LiTTI :RiM IN E^UNST d& xuiOekste en doe£nvatigsk ^YèdcbÉandse fUusficudz&vfi <jhcte stukken ftSets. WOENSDAG 14 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 9 HET TOONEEL. DE AMSTERDAMSCHE TOONEELVEREENICING DE ROMAN VAN JOHN LOVING. Een modern mysteriespel. De blijspelen en kluchten, die als proeven van Amerikaansch tooneel bijna uitsluitend uit Amerika in Holland werden geïmporteerd, gaven ons over het algemeen geen al 'te hoogen dunk van de dramatische kunst in de Nieuwe Wereld en wij zouden geneigd zijn aan den smaak van het Amerikaanseh publiek te twijfelen, v/anneer daar niet Eugen O'Neill was, die met zijn belangrijk oeuvre het bewijs levert, dat er aan de andere zijde van den Oceaan toch ook neg plaats is voor tooneel- stukken, waarin hoog- ernstige problemen worden behandeld. Van ONeill kenden wij in ons land tot nu toe alleen Anna Christie en Liefde onder de Olmen, twee drama's, die vooral troffen door de forsche zelfs ©enigszins drastische schil dering van primitieve menschen met oer- instlncten. Een werk van geheel anderen aard is Days without End, dat de Amster- damsche Tooneelverceniging onder den titel De Roman van John Loving thans ten tooneele heeft gebracht, een soort mysterie-spel, dat echter alleen in het slot het wonder der genade overeenkomst vertoont met de oude mysteriespelen, maar overigens in de sterk cerebrale, overintellectueele bewerking wel in alle opzichten afwijkt van de zoo orimitieve en gevoelige spelen der middeleeuwen. Eugen O'Neill geeft in De Roman van John Loving den innerlijken strijd van een man die in zijn jeugd door een groot verdriet van het Katholieke Gelooof is afgedwaald en toch telkens God zoekt. Het is een voortdurende worsteling; tusschen gelooven en ontkennen en de Amerikaansche schrijver stelt ons dezen innerlijken strijd in versterkte mate voor oogen door naast den goeden mensch, die m John Loving is, voortdurend zijn kwaden ik te plaatsen. Het is dit mephistophelische du'obei ik, gepersonifieerd in een fantastisch wezen niet een scherp, nageboetseerd maar zielloos masker, dat voortdurend om en bij John Loving is en dan Worstelenden God-zoeker aldoor weer terugwerpt in een kolk van twijfel en ontkenning. Wij zien en hooren de geestelijke worste ling van John Loving dus niet alleen door het inwerken van uiterlijke gebeurtenissen op hem., maar ook door den aldoor gevoerden strijd met zijn dubbel ik. De innige roerselen van een ziel in nood met haar voortdurend zweven tusschen de twee polen van goed en kwaad, krijgen wij in beeld in deze twee met elkaar telkens strijdende ik-heden. die samen John Loving vormen. De koele, steeds ontle dende rede en het oude Geloof, zij worstelen voor ons zicht- en hoorbaar in deze twee per soonlijkheden in John Loving tot aan het slot, wanneer het wonder der genade over hem komt en de ziel God weer gevonden heeft. Dan is het dubbel-ik overwonnen en verdwijnt het in het niet. Deze voortdurende strijd tusschen de twee ikheden is voornamelijk van intellectueelen aard en geeft aan heel dit stuk van O'Neill iets sterk cerebraals, zelfs in de momenten, die dramatisch van ontroerende werking zijn. En hierin vooral voelen wij den geest van dezen modernen tijd, die alles uitrafelt en ontleedt en zoo verschillend is met dien, welke het oude mysteriespel deed. geboren worden. Maar dat wij hier voor het werk van een groot schrijver staan, een tragedie, die in sommige oogenblikken ver uit stijgt boven wat wij van het tegenwoordige tooneel ge woon zijn, ja soms zelfs het klassieke nadert, zal een ieder hebben gevoeld, die de zeer in drukwekkende voorstelling van de Amster- damsche Tooneelvereeniging heeft bijge