m
m
m
m
k
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
i m
i i i i
m
m
m
m
m
A
m
H.B.*
VERTELLING
jfjjjjj
ONZE „VETTERTJES"
SCHAAKRUBRIEK
L
ft
Ni
i
i
A
13
f
li
A
is
Hl
K
18
A
A
Hf
Hl
ft
9
HENCELEN
DINSDAG 23 OCTOBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
11
De blauwe luitenant.
door Karl Lerbs.
Langs den Rijn trok de oude Blücher, omdat
hij, naar men weet, Napoleon niet uit het oog
wilde verliezen; en achter hem in zijn leger
trok een jong luitenant met hem mee, die
misschien wel waard is dat we hem wat nader
beschouwen. Tijd hebben we daarvoor genoeg,
want de compagnie, waarvan de luitenant
de voornaamste attractie uitmaakt, is naar
een dorpje op den linker Rijnoever gedirigeerd
en nu rinkelt hij verveeld en belust op een
avontuurtje door de straten: de sjako op zijn
linkeroor, met glimmende laarzen en glim
mende oogen, de hand aan den degen een
duivelskerel van top tot teen, de verrukking
van de meisjes van het dorp, de gruwel van
de mannen.
Het krijgsavontuur, dat hem in Frankrijk
te wachten staat, lijkt nog zoo ver; maar de
vreedzame avonturen liggen voor het grijpen.
Hij hoeft niet verder te zoeken dan in het
huis, waar hij ingekwartierd is; de verver, die
zijn gastheer is, is weliswaar geen beminne
lijk man, met zijn reusachtige, plompe, onbe
houwen gestalte, met zijn ééne oog (waar het
andere gebleven is pleegt hij pas 's avonds na
elven te willen vertellen, en dan nog niet
altijd), en als dat oog midden in zijn voor
hoofd had gezeten, dan zou hij overal zonder
b--zwaar voor een cycloop kunnen doorgaan.
Maar hij heeft natuurlijk een aardige vrouw,
en die heeft twéé oogen in het hoofd. Nu, de
luitenant kijkt haar eens in die twee oogen,
en dan is het avontuur er al: ieder van ons
kent zijn Boccaccio goed genoeg om, als hij
wil, zoo ongeveer te begrijpen, hoe de zaak
verder verloopt.
Dat de verver Boccaccio ook gelezen heeft,
is niet waarschijnlijk: maar hij ziet met zijn
eene oog meer dan menig ander met twee of
zelfs met vier; en hij merkt al heel gauw, dat
zijn vrouw den vreemden snoeshaan en zijn
zoet gekweel met een wat al te vriendelijk oog
aanziet. En als we nu nog eens in onze levens
wijsheid graven, dan herinneren we ons, dat
zulke onbehouwen manspersonen dikwijls een
listig en kunstig net weten te spinnen, om er
den verstoorder van hun huwelijksgeluk in te
vangen, dat ontkennen of vluchten niet meer
mogelijk is. En dus bedenkt de verver op een
zekeren middag plotseling, dat hij ginds in de
stad nog iets te doen heeft: wat dom dat hij
daar niet eerder aan gedacht heeft! nu
zal hij den nacht moeten doorbrengen bij neef
Jupp, en zijn arme jonge vrouw alleen moeten
laten. Maar de heer luitenant zal er wel voor
willen zorgen, dat haar niets overkomt, niet
waar? Ze kust hem hartelijk ten afscheid, de
valsche; hij bindt brommend zijn bundeltje
op den rug en stapt weg. Natuurlijk gaat hij
niet naar de stad, maar legt zichzelf in de
„Blauwe Druif" voor anker en besproeit tot
diep in den nacht zijn woede zoo rijkelijk met
wijn, dat er tenslotte een heele bruisende
schuimkop op staat. Dan, als het stikdonker
is, stapt hij terug door het dorp, sluipt zijn
huis in, steekt zachtjes een lantaren aan en
staat onverwachts voor het onthutste paar.
De vlieg spartelt in het net.
