HET TANDHEELKUNDIG
16 RIJKSSTRAATWEG 16
GEBIT/35
DE MAN, DIE DE
TROEVEN HAD.
MAANDAG 3 SEPTEMBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
9
MUZIEK.
HET MUZIEKCONCOURS
TE HALFWEG.
De tweede wedstrijddag Zaterdag 1 Sept.
Opening
Het overgroot aantal ingeschreven korpsen
maakte het noodzakelijk, ook den Zaterdag
als wedstrijddag vast te stellen; daarbij werd
dan tevens de gelegenheid tot deelname open
gesteld aan hen. die op Zondag niet konden
of wilden uitkomen. Al deze deelnemers wer
den ook thans weer bij monde van burge
meester Simons verwelkomd. Daar ditmaal
de ontvangst plaats had op het feestterrein,
nam spreker de gelegenheid waar. om de
aanwezigen in te lichten over de bestemming
die de terreinen der suikerfabriek „Hollan
dia" voorheen hadden. De fraaie geboet
seerde wapenschilden aan de ingangspoort
riepen herinneringen op aan de familie der
Zwanenburgs; langen tijd ook vergaderden
aldaar de hoogheemraden: en voorts heeft
„Halfweg" ook den tijd gekend, dat de om
geving rijk was aan hout (de naam „Hout
rijk"), de oudere werklieden spreken nog
steeds van „het bosch". Om kort te gaan: de
burgemeester deed ons geheel en al vergeten
dat we eigenlijk op een terrein waren, waai
de industrie hoogtij viert; nog eens: dit ter
rein is op bewonderenswaardige wijze geschikt
gemaakt tot een uitstekende gelegenheid om
een muziekfeest te geven. Na zijn openings
woord juichte men den burgemeester, van
wien men weet dat hij een belangrijk aan
deel heeft in het tot stand komen van dit
concours, hartelijk toe.
Aanvankelijk lag het in 't voornemen, den
marschwedstrijd te houden wanneer onge
veer de helft van den middagwedstrijd ach
ter den rug was. Later liet men dit plan va
ren en bleven beide deelen op zich zelf staan
Wij geven ter wille van 't goede overzicht
en ter kennismaking met de korpsen eerst
verslag over den
Marschwedstrijd.
Oudergewoonte was ook hier de eereplaats
afgestaan aan de jongeren: het korps „Johez
Jeugdharmonie" opende het feestelijk ge
beuren met een vroolijken marsch; het jeug
dig enthousiasme evenwel was oorzaak dat
het voorgeschreven tempo (120 pas in de mi
nuut) noga! overschreden werd. Gelukkiger
In dit opzicht was het tweede korps „Patri-
monium's fanfarekorps". Amstelveen, even
zoo het onlangs gevormde „Haarlem's en
Leiden's tramharmonie" door fusie der beide
korpsen in genoemde plaatsen. Reinier van
't Hoff was van beide korpsen directeur sinds
de oprichting, en is ook nu weer de muzikale
leider. Een prettigen indruk maakte het
trommelkorps, terwijl de zeer rappe tambour-
maitre 't geheel als eiectriceerde. Nog volg
den „Crescendo", Ouderkerk a. d. Amstel, dat
ook aan de gestelde eischen voldeed, en
„Leidsch Politie-muziekgezelschap" dat
evenals de tramfanfare in 't voordeel was van
een uitstekenden tambour-maitre te hebben.
Daar ook Johez dit fortuin genoot, was het
dezen Zaterdag wel een bijzonder feestelijk
vertoon; en de uitstekende dicipline der
Leidsche zonen van Hermandad, daarbij ge
voegd de prachtige schellenboomen die dit
korps voerde, naast de rijk behangen vanen,
bracht de toeschouwers met recht in bewon
dering. Er werd ook puik geblazen,, zoodat
al de korpsen (met uitzondering van Johez
dat zijn pas te vlug maakte), met 54 punten
een eersten prijs behaalden.
De Middagwedstrijd.
Dezen middag was „Johez" gelukkiger. On
der den heer J. A. Meng had men met zorg
gewerkt aan 't verkrijgen eener goede nuan
ceering, terwijl samenklank en rythme ook
vielen te prijzen. Voor een vierde afdeeling
was het zeker zeer te prijzen. Natuurlijk was
alles bij den opvolger, die in de tweede afdee
ling uitkwam, nog weer van een rijper ge
halte. Het korps uit. Amstelveen (Patrimo
nium) onder den heer Komst, was wel niet
groot in bezetting (daardoor viel de onzui
vere stemming der althoorns te eerder op,
evenals het te sterk gemarkeerd „naslaan"
der tweede bugles), maar dit alles herstelde
zich later en men luisterde met groote vol
doening naar den uitnemenden trompetsolist.
