LiTTI
:RiM IN E^UNST
d& xuiOekste en doe£nvatigsk
^YèdcbÉandse fUusficudz&vfi
<jhcte stukken ftSets.
WOENSDAG 14 NOVEMBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
9
HET TOONEEL.
DE AMSTERDAMSCHE
TOONEELVEREENICING
DE ROMAN VAN JOHN LOVING.
Een modern mysteriespel.
De blijspelen en kluchten, die als proeven
van Amerikaansch tooneel bijna uitsluitend
uit Amerika in Holland werden geïmporteerd,
gaven ons over het algemeen geen al 'te
hoogen dunk van de dramatische kunst in de
Nieuwe Wereld en wij zouden geneigd zijn
aan den smaak van het Amerikaanseh publiek
te twijfelen, v/anneer daar niet Eugen O'Neill
was, die met zijn belangrijk oeuvre het bewijs
levert, dat er aan de andere zijde van den
Oceaan toch ook neg plaats is voor tooneel-
stukken, waarin hoog- ernstige problemen
worden behandeld.
Van ONeill kenden wij in ons land tot nu
toe alleen Anna Christie en Liefde onder de
Olmen, twee drama's, die vooral troffen door
de forsche zelfs ©enigszins drastische schil
dering van primitieve menschen met oer-
instlncten. Een werk van geheel anderen
aard is Days without End, dat de Amster-
damsche Tooneelverceniging onder den titel
De Roman van John Loving thans ten tooneele
heeft gebracht, een soort mysterie-spel, dat
echter alleen in het slot het wonder der
genade overeenkomst vertoont met de oude
mysteriespelen, maar overigens in de sterk
cerebrale, overintellectueele bewerking wel in
alle opzichten afwijkt van de zoo orimitieve
en gevoelige spelen der middeleeuwen.
Eugen O'Neill geeft in De Roman van John
Loving den innerlijken strijd van een man
die in zijn jeugd door een groot verdriet van
het Katholieke Gelooof is afgedwaald en toch
telkens God zoekt. Het is een voortdurende
worsteling; tusschen gelooven en ontkennen
en de Amerikaansche schrijver stelt ons dezen
innerlijken strijd in versterkte mate voor
oogen door naast den goeden mensch, die m
John Loving is, voortdurend zijn kwaden ik te
plaatsen. Het is dit mephistophelische du'obei
ik, gepersonifieerd in een fantastisch wezen
niet een scherp, nageboetseerd maar zielloos
masker, dat voortdurend om en bij John
Loving is en dan Worstelenden God-zoeker
aldoor weer terugwerpt in een kolk van twijfel
en ontkenning.
Wij zien en hooren de geestelijke worste
ling van John Loving dus niet alleen door het
inwerken van uiterlijke gebeurtenissen op
hem., maar ook door den aldoor gevoerden
strijd met zijn dubbel ik. De innige roerselen
van een ziel in nood met haar voortdurend
zweven tusschen de twee polen van goed en
kwaad, krijgen wij in beeld in deze twee met
elkaar telkens strijdende ik-heden. die samen
John Loving vormen. De koele, steeds ontle
dende rede en het oude Geloof, zij worstelen
voor ons zicht- en hoorbaar in deze twee per
soonlijkheden in John Loving tot aan het
slot, wanneer het wonder der genade over
hem komt en de ziel God weer gevonden
heeft. Dan is het dubbel-ik overwonnen en
verdwijnt het in het niet.
Deze voortdurende strijd tusschen de twee
ikheden is voornamelijk van intellectueelen
aard en geeft aan heel dit stuk van O'Neill
iets sterk cerebraals, zelfs in de momenten,
die dramatisch van ontroerende werking
zijn. En hierin vooral voelen wij den geest
van dezen modernen tijd, die alles uitrafelt
en ontleedt en zoo verschillend is met dien,
welke het oude mysteriespel deed. geboren
worden.
