HET TANDHEELKUNDIG 16 RIJKSSTRAATWEG 16 GEBIT/35 DE MAN, DIE DE TROEVEN HAD. MAANDAG 3 SEPTEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 9 MUZIEK. HET MUZIEKCONCOURS TE HALFWEG. De tweede wedstrijddag Zaterdag 1 Sept. Opening Het overgroot aantal ingeschreven korpsen maakte het noodzakelijk, ook den Zaterdag als wedstrijddag vast te stellen; daarbij werd dan tevens de gelegenheid tot deelname open gesteld aan hen. die op Zondag niet konden of wilden uitkomen. Al deze deelnemers wer den ook thans weer bij monde van burge meester Simons verwelkomd. Daar ditmaal de ontvangst plaats had op het feestterrein, nam spreker de gelegenheid waar. om de aanwezigen in te lichten over de bestemming die de terreinen der suikerfabriek „Hollan dia" voorheen hadden. De fraaie geboet seerde wapenschilden aan de ingangspoort riepen herinneringen op aan de familie der Zwanenburgs; langen tijd ook vergaderden aldaar de hoogheemraden: en voorts heeft „Halfweg" ook den tijd gekend, dat de om geving rijk was aan hout (de naam „Hout rijk"), de oudere werklieden spreken nog steeds van „het bosch". Om kort te gaan: de burgemeester deed ons geheel en al vergeten dat we eigenlijk op een terrein waren, waai de industrie hoogtij viert; nog eens: dit ter rein is op bewonderenswaardige wijze geschikt gemaakt tot een uitstekende gelegenheid om een muziekfeest te geven. Na zijn openings woord juichte men den burgemeester, van wien men weet dat hij een belangrijk aan deel heeft in het tot stand komen van dit concours, hartelijk toe. Aanvankelijk lag het in 't voornemen, den marschwedstrijd te houden wanneer onge veer de helft van den middagwedstrijd ach ter den rug was. Later liet men dit plan va ren en bleven beide deelen op zich zelf staan Wij geven ter wille van 't goede overzicht en ter kennismaking met de korpsen eerst verslag over den Marschwedstrijd. Oudergewoonte was ook hier de eereplaats afgestaan aan de jongeren: het korps „Johez Jeugdharmonie" opende het feestelijk ge beuren met een vroolijken marsch; het jeug dig enthousiasme evenwel was oorzaak dat het voorgeschreven tempo (120 pas in de mi nuut) noga! overschreden werd. Gelukkiger In dit opzicht was het tweede korps „Patri- monium's fanfarekorps". Amstelveen, even zoo het onlangs gevormde „Haarlem's en Leiden's tramharmonie" door fusie der beide korpsen in genoemde plaatsen. Reinier van 't Hoff was van beide korpsen directeur sinds de oprichting, en is ook nu weer de muzikale leider. Een prettigen indruk maakte het trommelkorps, terwijl de zeer rappe tambour- maitre 't geheel als eiectriceerde. Nog volg den „Crescendo", Ouderkerk a. d. Amstel, dat ook aan de gestelde eischen voldeed, en „Leidsch Politie-muziekgezelschap" dat evenals de tramfanfare in 't voordeel was van een uitstekenden tambour-maitre te hebben. Daar ook Johez dit fortuin genoot, was het dezen Zaterdag wel een bijzonder feestelijk vertoon; en de uitstekende dicipline der Leidsche zonen van Hermandad, daarbij ge voegd de prachtige schellenboomen die dit korps voerde, naast de rijk behangen vanen, bracht de toeschouwers met recht in bewon dering. Er werd ook puik geblazen,, zoodat al de korpsen (met uitzondering van Johez dat zijn pas te vlug maakte), met 54 punten een eersten prijs behaalden. De Middagwedstrijd. Dezen middag was „Johez" gelukkiger. On der den heer J. A. Meng had men met zorg gewerkt aan 't verkrijgen eener goede nuan ceering, terwijl samenklank en rythme ook vielen te prijzen. Voor een vierde afdeeling was het zeker zeer te prijzen. Natuurlijk was alles bij den opvolger, die in de tweede afdee ling uitkwam, nog weer van een rijper