inici GqaxeÜeA- Kunst aan het Volk. DONDERDAG 22 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 10 Roode Duivels-Zwaluwen (1-0) Bas Paauwe dc beste speler. Zwakke Hollaiidsche verdediging. Uit Luik: Op het veld van Tiileur, 8 K.M. van Luik had Woensdagavond de wedstrijd Roode Dui vels—Zwaluwen plaats, die door de Belgen met 10 gewonnen werd. Deze zege, die nie: onverdiend mag heeten, werd reeds in de eerste helft verkregen door een doelpunt van den linksbuiten Brugghe. In de tweede helft werd niet gescoord, ondanks talrijk? Nederlandsche aanvallen, maar, de Belgische verdediging was zeer sterk. Zoo werd het een kleine overwinning voor 'de Roode Duivels. Het was zeer mistig; de 15.000 toeschouwers hadden af en toe de grootste moeite om bal en spelers te kunnen volgen. Onder leiding van den Belgischen scheids rechter Swillen werd in de volgende opstelling begonnen; Roode Duivels: Christiaens. Simons, Smellinckx. Stynen. Meuldermans, Claessens, De Vries, Voorhoof, Massez, v d. Eynde, Brugghe. Zwaluwen? Kammeijer, v. d. Broek, Bakhuis, Drok, Vrauwdeunt. Punt, B. Paauwe, Van Maaren. Van Stokken, W. Mol, Dommers. De eerste aanvallen zijn voor de Roode Duivels, maar onze verdediging maakt helaas geen betrouwbaren indruk. De Hollaadsche aanvallen stranden op de backs; als 'rrauw- deunt een kans krijgt, wordt het leder hem op het laatste moment door Smellinckx afhandü gemaakt. Na deze Zwaluwenaanvallen neemt het Bel gische team weer het initiatief in handen. Het is bij een dezer aanvallen, dat de snelle Massez naar Brugghe plaatst, die een hard schot lost. De bal verdwijnt via den paal in het doel (10). Na zeven minuten hebben de Roode Dui vels de leiding. In het veld heeft geen der partijen een overwicht; het. spel gaat vlug van doel tot doel. Drok krijgt, een goede kans. maar Claes sens redt op het critieke moment. In de middenlinie steekt Bas Paauwe ver boven de andefei uit. maar een zeer zwak punt blijkt onze verdediging te zijn. Men is daar niet zeker van zijn taak; als de backs enkele malen leelijk knoeien, heeft het Zwa luwenteam niet over geluk te klagen. Het gevolg van dit zwakke spel onzer verde diging is, dat de middenlinie zich in hoofd zaak aan haar defensieve taak moet wijden. De Belgische aanvallen worden gewoonlijk door Massez geleid; deze is het, die Brugghe w-eer eens een fraaie kans geeft om de score te verhoogen. Het harde schot van den Liere- naar gaat juist naast. De Zwaluwen krijgen een hoekschop te ne men. die niets oplevert. Een pass van Paauwe naar Bakhuis is goed geplaatst, maar onze Internationale mid voor wordt goed bewaakt de Belgische verdediging maakt het hem pi-actisch onmogelijk, een behoorlijk schot te lossen. Een fraaie aanval van de geheele Belgische voorhoede brengt het leder naar Brugghe. Thans is zijn schot goed gericht, maar Dom mers stopt mooi. Onze backs hebben zich nog steeds niet ge heel hersteld; af en toe trappen zij onbe- houden weg. Er ontstaan hachelijke situaties voor doel. Juist even voor rust zendt Van den Broek, die tot dat oogenblik nog niet veel bijzonders heeft laten zien, een hard schot in. dat keeper Christiaens fraai houdt. Het een I0-stand voor de Roode Duivels treedt de rust in. Tweede helft. De tweede helft begint met een Zwaluwen offensief. maar de voorhoede brengt het voor- loopig nog slechts tot een hoekschop, die niets oplevert. Aan den anderen kant krijgt Dom mers een schot van Voorhoof te verwerken. Maar de Zwaluwen komen terug. Van