woond. Wel het meest in dat prachtige too neel, waarin John Loving zijn vrouw den dood indrijft, wanneer hij haar den inhoud van den door hem geschreven roman vertelt, en het haar klaar wordt, dat John in dezen roman zijn eigen leven heeft beschreven en hij uit haat tegen de liefde opzettelijk haar heeft bedrogen en hun huwelijksgeluk heeft gedood. Want nadat John Loving zijn Geloof aan God had verloren, had hij eerst nog red ding meenen te kunnen vinden in de aarösche liefde voor een vrouw. Maar ook aan dat ge luk had zijn dubbel ik der Geist der stets vernelnt hem op den duur doen twijfelen en gedreven door een steeds groeiende onrust had hij de 'daad gepleegd, waarmee hij zijn huwelijksgeluk vrijwillig verwoestte. In den roman, dien hij daarna van zijn leven schrijft, zoekt hij de oplossing voor zijn verwoest leven te vinden en het is al weer zijn dubbel-ik. dat hem er toe drijft Elsa, zijn vrouw, in zijn roman te doen sterven. Wanneer Elsa het slot van dezen roman van hem hoort, weet zij ook, dat er voor haar geen redding meer is en gaat zij den weg naar buiten in den stroomenden regen, die voor de nog niet geheel genezene zieke een zekere dood be teekent. Hier bereikten stuk en voorstelling hun hoogtepunt. Dat heengaan van Elsa, den dood tegemoet, zooals het door Charlotte Kohier als de vrouw en Carpentier Alting als het diabolische dubbel-ik gespeeld werd, was zeldzaam suggestief. Dat was grootsch, adem beklemmend tooneel, waarbij wij aan nie mand minder dan aan Dostojewsky dachten. Wanneer de roman ook met deze vrijwillige daad van zijn vrouw werkelijkheid is gewor den, blijft er voor den door wroeging-gepijnig- den John Loving nog maar één uitkomst over. Gedreven door zijn dubbel ik, wil ook hij den dood zoeken, die hem, den ontkenner van God en de Liefde, alleen nog rust kan geven, maar dan gebeurt het wonder. Tegen alle berekening in, ontwaakt Elsa uit haar bewusteloosheid en zij vergeeft. Deze ver- giffen's redt John Loving, want op hetzelfde oogenblik valt de twijfel van hem af. Hij staat alleen thans, zonder zijn dubbel ik, de armen gespreid; het wonder der genade is over hem gekomen, hij heeft God weerge vonden. Niet overal heeft O'Neill zijn werk op een zelfde hoogte weten te houden. Het eerste bedrijf lijdt, aan een te voelbaar gebrek aan handeling en is feitelijk louter dialoog en uit eenzetting van ideeën, maar met de ver schijning van Elsa in n komt het zuiver- mensehelïjk element in dit spel en is er één voortdurende stijging tot aan dat ontroe rende tooneel. waarin aan Elsa de waarheid wordt geopenbaard en zij den weg gaat, die haar door het Dubbel Ik van John wordt ge wezen Dan volgt met de gesprekken tusschen John Loving en zijn oom. den priester, bij het ziekbed van Elsa weer een inzinking, voor a! omdat dit gesprek feitelijk enkel de her haling is van wat te voren reeds met zoo'n nadruk Ls gezegd geworden, en wij ook moei lijk kunnen aannemen, dat een priester zelfs al is hij de oom van John een zoo passieve houding zal aannemen tegenover de uitingen van het Dubbel-ik, welke hem soms als niet minder dan blasphemie in de ooren zullen klinken. Maar dan stijgt de schrijver weer boven de korte inzinking uit om met het aangrijpende bekeeringstafereel.zijn stuk prachtig te sluiten. De opvoering van De Roman van John Lo ving onder regie van Albert van Dalsum staat artistiek op een even hoog plan als dit werk van groot formaat en is dus te beschou wen als een daad van beteekenis. In een fi.in op elkaar afgestemd samenspel hebben allen zonder uitzondering zich met algeheele toewijding aan dit stuk van O'Neill eveeven en de magistrale vertooning in de stijlvolle en picturaal zeer mooie