Niemand hebbe vrees dit is weliswaar
een treurige geschiedenis, maar er wordt geen
bloed in vergoten, want de verver is een ver
standig man en de luitenant heeft zijn degen
afgelegd. Maar toch maakt de verver niet veel
omhaal met hem, en terwijl de vrouw haar
heil zoekt in een jammerlijke huilbui, pakt
hij zijn kostganger tusschen zijn reusachtige
knuisten, sleept hem naar buiten in den don
keren tuin en doopt hem daar één. twee, drie
maal tot over de ooren in een vat met ijskoud
water. Dan laat hij hem los. De druipende
minnaar sluipt tandenklapperend naar zijn
kamer, droogt zich af, en kruipt, bevend van
kou en woede, in zijn bed. Natuurlijk moest
hij nu eigenlijk een bloedbad aanrichten
maar veel lust heeft hij er niet in. Hij hoopt
alleen maar, dat de geschiedenis met het
koude bad en misschien een duchtige verkoud
heid afgeloopen zal zijn, want de overste heeft
helaas voor zulke kwesties bijzonder weinig
begrip. Intusschen keert de verver naar zijn
kamer terug, pakt zijn jammerende echtge-
noote bij den arm en geleidt haar hoffelijk
naar de deur: zij moet maar, zoo zegt hij,
daar heen gaan, waar zij voor haar huwelijk
komen is.
Als de luitenant den volgenden morgen wak
ker wordt, staat eeil soldaat voor zijn bed met
een gezicht, alsof hij onverwachts in de dorps
straat de groot-mogol of een ander wereld
wonder is tegen gekomen. Op zijn nijdig:
vraag „waarom hij daar zoo stond te gapen"
stotterd de man vol ontzetting: „Maar luite
nant u bent heelemaal blauw!"De luitenant
strekt de hand naar zijn laars uit om hem den
onhebbelijken kerel naar het hoofd te gooien,
maar hij blijft midden in de beweging steken:
zijn hand is inderdaad blauw. Zijn bed, zijn
lakens, de handdoek waarmee hij zich afge
droogd heeft,alles is blauw. Hij springt uit
zijn bed:ja, ook hij zelf is van onder tot boven
zoo blauw als de lieve zomerhemel op een
mooie Julidag.
De overste, die den ordonnans gestuurd heeft,
verneemt tot zijn verwondering, dat zijn jong
ste luitenant, tot nu toe een toonbeeld van
gezondheid en kracht, ziek is;over de ziekte
die hij heeft, wil den man geen woord over
de lippen komen, maar de overste heeft een
dusdanige manier van vragen stellen, dat ten
slotte het hooge woord er uit komt. Dat is
een geval, dat hij zelf in oogenschouw moet
nemen; en hij staat in minder dan geen tijd
in des luitenants kamer net op tijd om te
zien, hoe de blauwe vogel, doodop van het
vergeefsche wrijven, borstelen en wasschen.
vertwijfeld neerstijkt op een stoel; want de
verver, die een goed vakman is, heeft voor de
procedure gebruikt wat men toendertijd
„oprechte indigo" placht te noemen. Nu moet
de heele bittere waarheid eruit. De overste
blijft in zijn reeds op handen zijnde woede
uitval steken en barst in plaats daarvan in
een niet geheel met zijn waardigheid overeen
komend gelach uit. Hij draait zich haastig
om, gaat naar de deur en roept om den
verver.
„Zeker", zegt de cycloop, en een grimmig
lachje verstopt zich haastig in zijn verwarde
baard, „zeker, het was een leelijke vergissing.
Hij heeft den heer luitenant, die hij den vori-
gen avond in een al te verhitten toestand
aangetroffen had, alleen maar een beetje
verkoeling willen brengen, en daarbij het ver
keerde vat gebruikt. Maar de zaak was niet
levensgevaarlijk, en na een paar weken zou
de blauwe kleur langzamerhand van zelf ver
bleekt zijn". De overste slaat quasi woedend
met de vuist op tafel: „Maak me mijn luite
nant dadelijk weer wit!" „Dat", zei de ver
ver, „stond niet in mijn macht. Maar omdat
hij begreep, dat een mensch niet blauw kon
zijn, was hij bereid den luitenant zwart te
maken want zwarte menschen schenen er
wel te bestaan".