ge halte. Het korps uit. Amstelveen (Patrimo nium) onder den heer Komst, was wel niet groot in bezetting (daardoor viel de onzui vere stemming der althoorns te eerder op, evenals het te sterk gemarkeerd „naslaan" der tweede bugles), maar dit alles herstelde zich later en men luisterde met groote vol doening naar den uitnemenden trompetsolist. En die voldoening bleef, toen de trammannen zich deden hooren. Van 't Hoff heeft gezorgd voor een beschaafd geluid; voor een pittige weergave van beide werken; voor een mooie nuanceering. zoodat het alle aanspraak maakte op een mooie onderscheiding. Die kwaliteiten waren geen van alle aanwezig bij het korps „Liora". Beschaafd kon hier 't ge- luid niet zijn, omdat de stemming niet deug de; de alto's waren te laag. de trombone's weer te hoog in vergelijking met het hout. Bovendien ging van den directeur geen sug gestie uit, zoodat andere goede hoedanighe den vrome wenschen bleven. „Crescendo", Ouderkerk, was in 't vrije werk niet fortuinlijk in 't goede samengaan der verschillende stemmen bij rythmische onderverdeeling. Overigens wist directeur Beekhoven wel te woeKeren met de midde len en had 't geheel nog een zeer bevredi gend verloop, zoo men zich kon losmaken van de idee dat het hier een afdeeling uitmun tendheid gold. Natuurlijk zijn bij een eere- afdeeling (Leidsche Politie) veel minder nog te tolereeren de fouten tegen het rythme, de blijken van misverstand tusschen leider en uitvoerenden (o.m. aan het slot van 't vrije werk), of een vooze klank van de solopiston. Rythmisch onjuist was b.v. in Vlessing's „ouverture solonelle" de zestiende figuur tegen de triolenbegeleiding. Maar buitenge woon mooi daarentegen weer het slagwerk' de roulade van de groote trom, en 't zinderen der bekkens waren een meesterstuk op zich zelf. Men was nu aan 't eind gekomen van dezen niet overladen middag, en de uitspraak de: jury werd nu spoedig bekend gemaakt. Zij luidde: Harmonie: 4e afd. „Johez", Haarlem, le pr. 300 punten. 2e afd. „Tramharmonie HaarlemLeiden", le pr. 324 punten. le afd. „Liora", Den Haag, 2e pr. 279 p. Fanfare: 2e afd. „Patrimonium", Amstelveen, le pr. 324 p. Uitmuntendheid: „Crescendo" Ouderkerk, le pr. 303 p. Eere-afd.: „Leidsch politie-muz.", le prijs 303 p. Ten aanzien der Tramharmonie vermelden wij nog. dat dit korps uitkwam in de „beoor- deelingsklas.se". De jury zal dan n.l. uitmaken, in welke afdeeling zulk een korps thuis be hoort. Door het toekennen van een eersten prijs plaatst de jury, die de tweede afdeeling aanwees, dit korps dus heden in de eerste afdeeling. De Eere-wedstrijd. Buitengewoon mooi zomerweer bracht nog wêer velen die des middags nog niet geweest waren, naar het feestterrein, en terwijl daar buiten, langs de Ringvaart, de voorbereidin- ;en gemaakt werden voor de gondelvaart, klonken alreeds de feestelijke tonen der opera .Norma" over het wijde veld. Het was het jeugdkorps „Johez". dat met een caprice over Bellini's opera den eere-wedstrijd opende Wilden we tegen de uitvoering een bedenking maken, dan zou het zijn dat we ons 't forte, de massaklank nog wat meer als eenheid hadden gedacht. Deze was b.v. bij „Patrimo nium", Amstelveen, dat Godenne's „L'attente fait mourir" uitvoerde, (we waren nu in een tweemaal hoogere afdeeling) geheel naar eisch. De vereenigde trammannen (Haarlem- Leiden) waren in dit opzicht eveneens per fect, toen zij Donizetti's muziek van „Gemma di Vergi", een vrijwel onbekende opera, uit voerden. De bewerker dezer fantasie mag evenwel bedenken, dat men een zoodanig stuk in fantasievorm niet afsluit in de onderdomi nant. Ik verkeerde in de meening dat het or