décors van Piet Kramer was vooral in de hoofdmomenten van sterk-suggestieve werk'ng. Van Dalsum en Carnentier Alting completeerden elkander als John Lovina- en ziin dubbel ik on waarlijk verrassende wijze en vormden samen een imnoneerende twee-eenheid, Van Dalsum warm en sterk emotioneel als de door strijd aefolterde mensch. Carpentier A^irtg sehe'-o- inteileotn°"i. üzia-koel en diabobsch als hrt ..andere ik". Charlotte Kohier hpfe ik hee' den avnnd vol-on bewonderd. Zii was vooral suhliem in haar stille snel hji het luisden near John's verbaal, toen zü zich de waarheid bewust werd. Zeer sterk en mooi van cont.ras-t, werk'ng was door beider snel ook het tooneel tusschen haar en Sarah Hevblom, de vrouw, die het bedrog aan haar met John nleesde. Tuies Verstraete trof als d° nriest.er door de mi'fiheid en zaehtheid in zijn snel. Kleinere rollen werden vervuld door La Chanelle zeer goed als de zak°nman William Füot Anna S^hlairnlles. Tmv Veen, Max Croi*et.' en Marie Sternheim. De irroote kracht van deze voor^tp'ling lag echter niet zoozeer in het md'vidueele sneL maar in het veheel. dat da^k zij Van Dalsum's regie in enkele tooneelen tot zeer groote hoogte steeg en tot het beste behoort, dat wij van dit gezelschap hebben gezien. J. B. SCHUIL. JACOB VAN LENNEP. BONTE AVOND. Tusschen haar gewone tooneel voorstellin gen door geeft de vereenigïne Jacob van Lennep ter afwisseling nu en dan in het ge bouw van den Kegelbond zoogenaamde „bonte avonden", die doordat de leden aan tafel tjes zitten een meer intieme sfeer hebben en dan ook door gezelligheid uitmunten. Van Lennep is op zulke feestavonden als één groote familie, waarin allen zich thuis voelen en ook de optredenden, als verwant aan het groote gezin, minder scherp-critisch worden beoordeeld dan in een schouwburg. De voorzitter, de heer Jac. van Maris, was in een zoo nationale bui, dat hij in zijn ope ningsspeech zelfs Molière bij de Hollandsche schrijvers wilde indeelen, „a slip of the tongue", die hij natuurlijk na een waar schuwing van achter het gordijn sooedig herstelde. Annie Hensen, de soubrette, die het eigenlijke programma ooende, was meer in ternationaal aangelegd. Zij zong zich zelf aan de vleugel begeleidend met een sympa thiek klinkend en zuiver sopraanstemmetje Fransche, Duitsche en Engelsche liedjes, maar kwam toch eigenlijk pas goed op dreef, toen zij later in het Hollaridsch mocht overgaan. Toen werd-de voordracht wat losser en klonk haar zingen minder mechanisch. Waarom zou men zeggen het dan zoo ver te zoe ken, als het succes zoo dicht bij ligt? De heer L. M. van den Born kwam met Duitsche ..Filmschlagers". Of het ooit Schla gers zouden geworden zijn. als zij zoo voor gedragen waren als door dezen heer. betwij fel ik. Een welluidende stem is voor het zin gen van zulke liederen nog niet voldoende. Èr moet toch ook nog 'n klein beetje bezieling en voordracht bij komen. Een aardige afwisseling brachten 4 danse resjes, die op het programma waren aange kondigd met den veel belovenden naam van „Les Sylphides". Waarom ook niet, als het knappe, lieve Hollandsche dames zijn? Het kleine tooneeltje in den Kegelbond is wel heel weinig geschikt voor den dans. vooral wan neer er een groep van vier optreedt. Alle proporties gaan dan verloren en de danseres sen kunnen zich ook moeilijk uitdansen. Dat dit een nadeel is. bleek ook bij het dansen van deze Sylphides. Zij konden zich niet ge noeg laten gaan en het dansen bleef daar door wat erg voorzichtig en schoolsch, wat voor een deel waarschijnlijk ook kwam door de onvoldoende begeleiding. Toch kon men zien, dat zij wel degelijk scholing hadden ge had. De costumes waren uitstekend verzorgd en telkens in den stijl van de uitgevoerde dansen. Het meeste succes hadden zij met een wals uit de Malle Gevallen, die dan ook in de zeer smaakvolle aankleeding licht en bevallig werd uitgevoerd. Beppy Lemain gaf een „Spitzentanz" en deed dit met gratie en souplesse. 