Heeft het eenig nut den verver wegens ver
regaande beschadiging van een luitenant
voor de krijgsraad te roepen en allen, die er
van hooren, grond te geven voor een gewel
dige lachbui? De overste vindt het beter, den
wraakzuchtige cycloop haastig de deur uit te
sturen en den regimentsarts te laten komen.
Hij komt en kijkt verbaasd door zijn bril
heen en brengt na velerlei ,„ei ei's!" en Tja
ja's!" een boek te voorschijn, welks inhoud
den luitenant zijn oorspronkelijke kleur weer
geven moet. De ongelukkige grijpt haastig
naar het reddende doosje zalf, en denkt er
geen oogenblik aan, dat hij den gebrilden
dokter nog geen veertien dagen geleden
zonder eenige scrupules een meisje afhandig
heeft gemaakt. Hij wrijft zich van top tot
teen in, en wacht klappertandend het resul
taat af.
Het resultaat? Als hij nog had kunnen ver
bleken, dan zou hij het nu zeker gedaan
hebben. Met een dof gesteun constateert hij,
dat zich een vreeselijke metamorphose aan
hem voltrekt: was hij vroeger blauw als de
heldere zomerhemel op een mooien Julidag nu
beginnen groene tinten zich op zijn huid te ver
toonen, en al gauw is hij net zoo sappig groen
als de frissche weiden, die zich onder zoo'n
hemel plegen uit te strekken.
De kroniek, waaraan wij deze geschiedenis
ontleenen, bericht niet, hoe lang de ongeluk
kige in het bed heeft moeten liggen, tot hij
weer een mensch en geen kikker meer leek.
Maar wij maken ons niet ongerust; want wij
weten: zoo groen kan een jongeman niet zijn,
of tenslotte vergaat die kleur toch.
Wie meent dat hier een reeks raadgevingen
volgen zal over gymnastiek, japonnen of
diëet voor corpulente dames, vergist zich.
Het gaat alleen maar om vetplanten.
Den heelen zomer hebben ze buiten ge
staan, goed beschermd tegen feilen regen en
wind, in een ondiepe houten bak met glazen,
geheel of gedeeltelijk te verwijderen afdak.
Toen is de tijd gekomen van de eerste koude
nachten en stralend-mooie nazomerdagen, en
we hebben ons uitgesloofd door de „vetter-
tjes" 's nachts binnen en overdag buiten te
zetten. Maar daarop is een regenperiode ge
volgd en nu zijn de troetelkinderen definitief
in de serre geïnstalleerd, na een rigoureuze
schoonmaakpartij. Alle potten moesten af ge
boend, nieuwe aarde bijgevuld, sommige plan
ten in een grooteren pot gezet, stekken ver
wijderd en verdroogde bladeren weggedaan.
Maar nu staan ze in rij en gelid op de plan
ken, goed in het licht, de meesten in de felle
zon, en we kunnen ze op ons gemak bekijken
.en stuk voor stuk in de hand nemen wat niet
gemakkelijk gaat als-je er met je neus voor
op den grond moet bukken, buiten in den
tuin!
Wat heeft dat zomerverblijf veel goeds ge
daan! Een stadsmoeder kan niet met meer
vreugde kijken naar de dikke bruine wangen
van Jantje, versch uit de vacantiekolonie te
rug, dan ik doe met m'n stevige, van gezond
heid blozende vetplanten. Want werkelijk,
door invloed van zon en lucht hebben de
meesten mooie roode of bruine randjes langs
hun bladeren gekregen, of perzikachtig-don
zige gloed, of metaalkleurigen weerschijn. Ze
zijn gegroeid, en zien er uitstekend uit. Maar
behalve dat, zijn er warempel knoppen te
ontdekken! Een kleine Mesem blandum, in
den winter als stek in huis gekomen, heeft
tot het voorjaar een zielig kwijnend bestaan-
tje geleid. En nu? Hij komt van buiten terug
met een flksche stengel, stevige rood-omrande
blaadjes en liefst vier knoppen! Het heele
plantje is niet hooger dan 15 c.M. en toen de
eerste bloem was uitgebloeid, kwamen de
andere drie tegelijk uit en hebben we dagen
lang plezier gehad van de drie fel-roze, bijna
5 c.M. groote platte bloemen, die alleen op
het midden van den dag open gaan (van
daar de naam: Mesembrianthemum Mid-
dagbloem). Zeker twee weken lang gingen
trouw om een uur of een de bloemen open en
sloten zich weer na vier uur; en dat alles uit
een armzalig win terstekje!
