De Endeavouren de Rainbowmeten zich. V DE MAN, DIE DE TROEVEN HAD. Appèl wordt gehouden aan boord van de „Empress of Britain" gedurende de reddings oefeningen aan boord van het mailschip. De geheele equipage is met reddinggordels uitgerust De vereemg.ng tot behartiging der belangen van jonge meisjes hield Dinsdag te Rotterdam een internationale fancy fair. - Bij den Italiaanschen stand werd aan burgemeester Droogleever Fortuyn een beschuit met muisjes aangeboden ter gelegenheid van de geboorte van Maria Pia het dochtertje van den Itali aanschen Kroonprins Te Wychen werd Dinsdag onder groote belangstelling de centrale fokyeedag yoor M.R.Y.-yee gehouden Harold S. Vanderbllt, aan het stuurrad va« de .Rainbow" gedurende de eerste der zeven wedstrijden tusschen de .Raibow en de .Endeavour" om de .Amerlca-cup* Op het bureau voor Verkeerswezen te Amsterdam werd Dinsdag door den heer M P van der Loo, instructeur der K.N A.C de laatste verkeersles gegeven aan het politiepersoneel Prof. J. W. Dieperink, hoogleeraar un de landbouwhoogeschool te Wa- geningen is overleden Het nieuwe Dieselgemaal van Rijnland nabij Gouda nadert zijn voltooiing Koning Gustraf van Zweden en Koning Christiaan van Denemarken tijdens d« groote elandenjacht in de provincie Vastorgötland FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 32) Bristew lachte fijntjes. „Ja, dat idee had ik en ik heb er over nagedacht. Ik voelde, dat Braceway niet heelemaal openhartig was. Wat was het, dat hij voor mij geheim hield? Den avond, toen wij met Morley in het politie ks thuis praatten, kwam ik er achter. Wij zaten daarna in een taxi en ik kon mij haast niet goed houden. Het was gewoon een in spiratie. Braceway was bang. dat Morley iets wist, dat voor Withers compromitteerend was en bij het kruisverhoor zon uitkomen. Het stond niet direct in verband met den moord, snaar het was iets. waardoor Withers in moeilijkheden zou komen. En het was zoo grappig, terwijl Morley het niet wist, wist ik het wel. Namelijk dit: ongeveer negen maan den geleden heeft mevrouw Withers zich bij haar advocaat, die een vriend van haar is, beklaagd, dat haar echtgenoot intens ja- loersch was en haar wreed behandelde, zoo erg zelfs, dat zij bang was in zijn nabijheio te zijn. Als dat in de kranten gekomen was. als Morley dit geweten had. dan zou Withers zeer zeker beschuldigd zijn geworden van den moord op zijn vrouw. Het is geen wonder, dat ik lachte, niet waar? Maar ik zei er niets van tegen Braceway. Ik zou het niet hebben kun nen uitleggen, hoe ik "net wist, hoewel de aan wijzing mij duidelijk genoeg werd gegeven. En nu er volstrekt geen kans is, dat Withers in den moord gemoeid wordt, is het niet moodig er over te tobben". Greenleaf had ernstig naar dit verhaal ge luisterd. x „Misschien heb je gelijk door te zwijgen ^ei hij. Maar die Withers heeft toch wel rare gedaan". „Wat voor dingen?" „Zijn vrouw werd Donderdagmorgen in At lanta begraven, Hij vertrok dadelijk uit At lanta en men heeft hem sedert dien niet meer gezien in scherp contrast met den ouden Fulton. Die kwam hier Vrijdagochtend vroeg terug en ging naar no. 5. Zij houden die villa aan. „Wanneer is Withers uit Atlanta vertrok ken?" Donderdagochtend, dadelijk na de begrafe nis. En nog iets anders: hij zit tot over de ooren in de schulden". „Wel. wat zou dat?" vroeg Bristew blijk baar ontstemd. „Niets. Wat kan het ons eigenlijk schelen?" Bristew dacht snel na. Als Withers Donder dagochtend vroeg uit Atlanta vertrokken was, dan kon hij Vrijdagmiddag in Washington zijn aangekomen en naar Baltimore zijn