Maar dat wij hier voor het werk van een
groot schrijver staan, een tragedie, die in
sommige oogenblikken ver uit stijgt boven
wat wij van het tegenwoordige tooneel ge
woon zijn, ja soms zelfs het klassieke nadert,
zal een ieder hebben gevoeld, die de zeer in
drukwekkende voorstelling van de Amster-
damsche Tooneelvereeniging heeft bijge
woond. Wel het meest in dat prachtige too
neel, waarin John Loving zijn vrouw den
dood indrijft, wanneer hij haar den inhoud
van den door hem geschreven roman vertelt,
en het haar klaar wordt, dat John in dezen
roman zijn eigen leven heeft beschreven en
hij uit haat tegen de liefde opzettelijk haar
heeft bedrogen en hun huwelijksgeluk heeft
gedood. Want nadat John Loving zijn Geloof
aan God had verloren, had hij eerst nog red
ding meenen te kunnen vinden in de aarösche
liefde voor een vrouw. Maar ook aan dat ge
luk had zijn dubbel ik der Geist der stets
vernelnt hem op den duur doen twijfelen
en gedreven door een steeds groeiende onrust
had hij de 'daad gepleegd, waarmee hij zijn
huwelijksgeluk vrijwillig verwoestte.
In den roman, dien hij daarna van zijn
leven schrijft, zoekt hij de oplossing voor zijn
verwoest leven te vinden en het is al weer
zijn dubbel-ik. dat hem er toe drijft Elsa, zijn
vrouw, in zijn roman te doen sterven.
Wanneer Elsa het slot van dezen roman
van hem hoort, weet zij ook, dat er voor
haar geen redding meer is en gaat zij den
weg naar buiten in den stroomenden regen,
die voor de nog niet geheel genezene zieke
een zekere dood be teekent.
Hier bereikten stuk en voorstelling hun
hoogtepunt. Dat heengaan van Elsa, den
dood tegemoet, zooals het door Charlotte
Kohier als de vrouw en Carpentier Alting als
het diabolische dubbel-ik gespeeld werd, was
zeldzaam suggestief. Dat was grootsch, adem
beklemmend tooneel, waarbij wij aan nie
mand minder dan aan Dostojewsky dachten.
Wanneer de roman ook met deze vrijwillige
daad van zijn vrouw werkelijkheid is gewor
den, blijft er voor den door wroeging-gepijnig-
den John Loving nog maar één uitkomst over.
Gedreven door zijn dubbel ik, wil ook hij den
dood zoeken, die hem, den ontkenner van
God en de Liefde, alleen nog rust kan
geven, maar dan gebeurt het wonder. Tegen
alle berekening in, ontwaakt Elsa uit haar
bewusteloosheid en zij vergeeft. Deze ver-
giffen's redt John Loving, want op hetzelfde
oogenblik valt de twijfel van hem af. Hij
staat alleen thans, zonder zijn dubbel ik, de
armen gespreid; het wonder der genade is
over hem gekomen, hij heeft God weerge
vonden.
Niet overal heeft O'Neill zijn werk op een
zelfde hoogte weten te houden. Het eerste
bedrijf lijdt, aan een te voelbaar gebrek aan
handeling en is feitelijk louter dialoog en uit
eenzetting van ideeën, maar met de ver
schijning van Elsa in n komt het zuiver-
mensehelïjk element in dit spel en is er één
voortdurende stijging tot aan dat ontroe
rende tooneel. waarin aan Elsa de waarheid
wordt geopenbaard en zij den weg gaat, die
haar door het Dubbel Ik van John wordt ge
wezen Dan volgt met de gesprekken tusschen
John Loving en zijn oom. den priester, bij
het ziekbed van Elsa weer een inzinking, voor
a! omdat dit gesprek feitelijk enkel de her
haling is van wat te voren reeds met zoo'n
nadruk Ls gezegd geworden, en wij ook moei
lijk kunnen aannemen, dat een priester
zelfs al is hij de oom van John een zoo
passieve houding zal aannemen tegenover de
uitingen van het Dubbel-ik, welke hem soms
als niet minder dan blasphemie in de ooren
zullen klinken. Maar dan stijgt de schrijver
weer boven de korte inzinking uit om met
het aangrijpende bekeeringstafereel.zijn stuk
prachtig te sluiten.
