DE VROUW IN DE XXe EEUW.
ICsiikciicelicTmen
J I
Schoonheidsmiddelfjes
voor iedereen.
VRIJDAG 17 AUGUSTUS 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
9
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
No. 269: elegante japon voor een meer ge
zet figuur van gebloemde georgette of crêpe
de chine. Het model is bijzonder geschikt om
als wandeljapon gedragen te worden. Prijs
van het model: 5'J cents per stuk. Benoodigd:
5 Meter georgette van 90 c.M. breedte.
No. 271: lieve eenvoudige japon van groot-
gebloemde voile of georgette. De garneering
bestaat uit een volant van effen materiaal om
de vierkante halsopening. Prijs van dit pa
troon 50 ets per stuk. Ber.oodigd materiaal
4.75 Meter van 90 c.M. breedte.
No. 342: snoezige kinderjurk voor meisjes
van 3 tot 7 jaar van gebloemde mousseline
en gegarneerd met effen. Prijs van het pa
troontje f 0.38 per stuk. Benoodigd: 2 Me
ter.
No. 338: voor den benjamin een kruip-
speelpakje van katoen. Benoodigd: 1,75 Me
ter. Prijs van het patroon f 0.38 per stuk.
Al deze patronen zijn tegen de aangege
ven prijzen in alle maten te verkrijgen bij de
„Afdeeling Knippatronen" van de Uitgevers
maatschappij „De Mijlpaal", postbox 175 te
Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het bedrag dat kan worden overgemaakt
per postwissel, in postzegels of wel per giro;
41632.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht
bij bestelling van een der patronen niet al
leen het gewensche patroon, maar tevens de
gewenschte maat, d.w.z. boven-, taille-, heup
wijdte enz. op te geven.
Gelieve verder naam en adres duidelijk te
vermelden. Men voorkomt daardoor onnoo-
aige vertraging in de opsturing.
Spaansche omelette (4 personen): 6 eieren.
1 theelepel zout, een snufje peper, 1 flinke
ui, 2 lepels boter, 3 tomaten.
Klop de eieren met het zout en de peper.
Laat in de koekepan 1 lepel boter smelten,
giet er de geklopte eieren in en roer deze, zoo
als bij roereieren, voortdurend rond, totdat
zij beginnen te stollen; zorg er voor, dat de
ronde vorm van het eiermengsel behouden
blijft en dat er dus geen gaten in de ome-
lette komen. Laat, als het mengsel grooten-
deels gestold is, de omelette nog even liggen
om aan de onderkant lichtbruin te worden;
rol ze op en leg ze_op een verwarmde scho
tel, houd ze warm. Bak in 1 lepe! boter vlug
de fijngesnipperde ui en de in plakjes ge
sneden tomaten lichtbruin en vul met dit
mengsel de omelette, waarin in het midden
over de lengte ttot op eenigen afstand van de
beide uiteinden) een diepe gleuf, tot op de
schotel toe, gesneden is.
Ingemaakte komkommers: 8 groote kom
kommers. 2 uien, 1/2 theelepel cayenne pe
per. l theelepel zout, 1 theelepel gemalen kruid
nagelen, 1 theelepel piment, 1.2 liter wijn
azijn. slaolie.
Schil de komkommers, trek ze met een
sambalschaafje in dunne reepjes en laat die
met wat zout bestrooid, eenige uren staan.
Druk ze op een vergiet flink droog uit, voeg
er de zeer fijn gehakte uitjes, de verschillen
de kruiden, de azijn en het zout bij en breng
alles op een zacht vuur aan de kook. Laat
het samen inkoken tot het mengsel eenigs-
zins dik is en bewaar het dan in goed uitge.
kookte of met heet sodawater gereinigde
potten of stopflesschen; bedek den inhoud met
een laagje slaolie en sluit de potten af met
vochtig perkamentpapier of glaspapier.
Mosterdzuur van komkommers: 10 kom
kommers. 6 deciliter inmaakazijn, 15 gr.
mosterdzaad, 5 gr. kurkuma, 5 gr. gedroogde
gember ,1 versche Spaansche peper, 50 gr.
mosterdpoeder.