kest een stuk had weggelaten; nee hoor! de „bewerker" had stellig tijdens zijn arbeid plotseling den geest gegeven, en daar hij zoo als Mozart geen leerling had die zijn arbeid voltooide, moeten wij hier ten eeuwigen dage in het rijk van den onderdominant verblij ven. Het mooie forte van 'de trammannen hoorden we ook bij „Crescendo", Ouderkerk a. d. Amstel, dat Delhaye's „Feérie-ballet" correct en in pittig rythme uitvoerde. Ook naar het werk van het Leidsch politiekorps luisterden de aanwezigen met voldoening, al waren er ook die het oog meer bevredigend wisten dan het oor. Geheel zuiver was het niet, en de nuanceering was niet altijd ge motiveerd. Maar in de puntjes alweer was het uiterlijk, en voor het feestelijk vertoon dat het aantreden der tambours en het heffen van vaandels en schelleboomen maakte, kon men niet ongevoelig blijven. In volmaakte orde verliep alweer deze tweede wedstrijddag, waarvan ook de korp sen die van verre kwamen, een prettigen in druk meenamen. G. J. KALT. De derde wedstrijddag Zondag 2 Sept. Opening en Marsch wedstrijd. De opening had weer plaats op het con- coursterrein, waar heel den dag geen druppel regen viel. Wethouder P. H. van Essen leidde ditmaal het concours in en deed dit op zijn INSTITUUT HAARLEM Noord, TEL. 16726 Berekent thans nog voor een geheel mot garantie Pijnloos trekken inbegrepen. Plaatje met 1 Kunsttand, f 3. Iedere l and meer f 1.75 Porcelein of Zilvervulling f 3 Goudvulling vanaff 9. Goudkroon vanaf f15 22 karaats goud Pijnloos trekken van Tand of Kies f 1.50 Mondonderzoek kosteloos Spreekuren alle werkdagen vad 9-12 e« tab 1-4 uor Zaterdag» van 9-12 nar AVOND SPREEKUUR Maandag, Dinadag, Woensdag en Donderdag 7-9 o«r. BESLIST PIJNL00ZE BEHANDELING door Nederlandsch Tondarfc en Amerlkaansch dlludl ld (Adv. Ingez. Med.) bekende zakelijke wijze, waarna hij bekend maakte, dat om bijzondere redenen dezen dag de marschwedstrijd zou worden gehouden op het feestterrein. Er dongen in dien wed strijd zeven korpsen mede; om redenen van beperkte plaatsruimte moeten wij ons bepa len tot het vermelden van den uitslag. Al werd deze eerst na den middagwedstrijd be kend gemaakt, zoo laten wij dien ter wille van het goede overzicht hier volgen. „St. Caecilia", Loenen, 2e pr. 49 punten; „Amst. Hengelaarskorps", 2e pr. 49pnt. „Eensgezindheid", Sloten. 12e pr. 50'4 pnt „Tavenu", Amsterdam, le pr. 54 pnt. „Wittenburg's Fanfare", Amsterdam, le pr. 57 pnt. „R.K. Bovenkerk's Fanfare", Nieuwer Am stel, le pr. 54 pnt. „Stedelijk Muziekkorps", Den Helder, le pr. pnt. De middagwedstrijd. Er waren dezen middag vogels van diverse pluimage. Zoo was er een tweede afdeeling. die naar mijn gevoelens doorgaans knap werk leverde. Dan korpsen in de hoogste aföeelin- gen. waar doorgaans superieur werk werd ge geven, doch waar ook eenmaal de dirigent blijk gaf. een der meest gespeelde orkest- ouvertures van Beethoven niet te verstaan. Onder de lagere afdeelingen was er één korps dat een jaar geleden werd opgericht en dat in de derde afdeeling uitkomend, een plaats in hoogere afdeelingen waardig was. Het was „Onderlinge Oefening", Uitgeest, afd. harmo nie. waar men opgetogen was over de fraaie klarinetten; waar de dirigent kleur, accura tesse, om kort te gaan, prima werk leverde. Vooral in 't vrije werk 'Sincérité) toonde hij inzonderheid zich man van smaak: alles werd eenvoudig en zonder de ministe pretentie voorgedragen. Dit korps is alreeds tot in uitersten verzorgd: het was o.m. een genoe gen, om naar de fraai verzorgde middenstem men te luisteren. Dit is de tweede dag dat Toon de Vries uitkomt, en den laatsten con coursdag zal hij