Hei BeimtQ&ikste
Ceneesheereboer.
Belgisch schip op de Noordzee vergaan
Belastingen te Haarlem.
52e 'Jaargang No. 15731
VerscKijnt ilagelijEs, KeKalve op Zon- en Feestdagen^1
Vrijdag 5 OctoKer 1934
HAARLEM S DAGBLAD
Directie: P. W. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM.
UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGE ME ENE DRUKKERIJ N.V.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMENTEN: per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden
ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72J4.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Noo-: Directie 13982 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
ADVERTENTIëN: 1—5 regels 1-75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames
ƒ0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 1—4 regels
ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze
Groentjes 1—3 regels 0.30, elke regel meer 0.10. uitsluitend a contant
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 600.-, Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog 400.-, Duim 250.-, Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.-,
Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400.-, Verlies Duim ƒ75.-, Verlies Wijsvinger 75.-, Verlies andere vinger ƒ30.-.
Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZESTIEN BLADZIJDEN.
HAARLEM, 5 October.
C oncertpubliek.
Sir Thomas Beecham, die als de grootste
orkest-dirigent van Engeland beschouwd
wordt, is weer eens boos uitgevallen tegen
de British Broadcasting Corporation. Onze
Londensche correspondent schrijft er over:
..Hij heeft ernstig bezwaar tegen de mono
polistische en bevoorrechte positie van deze
instelling en tegen het feit dat de Corporation
deze positie gebruikt op een wijze welke moet
leiden tot ontaarding van den muzikalen
smaak van het publiek. Sir Thomas Beecham
vreest dat bij voortzetting van het. monopolie
debsvolking over twintig jaar b.v. voor be
vrediging van haar muzikale verlangens af
hankelijk zal zijn van de radio. De meening,
door Sir Thomas Beecham uitgesproken,
wordt door velen gedeeld. De componiste
Ethel .Smyth wier temperament in artistie
ke kwaliteit met dat van Beecham overeen
komt is het geheel met hem eens. Hun
vrees dat de ooren van het volk zoo zeer ge
wend zullen worden aan de mechanische re
productie van muziek dat de behoefte aan het
hooren van cle oorspronkelijke weergave ver
dwijnt dat is Beecham's vrees wordt
gedeeld door de concert-ondernemers die m
het algemeen hebben ondervonden dat de
radio hun bedrijf bedreigt. Impressaxio's re
deneeren dat zij niet kunnen concurreeren
tegen een instelling die voor 10 shilling per
jaar (de prijs voor een radaovergunning) liangs
meehanischen weg conoert-muziek brengt in
de woningen der bevolking. Zij verwachten
dat na verloop van tijd het surrogaat zelfs
liever zal worden gehoord dan het echte
artikel.
De laatste jaren heeft men vaak op gelijk
soortige wijze hooren praten over het dreigend
verval van de pers, de gramophoon-industrie,
het tooneel onder den invloed van de radio
programma's. In dit opzicht echter hebben
de feiten verontrustende voorspellingen ge
logenstraft. De nieuwsdienst van de B.B.C.
heeft de belangstelling in de dagbladen (die
bovendien zooveel meer brengen dan nieuws
en in vele gevallen cok verschaffers zijn van
veelzijdig vermaak) eerder aangewakkerd
dan verminderd. Radio-gramophoon uitzen
dingen schijnen te hebben gewerkt als doel
treffende reclame voor gramophoonplaten
Het tooneel (dat uiteraard ook veel meer ver
schaft dan radio-tooneel) heeft ook aller
minst geleden onder den invloed van de radio.
Met concertmuziek is de zaak echter anders
De feiten bevestigen dat het oor zich ge
makkelijk aanpast aan de onzuiverheden
van de radio-muziek. Verscheidene deskundi
gen op het gebied van muziek in dit land,
erkennend dat een symphonie-concext, weer
gegeven door een radio-spreker, in het pro
ces aan klankschoonheid heeft verloren, er
kennen tevens dat het surrogaat in hooge
mate bevredigend is. Dat het publiek deze
opvatting deelt.kan blijken uit het feit dat
honderden muziekvereenigingen in Groot
Brittannië ontbonden zijn en dat het aantal
inschrijvingen voor concerten de afgeloopsn
drie of vier seizoenen steeds verder is temug-
geloopen."