Schil de komkommers, snijd ze in vieren,
neem het het zaad eruit, verdeel ze in stuk
jes, bestrooi deze met wat zout en laat ze
hiermee 24 uur staan. Wring de komkommers
uit in een doek, schik ze daarna in een
Keulsche pot of in kleine glazen potjes en
overgiet ze met de kokende saus. Roer hier
voor de droge bestanddeelen door elkaar,
meng ze aan met de azijn, breng ze aan de
kook en laat ze even doorkeken, totdat de
saus wat gebonden is. Giet wat slaolie over
den inhoud van de potjes en sluit ze af met
vochtig perkamentpapier of glaspapier,
mensch bent. Thuis en school en alle men-
schen die beslag op je willen leggen zijn rem
men op je weg naar ..groot zijn". En wat een
wonder dan dat je opstandig wordt!
Er is een troost voor ouders van zulke kin
deren. Juist in het negeeren van het oordeel
van de ouders ligt hur. kinderlijk vertrouwen.
Hun ouders. die houden nu eenmaal van
hen en zullen dat wel blijven doen ook.. Ze zijn
daarom geen maatstaf voor de wereld, die ze
toch altijd min of meer koud en vijandelijk
voelen. Thuis is vertrouwd en oud en voo:
hun pas ontwaakte levenslust onbelangrijk.
Maar er komen momenten als men wat ouder
is, dat men juist naar dat vertrouwde en oude
terugverlangt.
BEP OTTEN.
Karei is dertien jaar, een gezonde, stevige
jongen.
Hij haalt me van het station en is dade
lijk heel attent. Hij draagt mijn tasch en
wijst me den weg naar zijn huis met veel
commentaar ter wille van de gezelligheid. „Nu
komen we langs het postkantoor, hier is
het park. daar staat onze school
Thuis is door verschillende omstandighe
den niemand ter ontvangst aanwezig. Maar
Karei is een volmaakte gastheer; hij schenkt
koffie, presenteert koek. Er komt ondertus-
schen nog een dame aan de deur om een
boek te leenen en ze wordt, door Karei beleefo
te woord gestaan en geholpen.
„Een aardige jongen", denk ik. „Echt een
jongen om trotsch op te zijn". Maar dan ko
men zijn ouders thuis. En de Karei dien ik dan
leer kennen is een heel andere jongen, verre
van aardig.
Hij is meteen veranderd. Als zijn moeder
hem vraagt haar mantel weg te hangen, doet
hij of hij het niet hoort. Even later is hij er
niet toe to brengen een boodschap voor zijn
vader te doen. Hij bedenkt allerlei uitvluch
ten en als die geen van alle geaccepteerd wor
den zegt hij eenvoudig dat hij geen zin heeft.
En ik merk al gauw wat Karei voor een jon
gen is: vriendelijk en gezellig voor anderen,
een voortdurende ergernis voor „thuis".
Karei is geen uitzondering. Legio zijn de
jongens en meisjes die buitenshuis bekend
staan als aardige kinderen en met wie thuis
niets te beginnen is.
Het zit 'm misschien wel daar in: de ont
wakende jonge mensch is bezig de wereld te
verkennen. Daar bulten is het belangrijk, hij
zoekt contact met anderen, aan het gedrag
van anderen tegenover hem wil hij zijn j
eigen gedrag loeren kennen. Zijn de anderen
vriéndelijk en beleefd dan is dat een te eken
dat,hij zich „menschwaardig" gedraagt. Hij is
daaróm in dien tijd zoo overgevoelig voor
uitlachen; het bezorgt hem minderwaardig
heidsideeën. Hij is dus nog geen volwassene,
die als zoodanig behandeld wordt. Hij doet
„gek" en in zijn spontaniëteit gelooft hij, dat
hij wel altijd gek zal blijven doen. En dat is
een groot verdriet, want hij wenscht niets lie
ver dan dat men hem vanzelfsprekend op
neemt in de wereld der volwassenen.
Thuis? Och, thuis heeft hij geen maat
staf. Wat ze daar van hem denken heeft met
zijn volwassen-willen-zijn niets te maken.
Thuis is onbelangrijk. En daar verwachten ze
dan ook nog van je. dat je allerlei vervelende
werkjes zult doen, dat je je op ongelegen tij
den bezig zult houden met je schoolwerk of
pianostudie. Ze begrijpen niet dat je het druk
hebt met allerlei, ook als je schijnbaar niets
uitvoert, ze begrijpen niet dat je je inwerkt
in de maatschappij en dat je eigenlijk al een
Verzorgde nagels
Het is verkeerd de vijl m de neming naar
de hand toe te bewegen. Daardoor krijgen de
nagels een hoekigen vorm en er blijven aan
de kanten velletjes e. d. zitten.