met zijn alom geroemd „Crescendo", Westzaan, uitkomen. Zijn part ner dezen middag in dezelfde afdeeling vatte het verplicht werk bruter van klank op, en kon ook in 't vrije stuk „L'Amabile" heel wat beminnelijker klank geven. Het korps uit Landsmeer was mooi van klankgeving en be schikte over fraaie bassen. Het stuk, als Berceuse aangekondigd, héét echter Suite, au temps passé. In de tweede afd. fanfare kon- d enme bij „Kunst na Arbeid", Grootebroek, de middenstemmen volstrekt niet bekoren en bij „Concordia", Abbekerk, leden diezelfde stemmen aan incorrectheid, 't „naslaan" was slap. In deze afd. maakte in 't bijzonder „Hou en trou", Heer Hugowaard, een goeden in druk. terwijl bij „Tavenu". Amsterdam, nogal wat noten onder den lessenaar rolden. „Wit- ;enburg". speeltuinvereeniging uit de hoofd stad, was heel goed en maakte met zijn 8 tamboers en maitre, en daarnaast twee schel lenboomen. een fermen indruk. Hun vrije werk dat niet was opgegeven, heette „Sous les til- leuls". In de eerste afd. fanfare viel bij „Bo venkerk's fanfare" het mooie saxophonen- koor op. Natuurlijk excelleerde dir. H. C. Hooyberg in de afd. uitmuntendheid weer met „Volharding", Ilpendam en zal hij zijn plaats naar de eere-afd. spoedig gaan innemen. In zonderheid voor zijn vrije werk zij hij loffe lijk geprezen. De hoofdaandacht ging dezen middag uit naar de harmoniekorpsen in de eere-afd. Hier gold als verplicht werk Beethoven's ouverture „Egmont", waar P. Pranger met „Excelsior" Noord Scharwoude, kleur, nuance, dynamiek mooi verzorgde, maar waar hem Joh. F. Pala met Helder s Stedelijk muziekkorps weer over trof in allesbeheerschende leiding groote doorzichtigheid in de stemmengangen. en vee! bravour in het uiterst moeilijke vrije werk van Xavïer Leroux <de ouverture „Harald") ..St. Caecilia". Amsterdam, gaf bij Beethoven te groote contrasten in het tempo: bovendien (wat zwaarder weegt> was er in de directie niet de adel van geest die het werk van Joh. F. Pala kenmerkte. De rhapsodie over Hongaarsche thema's had mooie verdiensten, o.m. een goede techniek. Om zeven uur des avonds had de uitspraak plaats, d'e hier volgt: Fanfare: 3e afdeeling: „St. Caecilia", Loenen. 2e pr. 252 punten. „Amst Hengelaarskorps". 2e pr. 262 pnt. 2e afd „Hou en Trou". Heer Hugowaard, 2e pr.. 292 p. „Concordia". Abbekerk. 2e pr. 277 p. „Kunst na Arbeid", Grootebroek, le pr. 320 p. „Tavenu". Amsterdam. 2e pr. 290 p. „Witteburg's Fanfare", 2e pr. 291 p. le afd.: „Bovenkerk's Fanfare", Amsterdam le pr. 300 p. Uitmuntendheid: „Volharding", Ilpendam, le pr. 303 p. Harmonie: 3e afd.: „Onderlinge Oefening", Uitgeest, le pr. 309 p. „Eensgezindheid", Sloten. 2e pr 267 p. 2e afd.: „Amicitia", Landsmeer, 2e pr. 282 p. Eere-afd.: „Excelsior", Noord-Scharwoude, le prijs 306 pnt. ..Stedelijk muziekkorps", Helder le pr. 309 pnt. „St Caecilia", Amsterdam-Noord, le prijs, 309 pnt. De Eerewedstrijd. Hiervoor bestond terecht groote belangstel ling, ook al omdat met betrekking tot het weer het feestgevend korps zeer fortuinlijk was. De winnaars van een eersten prijs kwa men naar volgorde op het podium, en zoo opende het jonge korps „Onderlinge Oefe ning". Uitgeest, den wedstrijd met „Ouverture romantique". Toon de Vries was weer in beste conditie, maar om redenen, die buiten zijn vermogen lagen, kon hij de zuiverheid van intonatie, waardoor het korps dezen middag zich onderscheidde, niet altijd ongerept be- w?.