De opvoering van De Roman van John Lo
ving onder regie van Albert van Dalsum staat
artistiek op een even hoog plan als dit
werk van groot formaat en is dus te beschou
wen als een daad van beteekenis.
In een fi.in op elkaar afgestemd samenspel
hebben allen zonder uitzondering zich met
algeheele toewijding aan dit stuk van O'Neill
eveeven en de magistrale vertooning in de
stijlvolle en picturaal zeer mooie décors van
Piet Kramer was vooral in de hoofdmomenten
van sterk-suggestieve werk'ng. Van Dalsum
en Carnentier Alting completeerden elkander
als John Lovina- en ziin dubbel ik on waarlijk
verrassende wijze en vormden samen een
imnoneerende twee-eenheid, Van Dalsum
warm en sterk emotioneel als de door strijd
aefolterde mensch. Carpentier A^irtg sehe'-o-
inteileotn°"i. üzia-koel en diabobsch als hrt
..andere ik". Charlotte Kohier hpfe ik hee' den
avnnd vol-on bewonderd. Zii was vooral
suhliem in haar stille snel hji het luisden
near John's verbaal, toen zü zich de waarheid
bewust werd. Zeer sterk en mooi van cont.ras-t,
werk'ng was door beider snel ook het tooneel
tusschen haar en Sarah Hevblom, de vrouw,
die het bedrog aan haar met John nleesde.
Tuies Verstraete trof als d° nriest.er door de
mi'fiheid en zaehtheid in zijn snel.
Kleinere rollen werden vervuld door La
Chanelle zeer goed als de zak°nman
William Füot Anna S^hlairnlles. Tmv Veen,
Max Croi*et.' en Marie Sternheim. De irroote
kracht van deze voor^tp'ling lag echter niet
zoozeer in het md'vidueele sneL maar in het
veheel. dat da^k zij Van Dalsum's regie
in enkele tooneelen tot zeer groote hoogte
steeg en tot het beste behoort, dat wij van dit
gezelschap hebben gezien.
J. B. SCHUIL.
JACOB VAN LENNEP.
BONTE AVOND.
Tusschen haar gewone tooneel voorstellin
gen door geeft de vereenigïne Jacob van
Lennep ter afwisseling nu en dan in het ge
bouw van den Kegelbond zoogenaamde „bonte
avonden", die doordat de leden aan tafel
tjes zitten een meer intieme sfeer hebben
en dan ook door gezelligheid uitmunten. Van
Lennep is op zulke feestavonden als één
groote familie, waarin allen zich thuis voelen
en ook de optredenden, als verwant aan het
groote gezin, minder scherp-critisch worden
beoordeeld dan in een schouwburg.
De voorzitter, de heer Jac. van Maris, was
in een zoo nationale bui, dat hij in zijn ope
ningsspeech zelfs Molière bij de Hollandsche
schrijvers wilde indeelen, „a slip of the
tongue", die hij natuurlijk na een waar
schuwing van achter het gordijn sooedig
herstelde. Annie Hensen, de soubrette, die het
eigenlijke programma ooende, was meer in
ternationaal aangelegd. Zij zong zich zelf
aan de vleugel begeleidend met een sympa
thiek klinkend en zuiver sopraanstemmetje
Fransche, Duitsche en Engelsche liedjes, maar
kwam toch eigenlijk pas goed op dreef, toen
zij later in het Hollaridsch mocht overgaan.
