BalLh&za
!REN ii ECU^
LOUIS BARTHOU.
JAN v. d. PIGGE
VRIJDAG 12 OCTOBER 1934
H A A RCEM'S D A G B L A D
13
SCHILDERKUNST
Larensche schilders
exposeeren bij Reeker.
Mevrouw LangeveldDubourcq en de hee-
ren W. A. Kuip en David Schulman vormen
het Larensch schilderstrio dat deze maand in
Haarlem exposeert.
Mevrouw Langeveld brengt met haar vlotte
bloemstukken, dewelke noch opvallend goed.
noch opvallend slecht zijn, knap genoeg om
ze te waardeeren en weer niet boeiend door
persoonlijkheid genoeg om er over in verruk
king te geraken, toch een prettige variatie in
de reeksen werk der beide andere schilders.
Een doek met Magnolia's heeft ongetwijfeld
distinctie, de bloemvorm zelf brengt die al
mede; doch ook in de andere werken wordt
de grens naar het banale, hoezeer dichtbij
ook, niet overschreden: daarvoor is de schil
deres weer te veel het métier meester. Doch
een klein beetje alledaagsch wordt een der
gelijke beperktheid van sujetten al wel spoe
dig, als er geen boeiende visie bij de pas komt.
Het is niet de eerste keer dat de heeren Kuip
en Schulman op deze plaats exposeeren. De
eerste heeft een gemakkelijkheid van schil
derij-maken, die voor den producent een voor
treffelijke eigenschap kan zijn, doch op den
duur en in grooten getale vertoond, den in
houd niet versterkt. Hij heeft in zijn factuur
diezelfde gemakkelijke charme van den stads
gezichtenschilder C. Vreedenburgh. Eenzelfde
handig savoir-faire om een den leek gemakke
lijk pakkend schilderij te maken speelt zijn
overigens niet te miskennen capaciteiten vaak
parten. Het is een kunst die op vlotte vak
foefjes gebaseerd is, meer dan op innerlijke
ontroering, ter bevrediging in ieder' opzicht
van de verlangens van een publiek, dat ook
in een schilderij even aangenaam wil bezig
gehouden worden, zonder zic.h om schilder
kunstige inhoudswaarde te bekommeren. Iets
als lichte muziek uit de verte.
David Schulman komt hier weer veel
rieuser voor den dag. Hij denkt, zooals Jaap
Marjs dat zoo kernachtig zei. „in zijn materie"
en niet aan een te maken plaatje in de eer
ste plaats. Zijn toets is verantwoord en geen
Spielerei. Ge kunt dat het best zelf zien aan
een paar kleine studies naast de groote schil
derij. Een Dijk bij Edam en de Meent bij
Eemnes leverden de gegevens. Daar zitten de
volledigste zuiverheid en eenvoudige waar
heid in, die een schilder tegenover de natuur
betoonen kan. Mooie blanke momenten in het
werken van een landschapsschilder, die alleen
de begaafdsten in het verdere schilderij
maken kunnen vasthouden. Schulman kan
dat. Dat hij zijn schildersnatuur onbekom
merd uitleeft bewijzen zijn teekeningen, die
in de parterre-zaal zijn uitgehangen. Daar
zijn werkelijk prachtige bladen bij, waarop
het licht der seizoenen in het simpel zwart en
wit te herkennen valt (zie b.v. Kerkplein
Huizen, nr. 7). Hoe labiel weet hij zulk een
teekening te doen vibreeren door het uitspa
ren van het witte papier hier en daar (zie
Oude Huizen op den Dijk nr. 11). Van Ouden-
aerde en Brugge bracht hij in deze teeke
ningen, soms met een weinig kleurkrijt ver
levendigd, goede schildersherinneringen mede.
Zijn schilderijen uit de buurt van Achterberg
behooren tot zijn belangrijkste werken hier
aanwezig. Vergeleken bij vroeger is zijn pein-
ture meer doorploeterd, warmer en rijker ge
worden. Het ietwat sloome van veel Larensch
landschap schijnt verlaten voor een bewoge-
ner gesteldheid, als ware hij bij de Vlamen op
bezoek geweest. Dat Achterberg schijnt een
prachtig land en hij vond er luchten boven,
waarin een pril lichtend blauw aan 't strijden
is met wind en regenvlagen. Ook in de terrein-
tjes zit beweging van licht, en van den dom
mel van het Gooische land is dit een welkome
verfrisscliing.