En die voldoening bleef, toen de trammannen
zich deden hooren. Van 't Hoff heeft gezorgd
voor een beschaafd geluid; voor een pittige
weergave van beide werken; voor een mooie
nuanceering. zoodat het alle aanspraak
maakte op een mooie onderscheiding. Die
kwaliteiten waren geen van alle aanwezig bij
het korps „Liora". Beschaafd kon hier 't ge-
luid niet zijn, omdat de stemming niet deug
de; de alto's waren te laag. de trombone's
weer te hoog in vergelijking met het hout.
Bovendien ging van den directeur geen sug
gestie uit, zoodat andere goede hoedanighe
den vrome wenschen bleven.
„Crescendo", Ouderkerk, was in 't vrije
werk niet fortuinlijk in 't goede samengaan
der verschillende stemmen bij rythmische
onderverdeeling. Overigens wist directeur
Beekhoven wel te woeKeren met de midde
len en had 't geheel nog een zeer bevredi
gend verloop, zoo men zich kon losmaken van
de idee dat het hier een afdeeling uitmun
tendheid gold. Natuurlijk zijn bij een eere-
afdeeling (Leidsche Politie) veel minder nog
te tolereeren de fouten tegen het rythme, de
blijken van misverstand tusschen leider en
uitvoerenden (o.m. aan het slot van 't vrije
werk), of een vooze klank van de solopiston.
Rythmisch onjuist was b.v. in Vlessing's
„ouverture solonelle" de zestiende figuur
tegen de triolenbegeleiding. Maar buitenge
woon mooi daarentegen weer het slagwerk'
de roulade van de groote trom, en 't zinderen
der bekkens waren een meesterstuk op zich
zelf.
Men was nu aan 't eind gekomen van dezen
niet overladen middag, en de uitspraak de:
jury werd nu spoedig bekend gemaakt. Zij
luidde:
Harmonie:
4e afd. „Johez", Haarlem, le pr. 300 punten.
2e afd. „Tramharmonie HaarlemLeiden",
le pr. 324 punten.
le afd. „Liora", Den Haag, 2e pr. 279 p.
Fanfare:
2e afd. „Patrimonium", Amstelveen, le pr.
324 p.
Uitmuntendheid: „Crescendo" Ouderkerk,
le pr. 303 p.
Eere-afd.: „Leidsch politie-muz.", le prijs
303 p.
Ten aanzien der Tramharmonie vermelden
wij nog. dat dit korps uitkwam in de „beoor-
deelingsklas.se". De jury zal dan n.l. uitmaken,
in welke afdeeling zulk een korps thuis be
hoort. Door het toekennen van een eersten
prijs plaatst de jury, die de tweede afdeeling
aanwees, dit korps dus heden in de eerste
afdeeling.
De Eere-wedstrijd.
Buitengewoon mooi zomerweer bracht nog
wêer velen die des middags nog niet geweest
waren, naar het feestterrein, en terwijl daar
buiten, langs de Ringvaart, de voorbereidin-
;en gemaakt werden voor de gondelvaart,
klonken alreeds de feestelijke tonen der opera
.Norma" over het wijde veld. Het was het
jeugdkorps „Johez". dat met een caprice over
Bellini's opera den eere-wedstrijd opende
Wilden we tegen de uitvoering een bedenking
maken, dan zou het zijn dat we ons 't forte,
de massaklank nog wat meer als eenheid
hadden gedacht. Deze was b.v. bij „Patrimo
nium", Amstelveen, dat Godenne's „L'attente
fait mourir" uitvoerde, (we waren nu in een
tweemaal hoogere afdeeling) geheel naar
eisch. De vereenigde trammannen (Haarlem-
Leiden) waren in dit opzicht eveneens per
fect, toen zij Donizetti's muziek van „Gemma
di Vergi", een vrijwel onbekende opera, uit
voerden. De bewerker dezer fantasie mag
evenwel bedenken, dat men een zoodanig stuk
in fantasievorm niet afsluit in de onderdomi
nant. Ik verkeerde in de meening dat het or
kest een stuk had weggelaten; nee hoor! de
„bewerker" had stellig tijdens zijn arbeid
plotseling den geest gegeven, en daar hij zoo
als Mozart geen leerling had die zijn arbeid
voltooide, moeten wij hier ten eeuwigen dage
in het rijk van den onderdominant verblij
ven. Het mooie forte van 'de trammannen
hoorden we ook bij „Crescendo", Ouderkerk
a. d. Amstel, dat Delhaye's „Feérie-ballet"
correct en in pittig rythme uitvoerde. Ook
naar het werk van het Leidsch politiekorps
luisterden de aanwezigen met voldoening, al
waren er ook die het oog meer bevredigend
wisten dan het oor. Geheel zuiver was het
niet, en de nuanceering was niet altijd ge
motiveerd. Maar in de puntjes alweer was het
uiterlijk, en voor het feestelijk vertoon dat
het aantreden der tambours en het heffen
van vaandels en schelleboomen maakte, kon
men niet ongevoelig blijven.
