Rijksbegrootmgvoor1935biinasluitend f 70 miinoen door bezuinigingen gevonden. De openingsplechtigheid. Steun aan de scheepvaart in uitzicht gesteld. Twaalf millioen gulden voor Indië. STA TEN-GENERAAL „Dekkingsplan mag geen „noodverband" zijn". WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 3 De minister van Financiën, Mr. P. 3. Oud, heeft gisteren de Staats- begrooting voor het jaar 1935, vergezeld van de Millioenennota, bij de Staten-Generaal ingediend. De Regeering heeft de begrooting, welke aanvankelijk een tekort had van bijna 93 millioen gulden (de Inkomsten voor den gewonen dienst zijn geraamd op 631.364.921, de uitgaven op 724.357.807) tot op een bedrag van 762.758 sluitend weten te maken. Hiervoor heeft zij, zooals Dinsdag in de Troonrede werd aan gekondigd, geen nieuwe belastingen voorgesteld, doch de uitgaven tof een lager peil teruggebracht. De millioenennota begint met de definitieve Cijfers van 1931, 1932 en 1933 te noemen. Die van 1931 (gewone dienst), zijn: Ontvangsten Uitgaven Tekort f 557.557,492,025 603,157,159,025 De cijfers van het dienstjaar 1932 (gewone fiienst) zijn als volgt: Uitgaven f 591.216,718,475 [Middelen 515,168.165,355 Nadeelig saldo f 76,048,553,12 De voorloopige gegevens voor den gewonen dienst van 1933 leveren de volgende uitkomst op: Uitgaven Middelen f 574.104.437.— 515,838,484,30 Nadeelig saldo f 58,265,952,70 Wat het loopende dienstjaar 1934 betreft, zij wat den gewonen dienst betreft, het volgende medegedeeld: Er resteert thans een tekort ad f 30.068,688. maar naar het zich laat aanzien zal het wer kelijk tekort voor het dienstjaar 1934 grooter zijn. dan bovenstaand cijfer aangeeft, omdat de opbrengst der middelen in het bijzonder doordat de omzetbelasting niet tot haar vol ledige werking is gekomen bij de raming ten achter zal blijven. De begrooting voor 1935 geeft de volgende eindcijfers: dn uitgaven f 724,357,807 in inkomsten 631,364,921 Koodat een nadeelig saldo is geraamd van f 92,992,886 Evenals zulks ten vorigen jare is geschied, is de begrooting ontworpen overeenkomstig den toestand, die zou intreden indien geen wette lijke voorziening zou worden getroffen. Voor zoover derhalve in het verleden tijdelijke maatregelenen zijn getroffen, die, zonder de nadere tusschenkomst van den wetgever, hun invloed op het begrootingsjaar 1935 niet of niet meer ten volle zullen doen gelden, is de begrooting ingericht alsof deze maatre gelen op het daarvoor thans bepaalde tijdstip zullen afloopen, ook al ligt het in het voorne men der regeering ter zake nadere voorzie ningen voor te stellen. Maatregelen tot dekking van het tekort. De toelichting op de verschillende dekkings maatregelen, waardoor naar het oordeel der regeering het tekort zal kunnen worden opge heven, vermeldt o.m.: De vermindering der op het Rijksbudget drukkende lasten ter zake van pensionneering van het overheidspersoneel ten bedrage van f 3.090.000. betreft in de eerste plaats een verlaging van de aan het Pensioenfonds ver schuldigde annuïteit, welke voor 1935 uit- nieuw wettelijk dient te worden vastgesteld. In afwachting hiervan is zij voor 1935 uit getrokken op een bedrag van f 28.400.000. In de twede plaats betreft deze verminde ring een verlaging van de door de contribua- len van het Pensioenfonds aan dit fonds ver schuldigde bijdragen voor gezinspensioen, waartegenover ten bate van het Fonds dooi de gepensionneerden een bijdrage voor ge zinspensioen verschuldigd zal worden. Gevolg van dezen maatregel is. dat de dooi de contribuabelen van het fonds te betalen bijdrage voor het gezinspensioen kan worden verlaagd, welke verlaging uit den aard der zaak ook op het budget van de gemeenten, provinciën, enz. van invloed zal zijn. De bezuinigingen op onderwijs. De besparingen op het onderwijs ad f 10.200.000, welke gedeeltelijk gevolg zullen zijn van het vervallen van wachtgelden en overigens van het geleidelijk doorwerken van maatregelen, welke haar uitwerking nog niet volledig hebben gehad of van maatregelen, welke