den Broek geeft het voorbeeld. Van hem gaat nu meer uit, zijn spel is geestdriftiger en dit brengt in onze voorhoede wat meer leven. Hij zelf schiet, eenige malen hard op doel; tijdens dit besliste overwicht van de Zwaluwen lost Bakhuis een subliem schot, dat Christiaens er or> even magnifieke wijze uithoudt. Drok probeert, het weer. nu met een kogel op doel, maar keeper Christiaens is in uit stekenden vorm. Na dit overwicht van de Zwaluwen werken de Belgen zich wat los. Ons doel beleeft weer er.kele precaire oogenblikkene want nog steeds maakt onze verdediging geen betrouwbaren indruk. Een schot van Voorhoof gaat via den paal het- veld weer in en als de Vries vrij voor Dommers komt te staan, is het schot van den Belg te hoog gericht. Evenals in de eerste helft speelt Bas Paau we ook nu uitstekend. Eenmaal werkt hij zich door de geheele Belgische verdediging heen. maar op enkele meters van doel raakt hij het leder kwijt en ook deze kans is weer verkeken Van den Broek krijgt even later een mooie kans om gelijk te maken, maar hij kan het leder niet onder controle krijgen, zoodat zijn schot mislukt. De Belgen ant woorden weer met enkele aanvallen; weder om ontstaan gevaarlijke situaties voor het doel van Dommers doch de Belgen weten er niet van te profiteeren. Aan den anderen kant lost Drok een zeer hard schot; ook hij heeft pech, want via den paal gaat de bal het veld weer in. Direct daarop krijgen de Zwaluwen nog een corner te nemen, doch oók deze hoekschop heeft geen resultaat. In de laatste minuten zijn de Roode Duivels nog gevaarlijk met enkele snelle aanvallen; Dommers is er nu echter goed in; eenmaal vangt hij een hoekschop fraai op. Het einde komt met een kleine verdiende 1O-zege van de Roode Duivels. Het zwakke punt in het Zaluwen-elftal was echter de achterhoede. Mol en van Stokken, waren met hun ingrijpen en wegtrappen niet gelukkig; zij voelden het spel van de Bel gische voorhoede te weinig aan om met suc ces dje aanvallen te breken. Dit bleek ook uit het opstellen dezer beide spelers. Daarachter heeft Dommers niet slecht gekeept. In de middenlinie was Paauwe verreweg de beste man. O.i. was hij de beste speler van het veld. Hij was een van de weinige werke lijk internationale spelers, die in beide teams voorkwamen. Van Maaren was wel de minste van het drietal, terwijl Punt niet onverdien stelijk speelde. De voorhoede heeft wel voldaan. Kammeijer den Broek, na een slechte eerste helft, in de tweede veel. goed maakte door zijn enthousiast spel. Bakhuis die stevig bewaakt werd, kreei, uiteraard weinig kansen; als hij even werd losgelaten kon hij enkele fraaie schoten lossen Zijn kracht lag dan ook in het spelverdeelen, maar de achterhoede van De Roode Duivels was zeer sterk. Drok heeft eveneens goed voldaan. Hij heeft handig en nuttig werk verricht; in plaats van Bakhuis loste hij de schoten, die gewoonlijk hard en goed gericht waren. Het was over 't algemeen een prettige wed strijd, zonder dat het spelpeil bijzonder noo; was. R. C. H.AJAX De belangstelling voor bovengenoemden wed strijd is begrijpelijk heel groot. Nu de kam pioenskampen van Ajax weer zijn toegenomen, zal zij weer door een groot aantal supporters vergezeld worden. Ten gerieve van het publiek wordt aan de bekende adressen weer voorver koop gehouden, niet alleen hier, maar ook te Amsterdam. Wie dus zeker wil zijn een plaats te bekomen, moet er werk van maken. SCHAKEN JAARVERGADERING HAARLEMSCH SCILAAKGEZELSCHAP Het Haarlemsch