inici GqaxeÜeA-
Kunst aan het Volk.
DONDERDAG 22 NOVEMBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
10
Roode Duivels-Zwaluwen (1-0)
Bas Paauwe dc beste speler. Zwakke
Hollaiidsche verdediging.
Uit Luik:
Op het veld van Tiileur, 8 K.M. van Luik
had Woensdagavond de wedstrijd Roode Dui
vels—Zwaluwen plaats, die door de Belgen
met 10 gewonnen werd. Deze zege, die nie:
onverdiend mag heeten, werd reeds in de
eerste helft verkregen door een doelpunt van
den linksbuiten Brugghe. In de tweede
helft werd niet gescoord, ondanks talrijk?
Nederlandsche aanvallen, maar, de Belgische
verdediging was zeer sterk.
Zoo werd het een kleine overwinning voor
'de Roode Duivels.
Het was zeer mistig; de 15.000 toeschouwers
hadden af en toe de grootste moeite om bal
en spelers te kunnen volgen.
Onder leiding van den Belgischen scheids
rechter Swillen werd in de volgende opstelling
begonnen;
Roode Duivels:
Christiaens.
Simons, Smellinckx.
Stynen. Meuldermans, Claessens,
De Vries, Voorhoof, Massez, v d. Eynde,
Brugghe.
Zwaluwen?
Kammeijer, v. d. Broek, Bakhuis, Drok,
Vrauwdeunt.
Punt, B. Paauwe, Van Maaren.
Van Stokken, W. Mol,
Dommers.
De eerste aanvallen zijn voor de Roode
Duivels, maar onze verdediging maakt helaas
geen betrouwbaren indruk. De Hollaadsche
aanvallen stranden op de backs; als 'rrauw-
deunt een kans krijgt, wordt het leder hem op
het laatste moment door Smellinckx afhandü
gemaakt.
Na deze Zwaluwenaanvallen neemt het Bel
gische team weer het initiatief in handen.
Het is bij een dezer aanvallen, dat de snelle
Massez naar Brugghe plaatst, die een hard
schot lost. De bal verdwijnt via den paal in
het doel (10).
Na zeven minuten hebben de Roode Dui
vels de leiding.
In het veld heeft geen der partijen een
overwicht; het. spel gaat vlug van doel tot
doel. Drok krijgt, een goede kans. maar Claes
sens redt op het critieke moment.
In de middenlinie steekt Bas Paauwe ver
boven de andefei uit. maar een zeer zwak
punt blijkt onze verdediging te zijn. Men is
daar niet zeker van zijn taak; als de backs
enkele malen leelijk knoeien, heeft het Zwa
luwenteam niet over geluk te klagen.
Het gevolg van dit zwakke spel onzer verde
diging is, dat de middenlinie zich in hoofd
zaak aan haar defensieve taak moet wijden.
De Belgische aanvallen worden gewoonlijk
door Massez geleid; deze is het, die Brugghe
w-eer eens een fraaie kans geeft om de score
te verhoogen. Het harde schot van den Liere-
naar gaat juist naast.
De Zwaluwen krijgen een hoekschop te ne
men. die niets oplevert. Een pass van Paauwe
naar Bakhuis is goed geplaatst, maar onze
Internationale mid voor wordt goed bewaakt
de Belgische verdediging maakt het hem
pi-actisch onmogelijk, een behoorlijk schot te
lossen.
Een fraaie aanval van de geheele Belgische
voorhoede brengt het leder naar Brugghe.
Thans is zijn schot goed gericht, maar Dom
mers stopt mooi.
Onze backs hebben zich nog steeds niet ge
heel hersteld; af en toe trappen zij onbe-
houden weg. Er ontstaan hachelijke situaties
voor doel. Juist even voor rust zendt Van
den Broek, die tot dat oogenblik nog niet veel
bijzonders heeft laten zien, een hard schot in.
dat keeper Christiaens fraai houdt.
Het een I0-stand voor de Roode Duivels
treedt de rust in.
Tweede helft.
De tweede helft begint met een Zwaluwen
offensief. maar de voorhoede brengt het voor-
loopig nog slechts tot een hoekschop, die niets
oplevert. Aan den anderen kant krijgt Dom
mers een schot van Voorhoof te verwerken.
