Artikel 289 strafrecht
Birger Ruud, d« Olympische hampioen In het ski springen, nam Zondag deel
aan de slotwedstrijden die op de met dennennaalden bedekte springschans in
het Grünewald bij Berlijn werden gehouden
Het door Ir. A v. d. Steur ontworpen monu
ment voor den vroegeren directeur der
gemeentewerken G J. de Jongh, dat aan
het einde van den museumtuin aan den
kant van den Westzeedijk te Rotterdam zal
verrijzen, nadert zijn voltooiing
In tegenwoordigheid van verschillende autoriteiten, o w den burgemeester van
Amsterdam, dr. W. de Vlugt, is Maandag het Allard Pierson-museum in een
plechtige bijeenkomst aan de gemeente Amsterdam Overgedragen
De Schiller-herdenking in het Nationaal Theater te Weimar werd door den Duitschen
Rijksleider Adolf Hitler en verschillende andere leden der regeering bijgewoond
Nabij het kantoor der K L.M, op het Leidscheplein te Amsterdam zijn vier
kiosken geplaatst voor den verkoop van plaatsbewijzen voor de huldiging der
.Uiver'-bemanning op Schiphol
De „Uiver" weer terug in ons land op de poppententoonstelling welke Maandag te Venray geopend is De Zesdaagsche te Amsterdam is afgeloopen. De wielerbaan
in het R.A.I.-gebouw wordt afgebroken
FEUILLETON
Oorspronkelijke Recherche Roman,
door
J. CHR. TETENBURG.
Inspecteur van politie te Utrecht.
36)
Bij die gelegenheid presenteerde de inspec
teur voor het eerst uit de kist met 100 stuks
fijne sigaren, die hem als winnaar der wed
denschap, door zijn collega der centrale re
cherche te 's Torenbosch Valksteen, was toe
gezonden.
Het bleek dat de commissaris zeer nieuws
gierig was en op alle details gepreciseerde
antwoorden verlangde.
Nadat Lietsen de geheele geschiedenis zoo
haarfijn mogelijk in extenso had uitgelegd,
overstelpte de commissaris hem echter nog
met vragen.
De voornaamste volgen hieronder:
„Waarom wilde je zoo haastig naar die
Janssen gaan?"
„Ik had na het ongeluk in de Brandeleer-
straat, het vermoeden gekregen, dat er een
verkeerde persoon getroffen kon zijn.
Het was dus zaak iemand op te sporen
met dezelfde namen en leeftijd. Ik vond de
ze, althans op papier, in 's Torenbosch. In
dien men er van uit ging dat een testaments
kwestie het motief was dan zou er mijns in
ziens getracht worden den erflater zoo gauw
mogelijk van kant te maken. Toen ik hoorde
van de geheimzinnige gasverstikking in het
kantoor van den notaris, die een testament
van Janssen bewaarde, versterkte dit mijn
jrermoeden.
Ik nam reeds aan, dat Nah-Indra de da-
deres was en in nauwe relatie stond met een
der erfgenamen van Janssen.
De moord op Nah-Indra deed mij beseffen,
dat deze persoon krachtig doortastte Het
lag dus in de lijn dat zeer spoedig een aan
slag op Janssen verwacht kon worden. Daar
om wilde ik dezen zoo gauw mogelijk, voor
dreigend gevaar waarschuwen. Ik kwam ech
ter te laat".
„Waarom kan de dader het kraantje van
den gashaard, niet opengezet hebben tij
dens den slaap van ds oude menschen?"
„Het kan natuurlijk wel. Maar logisch lijkt
het mij niet. Er was veel gevaar, dat het echt
paar bij het openen van de deur met een loo-
per, wakker geworden was. Bovendien zou
het onmiddellijk krachtig uitstroomende gas
een duidelijk geruisch hebben gemaakt.
Door het langzaam openen van de hoofd
kraan ging alles veel geleidelijker. Toen deze
eindelijk weer geheel open stond, was het
echtpaar waarschijnlijk al te ver heen, om
het nog te merken. Vrees voor leven bij het
binnendringen in de kamer en het rinkelen
der weg te nemen sleutel;, bestond er op deze
wijze niet meer."
„Hoe kwam je zoo aan die Lucie Mars
kant?"
„Dat zal ik u zeggen Ik heb bijna alle ver-
hooren, waaraan de girls van Nah-Indra wer
den onderworpen, bijgewoond. Bij het ver
hoor van Lucie kreeg ik heel sterk den in
druk: Jij weet er meer van. weet bij
eigen ervaring, dat men ten opzichte van een
verdachte zoo'n gevoel dikwijls kan hebben,
zonder dat het nog direct uit het verhoor
blijkt. Ik ben toen op onderzoek uitgegaan en
kwam te weten, dat de houdster van het lo
gement waar Lucie haar kamer had, bij de
politie gunstig bekend stond en deze meer
malen had geholpen. Ik heb er op gewaagd,
haar te verzoeken, mij van het doen en laten
van haar op de hoogte te houden, hetgeen
deze juffrouw voortreffelijk heeft gedaan.
Op die manier wist ik ook van de avondfiets
tocht naar het meer af. Zij was het ook, die
mij waarschuwde dat Lucie een nieuw enga
gement had gekregen en naar Elkendam zou
vertrekken
Ze gaf me zelfs den trein op, omdat ze dien
samen met Lucie in de spoorweggids had op
gezocht."
„Maar hoe wist je dan van de jas en het
horloge af?"