binnen zeer korten tijd in werking zul len treden, moeten voor een groot deel als perspectief-bezuinigingen worden be schouwd. Alles wat mogelijk is zal echter worden ge daan om de wachtgelden zeer spoedig te doen verdwijnen en het nuttig effect van de in het kort aangegeven maatregelen (o.m. bezui niging op de onderwijsopleiding, verhooging van den toelatingsleeftijd en concentratie van scholen voor bijzonder en openhaar onder wijs» te bereiken. Voor Afdeeling II (Hooger Onderwijs) wordt f 298.132 minder aangevraagd en wel voor de Rijksuniversiteit te Leiden f 154.358, te Utrecht f 20.616, te Groningen f 81.710 en voor de Technische Hoogeschool f 49.939 Voor Af deeling III (Voorbereidend Hooger- en Mid delbaar Onderwijs) is f 222.695 minder uitge trokken, en wel voor den algemeenen dienst f 1235. voor Rijks hoogere burgerscholen f 103.545. voor handelsscholen f 143.980 en voor overigè uitgaven f 9015, terwijl voor gym nasia, hoogere burge.scholen en lycea f 35.080 meer wordt aangevraagd. Voor Afdeeling IV (Nijverheidsonderwijs) wordt f 305.229 minder geraamd. Hiervan komt o.a. f 22.154 voor de Nijverheidsscholen, f 25 000 voor het middelbaar nijverheidsonderwijs be halve het zeevaart- en het machinisten-onder- wijs; f 122.500 voor het lager nijverheidson derwijs voor jongens; f 52.042 voor het zee- vaart-. visscherij- en schippersvakonderwijs en f 87.550 van het nijverheidsonderwijs voor meisjes. De raming voor Afdeeling V (Lager Onderwijs) is f 5.276.154 lager. Hiervan komt o.a. voor den Algemeenen dienst f 41.394; voor de opleiding van onderwijzers en onderwijze ressen f 419.610, voor Rijks lagere scholen f 13.846; voor het openbaar gewoon en uitge breid lager onderwijs f 2.505.308; voor het bij zonder gewoon en uitgebreid lager onderwijs f 2.275.226 en voor het buitengewoon lager on derwijs f 16.200. In herinnering wordt gebracht, dat in de millioenen nota voor 1934 werd medegedeeld, dat op de begrooting van Onderwijs alsnog f 15.5 millioen zou worden bespaard, terwijl voorts werd vermeld, dat deze besparing niet reeds dadelijk mogelijk zou zijn, doch eerst in den loop van 1934 en van enkele daarop vol gende jaren zou worden geëffectueerd. In het loopende jaar is van deze besparin gen inderdaad f 5.3 millioen tot stand ge bracht, afgescheiden van de salariskorting. Vandaar dat thans f 15,5 millioen f 5.3 mil lioen f 10,2 millioen aan besparing is uitgetrokken. Aan den anderen kant moest de begrooting worden verhoogd met f 1 millioen wegens wachtgelden van boventallige onderwijzers, terwijl voorts de werking werd ondervonden van de gewone bevolkingstoeneming op de onderwijsuitgaven. Het accres uit dezen hoofde bedroeg vroeger f 4 a f 5 millioen per jaar, doch is thans tot ongeveer f 2.5 mil lioen teruggedrongen. Een en ander heeft er toe geleid, dat de onderwijsbegrooting per saldo met rond f 6 millioen kan worden ver minderd. Waren de zooeven gemelde ooi-zaken van verhooging niet aanwezig geweest, dan had die vermindering ruim f 9.000.000 kun nen bedragen. Financieele verhouding rijk en gemeenten. Het ingediende wetsontwerp tot wijziging van de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten zal een verlaging geven van het op de Rijksbegrooting voor 1935 uit getrokken bedrag ad f 31,424,054 met f 20.270.128. De maatregelen tot beperking van het te kort in het Gemeentefonds, welke in 1933 zijn tot stand gekomen, hadden alleen betrekking op het dienstjaar 1934-1935. De begrooting van het Gemeentefonds voor 1935-1936, zoo als deze thans wordt ingediend, wijst mede een zeer groot tekort aan, nl. bijna 40 1/2 millioen. Tekort van het Verkeersfonds. Ms maatregelen ter vermindering van het tekort van het in te stellen Verkeersfonds worden genoemd: Verhoogde heffing op de motorrijtuigen f 7,500.000; vermindering van het spoorwegtekort f 10.000.000. Tezamen f 17,500.000. Tot nog toe is de besparing, verkregen door Dr. H. Colijn. de maatregelen, die in het loopende jaar zijn genomen om op het spoorwegtekort, dat op het