Minister Steenberghe te Utrecht.
DE MAN, DIE DE
TROEVEN HAD.
Generaal Snijders volgde met belangstelling
de oefeningen, welke Woensdag tijdens den
luchtbeschermingsdag in Overijssel te Zwolle
plaats hadden
Een door mosterdgas .getroffene" (pop) wordt tijdens den luchtbeschermingsdag, die Woens
dag in Overijssel werd gehouden, in den IJsel geworpen, om later te worden gered
Madrid tijdens de jongste staking. De sol
daten houden bij het passeeren der tram
wagens controle over den stand der wissels
teneinde sabotage te voorkomen
Quick Boy, eigenaar C. G. H. Oljens te Dongen, behaalde op de vee- en
paardententoonstelling te Utrecht den eersten prijs in het nummer .Eenspannen
in Nederland geboren en gefokte paarden afstammende van een niet-Olden-
burger of Qosf-Frieschen hengst
f
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt door
J. VAN DER SLUTS.
21)
I „Ik ben een dwaas", dacht hij, terwijl hij
naar de deur ging en naar het verkeer op
I straat keek. „Ik geloof, dat ik maar naar een
i advocaat zal gaan. Och, wat geeft het ook?
Hij zal mij een hoop vragen stellen, en
Hij rilde en keerde mismoedig naar de hall
terug. „Deksels!" dacht hij somber. „Ik zal
'naar Washington terug moeten! Ik moet!
Daarna kan ik denken denken!"
1 Maar hij meende, dat hij niet kon gaan,
eer de commissaris van politie permissie had
gegeven. Als hij een advocaat geraadpleegd
i had, zou hij tot een andere conclusie geko-
r men zijn. Maar nu bleef hij maar, waar hij
1 was, terwijl zijn gedachten hoe langer hoe
1 verwarder werden; hij at niets en zijn ze
nuwen raakten hoe langer hoe meer van
streek. Boven was Braceway bezig het net te
versterken, dat hij om Henry Morley heen
had geweven.
„Ik had gelijk. En hij overdacht nog eens,
wat hij van Abrahamson had gehoord Het
is nog altijd Morley. Die pandhuisbaas is er
heelemaal naast. Hij denkt, dat George Wi
thers op den man met den baard lijkt en
hoewel hij mij een beschrijving gaf, die pre
cies bij Morley paste, kijkt hij hem goed aan
ten ontkent nadrukkelijk, dat Morley ook
I maar in de verte op dien vermomden kerel
^Maar Abrahamson was niet tevreden met
hetgeen hij had gezien. Vooraan in het ven-
'.ster van zijn winkel nam hij het bordje weg.
[waarop stond: in_tien minuten terug en hing
er een ander voor in de plaats: den geheelen
dag gesloten deed de deur weer op slot en
ging heen in de richting van Casey's waren
huis.
Hij had zich voorgenomen den geheelen
namiddag aan detective-werk te wijden. Het
zou hem natuurlijk geld kosten den winkel
een halven dag gesloten te houden. ..Maar",
zoo troostte hij zichzelf, „ik heb zeventig dui
zend dollar. Ik mag waarachtig wel eens een
dagje vacantie nemen".
HOOFDSTUK 15.
Braceway ziet licht.
Braceway had reeds lang begrepen, dat
een goed detective de eigenschap moet be
zitten om vrienden te maken. Daardoor
kwam het, dat Raddy. die de rol van picolo
en huisknechtje vervulde, zich dadelijk op
zijn gemak voelde, toen hij Braceways ka
mer binnenstapte.
„Zoo Raddy". begon de detective met een
vriendelijken glimlach, „heb jij niet aan den
politiechef verteld, dat je den heelen Maan
dagavond wakker bent geweest en je mets
anders gedaan hebt dan meneer Morley zijn
bagage naar boven te dragen?"
„Ja meneer en dat was de waarheid niks
dan de waarheid".
Braceway haalde een nieuwe papieren dol
lar uit zijn zak, die hij op zijn 'knie uitstreek.