„Den dag voor haar vertrek, toen ik voor de
zooveelste maal weer eens een praatje had ge
maakt met den circusdirecteur, hoorde ik, dat
Nah-Indra nog een mooi vierkant gouden
armbandhorloge had gehad. Ik herinner mij,
dat dit niet bij den inventaris van haar kof
fers was opgegeven.
Het was dus heel goed mogelijk, dat de da
der zich dat had toegeëigend. Op dat mo
ment had ik nog niet het flauwste vermoeden
dat Lucie dit in haar bezit kon hebben.
Zonder geluk vaart niemand wel en wat op
het publiek den indruk maakt van phenome-
nale opsporingscapaciteit, is dikwijls in wer
kelijkheid puur geluk Het staat nog te bezien
of ik de goede oplossing gevonden had, als
het op den dag van het treinverhoor mooi
weer was geweest. Lucie had dan waarschijn
lijk den regenjas niet gedragen.
Toen mijn oog toevallig rustte op de
eenigszins eigenaardige knoopen van haar
mantel, ging het plotseling als een schok
door me heen: „Zoo'n knoop heb ik in mijn
zak! De gevonden knoop van de zwerverska
mer! Maar dan is die mantel ook van Nah-
Indra geweest! Zij zal dus waarschijnlijk ook
in het bezit zijn van het vermiste horloge!" Ik
wilde hiervan zekerheid hebben, deed alsof ik
er alles van af wist en zie: het schot was
raak! Ze viel door de mand. Nu stond ik sterk
aan de hand van deze wetenschap, kostte het
mij weinig moeite meer haar aan 't praten te
krijgen. Weliswaar deed ik of ik niet aan haar
schuld aan den moord geloofde, maar aan-
ankelijk verdacht ik haar toch wel degelijk
van medeplichtigheid."
„En het auto-ongeluk?"
„Zuiver een noodlottig toeval. Dat heeft
niets te maken gehad met het drama. Dat de
bestuurster is doorgereden is tegenwoordig
heel normaal. De bestuurders zijn uiterst
benauwd voor een veroordeeling terzake dood
door schuld.
Overtredingen als waarvan ik het slacht
offer werd, gebeuren dagelijks. U weet trou
wens zelfs wel: een aanrijding is tegenwoordig
een normaal verschijnsel."
„En had je direct al vermoed, dat de aan
gifte van den aanslag op Verzeumen valsch
was?"
„Neen, niet onmiddellijk. Wel hoorde ik er
erg raar van op, want op dat tijdstip helde ik
er juist meer naar over om in Verzeumen
den schuldige te zien. Van Ostens werd mij
voortdurend sympathieker.
Toen Verzeumen met zooveel nobele woor
den voor de Rechtbank getuigenis aflegde,
voelde ik daarin echter onwaarheid leu
gen.
Ik begreep dat deze man in staat was tot
zeer geraffineerde handelingen en ik kreeg
een onbestemd gevoel, dat die geheimzinnige,
onnatuurlijke aanslag wel eens een produkt
kon zijn van 's mans verbeelding.
Aannemende dat de aanslag gefingeerd
was, zoo paste deze prachtig bij de taktiek,
welke door den dader der verschillende mis
drijven gevolgd was: geraffineerde misleiding
der politie!"
Nog lang spraken de beide heeren ver
der. Commissaris van Baerle bracht den in
specteur tenslotte hulde voor zijn prestatie
en dank voor de wijze waarop hij de eer der
politie van Julianastad had hooggehouden.
Hij eindigde met de mededeeling dat de
hoofdcommissaris besloten had den tijd, dien
hij aan de zaak besteed had, niet als verlof,
doch als dienst aan te merken.
Hoewel Lietsen hiertegen protesteerde door
te zeggen, dat hij zijn verlof nooit op een nut
tiger wijze had kunnen doorbrengen, baatte
hem dit niet.
Lachend schudden se elkaar de hand, waar-1
r.a de succesvolle speurder zijn gewone taak
in het bureau weer hervatte.
Om de erfenis is nog lang door de familie
leden gevochten. Verschillende advocaten ver
dienden er geld aan.
De publieke opinie was dat een doortrapt
misdadiger, zooais Verzeumen geweest was,
nimmer iets zou kunnen erven. Het Burgerlijk
Wetboek bepaalt echter, dat als onwaardig
om erfgenaam te zijn, wordt beschouwd en ais
zoodanig van de erfenis is uitgesloten: „hij,
die veroordeeld is terzake dat hij den overle-
dende heeft omgebracht of getracht heeft
hem om te brengen.".
Verzeumen was echter niet veroordeeld en
bestond bij het openvallen van de erfenis.
Het testament stond oorspronkelijk op zijn
naam en niettegenstaande hevig protest, werd
de nalatenschap tenslotte toegekend aan den
vader van den moordenaar.
Deze had daarop de edelmoedigheid, de
helft er van af te staan aaji de family van
Ostens.
Alzoo verrichtte deze, uit de maatschappij
verwijderde man toch nog een nobele daad.
Helaas is van Osfcens' toestand kort daarop
weer verergerd. Thans wordt hij weer in een
zenuwinrichting verpleegd. De doktoren
gelooven echter in de mogelijkheid van zijn al
geheel herstel.
We zullen hopen, dat ze het bij het rechte
einde gehad hebben.
EINDE.
(Dit feuilleton Is als boek verschenen bij
den uitgever W. de Haan te Utrecht.)