Behalve op deze Dijk en Holle weg bij Ach
terberg (nrs. 19 en 46) wijs ik nog op de Havik
te Amersfoort (nr. 31) en noem als tot de
aangenaamste werken van Kuip behoorend
diens Bretagne (nr. 29, vooral de bovenhelft)
zijn Haven van Hoorn (die uiteraard aan
Thclen doet denken, maar dan ontzout'»: ziin
Groene kade te Brugge (38) en een Poort uit
Den Bosch <52) waarin ge alle qualiteiten van
Kuip's talent, waarop ik boven doelde, op te
waardeeren wijze vertegenwoordigd vindt. Als
we nog in den bloeitijd der kleuretsen leefden
zou Kuip de man zijn om die voor Dietrich.
Lacaplain of andere groote buitenlandsche
uitgevers te maken. Hij zou er een ruim loo-
nend succes mee behalen.
J. H. DE BOIS
HET TOONEEL
NIEUW LEVEN.
DE VLIEGENDE FEEKS.
De Geheel Onthouders Tooneelvereeniging
Nieuw Leven heeft haar seizoen in den
Schouwburg Jansweg ingezet met een opvoe
ring van De Vliegende Feeks, het blijspel van
Ben van Eysselsteyn, dat in ons blad als
feuilleton werd geplaatst en waarvan ik na
de verschijning van het stuk in boekwerk
reeds een uitvoerige kritiek heb gegeven. De
speelbaarheid van dit blijspel werd" door de
voorstelling afdoende bewezen, al meen ik,
dat bij een nog vlotter tempo en meer leven
digheid en fantasie in het spel de opvoering
nog had kunnen winnen. Evenals bij de lezing
bleek ook bij de vertooning het tweede bedrijf
waarin Van Eysselsteyn niet naar Engelsche
voorbeelden werkt, doch zich zelf is verre
weg het beste. In deze acte is geest en verbeel
dingskracht en de scène van Tom Miller's ont
dekking dat Maud ook vrouw is, is een vondst
en met flair geschreven. Jammer, dat het
laatste bedrijf zoo veel zwakker is: niet alleen
door de al te carricaturale teekening van de
adellijke dames, maar ook en vooral
doordat aan de figuren van Maud en Tom
daarin alle pit wordt ontnomen en aan lord
Harold een veel te groote plaats wordt inge
ruimd. We zijn in dat derde bedrijf nu en dan
midden in de klucht, wat te meer teleurstelt,
omdat II zoo zuiver en goed „comedie" gaf.
Het deed overigens genoegen te zien, hoe
2eer dit stuk van een Hollandsch auteur bij
het publiek in den smaak viel. Want het suc
ces van Nieuw Leven met De Vliegende Feeks
was onbetwistbaar. De zaal heeft met zicht
bare vreugde de handeling gevolgd, er is veel
en hartelijk gelachen en men heeft na alle
bedrijven gul en warm geapplaudisseerd.
En er was als steeds bij Nieuw Leven
bok zeer veel goeds in de vertooning. Van de
êecors en de aankleeding is weer veel werk
gemaakt en het terras van Brentwood
Castle had eigenlijk wel een extra applaus
verdiend. Wat zag het tooneel er aardig en
zonnig uit en hoe goed had men de „ruimte"
van het landschap op den achtergrond gesug
gereerd. Waarlijk, de directie van den schouw
brug aan den Jansweg is onze tooneelvereeni-
gingen wel altijd zeer ter wille, dat zij voor een
enkel stuk de inrichting van zulk een decor
mogelijk maakt. Het eiland in II met de „kist"
van een neergestorte vliegmachine midden
op het tooneel, gaf illusie van verlatenheid en
was daarom ook goed. Alle hulde voor deze
uitstekende verzorging zoowel voor Nieuw
Leven als voor den tooneelmeester Maaré.
Nieuw Leven beschikt in mevrouw Kerkhof
en den heer Hage over twee krachten, aan wie
men wat kan toevertrouwen. Twee spelers van
minder natuurlijk talent zou het waarschijn
lijk niet gelukt zijn in de 3 tafereelen van II
voortdurend zoo te boeien als dit duo. Zulke
„scènes a deux"' eischen van de spelers heel
wat, omdat zij het tenslotte geheel met hun
spel moeten doen. Nu is het waar, dat van
Eysstelsteyn met .zijn aardig gegeven hun hier
een grooten steun geeft, maar spelers zonder
routine en speeltalent zullen hier toch hope
loos falen.