Maar de Zwaluwen komen terug. Van den
Broek geeft het voorbeeld. Van hem gaat nu
meer uit, zijn spel is geestdriftiger en dit
brengt in onze voorhoede wat meer leven. Hij
zelf schiet, eenige malen hard op doel; tijdens
dit besliste overwicht van de Zwaluwen lost
Bakhuis een subliem schot, dat Christiaens
er or> even magnifieke wijze uithoudt.
Drok probeert, het weer. nu met een kogel
op doel, maar keeper Christiaens is in uit
stekenden vorm.
Na dit overwicht van de Zwaluwen werken
de Belgen zich wat los. Ons doel beleeft weer
er.kele precaire oogenblikkene want nog steeds
maakt onze verdediging geen betrouwbaren
indruk. Een schot van Voorhoof gaat via den
paal het- veld weer in en als de Vries vrij voor
Dommers komt te staan, is het schot van den
Belg te hoog gericht.
Evenals in de eerste helft speelt Bas Paau
we ook nu uitstekend. Eenmaal werkt hij
zich door de geheele Belgische verdediging
heen. maar op enkele meters van doel raakt
hij het leder kwijt en ook deze kans is weer
verkeken Van den Broek krijgt even later
een mooie kans om gelijk te maken, maar hij
kan het leder niet onder controle krijgen,
zoodat zijn schot mislukt. De Belgen ant
woorden weer met enkele aanvallen; weder
om ontstaan gevaarlijke situaties voor het
doel van Dommers doch de Belgen weten er
niet van te profiteeren. Aan den anderen kant
lost Drok een zeer hard schot; ook hij heeft
pech, want via den paal gaat de bal het veld
weer in.
Direct daarop krijgen de Zwaluwen nog een
corner te nemen, doch oók deze hoekschop
heeft geen resultaat.
In de laatste minuten zijn de Roode Duivels
nog gevaarlijk met enkele snelle aanvallen;
Dommers is er nu echter goed in; eenmaal
vangt hij een hoekschop fraai op.
Het einde komt met een kleine verdiende
1O-zege van de Roode Duivels.
Het zwakke punt in het Zaluwen-elftal was
echter de achterhoede. Mol en van Stokken,
waren met hun ingrijpen en wegtrappen
niet gelukkig; zij voelden het spel van de Bel
gische voorhoede te weinig aan om met suc
ces dje aanvallen te breken. Dit bleek ook uit
het opstellen dezer beide spelers. Daarachter
heeft Dommers niet slecht gekeept.
In de middenlinie was Paauwe verreweg de
beste man. O.i. was hij de beste speler van
het veld. Hij was een van de weinige werke
lijk internationale spelers, die in beide teams
voorkwamen. Van Maaren was wel de minste
van het drietal, terwijl Punt niet onverdien
stelijk speelde.
De voorhoede heeft wel voldaan. Kammeijer
den Broek, na een slechte eerste helft, in de
tweede veel. goed maakte door zijn enthousiast
spel. Bakhuis die stevig bewaakt werd, kreei,
uiteraard weinig kansen; als hij even werd
losgelaten kon hij enkele fraaie schoten lossen
Zijn kracht lag dan ook in het spelverdeelen,
maar de achterhoede van De Roode Duivels
was zeer sterk. Drok heeft eveneens goed
voldaan. Hij heeft handig en nuttig werk
verricht; in plaats van Bakhuis loste hij de
schoten, die gewoonlijk hard en goed gericht
waren.
Het was over 't algemeen een prettige wed
strijd, zonder dat het spelpeil bijzonder noo;
was.
R. C. H.AJAX
De belangstelling voor bovengenoemden wed
strijd is begrijpelijk heel groot. Nu de kam
pioenskampen van Ajax weer zijn toegenomen,
zal zij weer door een groot aantal supporters
vergezeld worden. Ten gerieve van het publiek
wordt aan de bekende adressen weer voorver
koop gehouden, niet alleen hier, maar ook te
Amsterdam. Wie dus zeker wil zijn een plaats
te bekomen, moet er werk van maken.