Schaakgezelschap hield in zijn clubgebouw aan de Jansstraat zijn 38ste jaarvergadering. Deze vergadering was zeer druk bezocht en had een vlot verloop. De jaar verslagen van secretaris en penningmeester werden uitgebracht. Het bleek dat het leden tal groeiende is. Bij de bestuursverkiezing wei den de aftredende heeren F. L. Groos, W. J. Saeijs en J. H. Lichtenveldt met groote meer derheid herkozen. Van de rondvraag werd een spaarzaam gebruik gemaakt, daar de meeste leden graag zoo spoedig mogelijk aan den gongwedstrijd wilden beginnen, waarmede deze avond op buitengewoon gezellige wijze werd besloten. HANDBAL HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG. DAMES. AalsmeerRapiditas 1 uur. Concordia IIRapiditas II 10,30 uur HerculesD. O. S. 3 uur. HEEREN. LijndenSimson, 9.50 uur. RapiditasConcordia 9.15 uur. Aalsmeer—Olympia 2 uur. NilocD. O. S. 2-15 uur. Lijnden II—Rapiditas n, 2 uur. De dameswedstrijden zullen uitgezonderd Aalsmeer—Rapiditas een spannend karakter dragen. Voor de heeren is het programma zeer be langrijk. De leidende ploegen ontmoeten el kaar. nl. Lijnden ontvangt het sterke Simson en moet geducht oppassen. Niloc, de club van het Inst. voor Lich. Opv. ontvangt D. O. S. en kon wel eens verliezen. Aalsmeer wint haar wedstrijd wel. evenals Lijnden n. In Haar lem zal de wedstrijd Rapiditas I—Concordia I wel de meeste belangstelling trekken. De aroote match heeft plaats aan de Van Oosten de Bruynstraat. Een Rapiditas-zege zal de uit slag wel worden, maar Concordia zal het ze ker niet cadeau geven. SCHIETEN. HAARLEMSCHE BURGERWACHT NAAR HILLEGOM. Zaterdag 24 November wordt door de Hil legomsehe Burgerwacht een wedstrijd gehou den, hieraan wordt door de Haarlemsche Bur gerwacht deelgenomen met twee vijftallen. NED. BOND VAN BURGERWACHTEN Door J. Rompa is op den door den Bond van Burgerwachten uitgeschreven Nationalen wed strijd, de Nederland Vooruit-beker gewonnen met 56 p. in 27 sec. ZWEMMEN. KAMPIOENSCHAPPEN VAN HAARLEM SCIIOONSPRINGEN. Woensdagavond werd in Stoop's Bad de uit gestelde springkampioenschapoen van den Kring Haarlem van den Kon. Ned. Zwembond voor dames en heeren versprongen. Bij de hee- handhaafde Van der Voort zijn titel op overtuigende wijze, terwijl Mej. Neve bij de dames voor het eerst beslag legde op dit kam pioenschap. De uitslagen waren: Dames: Mej. A. Neve 49.85 pnt. 2. Mej. J- Vermeer 32 29. beiden van H. P. C. Heeren: 1. N. van der Voort 81.49 pnt. 2. L. Micheels 47.49 pnt.. 3. P. Donders, 43.33, allen van de Zwemclub Haarlem. Wagon op het Amsterdamsche Centraal Station ontspoord. Treinverkeer ondervindt veel vertraging. AMSTERDAM. 21 November (V.D.) Hedenmorgen om ongeveer 10 uur 40 is ten gevolge van een ontsporing op het Oostelijk eiland van het emplacement van het Centraal Station een vrij ernstige vertraging ontstaan in de aankomst en het vertrek van treinen uit en voor de richting Amersfoort en Utrecht. Bij het rangeeren van een trein geraakte een wagen uit de rails en hierdoor raakte een der afgaande sporen op het emplacement ver sperd, zoodat geen treinen konden vertrekken Het ontspoorde rijtuig werd losgekoppeld waar na het grootste gedeelte kon worden wegge reden en men vervolgens aan het werk ging om de versperring op te ruimen. Het treinverkeer van en naar Oostelijke •ichting ondervond groote vertraging. Tus- schen elf en twaalf uur liet men de meeste treinen uit de Oostelijke richting aan het station Muiderpoor-t stoppen. Doorgaande