Hei BeimtQ&ikste Ceneesheereboer. Belgisch schip op de Noordzee vergaan Belastingen te Haarlem. 52e 'Jaargang No. 15731 VerscKijnt ilagelijEs, KeKalve op Zon- en Feestdagen^1 Vrijdag 5 OctoKer 1934 HAARLEM S DAGBLAD Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM. UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR COURANT-UITGAVEN EN ALGE ME ENE DRUKKERIJ N.V. Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM. ABONNEMENTEN: per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad: per week 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72J4. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Noo-: Directie 13982 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810 ADVERTENTIëN: 1—5 regels 1-75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 1—4 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes 1—3 regels 0.30, elke regel meer 0.10. uitsluitend a contant Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 600.-, Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog 400.-, Duim 250.-, Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.-, Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400.-, Verlies Duim ƒ75.-, Verlies Wijsvinger 75.-, Verlies andere vinger ƒ30.-. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZESTIEN BLADZIJDEN. HAARLEM, 5 October. C oncertpubliek. Sir Thomas Beecham, die als de grootste orkest-dirigent van Engeland beschouwd wordt, is weer eens boos uitgevallen tegen de British Broadcasting Corporation. Onze Londensche correspondent schrijft er over: ..Hij heeft ernstig bezwaar tegen de mono polistische en bevoorrechte positie van deze instelling en tegen het feit dat de Corporation deze positie gebruikt op een wijze welke moet leiden tot ontaarding van den muzikalen smaak van het publiek. Sir Thomas Beecham vreest dat bij voortzetting van het. monopolie debsvolking over twintig jaar b.v. voor be vrediging van haar muzikale verlangens af hankelijk zal zijn van de radio. De meening, door Sir Thomas Beecham uitgesproken, wordt door velen gedeeld. De componiste Ethel .Smyth wier temperament in artistie ke kwaliteit met dat van Beecham overeen komt is het geheel met hem eens. Hun vrees dat de ooren van het volk zoo zeer ge wend zullen worden aan de mechanische re productie van muziek dat de behoefte aan het hooren van cle oorspronkelijke weergave ver dwijnt dat is Beecham's vrees wordt gedeeld door de concert-ondernemers die m het algemeen hebben ondervonden dat de radio hun bedrijf bedreigt. Impressaxio's re deneeren dat zij niet kunnen concurreeren tegen een instelling die voor 10 shilling per jaar (de prijs voor een radaovergunning) liangs meehanischen weg conoert-muziek brengt in de woningen der bevolking. Zij verwachten dat na verloop van tijd het surrogaat zelfs liever zal worden gehoord dan het echte artikel. De laatste jaren heeft men vaak op gelijk soortige wijze hooren praten over het dreigend verval van de pers, de gramophoon-industrie, het tooneel onder den invloed van de radio programma's. In dit opzicht echter hebben de feiten verontrustende voorspellingen ge logenstraft. De nieuwsdienst van de B.B.C. heeft de belangstelling in de dagbladen (die bovendien zooveel meer brengen dan nieuws en in vele gevallen cok verschaffers zijn van veelzijdig vermaak) eerder aangewakkerd dan verminderd. Radio-gramophoon uitzen dingen schijnen te hebben gewerkt als doel treffende reclame voor gramophoonplaten Het tooneel (dat uiteraard ook veel meer ver schaft dan radio-tooneel) heeft ook aller minst geleden onder den invloed van de radio. Met concertmuziek is de zaak echter anders De feiten bevestigen dat het oor zich ge