1 De geheimzinnige professor met de drie vraagteekens van het programma bleek nie mand anders dan de heer Huib Tuninga te zijn. Hij ontpopte zich als een vlot snelteeke- naar en kreeg van de zaal den bijval, dien hij verdiende. Zoo was het een genoegelijke avond, waar op de gezelligheid hoogtij vierde. Toch meen ik, dat op zoo'n bonten avond het programma wat minder uitgebreid kan zijn. Want er is geen schooner lied dan het oude „toujours, toujours, de beentjes van de vloer!" voor al, als je het in praktijk kunt brengen En daarop is het wachten toch van de meeste Van Lennep-leden op zoo'n gezelligen avond. J. B. SCHUIL. JONGEREN VREDESACTIE. Door een zetfout werd de naam van mevr. B. Buisingvan B e s o u w in het verslag van de bijeenkomst der Jongeren Vredesavtie in ons nummer van Maandag foutief vermeld als Buising—van Besoren. MUZIEK. CONCERT DER H.O.V. Soliste: Ria Schmitzgohr, viool. Het was dubbel jammer, dat uit het pro gramma Mozart's ouverture Die Zauberflöte werd geschrapt. Ten eerste natuurlijk om de muzikale waarde van Öe muziek, die in een matige orkestbezetting als die der H.O.V. een prachtige gelegenheid biedt om te excelleeren. Maar daarbij tevens, omdat deze Mozartmu- ziek mocht gelden als uitgelezen inleiding voor het vioolconcert van Louis Spohr. Men rekent hem gaarne tot de romantici, maar naar mijn gevoelen staat zijn muziek veel dichter bij Mozart, die evenals hij zijn ontwikkeling groo- tendeels dankt aan de Mannheimer school Door Mozart te schrappen, kwam Louis Spohr nu onmiddellijk na Bach, van wien Ria Schmitzgohr het a-moll concert voordroeg Daarenboven speelde zij. behalve Spohr. in 't tweede gedeelte van het concert nog het viool concert van Brahms, zoodat zij heel den avond vrijwel niet van 't podium kwam. Want na Spohr kwam er nog een toegift, waarbij Jan Rosekrans haar begeleidde op den vleugel, 't Was de eerste Hongaarsche dans van Brahms. Van de drie concerten die de violiste voor haar rekening nam. heeft mij Spohr het al lermeest voldaan. De prachtige linkerhand techniek der violiste vond !n dit negende viool concert van den grootmeester der Duitsche violisten een materie, die zij geheel beheersch- te Daarbij stelde haar elegante stokvoering die elk probleem gemakkelijk onlost. haar ir. staat, dit meesterwerk der vioolliteratuur gaaf en brillant weer te geven. Men denke aan de schitterende tertsenpassages van het slot- rondo, die in de entourage van een feilloos staccato flonkerden als diamanten van 't zui verste water. De indruk zou nog volmaakter zijn geweest, wanneer niet het orkest (even als in 't slotallegro bij Bachi hier had gemist het veerend élan, dat de soliste van noode heeft, om zich niet in haar stoktechniek ge remd te voelen. Overigens hebben Frits Schuurman en het orkest zich uitstekend var. hun taak gekweten, al had men ook bij Brahms den opzet van het finale vlotter, door zichtiger gewenscht. Brahms, dat wij van een Adolf Busch niet meer kunnen vergeten, (zijn fier en -manne lijk vioolspel houdt het. bij een hoog-adel- lyke voordracht, gemakkelijk uit tegen een geweldig orkestannaraat als van het Concert gebouw), heeft mij dezen avond minder vol ledig genot kunnen schenken, 't Zal den hoor der zijn gegaan als mij: de instrumentatie bij Brahms tart als 't ware den solist, om den kamp met het orkest aan te gaan. In dien strijd hield Ria Schmitzgohr wel iswaar moedig stand: ook kon men