reizigers konden vandaar per tram of taxi naar het Centraal Station gaan. Inmiddels zag men echter kans den snel trein naar het Noorden op tijd te laten ver trekken. De personentrein voor Amersfoort van 10 uur 43 vertrok echter pas om 11 uur 32. Tegen ruim half twaalf was het verkeer zoodanig geregeld, dat het vertrek van treinen naar Oostelijke richtingen weer normaal kon yonden wij beter dan Vrauwdeunt, terwijl Van geschieden. IN PLATTE DOOSJES VAN 70stuks 70cent DE HANDIGSTE VERPAKKING VOOR DEN VESTZAK (Adv. Ingez. Med.) TREKKING LUTO-YERLOT1NG UITGESTELD. De tweede Luto-verloting is in verband met de aankomst van de Uiver en de huldigin;. der bemanning te Rotterdam en den Haag evenals om technische redenen, uitgesteld tot 29 November. De oorspronkelijke datum was 21 November. Alle loten zijn echter wel uit verkocht. LETTEREN EN KUNST HINDOESCHE DANS-AVOND Indra Ramosay en Devaki. Indra Ramosay, die gisteren met de danse res Devaki voor de Ver. Kunst aan het Volk in onzen Stadsschouwburg optrad, is een be genadigd danser, wiens kunst sterk boeit en dikwijls ook zooals in Abahana, wanneer zijn dansen tot bidden wordt en in Rasa Lela, waarin het is, of de goddelijke natuur van een Krishna bezit van hem neemt en hij bo ven het gewoon-menschelijke uitstijgt diep ontroert. De danseres Menaka met haar partner Nil- kanta en later de groote Hindoe-danser Shan- Kar hebben ons voor het eerst in Holland Hindoe-dansen laten zien. Toch was er een groot verschil tusschen het dansen van deze Hindoes en dat van Indra Ramosay. ^Tet dan sen zoowel van Menaka als van Shan-Kar leek mij niet vrij van Westerschen invloed en het was dan ook veel gevoeliger, zinnelijker en hartstochtelijker dan van Indra Ramosay. Voor Indra Ramosay is het dansen blijkbaar een eeredienst en het is dan ook veel meer vergeestelijkt dan van Shan-Kar en Menaka. die beiden meer op het direct succes van een Europeesch publiek speculeerden. In het dansen van de Hindoes zijn het bleek ook gisteren weer wel enkele motie ven van de -Javaansche dansen te herkennen zooals 't heffen van het been. het neerplan- ten der voeten, de kleine schokkende hoofd bewegingen en vooral de fijne arm- en pols bewegingen maar het staat er overigens heel ver van af. Over het algemeen zijn de Hindoe-dansen minder gestyleerd dan de Ja vaansche, zijn ze bewegelijker, breeder van gebaar, expressiever ook in de gelaatsmi miek en staan zij ons, Europeanen, na-der, omdat zij minder symbolisch en in de uit drukkingswijze meer gewoon menschelijk zijn. Het dansen der Hindoes heeft meer élan, is minder eentonig en sterker van rhytme dan dat van den Javaan. Maar waarin een Jodjana en een Indra Ra mosay volkomen gelijk zijn, dat is in hun vol maakte techniek. Er is in dit dansen nooit sprake van eenige weifeling, bij hen is het dansen tot het hoogste kunnen geperfection- neerd. Een danser als Indra Ramosay danst niet alleen met de beenen of zooals vele Europeesche danseressen met de armen, maar heel het lichaam is in actie en de tril lingen van het lichaam planten zich voort tot in de sidderen vingertoppen. Hij is van een on geëvenaarde lenigheid en daarbij van een zeld zame gratie. Zijn bewegingen zijn forsch en krachtig en toch altijd vloeiend van lijn. Het dansen is steeds van een verheven adel, dat soms in de dansen, waarin hij het Goddelijke van een Krishna of Vishnu wil uitbeelden, boven het aardsche uitstijgt. Zelfs in een dans van'passie blijft deze danser voornaam, nobel