SCHAKEN
JAARVERGADERING HAARLEMSCH
SCILAAKGEZELSCHAP
Het Haarlemsch Schaakgezelschap hield in
zijn clubgebouw aan de Jansstraat zijn 38ste
jaarvergadering. Deze vergadering was zeer
druk bezocht en had een vlot verloop. De jaar
verslagen van secretaris en penningmeester
werden uitgebracht. Het bleek dat het leden
tal groeiende is. Bij de bestuursverkiezing wei
den de aftredende heeren F. L. Groos, W. J.
Saeijs en J. H. Lichtenveldt met groote meer
derheid herkozen. Van de rondvraag werd een
spaarzaam gebruik gemaakt, daar de meeste
leden graag zoo spoedig mogelijk aan den
gongwedstrijd wilden beginnen, waarmede
deze avond op buitengewoon gezellige wijze
werd besloten.
HANDBAL
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG.
DAMES.
AalsmeerRapiditas 1 uur.
Concordia IIRapiditas II 10,30 uur
HerculesD. O. S. 3 uur.
HEEREN.
LijndenSimson, 9.50 uur.
RapiditasConcordia 9.15 uur.
Aalsmeer—Olympia 2 uur.
NilocD. O. S. 2-15 uur.
Lijnden II—Rapiditas n, 2 uur.
De dameswedstrijden zullen uitgezonderd
Aalsmeer—Rapiditas een spannend karakter
dragen.
Voor de heeren is het programma zeer be
langrijk. De leidende ploegen ontmoeten el
kaar. nl. Lijnden ontvangt het sterke Simson
en moet geducht oppassen. Niloc, de club van
het Inst. voor Lich. Opv. ontvangt D. O. S. en
kon wel eens verliezen. Aalsmeer wint haar
wedstrijd wel. evenals Lijnden n. In Haar
lem zal de wedstrijd Rapiditas I—Concordia I
wel de meeste belangstelling trekken. De
aroote match heeft plaats aan de Van Oosten
de Bruynstraat. Een Rapiditas-zege zal de uit
slag wel worden, maar Concordia zal het ze
ker niet cadeau geven.
SCHIETEN.
HAARLEMSCHE BURGERWACHT NAAR
HILLEGOM.
Zaterdag 24 November wordt door de Hil
legomsehe Burgerwacht een wedstrijd gehou
den, hieraan wordt door de Haarlemsche Bur
gerwacht deelgenomen met twee vijftallen.
NED. BOND VAN BURGERWACHTEN
Door J. Rompa is op den door den Bond van
Burgerwachten uitgeschreven Nationalen wed
strijd, de Nederland Vooruit-beker gewonnen
met 56 p. in 27 sec.
ZWEMMEN.
KAMPIOENSCHAPPEN VAN HAARLEM
SCIIOONSPRINGEN.
Woensdagavond werd in Stoop's Bad de uit
gestelde springkampioenschapoen van den
Kring Haarlem van den Kon. Ned. Zwembond
voor dames en heeren versprongen. Bij de hee-
handhaafde Van der Voort zijn titel op
overtuigende wijze, terwijl Mej. Neve bij de
dames voor het eerst beslag legde op dit kam
pioenschap. De uitslagen waren:
Dames: Mej. A. Neve 49.85 pnt. 2. Mej. J-
Vermeer 32 29. beiden van H. P. C.
Heeren: 1. N. van der Voort 81.49 pnt. 2. L.
Micheels 47.49 pnt.. 3. P. Donders, 43.33, allen
van de Zwemclub Haarlem.
Wagon op het Amsterdamsche
Centraal Station ontspoord.
Treinverkeer ondervindt veel vertraging.
AMSTERDAM. 21 November (V.D.)
Hedenmorgen om ongeveer 10 uur 40 is ten
gevolge van een ontsporing op het Oostelijk
eiland van het emplacement van het Centraal
Station een vrij ernstige vertraging ontstaan
in de aankomst en het vertrek van treinen uit
en voor de richting Amersfoort en Utrecht.
Bij het rangeeren van een trein geraakte
een wagen uit de rails en hierdoor raakte een
der afgaande sporen op het emplacement ver
sperd, zoodat geen treinen konden vertrekken
Het ontspoorde rijtuig werd losgekoppeld waar
na het grootste gedeelte kon worden wegge
reden en men vervolgens aan het werk ging
om de versperring op te ruimen.