naast haar technische beheersching ten volle respect heb ben van haar muzikale opvatting. Maar de strijd was te ongelijk. En meermalen ging (vooral in de beide hoofddeelen) de viool partij volledig onder. Toch bleef het orkest matig in zijn klankproductie. Een „enog min der" aan klank zou geen Brahms meer ziin. Waarmee ik voldoende meen te hebben gemo tiveerd, waarom dezen avond de Brahms- voordracht van Ria Schmitzgohr mij niet ge heel heeft voldaan. Prachtig was zij in he: middendeel. Maar het Adagio bij Spohr denk ik mii toch weer breeder, waarvoor echter weer het summum van mannelijke kracht wordt vereischt bij souvereine beheersching der klankschoonheid. Ook Spohr's muziek is geen peulschil. De groote violisten spelen he^as veel te weinig deze allerzuiverste viool muziek en wij mogen de söliste van dezen avond wel heel erkentelijk zijn. Zij had bij haar gehoor uitbundig succes en zij kreeg veel bloemstukken. G. J. KALT. KERKCONCERT. Van het Dinsdagavond in de kerk der Broe dergemeente gegeven concert kon ik alleen het eerste gedeelte bijwonen, doch het gehoor - de was voldoende om de overtuiging te schen ken, dat hier door de dames Cor Igesz en fiets Nederkcorn en den heer Joh. de Nobel op /oor- treffelijke wijze gemusiceerd werd. De organiste der kerk, Bets Nederkoorn opende het concert met de klare en krachtige vertolking van een koraalvoorspel van Franz Tunder den voorganger van den beroemden Dietrich Buxtehude als organist te Lübeck en later diens schoonvader. De diepgaande mu zikale karakteristiek dié Bach's koraalvoor spelen bezitten is bij Tunder nog niet aan wezig. Zijn bewerking van het koraal „Chris tus unser Heiland" doet meer denken aan koraalvariaties waarin de abstrakte kunst overweegt, en die kunst schijnt bij Tunder niet doordrenkt van poëzie. Wat dat betreft speet het me het slotstuk van het concert, het prachtige Koraal HI van César Franck niet te kunnen hooren, want daar zit poëzie genoeg in. Maar wel hoorde ik Joh. de Nobel's voor dracht van de eerste cellosuite van Bach. Hij speelde haar goed, en wat Sarabande en Me nuet betreft, ook mooi, maar ik moest me toch afvragen, waarom de cellisten altijd weer met de suite in G of die in C aankomen Er zijn er toch nog vier, die we ook wel eens mo gen koren. Over den zang van Cor Igesz kan ik met evenveel ingenomenheid berichten als over het spel van Bets Nederkoorn en Joh. de Nobel. Helder en warm klonk haar stem in de liede ren van Joh. W. Franck en Hugo Wolf. en de organiste secondeerde haar uitnemend. Het kerkconcert ondervond de concurrentie (Adv. Ingez. Med.) van de concerten der H. O. V. en van de M. t. B. d. T.; jammer, want het had een talrij ker bezoek verdiend. K. DE JONG. M. f. B. v. T. Eerste Ledenconcert. Teen ik van de Broederkerk komende in den Schouwburg kwam, vernam ik, dat de aanvang van het ledenconcert vertraging had onder vonden. Het Bachconcert had namelijk door de weersomstandigheden, die op het auto verkeer belemmerend werkten, niet op tijd Haarlem kunnen bereiken. Ik miste dus alleen de geïmproviseerde causerie van Theo van der Bijl, gehouden tijdens denoodzakelijke accli- matiseerne der muziekinstrumenten en het eerste programir-anummer: vier Ricercari, die aan Palestrina toegeschreven worden, maar waarvan de echtheid twijfelachtig is. De rest van het programma was aan J. S. Bach gewijd. Door een omzetting van de volg orde hcorden we eerst bet derde Branden- burgsche Concert, dat nog pas eeleden op een concert der H. O. V. uitgevoerd werd en ook* een der glansstukken van het Concertgebouw orkest is. Met de herinnering daaraan moest men aan de dunne klank van het kamer orkest even wennen, en ook aan het