en aan zijn Godheid verwant. Hoe majesteus was hij in zijn breede bewegingen als Indra, de Heer van den Hemel en hoe prachtig sug gestief was deze dans aan het slot, toen Indra de regen deed neerdalen ,en zijn kudde huis waarts voerde. Maar het meest heeft Indra Ramosay mij ontroerd in Abahana Invocation en Rasa Leela. Was het niet, of hij heel ver van de we reld was, toen hij daar in Abahana onbewege lijk, in stille contemplatie neerzat, in onmidde- lijk contact met de Godheid, die hij aanbad. Van welk een verheven, werkelijk Goddelijke rust was hij toen, zooals hij daar als een Boeddha-beeld neerzat, schouwend in zich zelf. hoe sereen was heel zijn houding, hoe bezield zijn gelaat! Hoe indrukwekkend was de over gang van rust tot actie met die prachtige pols en armbewegingen en dan plotseling dat ma jestueus opzwaaien van den arm en het lang zaam weer dalen en het terugkeeren tot een houding van in zich zelf gekeerde aanbidding. Dit dansen werd een gebed, zooals alleen een Oosterling dat plastisch vermag. Wie het ver hevene van zulk dansen niet voelt, die zal voor de schoonheid van deze kunst ook wel altijd blind blijven. En hoe subliem en hoe vergeestelijkt was hij ook als Krishna, wanneer hij in*Rasa Leela, het eerste nummer na de pauze zijn Goddelijkheid aan het kleine herderinne tje openbaart. Dat was van Indra Romosay en Devaki een samendans, die ook pantomimisch een groote vreugde schonk.Van 'n betooverende gratie was daarin de kleine, teere Devaki en ontroerend aan het slot wanneer zij in aan bidding voor Krishna ligt neergeknield. Wat mij in het dansen van Devaki zoo zeer trof, was het reinvrouwelijke, het kuische in al haar bewegingen. Hierin vooral onder scheidde zij zich van een Menaka, die in haar dansen veel zinnelijker was. Zelfs in haar ko- ketteeren blijft Devaki het virginale meisje, teer, jong, en aanbiddellijk van gratie. Hoe bekoorlijk en lief was zij in Grama Goshthi, toen zij als een Rebekka met haar kruik daar voort schreed, zich baadde en water schepte uit de bron. Dat was zoo teer en fijn, dat zij deed denken aan een levend geworden tanagrabeeldje En het Was ook in alle bewe gingen zeldzaam expressief. Zelfs in een baya- dere-dans bleef zij voornaam en kuisch en van een lieve, teedere vrouwelijkheid. De Hindo^sche dansen hebben meer indruk op mij gemaakt dan de Hindoesche muziek. Die vond ik vooral in de sitar-solo kort weg vervelend. Deze monotone muziek deed, mij totaal niets en alleen in de begeleidingen kon ik haar nu en dan waardeeren. Wanneer men zulke muziek hoort in het Oostc-rsche landschap onder palaten bij maanlicht, dan zal zij waarschijnlijk stemming wekken ook bij ons, Europeanen. Maar op het concert podium, in een schouwburg blijf ik er totaal ongevoelig voor. Voor „Kunst aan het Volk" was deze dans avond een zeer groot succes. Aan het slot heeft men In-dra Ramosay en Devaki aan wie in den loop van den avond vele bloemen waren geschonken een warme ovatie ge bracht. J. B. SCHUIL. Schouwburg Jansweg. De Boer-van Rijk—Ensemble OP HOOP VAN ZEGEN. De groote belangstelling voor het tooneel- wevk van Herman Heyermans is ten over staan van de malaise, waarin het schouwburg- bedrijf overigens verkeert, een merkwaardig verschijnsel. Deze blijvende toeloop kan niet uitsluitend aan de artistieke verdiensten lig gen, hoe eerwaardig die dan ook zijn. Want welk ander toch in artistiek opzicht op zijn minst met Heyermans op één lijn staand tooneelwerk zou jaar-in