-?n. Het verheugt ons. dat hij op zijn ..Crescendo" Westzaan. waarmee hij den volgenden Zondag naar Halfweg komt. on der alle omstandigheden ten volle kan rekenen Als tweede kwam „Kunst na Arbeid". Groo tebroek. dat gekozen had „Neron" van Popy, een werk dat voor een tweede afdeeling veel te groote eischen stelt aan het uithoudings vermogen. Het tempo was te langzaam. „Bo venkerk's Fanfare" voerde „Princesse Clémen tine" naar behooren uit. doch had geen bij zondere verdiensten. Nog eenmaal kwam dir. Hooyberg ons verrassen, ditmaal met het zelfde „Neron" evengenoemd. Al dadelijk was het tempo in orde en bleek het korps onder zijn vakkundige leider ten volle opgewassen tegen de moeilijkheden van Popy's muziek. Een groote verrassing eveneens was het werk van „Excelsior", N.-Scharwoude. Dir. Pranger, wiens keuze altijd valt op de klas sieken, had van Adolphe Adam gekozen „Le bresseur de Preston", een werk dat men jam- mergenoeg zelden of nooit hoort. Prachtig afgewogen stond daar het hout tegenover het koper. Wonderschoon klonken de klarinetten en brachten bij voortduring de sfeer de violen in herinnering Hierna bracht Helder's Stede lijk Muziekkorps weer een nieuwe verrassing, daar dir. Joh. F. Pala het koper zóózeer wist te matigen, dat het evenwicht tusschen hout en koper nog dat van zijn voorganger over trof. Zoo gaf de ouverture „La Bohémiene" van Balfe, waar inzonderheid de baryton- saxophone (in de laagste toonen fraai ge- sundeerd door de tuba) door fraai beheersch- ten toon opviel. Bij Pala trof ons weer de zelfde voorname directie, die des middags bij Beethoven zoozeer verraste. De wedstrijd werd besloten door „St. Caecilia", Amsterdam 'Noord), met de ouverture „Les dragons de Villars". Dir. S. A. Noom kon niet verhinderen dat het (even vóór de klarinetsolo) nogal rammelde, maar het slot verliep gaaf en vlot. Volgens traditie vermelden wij de behaalde punten niet dan na 't beëindigen van den laatsten wedstrijddag, dien wij nog eens extra in de aandacht van den muziekliefhebber aanbevelen. Evenals de vorige week was te Halfweg de organisatie weer volmaakt in orde. en was er in dit centrum van verkeersgevaren weer een zóó uitnemende regeling getrof&n, dat ook niet het geringste incident zich kon voor doen. G. J. KALT. Het Tooneel te Amsterdam. DE HACESPELERS. DE DUBBELE DEUR. Niemand zal zeker wel hebben verwacht, dat de rol van Verkade in de Nederlandsche too- neelwereld. toen hU twee jaar geleden de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel verliet, voor goed zou zijn uitgespeeld Met zijn on verzettelijke wilskracht heeft hij na elke cata strophe zich steeds weer opgericht en het ver baasde ons reeds, dat er niet eerder een nieuwe troep met den ouden bekenden naam van De Hagespelers onder Verkade's leiding was gesticht. Verkade is een te actief en ruste loos kunstenaar om lang aan den kant van den weg te blijven zitten toekijken. En wij kunnen niet anders dan ons daar over verheugen. Wij hebben in ons land te weinig regisseurs van erkend talent om Ver kade te kunnen missen. Reeds dadelijk bij zijn openingsvoorstelling in Augustus, die wij door verblijf in het buitenland niet konden bijwonen, heeft hij aan de opvoering van Mo- lière's L' Ecole des Maris weer een persoon lijk cachet weten te geven en roemde de kri tiek Verkade's fantasie. Het Is daarom jam mer, dat de tweede voorstelling van dit ge zelschap. welke Zaterdag In het Rika Hooper Theater werd gegeven, een zoo groote teleur stelling is geweest. Wij vroegen ons tijdens de opvoering telkens verwonderd af, hoe Verkade er toe gekomen is een zoo holle draak als deze Dubbele Deur uit Amerika naar hier te importeeren. Het voorbeeld van De Familie Barrett, welk stuk verleden jaar bij het Groot Nederlandsch Tooneel viel. voornamelijk door de overdreven teekening van een machtswellusting