temDO waarin ae dirigent het eerste deel liet spelen, een tempo, dat aanmerkelijk sneller was dan het gebruikelijke. Echter bleef de helderheid der polyphone structuur voldoende bewaard om ook deze vertak ine zond°r protest te aan vaarden. En die van Bach's Vioolconcert in E gr. t. aanvaardde men niet alleen gaarne, maar men kon er volop van genieten, want de solist Jo Juda speelde voortreffelijk en het ensemble liet niets te wenschen over. In 'f bij zonder mag de uitvoering van het heeidijke Adagio gereleveerd worden. De solo-cantate „O helder Tag" is een pendant van de cantate „Weichet nur. be- trübte Schatten", die To van der Sluvs verle den week op het concert der H O V. zong. Ook nu was zij de soliste en wedorom bekoor den haar glanzende stem. haar onberispelijke techniek en haar warme muzikaliteit. Van de vijf aria's die in de cantaten voorkomen deedde eerste de coloratuur uitkomen, de tweede ves tigde de aandacht op de obligate partij der oboe d' amore, de derde op die der fluit, ter wijl de vierde weer de medewerking der oboe d' amore en de vijfde die van het geheele orkest had. In deze cantate was de samen werking van het orkest niet steeds volkomen; enkele malen werd de helderheid van het oo- Ivnhone weefsel dat ook in deze cantate weer bewonderenswaardig is, eenigszins vertroebeld. Intusschen was de kennismaking met dit ensemble, dat nog niet lang gelden gevormd is, aangenaam en daar het uitnemende krach ten bevat, mogen we er nog veel goeds van verwachten. K. DE JONG. NIEUWE AFDEELING VAN DE S. D. A. P. DE LACHENDE VROUW. Vrijdag 16 November wordt in den Stads schouwburg door hel Centraal Tooneel, in abonnementsvoorstelling het zeer gunstig beoordeelde stuk .De Lachende Vrouw" op gevoerd. Arbeidsvraagstukken en de crisis. Bijeenkomst Jonge Liberalen. In een tweede voordracht Dinsdag gehou den voor den Bond van Jor.ge Liberalen, af- deeling Haarlem besprak Mr. A. J. R. Mauritz de vraag welke plaats het liberalisme heeft ln te nemen tegenover de massa-bewegingen van dezen tijd. Het liberale streven richt zich oo de vor ming van de persoonlijkheid. In de heden- daagsche economische, oo'itleke en geestelijke crisis waken de aanhanger* van het libera lisme voor deze ideeën en zij kunnen mede daardoor vooralsnog geen massa-partij vor men. Toch dient naar een nieuwe eenvoudige samenvatting te worden gestreefd van Jibe- rale grondgedachten a's verdraagzaamheid, vrijheidszin, persoonlijk verantwoordelijk heidsgevoel en ondogmatische religiositeit wil ook in de toekomst de massamensch van Europa voor een Westersch idealisme gewon nen worden. Aan den noodtoestand waartoe de actieve handelspolitiek heeft eeleid. kan alleen een einde komen, wanneer geleidelijk interna tionaal teruggekeerd wordt tot den vrijen handel. De denkbeelden gaan thans sterk in de richting van een gedwongen bedrijfsorgani satie. Het algemeen belang loopt daardoor ge vaar aan groepsbelangen te worden opge offerd. In dit verband wijdt spr. aandacht aan de crisis ln de sociaal-democratie. Nadat men nog onlangs het socialisatte-rapport heeft herzien, schijnt thans een ,,Plan van den ar beid" om propagandistische redenen .noodig. De verburgerlij king van de arbeidersklasse, een gezond verschijnsel, dreigt door de eco nomische crisis onderbroken te worden, Prijsbescherming met overheidshulp vormt van veel de kern. Prijsbescherming kan de li berale economie echter slechts tot op zekere hooate en alleen tijdelijk tolereeren. De eco nomische politiek van ons land moet in be ginsel gericht zijn op de vorming van een nieuw onbeschermd evenwicht tusschen prij zen. kosten en lasten op een lager niveau. Een overmatig dienen van groepsbelangen