De viji wordt schuin langs den nagel be
wogen. Daardoor krijgt hij de gewenschte
mooie ronding. Hoe vaker men vijlt, hoe klei
ner het gevaar wordt, dat de nagels af zullen
breken.
metaal. Voor het te benutten smeert men het
eerst goed met vet in en duwt daarna heel
zachtjes den nagelriem terug.
Wie een nagelschaar gebruikt, doet er ver
keerd aan deze zoo vast te houden dat de pun
ten naar binnen wijzen. Want dan knippen
we altijd in het vleesch en het onvermijde
lijke gevolg zal zijn dat do randen gaan bloe
den, opzetten en rood worden.
Wil men met alle geweld een schaar ge
bruiken noodig is dat echter volstrekt niet
dan moeten de punten naar buiten wijzen.
Maar zooals reeds gezegd, men kan beter de
huid met een stomp yoorwerp terugduwen.
OM ZELF TE MAKEN!
EEN BOODSCHAPPEN"!ASCII.
Hoe vaak gebeurt het niet, dat de huis
vrouw. hoewei ze van plan was, absoluut niets
te koopen, zooveel aardige en nuttige dingen
onderweg ziet dat ze de verleiding, iets mee
te nemen, niet kan weerstaan.
>at is op zichzelf natuurlijk niet erg. Wel
erg is, dat ze bij het naar huis gaan mei
Bij het terugduwen van den nagelriem moet
men zeer voorzichtig te werk gaan. om het
nagelbed niet te verwonden. Anders komen er
witte vlokken, die den nagel ontsieren.
Men doet trouwens beter hiervoor een
voorwerpje van been te gebruiken dan van
allemaal kleine pakjes moet sjouwen. Het is
ook niet prettig op iedere wandeling een
groote boodschappentasch mee te moeten
nemen.
De bijgaande teekening toont een oplos
sing voor dit vraagstuk. En wel een groote
boodschappentasch. die echter zóó opgevou
wen kan worden, dat zij zich in niets onder
scheidt van een gewone zomertasch van lin
nen, Als men de beide deelen op elkaar heeft
genaaid zet men er nog een kleine klep op, die
tegelijk als sluiting dient, zoolang de tasch
opgevouwen is. Een paar stevige handvaten
araan en de tasch is klaar. Heeft men nu bood
schappen op te bergen, dan wordt de tasch
opengevouwen en alle kleine pakjes kunnen
er in opgeborgen worden. Indien men dit wil
kan men de tasch nog voorzien van kleurige
applicaties en ze desgewenscht als sirand-
tasch benutten.
De illustratie spreekt verder voor zichzelf.
Een gedocumenteerd protest.
In het nummer van 15 Juli van „Vrouw en
Gemeenschap" lazen we ingezonden deze
vraag: „Ondergeteekenden, leden van de Ver.
van Vrouwenbelangen en G. St. verzoeken
het hoofdbestuur in het Vereenigingsorgaan
openlijk te willen beantwoorden de vraag-
.Zijn het wetsontwerp Marchant en de cir
culaire van Z. E. minister de Wilde niet
itrijdig met de Grondwet en is ons vermeend
bezit van Gelijk Staatsburgerschap dus
slechts een waan?" Onderteekenaars zijn Jo
hanna W. A. Naber en A. E. J. de Vries
Bruins.
We twijfelen er niet aan of een der juris
ten in de redactie van het Maandblad, dat
pal staat voor de rechten der vrouw zal deze
vraag wel duidelijk beantwoorden, al schijnt
ze ingewikkelder dan het zoo lijkt. Maar we
wilden hier alleen van het feit reppen, om
dat we dezer dagen een brochure ontvingen
van de 75-jarige Joh. Naber. welke even
als bovenstaande vraag bewees, dat deze
strijdster nog altijd op de bres staat, zooals
zij ook bewees vóór de vergadering van den
Vrouwenraad, toen zij een amehdement in
diende, dat eveneens een krachtig pleidooi
was voor de vrijheid van arbeid voor de
vrouw.
Dat is ook dit vlugschrift, waarin zij allen,
die zich de laatste jaren verkeerde voorstel
lingen hebben gevormd over de vrouwenbe
weging. haar doel en beginselen een aardige
'es geeft, uit de geschiedenis, welke zij voor
een belangrijk deel heeft meegeleefd, terwijl
zij er tevens op wijst, dat die geschiedenis
niet is begonnen met de georganiseerde vrou
wenbeweging van de laatste 50 jaren, maar
reeds veel eerder is aangevangen, feitelijk
haar oorsprong vond in den drang der vrouw
naar kennis en in alle tijden een eigen ka
rakter droeg.