En dan die andere Mesem, een van de vele
struikvormigen, Mesem caulescens. Geduren
de dezen langen prachtigen zomer hebben de
blaadjes zich volgezogen met levenssappen
ze zijn dik, gedrongen en zacht-bewaasd
groen, juist zooals het behoort. Nu staat de
plant, die we als hangplant hebben laten
groeien, weer binnen en we ontdekken iede-
ren dag meer knoppen; met veel zorg en me
dewerking van de lieve zon zullen daar over
'n maand of wat de paars-roze astervormige
bloemen uit te voorschijn komen. En dan die
voldoening! Of gelooft u, dat zooiets niet veel
aardiger is dan een collectie schitterend
bloeiende planten, die regelrecht van den
bloemist komen?
Vetplanten kan iedereen houden; er zijn
er die tevreden zijn met goed licht alleen,
anderen willen graag zon hebben en natuur
lijk bestaat er ook een categorie van „moei
lijke" planten, die werkelijk heel veel eischen
stellen en voor een gewoon liefhebster bijna
niet, of in 't geheel niet, te houden zijn. Van
bloeien komt dan ook meestal niets en dan
gaat- de animo er spoedig af, Maar er be
staan ontelbare vetplanten, die zich wél
thuis voelen in een gewone lichte kamer of
serre, die groeien en gedijen zullen en een
groot genoegen van hun eigenares zullen uit
maken. Wie ze dan 's zomers buiten brengt -
een tuin is niet eens noodzakelijk, balcon of
zelfs dakgoot kan ook die krijgt nu in het
najaar haar collectie weer terug, stralend van
gezondheid!
En als dan de tuinen zijn kaal gewaaid en
al de bladeren van de boomen gestormd, dan
komt in de serre het heerlijke resultaat van
den zomer buiten: de bloemen, astervormig
of als klokjes aan een stengel, stervormig, al
leen of in trossen, in alle tinten roze, paars,
vuurrood, geel en oranje, en vaak heerlijk
ruikend En voor zóó iets hebben wij het
beetje extra moeite en zorg gedurende den
zomer graag over!
L. S.
VOETBAL.
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG.
AFDEELING L
Eerste klasse:
Xerxes—V.U.C.
R.C.H.—V.S.V.
Feijenoord—Overmaas.
A.D.O.Ajax.
H.F.C.D.H.C.
Derde klasse B:
HalfwegO.D E.
Vierde klasse B:
Z aanlandia Meervogels
UitgeestZilvermeeuwen.
RivalenQ.S.C.
Reserve tweede klasse A:
Ajax LHW.MS. H.
H.R.C. II—V.V.A. II.
Juniores B:
A.F.C.—D.W.S.
ZandvoortDW.V.
Z.F.C.De Meteoor.
AjaxR. C. H.
AFDEELING IL
Eerste klasse:
ExcelsiorHermes-D.V.S
D.W.S.—Haarlem.
Z.F.C.—K.F.C.
StormvogelsH.B.S
D.F.C.Sparta
AFDEELING III.
Eerste klasse:
Heracles—Wageningen.
Ensch. BoysZ.A.C.
A.G.O.V.V.—Go ahead.
P.E.C.—Enschedé.
VitesseTubantia.
AFDEELING IV.
Eerste klasse:
NoadM.V.V.
Lon gaBleij erheide.
JulianaWillem IL
B.V.V.P.S.V.
EindhovenN.A C.
AFDEELING V.
Eerste klasse:
G.V.A.V.Velocitas,
LeeuwardenFrisia.
H.S.C.Sneek.
VeendamFriesland.
AchillesBe Quick.
OM DEN NEDERLANDSCHE VOETBAL
BEKER.
Tweede ronde-
T.O.G.—Beverwijk.