dreigt ook in Nederland van de ziide der vak beweging. Hoewel niet meer dan ruim de helft" van de Nederlandsche arbeiders geor ganiseerd is. worden de vakverenigingen te veel, ook door de Regeering. als uitsluitend representatief voor de arbeidersbelangen be schouwd. Spr. wil niet pleiten voor de vor ming in Nederland van een liberale vakbewe ging. Beter schijnt het de bestaande richtin gen in de vakbeweging van meer liberale ge dachten te doordringen. UITVOERING LEERLINGEN MUZIEKSCHOOL UITGESTELD. Door onverwachte omstandigheden kan de uitvoering ten bate van het Studiefonds, door leerlingen der Muziekschool, heden Woensdag 14 November, niet doorgaan. SCHEEPVAARTBERICHTEN HOLLAND—AMERIKA LIJN. Breedijk 13 v. Philadelphia te Rott. Lochmonar, Rott. v. Vancr. 12 te Cristobal. Lochkatrine, Vancouver n. Rott. 10 van Bel- lingham. Leerdam 12 (v.m.) van Rotterdam te N -York. Breedijk. 13 van Philadelphia te Rotterdam. Volendam 13 van New-York te Rotterdam. HALCYON LIJN. Stad Zwolle 12 v. Antw. te Genua, voor Tenes. HOLLAND—AFRIKA LIJN Randfontein (uitr.) 13 van Mombassa. Springfontein (uitr.) 12 van Mosselbaai. Bloemfontein (uitr.) 12 (4 v.m.) van Las Palm as. Meliskerk (thuisr.) p. 12 Dungeness. 13 te Ant werpen verw. HOLLAND—OOST AZIë LIJN. Arendskerk (uitr.) 11 van Genua. HOLLAND—AUSTRALIë LIJN. Almkerk (uitr.) 13 te Sycmey. JAVA—NEW-YORK LIJN. Tabina 10 van Batavia naar New-York. KON. HOLLANDSCHE LLOYD. Zeelandia (thuisr.) 12 van Satros. Gaasterland (htuisr.) 12 te Bahia. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Kota Agoeng (uitr.) pass. 12 (11 n.m.) Kaap del Armi. Kota Nopan (thuisr.) 13 van Singapore. Dempo (thuisr.) 13 (7 v.m.) te Marseille. Kota Baroe (thuisr.) 13 (v.m.) van Genua. Kota Gede (uitreis) 12 van Padang. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND. Johan van Oldenbamevelt (uitr.) 12 van Belawan Mamix van St. Aldegonde 13 van Batavia te Amsterdam. Poelau Bras (uitr.) 13 te Port Said. ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN. Alphacca (uitreis) 12 te Montevideo. Aldabi (uitr.) 12 van St. Vincent. SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN. Tosari, Vancouver naar Calcutta 10 van Cebu. Manoeran, N.-Orleans naar Calcutta 11 te Lor. Marques. STOOMVAART MIJ. OCEAAN. Peisander 12 van Amsterdam te Batavia. Agamemnon, Japan naar Rotterdam 11 te Singapore. City of Eastbourne, Rotterdam naar Dairen 13 van Singapore. City of Khartoum. Otaru naar Rotterdam 10 van Colombo. Dardanus, Rotterdam naar Japan 12 te Dairen. Perseus. Rotterdam naar Japan pass. 13. Perim. De afdeeling Haarlem n van de Sociaal Dem Arbeiderspartij vergadert Donderdagavond in den Protestantenbond aan de Berkenstraat, hoofdzakelijk voor het oprichten van een nieuwe afdeeling. Deze afdeeling zal omvatten de leden, wonende ten Oosten van den Rijks straatweg en in de Rivierenbuurt in Haar lem-Noord. Er zullen worden gekozen een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, benevens vier andere bestuursleden. De nieuwe afdee ling zal dan dadelijk beginnen met de behan deling van de voorstellen voor de Gewestelijke jaarvergadering. JAVA—CHINA—JAPAN LIJN. Tjimanoek. 7 van Soerabaja naar Saigon. KON. NED. STOOMBOOT MTJ. Berenice 12 van Danzig naar Kopenhagen. Crijnssen, W. Indië n. Amst. 13 (v.m.) te Havre. Costa Rica 13 van Amsterdam te Barbados. Ganymedes 12 van Volo naar Salonika. Hermes 12 van Stamboul naar Cavalla. Pluto 12 van Amsterdam te Odense. Poseidon 12 van Motril naar Melilla. Saturnus, Patras n. Amst. p. 12 (4 n.m.) Finisterre. Theseus 13 van Stettin te Amsterdam. Tiberius 12 van Lissabon naar Setubal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 7