jaar-uit volle zalen blijven trekken en honderden voorstellingen beleven? Is het de gehechtheid aan het oude, dat. „aar men van tevoren weet, gegarandeerd goed is tegenover de nieuwe productie met haar veelvuldig risico? Is het de voorkeur voor het realisme, dat het grootste deel van de burgerij toch altijd nog het beste begrijpt? Is het de sociale strekking of het karakte- ristiek-Nederlandsche of het milieu, dat dit maal eens niet in de wereld van misdadigers, intellectueelen of „society" speelt, maar on der het overigens door de tooneelschrijvers maar al te nadrukkelijk verwaarloosde volk? Of ligt een deel van de aantrekkingskracht in het optreden van de „ster", die in deze stuk ken haar triomfen heeft gevierd en die men zoowel om haar buitengewoon talent als om het wonder van haar door geen leeftijd aan tastbare vitaliteit telkens en telkens weer wil terugzien? Hoe het zij, Op Hoop van Zegen met Esther de Boervan Rijk als Kniertje, heeft ook ditmaal weer een schouwburg tot geestdrift gebracht. Een gepaster huldiging van Heyer mans, wiens overlijden heden tien jaar is ;eleden. zou wel moeilijk te vinden zijn. Want hoezeer ook zijn overige tooneel- stukken tot op den huidigen dag de bewonde ring wegdragen, Op Hoop van Zegen is een bijna legendarisch meesterwerk geworden ge lijk Vondels Gysbrecht van Aemstel, waarmee het het traditioneele karakter van zijn ver tooningen deelt. En bij het legendarische Op Hoop van Zegen behoort de legendarische Kniertje. Bij Heyermans' dood heeft men zijn nage dachtenis ook met dit spel van de zee meenen te moeten eeren. Het was toen het H-ofstad- Tooneel dat de herdenkingsvoorstelling gaf. En Alida TartaudKlein speelde de hoofd rol. Wij hebben uitnemende herinneringen be waard aan haar vertolking. Maar toch was het, of er aan deze vertooning iets haperde. Het was het „echte" niet. Bijna lijkt het heiligschennis, een andere Kniertje dan Esther de BoerVan Rijk. Voor het eerst heeft deze toen 47-jarige actrice deze rol gespeeld in het jaar 1900. teen de oude Nederlandsche Tooneelvereenï. ging met dit stuk haar plaats ging innemen onder het Nederlandsche volk, een plaats, zoo als het tooneel zelden inneemt. Toen was het tooneel populair in den letterlijken zin van het woord. Meer dan een derde van een eeuw is dit moment reeds geleden. Een -nieuw geslacht is opgestaan, het oude is verdwenen. De schei ding tusschen voor-oorlogsch en na-oorlogsch is gekomen: men spreekt van een omwente ling in de kunst, zoowel wat haar inhoud als haar vormen betreft. Maar Esther de Boer- van Rijk als Kliertje negeert alle tijdperken in de cultuurgeschiedenis; zij gaat rustig voort met haar kunst, die verleden aan heden verbindt. De honderdste voorstelling, de vijfhonderdste, de duizendste voorstelling be leeft het oude Oj Hoop van Zegen. En, wat bij Heyermans' overlijden als een leemte gevoeld werd, is weer aangevuld, toen in 1929 het eerste lustrum na zijn dood de oude, traditioneele, legendarische Kniertje weer op de planken stond. En weer zijn wij vijf jaren verder. Nog maals herdenkt Nederland zijn populairen tooneelschrijver, en nogmaals doet men het met Op Hoop van Zegen. Een nieuwe kunst is inmiddels ontstaan: de film bewerkt de klas siek geworden tooneelstukken en het spel van de zee wordt pasklaar gemaakt voor het cel luloid. Weer sluit de geschiedenis een nieuw tijdperk af Maar onvergankelijk blijft Op Hoop van Zegen met Esther de BoerVan Rijk. Daar! staat zij weer, de thans 