Hiervan nu was bij mevrouw Kerkhof en
den heer Hage geen spraike, al waren zij toch
nog lang niet in hun volle kracht. Ik heb hen
beiden dikwijls beter gezien. De heer Hage
speelde licht, zonder eenige nadrukkelijkheid
in 'n zuiveren, beschaafden blijspeitoon. en hij
toonde van de twee in zijn spel ook het meest
fantasie, maar ik stel mij dezen mecanicien
toch meer voor als een „sturdy boy", flinker en
meer zelf bewust. Er had van hem den
man, die het feeksje temt meer kracht
kunnen uitgaan. Wij hadden nu soms wel wat
moeite aan de superioriteit van dezen mecano
te gelooven, al was hij dan ook een vlotte,
aardige jonge man.
Mevrouw Kerkhof heeft haar sympathieke
verschijning altijd mee op het tooneel en zii
kan ook heel wat. Toch vond ik haar als Maud
niet genoeg het krachtige, zelfstandige meisje
en miste ik in haar nu en dan de gewenschte
fantasie. Zij had heel goede momenten, bij
voorbeeld. toen zij haar vrouw-zijn bewust
werd, maar haar spel leed op andere oogen-
blikken aan matheid, wat wij anders niet van
haar gewoon zijn. Het was als geheel wat on
gelijk.
Met genoegen zagen wij den heer en me
vrouw Vosshard-Dijkstra weer eens op de
planken. Chris Vosshard vond een dankbare
rol in Lord Harold Brentwood, al zou deze
edelman met wat meer Engelsche typeering
vooral in zijn drogen Angelsaksischen humor
bij sterker regie nog beter tot zijn recht
zijn gekomen. Maar ook zoo gespeeld had
Chris Vosshard er succes mee. De twee ladies
zijn door den schrijver geheel als carricatu-
ren behandeld en zijn feitelijk niet meer dan
tooneelpoppen. Voor actrices is het dan dubbel
moeilijk er menschen van te maken.
Lady Alice Brentwood won het van de Du
chess of Huntington, in wie wij moeite had
den een Engelsche hertogin te herkennen.
Met wat minder nadrukkelijkheid in het spel
zou men den schrijver een dienst hebben be
wezen. In dezen -meer Duitschen dan Engel-
schen stijl was vooral mevrouw Vosshard
overigens wel vermakelijk.
Barry Huntindon werd niet onverdienste
lijk gespeeld en zeer goed was James, de
butler. Als geheel dus een voorstelling, die lof
verdient ook vooral om de keuze van het
stuk en die bij het publiek een flink succes
heeft gehad.
J. B. SCHUIL.
„HET GOUD DER TROPEN"
DE SIGAAR DIE MEN ROOKT
GROOTE HOUTSTRAAT 81
(Adv. Ingez. Med.)
MUZIEK.
„DANS NONNEKE, DANS", DOOR
„JACOB VAN LENNEP".
De opvoering door „Jacob van Lennep" van
het blijspel „Dans, nonneke, dans", in den
Stadsschouwburg, zal door onvoorziene om
standigheden niet plaats hebben op 17 Oc
tober, zooals eerst aangekondigd, maar op
Maandag 15 October a.s.
Hillegomsche Harmoniekapel.
Herdenking van het 40-jarig beslaan.
Hillegom ziet met trots op naar zijn mu
ziekkorps. dat veertig jaren lang voorzag in
de muzikale behoeften der plaats, de moei
lijke crisisjaren zegevierend het hoofd bood
en nu sterker dan ooit staat, als het deze
week zijn achtste lustrum herdenkt. Het zal
dit doen door een muziekwedstrijd te houden
die Zaterdag wordt ingezet, waarop nog twee
Zondagen zullen volgen.
Die "kracht van Hillegom's Harmoniekapel
schuilt in de eerste plaats in de muzikale be-
teekenis van het korps, nu aan 't hoofd staat
de tweede dirigent onzer H.O.V., de heer Ma-
rimus Adam. Toen hij werd gekozen als opvol
ger van den heer J. D. Schouten (toen de
nestor onzer H.O.V.), was men te Hillegom
zeer verheugd met deze keuze. Want de heer
Schouten was daar als musicus zeer gezien om
zijn degelijke vakkennis en zijn fijne muzika
liteit. „En nu", zoo zegt men te Hillegom.
„hebben wij van den heer Schouten de ver
jongde editie in Marinus Adam". De eerste
moest nl. wegens zijn hoogen leeftijd afzien
van zijn zegenrijken arbeid aan het korps.