makkelijk aanpast aan de onzuiverheden van de radio-muziek. Verscheidene deskundi gen op het gebied van muziek in dit land, erkennend dat een symphonie-concext, weer gegeven door een radio-spreker, in het pro ces aan klankschoonheid heeft verloren, er kennen tevens dat het surrogaat in hooge mate bevredigend is. Dat het publiek deze opvatting deelt.kan blijken uit het feit dat honderden muziekvereenigingen in Groot Brittannië ontbonden zijn en dat het aantal inschrijvingen voor concerten de afgeloopsn drie of vier seizoenen steeds verder is temug- geloopen." Deze EngeLsc'he beschouwingen zijn interes sant cok voor ons, omdat wij in ons land met dezelfde verschijnselen te maken hebben. In minder mate, omdat wij gerust kunnen aan nemen dat het gemiddelde peil van muzika len smaak in Nederland hcoger is dan in Engeland. Maar toch altijd nog in sterken mate. Natuurlijk zullen de protesten van Sir Thomas Beecham niets helpen. Dame Ethel Smyth en andere kunstenaars stemmen er mee in. De liefhebbers van serieuze muziek stemmen er ook mee in. En de rest, die de grccte meerderheid vormt, laat het koud. Overigens geloof ik niet dat binnen twintig jaar het Engelsche publiek voor zijn concer ten „afhankelijk zal zijn van de radio". Even min als het Nederlandsche. De zaalconcerten zullen blijven, omdat er steeds een élite van muziekliefhebbers zal zijn die ze verlangt, en er geld voor over heeft. Maar ze zullen, ge zien de kleine omvang van die élite, nog wel verder in aantal blijven afnemen. Tot de grens bereikt is, die bepaald wordt door de vraag. Overigens blijft de kans bestaan, dat er wat zal overblijven van het overige concertpubliek. Want naar zaalconcerten gingen (ook in pre-radio-dagen) niet alleen de muzieklief hebbers van de „élite" en de menschen, die anders geen kans hadden om muziek te hooren, maar ook nog andere categorieën. En die komen er deels nóg. Het zijn de menschen die een zaalconcert beschouwen als een sociale bijeenkomst, waar men zich vertoonen moet vanwege zijn maatschappelijke standing. Het zijn ook vele dames, die erheen gaan om te zien en gezien te worden althans bij be paalde concerten die er haar nieuwste jurkje lanceeren en op andere nieuwste jurk jes critiek uitoefenen. Daar hebben zij dan een lange symphonie van Mahler, ja zelfs Strawinsky en desnoods Miihaud en Honegger voor over. Of deze speciale uiting van „monde oü l'on s'ennuie" het zaalconcert trouw zal blijven, moet de toekomst leeren. Het is een vraag van de Mode, en wie kan haar grillen voor zien? Voor de kunstenaars is het natuurlijk een zaak van groot belang, en voor de be stuursleden van orkestvereenigingen niet min der. Ik heb een hunner eens hooren zeggen: „Mij hindert het volstrekt niet dat zij komen. Zij zien er keurig uit, applaudisseer en bijtijds, betalen evenveel ais andere leden en zonder hen zouden wij niet in staat zijn, zooveel mooie concerten te geven". Dat is natuurlijk juist. De élite der muziekliefhebbers zal de zaal concerten ten allen tijde blijven steunen omdat: le de klank, direct opgevangen, altijd mooier en zuiverder is en zal blijven dan na overbrenging; 2e het zien van orkest, dirigent en solisten ook iets is, dat zelfs door televisie niet vervangen zal kunnen worden omdat er een zeker persoonlijk contact door ontstaat; 3e de concertzaal een muzikale sfeer biedt, die men in de huiskamer, bij de radio, nooit zoo kan beleven; 4e men in de concertzaal on gestoord kan luisteren en thuis niet, tenzij men alleen is. Ervaring leert wel dat de radio, in tegenstelling met de gramofoon, haast nooit bij machte is de conversatie, het ronddienen van thee enz. stop te zetten. Nu kunnen anderen