W.F.C.—T.H.B.
Z.R.C.Ripperda.
E.D.O.—H.V.C.
UtrechtBloemendaal.
KinheimZeemeeuwen.
Hillingn-De Kennemers.
SchotenHillegom.
(Sportkr.)
BILJARTEN.
FED. v. BILJART-VEREEN. VOOR HAARLEM
EN OMSTREKEN.
KLASSE A:
gesp. gew. gel. verl. v.-t.
Excelsior 2 2 84
Vr. Kring II 2 2 84
O. V. S. 3 111 9—9
Gr. Woud 3 i3 5—13
Vr. Kring H
O. V. s.
T. O. G. (b)
De Poort
Telescoop
T. O G. (a)
De Doelen
Gr. Woud
KLASSE B
2 2
2 1
2 1
2 1
2 1
2
2
2
8—4
8—4
7—5
7—5
4—8
4—8
3—9
KLASSE C:
O. V. S. (a) 1 1 4—2
De Doelen 1 1 42
De Poort (a) 1 1 33
De Poort (b) 1 :T 3—3
T. O. G. 1 1 2—4
O. V. S. (b) 1 1 2—4
Gr. Woud 0—0
Het programma van 2227 October luidt
als volgt:
A KLASSE:
Dinsdag speelt Excelsior tegen Vr. Kring n.
B KLASSE:
Dinsdag speelt T. O. G. (b) tegen De Doelen.
Woensdag speelt Vr. Kring II tegen Teles
coop. Terwijl De Poort O. V. S. ontvangt, gaat
T. O. G. (a) naar het Groene Woud.
C KLASSE
Dinsdag ontvangt De Doelen De Poort (a)
Donderdag gaat O. V. S. (a) bij het Groene
Woud op bezoek, terwijl op dienzelfden dag
T. O. G. zijn return speelt tegen De Poort (b).
Oplossingen, bijdragen, vragen, enz. te
zenden aan den Schaakredacteur van Haar
lem's Dagblad, Groote Hozitstraat 93, Haarlem
PROBLEEM No. 770.
(No. 10 van den wedstrijd, 30e ladder)
Mat in drie zetten.
Stand der stukken
Wit: Kbl, Dd8, Pb5, Pc5. a2. c6, d3, e2, f4.
Zwart: Kd5, Lhl, Pal, a3, d7, e3, h6.
„Capablanca is de geniale vertegenwoordi
ger van de praktijk. Hij is het imaar wil het
ook zijn. Hij is listig, handig, sterk en vin
dingrijk. Odysseus is wellicht zijn ideaal.
Ik ben en was steeds theoreticus, philo-
soof. Mij interesseert meer de beteekenis van
een gebeuren dan het gebeuren zelf, meer de
regel dan de uitzondering.
Mijn ideaal is Julius Caesar."
DR. EMANUEL LASKER.
PARTIJ No. 823.
Gespeeld in het meestertournooi te Bad.
Niendorf, 2 Juli 1934.
Wit: Zwart i
G. Stahlberg G. Stoltz
(Surte). (Stockholm).
DAME-INDISCHE VERDEDIGING.
1. d2—d4
2. c2—c4
3. Pbl c3
4. e2—e4
5. Lfl-d3
Pg8 f6
e7—e6
b7-b6
Lf8-b4
c7-c5
De meer gebruikelijke speelwijze 5.
Lc8—b7 gevolgd door Lb4xc3r. d7d6 en
Pb8d7 heeft in den laatsfcen tijd steeds tot
duidelijk overwicht voor Wit geleid. Zwart
probeert daarom een ander plan, zonder daar
mede meer geluk te hebben.
De fout ligt reeds in de opening. Dame-
Indisch is in dezen vorm onvoordeelig voor
Zwart.
6. d4d5
7. b2Xc3
8. f2-f4!
Lb4Xc3f
e6—e5
Dd8-e7?
Zwart moest beslist door 8.d7d6
het veld e5 vasthouden.
9. f4Xe5 De7Xe5
Op 9.Pf6xe4 volgt 10. Pglf3enz.