budget vaai 1935 zal komen te drukken, een gunstigen invloed uit te oefenen, belang rijk overtroffen door den achteruitgang in ontvangsten. "Van de in 1934 voorgenomen vermindering uan uitgaven is rond f 9 mil lioen verkregen door de voorloopige stopzet- :ing van de bijbetaling in het tekort van het spoorwegpensioenfonds. (Wet- van 28 Dec. 1933'. Deze had van den aanvang af de be- teekenis van een tijdel ij ken maatregel. Zij kan thans nog niet worden gemist, nu ver mindering vain'het tekort nog niet is bereikt. Dat deze uiteindelijk tot stand moet komen, is duidelijk. Waar intusschen meerdere maat regelen als afsnijden van verliesgevende be drijfstakken en afvloeien van personeel eerst langzaam doorwerken, wil de Regeering de noodige voorzichtigheid betrachten door haar verwachtingen te dien opzichte in een in ver houding tot het tekort betrekkelijk beschei den bedrag, nl. f 10 millioen, uit te drukken. Zij is er zich volkomen van bewust, dat. ook indien dit bedrag wordt verkregen, het spoor wegprobleem nog slechts zeer ten deele zal zijn opgelost, zoodat het vermoedelijk nog wel enkele jaren zal duren, voordat ook op dat gebied een behoorlijke aanpassing en een nieuw evenwicht zal zijn verkregen. Verlaging bijdragen Invaliditeits- en Ouderdomsfonds. Voorstellen zullen binnenkort worden inge diend, welke een verlaging van de door het Rijk aan het Invaliditeitsfonds en het Ouder- domsfonds te betalen annuïteit tengevolge zullen hebben met rond f 14.000.000. Twee wetsontwerpen hebben het betrokken departement verlaten, welke de strekking hebben, de lasten, voor het Rijk uit de sociale verzekering voortvloeiende, gedurende een reeks van jaren, zij het in afnemende mate te verlichten. Voor wat de Rijksbijdrage aan het Invaliditeitsfonds betreft, ligt het in de bedoeling, het stelsel van kapitaaldekking- van rente-aanspraken met ingang van 1 Januari 1935 te vervangen door het stelsel van kapitaaldekking der toegekende renten, met dien verstande, dat het Rijk. te beginnen met 1936 t.m. 1963. een bijdrage in het Fonds zal storten, voor het eerst in 1936 groot f 1 millioen en voor elk volgend jaar f 1 mil lioen meer dan het voorafgaand jaar is ge stort. Voor 1935 beteekent dit een vermin dering van uitgaven van rond f 10 millioen, Het tweede wetsontwerp bedoelt den duur van de annuïteit ex-art. 4 der Ouderdomswet 1919 met 10 jaren, derhalve tot 40 jaar, te ver lengen. Dientengevolge zal de annuïteit, waarvoor ingevolge de thans geldende bepalingen voor 1935 f 31.6 millioen is uitgetrokken, tot f 27.507.462 kunnen worden verlaagd. Het Rijksbudget wordt dientengevolge met rond f 4 millioen verminderd. Invoering capitulantenstelsel. Uit in voorbereiding zijnde maatregelen tot invoering van het z.g. capitulantenstelsel en tot afschaffing van het vooroefenings- instituut en van het gebruik van burger-iv r- veeërs wordt op Hoofdstuk VIII een vermin dering van uitgaven verwacht van f 5 mil lioen. Deze besparingen op de landmacht (ten deele in perspectief) zijn grootendeeis aan het rapport Idenburg ontleend. De commissie TWEEDE KAMER Afkeurenswaardig optreden der communisten. President Ruys de Beerenbrouck herdenkt Schaper. Nominatie voor het voorzitterschap der Tweede Kamer. DEN HAAG, 18 Sept. Groot, zeer groot was vandaag weer de door het publiek aan den dag gelegde belangstelling ter gelegenheid van de opening der Staten- Generaal. Reeds uren voor den aanvang der plechtigheid stelden zich duizenden en dui zenden op, ten einde een glimpje te kunnen opvangen van den stoet en natuurlijk bovenal van de Koningin en de Prinses. Ook op het Binnenhof was het een beweeg van belang. Eenige onzer bekendste figuren uit het open bare leven kregen er zelfs een open doekje. Zoo oud-Minister Kan. wiens populariteit in sport kringen groot is, en die, ook nu hij het voor name ambt van lid van den Raad van State bekleedt, zijn gewoonte om zich blootshoofds langs 's Heeren straten te bewegen getrouw blijft, zelfs wanneer hij. gelijk heden, in ambtsgewaad