Het treinverkeer van en naar Oostelijke
•ichting ondervond groote vertraging. Tus-
schen elf en twaalf uur liet men de meeste
treinen uit de Oostelijke richting aan het
station Muiderpoor-t stoppen. Doorgaande
reizigers konden vandaar per tram of taxi
naar het Centraal Station gaan.
Inmiddels zag men echter kans den snel
trein naar het Noorden op tijd te laten ver
trekken.
De personentrein voor Amersfoort van 10
uur 43 vertrok echter pas om 11 uur 32.
Tegen ruim half twaalf was het verkeer
zoodanig geregeld, dat het vertrek van treinen
naar Oostelijke richtingen weer normaal kon
yonden wij beter dan Vrauwdeunt, terwijl Van geschieden.
IN PLATTE DOOSJES VAN 70stuks 70cent
DE HANDIGSTE VERPAKKING VOOR DEN VESTZAK
(Adv. Ingez. Med.)
TREKKING LUTO-YERLOT1NG
UITGESTELD.
De tweede Luto-verloting is in verband met
de aankomst van de Uiver en de huldigin;.
der bemanning te Rotterdam en den Haag
evenals om technische redenen, uitgesteld tot
29 November. De oorspronkelijke datum was
21 November. Alle loten zijn echter wel uit
verkocht.
LETTEREN EN KUNST
HINDOESCHE DANS-AVOND
Indra Ramosay en Devaki.
Indra Ramosay, die gisteren met de danse
res Devaki voor de Ver. Kunst aan het Volk
in onzen Stadsschouwburg optrad, is een be
genadigd danser, wiens kunst sterk boeit en
dikwijls ook zooals in Abahana, wanneer
zijn dansen tot bidden wordt en in Rasa Lela,
waarin het is, of de goddelijke natuur van
een Krishna bezit van hem neemt en hij bo
ven het gewoon-menschelijke uitstijgt diep
ontroert.
De danseres Menaka met haar partner Nil-
kanta en later de groote Hindoe-danser Shan-
Kar hebben ons voor het eerst in Holland
Hindoe-dansen laten zien. Toch was er een
groot verschil tusschen het dansen van deze
Hindoes en dat van Indra Ramosay. ^Tet dan
sen zoowel van Menaka als van Shan-Kar
leek mij niet vrij van Westerschen invloed en
het was dan ook veel gevoeliger, zinnelijker en
hartstochtelijker dan van Indra Ramosay.
Voor Indra Ramosay is het dansen blijkbaar
een eeredienst en het is dan ook veel meer
vergeestelijkt dan van Shan-Kar en Menaka.
die beiden meer op het direct succes van een
Europeesch publiek speculeerden.
In het dansen van de Hindoes zijn het
bleek ook gisteren weer wel enkele motie
ven van de -Javaansche dansen te herkennen
zooals 't heffen van het been. het neerplan-
ten der voeten, de kleine schokkende hoofd
bewegingen en vooral de fijne arm- en pols
bewegingen maar het staat er overigens
heel ver van af. Over het algemeen zijn de
Hindoe-dansen minder gestyleerd dan de Ja
vaansche, zijn ze bewegelijker, breeder van
gebaar, expressiever ook in de gelaatsmi
miek en staan zij ons, Europeanen, na-der,
omdat zij minder symbolisch en in de uit
drukkingswijze meer gewoon menschelijk zijn.
Het dansen der Hindoes heeft meer élan, is
minder eentonig en sterker van rhytme dan
dat van den Javaan.
Maar waarin een Jodjana en een Indra Ra
mosay volkomen gelijk zijn, dat is in hun vol
maakte techniek. Er is in dit dansen nooit
sprake van eenige weifeling, bij hen is het
dansen tot het hoogste kunnen geperfection-
neerd. Een danser als Indra Ramosay danst
niet alleen met de beenen of zooals vele
Europeesche danseressen met de armen,
maar heel het lichaam is in actie en de tril
lingen van het lichaam planten zich voort tot
in de sidderen vingertoppen. Hij is van een on
geëvenaarde lenigheid en daarbij van een zeld
zame gratie. Zijn bewegingen zijn forsch en
krachtig en toch altijd vloeiend van lijn. Het
dansen is steeds van een verheven adel, dat
soms in de dansen, waarin hij het Goddelijke
van een Krishna of Vishnu wil uitbeelden,
boven het aardsche uitstijgt. Zelfs in een dans
van'passie blijft deze danser voornaam, nobel
en aan zijn Godheid verwant. Hoe majesteus
was hij in zijn breede bewegingen als Indra,
de Heer van den Hemel en hoe prachtig sug
gestief was deze dans aan het slot, toen Indra
de regen deed neerdalen ,en zijn kudde huis
waarts voerde.