81-jarige, in de be kende omlijsting en zij maakt de bekende gebaren en spreekt de bekende woorden. En de ouderen, voor wie dit schouwspel een stuk levensherinnering is, wonen het bij met een stille ontroering: het lijkt haast een liturgisch ritueel, dat zich daar voor het voetlicht vol trekt De voorstelling, onder leiding van Jaap van der Poll voorbereid liet ook ditmaal haar be klemmende werking niet achterwege. Het spel was over 't algemeen van uitmuntend ge. halte; naast de hoofdpersoon van den avond maakten inzonderheid Willem van der Veer als Geert en Hein Harms als de reeeder Bos een sterken indruk. De diakenhuismannetjes waren in verge lijking met de voortreffelijke bezetting uit den klassieken tijd wel wat heel zwak. Adolpha Hamburger, aanvankelijk tegen zijn moeilijke rol van Barend niet opgewassen, 'haalde op in zijn slotscène. Onder de visschersvrouwen trad Fie de Vriesde Boer als Jo op den voorgrond Mientje van der Lugt Melsert was de reeders- rtochter. Voor de rol van Simon heeft men van een acteur als Willem Hunsche niet vol doende profijt getrokken; ook 't uiterlijke van dezen ouden dronkeniap was onvoldoende ge typeerd. Voordat het scherm rees, heeft men Heyer mans' nagedachtenis gehuldigd door het ten toonstellen van zijn borstbeeld en het zingen van Handels „Ecce quomodo moritur". H. G. CANNEGIETER. MUZIEK. DOOPSGEZIND ZANGKOOR DIE SCHöPFUNG. Met een uitvoering van „Die Schöpfung" heeft het D.Z. de herdenking van zijn veer tigjarig bestaan besloten. Met was een feest- concert, niet alleen in naam. maar ook in der daad. Want we zagen het -koor nu weer eens met ons orkest samen tot het volbrengen van groot werk. iets dat in de laatste jaren door de tijdomstandigheden belemmerd werd. En, zooals Haydn's oratorium jong en frisch gebleven is, zoo heeft ook het jubileerende koor zijn frissche levenskracht bewaard. Er was een symboliek in de keuze van Die Schöpfung', een symboliek, waarop door den eere-voorzitter van D. Z., Ds. Leendertz in zijn korte inleidende, toespraak gewezen werd. En- hij bracht daarbij ook een rechtmatige hulde aan den man, die in het dirigeergestoelte stond, den man, die tot vóór 10 jaren het D. Z. had gevormd en geleid: onzen vroegeren stadgenoot Jan de Nobel. Men had hem uit- genoodigd. den feestavond te komen openen met de drie koorliederen, die op de allereerste uitvoering van het D.Z. gezongen zijn, en hij had aan die uitnoodiging gevolg gegeven. Een lauwerkrans werd hem aangeboden. Zoo hoorden we dus het koor eerst weer a capelle. Het zong goed, al kon de dirigent niet verhinderen, dat de diapason in het tweede lied een toon, in het derde een halve toon zakte. En men juichte den bejaarden musicus. die op dezen avond zijn leidersloop baan besloot, warm toe. Toen nam de tegen woordige dirigent Jac. Zwaan zijn plaats in. Zijn sobere en kernachtige leiding miste ook dezen avond haar invloed niet. zoodat we een „Schöpfung"-vertolking hoorden, die wat de prestaties van koor en orkest betreft, hoogst bevredigend mocht heeten. Niet zóó bevredigend was het werk der so listen. Elk der drie had goede oogenblikken, maar geen van hen heeft ontroering of zelfs maar bekoring door schoonheid van stemmid- delen kunnen geven. De sopraan zong zuiver en correct, maar het timbre van de stem van mevr. Ludolph mist alle weekheid. De tenor Corn, van Munster bezit een meer soepel stemgeluid, maar vibreerde te sterk en into neerde nog al eens te hoog; bovendien kan hij zijn uitspraak