ien en Zien BRIEVEN VAN DE HEI. KEUKENGEHEIMEN. WEEKNIEUWS ABR. MEIJER DONDERDAG 22 NOVEMBER "1934 H A A REE M'S DAGB C A D 8 trends Ut Uuk. Ook de vrouw, die in huis werkt, moet er verzorgd uitzien; zelfs 's morgens, als ze pas op is. Daar is de elegante, echt vrouwelijke och tendjas van gebloemd materiaal, afgezet met ruches, die over het nachtgoed getrok ken wordt. Gaat uw smaak echter uit naar meer spor tieve modellen, dan toont de tweede afbeel ding u een leuke ochtendjas van warme ge ruite stof met breede manchetten en kraag van effen zijde. De kraag, manchetten, over slag en zoom zijn eenige malen doorgestikt en vormen op deze manier tevens nog een garneering. Bij het koken, dragen we het flatteuze schortje, dat links onderaan op de af beelding staat. Het is om zoomd met een volant en wordt gesloten met een groote strik. Voor het ruwe werk heb ben we weer de keus tus- schen een gemakkelijk zit tend japonnetje van waschbaar materiaal en een overall van katoen met groote noppen. Het jurkje wordt van voren gesloten met een „ritssluiting". Het heeft aardige korte mouwtjes met opslagjes en de noo- dige plooien voor bewe gingsvrijheid. De overall heeft natuur lijk het voordeel, dat we nooit bang behoeven te zijn. een minder verkwik kelijk schouwspel op te leveren bij ramen lappen en meer dergelijke werk jes. Met het witte blousje er onder,, vormt het toch een zeer charmant geheel. Zoo ziet u, dat er voor iederen smaak wel een mo del te vinden is, om er ook 's morgens in de vroegte aardig uit te zien. Pepernoten. Benoodigd: 4 eierdooiers, 200 gr. suiker, 200 gr. bloem, een paar lepels stroop, 'n lepel boter, zout, peper, noot, kaneel. Bereiding: de eierdooiers kloppen met de suiker; daar bijvoegen de bloem, de stroop, de boter, het zout, de peper, noot en kaneel. Hiervan balletjes maken en ze in een vrij heete oven bruin bakken. 1 Kaneehvafels: Benoodigd 500 gram bloem 100 gram suiker, 100 gram boter, 2 eieren, 50 gram gemalen kaneel, 1 theelepel dubbelkool zure soda. Bereiding: de bloem wordt in een kom ge- zeefd, dan worden alle verdere ingrediënten erbij gevoegd en tot een stevig deeg gekneed. Van dit deeg worden balletjes gemaakt, die in een wafelijzertje gaar en bruin gemakken worden, het ijzer wordt telkens met gesmolten boter ingesmeerd. Banketletter (ongeveer 1 pond)125 gr. bloem, 125 gr. boter, iets zout, 125 gr. aman delen, 125 gr. suiker, wat geraspte citroen schil, 1 klein ei. Maak liefst eenige dagen vóór het bakken van een banketletter het vulsel ervoor. Zet de amandelen op met koud water, giet, als het water kookt, dit er af. Pel de amandelen, wrijf ze met een schoone doek af en droog ze ver der op een warm plekje op het fornuis of in een lauwwarme oven. Maal de amandelen, als ze afgekoeld zijn in de amandelmolen vermeng ze met de suiker, het ei en wat geraspte ci troenschil. en maal ze nog een keer. Bc-waar de amandelspijs dichtgedekt op een koele plaats. Doe de bloem met de boter en het zout in een kom, snijd de boter in groote stukken en voeg daarna roerende zooveel koud water tos, tot een samenhangende massa verkregen is. Hol deze op een met bloem bestrooide deeg plank of aanrecht met een met bloem be strooide deegrol uit tot een niet te dunne lap. Vouw deze lap in vieren op, zooals een servet wordt opgevouwen, herhaal het uitrollen en opvouwen nog driemaal en laat het deeg dan opgevouwen op een koude plaats gedurende een half uur rusten. Rol het deeg ten slotte uit tot een mooie rechte lap van 1/4 cM. dikte en ongeveer 15 c.M. breedte. Vorm van de amandelspijs een rol van 2 a 3 c.M. dikte, leg die op de langs de kanten met water bestre ken deeglap en wikkel het deeg erom, zoodat de lange zijden minstens 1 c.M. over elkaar slaan. Vouw aan de beide uiteinden het deeg naar onderen om. zoodat het vulsel goed wordt ingehuld. Geef aan de letter de ge- wenschten vorm, breng