Maar het meest heeft Indra Ramosay mij
ontroerd in Abahana Invocation en Rasa
Leela. Was het niet, of hij heel ver van de we
reld was, toen hij daar in Abahana onbewege
lijk, in stille contemplatie neerzat, in onmidde-
lijk contact met de Godheid, die hij aanbad.
Van welk een verheven, werkelijk Goddelijke
rust was hij toen, zooals hij daar als een
Boeddha-beeld neerzat, schouwend in zich zelf.
hoe sereen was heel zijn houding, hoe bezield
zijn gelaat! Hoe indrukwekkend was de over
gang van rust tot actie met die prachtige pols
en armbewegingen en dan plotseling dat ma
jestueus opzwaaien van den arm en het lang
zaam weer dalen en het terugkeeren tot een
houding van in zich zelf gekeerde aanbidding.
Dit dansen werd een gebed, zooals alleen een
Oosterling dat plastisch vermag. Wie het ver
hevene van zulk dansen niet voelt, die zal
voor de schoonheid van deze kunst ook wel
altijd blind blijven.
En hoe subliem en hoe vergeestelijkt was
hij ook als Krishna, wanneer hij in*Rasa
Leela, het eerste nummer na de pauze
zijn Goddelijkheid aan het kleine herderinne
tje openbaart. Dat was van Indra Romosay en
Devaki een samendans, die ook pantomimisch
een groote vreugde schonk.Van 'n betooverende
gratie was daarin de kleine, teere Devaki en
ontroerend aan het slot wanneer zij in aan
bidding voor Krishna ligt neergeknield.
Wat mij in het dansen van Devaki zoo zeer
trof, was het reinvrouwelijke, het kuische in
al haar bewegingen. Hierin vooral onder
scheidde zij zich van een Menaka, die in haar
dansen veel zinnelijker was. Zelfs in haar ko-
ketteeren blijft Devaki het virginale meisje,
teer, jong, en aanbiddellijk van gratie. Hoe
bekoorlijk en lief was zij in Grama Goshthi,
toen zij als een Rebekka met haar kruik daar
voort schreed, zich baadde en water schepte
uit de bron. Dat was zoo teer en fijn, dat
zij deed denken aan een levend geworden
tanagrabeeldje En het Was ook in alle bewe
gingen zeldzaam expressief. Zelfs in een baya-
dere-dans bleef zij voornaam en kuisch en van
een lieve, teedere vrouwelijkheid.
De Hindo^sche dansen hebben meer indruk
op mij gemaakt dan de Hindoesche muziek.
Die vond ik vooral in de sitar-solo kort
weg vervelend. Deze monotone muziek deed,
mij totaal niets en alleen in de begeleidingen
kon ik haar nu en dan waardeeren. Wanneer
men zulke muziek hoort in het Oostc-rsche
landschap onder palaten bij maanlicht, dan
zal zij waarschijnlijk stemming wekken ook
bij ons, Europeanen. Maar op het concert
podium, in een schouwburg blijf ik er totaal
ongevoelig voor.
Voor „Kunst aan het Volk" was deze dans
avond een zeer groot succes. Aan het slot
heeft men In-dra Ramosay en Devaki aan
wie in den loop van den avond vele bloemen
waren geschonken een warme ovatie ge
bracht.
J. B. SCHUIL.
Schouwburg Jansweg.
De Boer-van Rijk—Ensemble
OP HOOP VAN ZEGEN.