In volmaakte orde verliep alweer deze
tweede wedstrijddag, waarvan ook de korp
sen die van verre kwamen, een prettigen in
druk meenamen.
G. J. KALT.
De derde wedstrijddag Zondag
2 Sept. Opening en Marsch
wedstrijd.
De opening had weer plaats op het con-
coursterrein, waar heel den dag geen druppel
regen viel. Wethouder P. H. van Essen leidde
ditmaal het concours in en deed dit op zijn
INSTITUUT
HAARLEM Noord, TEL. 16726
Berekent thans nog voor een geheel
mot garantie
Pijnloos trekken inbegrepen.
Plaatje met 1 Kunsttand, f 3.
Iedere l and meer f 1.75
Porcelein of Zilvervulling f 3
Goudvulling vanaff 9.
Goudkroon vanaf f15
22 karaats goud
Pijnloos trekken van Tand of Kies f 1.50
Mondonderzoek kosteloos
Spreekuren alle werkdagen
vad 9-12 e« tab 1-4 uor Zaterdag» van 9-12 nar
AVOND SPREEKUUR
Maandag, Dinadag, Woensdag en Donderdag 7-9 o«r.
BESLIST PIJNL00ZE BEHANDELING
door Nederlandsch Tondarfc
en Amerlkaansch dlludl ld
(Adv. Ingez. Med.)
bekende zakelijke wijze, waarna hij bekend
maakte, dat om bijzondere redenen dezen
dag de marschwedstrijd zou worden gehouden
op het feestterrein. Er dongen in dien wed
strijd zeven korpsen mede; om redenen van
beperkte plaatsruimte moeten wij ons bepa
len tot het vermelden van den uitslag. Al
werd deze eerst na den middagwedstrijd be
kend gemaakt, zoo laten wij dien ter wille van
het goede overzicht hier volgen.
„St. Caecilia", Loenen, 2e pr. 49 punten;
„Amst. Hengelaarskorps", 2e pr. 49pnt.
„Eensgezindheid", Sloten. 12e pr. 50'4 pnt
„Tavenu", Amsterdam, le pr. 54 pnt.
„Wittenburg's Fanfare", Amsterdam, le pr.
57 pnt.
„R.K. Bovenkerk's Fanfare", Nieuwer Am
stel, le pr. 54 pnt.
„Stedelijk Muziekkorps", Den Helder, le pr.
pnt.
De middagwedstrijd.
Er waren dezen middag vogels van diverse
pluimage. Zoo was er een tweede afdeeling.
die naar mijn gevoelens doorgaans knap werk
leverde. Dan korpsen in de hoogste aföeelin-
gen. waar doorgaans superieur werk werd ge
geven, doch waar ook eenmaal de dirigent
blijk gaf. een der meest gespeelde orkest-
ouvertures van Beethoven niet te verstaan.
Onder de lagere afdeelingen was er één korps
dat een jaar geleden werd opgericht en dat
in de derde afdeeling uitkomend, een plaats
in hoogere afdeelingen waardig was. Het was
„Onderlinge Oefening", Uitgeest, afd. harmo
nie. waar men opgetogen was over de fraaie
klarinetten; waar de dirigent kleur, accura
tesse, om kort te gaan, prima werk leverde.