wel minachtend doen over die finesse van ongerepter klank, en over zulke „imponderabilia" als persoonlijk contact met de uitvoerenden en sfeer, en zij kunnen het „aanstellerij" noemen, maar dat is altijd een beetje dom ten aanzien van iets dat men zelf niet voelt en een ander wél. Het zal de élite der muziekliefhebbers ook niet van meening doen veranderen. Zij zullen naar een radio-concert hoogstens met nuchtere verstandelijke belangstelling luisteren, en al leen bij een mooi zaalconcert ontroering kun nen beleven. En de ontroering zal ten allen tijde zulk een kostbaar iets in hun leven zijn. dat zij altijd de zaalconcerten zullen blijven bezoeken. Om dezelfde reden houdt de muzi kale dilettant, ondanks de radio, stand. Al luisteren anderen veel minder naar zijn muziek in den huiselijken kring dan vroeger, al wordt hem vaak gevraagd nu asjeblieft eindelijk eens uit te scheiden omdat men de radio wil aanzettenhij zal tegen de ver drukking in blijven bestaan, omdat het zelf musiceeren hem belevingen geeft, die hij niet zou willen missen. Geen enkele machine kan daar compensatie voor geven; ook de gramo foon niet. Dus geloof ik dat Sir Thomas Beecham het te somber inziet. Hij zal alleen moeten aan vaarden dat er altijd maar een kleine kern die het hoogste in een kunst begrijpen en waardeeren kan. Ten aanzien van de beeldende kunsten, van de dichtkunst en de litteratuur is dat zoo; waarom zou het ten aanzien van de muziek anders zijn? Wel heeft de muziek meer dan andere kunsten altijd de materieele steun van een groot aantal „snobs" gehad. Daarvan verliest zij er nu, tengevolge van de opkomst van de radio, een flink aantal. En dat veroorzaakt moeilijkheden. Maar evenmin als de kopie ooit de echte schilderij vervangen kan zal het radio-surrogaat ooit het zaalcon cert doen verdwijnen. R. P. (De artsen van de Amerikaansche stad Kansas City hebben zich bit ter beklaagd, omdat zij van hun patiënten bijna geen geld meer in betaling krijgen, doch paarden, koeien, varkens, kippen en zelfs eieren, waardoor zij naast hun praktijk nog een boerderij moeten beheer en). Die dokters daar in Kansas City Verkeeren wel in zwaren last, Want boer zijn vereischt ook een studie, Die bij 't geneesheerschap slecht past. Je moet een paard geen poeders geven, Die je bestelt op een recept, En varkens zijn met andre kwalen. Dan die van 't menschenras behept. Je kunt een koe geen melk verbieden, Het zwijn geen vet voor langen duur, Je dwingt een kip, al zou je willen Niet tot een anti-eierkuur. Toch moeten zij er zich in schikken, Al zijn z'er dan niet op gesteld, Zij moeten 't varkentje wel wasschen En kiezen eieren voor hun geld. 't Is kip ik heb je, ook al liggen Geen paardenmiddelen in hun lijn, Zij moeten wel, opdat hun koetjes Tenslotte toch op 't droge zijn. Wij mogen voor die dokters hopen, Dat de methode toch nog voert Tot de uiteindlijke conclusie: Ik heb nog niet zoo slecht geboerd. P. GASUS. Reddingspogingen vanuit den Helder faalden. Vermoedelijk 12 man verdronken. Eén lid der bemanning door Duitsch schip gered. Zware tocht der reddingsboot. Donderdagavond heeft op de Noordzee, ten Noord-Westen van het vuurschip „Haaks", ongeveer anderhalve mijl er van verwijderd, tijdens een hevigen Zuidwester storm, een scheepsramp laats gehad. Het Persbureau Vaz Dias meldt hierover het volgende: Een onbekend gebleven stoomschip is hier met man en muis vergaan, nadat vergeefs ge tracht was, van Den Helder uit, hulp te ver- leenen. Ongeveer acht uur Donderdagavond werd op het vuurschip Haaks waargenomen, dat op genoemden afstand door een in nood verkeerend schip (zooals men later in dit be richt leest, is het het