is gedost; zijn steek hield hij krampachtig in de hand om toch vooral het hoofd ontbloot te laten, wat hem een bijzon der applaus ten deel deed vallen. Minister Slotemaker de Bruine, die pas zijn veertigja rig jubi'c 'm als kerkelijk voorganger heeft ge vierd, hoorde zich door getrouwen toejuichen en bovenal mocht de minister-president Dr. Colijn zich in een bijkans on-Hollandsch aan doende spontane betuiging van geestdrift ver heugen. Als het tegen eenen loopt, blijkt de Ridder zaal goed gevuld te zijn met vele in schitte rende uniformen getooide belangstellenden: Kamerleden, diplomaten, burgemeesters. Com missarissen der Koningin en andere hoog- waardigheidsbekleeders zetten specialen luis ter aan het geheel bij. Te midden van het gouden geflonker valt er ook stemmiger klee- dij waar te nemen, want een deel der Kamer leden heeft zich als steeds in rok getooid, de sociaal-democraten in een donker pakje en de drie aanwezige communisten (hun partijge noot Wijnkoop ontbrak op het appèl) in een alledaagsch colbertje. Nadat de Raad van State en vervolgens het Kabinet is binnenge treden, breekt weldra het moment aan, waar op wij van buiten het aloude Wilhelmus tot de traditie-rijke Ridderzaal hooren doordringen. Ijlings zetten zich nu ook nog degenen, die tot dezen hier en daar hadden staan praten in den Raad van State, anders zoo bij, blijkt nu even eenige verwarring te heerschen, want verschillende heeren konden niet zoo gauw hun plaatsen vinden. Dan schrijden, beiden in het wit, de Koningin en onze Kroonprinses binnen. Met aanvankelijk moeilijk verstaan bare stem (wij meenden er eerst even een tril ling van aandoening in te bespeuren, toen het staatshoofd warmen dank bracht voor de in die echter later duidelijker werd, las de Lands vrouwe de Troonrede voor. Nauwelijks had zij uitgesproken of er werd een ..leve de Koningin" aangeheven, terwijl de geheele zaal opstond, wat men ook bij het bin nentreden van het Staatshoofd had gedaan. Uitgezonderd alleen de drie verschenen com munisten, die alleen maar zichzelf verneder den door een dergelijk blijk van volslagen ge brek aan menschelijk fatsoen ten toon te spreiden. Veel erger nog echter maakten zij het. toen zij, terwijl de kreet ter eere van de Koningin weerklonk, pogingen aanwendden om op wel heel ongepaste manier te gaan demon - streeren. Opvallend was b.v. hoe Roestam Effendi. zijn vuist ballend, als het ware een dreigende beweging in de richting van den troon maakte, terwijl het gebaar bovendien, volgens vlak bij de communisten gezeten per sonen. met een tegen het Kabinet-Colijn ge- uiten kreet gepaard zou zijn gegaan. Veel konden zij echter niet zeggen, want in een minimum van tijd hadden boden en recher cheurs het trio bij den kraag gepakt om hen te verwijderen uit de zaal waar zij zich op zoo ergerlijke wijze hadden misdragen. Vlak voor dat zij er uit waren, dienden de rechercheurs die men te voren op goed gelegen posten had opgesteld, eenige fiksche klappen uit. blijk baar omdat een of meer der beetgepakte afge vaardigden prooeerden zich los te rukken. Deze korte maar radicale vechtpartij, die zich in de allernaaste omgeving van de bui ten landsche diplomaten afspeelde, maakte niet bepaald een verheffenden indruk. Dat men tegen zulk een manier van ordeversto ring zeer scherp moet kunnen optreden, kan onmiddelijk onderschreven worden. Tot dus verre ls hierin echter niet voorzien en de voorzitter der Eerste Kamer heeft twee jaar geleden zelfs geweigerd gevolg te geven aan het verzoek van Minister Ruys. die toen mi nister-president was, om reglementaire be palingen in het leven te helpen roepen, waar- door men ook juridisch bevoegd zou zijn te gen lieden, welke aldus optreden, scherpe maatregelen te treffen. Baron de Vos van Steen wijk, de Eerste Kamer-President, die als voorzitter der Vereenigde Vergadering fun geert. voelde hiervoor niets en was de mee ning toegedaan, dat hij. uit hoofde zijner pre sidiale hoogheid ter handhaving en bescher ming der orde al datgene