Vooral in 't vrije werk 'Sincérité) toonde hij
inzonderheid zich man van smaak: alles werd
eenvoudig en zonder de ministe pretentie
voorgedragen. Dit korps is alreeds tot in
uitersten verzorgd: het was o.m. een genoe
gen, om naar de fraai verzorgde middenstem
men te luisteren. Dit is de tweede dag dat
Toon de Vries uitkomt, en den laatsten con
coursdag zal hij met zijn alom geroemd
„Crescendo", Westzaan, uitkomen. Zijn part
ner dezen middag in dezelfde afdeeling vatte
het verplicht werk bruter van klank op, en
kon ook in 't vrije stuk „L'Amabile" heel wat
beminnelijker klank geven. Het korps uit
Landsmeer was mooi van klankgeving en be
schikte over fraaie bassen. Het stuk, als
Berceuse aangekondigd, héét echter Suite, au
temps passé. In de tweede afd. fanfare kon-
d enme bij „Kunst na Arbeid", Grootebroek,
de middenstemmen volstrekt niet bekoren en
bij „Concordia", Abbekerk, leden diezelfde
stemmen aan incorrectheid, 't „naslaan" was
slap. In deze afd. maakte in 't bijzonder „Hou
en trou", Heer Hugowaard, een goeden in
druk. terwijl bij „Tavenu". Amsterdam, nogal
wat noten onder den lessenaar rolden. „Wit-
;enburg". speeltuinvereeniging uit de hoofd
stad, was heel goed en maakte met zijn 8
tamboers en maitre, en daarnaast twee schel
lenboomen. een fermen indruk. Hun vrije werk
dat niet was opgegeven, heette „Sous les til-
leuls". In de eerste afd. fanfare viel bij „Bo
venkerk's fanfare" het mooie saxophonen-
koor op. Natuurlijk excelleerde dir. H. C.
Hooyberg in de afd. uitmuntendheid weer met
„Volharding", Ilpendam en zal hij zijn plaats
naar de eere-afd. spoedig gaan innemen. In
zonderheid voor zijn vrije werk zij hij loffe
lijk geprezen.
De hoofdaandacht ging dezen middag uit
naar de harmoniekorpsen in de eere-afd. Hier
gold als verplicht werk Beethoven's ouverture
„Egmont", waar P. Pranger met „Excelsior"
Noord Scharwoude, kleur, nuance, dynamiek
mooi verzorgde, maar waar hem Joh. F. Pala
met Helder s Stedelijk muziekkorps weer over
trof in allesbeheerschende leiding groote
doorzichtigheid in de stemmengangen. en vee!
bravour in het uiterst moeilijke vrije werk
van Xavïer Leroux <de ouverture „Harald")
..St. Caecilia". Amsterdam, gaf bij Beethoven
te groote contrasten in het tempo: bovendien
(wat zwaarder weegt> was er in de directie
niet de adel van geest die het werk van
Joh. F. Pala kenmerkte. De rhapsodie over
Hongaarsche thema's had mooie verdiensten,
o.m. een goede techniek.
Om zeven uur des avonds had de uitspraak
plaats, d'e hier volgt:
Fanfare:
3e afdeeling: „St. Caecilia", Loenen. 2e pr.
252 punten.
„Amst Hengelaarskorps". 2e pr. 262 pnt.
2e afd „Hou en Trou". Heer Hugowaard,
2e pr.. 292 p.
„Concordia". Abbekerk. 2e pr. 277 p.
„Kunst na Arbeid", Grootebroek, le pr.
320 p.
„Tavenu". Amsterdam. 2e pr. 290 p.
„Witteburg's Fanfare", 2e pr. 291 p.
le afd.: „Bovenkerk's Fanfare", Amsterdam
le pr. 300 p.
Uitmuntendheid:
„Volharding", Ilpendam, le pr. 303 p.
Harmonie:
3e afd.: „Onderlinge Oefening", Uitgeest,
le pr. 309 p.
„Eensgezindheid", Sloten. 2e pr 267 p.
2e afd.: „Amicitia", Landsmeer, 2e pr. 282 p.
Eere-afd.:
„Excelsior", Noord-Scharwoude, le prijs
306 pnt.
..Stedelijk muziekkorps", Helder le pr. 309
pnt.
„St Caecilia", Amsterdam-Noord, le prijs,
309 pnt.
De Eerewedstrijd.
