De Lutine-toren nog in de haven. - Wegenbouw in Zuid Limburg Welkom thuis! Hoe zal het afloopen? Onver deelde belangstelling bij de kampioenschapswedstrijden der Engelsche Bowling Club op de terreinen van de Paddington club te Londen n de Prinsengracht bij de Elands- gracht te Amsterdam geraakte Dinsdag een vrachtauto te water De leider van de delegatie uit het Saargebied, welke Maan dag door het gemeentebestuur van Parijs werd ontvangen, teekent het gouden boek Om de spruiten van de pompoenen tegen insecten te beschermen worden de planten in de kweekerijen te Worcestershire met glas afgedekt Een viaduct met twee verdiepingen, zooals het in den nieuwen weg Nijswiller Simpelveld (L.) gebouwd wordt De WestUndsche Bloemen- en Fruittentoonstelling ta Poeldijk is Dinsdag Hoor buiv, iter Kampschoer ge opend Tijdens de rondgang Het snelverkeer Amersfoort Zwolle wordt meer en meer om de plaatsen langs het IJsselmeer omgelegd. Thans is Elburg aan de beurt Een kijkje in het plaatsje, waar de automobilisten gedwongen zijn een scherpe en onoverzichtelijke bocht te nemen De Lutine-toren ligt in de haven van Terschelling gereed om zoodra het weer gunstig is met het werk te beginnen Wales is om zijn schapenfokkerijen bekend. Een alledaagsch tafreeltje bij de kudde der woldragers FEUILLETON De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien door TO.Ii AMBERG. Nadruk verboden). 38) De Baron bekeek de zaak van den anderen kant. ..Het gevaarlijkste is. dat men ons door zien heeft. Elke minuut kunnen wij worden gearresteerd!" De leider was van zijn plaats opgestaan en liep met groote stappen het vertrek op en neer. „Een arrestatie vrees ik niet onmiddel lijk. Die dr. Arnheimer zal zich wel wachten een aanklacht tegen ons in te dienen, want dan zou hij er zelf ook in tippelen". Wederom volgde een vertwijfeld stilzwij gen. En darop was het weer Nora Tilden, die het woord nam: „Maar het geld bij de Dresd- ner Bank moet er toch zijn". Natuurlijk, maar dat geld wordt niet ver deeld!" besloot Syndicus. „Dat moet een fonds blijven om dien dr. Arnheimer met succes te kunnen bestrijden. Ik zal dien knaap wel eens laten zien. dat hij geen kinderen voor zich heeft. Zoo'n schoft! Op dit oogenbllk verscheen de kellner om te vragen of hij de volgende gang mocht ser veoren. Ja, dat mocht hij. Het syndicaat nuttigde zijn galgenmaal. n. Professor Oinon en Ina Heldt loopen langs het front van het Syndicaatsgebouw, slaan den hoek om van een zijstraat en gaan dan verder tot de volgende dwarsstraat. Daar wacht een auto op hen. Correct biedt Clnon zijn dame de behulpzame hand bij het instap pen. Kaiserlien volgt hen in zijn taxi. „Natuur lijk!" constateert hij grimmig. „Waarom zou den die twee er geen auto op nahouden?" 't Ging immers toch van zijn geld! De voorste auto rijdt in de richting van de binnenstad. Kaiserlien's taxi volgt op korten afstand. Hij steekt een sigaret op, werpt haar dan weer weg, laat het raampje aan de rech terzijde neer om wat frissche lucht te happen en trekt het onmiddellijk daarna weer om hoog. In een vaasje tegenover hem staan een paar verwelkte rozen. Met een nijdig gebaar haalt hij de bloemen eruit en werpt ze op den grond, omdat hij zich verbeeldt, dat zij hem het uitzicht belemmeren. Zijn chauffeur blijkt tenvolle berekend voor de taak, die hem is opgedragen; zelfs in het 'gedrang van de binnenstad verliest hij den anderen wagen geen oogenblik uit het oog. Slechts éénmaal ziet het er naar uit, dat de achtervolging moet worden gestaakt. Dat is als het verkeerssein bij een kruispunt het roode licht geeft, juist als de wagen met het tweetal de kruising is gepasseerd. Maar bij de „Zoo" haalt de chauffeur hen toch weer in. Dan wordt de achtervolging voortgezet door den Tiergarten. langs de Slegesallee en Unter den Linden in de richting Alexanderplein. Wederom is het een grimmige humor, die zich van Kaiserlien meester maakt, Alexanderplein! De eenige juiste weg, die deze auto kon in slaan. Daar staat immers een berucht, uit roode baksteen opgetrokken gebouw, waarmee de inzittenden van den auto van rechtswege kennis behoorden te maken. De auto stopt voor een warenhuis aan het Alexanderplein. Kaiserlien begrijpt, dat hij nu voor moeilijkheden kan komen te staan. De kans is groot, dat hij hen hier in het drukke