Toen werd-de voordracht wat losser en klonk
haar zingen minder mechanisch. Waarom
zou men zeggen het dan zoo ver te zoe
ken, als het succes zoo dicht bij ligt?
De heer L. M. van den Born kwam met
Duitsche ..Filmschlagers". Of het ooit Schla
gers zouden geworden zijn. als zij zoo voor
gedragen waren als door dezen heer. betwij
fel ik. Een welluidende stem is voor het zin
gen van zulke liederen nog niet voldoende.
Èr moet toch ook nog 'n klein beetje bezieling
en voordracht bij komen.
Een aardige afwisseling brachten 4 danse
resjes, die op het programma waren aange
kondigd met den veel belovenden naam van
„Les Sylphides". Waarom ook niet, als het
knappe, lieve Hollandsche dames zijn? Het
kleine tooneeltje in den Kegelbond is wel heel
weinig geschikt voor den dans. vooral wan
neer er een groep van vier optreedt. Alle
proporties gaan dan verloren en de danseres
sen kunnen zich ook moeilijk uitdansen. Dat
dit een nadeel is. bleek ook bij het dansen
van deze Sylphides. Zij konden zich niet ge
noeg laten gaan en het dansen bleef daar
door wat erg voorzichtig en schoolsch, wat
voor een deel waarschijnlijk ook kwam door
de onvoldoende begeleiding. Toch kon men
zien, dat zij wel degelijk scholing hadden ge
had. De costumes waren uitstekend verzorgd
en telkens in den stijl van de uitgevoerde
dansen. Het meeste succes hadden zij met een
wals uit de Malle Gevallen, die dan ook in
de zeer smaakvolle aankleeding licht en
bevallig werd uitgevoerd.
Beppy Lemain gaf een „Spitzentanz" en
deed dit met gratie en souplesse.
1 De geheimzinnige professor met de drie
vraagteekens van het programma bleek nie
mand anders dan de heer Huib Tuninga te
zijn. Hij ontpopte zich als een vlot snelteeke-
naar en kreeg van de zaal den bijval, dien hij
verdiende.
Zoo was het een genoegelijke avond, waar
op de gezelligheid hoogtij vierde. Toch meen
ik, dat op zoo'n bonten avond het programma
wat minder uitgebreid kan zijn. Want er is
geen schooner lied dan het oude „toujours,
toujours, de beentjes van de vloer!" voor
al, als je het in praktijk kunt brengen En
daarop is het wachten toch van de meeste
Van Lennep-leden op zoo'n gezelligen avond.
J. B. SCHUIL.
JONGEREN VREDESACTIE.
Door een zetfout werd de naam van mevr.
B. Buisingvan B e s o u w in het verslag van
de bijeenkomst der Jongeren Vredesavtie in
ons nummer van Maandag foutief vermeld
als Buising—van Besoren.
MUZIEK.
CONCERT DER H.O.V.
Soliste: Ria Schmitzgohr, viool.
Het was dubbel jammer, dat uit het pro
gramma Mozart's ouverture Die Zauberflöte
werd geschrapt. Ten eerste natuurlijk om de
muzikale waarde van Öe muziek, die in een
matige orkestbezetting als die der H.O.V. een
prachtige gelegenheid biedt om te excelleeren.
Maar daarbij tevens, omdat deze Mozartmu-
ziek mocht gelden als uitgelezen inleiding voor
het vioolconcert van Louis Spohr. Men rekent
hem gaarne tot de romantici, maar naar mijn
gevoelen staat zijn muziek veel dichter bij
Mozart, die evenals hij zijn ontwikkeling groo-
tendeels dankt aan de Mannheimer school
Door Mozart te schrappen, kwam Louis Spohr
nu onmiddellijk na Bach, van wien Ria
Schmitzgohr het a-moll concert voordroeg
Daarenboven speelde zij. behalve Spohr. in 't
tweede gedeelte van het concert nog het viool
concert van Brahms, zoodat zij heel den avond
vrijwel niet van 't podium kwam. Want na
Spohr kwam er nog een toegift, waarbij Jan
Rosekrans haar begeleidde op den vleugel,
't Was de eerste Hongaarsche dans van
Brahms.
