Artikel 289 strafrecht
Een felle brand woedde in een fabriek aan den Bredascheweg te Tilburg, tengevolge waar
van een groot gedeelte van de fabriek in asch gelegd werd
De eerste en de tweede spade voor de werkzaamheden der Midden Limburgsche beken-
vei betering onder Panheel zijn Donderdag resp door minister Slotemaker de Bruïne en
baron van Hövell tot Westerflier, commissaris der Koningin, in den grond gestoken
Uitbrengen van reddingbooten De N.Z H Reddingsmaatschappij hield Donderdag demonstraties
te IJmuiden met de reddingboot .Barend van Spreekens*
Op weg naar den wedstrijd
in het boterbereiden op de
Landbouwtentoonstelling te
Londen
Kolonel Fitzmaurice met den piloot Bonar
bij de voorbereidingen voor zijn vlucht naar
Australië waarbij hij het record van Scott
en Black wil verbeteren
De eerste foto van de aankomst van de .Uiver* te
Melbourne Bovenstaande foto, welke radiotelegrafisch
van Melbourne naar Londen werd geseind en vandaar
per vliegtuig naar Amsterdam werd gebracht, toont het
moment na de landing van de -Uiver", terwijl de piloten
Parmentïer (links) en Moll door den Nederlandschen
consul worden verwelkomd
Het is nu alles Uiver en K L M.,
wat de klok slaat Enthousiaste
onbekenden hebben het Leid-
scheplein te Amsterdam den
naam K LM -plein gegeven
De minister-president dr, H. Colijn en de directeur van
de K.L.M., de heer Plesman, hebben Donderdagmiddag
te den Haag een radiogesprek gevoerd met de beman
ning van de „Uiver" te Melbourne. Ook minister de
Wilde was hierbij tegenwoordig
FEUILLETON
Oorspronkelijke Recherche Roman,
door
J. CHR. TETENBURG.
Inspecteur van politie te Utrecht.
21)
Hij werd voorzichtig in den auto van den
dokter gelegd die hem met spoed naar de
Chirurgische afdeeling der Stadsklinieken
vervoerde.
Om elf uur dienzelfden avond, rolde de on
fortuinlijke Inspecteur op een baar de ope
ratiekamer binnen en werd op de operatie
tafel gelegd.
De kap met de langzaam neerdmppelende
aether werd hem op het hoofd gezet en zijn
laatste indrukken van deze wereld waren:
veel licht (het ontsteken der sterke electrische
lampen) en geruisch van stroomend water
."■veroorzaakt door het langdurig handen-
tvasschen der chirurgische studenten.)
Een ice uren later hoort hij een vrouwen-
Item zeggen:
„Lietsen, ben je wakker?"
Hij slaat de oogen op en thans dringt het
x>t hem door dat hij in een ziekenhuis ligt
»n een verpleegster aan zijn bed zit. Weer
aerhaalde deze haar vraag en hij antwoordt:
,Ja".
Tegelijkertijd krijgt hij een gevoel alsof ei
sen loodzwaar gewicht aan zijn linkerbeen
langt.
Langzaam liepen zijn hersenen weer vol en
verirmerde hij zich stuk yoor stuk de verschil
lende feiten weer. Eén omstandigheid nam
zijn gedachten daarna geruimen tijd in be
slag: Hij was eenige dagen tevoren te weten
gekomen, dat van Ostens niet kon zwemmen.
Een badmeester van de zweminrichting waar
Van Ostens veel kwam baden, had dit met
stelligheid verklaard, terwijl zijn kennissen
dit konden bevestigen. Hij kon dus onmogelijk
de man geweest zijn, die met krachtige slagen
de gracht te Julianastad was overgezwom
men. Zijn aanvankelijke veronderstelling,
dat van Ostens de man geweest moest zijn.
die het schouwlokaal was binnengeslopen,
bleek hierdoor definitief foutief te zijn.
Zou er dan toch geen verband bestaan
tusschen het ongeluk met den zwerver en den
moord op diens naamgenoot?
Het feit. dat hij aldus plotseling aan het
bed gekluisterd was hinderde hem nog meer
dan de vreeselijke pijnen, die zijn been teis
terden. Optimist als hij altijd was, had hij
een vast vertrouwen in een spoedige algeheele
genezing, zoodat hij zich hierover niet be
zorgd maakte.
Eensklaps overviel hem een duizeling. Hij
werd vreeselijk onpasselijk en begon hevig
te braken: De uitwerking van de narcose be
gon zich te doen gelden. Barstende hoofdpijn
voegde zich er bij en hij verviel daarna in een
koortsig ijlen. De verpleegster, die zich
eenigszins ongerust maakte, riep terstond een
hoofdzuster en ook kwam even later een dok
ter kijken. Zij wisten maar al te goed, wat
koorts onder deze omstandigheden kon be-
teekenen. Gelukkig liep deze vrij spoedig te
rug en bleek niet van gevaarlijken oorsprong
te zijn.
De daarop volgende dagen verliepen als in
een kwaden droom en eindelijk begon de
pijn wat te zakken en keerde ook zijn eetlust
van lieverlede terug.
Zijn denkvermogen werd weer helder en nu
kon hij ongestoord zijn gedachten weer
laten gaan.
Inspecteur ten Boekhorst van de recher
che 3de sectie, kwam hem regelmatig op de
hoogte houden van hetgeen alzoo op het bu
reau voorviel en natuurlijk in het bijzonder
over den moord op Nah-Indra en de testa-
ments-vervalsching met gasverstikking bij
notaris Sierstra.