„Luister eens goed, Raddy", zei hij ernstig.
„Meneer Keene heeft je juist gezegd, dat hij
je niet weg wou sturen, zelfs al was je Maan
dagavond ook in slaap gevallen. Je hebt hee
lemaal niets te vreezen en je krijgt dezen
dollar, zoodra je mij naar waarheid verteld
hebt. wat je gezien hebt op Maandagavond.
Als je het mij niet zegt dan laat ik je arres
teeren".
Raddy's oogen werden groot van schrik,
toen hij het woord „arresteeren" hoorde.
„Gerust, meneer, u zult geen reden hebben
om mij te laten arresteeren, heelemaal geen
reden.'U weet hoe het is. baas. Wij negers,
hebben de gewoonte om gauw in te dutten.'
Er is geen een neger in de stad hier, die dien
heelen Maandagavond en een stuk van den
nacht wakker gebleven zou zijn klaar
wakker".
„Denk eens na. Probeer je eens te herin
neren, sliep je al vóór middernacht?"
„Nee. meneer".
..Heelemaal niet?"
Raddy aarzelde.
„Zoo tegen elf uur. herinner ik me zoo'n
beetje een dutje, heel effen, baas". Hij kuch
te en zei wanhopig: „ziet u. als het 's nachts
een beetje stil wordt, dan heeft elke neger
een scharnier in zijn hals. Het is net of z'n
hoofd naar voren valt. Ik denk, dat mijn
scharnier los ging zitten zooals u zegt tegen
elven. Ja baas. dat zal het wel geweest zijn".
„En tusschen middernacht en twee uur in
den morgen? Werkte het scharnier toen?"
„O, baas", antwoordde Raddy met zoo iets
als een verwijt, „na middernacht is er geen
scharnier meer. Je laat gewoonweg je hoofd
vallen en je licht het niet meer op, behalve
als er een komt, die je een por geeft of een
prik met een mes".
Braceway werd streng. Zijn oogen gingen
plotseling wijd open.
„Heb je meneer Morley zijn boeltje dien
nacht niet naar kamer nummer vier-honderd
een-en-twintig gedragen?"
„Ja, baas".
„Hoe laat was dat?"
„Dat was precies vijf minuten over tweeën
baas".
„En heb je daarvoor twee uren achtereen
geslapen?"
„Ik vind het vreeselijk om het te zeggen,
baas. maar ik ben in slaap gevallen".
„Hoe was je in eens zoo helder wakker om
te weten ,dat het precies vijf minuten over
tweeën was?"
.Misschim kwam het van wat ik zoo te
gen half twee gezien had, baas".
„Dus dan was je geen twee uren achtereen
in slaap geweest?"
..Bijna, baas. Het was zóó: de bank van den
bellejongen, nou, die is precies onder de groo-
te klok in de hall, rechts van 't kantoor. Mjjn
hoofd moet tegen de glasruit van de klok
aangekomen zijn en toen ging ineens de bel
van het halve uur en het ratelde en snorde,
ik werd er akelig van! Ik was klaar wakker,
stond op en ging naar den hoofdingang, al-
leenig maar om den nachtboekhouder te la
ten denken, dat ik bij mijn werk was. als hij
wakker werd. Ik keek naar buiten en zag een
man naar het postkantoor gaan. „Lieve help!"
zeg ik tegen me zelf. Die blanke menschen
hebben ook niet veel te doen, als ze op dit
uur naar het postkantoor gaan". En zoo ging
ik maar weer naar mijn bankje terug en
dutte weer in. Het leek me. dat ik net mijn
oogen dicht had gedaan, toen ik al weer
wakker werd en daar in het portaal, daar
stond de man, dien ik het postkantoor had
zien binnengaan".
„Waarvan werd je wakker?"
„Ik weet niet, baas. Het was de eerste keer
in mijn leven, dat ik wakker werd, zonder
een por te hebben gekregen".
„Hoe wist je dat de man, die je in de hall
zag. dezelfde was, die je het postkantoor
liadt zien binnengaan?"