Belgische s.s. Charles José geweest red.) een vuurpijl werd afge schoten. Onmiddellijk werd het bericht van dit noodsein doorgegeven naar de kustwacht te Den Helder, van waar dadelijk hulp werd gezonden. De motorreddingboot „Dorus Rijkers" van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaat schappij en de sleepboot „Utrecht" van liet Bureau Wijsmuller vertrokken onmiddellijk ter assistentie. Het werd een zeer zware tocht die helaas geen resultaten heeft opgeleverd. Toen de reddingboot door het Molengat naar buiten voer en tegen de zeer hooge zeeër worstelde om de plaats des onheils te bereiken werden op het vuurschip Haaks van het in nood verkeerendec schip twee roode lichten boven elkaar waargenomen, hetgeen beteeken", dat het vaartuig stuurloos was geworden. Voortdurend werden vuurpijlen afgeschoten. Dank zij het feit, dat de „Dorus Rijkers' een installatie voor radio aan boord heeft kon schipper Bot voortdurend van Den Helder uit op de hoogte worden gehouden van de be richten, die via het vuurschip „Haaks" werden ontvangen. Gemeld werd. dat zich in de buurt van het in nood verkeerend schip een groote sleepboot bevond, die echter wegens de hooge zeeën niet bij het schip kon komen, noch sloepen kon uitzetten. Ongeveer een half uur voordat de „Dorus Rijkers" bijna tegelijk met de sleepboot „Utrecht" op de plaats van de ramp ver schenen, zag men den laatsten vuurpijl af schieten en daarna verdwenen de roode ach ten in zee. Na een half uur was niets meer van het in nood verkeerd hebbende schip te zien. Eenigen tijd werd nog rondgevaren, doch toen men niets vond, werd besloten naar Den Helder terug te keeren Te kwart over twee vannacht werd de terugtocht aanvaard en te half vijf hedenmorgen liepen de „Dorus Rijkers en de Utrecht de haven van Nieuwe- diep weer binnen. Sphipper Bot van de „Dorus Rijkers", die voor geen klein geruchtje ver vaard is. en die niet gauw spreekt van moei lijke tochten, verklaarde dat hij en de vijf andere leden van de bemanning een zwaren tocht hebben gehad en tegen ongekend hooge zeeën hebben moeten strijden. Toch had men doorgezet om te trachten de in nood ver keerenden te redden. De bemanning betreurde het, dat de tocht vergeefs was geweest. Wrakhout aangetroffen. Volgens het rapport van den gezagvoerder van een Duitsch stoomschip heeft men in de buurt, waar het schip vergaan is, veel wrak hout aangetroffen. De laatste uren aan boord van het vaartuig dat in den donkeren nacht, met hulp op korten afstand, tegen de golven worstelde, moeten verschrikkelijk geweest zijn. Van 8.05 uur Donderdagavond af tot na middernacht, werden voortdurend vuurpijlen en flambouwen aangestoken. Het in nood verkeerende schip was op niet meer dan 1 of 112 mijl afstand van het vuurschip Haaks". Voor zoover men aan boord van het vuurschip heeft kunnen waarnemen, schijnt het gezonken schip ge durende eenigen tijd op zijn zij te hebben rondgedreven. De reddingboot „Dorus Rijkers' heeft den afstand van Den Helder naar oe plaats des onheils ongeveer 15 mijl, gezien de omstandigheden, zeer vlug afgelegd. De om standigheden waren buitengewoon moeilijk. In den Zuidwesterstorm kwamen zware buien voor met winkracht 9. De „Dorus Rijkers" moest bijna recht tegen den storm in en daar wind en tij tegen elkaar waren, was het water, zooals de zeeman zegt. zeer moeilijk. Het zicht was zeer slecht. Toen de „Dorus Rijkers" vlak bij het vuurschip Haaks was, kon de wakkere bemanning van de reddingboot bijna voortdurend niets zien. Gevaren werd op kompas en op de draad- looze aanwijzingen van het vuurschip „Haaks", de kustwacht te Kijkduin en de loodscommis- saris te Den Helder. Voortdurend stonden