in een ouderwetsch gezin, had hem tot waarschu wing kunnen dienen. En De Familie Barrett was nog ?en kunstwerk, vergeleken bij De Dubbele Deur. Ook in dit Amerlkaansch product staat een heele familie onder den druk van 'n dominee- rende. autoritaire figuur, maar hier is het geen man doch een ongehuwde vrouw, die heel haar omgeving zuster, broer en be dienden naar haar pijpen laat dansen. De teekening van deze vrouwelijke Mussolini is echter zoo caricaturaal, dat zij reeds van het begin af onze lachspieren kietelt. Deze Xan tippe deinst voor niets terug om haar haan koning te laten kraaien, zelfs niet tegen eon laaghartigen moord. De Amerlkaansche schrijfster Elisabeth Mc Fadden werkt- met dubbele deuren en geheimzinnige spelonken zooals de auteurs van de oude draken uit het midden der vorige eeuw het deden, maar het publiek van tegenwoordig is minder naïef als in den tijd van onze grootouders. Wanneer Victoria van Bret zoo heet deze vrouwelijke dragonder als een tweede vrouw Frochard u weet wel. het ondier uit De twee Weezen haar onschuldige schoon zuster naar de geheimzinnige, donkere kamer lokt, gichelt het publiek en het heeft zelfs luidruchtig plezier, als zij het voor een tweedon keer met haar zuster Caroline probeert. Dan is ook het lot van het stuk beslist en weten wij, dat alle moeite van De Hagespelers dit maal vergeefsch is geweest en het stuk onherroepe lijk gevallen is. Voor een „thriller" was De Dubbele Deur niet spannend en griezelig genoeg en voor een ge woon stuk was het te drakerig. Men kon Ver kade weer bewonderen om wat hij met voor namelijk ongeroutineerde krachten nog heeft weten te bereiken, maar dit stuk was niet te redden, ook al zouden alle rollen door sterren gespeeld zijn geworden. Jammer voor mevrouw Rika Hopper, dat zij haar waarlijk niet gering speeltalent aan deze onmogelijke vrouwen figuur moest wijden. Zij begon vol moed, maar het was duidelijk te merken, dat zij langza merhand waarschijnlijk door de reactie van het publiek het vertrouwen in de rol ver loor. Hoe spoediger deze draak van Elisabeth Mac Fadden achter de dubbele deur wordt be graven. hoe beter voor het jonge gezelschap, dat onder Verkade's leiding zeker tot betere dingen in staat is. Van de jonge krachten trof ons het meest Tme Medema, vooral door haar welluidende stem en voortreffelijke dictie. In een knechts rolletje debuteerde bij het beroepstoonecl de heer Frentzen dien de Cremer- en Van Len- nepleden zich nog zullen herinneren als de jonge Bernard Stamply in de voorstelling van Mejonkvrouwe de la Seiglière van Litteris Sacrum in het vorige seizoen. Wij hopen, dat De Hagespelers na dezen tegenvaller spoedig revanche zullen nemen. J. B SCHUIL. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. Nadruk verboden. „Ja, ik begrijp je. Maar 't is nu al zoo laat. Het begint al te schemeren en bovendien ben ik doodmoe Laten we het zoeken maar tot morgenochtend uitstellen of ga het an ders even alleen doen". „Neen, dan wacht ik liever ook maar tot morgenochtend; dan doen we het samen". „Overigens", vervolgde Bristew, dien plot seling iets te binnen schoot. „Wat voor soort schoenen draagt Perry eigenlijk?" „Een paar oude tennisschoenen". „Met rubberzolen?" „Ja". „Dat is jammer", meende Bristew. „Daar staan we dan alweer voor een nieuwe com plicatie. Morley droeg overschoenen gister avond. Hij of Perry kunnen die voetdrukken hebben achter gelaten". „En hoe staat het met Withers?" vroeg de hoofdcommissaris, „Hij heeft ons nog altijd niet verteld, wat hij gisteravond heeft uitge voerd, nadat hij Campbell had zien weg gaan". „Dat is zoo. Ga vanavond nog even naar