De groote belangstelling voor het tooneel-
wevk van Herman Heyermans is ten over
staan van de malaise, waarin het schouwburg-
bedrijf overigens verkeert, een merkwaardig
verschijnsel. Deze blijvende toeloop kan niet
uitsluitend aan de artistieke verdiensten lig
gen, hoe eerwaardig die dan ook zijn. Want
welk ander toch in artistiek opzicht op zijn
minst met Heyermans op één lijn staand
tooneelwerk zou jaar-in jaar-uit volle zalen
blijven trekken en honderden voorstellingen
beleven?
Is het de gehechtheid aan het oude, dat.
„aar men van tevoren weet, gegarandeerd
goed is tegenover de nieuwe productie met
haar veelvuldig risico? Is het de voorkeur voor
het realisme, dat het grootste deel van de
burgerij toch altijd nog het beste begrijpt?
Is het de sociale strekking of het karakte-
ristiek-Nederlandsche of het milieu, dat dit
maal eens niet in de wereld van misdadigers,
intellectueelen of „society" speelt, maar on
der het overigens door de tooneelschrijvers
maar al te nadrukkelijk verwaarloosde volk?
Of ligt een deel van de aantrekkingskracht in
het optreden van de „ster", die in deze stuk
ken haar triomfen heeft gevierd en die men
zoowel om haar buitengewoon talent als om
het wonder van haar door geen leeftijd aan
tastbare vitaliteit telkens en telkens weer wil
terugzien?
Hoe het zij, Op Hoop van Zegen met Esther
de Boervan Rijk als Kniertje, heeft ook
ditmaal weer een schouwburg tot geestdrift
gebracht. Een gepaster huldiging van Heyer
mans, wiens overlijden heden tien jaar is
;eleden. zou wel moeilijk te vinden zijn.
Want hoezeer ook zijn overige tooneel-
stukken tot op den huidigen dag de bewonde
ring wegdragen, Op Hoop van Zegen is een
bijna legendarisch meesterwerk geworden ge
lijk Vondels Gysbrecht van Aemstel, waarmee
het het traditioneele karakter van zijn ver
tooningen deelt. En bij het legendarische Op
Hoop van Zegen behoort de legendarische
Kniertje.
Bij Heyermans' dood heeft men zijn nage
dachtenis ook met dit spel van de zee meenen
te moeten eeren. Het was toen het H-ofstad-
Tooneel dat de herdenkingsvoorstelling gaf.
En Alida TartaudKlein speelde de hoofd
rol.
Wij hebben uitnemende herinneringen be
waard aan haar vertolking. Maar toch was
het, of er aan deze vertooning iets haperde.
Het was het „echte" niet. Bijna lijkt het
heiligschennis, een andere Kniertje dan
Esther de BoerVan Rijk.
Voor het eerst heeft deze toen 47-jarige
actrice deze rol gespeeld in het jaar 1900.
teen de oude Nederlandsche Tooneelvereenï.
ging met dit stuk haar plaats ging innemen
onder het Nederlandsche volk, een plaats, zoo
als het tooneel zelden inneemt. Toen was het
tooneel populair in den letterlijken zin van
het woord.
Meer dan een derde van een eeuw is dit
moment reeds geleden. Een -nieuw geslacht is
opgestaan, het oude is verdwenen. De schei
ding tusschen voor-oorlogsch en na-oorlogsch
is gekomen: men spreekt van een omwente
ling in de kunst, zoowel wat haar inhoud als
haar vormen betreft. Maar Esther de Boer-
van Rijk als Kliertje negeert alle tijdperken
in de cultuurgeschiedenis; zij gaat rustig
voort met haar kunst, die verleden aan heden
verbindt. De honderdste voorstelling, de
vijfhonderdste, de duizendste voorstelling be
leeft het oude Oj Hoop van Zegen.
En, wat bij Heyermans' overlijden als een
leemte gevoeld werd, is weer aangevuld, toen
in 1929 het eerste lustrum na zijn dood de
oude, traditioneele, legendarische Kniertje
weer op de planken stond.