Hiervoor bestond terecht groote belangstel
ling, ook al omdat met betrekking tot het
weer het feestgevend korps zeer fortuinlijk
was. De winnaars van een eersten prijs kwa
men naar volgorde op het podium, en zoo
opende het jonge korps „Onderlinge Oefe
ning". Uitgeest, den wedstrijd met „Ouverture
romantique". Toon de Vries was weer in beste
conditie, maar om redenen, die buiten zijn
vermogen lagen, kon hij de zuiverheid van
intonatie, waardoor het korps dezen middag
zich onderscheidde, niet altijd ongerept be-
w?.-?n. Het verheugt ons. dat hij op zijn
..Crescendo" Westzaan. waarmee hij den
volgenden Zondag naar Halfweg komt. on
der alle omstandigheden ten volle kan
rekenen
Als tweede kwam „Kunst na Arbeid". Groo
tebroek. dat gekozen had „Neron" van Popy,
een werk dat voor een tweede afdeeling veel
te groote eischen stelt aan het uithoudings
vermogen. Het tempo was te langzaam. „Bo
venkerk's Fanfare" voerde „Princesse Clémen
tine" naar behooren uit. doch had geen bij
zondere verdiensten. Nog eenmaal kwam dir.
Hooyberg ons verrassen, ditmaal met het
zelfde „Neron" evengenoemd. Al dadelijk was
het tempo in orde en bleek het korps onder
zijn vakkundige leider ten volle opgewassen
tegen de moeilijkheden van Popy's muziek.
Een groote verrassing eveneens was het
werk van „Excelsior", N.-Scharwoude. Dir.
Pranger, wiens keuze altijd valt op de klas
sieken, had van Adolphe Adam gekozen „Le
bresseur de Preston", een werk dat men jam-
mergenoeg zelden of nooit hoort. Prachtig
afgewogen stond daar het hout tegenover het
koper. Wonderschoon klonken de klarinetten
en brachten bij voortduring de sfeer de violen
in herinnering Hierna bracht Helder's Stede
lijk Muziekkorps weer een nieuwe verrassing,
daar dir. Joh. F. Pala het koper zóózeer wist
te matigen, dat het evenwicht tusschen hout
en koper nog dat van zijn voorganger over
trof. Zoo gaf de ouverture „La Bohémiene"
van Balfe, waar inzonderheid de baryton-
saxophone (in de laagste toonen fraai ge-
sundeerd door de tuba) door fraai beheersch-
ten toon opviel. Bij Pala trof ons weer de
zelfde voorname directie, die des middags
bij Beethoven zoozeer verraste. De wedstrijd
werd besloten door „St. Caecilia", Amsterdam
'Noord), met de ouverture „Les dragons de
Villars". Dir. S. A. Noom kon niet verhinderen
dat het (even vóór de klarinetsolo) nogal
rammelde, maar het slot verliep gaaf en vlot.
Volgens traditie vermelden wij de behaalde
punten niet dan na 't beëindigen van den
laatsten wedstrijddag, dien wij nog eens extra
in de aandacht van den muziekliefhebber
aanbevelen.
Evenals de vorige week was te Halfweg de
organisatie weer volmaakt in orde. en was
er in dit centrum van verkeersgevaren weer
een zóó uitnemende regeling getrof&n, dat
ook niet het geringste incident zich kon voor
doen.
G. J. KALT.
Het Tooneel te Amsterdam.
DE HACESPELERS.
DE DUBBELE DEUR.
Niemand zal zeker wel hebben verwacht, dat
de rol van Verkade in de Nederlandsche too-
neelwereld. toen hU twee jaar geleden de
Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel verliet,
voor goed zou zijn uitgespeeld Met zijn on
verzettelijke wilskracht heeft hij na elke cata
strophe zich steeds weer opgericht en het ver
baasde ons reeds, dat er niet eerder een
nieuwe troep met den ouden bekenden naam
van De Hagespelers onder Verkade's leiding
was gesticht. Verkade is een te actief en ruste
loos kunstenaar om lang aan den kant van
den weg te blijven zitten toekijken.
En wij kunnen niet anders dan ons daar
over verheugen. Wij hebben in ons land te
weinig regisseurs van erkend talent om Ver
kade te kunnen missen. Reeds dadelijk bij zijn
openingsvoorstelling in Augustus, die wij
door verblijf in het buitenland niet konden
bijwonen, heeft hij aan de opvoering van Mo-
lière's L' Ecole des Maris weer een persoon
lijk cachet weten te geven en roemde de kri
tiek Verkade's fantasie. Het Is daarom jam
mer, dat de tweede voorstelling van dit ge
zelschap. welke Zaterdag In het Rika Hooper
Theater werd gegeven, een zoo groote teleur
stelling is geweest.