Deze EngeLsc'he beschouwingen zijn interes
sant cok voor ons, omdat wij in ons land met
dezelfde verschijnselen te maken hebben. In
minder mate, omdat wij gerust kunnen aan
nemen dat het gemiddelde peil van muzika
len smaak in Nederland hcoger is dan in
Engeland. Maar toch altijd nog in sterken
mate.
Natuurlijk zullen de protesten van Sir
Thomas Beecham niets helpen. Dame Ethel
Smyth en andere kunstenaars stemmen er
mee in. De liefhebbers van serieuze muziek
stemmen er ook mee in. En de rest, die de
grccte meerderheid vormt, laat het koud.
Overigens geloof ik niet dat binnen twintig
jaar het Engelsche publiek voor zijn concer
ten „afhankelijk zal zijn van de radio". Even
min als het Nederlandsche. De zaalconcerten
zullen blijven, omdat er steeds een élite van
muziekliefhebbers zal zijn die ze verlangt, en
er geld voor over heeft. Maar ze zullen, ge
zien de kleine omvang van die élite, nog wel
verder in aantal blijven afnemen. Tot de
grens bereikt is, die bepaald wordt door de
vraag.
Overigens blijft de kans bestaan, dat er wat
zal overblijven van het overige concertpubliek.
Want naar zaalconcerten gingen (ook in
pre-radio-dagen) niet alleen de muzieklief
hebbers van de „élite" en de menschen, die
anders geen kans hadden om muziek te
hooren, maar ook nog andere categorieën. En
die komen er deels nóg. Het zijn de menschen
die een zaalconcert beschouwen als een sociale
bijeenkomst, waar men zich vertoonen moet
vanwege zijn maatschappelijke standing. Het
zijn ook vele dames, die erheen gaan om te
zien en gezien te worden althans bij be
paalde concerten die er haar nieuwste
jurkje lanceeren en op andere nieuwste jurk
jes critiek uitoefenen. Daar hebben zij dan
een lange symphonie van Mahler, ja zelfs
Strawinsky en desnoods Miihaud en Honegger
voor over.
Of deze speciale uiting van „monde oü l'on
s'ennuie" het zaalconcert trouw zal blijven,
moet de toekomst leeren. Het is een vraag
van de Mode, en wie kan haar grillen voor
zien? Voor de kunstenaars is het natuurlijk
een zaak van groot belang, en voor de be
stuursleden van orkestvereenigingen niet min
der. Ik heb een hunner eens hooren zeggen:
„Mij hindert het volstrekt niet dat zij komen.
Zij zien er keurig uit, applaudisseer en bijtijds,
betalen evenveel ais andere leden en zonder
hen zouden wij niet in staat zijn, zooveel
mooie concerten te geven".
Dat is natuurlijk juist.
De élite der muziekliefhebbers zal de zaal
concerten ten allen tijde blijven steunen
omdat: le de klank, direct opgevangen, altijd
mooier en zuiverder is en zal blijven dan na
overbrenging; 2e het zien van orkest, dirigent
en solisten ook iets is, dat zelfs door televisie
niet vervangen zal kunnen worden omdat er
een zeker persoonlijk contact door ontstaat;
3e de concertzaal een muzikale sfeer biedt,
die men in de huiskamer, bij de radio, nooit
zoo kan beleven; 4e men in de concertzaal on
gestoord kan luisteren en thuis niet, tenzij men
alleen is. Ervaring leert wel dat de radio, in
tegenstelling met de gramofoon, haast nooit
bij machte is de conversatie, het ronddienen
van thee enz. stop te zetten.
Nu kunnen anderen wel minachtend doen
over die finesse van ongerepter klank, en
over zulke „imponderabilia" als persoonlijk
contact met de uitvoerenden en sfeer, en zij
kunnen het „aanstellerij" noemen, maar dat
is altijd een beetje dom ten aanzien van iets
dat men zelf niet voelt en een ander wél.