Van de drie concerten die de violiste voor
haar rekening nam. heeft mij Spohr het al
lermeest voldaan. De prachtige linkerhand
techniek der violiste vond !n dit negende viool
concert van den grootmeester der Duitsche
violisten een materie, die zij geheel beheersch-
te Daarbij stelde haar elegante stokvoering
die elk probleem gemakkelijk onlost. haar ir.
staat, dit meesterwerk der vioolliteratuur gaaf
en brillant weer te geven. Men denke aan de
schitterende tertsenpassages van het slot-
rondo, die in de entourage van een feilloos
staccato flonkerden als diamanten van 't zui
verste water. De indruk zou nog volmaakter
zijn geweest, wanneer niet het orkest (even
als in 't slotallegro bij Bachi hier had gemist
het veerend élan, dat de soliste van noode
heeft, om zich niet in haar stoktechniek ge
remd te voelen. Overigens hebben Frits
Schuurman en het orkest zich uitstekend var.
hun taak gekweten, al had men ook bij
Brahms den opzet van het finale vlotter, door
zichtiger gewenscht.
Brahms, dat wij van een Adolf Busch niet
meer kunnen vergeten, (zijn fier en -manne
lijk vioolspel houdt het. bij een hoog-adel-
lyke voordracht, gemakkelijk uit tegen een
geweldig orkestannaraat als van het Concert
gebouw), heeft mij dezen avond minder vol
ledig genot kunnen schenken, 't Zal den hoor
der zijn gegaan als mij: de instrumentatie bij
Brahms tart als 't ware den solist, om den
kamp met het orkest aan te gaan.
In dien strijd hield Ria Schmitzgohr wel
iswaar moedig stand: ook kon men naast haar
technische beheersching ten volle respect heb
ben van haar muzikale opvatting. Maar de
strijd was te ongelijk. En meermalen ging
(vooral in de beide hoofddeelen) de viool
partij volledig onder. Toch bleef het orkest
matig in zijn klankproductie. Een „enog min
der" aan klank zou geen Brahms meer ziin.
Waarmee ik voldoende meen te hebben gemo
tiveerd, waarom dezen avond de Brahms-
voordracht van Ria Schmitzgohr mij niet ge
heel heeft voldaan. Prachtig was zij in he:
middendeel. Maar het Adagio bij Spohr denk
ik mii toch weer breeder, waarvoor echter
weer het summum van mannelijke kracht
wordt vereischt bij souvereine beheersching
der klankschoonheid. Ook Spohr's muziek is
geen peulschil. De groote violisten spelen
he^as veel te weinig deze allerzuiverste viool
muziek en wij mogen de söliste van dezen
avond wel heel erkentelijk zijn. Zij had bij
haar gehoor uitbundig succes en zij kreeg veel
bloemstukken.
G. J. KALT.
KERKCONCERT.
Van het Dinsdagavond in de kerk der Broe
dergemeente gegeven concert kon ik alleen
het eerste gedeelte bijwonen, doch het gehoor -
de was voldoende om de overtuiging te schen
ken, dat hier door de dames Cor Igesz en fiets
Nederkcorn en den heer Joh. de Nobel op /oor-
treffelijke wijze gemusiceerd werd.
De organiste der kerk, Bets Nederkoorn
opende het concert met de klare en krachtige
vertolking van een koraalvoorspel van Franz
Tunder den voorganger van den beroemden
Dietrich Buxtehude als organist te Lübeck en
later diens schoonvader. De diepgaande mu
zikale karakteristiek dié Bach's koraalvoor
spelen bezitten is bij Tunder nog niet aan
wezig. Zijn bewerking van het koraal „Chris
tus unser Heiland" doet meer denken aan
koraalvariaties waarin de abstrakte kunst
overweegt, en die kunst schijnt bij Tunder
niet doordrenkt van poëzie. Wat dat betreft
speet het me het slotstuk van het concert, het
prachtige Koraal HI van César Franck niet te
kunnen hooren, want daar zit poëzie genoeg in.
