De herdenking van Alkmaars ontzet Osendarp tweede te Parijs. Artikel 289 strafrecht De Oostenrijksche bondspresident Miklas in gesprek met luitenant jhr. van Lennep bij de ontvangst der deelnemers aan bet inter nationaal ruiterfeest te Weenen door de regeering Voor de gratis uitdeeling van druiven tijdens bet druiven- feest op Montmartre te Parijs waren veel gegadigden Zeeland op de provinciale najaarsmarkt, die te Am sterdam georganiseerd is door de Vereeniging tot Instandhouding van kinderbewaarplaatsen Alkmaars ontzet herdacht. De feestelijke optocht werd door een groote menigte bijgewoond Een Caterpillar dieseltrekker met zgn, nivelleermes aan het werk op de bodem van bet Julianakanaal nabij Beek-Elsloo (L) De autorit voor dames, welke Zondag te Meerhay-hill nabij Beaminster werd gehouden leverde vele moeilijkheden op. Een der deelnemende wagens wordt een handje geholpen De viering van Alkmaars Ontzet werd Maandag ingeluid met een zanghulde voor de woning van den burgemeester, jhr. mr. F. H. van Kinschot Bij de internationale atletiekwedstrijden te Parijs werd Osendarp (rechts) in de 100 meter en de 200 meter tweede achter Borchmeyer (links) FEUILLETON Oorspronkelijke ^Recherche Roman. door J. CHR. TETENBURG. Inspecteur van politie te Utrecht. Op een blocnote die hij uit zijn zak had opgediept, liet hij de verschillende feiten nog eens stuk voor stuk de revue passeeren. Vragen (Gebaseerd op misdrijf). 1. Wie kon belang hebben bij den dood van Janssen? 2. Wie was de man die bij de Bevolking naar hem informeerde? 3. Waarom deed hij dit? 4. Wie was de vrouwdie het dakkamertje op. no. 42 bewoonde? Waar is zij nu? 5. Waarom stelde zij zoon belang in het dakraampje? 6. Wie was de man die in het schouwlokaal inbrak? 7. Waarom deed hij dit? Wat wüde hij met het lijk? 8. Waarom uitte hij een kreet? 9. Van wiens hand is het stukje vel afkom stig? 10. Wat heeft de afgebroken naald met de zaak te maken? 11. Van wien is de gevonden jasknoop? 12. Waarom stond Janssen in den nacht op en begaf hij zich naar het raam? 13. Hoe kwam het dat hij neerstortte? 14. Welke verhouding bestond er tusschen lüen onbekenden man van het Bevolkings bureau, dien van het schouwlokaal, de rossige vrouw en het slachtoffer? Nadat hij zijn lijstje nog eens had overge lezen, glimlachte hij in stilte en mompelde: ,,De veertien punten van Wilson zijn er niets bijEr valt nog heel wat op te helderen". HOOFDSTUK V. IN HET CIRCUS. Met een krachtigen ruk werd de deur van de kamer der centrale recherche eenige dagen later plotseling open geworpen en verscheen inspecteur Lietsen op den drempel met een stralend gezicht. „Is van Everdingen niet in dienst", was zijn vraag. „Jawel meneer" antwoordde de briga dier der recherche, opstaande achter zijn bureau. „Hij is juist even voor een onder zoekje uit, maar kan elk oogenblik weer bin nenkomen. Zal ik hem dan even op uw ka mer sturen?" „Heel graag, Zwartveld", en even snel als hen gekomen was, was de inspecteur weer verdwenen. .Nou, nou, die schijnt ook in z'n knollen tuin te zijn", zei de Brigadier tegen een der rechercheurs. „Zou hij werkelijk een spoor var. die gekke Janssen-geschiedenis te pakken hebben?" Onderwijl was Lietsen naar zijn kamer ge gaan, waar nu een collega den dieist waar nam. Deze keek aangenaam verrast op, bij zijn binnentreden en accepteerde gretig een sigaar, die Lietsen hem uit een welvoorziene koker aanbood. (De s laren van den inspec teur waren door het geheele bureau bekend en werden zeer op prijs gesteld). Nadat de beide Inspecteurs een kort gesprek met elkaar hadden gehad, werd er geklopt en kwam re chercheur Van Everdingen de kamer bin nen. „Everdingen, kerel!" riep Lietsen uit, „ik tracteer je vanavond op een circusvoor stelling in 't Torenbosch. Maak je zoo gauw mogelijk klaar We zullen van avond waar schijnlijk nog interessante dingen beleven! Bereid je voor op een verrassing in verband met de zaak Janssen". „Heel graag, meneer", was het verheu gende antwoord. U weet. ik ben altijd erg nieuwsgierig en verzot op onverwachte wen dingen in een of andere zaak." „Afgesproken dus: om vier uur aan het Centraal Station. Wachtkamer 2de klas." „In orde meneer" kwam het prompte antwoord en in een oogwenk was de recher cheur verdwenen. Na nog een paar woorden gewisseld te heb ben nam Lietsen haastig afscheid van zijn ietwat verbaasden collega, liep met haastige passen naar de binnenplaats waar hij zijn motor had neergezet en even later reeds hij in een snelle vaart naar huis. Hier pakte hij een