Uit den aard der zaak wist inspecteur ten
Boekhorst niet, hoe ver het met de vergif
tigingszaak in Elkendam gesteld was. Lang
spraken de beide Inspecteurs ook nog over
eventueelen opzet bij het aut^-ongeluk. Bei
den achtten het onwaarschijnlijk, maar wil
den niettemin de mogelïjkheir niet uitsluiten.
Het ingesteld onderzoek naar de daderes
was zonder resultaat gebleven. De bewuste
circusdame was opnieuw gehoord, doch deze
bleef er bij, dat ze van den moordenaar van
Nah-Indra niets afwist en maar uit aardig
heid tegen haar begeleider gezegd had, dat
ze wist hoe hij er uitzag.
Inspecteur ten Boekhorst meende, dat men
het in Elkendam niet zou aandurven om de
zaak ter terechtzitting aanhangig te maken,
daar de kans zeer groot was, dat van Ostens
dan zou worden vrijgesproken. En eenmaal
vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervol
ging zou hij nimmermeer voor dezelfde feiten
kunnen worden veroordeeld, ook al werden er
later stapels bewijzen aangevoerd.
Toen het om half tien in zijn kamer begon
te schemeren en de Zuster vroeg of hij de gor
dijnen dicht wilde hebben en het licht aan,
weigerde hij dit.
Al peinzende werd hy later in de toenemen
de duisternis door den slaap overmand.
HOOFDSTUK XVHX
EEN AANSLAG EN EEN BEKENTENIS.
De rechercheur van Politie van der Stelten
van de recherche 4de sectie te 's Torenbosch,
typte op 22 Augustus 19— de laatste regels
van het onderstaande stuk:
Gemeente Politie VTorenboscli
Pro-Justitia.
No. 3301.
Proces-verbaal.
Op heden verscheen voor mij. Pie ter Willem
van der Scelten, agent van politie recher
cheur in de gemeente s Torenbosch, een mij
onbekend manspersoon, die opgaf genaamd
te zijn Johannes Anthonïus Verzeumen, oud
24 jaar. student in de Rechten, wonende in
het pension „San Remo" te Selburg, aang'fte
doende en verklarende als volgt: „Op Vrijdag
21 Augustus 19des namiddags ongeveer ze
ven ure, begaf ik mij, zooals ik dat meermalen
placht te doen, per rijwiel van Selburg naar
's Torenbosch.
Ik volg daarbij steeds denzelfden weg en
wel tot Huize ..Boschrust" den Rijksstraatweg
en daarna binnendoor, het rijwielpad door
het bosch naar de Lindenlaan te 's Toren
bosch Dit pad is aangeduid met officieele bor
den met opschrift „Rijwielpad" en is te be
schouwen als openbare weg. Nadat mij aan
vankelijk een dame en een heer per rijwiel
passeerden, reed ik ongeveer tien minuten
over het pad zonder iemand te zien. Plotseling
toen ik mij vlak bij de plaats bevond, waar-
een vervallen hut langs den weg staat, hoorde
ik in het struikgewas rechts van mij, een
scherpen knal, waarvan ik erg schrok en te
gelijkertijd een fluitend geluid langs mijn oor.
Ik uitte een luiden schreeuw. Onmiddellijk
daarop viel een tweede schot en een klap
tegen mijn rijwiel, vlak bij mijn knieën, deed
mij begrijpen, dat er opzettelijk on mij ge
schoten moest worden.
Ik liet mij met rijwiel en al omvallen, bleef
plat liggen en schreeuwde „Hou op!" Doch
dit scheen niet te helpen, want een derde ko
gel sloeg vlak boven mijn hoofd in een boom.
Ik dacht niet anders,, dan dat het met me ge
daan was, doch het schieten hield op en ik
hoorde duidelijk takkengekraak in de rich
ting van de hut.
Toen werd alles weer stil. Nog eenigen tijd
bleef ik liggen om af te wachten of er soms
iemand langs het pad aan zou komen-, doch
toevalligerwijs passeerde er niemand. Ik ben
toen opgestaan, sprong vlug op mijn fiets en
reed zoo hard ik kon het pad af, naar de
Lindenlaan. Daar constateerde ik, dat een
kogel mijn aetentasch. die aan de midden
stang van mijn rijwiel hing geheel doorboord
had, zelfs is deze door een mijner dictaten
gedrongen.
Ik overhandig u hierbij deze actentasch met
als inhoud twee dictaatcahiers, waaraan u
duidelijk de kogelgaten kunt zien."
Ik kan u de plaats, waar de boom door den
kogel werd getroffen, nog aantoonen.
Ik ben van meening. dat men opzettelijk en
met voorbedachte rade op mij geschoten
heeft teneinde mij van het leven te berooven
Een ongeluk bij het jagen is uitgesloten,
ornaat hier niet gejaagd mag worden, de ko
gels alle drie in dezelfde richting kwamen
en het schieten, ook na mijn schreeuwen niet
ophieid. Ik heb op niemand eenig vermoe
den. Een motief voor de daad zou kunnen
zijn, dat ik een groote erfenis wachtende
ben.
Ik verzoek u een onderzoek in te stellen en
den dader strafrechtelijk te vervolgen."
Ik, verbalisant, heb, na daartoe bekomen op
dracht van den Commissaris van Politie, mij
denzelfden avond, vergezeld van den Briga
dier van Politie Lagenboom van den Herken
ningsdienst en van aangever, naar de plaats
des misdrijfs begeven en constateerde, dat
in een boom langs het rijwielpad hiervoren
bedoeld, nabij een verlaten boschhut een
klein rond gat was. Daar het reeds te donker
was om waarnemingen te doen is daarop op
last van genoemden Commissaris, een vas
ten post ter plaatse opgesteld, waarop wij
den volgenden morgen opnieuw, thans mede
vergezeld van den Commissaris, een onder
zoek instelden.
iWorfü vervolgd,*.