deze drie posten draadloos met elkaar in verbinding en hieraan is het te danken, dat de „Dorus Rijkers" zoo vlug ter plaatse kon komen. Eenigen tijd nadat de eerste noodseinen waren gegeven, is het Duitsche stoomschip „Bachara" van Hamburg op ongeveer een mijl afstand van het in nood verkeerende schip oijgedraaid. Groote lichten werden buiten boord gehangen en men schijnt pogingen te hebben willen doen om hulp te verleenen. pogingen, welke ook aan boord van het ge zonken vaartuig moeten zijn opgemerkt. De zee was echter te hoog. De „Bachara" durfde liet dichter bij het in nood verkeerende schip :e komen en reddingssloepen konden niet wor- ien uitgezet. Toen het schip was onderge- ,xan, heeft de „Bachara" zijn reis voortge zet. De bemanning van de „Dorus Rijkers", be staande uit schipper, machinist, stuurman en drie „opstappers", was na den zwaren tocht zeer vermoeid. Eén lid der bemanning gered. DEN HELDER. 5 Ochober (V-D.) Het Duitsche Stoomschip Wildenfels, rapporteerde- aan het loodswezen, dat het Belgische s-s. Charles José gezonken is 4 mijl westelijk van het lichtschip Haaks om 23 uur Greenwich-tijd De Wildenfels heeft op 53 graden 10 min. N.B. en 4 graden 33 min. Ol. een boot ge borgen, waarin zich één man bevond. Een andere boot, waarin zich 12 leden dei- bemanning van het gezonken stoomschip bevinden, wordt nog vermist. Het Duitsche stoomschip Rhein heeft een reddingsboei ge zien en negen deelen van het wrak. Om 8 uur hedenochtend werd het laatste hulpgeroep gehoord. Waarschijnlijk zijn 12 man omge komen. Stads-Bibliotheek en Leeszaal. DONALD RICHBERG heeft zijn taak als leider der Amerikaansche herstelactie (N. R. A.) blijkbaar met veel optimisme aanvaard. Richberg ontvangt voor de eerste maal de persvertegenwoordigers. Leiding niet gecombineerd met die van het Gemeente-archief. Ten opzichte van de vervulling van de va cature. welke zal ontstaan door het vertrek van den Directeur van de Stads Bibliotheek en Leeszaal, den heer J. D. Rutgers van der Loeff, deelen B. en W. den Raad het vol gende mede: „Aanvankelijk waren wij van meening, dat aan den nieuw te benoemen functionaris zon der bezwaar tevens zou kunnen worden toe vertrouwd de leiding van het gemeente archief. In de oproeping van sollicitanten werd derhalve van het voornemen, om beide functies in een hand te leggen, mededeeling gedaan. Na dien is ons echter gebleken, dat bedoelde samenvoeging niet gewenscht is. In de eerste plaats zijn wij tot de overtuiging gekomen, dat de waarde van ons gemeente archief, dat in wetenschappelijke kringen een zeer goeden naam heeft, schade moet lijden, indien het hoofd zijn belangstelling en toe wijding over twee belangrijke diensten moet verdeelen. In de tweede plaats is het in ver band met de voorwaarden, betreffende de subsidieering van Rijkswege van openbare leeszalen en bibliotheken, niet ondenkbaar, dat een besparing op de uitgaven voor de lei ding van de Bibliotheek en Leeszaal de toe kenning van Rijkssubsidie voor die instelling in gevaar brengt". Het komt B. en W. daarom raadzaam voor, het aanvankelijk ingenomen standpunt prijs te geven, waarom zij thans voorstellen tot benoeming van een Directeur van de Stads- Bibliotheek en Leeszaal over te gaan. Hier voor bieden zij den Raad de volgende aan beveling aan: 1. P. V. de Wit, Directeur der Leeszaal en Bibliotheek te Laren. 