hem toe. Vraag hem dat en tracht uit te vin den, hoe laat hij in het Brevord Hotel is te ruggekomen. Als je het vanavond niet van hem te weten komt. lukt het je vermoedelijk niet meer. Morgen zal Braceway wel op het tooneel verschijnen en dan hebben we alle kans, dat Withers zich wel tegenover hem. maar xiiet tegenover ons wenscht uit te la ten. Tenminste als hij al van plan is iets te zeggen". „Spreek ik je dan morgenochtend?" „Ja, in elk geval. Ik sta vroeg op. Maar als het je vanavond lukt iets uit Withers te krij gen, bel me dan even op. Telefoneer ook even als je ondergeschikten iets over den kerel met den gouden tand te weten mochten zijn gekomen". „Afgesproken", gaf de hoofdcommissaris ten antwoord, terwijl hij heenging, Bristew in gedachten achterlatend. Eenige minuten later begaf de kreupele man zich opnieuw naar no. 5 waar de verpleegster open deed. „Het spijt me. dat ik u nog eens moet sto ren", begon hij. .Maar ik zou dolgraag een kleinen dienst van u willen vragen. Wilt u even de nagels van Miss Fulton reinigen? En wel zoo spoedig mogelijk. En bewaart u voor al alle vuil, dat u vindt". „Haar nagels schoonmaken?" vroeg de ver pleegster stom verbaasd. „Ja graag. Ik zal u naderhand wel eens uitleggen. Zult u het zorgvuldig doen voor alles zorgvuldig? Het is van het allergrootste belang!" Hoewel met tegenzin, stemde miss Kelly tenslotte toe. Daarop begaf Bristew zich weer naar zijn eigen huis. Langen tijd staarde hij uit het raam in de stralen der ondergaande zon. Maar aan het wonder van den dalenden nacht dacht hij op dat oogenblik niet. HOOFDSTUK 8. Wat een buurvrouw vertelde. Een telegrambesteller spoedde zich naar no. 5 met verscheidene telegrammen in de hand. Een uur tevoren waren er ook al twee jongens met telegrammen geweest. Vrienden van de familie Fulton, die in de avondbladen een relaas van den moord hadden gelezen, gaven blijk van hun deelneming. Een paar minuten later kwam Withers Manniston Road afloopen en begaf zich re gelrecht naar nou 5. Kort daarop bracht de verpleegster aan Bristew een pakje. „ik weet eigenlijk niet, of ik wel goed han del", merkte zij op. „Maar het was een bevel van de politie, dus ik moest wel gehoorza men. Hier hebt u het resultaat van het rei nigen van miss Fulton's nagels". Op dat oogenblik kwam Mattie hem zeg gen. dat het eten gereed stond. Voor hij ging zitten, belde hij Greenleaf nog even op. „Ik heb nog iets. dat naar het laboratorium te Charlotte gestuurd moet worden", deelde hij den hoofdcommissaris mede. „Net zoo iets als ik heb?" „Ja van miss Fulton". „Wat zeg je daar?" riep Greenleaf. „Daar aan zou ik nooit gedacht hebben". „Ik had het zelf ook haast vergeten. Heb je iemand om het te laten halen?" „Ik kom zelf nog wel even", gaf Greenleaf na een oogenblik nadenken ten antwoord. Ik wilde je toch nog over het gerechtelijk voor onderzoek spreken. Dat vindt morgenochtend om elf uur plaats". „Kom dan maar", noodigde Bristew hem uit. „Je moet hier toch vlak bij zijn om Wi thers een verhoor af te nemen. Hij is juist een paar minuten geleden de deur van no. 5 binnen gegaan. Je kunt hem daar nog vin den". Toen hij, na gegeten te hebben, op de stoep een luchtje schepte, zag hij in de schemering een verpleegster aankomen. Het was een der zes verpleegsters, die op no. 7 in Manniston Road, het huis, dat tusschen het zijne en dat der vermoorde was gelegen, woonden. Overdag waren deze verpleegsters in het groote sanatorium buiten de stad aan het werk. Misschien kon zij hem mededeelen, wat hij wenschte te weten. „Neemt u mij niet kwalijk", sprak hij haar aan. „Maar zou het u misschien schikken een oogenblikje