En weer zijn wij vijf jaren verder. Nog
maals herdenkt Nederland zijn populairen
tooneelschrijver, en nogmaals doet men het
met Op Hoop van Zegen. Een nieuwe kunst is
inmiddels ontstaan: de film bewerkt de klas
siek geworden tooneelstukken en het spel van
de zee wordt pasklaar gemaakt voor het cel
luloid. Weer sluit de geschiedenis een nieuw
tijdperk af
Maar onvergankelijk blijft Op Hoop van
Zegen met Esther de BoerVan Rijk. Daar!
staat zij weer, de thans 81-jarige, in de be
kende omlijsting en zij maakt de bekende
gebaren en spreekt de bekende woorden. En
de ouderen, voor wie dit schouwspel een stuk
levensherinnering is, wonen het bij met een
stille ontroering: het lijkt haast een liturgisch
ritueel, dat zich daar voor het voetlicht vol
trekt
De voorstelling, onder leiding van Jaap van
der Poll voorbereid liet ook ditmaal haar be
klemmende werking niet achterwege. Het spel
was over 't algemeen van uitmuntend ge.
halte; naast de hoofdpersoon van den avond
maakten inzonderheid Willem van der Veer
als Geert en Hein Harms als de reeeder Bos
een sterken indruk.
De diakenhuismannetjes waren in verge
lijking met de voortreffelijke bezetting uit
den klassieken tijd wel wat heel zwak. Adolpha
Hamburger, aanvankelijk tegen zijn moeilijke
rol van Barend niet opgewassen, 'haalde op in
zijn slotscène. Onder de visschersvrouwen trad
Fie de Vriesde Boer als Jo op den voorgrond
Mientje van der Lugt Melsert was de reeders-
rtochter. Voor de rol van Simon heeft men
van een acteur als Willem Hunsche niet vol
doende profijt getrokken; ook 't uiterlijke van
dezen ouden dronkeniap was onvoldoende ge
typeerd.
Voordat het scherm rees, heeft men Heyer
mans' nagedachtenis gehuldigd door het ten
toonstellen van zijn borstbeeld en het zingen
van Handels „Ecce quomodo moritur".
H. G. CANNEGIETER.
MUZIEK.
DOOPSGEZIND ZANGKOOR
DIE SCHöPFUNG.
Met een uitvoering van „Die Schöpfung"
heeft het D.Z. de herdenking van zijn veer
tigjarig bestaan besloten. Met was een feest-
concert, niet alleen in naam. maar ook in
der daad. Want we zagen het -koor nu weer
eens met ons orkest samen tot het volbrengen
van groot werk. iets dat in de laatste jaren
door de tijdomstandigheden belemmerd werd.
En, zooals Haydn's oratorium jong en frisch
gebleven is, zoo heeft ook het jubileerende
koor zijn frissche levenskracht bewaard.
Er was een symboliek in de keuze van Die
Schöpfung', een symboliek, waarop door den
eere-voorzitter van D. Z., Ds. Leendertz in zijn
korte inleidende, toespraak gewezen werd. En-
hij bracht daarbij ook een rechtmatige hulde
aan den man, die in het dirigeergestoelte
stond, den man, die tot vóór 10 jaren het
D. Z. had gevormd en geleid: onzen vroegeren
stadgenoot Jan de Nobel. Men had hem uit-
genoodigd. den feestavond te komen openen
met de drie koorliederen, die op de allereerste
uitvoering van het D.Z. gezongen zijn, en
hij had aan die uitnoodiging gevolg gegeven.
Een lauwerkrans werd hem aangeboden.
Zoo hoorden we dus het koor eerst weer
a capelle. Het zong goed, al kon de dirigent
niet verhinderen, dat de diapason in het
tweede lied een toon, in het derde een halve
toon zakte. En men juichte den bejaarden
musicus. die op dezen avond zijn leidersloop
baan besloot, warm toe. Toen nam de tegen
woordige dirigent Jac. Zwaan zijn plaats in.
Zijn sobere en kernachtige leiding miste ook
dezen avond haar invloed niet. zoodat we een
„Schöpfung"-vertolking hoorden, die wat de
prestaties van koor en orkest betreft, hoogst
bevredigend mocht heeten.