verkeer uit het oog verliest. Een auto bus kruist zijn weg. Nog een. Dan een par ticuliere auto. Dat beteekent een vertraging van een halve minuut. Als hij eindelijk het warenhuis binnengaat, is het tweetal nergens meer te zien. Het is ten eenenmale onmoge lijk in de hier heerschende drukte tweee menschen te vinden. Nochtans probeert hij het; hij rent als een bezetene door de gangen langs de verschillende afdeelingen, laat zich met de lift naar de eerste, de tweede en de derde verdieping brengen, daalt tenslotte alle traopen af en blijft radeloos staan voor een afdeeling kinderspeelgoed, waar hij zijn on macht moet erkennen en het tot hem door dringt, dat het hem nooit zal gelukken het paar. dat zich zoo handig aan zijn achtervol ging wjst te onttrekken, hier terug te vin den. „Als ik een dozijn politieagenten tot m'n beschikking had om alle uitgangen te be zetten, dan had ik misschien nog een kans" gaat het door zijn hoofd. Het volgende is de logische ontwikkeling van deze gedachte: De politie beschikt toch over meer machtmiddelen. Tenslotte is men toch op haar hulp aangewezen. Het schiet hem te binnen, dat het juist Ina Heldt was, die tezich op het standpunt plaatste, dat er zon der de inmenging van de politie niets te be ginnen zou zijn. Een verregaande onbeschaamd heid natuurlijk of listige berekening, omdat zij, die hem kende uit ervaring wist, dat hij precies het tegenovergestelde zou doen van hetgeen zij hem adviseerdeJa, ja, daarom had zij er zoo sterk op aangedrongen om dien dr. Carsten, of hoe die kerel anders heeten mocht, in den arm te nemen. Zeldzaam geraf fineerd waren de vrouwen toch! Enfin ze zou haar zin hebben. Het was wel wat laat, maar hopenlijk nog niet te laat om de daders die hij tenslotte toch zelf op het spoor was gekomen, te arresteeren. En me vrouw Heldt zou oogen opzetten, als de be kende commissaris der recherche, Carsten. voor wien zij zooveel bewondering koesterde, de hand op haar legde. Er is thans niet zoo heel veel toe noodig om Kaiserlien tot een besluit te brengen. Vijf minuten later betreedt hij het roode gebouw aan den overkant van het plein. Of dr. Carsten te spreken is? „Jawel!" antwoordt de portier. „Hij is juist het bureau binnen gegaan. Kamer driehon derd zeven en negentig, derde verdieping. Aan het eind van de gang de trap op naast dien glazen deur. Dan boven op de derde verdieping tweede deur -rechts.". Kaiserlien betuigt zijn dank en rent drie trappen op. Juist, op de tweede deure welke noodig eens opnieuw geverfd moet worden, is met punaises een beduimeld visitekaartje be vestigd, waarop de naam dr. Carsten. En in deze armoedige omgeving zou een beroemde detective huizen? Kaiserlien's vertrouwen in de speurdersta lenten van den man, dien hij op het punt staat te bezoeken, is aanmerkelijk bekoeld, als hij aanklopt. „Binnen!" antwoordt een krachtige stem. Kaiserlien schrikt er van Die stem komt uem bekend voor. Verdraaid! Zijn z'n zenuwen dan zoo slap, dat hij zich overal, zelfs in dit gebouw door misdadigers omgeven waant? Hij treedt binnen, maar nauwelijks heeft hij den drempel overschreden, als hij terug deinst om dan radeloos te blijven staan. Het is niemand minder dan professor Cinon, die zich daar amuseert over de grenzelooze verbazing waarmee hij hem aanstaart. „Aha, dr. Kaiserlien! Eindelijk!" zegt de man, die Kaiserlien tot dusver slechts als Professor Cinon heeft gekend. „U komt wel rijkelijk laat, maar u bent er dan toch. Helaas kan ik voor u lang wegblijven geen passende verontschuldiging aanvoeren. U zou zich heel wat moeite en nog meer ergernis hebben be spaard. als u naar uw secretaresse had ge luisterd en mij onmiddellijk na uw belevenis sen in Starnberg had opgezocht". „U bent u bent „Ja, die ben ik!" antwoordt de commissaris lachend. Hij staat op en steekt Kaiserlien joviaal de hand toe. „U moet mij die kleine comedie maar vergeven. Zij was noodig en nuttig en voor u kan zij bovendien nog een goeie les zijn. Gaat u zitten, doctor! U wilt natuurlijk graag weten, hoe ik er toe kwam om mij voor professor Cinon uit te geven en in welke relatie ik sta tot mevrouw Heldt. temeer omdat u juist ontdekt heb, dat wij zelfs te zamen autotochtjes maken, nietwaar?" „Weet u dat?" stamelt Kaiserlien verlegen. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 8