Dezen avond was men buitengewoon verheugd,
dat de nu 82-jarige musicus (wiens levens
groot portret, met bloemen versierd in de zaal
prijkte) aanwezig was op dit herdenkingscon
cert. Voorzitter Vastenouw. die 't openings
woord sprak. Donderdagavond in Flora, waar
een feestconcert werd gegeven, deed kort en
zakelijk de geschiedenis van het korps her
leven. en daarna werd Schouten's Jubileum-
marsch gespeeld. Marinus Adam gaf er de eer
aan, die hem toekwam. Want Schouten stond
'onder Kriens) bekend' als een zeer kundig
en fijnvoelend arrangeur, en ook in deze com
positie bleek zijn goede smaak de muziek op
hooger plan brengen. De dirigent liet o.m. de
bassen prachtig nuanceeren en deed 't geheel
zeer beschaafd en doorzichtig klinken. Dit
laatste was trouwens overal 't geval bij de
uitvoering van het heel belangrijke pro-
jramma. De ouverture „Si j'étais roi" van
Adolphe Adam. meer nog de ouverture van
Mozart (Die Entfiihrung aus dem Serail)
kunnen zeer leelijk worden uitgevoerd door
diiettantenkorpsen. daaraan twijfelt niemand
die weet. wat deze muziek vraagt van de uit
voerenden. Het trof ons bijzonder, hoe de di
rigent in de allereerste plaats zijn muzikan
ten heeft bijgebracht den juisten stijl dezer
toondichters. Ieder besefte, hoe zijn instru
ment moest klinken, en hoe aan het toeval
niets mocht worden overgelaten. Daarvoor is
ernstig en langdurig repeteeren noodig ge
weest, maar men heeft dan ook iets bereikt
dat ver boven de massa uitgaat. Wonder is
het daarom niet. dat men onlangs te Rotter
dam in de afdeeling uitmuntendheid een eer
sten prijs behaalde met het hoogst aantal
punten, een dito prijs in,den-.marschwedstrijd
en den difecteursprijs.
Maar onze belangstelling ging zoo moge
lijk nog meer uit naar de compositie van
Marinus Adam. die hij schreef ter gelegen
heid van het jubileum. Den naam „Huldi-
gingsmarsch" zou ik liever in de pen houden,
want men denkt zoo licht aan een leuk
wijsje om luchtig op te marcheeren. Doch zoo
is het niet. Het geldt hier een breed opge
zette compositie van grooten omvang, waarin
vele symfonische middelen zijn toegepast
en gebroken is met den traditioneel en
marschvorm in de drie tonale functies. Een
werk dat getuigt van breedeh kijk op de
muziek, goeden smaak en geheele beheer-
sching der technische middelen. Maar de
Hillegommers hebben alle eer zoo loffelijk
te hebben voldaan aan de hooge eischen,
die een goede uitvoering dezer muziek stelt.
Die moeilijkheden waren waarlijk geen
kleinigheid, en alleen uitstekend gedicipli-
neerde korpsen zullen er een draaglijke uit
voering van kunnen geven. Over Mozart sprak
ik terloops. Welnu, de uitvoering was ook
waarlijk Mozart, dat zegt genoeg. Met een
fantasie over „Coppelia" van Délibes en
muziek uit Gounod's Faust" "waarin de solo
trompet zoo bijzonder mooi werk deed> noe
men we 't volledig programma, dat met het
Wilhelmus werd besloten.
Het zou evenwel geen feestconcert zijn, in
dien niet werd geanticipeerd op het komend
concours. En wie zou dit beter kunnen doen
dan de eere-voorzitter van het korps, burge
meester Mr. D. F. Pont? Dat hij daarbij ook
't werk van den concours-secretaris den
heer J. Beugelsdijk en den oud-directeur, den
heer J. D. Schouten noemde, stemde de hoor
ders zichtbaar tevreden. Zonder zulke alles,
verzettende werkers zijn concoursen niet
mogelijk. Toen de burgemeester aan 't eind
van zijn bloemrijke rede overgegaan was tot
het aanhechten der behaalde prijzen aan het
vaandel 'Rotterdam schonk zilveren lauwer
krans en dito lauwertak voor concert- en
marschwedstrijd)bracht men den eere
voorzitter hulde voor zijn groote welwillend
heid jegens het korps en daarvan gaf een
fraai bloemstuk de zichtbare bewijzen. Me
vrouw Adam deelde in de sympathie die men
haar echtgenoot betoonde en men schonk
haar bloemen.