10. Ddl—c2 Pf6Xe4
Nu zou de positioneele speelwijze 10.
d7d6 te laat komen: 11. Pglf3. Deoe7;
12. Lel—f4, Pb8d713. 0—0 en Wit drukt
e4e5 door of komt na 13.Pd7e5;
14. Pf3xe5, d6xe5; 15. Lf4g5. gevolgd door
Dc2f2, tot een doodelijke binding van het
Paard!
11. Pglf3!
De5Xc3f
Na 11'.De5e712. Ld3xe4, f7—f5;
13. 00, f5xe4; 14. Lelg5! is Zwart verloren.
12. Dc2Xc3
13. Lel—b2
A
13 .Pc3Xd5
Zwart geeft een officier voor drie pionnen,
gaat echter te gronde aan zijn slechte ontwik
keling. Nog erger was 13.Pc3a4; 14.
Lb2xg7, Th8g8; 15. Lg7—f6, Tg7xg2 (of
b6b5; 16. 00, enz.); 16. Kei-f 1met ster
ken aanval, b.v. 16.Tg2g4; 17.
Tal—el t, Ke8—f8; 18. h2—h3Tg4—f4; 19.
Lf6e7 t, Kf8—g7; 20. Thl—gl t, Kg7-nh8;
21. Le7—f6 t, Tf4xf6; 22. Tel—e8
14. c4Xd5 O—O
15. O—O—O d7—d6
Na 15.Lc8a6 zou kunnen volgen:
16. Thl—el. La6xd317. Tdlxd3, Pb8—a6; 18.
Pf3e5!, Pa6b4; 19. Td3g3, respectieve
lijk 17.d7d6; 18. Pf3^h4!, g7—g6;
19. Ph4f5! en wint.
16. Thl—el Pb8—d7
17. Tel—e7 f7—f6
Er is geen bevredigende verdediging, het
witte Looperpaar is te sterk.
18. Pf3—g5! Pd7-e5
19. Lb2Xe5 d6Xe5
20. Pg5e6 Lc8Xe6
21. d5Xe6 Tf8—e8
Nu forceert Wit op elegante wijze zijn
vrijpion.
22. Te7Xe8f Ta8Xe8
23. Ld3-b5! Te8-a8
24. e6-e7 Kg8-f7
25. Tdld8 Opgegeven
In bovengenoemd tournooi won Stahlberg,
de Zweedsche grootmeester, met 8 punten den
eersten prijs.
Verdere prijswinners waren: 2. K, Richter
(Berlijn), 7 1/2 punt; 3. K. Ahues (Charlotten-
burg), 6 1/2 punt; en 5. de Deensche mees
ter B. Nielsen en Reinhardt (Hamburg), beiden
met 6 punten.
OPLOSSING PROBLEEM No. 764.
(No. 2 van den wedstrijd, 30e ladder).
Stand der stukken:
Wit i Kh5, Da6, Tel, Lb2, Pd4, d2, dó, g2.
Zwarti Ke5, Te4, d7, f5, f6.
(Dr. S. Gold, New York).
1. Da6c4, enz.
OPLOSSING PROBLEEM No. 765.
(No. 3 van den wedstrijd, 30e ladder).
Stand der stukken:
Wit: Kg6. Dc3, Pe8, Pf3, c2, e6, e7, f5.
Zwart: Kd5, Pb2, c5, c6, f4, f6.
(Ir. A. J. C. van Eelde, 1857-1913).
1. Dc3a3, enz.
Beide problemen goed opgelost door:
H. J. S. Beck, H. de Ruijter en J. Vermeer,
allen te Bloemendaal; E. G. van der Kaay, te
Driehuis-VeLsen; M. D. L. Artz, H. J. Bakker,
J. J. H. Bauer, J. Derogee, C. van Dort, H. W.
van Dort-, A. W. Face. W. Geuzebroek Jr., F.
F. Groos, J. Hillebrand. J. Hoeksema, F. W.
Hoogerbeets, J. Hoogeveen, J. ten Hove, K.
Koeöooder, C. A. Lukaart Jr., J. Luit-ing, H.