bij mij te komen?" Aarzelend gaf zij aan zijn uitnoodiging ge volg. Bristew schoof haar een stoel toe en ver zocht haar te willen plaats nemen. „Tot mijn spjjt weet ik niet, hoe u heet", begon hij. Zij lichtte hem dadelijk in. Rutgers, miss Emily Rutgers was haar naam. Op zijn beurt vertelde hij haar met een paar woorden in welk opzicht hij in de moordzaak betrokken was. „Ik zou graag van u willen weten", ver volgde hij toen. „of u ooit iets bijzonders om trent no. 5 hebt gehoord?" ..Tja", antwoordde zij peinzend, „mevrouw Withers en juffrouw Fulton hadden het nog al eens met elkaar aan den stok. En juist gisteren hadden zij nog hevige ruzie. Ik ving enkele woorden op, doordat ik er toevallig langs kwam. „En wat hebt u gehoord?" „Ik had den Indruk, dat miss Fulton van mevrouw Withers geld wilde leenen. „Meer kun je niet krijgen", hoorde ik mevrouw Wi thers zeggen. „Ik heb niets meer. Ik kan .ie toch niets geven, als ik het zelf niet heb!" Daarop zei miss Fulton weer iets over den heer Withers, dat zij van hem geld te leen zou vragen. „Dat zou ik maar laten", hoorde ik me vrouw Withers zeggen. „Ik heb dat ook een keer geprobeerd en hij werd zoo woedend, dat ik dacht, dat hij mij zou aanvallen". „Gaf miss Fulton daarop eenig antwoord?" „Misschien wel, maar ik hoorde niets. Ik had den indruk, dat ze allebei erg opgewon den waren". „Hebt u bij vroegere gelegenheden ook wel eens van oneenigheid tusschen haar ge hoord?" „O, ja. we hoorden vaak, dat ze aan het bekvechten waren. Het ging altijd van miss Fulton uit. Mevrouw Withers was bijna altijd vriendelijk en kalm. Een keer heb ik haar tegen haar zuster hooren zeggen, dat zij a1 het geld, dat zij bezat, aan haar had geleend" „Wanneer was dat?" „Een tijdje geleden. Een maand of zes we ken Het kunnen ook twee maanden zijn ge weest". Nadat hij een paar minuten zijn gedachten over het gehoorde had laten gaar., vervolgde hiji Jk ben u erg dankbaar, miss Rutgers., Elke mededeeling kan ons wellicht van r.ufc zijn". „Ik moet u nog één ding zeggen", merkte ae verpleegster op. terwijl zij opstond. ..Gis teravond zwierf een man om no. 5 heen. Het was al heel laat, bijna tegen het aanbreken van den dag". „Hoe weet u dat?" vroeg Bristew haar scherp. ..Bessie ik bedoel miss Hardesy en ik slapen op de open veranda aan den achter kant. Haar bed staat tegen den muur van no. 5 Vanochtend vertelde ze het mij. Om streeks één uur of misschien wel tusschen tweeen en drieën meende zij zachte stap pen nabij het huis te hooren. Het regende op dat oogenblik, maar niet hard. Een fijne motregen". „Zij stond op. ging naar het hek van de veranda en zag een man, die van den voor kant van no. 5 kwam en naar het achterhek van den tuin liep. Hij was Juist de veranda gepasseerd". „En wie was het? Kon zij hem duidelijk zien?" „Ze zei, dat het een neger was". „Zag ze zijn gezicht?" „Niet voldoende om hem te kunnen her kennen, maar zc weet zeker. dat. het een neger is geweest. „Ze dacht, dat het Perry was die is hier in de buurt vaak aan 't werk". „Riep ze hem aan?" „Neen. Hij stapte flink door en was binnen enkele oogenblikken uit het gezicht verdwe nen. Toen ik vanmiddag van den moord hoorde, was ik juist op het sanatorium, waar ik aan de hoofdverpleegster hetzelfde heb medegedeeld, dat ik u nu heb verteld. Ze gaf mij den raad om na afloop van mijn dienst onmiddellijk alles aan de politie te vertellen. Ze wilde niet hebben, dat ik van het sanato rium uit de politie opbelde, omdat de patiën ten het zouden hooren, die zich dan mis schien teveel zouden opwinden". .(Wordt vervolfKlV

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 7