De heer L. Seysener schonk namens de
zustervereniging „Crescendo" bloemen;
burgemeester Pont en het Hiliegomsch Da
meskoor hadden prachtige bloemen gezonden
Voor deze uitvoering bestond buitenge
woon veel belangstelling .die zeer gerecht
vaardigd werd door hetgeen de Hillegomsche
Harmoniekapel in zijn mars heeft en waar
van het dezen avond vele en schoone blijken
gaf.
G. J. KALT.
NATIONAAL CONCOURS.
De Hillegomsche Harmonie Kapel heeft ter
gelegenheid van haar 40-jarig bestaan een
groot nationaal concours voor solisten, duo'.;
trio's en kwartetten uitgeschreven, dat ze-
houden wordt op Zaterdag 13, Zondag 14 "er-
Zondag 21 October in de concertzaal Flora
te Hillegom.
De fraai uitgevoerde feestgids bevat, be
halve foto's van de kapel, van den bescherm
heer, burgemeester mr. Pont, de oud-directeur
Schouten en de directeur Mar. Adam, o.a. een
voorwoord van den heer Beugelsdijk. een op
gave van de zeer vele uitgeloofde prijzen
en de programma's voor de drie concours-
dagen.
De officieele opening heeft Zaterdagmid
dag om 2 uur plaats door den burgemeester
mr. D. F. Pont.
MAANDBLAD „JACOB VAN LENNEP".
In het Maandblad van de Kor.. Erk. Too
neel vereeniging ..Jacob van Lonnep" vonden
wij ditmaal, behalve de gewone officieele
mededeelingen een opwekkend woord van
den voorzitter der tooneelvereeniging, den
heer Jac. van Maris en een artikel: „Treur
spel of blijspel" van Carel van Hees, De
schrijver heeft geen voorkour blijkens zijn
beschouwingen; hij geniet van het spel, af
gezien van den aard of de qualiteiten van het
stuk.
VOOR DE H. O. V.
Maandag meldden wij dat op een kunst
avond gehouden ten huize van de familie R.
alhier een inzameling ten bate van de H. O. V.
werd gehouden, die f 57 opbracht. Naar wij
vernemen is thans nog f 3 extra voor het
zelfde doel ontvangen.
„EEN GEFORCEERD HUWELIJK".
Zondag dezer wordt in oen Stadsschouw
burg opgevoerd door de tooneelgroep „Het
Masker", ,,'n Geforceerd Huwelijk". (Double
Harness).
Kolonel Livingstone heeft twee dochters,
de jongste is verloofd en op het punt te
trouwen, de oudste. Violet, nog niet. Deze
vreest, dat haar jaren voorbijgaan. Zij heeft
geen talenten en haar eenige levenskans
vindt zij hierin een man met een toekomst te
trouwen en van zijn toekomst de hare te ma
ken.
Die man dat heeft zij zich voorgenomen
zal zijn de advocaat John Rockingham.
In het stuk wordt verder geschetst hoe
Violet hem tot een huwelijk weet te dwin
gen en hoe zich dit „geforceerde huwelijk"
verder ontwikkelt, eerst in ongunstigen, la
ter in gunstigen zin.
Herinneringen aan zijn kortstondige, doch indruk
wekkende verschijning te Genève. Hoe Barthou den
wereldvrede hoopte te bevestigen. De gevaren van zijn
methode.
(Van onzen Geneefschen correspondent).
GENèVE, 10 October 1934.
Dat ook in dezen modernen tijd, waarin
zoovele keizers en koningen van hun troon
gestooten zijn, het lot van een koning de ge
moederen der volkeren nog veel meer weet te
bewegen dan de lijdensgeschiedenis van een
gewoon sterveling, ook al is deze de minister
van buitenlandsche zaken van een machtig
land als Frankrijk, is door de tragedie van
Marseille weder op treffende wijze aan het
licht gekomen. Alle bladen der wereld staan
vol over den aanslag op den Koning van Zuid-
slavië en brengen honderden bijzonderheden
uit het leven van den vermoorden vorst, doch
behandelen daarbij den even noodlottigen
dood van den Franschen minister van buiten
landsche zaken Louis Barthou als een blijk
baar veel minder belangrijk geachte „bijkom
stigheid".