Meijer. J. H. Meilink, A. J. Mooy, W. Nijenhuis,
mej. J. Olde Reuver of Briel, K. H. R. Pluim—
Mentz, H. Postuma, P. Rotteveel, J. Schippers,
mevr. J. SmitBückmann, mevr. Spoor. H. J.
Steenbergen, C. Warlé, C. F. Weber, D. Willem-
sen en J. A. G. Zomer, allen te Haarlem; J.
E. Baalbergen en L. A, Patoir, beiden te Heem
stede; H. F. Antonisse, J. Germeraad, B. van
Rossean en K. Siegerist, allen te Santpoort,
(allen tweemael twee punten).
Voorts is no. 764 goed opgelost door:
J. Blokker en C. Rietman, beiden te Haar
lem (beiden twee punten).
Ten slotte B. H. Snelleman, te Haarlem
(2x2 p.)
CORRESPONDENTIE.
Haarlem. J. B. In no. 765 faalt 1'. Pe8xf6 t
na. 1.Kd5d6. H. M. Vergeet s.v.p.
niet bij uw oplossingen steeds de nummers
der problemen te vermelden.
C. R. In no. 765 is Zwart niet mat na 1
Kg6h6, Kd5e4; 2. Pe8xf6t, wegens 2.
Ke4xf5.
Heemstede. J. E. B. De prijzen worden, na
keuze te hebben gedaan, toegezonden, maar
zijn niet vooraf te bezichtigen.
Haarlem. A. J. M. Over het Kriegspel, het
zoogenaamde „can I", zullen wij u in ae vol
gende rubriek uitvoerig inlichten.
Tusschen het riet.
Eenige leden van bovengenoemde vereeni-
ging hebben Zondag van 's morgens 7 tot 10
uur een hengelwedstrijd gehouden in de Leid-
sche vaart. Verscheidene mooie baarzen wer
den verschalkt; de prijswinnaars waren als
volgt: 1ste prijs een baars van 24 2 C.M. J. A.
vanSlooten; 2de 23.7 A. Eerhart; 3de 23.5 Strij-
land: 4de 21.— J. Bauzema; 5de 20.4 A. Bijster;
6de 20.— J C. van Leeuwen. 7de 20.J. Pirets,
8ste 19 9 Gerbranda. 9de 19.5 J. van de Gevel;
10de 19.5 Haasbeek; 11de 19.3 Karman (troost
prijs).
Het uitreiken der prijzen zal plaats hebben
op de eerstvolgende bestuursvergadering Dins
dagavond 6 November in het gebouw „Het
Blauwe Kruis".
Morgenrood.
Bovengenoemd college hield Zondag een
kaswedstrijd op baars in de Ringvaart b(j
Bennebroek.
Eerste prijswinnaar tevens „held van den
„ag" was N. v. Dijk. 2. J. v. Broekhuizen,
3. M. Sieraad. 4. W. v. Broekhuizen, 5. J. van
Dijk, 6. P. Wouterse, 7. J. Mimmers, 8. H.
Smits. 9. F. Janse Kok. 10. A. Koster, 11. v.
Werven, 12. H. v. d. Schoot.
Na afloop werden de prijzen door den
voorzitter, den heer J. Hommers met een toe
passelijk woord uitgereikt. Ook aan de con
troleurs werd voor hun accuraat werk een
prijs uitgereikt.
HOLLAND—AMERIKA LIJN
Lochmonar, Rotterdam naar Vancouver 21
(v.m.) te Londen.
Nebraska, Vancouver naar Rotterdam 21
(v.m.) te Londen.
Voler.dam, Rotterdam naar New-York pass.
22 Lizard.
Statendam. New-York naar Rottredam 24
(middernacht) te Plymouth verwacht.
Leerdam, New-York naar Rotterdam 10
(10.37 n.m.) 1217 mijl W.Z.W. van Valentia.
HOLLAND—AFRIKA LIJN.
Randfontein (uitreis) pass. 21 Oct. Oues-
sant.
Klipfontein 21 van Bremen te Hamburg.
Heemskerk (uitreis) 21 te Zanzibar.
HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN
Maaskerk 21 van Rotterdam te Hamburg.
J
HOLLAND—OOST-AZIë LIJN.
Meerkerk (thuisr.) 20 te Manilla.