Het zal de élite der muziekliefhebbers ook niet
van meening doen veranderen. Zij zullen naar
een radio-concert hoogstens met nuchtere
verstandelijke belangstelling luisteren, en al
leen bij een mooi zaalconcert ontroering kun
nen beleven. En de ontroering zal ten allen
tijde zulk een kostbaar iets in hun leven zijn.
dat zij altijd de zaalconcerten zullen blijven
bezoeken. Om dezelfde reden houdt de muzi
kale dilettant, ondanks de radio, stand. Al
luisteren anderen veel minder naar zijn
muziek in den huiselijken kring dan vroeger,
al wordt hem vaak gevraagd nu asjeblieft
eindelijk eens uit te scheiden omdat men de
radio wil aanzettenhij zal tegen de ver
drukking in blijven bestaan, omdat het zelf
musiceeren hem belevingen geeft, die hij niet
zou willen missen. Geen enkele machine kan
daar compensatie voor geven; ook de gramo
foon niet.
Dus geloof ik dat Sir Thomas Beecham het
te somber inziet. Hij zal alleen moeten aan
vaarden dat er altijd maar een kleine kern
die het hoogste in een kunst begrijpen en
waardeeren kan. Ten aanzien van de beeldende
kunsten, van de dichtkunst en de litteratuur
is dat zoo; waarom zou het ten aanzien van
de muziek anders zijn? Wel heeft de muziek
meer dan andere kunsten altijd de materieele
steun van een groot aantal „snobs" gehad.
Daarvan verliest zij er nu, tengevolge van de
opkomst van de radio, een flink aantal. En
dat veroorzaakt moeilijkheden. Maar evenmin
als de kopie ooit de echte schilderij vervangen
kan zal het radio-surrogaat ooit het zaalcon
cert doen verdwijnen.
R. P.
(De artsen van de Amerikaansche
stad Kansas City hebben zich bit
ter beklaagd, omdat zij van hun
patiënten bijna geen geld meer in
betaling krijgen, doch paarden,
koeien, varkens, kippen en zelfs
eieren, waardoor zij naast hun
praktijk nog een boerderij moeten
beheer en).
Die dokters daar in Kansas City
Verkeeren wel in zwaren last,
Want boer zijn vereischt ook een studie,
Die bij 't geneesheerschap slecht past.
Je moet een paard geen poeders geven,
Die je bestelt op een recept,
En varkens zijn met andre kwalen.
Dan die van 't menschenras behept.
Je kunt een koe geen melk verbieden,
Het zwijn geen vet voor langen duur,
Je dwingt een kip, al zou je willen
Niet tot een anti-eierkuur.
Toch moeten zij er zich in schikken,
Al zijn z'er dan niet op gesteld,
Zij moeten 't varkentje wel wasschen
En kiezen eieren voor hun geld.
't Is kip ik heb je, ook al liggen
Geen paardenmiddelen in hun lijn,
Zij moeten wel, opdat hun koetjes
Tenslotte toch op 't droge zijn.
Wij mogen voor die dokters hopen,
Dat de methode toch nog voert
Tot de uiteindlijke conclusie:
Ik heb nog niet zoo slecht geboerd.
P. GASUS.
Reddingspogingen vanuit den Helder faalden.
Vermoedelijk 12 man verdronken.
Eén lid der bemanning door Duitsch
schip gered.
Zware tocht der reddingsboot.
Donderdagavond heeft op de Noordzee, ten
Noord-Westen van het vuurschip „Haaks",
ongeveer anderhalve mijl er van verwijderd,
tijdens een hevigen Zuidwester storm, een
scheepsramp laats gehad.
Het Persbureau Vaz Dias meldt hierover
het volgende:
Een onbekend gebleven stoomschip is hier
met man en muis vergaan, nadat vergeefs ge
tracht was, van Den Helder uit, hulp te ver-
leenen. Ongeveer acht uur Donderdagavond
werd op het vuurschip Haaks waargenomen,
dat op genoemden afstand door een in nood
verkeerend schip (zooals men later in dit be
richt leest, is het het Belgische s.s. Charles
José geweest red.) een vuurpijl werd afge
schoten. Onmiddellijk werd het bericht van
dit noodsein doorgegeven naar de kustwacht
te Den Helder, van waar dadelijk hulp werd
gezonden.
De motorreddingboot „Dorus Rijkers" van de
Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaat
schappij en de sleepboot „Utrecht" van liet
Bureau Wijsmuller vertrokken onmiddellijk
ter assistentie. Het werd een zeer zware tocht
die helaas geen resultaten heeft opgeleverd.