Voor allen, die .De Opstandigen" hebben
gelezen en zich zullen herinneren, hoe me
vrouw van AmmersKiiller daarin een
hoofdstuk wijdt aan een Nutslezing van
Beets, is het goed. de juiste voorstelling daar
egenover te bestudeeren. welke Joh. Naber
n dit vlugschrift neerlegt, waarbij zij doei
uitkomen, dat Nlcolaas Beets heelemaal nie:
afkeering was van de vrouwenbeweging en
meende dat de romancière, wier boek zoo'n op-
C. F. gang maakte, van de verhandeling van Beets
in de jaarvergadering van het Provinciaal
Utrechtsen Genootschap, gehouden onder
den titel: „Eenige opmerkingen naar aanlei
ding van de Denkbeelden van den Dag in
Verband met de emancipatie der Vrouwen"
zulk een zonderling karikatuur heeft geiee-
kend". Zij zegt tot staving van haar meening
omtrent Beets ruime zienswijze inzake vrou
wenbeweging: Hij kende en waardeerde in
haar werk gravin van Hogendorp, jonkvrouwe
Swellengrebel, de directrice van ons eerste
Diaconessen huis Petronella Voute, rechter
hand van zijn vriend Otto Heldring. Hij was
bevriend met de schrijfters Geertruida Bos
boom Toussaint en Betsy Hasebroek, de zus
ter van zijn Jonathan. Hij verzorgde met
groote piëteit de uitgave der nagelaten ge
dichten van de jonggestorven Albertina
Kehrer. Hij gevoelde sympathie voor het
streven van Anna Maria Storm-Van der Chijs
en zoo liet de strijd over het vóór en tegen
van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes hem
allerminst onverschillig. „Ik zie geen reden,
verklaarde hij, om eraan "te twijfelen, dat de
vrouwelijke geest niet in het bezit zou wezen
van alle die vatbaarheden en organen, die,
op mannelijke wijze gevoed, geoefend, ge
kweekt, het vrouwelijke geslacht tot de hoog
ste ontwikkeling in wetenschap en kunst zou
den in staat stellen.".,. En verder haalt zij
nog aan, ter verklaring, dat hij voelde voor
het middelbaar onderwijs voor meisjes, dat hij
vroeg, dat in dezen maatstaf was: „Is bijvoor
beeld de Nederlandsche vrouw over het al
gemeen zooveel onbeduidender dan de Ne
derlandsche man? In lagere kringen, als het
er op aankomt, is het gewoonlijk de vrouw,
die het woord doet. In hoogere zou het in me
nig geval wel zoo goed gaan, indien zij het
maar deed. „Tenslotte legde mejuffrouw Na
ber, naar aanleiding van verdere aanhalin
gen er den nadruk op. dat Beets hetzelfde
heeft gewild als de leidsters der vrouwenbe
weging. die niet hebben gepleit op grond van
een vermeende gelegenheid, maar integendeel
op grond van gelijkwaardigheid bij ongelijk
heid. waardoor man en vrouw over en weder
elkanders aanvulling behoeven, om te vol
brengen het werk van den volkomen mensch.
We hebben hier wat uitvoerig verteld, wat
Joh. Naber mededeelt op grond van degelijke den besteld,
kennis, het oordeel van Nicolaas Beets. Ver
keerde voorstellingen blijven langer leven
dan de juiste en daarom is het goed ze zoo
spoedig mogelijk te weerspreken Er zijn er
velen, die den roman, die naast waarheid
verdichtsel brengt gaarne lezen en geen tijd
of lust hebben een werk over vrouwenbewe
ging aandacht te schenken. Er zijn daarvan
trouwens in ons land slechts in bescheiden
mate geschreven. Wie het vlugschrift van
mejuffrouw Naber raadpleeg:, wordt uit de
eerste hand ingelicht op boeiende wijze en
leert begrijpen, wat er op het spel staal in
den strijd over vrouwenrechten, welke niet
een strijd is van de vrouw tegen den man,
maar een strijd om in de maatschappij de
beste krachten te winnen voor elke plaats en
elk werk. We hebben het hier reeds herhaal
delijk gezegd, het gaat om de vrouw meer dan
tot nu toe haar verantwoordelijkheid te doen
beseffen. En Joh. Naber begrijpt wel, dat die
verantwoordelijkheid niet altijd plezierig is.