JAVA—NEW-YORK LIJN.
Palembang, Batavia naar New-York 21 van
Belawan.
JAVA—CHINA—JAPAN LIJN.
Tjikandi, 19 van Padang naar Pekalongan.
Tjisadane, Shangh. n. Macass. 19 van Ma
nilla.
Tjinegara. 19 van Batavia te Hongkong.
Tjisalak 19 van Manilla te Hongkong.
JAVA—AUSTRALIë LIJN.
Nieuw Holland 20 van Melbourne naar Sin
gapore.
HOLLANDBRITSCH-INDIë LIJN.
Hoogkerk, (thuisreis) 20 van Colombo.
KON. NED. STOOMBOOT MIJ.
Stella, 22 October van Amsterdam te Bre
men.
Achilles, 22 October van Jaffa te Haifa.
Titus 21 October van Belize naar Pto. Cortez
Crijnssen. 20 van Cristobal naar Cartagena,
Cottica, 20 van Amsterdam te Paramaribo.
Telamon, Rotterdam naar Alexandrië pass.
21 Gibraltar.
Orpheus, 22 Oct. van Oran naar Barcelona.
Trajanus, 21 Oct. van Catania te Venetië.
Bacchus. Palermo, naar Amsterdam pass. 22
(11 v.m.) Ouessant.
Euterpe. Bord. naar Amsterd. pass. 22 (10.15
v.m.) Lydd.
Venezuela. Amsterdam n. Barbados 21 (2.34
n.m.) 50 mijl Zuid van Land's End.
Merope, Amsterdam n. Pto. Rico 19 (7.50
n.m.) 90 mijl Z.O. van Land's End.
Ajax 20 van Aarhuus naar Amsterdam.
Alkmaar, 20 van Antwerpen te Delfzijl.
Aurora. 21 van Melilla naar Carthagena.
Berenice 20 van Lissabon naar Setubal.
Calypso, Levant naar Amsterdam pass. 21
(4 n.m.) Finisterre.
Hermes. 20 van Tanger naar Algiers.
Irene. 20 van Napels te Savona.
Odysseus, Stettin naar Amsterdam pass. 22
(1 v.m.) Brunsbuttel.
Orestes. 21 van Hamburg te Amsterdam,
Orion 21 van Amsterdam te Rotterdam.
Saturnus, 20 van Piraeus te Candia.
Theseus, 22 (1 v.m.) van Amsterdam te
Hamburg.
Tiberius, 20 van Aalborg naar Amsterdam,
Triton, 20 van Cavalla naar Messina.
Ulysses. 21 van Stamboul te Bourgas.
Vesta, 20 van Napels te Catania.
Georgios Mantacas (charter) 21 van Izmir
naar Bremen.
Bennekom, Chill naar Amsterdam 20 van
Talcahuano.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
Chr. Huijgens (thuisreis) 23 (6 v.m.) te
IJmuiden en (10 v.m.) te Amsterdam ver
wacht.
Mapia (thuisreis) pass. 21 October Ouessant
Chr. Huygens, Batavia n. Amsterdam 22 v.
Southampton.
Marnix van St. Aldegonde (thuisreis) 21 v.
Sabang.
Poelau Tello 20 van Batavia n. Amsterdam.
SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN
Saparoea, Calcutta n. Vancouver 22 v. Ma
nilla.
SOOMVAART MIJ. OCEAAN.
Prometheus, Batavia n. Amsterdam 20 v.
Pt. Sudan.
Clti of Norwich, Japan n. Rotterdam 22 v.
Havre.
Sity of Pittsburg n. Rotterdam pass. 20
Perim.
Hector, Japan n. Rotterdam 21 van Port
Said.
Dolius, Batavia n. Amsterdam 20 v. Mar
seille.
Stetor, Batavia n. Amsterdam p. 21 Gi
braltar.
Diomed, Japan n. Rotterdam 22 te Taku
Bar.
Aeneas, Japan n. Rotterdam 21 van Shang
hai.
Clytoneus, Tyne n. Liverpool en Java p. 21
Mumbles.
City of Khartoum, Otaru n. Rotterdam 19
van Davao.