Toen de reddingboot door het Molengat naar
buiten voer en tegen de zeer hooge zeeër
worstelde om de plaats des onheils te bereiken
werden op het vuurschip Haaks van het in
nood verkeerendec schip twee roode lichten
boven elkaar waargenomen, hetgeen beteeken",
dat het vaartuig stuurloos was geworden.
Voortdurend werden vuurpijlen afgeschoten.
Dank zij het feit, dat de „Dorus Rijkers'
een installatie voor radio aan boord heeft kon
schipper Bot voortdurend van Den Helder uit
op de hoogte worden gehouden van de be
richten, die via het vuurschip „Haaks" werden
ontvangen. Gemeld werd. dat zich in de buurt
van het in nood verkeerend schip een groote
sleepboot bevond, die echter wegens de hooge
zeeën niet bij het schip kon komen, noch
sloepen kon uitzetten.
Ongeveer een half uur voordat de „Dorus
Rijkers" bijna tegelijk met de sleepboot
„Utrecht" op de plaats van de ramp ver
schenen, zag men den laatsten vuurpijl af
schieten en daarna verdwenen de roode ach
ten in zee.
Na een half uur was niets meer van het in
nood verkeerd hebbende schip te zien.
Eenigen tijd werd nog rondgevaren, doch
toen men niets vond, werd besloten naar Den
Helder terug te keeren Te kwart over twee
vannacht werd de terugtocht aanvaard en te
half vijf hedenmorgen liepen de „Dorus
Rijkers en de Utrecht de haven van Nieuwe-
diep weer binnen. Sphipper Bot van de „Dorus
Rijkers", die voor geen klein geruchtje ver
vaard is. en die niet gauw spreekt van moei
lijke tochten, verklaarde dat hij en de vijf
andere leden van de bemanning een zwaren
tocht hebben gehad en tegen ongekend hooge
zeeën hebben moeten strijden. Toch had men
doorgezet om te trachten de in nood ver
keerenden te redden. De bemanning betreurde
het, dat de tocht vergeefs was geweest.
Wrakhout aangetroffen.
Volgens het rapport van den gezagvoerder
van een Duitsch stoomschip heeft men in de
buurt, waar het schip vergaan is, veel wrak
hout aangetroffen.
De laatste uren aan boord van het vaartuig
dat in den donkeren nacht, met hulp op
korten afstand, tegen de golven worstelde,
moeten verschrikkelijk geweest zijn. Van 8.05
uur Donderdagavond af tot na middernacht,
werden voortdurend vuurpijlen en flambouwen
aangestoken. Het in nood verkeerende schip
was op niet meer dan 1 of 112 mijl afstand
van het vuurschip Haaks". Voor zoover men
aan boord van het vuurschip heeft kunnen
waarnemen, schijnt het gezonken schip ge
durende eenigen tijd op zijn zij te hebben
rondgedreven. De reddingboot „Dorus Rijkers'
heeft den afstand van Den Helder naar oe
plaats des onheils ongeveer 15 mijl, gezien de
omstandigheden, zeer vlug afgelegd. De om
standigheden waren buitengewoon moeilijk.
In den Zuidwesterstorm kwamen zware buien
voor met winkracht 9.
De „Dorus Rijkers" moest bijna recht tegen
den storm in en daar wind en tij tegen elkaar
waren, was het water, zooals de zeeman zegt.
zeer moeilijk. Het zicht was zeer slecht. Toen
de „Dorus Rijkers" vlak bij het vuurschip
Haaks was, kon de wakkere bemanning van
de reddingboot bijna voortdurend niets zien.
Gevaren werd op kompas en op de draad-
looze aanwijzingen van het vuurschip „Haaks",
de kustwacht te Kijkduin en de loodscommis-
saris te Den Helder. Voortdurend stonden deze
drie posten draadloos met elkaar in verbinding
en hieraan is het te danken, dat de „Dorus
Rijkers" zoo vlug ter plaatse kon komen.
Eenigen tijd nadat de eerste noodseinen
waren gegeven, is het Duitsche stoomschip
„Bachara" van Hamburg op ongeveer een mijl
afstand van het in nood verkeerende schip
oijgedraaid. Groote lichten werden buiten
boord gehangen en men schijnt pogingen te
hebben willen doen om hulp te verleenen.
pogingen, welke ook aan boord van het ge
zonken vaartuig moeten zijn opgemerkt. De
zee was echter te hoog. De „Bachara" durfde
liet dichter bij het in nood verkeerende schip
:e komen en reddingssloepen konden niet wor-
ien uitgezet. Toen het schip was onderge-
,xan, heeft de „Bachara" zijn reis voortge
zet.