Wij vroegen ons tijdens de opvoering telkens
verwonderd af, hoe Verkade er toe gekomen
is een zoo holle draak als deze Dubbele Deur
uit Amerika naar hier te importeeren. Het
voorbeeld van De Familie Barrett, welk stuk
verleden jaar bij het Groot Nederlandsch
Tooneel viel. voornamelijk door de overdreven
teekening van een machtswellusting in een
ouderwetsch gezin, had hem tot waarschu
wing kunnen dienen. En De Familie Barrett
was nog ?en kunstwerk, vergeleken bij De
Dubbele Deur.
Ook in dit Amerlkaansch product staat een
heele familie onder den druk van 'n dominee-
rende. autoritaire figuur, maar hier is het
geen man doch een ongehuwde vrouw, die
heel haar omgeving zuster, broer en be
dienden naar haar pijpen laat dansen. De
teekening van deze vrouwelijke Mussolini is
echter zoo caricaturaal, dat zij reeds van het
begin af onze lachspieren kietelt. Deze Xan
tippe deinst voor niets terug om haar haan
koning te laten kraaien, zelfs niet tegen eon
laaghartigen moord. De Amerlkaansche
schrijfster Elisabeth Mc Fadden werkt- met
dubbele deuren en geheimzinnige spelonken
zooals de auteurs van de oude draken uit het
midden der vorige eeuw het deden, maar het
publiek van tegenwoordig is minder naïef als
in den tijd van onze grootouders.
Wanneer Victoria van Bret zoo heet deze
vrouwelijke dragonder als een tweede
vrouw Frochard u weet wel. het ondier uit
De twee Weezen haar onschuldige schoon
zuster naar de geheimzinnige, donkere kamer
lokt, gichelt het publiek en het heeft zelfs
luidruchtig plezier, als zij het voor een tweedon
keer met haar zuster Caroline probeert. Dan
is ook het lot van het stuk beslist en weten wij,
dat alle moeite van De Hagespelers dit maal
vergeefsch is geweest en het stuk onherroepe
lijk gevallen is.
Voor een „thriller" was De Dubbele Deur niet
spannend en griezelig genoeg en voor een ge
woon stuk was het te drakerig. Men kon Ver
kade weer bewonderen om wat hij met voor
namelijk ongeroutineerde krachten nog heeft
weten te bereiken, maar dit stuk was niet te
redden, ook al zouden alle rollen door sterren
gespeeld zijn geworden. Jammer voor mevrouw
Rika Hopper, dat zij haar waarlijk niet gering
speeltalent aan deze onmogelijke vrouwen
figuur moest wijden. Zij begon vol moed, maar
het was duidelijk te merken, dat zij langza
merhand waarschijnlijk door de reactie van
het publiek het vertrouwen in de rol ver
loor. Hoe spoediger deze draak van Elisabeth
Mac Fadden achter de dubbele deur wordt be
graven. hoe beter voor het jonge gezelschap,
dat onder Verkade's leiding zeker tot betere
dingen in staat is.
Van de jonge krachten trof ons het meest
Tme Medema, vooral door haar welluidende
stem en voortreffelijke dictie. In een knechts
rolletje debuteerde bij het beroepstoonecl de
heer Frentzen dien de Cremer- en Van Len-
nepleden zich nog zullen herinneren als de
jonge Bernard Stamply in de voorstelling van
Mejonkvrouwe de la Seiglière van Litteris
Sacrum in het vorige seizoen.
Wij hopen, dat De Hagespelers na dezen
tegenvaller spoedig revanche zullen nemen.
J. B SCHUIL.
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
Nadruk verboden.
„Ja, ik begrijp je. Maar 't is nu al zoo laat.
Het begint al te schemeren en bovendien
ben ik doodmoe Laten we het zoeken maar
tot morgenochtend uitstellen of ga het an
ders even alleen doen".
„Neen, dan wacht ik liever ook maar tot
morgenochtend; dan doen we het samen".
„Overigens", vervolgde Bristew, dien plot
seling iets te binnen schoot. „Wat voor soort
schoenen draagt Perry eigenlijk?"
„Een paar oude tennisschoenen".
„Met rubberzolen?"
„Ja".
„Dat is jammer", meende Bristew. „Daar
staan we dan alweer voor een nieuwe com
plicatie. Morley droeg overschoenen gister
avond. Hij of Perry kunnen die voetdrukken
hebben achter gelaten".
„En hoe staat het met Withers?" vroeg de
hoofdcommissaris, „Hij heeft ons nog altijd
niet verteld, wat hij gisteravond heeft uitge
voerd, nadat hij Campbell had zien weg
gaan".