nog verbeteren. En in de voordracht van den bas Otto Couperus had den we gaarne wat meer meeleven en uitbeel dingskracht gehoord. Zijn stemmiddelen zijn goed, maar die alleen doen het niet. Het beste voldeden de solisten nog in de samenwerking met het -koor. De dirigent Jac. Zwaan is door den voor zitter van het D. Z. waardeerend toegesproken en ontving van dezen namens het heele koor een feestgeschenk. Ook de voorzitter van het huldigingscomité, de heer J. Kuyper Jr., sprak den dirigent toe en overreikte hem een lau werkrans. We wenschen het D. Z. in de komende jaren even veel levenskracht toe als Haydn's mees terwerk -nog steeds bezit. K. DE JONG. R. K. Harmonievereeniging „St. Caecilia". Op 1 Augustus was het 15 jaren geleden dat te Haarlem-Noord het korps St. Caecilia werd opgericht, 't Lag dus voor de hand dat dit feit werd in herinnering gebracht, toen de voor zitter tot de aanwezigen een welkomstwoord richtte. Dit woord was optimistisch getint, in spijt van het niet overdrukke bezoek bij de viering van Caecilia's derde lustrum. Maar dit optimisme had andere gronden. Het rust n.l. op de stevige basis, waarop de muziekvereni ging fundeert. En tijdens deze uitvoering hebben we ons daarvan bij herhaling kunnen overtuigen. De dirigent S. A. Noom heeft „St. Caecilia" vervormd tot een korps dat uitste kend is geoutilleerd, niet alleen quantitatief maar ook naar 't gehalte. Het hout klinkt be schaafd en de techniek is zeer goed verzorgd. En 't groot koper heeft dezelfde verdiensten, al kan het tegenover het hout een al te veel aan klank ontwikkelen. Hier schuilt ook de reden, dat men in Ph. Vlessing's zeer mooi ge speelde Pastorale Suite soms den klank wat meer doorzichtig zou wenschen. 't Maakt nu den indruk als van een mannenkoor, waar de baritons te zwaar van toonvorming zijn. Ik weet wel, er zijn musici die dit den idealen harmonieklank noemen. Maar de partituur moet noodwendig inboeten aan duidelijkheid, wanneer zij althans met kennis van zaken i3 geschreven. Immers er is genoeg hannoniemuziek waar aan met geen mogelijkheid eenige schade hoegenaamd is aan te brengen. Maar een Bal let Egyptien van Luigini, een Pastorale Suite van Ph. Vlessing (en eigenlijk 't geheele met zorg gekozen programma van dit concert) kan niet anders dan wèl varen bij een ideale klankverhouding tusschen hout en koper. Dat de klank toch zoo bevredigde, ligt wel aan de heel zuivere instemming der instrumenten, en wij weten bij ervaring, dat dir. Noom in deze uiterst zorgvuldig' te werk gaat. De Ouverture triumphale, die op naam stond van Christolph Bach, heeft met het illustre geslacht der Bach's niets uit te staan. De man heet E. Bach en is auteur van eenige muzikale versnaperingen. Ook in deze ouver ture, die lang niet zijn'slechtste werk is, komt de nian van „Frühlings Erwachen" om den hoek kijken. Het stuk heeft overigens de ver dienste, dat het aan de spelers geen moeilijk heden in den weg legt, en bij een zoo zuiver spel als van „St. Caecilia" is het zelfs een ge noegen, er naar te luisteren. In „Czardas" van Rossow hebben de mannen heel wat hardere noten te kraken, maar 't bleek hun toever trouwd. Het concert van Woensdagavond heeft bij de luisteraars de overtuiging gevestigd, dat het harmoniekorps uit Haarlem-Noord in mu zikaal opzicht stevig in zijn schoenen staat, waardoor het verzoek om finantiëelen steun alleszins gerechtvaardigd blijkt. G, J, KALTb

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 12