dat het gemakkelijker is zich te laten gaan.
dat dus de jeugd niet dankbaar is voor wat
haar inspanning kost. maar.... Zij teekent
daarnaast ook het beeld uit het verleden, van
de verveling der vrouwen, wier dagen niet ge
vuld waren. Dit beeld moet de vrouw, die door
sport, arbeid, door de vrijheid zichzelf te
zijn, leeft, tot nadenken brengen en zich de
vraag doen stellen, of zij dit alles weer zou
willen verliezen door den stroom van reactie,
die begint met haar te weren van het arbeids
veld en haar geleidelijk zal blijven terug
dringen naar plaatsen, welke niet overeen
stemmen met de nieuwe roeping, welke zij in
de maatschappij heeft te vervullen als strijd
ster voor vrede en recht.
Het is niet enkel het geluk der vrouw, dat
op het spel staat terecht doet Joh. Naber
uitkomen, dat geluk of levensbevrediging niet
afhangt van omstandigheden maar van le
vens opvatting het is de quaestie of de
vrouw in de toekomst haar beste krachten
zal mogen ontplooien en met den man stre
ven naar een betere maatschappij, of dat zij
onder de leuze, dat zij haar bestemming,
het huwelijk moet zoeken, de gezinstaak zoo
klein en zelfzuchtig mogelijk zal opvatten, en
haar kinderen zal opvoeden in die sfeer van
kleine zelfzucht, welke den oorlog zal doen
voortbestaan
We zullen niet zeggen, dat elk woord in de
brochure van Joh. Naber onze instemming
heeft, zij onderschat wellicht de be teekenis
van huwelijk en liefde voor de vrouw, maar
niettemin raden we warm de lezing aan.
waarbij zij opgemerkt, dat de brochure, die
niet in den handel is, door schr. voor eigen
rekening uitgegeven, dus bij haar kan wor-
HOTELLEVEN.
EMMY J. D.
Er zijn van die menschcn. die zoo volko
men vastgeroest zijn in hun dagelijksche ge
woonten. dat zij. wanneer zij ln vacantle op
reis gaar., geen enkel hotel kunne!-, waardee-
ren. of zij moeten er één gevonden hebben,
dat hun eigen huiselijk bedoenlnkje het meest
nabij komt. 1
Regel is dat echter niet: de meeste reizi
gers vinden het juist tot de genoegens van
het reizen behoorer. dat zij eens heel anders
leven dan zij gewend zijn. dat hun dag-in
deeling anders is. dat de maaltijden niets
lijken op die waaraan zij gewend zijn. en dart
natuurlijk het allcs-overheerschende gevoel
van: er moet nu eens niets, alles mag uit
eigen vrije wil.
Voor een huisvrouw ligt ln het hotelleven
al dadelijk een groote bekoring, doordat de
maaltijden nu eens heerlUk heelemaal buiten
haar omgaan. Want zij behoeft zich al dien
tijd eens niets om de maaltijden te bekom
meren. en bovendien wordt het haar niet
alleen kant en klaar voorgezet, maar ook de
combinaties der schotels onderling tot een
smakelijk maal wordt voor haar geregeld.
Dit laatste is dan ook de reden, dat veel
hulsvrouwen wanneer zij buitenshuis eten,
liever ergens komen, waar buiten de spijs
kaart om. een vast menu ls. waaraan zij
zich houden kan. en dat zij weet het uit
ervaring met zooveel kennis van zaken is
samengesteld, dat haar bes" combinatie ta
lent het daartegen toch moet afleggen.
Dus kiest zti het vaste menu cn geniet dub
bel van het maal omdat zij er ln geen enkel
opzicht debet aan is geweest.
Ik weet zelfs van vrouwen, die het uitzoe
ken van een spijskaart zoo 'n teleurstelling
vinden, dat zij zich tot een van het gezel
schap wenden met het verzoek, het door
haar samen te stellen, zij houdt toch overal
van.
Wellicht zult u zich verbazen dat dit arti
keltje over hotel-leven begint met een be
schouwing over het eten: is dat nu zóó be
langrijk? Inderdaad, dat ts hetzonder in de
verste verte ook maar een Lucullus te kun
nen worden genoemd, kan men gerust bewe
ren. dat in hotels grootendeels ce'.eefd wordt
van maaltijd naar maaltijd. Men heeft im
mers niets te doen dan te genieten, waarom
zou men dan ook niet eer.s mogen genieten
van de tot werkelijkheid geworden gedachten
van een a'. of niet geniaal koksbrein!