koffer, gebruikte daarna een uitgebreide koffiemaaltijd en reeds tegen half vier op zijn motor naar het station. Nog vóór vier uur ontwaarde hij van Ever dingen, die rustig aan kwam wandelen met twee lederen koffers. Een hiervan was een z.g. „moordkoffer". De inhoud van een der gelijke koffer bestond hoofdzakelijk uit al lerlei voorwerpen die bij het opsporen van een misdrijf van belang kunnen zijn, zooals: fototoestel, voorwerpen voor het afnemen van vingerafdrukken en voetsporen, stukken was voor het nemen van sleutel- en slot-af- drukken. enz. De koffer werd gebruikt bij alle misdrij ven of ongevallen, waarbij dooden of zwaar gewonden te betreuren waren. Het was dan ook geen wonder, dat van Everdingen met spanning den avond van de voorstelling tege moet zag. Toen de politiemannen een leege coupé hadden uitgezocht en de trein zich in bewe ging had gezet, haalde inspecteur Lietsen glimlachend een telegram uit zijn binnenzak te voorschijn en toonde dit aan den recher cheur. De inhoud daarvan luidde als volgt:. 's Torenbosch, 8 Juli 19 Commissaris een Julianas tad. Bij gezelschap „Löwenstein", in circusge bouw alhier, is een acrobate volgens signale ment 82, genaamd Nah Indra. Hedenavond acht uur galavoorstelling. Hoofdpolitiecommissaris Hogendorp. Van Everdingen begreep nu dadelijk het op timisme van zijn chef. Weliswaar stond hij zelf vrij sceptisch tegenover diens veronder stellingen, maar hij had de werkwijze van den inspecteur leeren waardeeren en het zou niet de eerste maal zijn, indien deze er thans in zou slagen, hem de oogen te openen voor schijnbaar onbeteekendende feiten. Er volgde bij aankomst te 's Torenbosch een lekker dineetje in een hotel-restaurant. Na onder het genot van een sigaar nog een poosje beraadslaagd te hebben, reden de hee- ren tegen acht uur per taxi naar het groote, vaste circusgebouw. Reeds bij het binnentreden schalden hun de tonen van een muziekcorps tegen en ijve rige bedienden in livrei haastten zich, om de gereserveerde plaatsen in een der loges aan te wijzen. Direct daarop nam de voor stelling een aanvang. „We zullen nog geduid moeten hebben tot No. 6, kort voor de pauze". fluisterde Lietsen tot zijn buurman en het programma ontvouwende, wees hij hem op No. 6 waar vermeld stond: „Optreden van Nah-Inara en haar 4 acrobatische Girls". „Het zal me benieuwen of ze het is", fluister de de rechercheur terug. Het werd een voorstelling, zooals die in een circus altijd wordt vertoond, steeds vertoond is en altijd vertoond zal worden. Het was weer paardrijden op alle mogelijke manieren oli- fantendressuur, vuurvreters, degenslikkers, enz. Toch had een en ander hen zoo geboeid, dat ze er haast geen erg in hadden, dat er reeds vijf nummers van het.programma wa ren afgewerkt. Zij werden daaraan terstond weer herinnerd, toen de man met de mega foon luide verkondigde: „Optreden van Nah- Indra en haar vier acrobatische girls! Lang duurde de spanning niet, want direcl daarop huppelden een vijftal meisjes iï schitterende, nauwsluitende costuumpjes ge kleed, de arena binnen. De beide mannen in de loge keken elkaaj veelbeteekenend, glimlachend aan. Er wai wel haast geen twijfel mogelijk: de leidstei van de groep beantwoordde volkomen aan het duidelijke signalement van de huurstei van perceel Brandeleerstraat 42 vier hoog Groot, forsch gebouwd, rossig haar, groote donkere oogen, regelmatig gevormd gezicht groote mond en dikke lippen, alles wat d< kost juffrouw had opgegeven, was vereenigd in de persoon van Nah Indra. Alleen waren haar haren niet sluik en haar kleeding niel oud en versleten, maar dit zou bij een circus voorstelling natuurlijk ook geenszins gepas! hebben. Zegevierend en tevens als een kat, die een prooi beloert, die hem niet meer ontgaan kan, keek de Lnspecteur naar de halsbre kende toeren, die het vijftal met wiskundige zekerheid aan de trapezes in het luchtruim uitvoerde. Menigmaal voer een rilling door de leden van het op sensatie beluste publiek, indien er weer een sterk staaltje vertoond werd. Nah-Indra verrichtte bij de verschillende toeren meestal het vangwerk en hing daarbij aan de beenen met het hoofd naar beneden, om de anderen, die salto's maakten, telkens weer op te vangen. Terwijl ze zoo met uitgestoken handen, hoog in de nok van het circus aan de trapeze heen een weer slingerde, zag Lietsen iets, dat zoo goed ais zeker aan allen twijfel een einde maakte Aan den binnenkant van haar linkerhand' bevond zich een langwerpige hechtpleister! .(Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9