Hier in de Volkenbondsstad was de ontroe
ring, die de tragische gebeurtenissen van Mar
seille gisteren wekten, een gansch andere. Na
tuurlijk was ook hier iedereen met afschuw
vervuld over den moord op Koning Alexander
en natuurlijk loochende ook niemand in de
wandelgangen van het Volkenbondssecreta
riaat den diepen ernst van het gebeurde met
het oog op den binnenlandschen toestand van
Zuid-Slavië en de mogelijke terugwerkingen
daarvan op de internationale betrekkingen.
Doch aller gedachten gingen toch in de eerste
plaats terug naar Louis Barthou. die, waar
schijnlijk zonder dat de moordenaar dit uit
drukkelijk gewild heeft, het koninklijk slacht
offer in den dood gevolgd is. Want zelden heeft
een staatsman in een zoo korten tijd als Bar
thou gegeven is geweest, zich in de interna
tionale kringen van Genève een zoo vooraan
staande plaats weten te veroveren. Slechts
tweemaal is Barthou te Genève geweest: in
Mei voor de zomerzitting van den Volken
bondsraad en de daaraan aansluitende bijeen
komst der Algemeene Commissie der Ontwa
peningsconferentie en in September voor de
Volkenbondsvergadering en de daarmede ver
bonden herfstzitting van den Volkenbonds
raad. Doch in die tweemaal twee weken, ge
durende welke Barthou hier was. heeft hij
een dieperen indruk gemaakt dan andere
staatslieden van eveneens groote mogendheden
na een jarenlang bezoek aan Genève van zich
hebben achtergelaten!.
Dat wil niet zeggen, dat Barthou erin ge
slaagd is hier aller harten te veroveren. De
ontroering, die de tijding van Barthou's dood
hier gisteren verwekt heeft, was een gansch
andere, dan die. welke het droevige nieuws
van het overlijden van een Briand, van een
Stresemann of van een Fridtjof Nansen hier
veroorzaakte. Toen heerschte hier een alge
meene ontsteltenis bij alle ware vrienden van
de Volkenbonds-en-vredes-gedachte over het
heengaan van den grooten doode, wien allen
hun sympathie en hun volstrekte vertrouwen
hadden geschonken. Het zoo onverwachte ster
ven van Aristide Briand, van Gustav Strese
mann. van Fridtjof Nansen werd toen terstond
algemeen in de Volkenbondsstad als een uiterst
zwaar verlies, dat zeer moeilijk te herstellen
zou zijn. gevoeld en betreurd. De volgende
jaren hebben helaas bevestigd, hoe zuiver dit
gevoel van een bijna onherstelbaar verlies ge
weest is!
De tragische dood van Louis Barthou heeft
lang niet algemeen eenzelfde gevoelen van
politieke bezorgdheid over het geleden verlies
opgewekt. Zeker, velen van de warmste Vol
kenbondsvrienden zijn er eerlijk van overtuigd,
dat Barthou's methoden, om den Volkenbond
te versterken en den wereldvrede te bevestigen,
juist waren en dat de tragedie van Marseille
ook een tragedie voor de vredeszaak geworden
is. Doch anderen kunnen, bij alle overtuiging
dat ook Barthou oprecht den wereldvrede na
streefde, in de juistheid van zijn methoden
niet gelooven en meenen dus, dat het plotse
linge heengaan van Barthou misschien de zoo
gewenschte ontspanning in Europa zal helpen
bespoedigen. Hoe men echter over Barthou's
internationale politiek moge oordeelen, hier
over zijn allen het eens, dat de overleden mi
nister van buitenlandsche zaken van Frankrijk
een der merkwaardigste en krachtigste per
soonlijkheden geweest is, die wij te Genève
hebben mogen aan het werk zien!
Telkens weder, wanneer men Barthou ont
moette, hetzij in de wandelgangen van het
Volkenbondssecretariaat, wanneer hij met
krachtigen tred naar de vergaderzaal ging of
wanneer hij met jovialen pret met Jan-en-
alleman een praatje maakte, hetzij in de ver
gaderzaal zelf wanneer hij met een stem, die
nog klonk als een klok, op hartstochtelijke
wijze aan zijn gevoelens uiting gaf, had men
moeite te gelooven, dat die man, dien men
voor iemand in de kracht zijner jaren zou ge
houden hebben, reeds 72 jaar oud was! Wij
hebben heel wat krasse grijsaards hier leeren
kennen, doch geen hunner had zijn jeugdige
beweeglijkheid, zijn jong temperament zoo on
gerept bewaard als Barthou.