Maar wel hoorde ik Joh. de Nobel's voor
dracht van de eerste cellosuite van Bach. Hij
speelde haar goed, en wat Sarabande en Me
nuet betreft, ook mooi, maar ik moest me
toch afvragen, waarom de cellisten altijd weer
met de suite in G of die in C aankomen Er
zijn er toch nog vier, die we ook wel eens mo
gen koren.
Over den zang van Cor Igesz kan ik met
evenveel ingenomenheid berichten als over het
spel van Bets Nederkoorn en Joh. de Nobel.
Helder en warm klonk haar stem in de liede
ren van Joh. W. Franck en Hugo Wolf. en de
organiste secondeerde haar uitnemend.
Het kerkconcert ondervond de concurrentie
(Adv. Ingez. Med.)
van de concerten der H. O. V. en van de M.
t. B. d. T.; jammer, want het had een talrij
ker bezoek verdiend.
K. DE JONG.
M. f. B. v. T.
Eerste Ledenconcert.
Teen ik van de Broederkerk komende in den
Schouwburg kwam, vernam ik, dat de aanvang
van het ledenconcert vertraging had onder
vonden. Het Bachconcert had namelijk door
de weersomstandigheden, die op het auto
verkeer belemmerend werkten, niet op tijd
Haarlem kunnen bereiken. Ik miste dus alleen
de geïmproviseerde causerie van Theo van der
Bijl, gehouden tijdens denoodzakelijke accli-
matiseerne der muziekinstrumenten en het
eerste programir-anummer: vier Ricercari,
die aan Palestrina toegeschreven worden,
maar waarvan de echtheid twijfelachtig is.
De rest van het programma was aan J. S.
Bach gewijd. Door een omzetting van de volg
orde hcorden we eerst bet derde Branden-
burgsche Concert, dat nog pas eeleden op een
concert der H. O. V. uitgevoerd werd en ook*
een der glansstukken van het Concertgebouw
orkest is. Met de herinnering daaraan moest
men aan de dunne klank van het kamer
orkest even wennen, en ook aan het temDO
waarin ae dirigent het eerste deel liet spelen,
een tempo, dat aanmerkelijk sneller was dan
het gebruikelijke. Echter bleef de helderheid
der polyphone structuur voldoende bewaard
om ook deze vertak ine zond°r protest te aan
vaarden. En die van Bach's Vioolconcert in E
gr. t. aanvaardde men niet alleen gaarne,
maar men kon er volop van genieten, want de
solist Jo Juda speelde voortreffelijk en het
ensemble liet niets te wenschen over. In 'f bij
zonder mag de uitvoering van het heeidijke
Adagio gereleveerd worden.
De solo-cantate „O helder Tag" is een
pendant van de cantate „Weichet nur. be-
trübte Schatten", die To van der Sluvs verle
den week op het concert der H O V. zong.
Ook nu was zij de soliste en wedorom bekoor
den haar glanzende stem. haar onberispelijke
techniek en haar warme muzikaliteit. Van de
vijf aria's die in de cantaten voorkomen deedde
eerste de coloratuur uitkomen, de tweede ves
tigde de aandacht op de obligate partij der
oboe d' amore, de derde op die der fluit, ter
wijl de vierde weer de medewerking der oboe
d' amore en de vijfde die van het geheele
orkest had. In deze cantate was de samen
werking van het orkest niet steeds volkomen;
enkele malen werd de helderheid van het oo-
Ivnhone weefsel dat ook in deze cantate weer
bewonderenswaardig is, eenigszins vertroebeld.