2. Mej. E. Dron kers. Bibliothecaresse der Vereeniging tot bevordering van de belangen des boekhandels, te Haarlem. De heer P. V. de Wit, No. 1 op de voor dracht, heeft zijn opleiding od het Gvmna- sium te Dcetinchem genoten. Hij heeft in de theologie te Amsterdam gestudeerd. Eenigen tijd heeft de heer De Wit als volontair in de Openbare Leeszaal te Hilversum gewerkt, waar na hij tot directeur van de Leeszaal en Biblio theek te Laren werd benoemd. Als zoodanig kreeg hij het praktijkdiploma van de Centrale Vereeniging van Openbare Leeszalen. Mej. E. Dron'.kers te Haarlem heeft dit laatste diploma behaald. Als bibliothecaresse der Vereeniging tot bevordering van de be langen des boekhandels heeft zij een catalo gus van die bibliotheek gemaakt. Na de vorming van de nieuwe regeering heb ben de arbeidersorganisaties in Spanje de algcmeene staking afgekondigd. pag. 4 In Griekenland neemt de politieke spanning toe. pag. 4 De minister-president van Frankrijk Doumer- gue keerde zich in een rede tegen dictatuur en het socialistische eenheidsfront. pag. 4 De Eerste Kamer heeft het wetsontwerp tot Instelling van een verkeersfonds aangenomen pag 3 Het N. V. V. zal een beslissing in hoogste in stantie uitlokken over het verhaal van steun pag. 1 De financieele toestand van Zandvoort wordt ongunstiger door het Werkloosheidsfonds. pag 2 Te Amsterdam is een vergadering gehouden, waar gesproken is over het betalingsverkeer met Duitschland. pag. 3 De gemeenteraad van Amsterdam verzet zich tegen een verdere verlaging van de salaris sen van het gemcentepersoneel. pag. 3 Te Rotterdam en Antwerpen is een complot ontdekt voor het vervoeren van verstekelingen naar de Vereenigde Staten. pag. 3 Belangstelling voor huishoudscholen. pag. 3 Laatste berichten. pag. 9 ARTIKELEN, ENZ. R. P.: Concertpubliek. pag. 1 J. B. Schuil: Door inspanning uitspanning. pag. 15 II. G. Cannegieter: Mannen in 't Wit. pag 6 II. G. Cannegieter: Een nieuwe film van Lu- bitsch in Palace. pag. 6 Voor de Jeugd. pag. 7 en 8. De kohieren 1931-19321932-1933 en 1933-1934. Belangrijke achteruitgang. B. en W. hebben aan den raad een verge lijking gezonden over de kohieren der laat ste 3 belastingjaren. De totalen zijn: Aantal aanslagen Zuiver inkomen 1931/1932 38.205 91.939.751 1932 1933 34.689 81.772.128 1933/1934 31.090 70.971.655 De achteruitgang zoowel in aantal aansla gen als in zuiver inkomen is dus zeer belang rijk. In twee jaar is niettegenstaande het aantal inwoners vermeerderd is. het aantal aangesla- genen met meer dan 7000 achteruitgegaan, terwijl het totaal van het zuivere inkomen met 21 millioen ongeveer een kwart ach teruitgegaan is. De aanslagen zijn alsvolgt verdeeld: Inkomen 1931/ ■1932 1932 1933 1933 1934 8:0— 1.000 5630 4635 4226 1.000—/' 1.200 37: '3 3541 3441 1.200— 1.400 3973 3747 3335 1.400— 1.60(1 4320 3884 3533 1.600— 1.800 3979 3411 3101 1.800— 2.000 3415 3111 2687 2.(00— 3.000 7237 6782 5884 3.000— 3.500 1429 1395 1228 3.500 4.000 917 920 841 4.000 4.500 655 658 628 4.500— 5.000 491 471 371 5.000— 6.000 648 587 520 6.000— 7.000 400 378 318 7.000— 8.000 278 220 200 8.000— 9.000 176 184 166 9.000— 10.000 151 131 119 10.000—20.000 550 455 356 20.000—30.000 132 97 76 30.000— 40.000 54 38 37 40.000— 50.000 20 17 23 50.000—60.000 14 10 23 60.000 en hooger 33 17 23 Er waren in 1931/1932 67 personen die te zamen een inkomen hadden van 4.719.829. Voor 1932 1933 was dit aantal aanslagen 44 en hel totaal inkomen 3.044.085. Tenslotte voor 1933 1934 23 aanslagen en het totaal inkomen 1.642.418. Werkloozen en verhaal. N. V. V. zal een beslissing in hoogste instantie uitlokken. Zooals men weet heeft de gemeenteraad van Haarlem onlangs, op voorstel van B. en W.. bij meerderheid van stemmen besloten ook verhaal toe te passen op gesteunde uitgetrok ken werkloozen. Thans is door het hoofdbestuur van het N.V.V. besloten over dit verhaal in hoogste ressort een beslissing uit te lokken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 1