ge gaan! Maar had hij dat gedaan? Wist Bra ceway er van en verzweeg hij het? Hij herin nerde zich dat Braceway tijdens hun geza menlijk ontbijt te Washington gezegd had: „Wees maar heel zeker van één ding. Bris tew. Als ik dacht, dat George Withers zijn vrouw gedood had, dan zou ik hem zoo schie lijk mogelijk laten arresteeren. dat je er van zoudt sfaan te kijken. Je gelooft het misschien niet, toch is het zoo". De commissaris gaf nog meer inlichtingen. „Abrahamson, de pandjesbaas, kwam giste ren op het bureau; hij vertelde, dat hij Bra ceway gisterochtend naar Washington had getelègrapheerd, maar het telegram als onbe stelbaar terug was gekomen. Ze konden hem niet vinden. Hij wilde niet vertellen, wat hij voor nieuws had". .Dat is mij te sterk", en Bristew schoof ontstemd zijn stoel achteruit. Het was bijna donker, toen de commissaris vertrok. Bristew keek naar den rooden gloed, die over de bergen vervaagde. De schaduwen werden donkerder en donkerder. Manniston Road was in duisternis gehuld. De stilte werd alleen verbroken door de verwijderde klanken van trams en auto's of het gehoest van een Zieke in een van de slaap-veranda's. Er was iets griezeligs, dacht Bristew, in de fluweelen duisternis en in die tastbare stilte, Hij stond op. ging de woonkamer binnen en draaide de lichten op. De nacht en de stilte deden hun inwerking op hem gelden. Hoe stond de zaak eigenlijk voor hem, Bristew? Hij had den schuldige in handen gekregen, de feiten ontdekt en aaneen geschakeld. Kon hij het mis hebben, heelemaal mis? Zou de publieke opinie zich ook tegen hem keeren, zou men zeggen. da,t hij een onschuldigen ne ger in zijn netten gevangen had in plaats van een razend jaloerschen echtgenoot? Zijn gepeins werd door het gerinkel van de telephoon onderbroken. Hij nam den hoorn op en riep: „Hallo!" op een toon, alsof hij het vervelend vond, te worden opgebeld. Zijn ge prikkeldheid was wel een gevolg van zijn groote vermoeidheid. „U spreekt met Western Union", zei een mannenstem. Telegram voor den heer La wrence Bristew. no. 9 Manniston Road". „Heel goed. Daar spreekt u mee. Leest u het maar voor". „Het telegram is gedateerd op heden, Wash ington. D.C. Lawrence Bristew 9 Manniston Road. Turmville. N. C. Zie Encyclopaedia Brittannia, deel 1 p. 506 2de kolom, regels 1517 en p. 507, 2de kolom, regels 17 tot 23. Geteekend S. S. Braceway. Hebt u mij ver staan?" „Neen! Wacht even", riep hij snel. Laat mij dat eens even opschrijven". Hij deed het en verifieerde de cijfers door den telegraphist het telegram nog eens voor de derde maal te doen herhalen. Toen hij de telephoon weer had opgehangen bleef hij naar het papier staren, dat hij in de hand hield. Het was voor hem zooveel als Griekseh. „Wat zou er aan de hand zijn?" vroeg hij zich af. „Zou het een grap van Braceway zijn?" Maar toen herinnerde hij zich, dat Brace way niet zoo'n grappenmaker was. Hij keek op zijn horloge. Hij had geen encyclopaedic en het was nu kwart voor elven, te laat om nog iemand op te bellen en de zonderlinge vraag te doen om uittreksels uit een encyclo paedic door de telephoon te geven. Bovendien zou het wel iets kunnen zijn dat hij maar liever voor zich hield. Hij zou_ dan maar Jot morgenochtend1 wachten en naar de openbare leeszaal gaan, waar hij de boeken kon nazien zonder dat iemand er van wist. De noodzakelijkheid van uitstel hinderde hem en hij was boos op Bra ceway. Hij keek de cijfers weer na en mom pelde een verwensching. HOOFDSTUK 26. Een belangrijk krantenbericht. Maar den volgenden morgein moest de wan deling naar de bibliotheek weer