De bemanning van de „Dorus Rijkers", be
staande uit schipper, machinist, stuurman en
drie „opstappers", was na den zwaren tocht
zeer vermoeid.
Eén lid der
bemanning gered.
DEN HELDER. 5 Ochober (V-D.) Het
Duitsche Stoomschip Wildenfels, rapporteerde-
aan het loodswezen, dat het Belgische s-s.
Charles José gezonken is 4 mijl westelijk van
het lichtschip Haaks om 23 uur Greenwich-tijd
De Wildenfels heeft op 53 graden 10 min.
N.B. en 4 graden 33 min. Ol. een boot ge
borgen, waarin zich één man bevond.
Een andere boot, waarin zich 12 leden dei-
bemanning van het gezonken stoomschip
bevinden, wordt nog vermist. Het Duitsche
stoomschip Rhein heeft een reddingsboei ge
zien en negen deelen van het wrak. Om 8
uur hedenochtend werd het laatste hulpgeroep
gehoord. Waarschijnlijk zijn 12 man omge
komen.
Stads-Bibliotheek en
Leeszaal.
DONALD RICHBERG heeft zijn taak als leider der Amerikaansche herstelactie
(N. R. A.) blijkbaar met veel optimisme aanvaard.
Richberg ontvangt voor de eerste maal de persvertegenwoordigers.
Leiding niet gecombineerd met die van het
Gemeente-archief.
Ten opzichte van de vervulling van de va
cature. welke zal ontstaan door het vertrek
van den Directeur van de Stads Bibliotheek
en Leeszaal, den heer J. D. Rutgers van der
Loeff, deelen B. en W. den Raad het vol
gende mede:
„Aanvankelijk waren wij van meening, dat
aan den nieuw te benoemen functionaris zon
der bezwaar tevens zou kunnen worden toe
vertrouwd de leiding van het gemeente
archief. In de oproeping van sollicitanten
werd derhalve van het voornemen, om beide
functies in een hand te leggen, mededeeling
gedaan. Na dien is ons echter gebleken, dat
bedoelde samenvoeging niet gewenscht is. In
de eerste plaats zijn wij tot de overtuiging
gekomen, dat de waarde van ons gemeente
archief, dat in wetenschappelijke kringen een
zeer goeden naam heeft, schade moet lijden,
indien het hoofd zijn belangstelling en toe
wijding over twee belangrijke diensten moet
verdeelen. In de tweede plaats is het in ver
band met de voorwaarden, betreffende de
subsidieering van Rijkswege van openbare
leeszalen en bibliotheken, niet ondenkbaar,
dat een besparing op de uitgaven voor de lei
ding van de Bibliotheek en Leeszaal de toe
kenning van Rijkssubsidie voor die instelling
in gevaar brengt".
Het komt B. en W. daarom raadzaam voor,
het aanvankelijk ingenomen standpunt prijs
te geven, waarom zij thans voorstellen tot
benoeming van een Directeur van de Stads-
Bibliotheek en Leeszaal over te gaan. Hier
voor bieden zij den Raad de volgende aan
beveling aan:
1. P. V. de Wit, Directeur der Leeszaal en
Bibliotheek te Laren.
2. Mej. E. Dron kers. Bibliothecaresse der
Vereeniging tot bevordering van de belangen
des boekhandels, te Haarlem.
De heer P. V. de Wit, No. 1 op de voor
dracht, heeft zijn opleiding od het Gvmna-
sium te Dcetinchem genoten. Hij heeft in de
theologie te Amsterdam gestudeerd. Eenigen
tijd heeft de heer De Wit als volontair in de
Openbare Leeszaal te Hilversum gewerkt, waar
na hij tot directeur van de Leeszaal en Biblio
theek te Laren werd benoemd. Als zoodanig
kreeg hij het praktijkdiploma van de Centrale
Vereeniging van Openbare Leeszalen.
Mej. E. Dron'.kers te Haarlem heeft dit
laatste diploma behaald. Als bibliothecaresse
der Vereeniging tot bevordering van de be
langen des boekhandels heeft zij een catalo
gus van die bibliotheek gemaakt.