Intusschen was de kennismaking met dit
ensemble, dat nog niet lang gelden gevormd
is, aangenaam en daar het uitnemende krach
ten bevat, mogen we er nog veel goeds van
verwachten.
K. DE JONG.
NIEUWE AFDEELING VAN DE S. D. A. P.
DE LACHENDE VROUW.
Vrijdag 16 November wordt in den Stads
schouwburg door hel Centraal Tooneel, in
abonnementsvoorstelling het zeer gunstig
beoordeelde stuk .De Lachende Vrouw" op
gevoerd.
Arbeidsvraagstukken en de
crisis.
Bijeenkomst Jonge Liberalen.
In een tweede voordracht Dinsdag gehou
den voor den Bond van Jor.ge Liberalen, af-
deeling Haarlem besprak Mr. A. J. R. Mauritz
de vraag welke plaats het liberalisme heeft
ln te nemen tegenover de massa-bewegingen
van dezen tijd.
Het liberale streven richt zich oo de vor
ming van de persoonlijkheid. In de heden-
daagsche economische, oo'itleke en geestelijke
crisis waken de aanhanger* van het libera
lisme voor deze ideeën en zij kunnen mede
daardoor vooralsnog geen massa-partij vor
men. Toch dient naar een nieuwe eenvoudige
samenvatting te worden gestreefd van Jibe-
rale grondgedachten a's verdraagzaamheid,
vrijheidszin, persoonlijk verantwoordelijk
heidsgevoel en ondogmatische religiositeit wil
ook in de toekomst de massamensch van
Europa voor een Westersch idealisme gewon
nen worden.
Aan den noodtoestand waartoe de actieve
handelspolitiek heeft eeleid. kan alleen een
einde komen, wanneer geleidelijk interna
tionaal teruggekeerd wordt tot den vrijen
handel.
De denkbeelden gaan thans sterk in de
richting van een gedwongen bedrijfsorgani
satie. Het algemeen belang loopt daardoor ge
vaar aan groepsbelangen te worden opge
offerd.
In dit verband wijdt spr. aandacht aan de
crisis ln de sociaal-democratie. Nadat men
nog onlangs het socialisatte-rapport heeft
herzien, schijnt thans een ,,Plan van den ar
beid" om propagandistische redenen .noodig.
De verburgerlij king van de arbeidersklasse,
een gezond verschijnsel, dreigt door de eco
nomische crisis onderbroken te worden,
Prijsbescherming met overheidshulp vormt
van veel de kern. Prijsbescherming kan de li
berale economie echter slechts tot op zekere
hooate en alleen tijdelijk tolereeren. De eco
nomische politiek van ons land moet in be
ginsel gericht zijn op de vorming van een
nieuw onbeschermd evenwicht tusschen prij
zen. kosten en lasten op een lager niveau.
Een overmatig dienen van groepsbelangen
dreigt ook in Nederland van de ziide der vak
beweging. Hoewel niet meer dan ruim de
helft" van de Nederlandsche arbeiders geor
ganiseerd is. worden de vakverenigingen te
veel, ook door de Regeering. als uitsluitend
representatief voor de arbeidersbelangen be
schouwd. Spr. wil niet pleiten voor de vor
ming in Nederland van een liberale vakbewe
ging. Beter schijnt het de bestaande richtin
gen in de vakbeweging van meer liberale ge
dachten te doordringen.
UITVOERING LEERLINGEN MUZIEKSCHOOL
UITGESTELD.
Door onverwachte omstandigheden kan de
uitvoering ten bate van het Studiefonds, door
leerlingen der Muziekschool, heden Woensdag
14 November, niet doorgaan.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Breedijk 13 v. Philadelphia te Rott.
Lochmonar, Rott. v. Vancr. 12 te Cristobal.
Lochkatrine, Vancouver n. Rott. 10 van Bel-
lingham.