Bij het hotelleven behooren onverbrekelijk
de menschen, die in twee groepen te verdee-
len zijn: alles wat met het hotel te maken
heeft, en alles wat daar. net als wij, buiten
staat, dat wil dus zeggen: de andere gasten.
Van al diegenen die met het hotel te ma
ken hebben, merken wij als gasten meestal
maar enkele persoren speciaal op: de por
tier, de alwetende, de vraagbaak voor ieder
een, de hulpvaardige, de man die voor een
hotel goud waard is. als hij zijn enorm veel
omvattend werk goed verstaat, of die heel wat
onaangenaams kan veroorzaken, wanneer hij
dit niet doet. Dan de oberkellr.er. die in een
groot hotel ook een verantwoordelijke positie
heeft, de kellner, die ons bedient of het
vriendelijke meisje, de liftjongen en mis
schien het kamermeisje, maar dat behoeft
niet eens. want soms is dat een volkomen le
gendarische figuur, die alles op onze kamer
verzorgt zonder echter ooit voor den dag te
komen.
In groote stads-hotels speelt de chef de re
ception ook altijd een belangrijke rol. maar
ln de buitenhotels is dit een onbekende groot
held en daar verschijnt meestal de baas zelf
bij ontvangst en afscheid even om van zijn
aanwezigheid te doen blijken.
Dan zijn daar de andere gasten, die. even
als wij op onze beurt, de moeite van het ob-
serveeren vaak zeer waard zijn.
Ieder, die vreemd is in het hotel, geeft
daarvan duidelijk blijk door een zekere on
wennigheid. maar velen nemen bovendien
ook nog een houding aan. die zij speciaal
voor een hotel in petto hebben. Zoo de me
neer. die zoo luid mogelijk verkondigt, hoe
veel geld hij bij zich heeft, die al zijn eigen
opmerkingen belangrijk genoeg vindt om ze
luidkeels rond te bazuinen, on die daarmee
het heele hotel in beslag schünt te willen
nemen.
Zijn tegenhanger is de man, die vooral
niets over zichzelf wil laten merken, die
doodsbang is dat zijn landgenooten bemer
ken zullen dat hü een Hollander Is. en die
zijn vrouw dat zóó heeft ingeprent, dat zij
zelfs geneigd is om de taal van het land te
spreken, wanneer een landgenoot in de
buurt is.
De echt-berelsde menschcn bekommeren
zich om dit alles niet, zij voelen zich volko
men thuis en bemoeien zich over het alge
meen weinig met anderen. Er zijn ook hotel
gasten. die hun tijdelijke medebewoners
maatschappelijk in vakjes willen verdeden,
en niet ruster. voordat zij iedereen „geplaatst"
hebben. Of andere die alles van iedereen te
weten probeeren te komen, enke! en alleen
uit nieuwsgierigheid, en omdat zij niets be
ters te doen weten!
Zooals het weer de laatste dagen ons ver
gast heeft op regen en nog eens regen, komt
men er vanzelf toe. te overpeinzen wat ons
te doen staat, wanneer de regen spelbreker
is in onze langverbeide vacantledagen.
Een moeder die met eenige kinderen naar
zee trok. nam het schoone spel „Mensoh er
ger je niet" mee, want, zei ze. daar ben je
den heelen dag zoet mee, en wat zou ik an
ders moeten beginnen, wanneer het slecht
weer is.
Wij vrouwen hebben al til d het voordeel
van een of ander handwerkje, maar het
mannelijk deel van het gezelschap kan niet
altijd lezen, de kinderen weten met den re
gen met zichzelf geen raad cn dan moet er
iets bedacht worden om te vergeten, dat het
weer slecht is om vader er van af te bren
gen. dat hij ..zijn geld ln armoede verteert",
en om te voorkomen dat de anderen kribbig
worden en gaan ruziën. Dus neemt de vrouw
des huizes, al schünt de zon ook nog zoo
stralend wanneer het gezin op reis gaat,
eenige gezellige spelletjes mee, pn een paar
heerlijk warme kleedingstukken voor alle le
den van het gezin, plus een extra dosis op
gewektheid en goed humeur.
Het moet toch al gek loopen, wanneer zij
dan de regendagen niet met succes weet door
te komen.
E. E. J^-P.