kan doen wat hij zelf als raadzaam zou achten. Dit laatste is intusschen ten zeerste de vraag, zoodat het dan ook dubieus was of men de communisten rechtens beschouwd wel zoo mocht aanpak ken als nu is geschied. Ik voor mij geloof, dat nu wel meer dan ooit de noodzakelijkheid is de laatste maanden in zoo ruime mate aan gebleken van reglementaire voorschriften, om den.dag gelegde teekenen van verknochtheid) in een geval als het onderhavige te kunnen voorzien. Dan zal er omtrent de bevoegdheid van de leiding niet de minste bezorgdheid hoeven te bestaan. De enkele uren later gehouden Tweede Ka merzitting begon zonder aanwezigheid der communisten, want Wijnkoop had zich den heden middag nog niet laten zien en de an dere drie waren per politiewagen naar het, Bureau van Politie vervoerd. In een treffend warm speechje herdacht President Ruys den rondborstigen slagvaardigen parlementariër Schaper met zijn warm sociale hart terwijl hij om. eveneens in herinnering bracht hoe de heer Schaper een uitstekend plaatsvervanger van den Kamervoorzitter bleek te zijn. Nadat Minister Oud zich namens de Regee- ring bij de woorden van den President had aangesloten, nam de stemming een aanvang, die natuurlijk president Ruys weer met een overweldigend stemmen aantal nummer eer. op 't lijstje bracht waarna de heer van Dijk (a.-r.) de volstrekte meerderheid voor de tweede plaats behaalde, terwijl tenslotte de heer Vliegen als nummer drie werd aangewe zen. Menigeen had gedacht dat hij no. twee zou worden, d.w.z. eerste vice-voorzitter. wat immers ook zijn partijgenoot Schaper was ge weest, Hiertegen bestond echter bij velen ern stig bezwaar, vooral ook omdat' in het afge- loopen jaar in de praktijk de heer van Dijk reeds zeer veel als waarnemer voor president Ruys was opgetreden, en dat op zeer geluk kige manier. Daar kwam nog bij dat men meer voelde voor een wat jeugdiger candidaat dan de ook al niet meer zoo jonge sociaal democraat- Vliegen. Zelfs bij de stemming voor ..tweede onder-voorzitter" moeten de anti- revolutionnairen om die reden aan den liberaal van Kempen de voorkeur hebben gegeven. Doch met een gTOOt deel der overige groepen hebben de liberalen zelf hun stem aar. Vlie gen gegeven ten einde zelfs maar den schijn van een anti-socialistische demonstratie te vermiiden. Ik kreeg zoo der. indruk dat de s.-d fractie tactischer zou hebben gedaan met een harer jeugdige krachten naar voren te brengen. EERSTE KAMER. berekende uiteindelijk de jaarlijksche bespa ring door de invoering van een capitulanten stelsel op f 3,830.000 en die door de afschaf fing van het vooroefeningsinstituut op 958.000. De voorstellen betreffende de marine ma ken nog een voorwerp van onderzoek uit. De adviezen uit Nederiandsch-Ind.ë zijn eerst vier dagen geleden hier te lande ontvangen. Handhaving crisisopcenten. Door de omzetting van de tot nog toe ten bate van het Gemeentefonds geheven crisis opcenten op de Gemeentefondsbelasting en op de Vermogensbelasting In een ten bale van het Rijksbudget komende heffing van opcen ten op de Rijksinkomstenbelasting en op de Vermogensbelasting denkt de regeering een bedrag van f 19.260 000 te vinden. De Regeering heeft in de Memorie van Toe lichting op het wetsontwerp tot wijziging der wet van 15 Juli 1929 medegedeeld, dat het in haar bedoeling ligt om voor het vervolg als middelen van het Gemeentefonds alleen te laten fungeeren de twee oorspronkelijke bij de wet van 15 Juli 1929 in het leven geroepen belastingbronnen, n.l. de Gemeentef jndsbe- lastïng en 50 opcenten op de Vermogensbe lasting. De crisisopcenten op de Gemeentefondsbe- lasting en op de Vermogensbelasting, geduren de de jaren 1933 1934 en 1934 1935 geheven tot dekking der zeer omvangrijke tekorten van het Gemeentefonds over die jaren, zullen dus niet meer voor dit doel benoodigd zijn en der halve niet meer in den bestaanden vorm wor den verleend. De toestand van 's lands finan ciën maakt het echter mede als gevolg van de op het Rijks budget van 1935 drukkende