„Dat is zoo. Ga vanavond nog even naar
hem toe. Vraag hem dat en tracht uit te vin
den, hoe laat hij in het Brevord Hotel is te
ruggekomen. Als je het vanavond niet van
hem te weten komt. lukt het je vermoedelijk
niet meer. Morgen zal Braceway wel op het
tooneel verschijnen en dan hebben we alle
kans, dat Withers zich wel tegenover hem.
maar xiiet tegenover ons wenscht uit te la
ten. Tenminste als hij al van plan is iets te
zeggen".
„Spreek ik je dan morgenochtend?"
„Ja, in elk geval. Ik sta vroeg op. Maar als
het je vanavond lukt iets uit Withers te krij
gen, bel me dan even op. Telefoneer ook even
als je ondergeschikten iets over den kerel
met den gouden tand te weten mochten zijn
gekomen".
„Afgesproken", gaf de hoofdcommissaris
ten antwoord, terwijl hij heenging, Bristew
in gedachten achterlatend. Eenige minuten
later begaf de kreupele man zich opnieuw
naar no. 5 waar de verpleegster open deed.
„Het spijt me. dat ik u nog eens moet sto
ren", begon hij. .Maar ik zou dolgraag een
kleinen dienst van u willen vragen. Wilt u
even de nagels van Miss Fulton reinigen? En
wel zoo spoedig mogelijk. En bewaart u voor
al alle vuil, dat u vindt".
„Haar nagels schoonmaken?" vroeg de ver
pleegster stom verbaasd.
„Ja graag. Ik zal u naderhand wel eens
uitleggen. Zult u het zorgvuldig doen voor
alles zorgvuldig? Het is van het allergrootste
belang!"
Hoewel met tegenzin, stemde miss Kelly
tenslotte toe.
Daarop begaf Bristew zich weer naar zijn
eigen huis. Langen tijd staarde hij uit het
raam in de stralen der ondergaande zon.
Maar aan het wonder van den dalenden
nacht dacht hij op dat oogenblik niet.
HOOFDSTUK 8.
Wat een buurvrouw vertelde.
Een telegrambesteller spoedde zich naar
no. 5 met verscheidene telegrammen in de
hand. Een uur tevoren waren er ook al twee
jongens met telegrammen geweest. Vrienden
van de familie Fulton, die in de avondbladen
een relaas van den moord hadden gelezen,
gaven blijk van hun deelneming.
Een paar minuten later kwam Withers
Manniston Road afloopen en begaf zich re
gelrecht naar nou 5. Kort daarop bracht de
verpleegster aan Bristew een pakje.
„ik weet eigenlijk niet, of ik wel goed han
del", merkte zij op. „Maar het was een bevel
van de politie, dus ik moest wel gehoorza
men. Hier hebt u het resultaat van het rei
nigen van miss Fulton's nagels".
Op dat oogenblik kwam Mattie hem zeg
gen. dat het eten gereed stond. Voor hij ging
zitten, belde hij Greenleaf nog even op.
„Ik heb nog iets. dat naar het laboratorium
te Charlotte gestuurd moet worden", deelde
hij den hoofdcommissaris mede.
„Net zoo iets als ik heb?"
„Ja van miss Fulton".
„Wat zeg je daar?" riep Greenleaf. „Daar
aan zou ik nooit gedacht hebben".
„Ik had het zelf ook haast vergeten. Heb je
iemand om het te laten halen?"
„Ik kom zelf nog wel even", gaf Greenleaf
na een oogenblik nadenken ten antwoord. Ik
wilde je toch nog over het gerechtelijk voor
onderzoek spreken. Dat vindt morgenochtend
om elf uur plaats".
„Kom dan maar", noodigde Bristew hem
uit. „Je moet hier toch vlak bij zijn om Wi
thers een verhoor af te nemen. Hij is juist
een paar minuten geleden de deur van no. 5
binnen gegaan. Je kunt hem daar nog vin
den".
Toen hij, na gegeten te hebben, op de stoep
een luchtje schepte, zag hij in de schemering
een verpleegster aankomen. Het was een der
zes verpleegsters, die op no. 7 in Manniston
Road, het huis, dat tusschen het zijne en
dat der vermoorde was gelegen, woonden.
Overdag waren deze verpleegsters in het
groote sanatorium buiten de stad aan het
werk. Misschien kon zij hem mededeelen, wat
hij wenschte te weten.
„Neemt u mij niet kwalijk", sprak hij haar
aan. „Maar zou het u misschien schikken een
oogenblikje bij mij te komen?"
