DE MAN, DIE DE TROEVEN HAD. De minister-president, dr. H. Colijn, begeeft zich De aankomst van H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana op het Binnenhof te den Haag De Ci°j«m|!saris der Koninain in Zeeland, jhr mr, J. W. Quarle» naar de Ridderzaal ter opening van de Staten Generaal. - De eerewacht (rechts) presenteert het geweer Va" °f 'n 9eSprB.nnM?o(etendenSPHaiaUr P°l,Ma °P De leden van den Raad van Staten begeven zich naar de Ridder zaal ter bijwoning van de plechtige opening der Staten Generaal door H. M. de Koningin De plechtige opening der Staten Gene raal. H. M. de Koningin leest in de Ridderzaal voor de vereenigde verga dering der beide Kamers de troonrede voor. Naast de Koningin H. K. H. Prinses Juliana Zeeuwsche belangstelling voor de plechtigheden bij de opening der Staten Generaal FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLül'S. In de lift dacht Bristew, dat het toch niet zoo eenvoudig was, detective van beroep te worden. Men had er collega's, assistenten, „schaduwers" en wederzijdsche overeenkom- sten met bureaux in andere steden voor noo- <iig. Het was precies als iedere winstgevende zaak, gecompliceerd en men had er zijn voort durende aandacht bij noodig. Toen zij elkander aan het ontbijt ontmoet ten, had Braceway het rapport van Platt al ontvangen. „Er heeft zich gisteravond niets bijzonders voorgedaan", vertelde hij Bristew. Platt 1 heeft Morley gevolgd; hij is rechtdoor naar huis gegaan. Hij woont bij zijn moeder in een klein huisje een heel eind in „R"straat Noord-West. Hij ging met de tram en was even voor half twaalf thuis. Tegen kwart over twaalven waren al de lichten uit. Dezen morgen om 6.30 toen Delaney Platt afloste, had onze vriend het huis nog niet verlaten". „En wat denkt u dat hij vandaag zal doen?" „Nu, hij zal of vroeg naar de bank gaan om argwaan te voorkomen"-, zei Braceway. „of als hij de juweelen in den nacht van den moord aan zichzelf verzonden heeft, zal hij probeeren om ze in Baltimore of in Virgi nia aan de andere zijde van de rivier te ver panden. In Washington zijn geen pandjes huizen. Dat is daar in strijd met de wet". „En zou Delaney hem niet kwijt raken?" „Geen sprake van". Tijdens het ontbijt merkte hij op, dat |£istew dood-og was. Eigenlijk zag hij er uit alsof hij bepaald ziek was. „Zeg eens", sprak Braceway. toen zij ee reed waren om van tafel op te staan. ..Voelt u zich niet goed? U ziet er doodmoe uit". Bristew ontkende het niet.. .Ik h§b van nacht- niet te best geslapen. Het was be nauwd op mijn kamer en ik kan niet tegen dat vochtig-broeierige weer". ..Als u zich vandaag eens kalm hield. Het Bristew gaf met tegezin toe. Hij zou maar rust houden als Braceway hem dan tegen twaalf uur op de hoogte kwam stellen. Toen hij op zijn kamer terug was, barstte zal gloeiend heet worden", de zieke man in woede uit Braceway draalde op de stoep van de An derson National Bank. Hij had eigenlijk wei nig lust om binnen te gaan en het apparaat- in werking te stellen, dat Morley in het on geluk zou storten. En plotseling dacht hij aan de zonderlinge sprongen van wat men het Noodlot noemt Doordien een vrouw onder geheimzinnige omstandigheden in een kleine stad in het Zuiden vermoord wordt, blijkt het. dat een jongeman geld van een bank gestolen heeft-; een detective wordt in dienst genomen door den echtgenoot der vermoorde vrouw; deze komt weer in aanraking met de zuster van het slachtoffer en hij ziet duidelijker dan ooit in. dat- hij nog van haar houdt. Wat zou dit alles beteekenen? Hij herinnerde zich nog de japon, die zij eens op een -bal had gedragen, heel lichtgeel hoe blauw haar oogen daar bij afstaken en hoe de glans van haar haar prachtig uitkwam. Wat zou zij zeggen, als hij terugkeerde naar Hij dwong zich naar de werkelijkheid te rug. Hij trad de bank binnen en vernam, dat Morley niet op het kantoor gekomen was. Nadat hij zijn kaartje aan een zwijgend man netje overhandigd had. werd hij. na een oogenblik gewacht te hebben, in het privé- kantoor van den heer Joseph Beale binnen gelaten. Joseph Beale maakte geen sympathieken indruk; hij had dezelfde harden blik in zijn oogen als Hlington. Hoewel hij gezet was, waren zijn vingers ook lang en dun en hij had denzelfden niets-zeggenden glimlach. ..Ik heb geen prettige boodschap", meneer Beale". begon Braceway. ..Maar het- ligt nu eenmaal op den weg van mijn plicht". De bankdirecteur bekeek het kaartje, dat hem overhandigd was. ..Hm!" zei hij en een strakke glimlach trok om zijn mond. „U bent een detective?" „Ja". ..Wat is er. meneer Braceway? Als ik iets voor u