crisisuitgaven wegens verleening van subsi- diën aan gemeenten in de kosten van steun aan werkloozen en die van werkverschaffing tot een bedrag van f 46 millioen en van de bijdrage van f 10 millioen. die bij totstand koming der gewijzigde regeling der finan cieele verhouding tusschen het Rijk en de ge meenten gedurende een reeks van jaren ten laste van de Rijksbegrooting aan het Gemeen tefonds zal moeten worden gegeven noo- dig, dat deze heffingen ook voor dc eerstvol gende jaren worden gehandhaafd. Zij zullen evenwel wat de Gemeentefondsbelasting be treft. worden omgezet in opcenten op de Rijks inkomstenbelasting. Daartoe wordt thans in gediend een wetsontwerp tot wijziging van de wet van 8 December 1933 «Staatsblad no. 663) houdende tijdelijke voorziening tot versterking van de middelen tot dekking van de uitgaven des Rijks. Doode hand en meerdere inkomsten. Bij totstandkoming der wet tot heffing van een belasting op het vermogen Sn de doode hand zal de opbrengst der middelen worden verhoogd met f 3.000.000. De meerdere inkomsten, te verkrijgen bij totstandkoming der wetten op de besloten Vennootschappen en tot heffing van een cri- sisïnkomstenbeiasting. worden gereserveerd voor het dekken van nieuw opkomende uitge ven en van tegenvallers ten aanzien van "ae raming der middelen, weshalve de opbrengst dezer heffingen te dezer plaatse wordt uitge trokken pro memorie. In totaal wordt door de bovenstaande maat regelen het tekort op de Rijksbegrooting %-er- minderd met een bedrag v .n f 92.230 128, zoo dat hierna nog te dekken valt f 762.758. Enkele algemeene beschouwingen van minister Oud. Adres van Antwoord op de Troonrede. De vergadering der Eerste Kamer werd ge opend met een rede van den voorzitter, baron de Vos van Steenwijk. waarin hij op den ernst van den toestand wees. De voorzitter stelde voor de Troonrede met een adres te beantwoorden. De heer Wibaut (s.d.) zei. dat de soc. dem. leden dezer Kamer het is van vroeger be kend er tegen zijn de Troonrede met een adres te beantwoorden. Dit verheft zich niet boven zinledige frasen en beteekent slechts de omzetting van een aantal zinsneden Dat er drie zittingen van de Kamer mede gemoeid zijn, verhoogt niet het parlementair peil. Voor hoog houden van dit peil moet vooral in dezen tijd worden gewaakt, Met 35 tegen 12 stemmen werd besloten, de Troonrede met een adres te beantwoorden. Tegen de soc. dem. en de vrijz. dem., behalve de heer Otten. De vergadering werd verdaagd tot morgen middag 2 uur. De minister van Financiën Mr. P. J. Oud. Minister Oud, aan het vorenstaande eenige algemeene beschouwingen vastknoopend om trent den toestand van 's Rijks financiën en de vooruitzichten voor de naaste toekomst stelt daarbij voorop, dat hem zelf bij het op stellen dezer Nota zeer gemengde gevoelens hebben bekropen. Ongetwijfeld is er sedert de indiening der vorige begrooting niet in de laatste plaats dank zij de medewerking der Staten-Generaal veel verbeterd. Dat het doel. dat de regeering zich ten deze heeft ge steld echter nog bij lange na niet is bereikt, daarvan geeft de minister zich ten volle re kenschap. Dat dit doel niet in één jaar zou zijn te bereiken, heeft hij in de vorige Nota betreffende den toestand van 's Rijks finan ciën reeds te kennen gegeven. Er mogen in de begrooting voor 1935 niet meer zooveel maatregelen als in de begroo ting voor 1934 worden opgenomen „die op zich zelf geen vermindering van uitgaven of vermeerdering van Inkomsten beteekenen, doch die wel den gewonen dienst tijdelijk ont lasten." Naar hei oordeel van den minister zijn maatregelen van deze soort In het bo vengenoemde dekkingsplan echter toch nog te talrijk. Daardoor draagt ook thans dit dek kingsplan nog te veel het karakter van een „noodverband Op zichzelf is het niet moei lijk dit feit te verklaren. Sinds het oogenblik waarop de begrooting voor 1934 werd inge diend, is de economische en politieke situatie In de heele wereld in geen enkel opzicht ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5