Niet zóó bevredigend was het werk der so
listen. Elk der drie had goede oogenblikken,
maar geen van hen heeft ontroering of zelfs
maar bekoring door schoonheid van stemmid-
delen kunnen geven. De sopraan zong zuiver
en correct, maar het timbre van de stem van
mevr. Ludolph mist alle weekheid. De tenor
Corn, van Munster bezit een meer soepel
stemgeluid, maar vibreerde te sterk en into
neerde nog al eens te hoog; bovendien kan
hij zijn uitspraak nog verbeteren. En in de
voordracht van den bas Otto Couperus had
den we gaarne wat meer meeleven en uitbeel
dingskracht gehoord. Zijn stemmiddelen zijn
goed, maar die alleen doen het niet. Het beste
voldeden de solisten nog in de samenwerking
met het -koor.
De dirigent Jac. Zwaan is door den voor
zitter van het D. Z. waardeerend toegesproken
en ontving van dezen namens het heele koor
een feestgeschenk. Ook de voorzitter van het
huldigingscomité, de heer J. Kuyper Jr., sprak
den dirigent toe en overreikte hem een lau
werkrans.
We wenschen het D. Z. in de komende jaren
even veel levenskracht toe als Haydn's mees
terwerk -nog steeds bezit.
K. DE JONG.
R. K. Harmonievereeniging
„St. Caecilia".
Op 1 Augustus was het 15 jaren geleden dat
te Haarlem-Noord het korps St. Caecilia werd
opgericht, 't Lag dus voor de hand dat dit feit
werd in herinnering gebracht, toen de voor
zitter tot de aanwezigen een welkomstwoord
richtte. Dit woord was optimistisch getint, in
spijt van het niet overdrukke bezoek bij de
viering van Caecilia's derde lustrum. Maar dit
optimisme had andere gronden. Het rust n.l.
op de stevige basis, waarop de muziekvereni
ging fundeert. En tijdens deze uitvoering
hebben we ons daarvan bij herhaling kunnen
overtuigen. De dirigent S. A. Noom heeft „St.
Caecilia" vervormd tot een korps dat uitste
kend is geoutilleerd, niet alleen quantitatief
maar ook naar 't gehalte. Het hout klinkt be
schaafd en de techniek is zeer goed verzorgd.
En 't groot koper heeft dezelfde verdiensten,
al kan het tegenover het hout een al te veel
aan klank ontwikkelen. Hier schuilt ook de
reden, dat men in Ph. Vlessing's zeer mooi ge
speelde Pastorale Suite soms den klank wat
meer doorzichtig zou wenschen. 't Maakt nu
den indruk als van een mannenkoor, waar de
baritons te zwaar van toonvorming zijn. Ik
weet wel, er zijn musici die dit den idealen
harmonieklank noemen. Maar de partituur
moet noodwendig inboeten aan duidelijkheid,
wanneer zij althans met kennis van zaken i3
geschreven.
Immers er is genoeg hannoniemuziek waar
aan met geen mogelijkheid eenige schade
hoegenaamd is aan te brengen. Maar een Bal
let Egyptien van Luigini, een Pastorale Suite
van Ph. Vlessing (en eigenlijk 't geheele met
zorg gekozen programma van dit concert)
kan niet anders dan wèl varen bij een ideale
klankverhouding tusschen hout en koper. Dat
de klank toch zoo bevredigde, ligt wel aan de
heel zuivere instemming der instrumenten, en
wij weten bij ervaring, dat dir. Noom in deze
uiterst zorgvuldig' te werk gaat.
De Ouverture triumphale, die op naam
stond van Christolph Bach, heeft met het
illustre geslacht der Bach's niets uit te staan.
De man heet E. Bach en is auteur van eenige
muzikale versnaperingen. Ook in deze ouver
ture, die lang niet zijn'slechtste werk is, komt
de nian van „Frühlings Erwachen" om den
hoek kijken. Het stuk heeft overigens de ver
dienste, dat het aan de spelers geen moeilijk
heden in den weg legt, en bij een zoo zuiver
spel als van „St. Caecilia" is het zelfs een ge
noegen, er naar te luisteren. In „Czardas" van
Rossow hebben de mannen heel wat hardere
noten te kraken, maar 't bleek hun toever
trouwd.
Het concert van Woensdagavond heeft bij
de luisteraars de overtuiging gevestigd, dat
het harmoniekorps uit Haarlem-Noord in mu
zikaal opzicht stevig in zijn schoenen staat,
waardoor het verzoek om finantiëelen steun
alleszins gerechtvaardigd blijkt.
G, J, KALTb