Na de vorming van de nieuwe regeering heb
ben de arbeidersorganisaties in Spanje de
algcmeene staking afgekondigd.
pag. 4
In Griekenland neemt de politieke spanning
toe.
pag. 4
De minister-president van Frankrijk Doumer-
gue keerde zich in een rede tegen dictatuur
en het socialistische eenheidsfront.
pag. 4
De Eerste Kamer heeft het wetsontwerp tot
Instelling van een verkeersfonds aangenomen
pag 3
Het N. V. V. zal een beslissing in hoogste in
stantie uitlokken over het verhaal van steun
pag. 1
De financieele toestand van Zandvoort wordt
ongunstiger door het Werkloosheidsfonds.
pag 2
Te Amsterdam is een vergadering gehouden,
waar gesproken is over het betalingsverkeer
met Duitschland.
pag. 3
De gemeenteraad van Amsterdam verzet zich
tegen een verdere verlaging van de salaris
sen van het gemcentepersoneel.
pag. 3
Te Rotterdam en Antwerpen is een complot
ontdekt voor het vervoeren van verstekelingen
naar de Vereenigde Staten.
pag. 3
Belangstelling voor huishoudscholen.
pag. 3
Laatste berichten.
pag. 9
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: Concertpubliek.
pag. 1
J. B. Schuil: Door inspanning uitspanning.
pag. 15
II. G. Cannegieter: Mannen in 't Wit.
pag 6
II. G. Cannegieter: Een nieuwe film van Lu-
bitsch in Palace.
pag. 6
Voor de Jeugd.
pag. 7 en 8.
De kohieren 1931-19321932-1933
en 1933-1934.
Belangrijke achteruitgang.
B. en W. hebben aan den raad een verge
lijking gezonden over de kohieren der laat
ste 3 belastingjaren.
De totalen zijn:
Aantal aanslagen Zuiver inkomen
1931/1932 38.205 91.939.751
1932 1933 34.689 81.772.128
1933/1934 31.090 70.971.655
De achteruitgang zoowel in aantal aansla
gen als in zuiver inkomen is dus zeer belang
rijk.
In twee jaar is niettegenstaande het aantal
inwoners vermeerderd is. het aantal aangesla-
genen met meer dan 7000 achteruitgegaan,
terwijl het totaal van het zuivere inkomen
met 21 millioen ongeveer een kwart ach
teruitgegaan is.
De aanslagen zijn alsvolgt verdeeld:
Inkomen
1931/
■1932 1932 1933 1933 1934
8:0—
1.000
5630
4635
4226
1.000—/'
1.200
37: '3
3541
3441
1.200—
1.400
3973
3747
3335
1.400—
1.60(1
4320
3884
3533
1.600—
1.800
3979
3411
3101
1.800—
2.000
3415
3111
2687
2.(00—
3.000
7237
6782
5884
3.000—
3.500
1429
1395
1228
3.500
4.000
917
920
841
4.000
4.500
655
658
628
4.500—
5.000
491
471
371
5.000—
6.000
648
587
520
6.000—
7.000
400
378
318
7.000—
8.000
278
220
200
8.000—
9.000
176
184
166
9.000—
10.000
151
131
119
10.000—20.000
550
455
356
20.000—30.000
132
97
76
30.000—
40.000
54
38
37
40.000—
50.000
20
17
23
50.000—60.000
14
10
23
60.000 en
hooger
33
17
23
Er waren in 1931/1932 67 personen die te
zamen een inkomen hadden van 4.719.829.
Voor 1932 1933 was dit aantal aanslagen 44 en
hel totaal inkomen 3.044.085. Tenslotte voor
1933 1934 23 aanslagen en het totaal inkomen
1.642.418.
Werkloozen en verhaal.
N. V. V. zal een beslissing in hoogste
instantie uitlokken.
Zooals men weet heeft de gemeenteraad
van Haarlem onlangs, op voorstel van B. en
W.. bij meerderheid van stemmen besloten ook
verhaal toe te passen op gesteunde uitgetrok
ken werkloozen.
Thans is door het hoofdbestuur van het
N.V.V. besloten over dit verhaal in hoogste
ressort een beslissing uit te lokken.