Aarzelend gaf zij aan zijn uitnoodiging ge
volg.
Bristew schoof haar een stoel toe en ver
zocht haar te willen plaats nemen.
„Tot mijn spjjt weet ik niet, hoe u heet",
begon hij.
Zij lichtte hem dadelijk in. Rutgers, miss
Emily Rutgers was haar naam. Op zijn beurt
vertelde hij haar met een paar woorden in
welk opzicht hij in de moordzaak betrokken
was.
„Ik zou graag van u willen weten", ver
volgde hij toen. „of u ooit iets bijzonders om
trent no. 5 hebt gehoord?"
..Tja", antwoordde zij peinzend, „mevrouw
Withers en juffrouw Fulton hadden het nog
al eens met elkaar aan den stok. En juist
gisteren hadden zij nog hevige ruzie. Ik ving
enkele woorden op, doordat ik er toevallig
langs kwam.
„En wat hebt u gehoord?"
„Ik had den Indruk, dat miss Fulton van
mevrouw Withers geld wilde leenen. „Meer
kun je niet krijgen", hoorde ik mevrouw Wi
thers zeggen. „Ik heb niets meer. Ik kan .ie
toch niets geven, als ik het zelf niet heb!"
Daarop zei miss Fulton weer iets over den
heer Withers, dat zij van hem geld te leen
zou vragen.
„Dat zou ik maar laten", hoorde ik me
vrouw Withers zeggen. „Ik heb dat ook een
keer geprobeerd en hij werd zoo woedend,
dat ik dacht, dat hij mij zou aanvallen".
„Gaf miss Fulton daarop eenig antwoord?"
„Misschien wel, maar ik hoorde niets. Ik
had den indruk, dat ze allebei erg opgewon
den waren".
„Hebt u bij vroegere gelegenheden ook wel
eens van oneenigheid tusschen haar ge
hoord?"
„O, ja. we hoorden vaak, dat ze aan het
bekvechten waren. Het ging altijd van miss
Fulton uit. Mevrouw Withers was bijna altijd
vriendelijk en kalm. Een keer heb ik haar
tegen haar zuster hooren zeggen, dat zij a1
het geld, dat zij bezat, aan haar had geleend"
„Wanneer was dat?"
„Een tijdje geleden. Een maand of zes we
ken Het kunnen ook twee maanden zijn ge
weest".
Nadat hij een paar minuten zijn gedachten
over het gehoorde had laten gaar., vervolgde
hiji Jk ben u erg dankbaar, miss Rutgers.,
Elke mededeeling kan ons wellicht van r.ufc
zijn".
„Ik moet u nog één ding zeggen", merkte
ae verpleegster op. terwijl zij opstond. ..Gis
teravond zwierf een man om no. 5 heen. Het
was al heel laat, bijna tegen het aanbreken
van den dag".
„Hoe weet u dat?" vroeg Bristew haar
scherp.
..Bessie ik bedoel miss Hardesy en ik
slapen op de open veranda aan den achter
kant. Haar bed staat tegen den muur van
no. 5 Vanochtend vertelde ze het mij. Om
streeks één uur of misschien wel tusschen
tweeen en drieën meende zij zachte stap
pen nabij het huis te hooren. Het regende
op dat oogenblik, maar niet hard. Een fijne
motregen".
„Zij stond op. ging naar het hek van de
veranda en zag een man, die van den voor
kant van no. 5 kwam en naar het achterhek
van den tuin liep. Hij was Juist de veranda
gepasseerd".
„En wie was het? Kon zij hem duidelijk
zien?"
„Ze zei, dat het een neger was".
„Zag ze zijn gezicht?"
„Niet voldoende om hem te kunnen her
kennen, maar zc weet zeker. dat. het een
neger is geweest. „Ze dacht, dat het Perry was
die is hier in de buurt vaak aan 't werk".
„Riep ze hem aan?"
„Neen. Hij stapte flink door en was binnen
enkele oogenblikken uit het gezicht verdwe
nen. Toen ik vanmiddag van den moord
hoorde, was ik juist op het sanatorium, waar
ik aan de hoofdverpleegster hetzelfde heb
medegedeeld, dat ik u nu heb verteld. Ze gaf
mij den raad om na afloop van mijn dienst
onmiddellijk alles aan de politie te vertellen.
Ze wilde niet hebben, dat ik van het sanato
rium uit de politie opbelde, omdat de patiën
ten het zouden hooren, die zich dan mis
schien teveel zouden opwinden".
.(Wordt vervolfKlV