„Ze hadden dezelfde gedaante, dezelfde re
genjas en denzelfden zwaren baard. Hij was
net langs me heen gegaan naar boven in
plaats van op mij te wachten voor de lift. Ik
zou zijn baard dien keer niet gezien hebben,
maar hij keerde z'n eigen om, toen hij boven
aan de trap was en keek naar mij. En toen
zag ik heel goed, dat het dezelfde man was,
die naar het postkantoor was gegaan".
Braceway liet niet merken, welke groote
waarde hij aan de woorden van den neger
hechtte. Terwijl hij bij het venster zat, met
den papieren dollar op zijn knie, bleef hij
Raddy scherp aanwen om hem 'bij zijn ver
haal te houden.
„Wat deed hij, nadat hij naar r keken
had. toen hij boven was?"
„Niks, baas. Hij zag, dat ik hem nakeek en
toen liep hij gauw verder naar boven".
„Hoe laat was dat?"
.Dat was net twintig minuten vóór tweeën".
„En wat deed je toen?"
„Niks, baas, ik dutte verder tot de nacht
boekhouder me een schop tegen mijn schenen
gaf en me zei, dat ik meneer Morley z'n spul
letje naar boven moest dagen, naar vier-en-
twintig. Nou, toen we bij die kamer kwamen,
toen zeg ik zoo tegen hem: ik dacht, dat, u
een half uur geleden in dit hotel was geweest,
baas en dat u toen een "aard droeg. Ik had
dadelijk spijt, dat ik het gezegd had. Hij
keek mij woedend aan en zei: waar leuter jij
over, jongen! Je praat in je slaap, geloof ik!"
Toen ging ik weer naar beneden. Hij hoefde
niks meer te zeggen. Als een blanke tegen mij
zegt: „jij hebt in je slaap gepraat nou,
dan heb ik in m'n slaap gepraat".
„Maar je dacht, dat meneer Morley de man
was, dien je naar boven hadt zien gaan en
ook de man, dien je het postkantoor nadt
zien binnengaan en toen je hem op de trap
zag en op straat ,toen droeg hij een baard?
„Is het zóó?"
„Juist, baas".
„Had hij een gouden tand, Raddy?"
„Nee, baas", zei Raddy. „Hij zag er rijk ge
noeg uit om er een te hebben, maar gezien
heb ik hem niet".
„En heb je daarna den man met den baard
nog gezien?"
„Nee, baas".
„En meneer Morley?"
„Ja. baas. Ik heb hem gezien. Hij is nu in
het hotel. Hij is net dezelfde als de man
met den baard".
„En droeg hij rubber overschoenen, toen
hij dien baard had en ook zonder dien baard?
„Ja, baas allebei de keeren".
„Heeft hij na Maandagnacht nog iets te
gen je gezegd?"
„Nee. baas".
„En heb je dien Maandagnacht nog iemand
anders gezien?"
„Nee baas".
„En kan je je nog iets anders herinnenen
van het uiterlijk van dien man met den
baard?"
„Nee, baas. behalve als dat hij als twee,
druppels water op meneer Morley leek. Dat
is alles, -wat ik weet, l*aas
(Wordt vervoigd). i
H. M. de Koningin bracht Woensdag een bezoek aan het paleis van wijlen H. M. Koningin Emma aan het Lang* Voor
hout te den Haag. De Koningin bij het verlaten van het paleis
Minister Steenberghe (links) bracht Woensdag een bezoek een de vee* en
paardententoonstelling welke te Utrecht werd gehouden
De Jaarbeurs te Utrecht werd Woensdag
bezocht door minister Steenberghe, die
in gezelschap van de heeren W. Graadt
van Roggen en F H Fentener van Vlis-
singen de stands bezichtigde
Terug naar gaffel en vlegel. De
boerenbonden in Zeeuwsch Vlaande
ren hebben met autoriteiten gecon
fereerd over den terugkeer naar het
oude handwerk teneinde daardoor
ook des winters werkgelegenheid te
hebben