Met welk een kracht heeft Barthou herhaal
delijk zijn verontwaardiging uitgesproken over
een hem onsympathiek denkbeeld! Hij deed
dat op zulke felle wijze, dat de toehoorders, die
jaren lang aan hoffelijke taal, ook tegenover
tegenstanders, in Volkenbondsconferenties
gewend waren, hun haren te berge voelden
rijzen, wanneer Barthou zijn nieuwe methode
van onverbloemde openhartigheid, van strie
mende bestrijding zijner tegenstanders weder
had toegepast! Hoe ging Barthou in Mei Sir
John Simon en Henderson te lijf, toen dezen
wilden trachten Duitschland door concessies
weder naar de Ontwapeningsconferentie en
Genève terug te leiden? En ook in September
was Barthou nog niet gekuischter in zijn taal
geworden, toen hij tegen Motta het verwijt
richtte, dat hij schadevergoeding van Frankrijk
verlangde voor eenige schaden, die eenige
Zwitsers in Frankrijk tijdens den wereldoorlog
geleden hadden, en dat terwijl Frankrijk op
Zwitsersch grondgebied (te Lausanne) den
Duitschers de milliarden had kwijtgescholden,
die de Duitschers wegens hun aanvalsoorlog
aan Frankrijk te betalen hadden! In zulke
oogenblikken toonde de anders zoo joviaal
schijnende minister, dat hij hoegenaamd niet
een zachtmoedig man was en dat althans in
zijn hart nog een diepe wrok tegen Duitsch
land opgesloten lag.
Toch wilde ongetwijfeld ook Barthou den
wereldvrede. Toch wilde ook Barthou. dat
Duitschland weder in den Volkenbond zou
terugkeeren. Doch Barthou, die herhaaldelijk
verzekerde dat Briand's vredeswensch ook de
zijne was, wilde dit doel langs andere wegen
dan die van Briand bereiken. Terwijl Briand
door geleidelijke concessies aan Duitschland
een betere verstandhouding tusschen dit land
en Frankrijk hoopte te verwezenlijken, was
Barthou's politiek erop gericht Duitschland
zoo te isoleeren, Duitschland dusdanig van zijn
eigen onmacht te overtuigen, dat het ootmoe
dig weder in den schoot der volkerengemeen
schap zou terugkeeren en heel wat van zijn
bewapeningswenschen zou prijsgeven. Juist
het bezoek van Koning Alexander van Zuid-
slavië aan Frankrijk had de verwezenlijking
van Barthou's politiek een belangrijken stap
nader kunnen brengen. Want hij hoopte in
zijn besprekingen met den vermoorden koning
den grondslag te leggen voor een toenadering
tusschen Italië en Zuidslavië, die het isolement
van Duitschland zou verergeren. Zal de tra
gedie van Marseille aan deze politiek een ein
de gemaakt hebben en zal Barthou's opvolger
weder meer naar Briand's methode terugkee
ren, die thans misschien, juist omdat Hitier
in Duitschland zoo almachtig is, eerder tot
het beoogde doel zal leiden?
Pijn in de lendenen.
Als gij niet slapen kunt van de pijn in uw
rug, als gij bij uw werk steeds gekweld wordt
door doffe of stekende lendepijn, en gij last
hebt van een afgemat gevoel, hoofdpijn, dui
zeligheid en dergelijke verschijnselen, is dit
een teeken, dat de organen, die het urinezuur
uit het bloed dienen te filtreeren en af te voe
ren. traag werken of verzwakt ziin.
Grijpt gij niet spoedig in om het kwaad in
zijn aanvang te stuiten, dan voert het onge
twijfeld tot zeer ongewenschte verwikkelingen.
Gebruikt het middel, dat reeds zoo talloos
velen geholpen heeft en dat, wetenschappelijk
samengesteld, reeds jarenlang bewezen heeft
aan zijn doel te beantwoorden: Foster's Rug
pijn Nieren Pillen. Personen uit uw eigen om
geving zullen U bevestigen, dat zij hun ge
zondheid herkregen met dit alom bekende
middel. Haalt vandaag nog een doos - gij
zult ons dankbaar zijn voor dien raad.
Verkrijgbaar bij
apothekers en
drogisten a 1.-,
175 en 3.- p.
doos, omzetbel.
Inbegrepen. Let
vooral op den
juisten naam.
(Adv. Ingez. Med.)
i
De Geluidsstichting.