doen kan? U verlangt zeker Deze vraag ontstemde Braceway. „Ik verlang niets", zei hij scherp; ..ik ge loof veel meer, dat ik iets voor u ga doen". De bankier verstarde. ..Wat bedoelt u?" ..Het betreft een van uw employé's. den man. die belast is met het tellen van ontvan gen gelden". „Wat! Henry Morley! Onmogelijk meneer! Schandelijk! Infaam!" ,.Ee noogenblik alstublieft", hernam Brace way. „Ik wilde juist gaan zeggen, dat ik het niet zeker wist. Maar ik verdenk Morley er van, dat er in zijn kas een tekort is. Er zijn onverklaarbare omstandigheden, die Morley in verband brengen met den moord op een vrouw. Daarom „Een van mijn employé's een dief en een moordenaar!" En Joseph Beale schoof zijn stoel achteruit en sloeg met de vuisten op zijn knieën. „Verdraaid, meneer En hij bekeek het kaartje nog eens. „Hoor eens, meneer Braceway, ik kan het niet ge- looven. Morley, een jongen van goede fami lie!" Braceway negeerde deze opmerking en vervolgde: „De moord op mevrouw George Withers te Turmville, Noord-Carolina, leidde...." „Meneer Withers!" hijgde hij. De dochter van mijn ouden vriend. Will Fulton! Fulton, een van onze ellenden!" Hij zonk ontzet ach terover in zijn stoel. Braceway vertelde daarop de heele toe dracht van de zaak. „Indien zijn kas een tekort- aanwijst", zoo besloot- hij. „dan is het motief voor den moord vastgesteld. Daarbij als hij de bank bestolen heeft, dan dient u het toch te we ten". Joseph Beale drukte op een schel. „Charles", sprak hij tot- het kleine manne tje. "Zeg aan meneer Jones, dat ik hem wensch te spreken. ..Onze onder-directeur", legde hy Braceway uit. Meneer Jones luisterde met de grootste verbazing naar het verhaal van den presi dent. „Wanneer", vroeg Beale. „kunnen wij de zen eh meneer antwoord verschaffen op de vraag, of Morley een dief is?" „Niet voor een utir of vijf vanavond; laten we zeggen om half zes?" „Uitstekend", stemde Beale toe en zich tot Braceway keerend: „schikt u dat?" „Volkomen". Toen de detective de deur van het privé- kantoor achter zich sloot, greep Josep Beale naar de telephoon. Ze hadden den besten accountant noodig. dien zij maar konden vinden voor het haast-werk, dat zij beloofd hadden. HOOFDSTUK 20. De juweelen worden ontdekt. Braceway keerde naar zijn hotel terug en nadat hij in de hall een half dozijn New- Yorksche couranten had gekocht, ging hij zitten wachten op het bericht van Golson's bureau over Morley's gangen. Even over el ven werd hij aan de telephoon geroepen. „Uw vriend heeft den trein van acht uur naar Baltimore genomen". Golson zelf gaf hem het bericht. ..Delaney is anet denzelfden trein gegaan. Zij kwamen om negen uur te Baltimore aan. Uw vriend nam een taxi naar den winkel van Eidstein. waar hij twintig mi nuten over negen ran kwam. Hij gir/r met- Eid stein in diens privé-kantoor achter den win kel en daar bleven ze meer dan een uur. tot ongeveer half elf. Uw vriend kwam naar bui ten en ging naar een hotel in de beneden stad. Daar was hij, toen Delaney. die hem: geschaduwd had. er in slaagde mij te telé- erapheeren. wat ik u juist verteld heb". „Mooi", zei Braceway. „Wat deed hij in het hotel? ontmoette hij daar iemand of schreef hij daar iets?" „Da: heeft Delaney niet gezegd". „Wie is die Eidstein. een pandjeshulsbaas?" „Neen. hij is antiquair, hij doet in oude meubelen, oud goud, oude juweelen. alle oude dingen. Hij heeft een goede reputatie. Ik weet alles van hem". „Dat is eigenaardig, hè?" „Wat is eigenaardig?" „Dat hij niet naar een pandjeshuis ging". „Houdt je maar bedaard", lachte Golson. „De dag is nog niet voorbij". „Ja. dat is zoo. En Corning, de pandjeshuis baas in Virginia?" „Daar heb ik ook iemand, zooals u hebt gevraagd. Zal ik hem daar houden?" „Ja. zeker", zei Braceway dadelijk. „Veron derstel, dat Morley aan Delaney ontsnapt en naar Corning gaat! Houdt hem daar den heelen dag". Hij ging van de telephoon weg en ging naar boven naar de kamer van Bristew, no. 717. Toen hij aanklopte, werd de deur geopend' door een jonge vrouw in verpleegsterscos- tuum. „Neemt mij niet kwalijk", begon hij. „Ik geloof, dat- ik verkeerd ben. Ik „Dit is de kamer van meneer Bristew". zei zij met zachte stem. „Is u meneer Brace-' „Ja", way?" „Komt u dan alsublieft binnen." Zij trad terug en hield de deur open. „Meneer Bristew is nog erg zwak. maar hij' zei. dat hij u moest spreken, zoodra u kwam". Braceway zag. dat er geen bed in de kamer was en vroeg, waar de zieke man w-De verpleegster wees op een gesloten d<" verbinding had met de hamer cr na:._.. £Wordt vervolgd), 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9