uitgesteld worden. De taxi stond voor no. 9 te wachten, toen Bristew een tweede telegram ontving. Het was afkomstig uit New-Orleans en luid de: „Loof belooning uit van 5000 doll voor terugvinding van zijn zevenjarigen zoon bin nen zes dagen. Laatstleden Vrijdagavond ont voerd. Tot dusverre geen spoor. Ben zeer verlangend naar uw hulp. Bereid 2000 doll, en onkosten te betalen, zoodra u het werk be gint. Stedelijke autoriteiten en die van den staat zullen u alle hulp verschaffen, die u noodig hebt. Kom dadelijk. Draadantwoord. (geteekend) „Emile Loutois". Het typeerde Bristew, dat hij niet bijzon der verbaasd of opgetogen was over deze op dracht. Dat was het resultaat van de reclame, die voor hem gemaakt was.Hij besliste dadelijk Gedurende twee dagen hadden de kranten vol gestaan over deze ontvoering en hij was van het heele geval op de hoogte. De telegramjongen wachtte op de stoep. Bristew typte zijn antwoord op een velletje briefpapier: „Voorwaarden aangenomen. Ver trek onmiddellijk naar New-Orleans." Op wee naar de deur bleef hij staan en dacht na. Hij keerde naar de schrijfmachine terug en ging weer zitten. Hij wist de juiste beteekenis van Braceway's telegram nog niet en hij wilde niet uit Turmville gaan, eer hij de zekerheid had, dat niets den glans van zijn bemoeiingen zou kimnen verduisteren. Hij verscheurde, wat hij geschreven had en tikte het volgende ant woord: „Hier vier en twintig uur langer op gehouden voor zaak Withers. Vertrek morgen ochtend naar New-Orleans. Voorwaarden aan genomen". Terwijl hij het telegram aan den jongen overhandigde, zag hij den ouden heer Fulton de stoep opkomen. Hij begroette hem met glimlachende vriendelijkheid en schoof een stoel voor hem aan zonder eenlg ongeduldi te laten blijken over het feit, dat zijn gang naar de bibliotheek opnieuw moest worden uitgesteld. „Ik kom om nieuws bedelen", kondigde hij met een verontschuldigenden glimlach aan. „Wat voor nieuws?" vroeg Bristew. „Ik zal u gaarne alles vertellen, wat ik weet". .De resultaten van uw reis; daarvan zou ik graag alles hooren. Ik heb van ochtend geen brief of telegram van Sam Braceway gekregen". Bristew vertelde hem alle bijzonderheden en besloot met zijn overtuiging uit te spreken dat Morley, hoewel een doortrapte schurk, aan den moord geheel onschuldig was. ,Jk wilde, dat ik het met u eens kon zijn", zei de oude man. „Ik wou. dat wij allen over tuigd waren, dat de schuld van den neger ge heel vaststaat. Maar dat is niet het geval. Ik kan niets gelooven, behalve, dat de vermom de man met den baard degene is, dien wij hebben moeten". „Gelooft, u nog. dat het Morley was?" „Ja, dat geloof ik. Maar wacht eens. Ik ben eigenlijk bij u gekomen om u iets te zeggen, dat ik van Maria, mijn dochter, heb gehoord. Zij vertelde mij, dat zij geheel openhartig met. u had gesproken. Nu, zij herinnerde zich, dat' zij eens met Morley een gesprek had over het dragen van baarden en snorren en bij die gelegenheid maakte hij deze opmerking:' „Maar de baard is toch de beste vermom ming". .Dat is eigenaardig, meneer Fulton. Nog iets anders?" „Ja, hij zei verder, dat een snor, als die maar goed was aangebracht, ook het heele uiterlijk van een man kon veranderen. Dal trof mij dadelijk, want ik herinnerde mij, dat de juweelen in Baltimore verpand werden door een man, die een snor droeg. En dan zei Morley nog iets over wenkbrauwen bij een vermomming, wanneer men zwaro en wan neer men lichte moest dragen. Hij was van die dingen grondig op de hoogte". (Wordt veryofeflfy J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9