Heden officiëel tot stand gekomen.
Heden za! de stichtingsacte worden gepas
seerd van de Geluidstichting, waarmede dit
lichaam dus officieel zal zijn tot stand geko
men. Voorzitter van den Raad van Bestuur is
Prof. Dr A. D. Fokker, te Santpoort, Hoog-
leeraar van wege Teyler's Stichting aan de
Rijksuniversiteit te Leiden.
Doel der Stichting is wetenschappelijke
studie te maken van het geluid in den meest
uitgebreiden zin; een onderdeel van den
arbeid der Stichting zal dus ook zijn de strijd
tegen onnoodig lawaai. Men verwarre dus deze
streng-wetenschappelijke organisatie niet met
andere, wier doel uitsluitend de lawaai-bestrii-
ding is.
Als onderdeel der Stichting zal een lichaam
in het leven worden geroepen, dat contact zal
zoeken met de overheid, opdat, overleg kan
worden gepleegd over bouwplannen (ten einde
„gehoorigheid" van huizen te bestrijden) en
verder alles gedaan kan worden om onnoodig
lawaai te voorkomen.
Onderzocht zal voorts worden welke wen-
schen verschillende kringen der samenleving
ten opzichte van de lawaai-bestrijding koes
teren.
DEZE WEEK ZEVEN!
In de afgeloopen week werden hier zeven
rijwielen gestolen.
OPHEFFING FAILLISSEMENT.
De heer Jan van Es, slager, Verbindingsweg
39. Bloemendaal verzoekt ons mede te deelen,
dat met den op 10 dezer in ons blad bedoelden
J. van Es te Bloemendaal niet hij, Jan van
Es bedoeld is, hetgeen ons bij informatie
ter Griffie der Rechtbank, alhier is gebleken
juist te zijn.
Opgeheven werd het faillissement van J.
van Es. aannemer te Bloemendaal, Kleverlaan
25.
LEZINGEN OVER DEMOCRATIE EN HET
JODENVRAAGSTUK.
Op Donderdagavond 18 October zal dr. H.
Polak spreken over „Het Jodenvraagstuk" voor
het Instituut voor Arbeidersontwikkeling in
de Bloembollenbeurs, Kleine Houtweg.
De Federatie van de S. D. A. p belegt op
Zondagmorgen 28 October een bijeenkomst
in de tuinzaal van het Gem. Concertgebouw,
waar komt spreken Koos Vorrink over .De
mocratie".
De bazar van „Zonnestraal" zal gehouden
worden op 19, 20. 21 en 22 October in het
gebouw St. Bavo, Smedestraat.
Zaterdag 13 October is er een excursie naar
.Elswoutmet daaraan verbonden het zoeken
naar paddestoelen onder deskundige leiding.
Zondag 28 October wordt een bezoek ge
bracht aan het Koloniaal Museum te Am
sterdam.
HET KALVERDIJKJE TE ZAANDAM.
Het lid van Prov. Staten van Noord-Holland
de heer J. J. de Vries, heeft de navolgende
vragen bij Ged. Staten ingediend:
„Is het Ged. Staten bekend, dat het Kalver-
dijkje, hetwelk voorkomt op den ligger der
wegen van de gemeente Zaandam, in zijn ge
heel niet voldoet aan de in den ligger opge
nomen omschrijving?"
„Indien het u wel bekend is, zijn Ged. Staten
dan niet van oordeel, dat het bestuur van den
Kalverpoldcr tot taak heeft, te zorgen, dat het
onder haar beheer gestelde Kalverdijkje ge
bracht wordt overeenkomstig de in den ligger
opgenomen omschrijving?"
Hei antwoord van Ged. Staten luidt als
volgt
Het z.g. Kalverdijkje is op alleszins voldoen
de wijze met grint beharö tot een breedte van
1.20 M. a 1.40 M„ terwijl de ligger der wegen
een beharding van 1 M. met sintels voor
schrijft. De afwatering laat intusschen te wen-
schen over. Het bestuur van den Kalverpoider,
welk waterschap volgens den ligger onder
houdsplichtige is, is daarom aangeschreven
den weg onder naar de kanten afwaterend
profiel te brengen en te houden.
Opgemerkt wordt nog. dat aan het Kalver
dijkje in den laatsten tijd een aantal woningen
is gebouwd. Het is duidelijk, dat een betrekke
lijk primitief verhard wegje op
de smalle
waterkeering van een polder, niet geschikt is
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. voor woonweg.