Leerdam 12 (v.m.) van Rotterdam te N -York.
Breedijk. 13 van Philadelphia te Rotterdam.
Volendam 13 van New-York te Rotterdam.
HALCYON LIJN.
Stad Zwolle 12 v. Antw. te Genua, voor Tenes.
HOLLAND—AFRIKA LIJN
Randfontein (uitr.) 13 van Mombassa.
Springfontein (uitr.) 12 van Mosselbaai.
Bloemfontein (uitr.) 12 (4 v.m.) van Las
Palm as.
Meliskerk (thuisr.) p. 12 Dungeness. 13 te Ant
werpen verw.
HOLLAND—OOST AZIë LIJN.
Arendskerk (uitr.) 11 van Genua.
HOLLAND—AUSTRALIë LIJN.
Almkerk (uitr.) 13 te Sycmey.
JAVA—NEW-YORK LIJN.
Tabina 10 van Batavia naar New-York.
KON. HOLLANDSCHE LLOYD.
Zeelandia (thuisr.) 12 van Satros.
Gaasterland (htuisr.) 12 te Bahia.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Kota Agoeng (uitr.) pass. 12 (11 n.m.) Kaap
del Armi.
Kota Nopan (thuisr.) 13 van Singapore.
Dempo (thuisr.) 13 (7 v.m.) te Marseille.
Kota Baroe (thuisr.) 13 (v.m.) van Genua.
Kota Gede (uitreis) 12 van Padang.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
Johan van Oldenbamevelt (uitr.) 12 van
Belawan
Mamix van St. Aldegonde 13 van Batavia
te Amsterdam.
Poelau Bras (uitr.) 13 te Port Said.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN.
Alphacca (uitreis) 12 te Montevideo.
Aldabi (uitr.) 12 van St. Vincent.
SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN.
Tosari, Vancouver naar Calcutta 10 van
Cebu.
Manoeran, N.-Orleans naar Calcutta 11 te
Lor. Marques.
STOOMVAART MIJ. OCEAAN.
Peisander 12 van Amsterdam te Batavia.
Agamemnon, Japan naar Rotterdam 11 te
Singapore.
City of Eastbourne, Rotterdam naar Dairen
13 van Singapore.
City of Khartoum. Otaru naar Rotterdam
10 van Colombo.
Dardanus, Rotterdam naar Japan 12 te
Dairen.
Perseus. Rotterdam naar Japan pass. 13.
Perim.
De afdeeling Haarlem n van de Sociaal Dem
Arbeiderspartij vergadert Donderdagavond in
den Protestantenbond aan de Berkenstraat,
hoofdzakelijk voor het oprichten van een
nieuwe afdeeling. Deze afdeeling zal omvatten
de leden, wonende ten Oosten van den Rijks
straatweg en in de Rivierenbuurt in Haar
lem-Noord.
Er zullen worden gekozen een voorzitter, een
secretaris en een penningmeester, benevens
vier andere bestuursleden. De nieuwe afdee
ling zal dan dadelijk beginnen met de behan
deling van de voorstellen voor de Gewestelijke
jaarvergadering.
JAVA—CHINA—JAPAN LIJN.
Tjimanoek. 7 van Soerabaja naar Saigon.
KON. NED. STOOMBOOT MTJ.
Berenice 12 van Danzig naar Kopenhagen.
Crijnssen, W. Indië n. Amst. 13 (v.m.) te Havre.
Costa Rica 13 van Amsterdam te Barbados.
Ganymedes 12 van Volo naar Salonika.
Hermes 12 van Stamboul naar Cavalla.
Pluto 12 van Amsterdam te Odense.
Poseidon 12 van Motril naar Melilla.
Saturnus, Patras n. Amst. p. 12 (4 n.m.)
Finisterre.
Theseus 13 van Stettin te Amsterdam.
Tiberius 12 van Lissabon naar Setubal.