bestaan twee Edith Wismuths
met zulke overeenstemmende persona-
liën zijn, er toch zeker in geen geval!" ant
woordde hij. Er zijn dus maar twee mogelijk
heden: Of iemand anders heeft zich op het
stadhuis te Charlottenburg voor u uitgegeven
of
„Of ik ben een leugenaarster, neen, nog erger
een misdadigster", vulde zij lachend aan.
—Alleen moest u mij voor intelligent genoeg
houden om mij, wanneer dat inderdaad het
geval was, wat handiger aan uw nasporingen
zoowel als aan die van de politie te kunnen
onttrekken. Ik weet weliswaar niet, hoe groot
het bedrag is, dat mijn laten we maar zeggen
gen mijn naamgenoote u afhandig heeft
weten te maken, maar als dat werkelijk de
moeite waard is geweest, wel dan zou die vrouw
vermoedelijk naar Zuid-Amerika of naar
Australië zyn gegaan, maar zeker niet naar
Montreux. En als ik een slecht geweten had,
dan zou ik mij er wel eens van op de hoogte
hebben gesteld, hoe de echte dr. Kaiserlien er
uit zag en dan was ik waarschijnlijk bij uw
verschijning met den eersten den besten trein
vertrokken. Ik geloof, dat ik daarvoor tijd ge
noeg had!"
„Het kan zijn, dat u gelijk hebt", gaf hij
toe.
..Dat klinkt, alsof er nog een „maar" achter
komt", zei zij, vroolljk. „Voor den dag met die
„maar".
„Maar", gaf hij aarzelend toe, „er is toch
iets, wat tegen u pleit. Waarom hebt u zich
hier als Edith Gotron aangemeld, terwijl u
toch Edith Wismuth heet? Bent u misschien
ook op zoek naar misdadigers?"
Nu ontweek zij zijn blik opnieuw. „Dat niet",
moest zij toegeven, „maar"
„Maar?" vroeg hij nu op zijn beurt.
„Moet ik u dat heusch zeggen?'
„Ik dacht, dat u er veel aan gelegen was
mijn twijfel we gte nemen", moedigde hij haar
aan.
Slechts aarzelend ging zij hierop in. ,De
kwestie is deze men behoeft nog niet e$n
misdadiger op het spoor te zijn om van naaru
te veranderen; er zijn ook andere redenen,
welke daartoe aanleiding kunnen geven, bijv
wanneer men zich aan een achtervolging wil
onttrekken".
„Maar dat verweet ik u immers juist!"
„Ja, ja, maar het betreft hier een andere
achtervolging, dan die u bedoelt. Het zou tocb
ook kunnen gebeuren, dat iemand mij herhaal
delijk lastig viel". Zij scheen plotseling moed
te vatten; „kort en goed, ik heb mijn naam
veranderd om mij te vrijwaren voor de avancei
van een wat al te opdringerigen aanbidder".
„Zoo!"
Zij vervolgde haar bekentenis. „Ja er is hier
in zekeren zin sprake van een dwaasheid uit
mijn jeugd. Een paar jaar geleden maakte ik
kennis met een heer, die mij van het begin af
bijzonder sympathiek was, zóó sympathiek
zelfs, da*, ik meende hem te kunnen trouwen.
Mijn vader was daar van het begin af aan,
sterk tegen en later heb ik zelf ook ingezien
dat wij niet bij elkaar pasten, zoodat ik onze
verhouding verbrak. Nu achtervolgt hij mij
overal om mU als 't ware te dwingen met hem
te trouwen. Begrijpt u nu. waarom ik Edith
Wismuth een poosje wilde laten verdwijnen?"
„Hm!"
„Gelooft u mij niet?'
„Wij zullen open kaart spelen, juffrouw Wis
muth". Ik zou u gelooven, wanneer er niet
nóg Iets was. dat tegen u pleit".
„En dat is?"
.Uw dienstmeisje. Sabine Vollert'.
„Aha", zei ze bedachtzaam, doch bijna on
middellijk liet zij er op volgen: „Weet u, dat
Sabine Vollert een nicht is van dien meneer
Hasenstab? En in hoeverre zou Sabine Vollert
tegen mij pleiten?"
..Sabine Vollert scheen te weten, dat wij met
elkaar getrouwd zouden zijn, juffrouw Wis-
mith!' J
•Dat is onmogelijk".
(Wordt vervolgd).