de letter over op een met koud water afgespoeld bakblik, bestrijk hem met geklopt ei, plaats hem in een heete oven en bak hem ongeveer 20 minuten. Schelvisch met groene kruiden (4 personen) 1 .flinke schelvisch, 2 IV2 d.L. bouillon (b.v. van een bouillonblokje), 1 ons boter, 20 gr. bloem, 2 eetlepels gehakte peterselie en kervel. Wasch de visch, zout hem en leg hem in een vuurvaste schotel met de bouillon en 40 gr. van de boter. Laat ze 20 minuten in een war me oven gaarstoven. Verwarm roerende de bloem met 30 gr. boter, voeg daarbij langza merhand het vocht, waarin de visch is gaar- gestoofd, en laat de saus even doorkoken Roer de rest van de boter en de gehakte pe terselie en kervel door de saus. en giet deze over de visch. Presenteer er gekookte aard appelen bij. Nierbroodjes: 2 kalfsnieren, wat peper en zout, 1 ui, 1/2 ons boter, l a 2 eidooiers. 10 gr. tarwebloem, sap van 1/4 citroen, een paar lepels magere jus, een casinobrood. Wasch de nieren, zet ze op het koud water en brenge ze aan de kook; giet het water af, verwijder het vel van de nieren. Bak de nieren in de grootste helft van de heete boter met de fijngehakte ui bruin, voeg er de met wat wa ter verdunde jus bij en laat ze dan dichtge dekt ongeveer 20 minuten zachtjes gaar sme ren. Hak ze daarna fijn. Fruit de bloem .in de overige boter lichtbruin, voeg hierbij de fijn gehakte nieren, de eidooiers, het citroensap, wat peper en zout en zooveel van het kooknat, dat het geheel een smeerbaar mengsel vormt. Snijd het brood in dunne sneetjes, rooster ze aan weerskanten bruin, bestrijk met het nier mengsel en bak ze desverkiezende, bestrooid met wat paneermeel en overgoten met ge smolten boter, 10 minuten in een heete oven. Stapel de broodjes op een verwarmde schotel, die bedekt is met een gevouwen vingerdoekje; leg ei- als garneering wat versehe peterselie omheen KLEINE WENKEN. Het is heelemaal niet erg, als ge uw jongens en meisjes eens een akelige boodschap laat doen. Het leven zal hen later zooveel akelige karweitjes laten doen; dan is het niet erg, wanneer ze dat af en toe in hun jeugd ook eens te doen krijgen. Bovendien moet het kind leeren, iets voor zijn ouders over te hebben. Als moeder eens vraagt om een minder prettig karweitje voor haar te doen, gaat het kind er heusch niet dood van! ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. No 294: blouse van wollen crêpe. Bijzon der mooi model. De bijpassende rok is ver vaardigd van wollen stof en wordt van boven naar beneden gesloten met knoopen. Benoodigd materiaal voor de blouse: 1.75 meter crêpe van 90 centimeter breedte. Be- noodigde stof voor de rok: 1 maal de hoogte (als de stof 130 c.M. breed is). Prijs van rok en blouse samen 60 ets; van rok en blouse apart 38 ets. per stuk. No. 295: practisch schort voor de huisvrouw Benoodigd 4 meter van 100 c.M. breed. Prijs van het patroon: 38 ets per stuk. No. 505: aardige japon uit twee deelen. Be noodigd materiaal: 4.50 meter van 100 centi meter breedte. Prijs van het patroon: 50 ets per stuk. No. 506: mooie middagjapon van donker blauwe of zwarte soepele stof. De garnering is van crèmekleurige georgette. Benoodigd materiaal: 4 meter van 100 c.M. breedte en voor de garneering: 60 centimeter georgette. Prijs van het patroon: 50 ets per stuk. Deze patronen zijn in alle maten tegen de aangegeven prijzen te verkrijgen bij de ,,afdeeling Knippatronen" van de Uitgevers maatschappij: „De Mijlpaal", postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden, na ontvangst van het bedrag, dat kan worden overgemaakt per postwissel, in postzegels of wel per post giro 41632. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling niet alleen het nummer van het verlangde patroon, maar tevens te vermel den van patroon 294 of ze blouse of rok of blouse en rok samen wenschen te ontvangen en ook de gewenschte maat, d.w.z. bove.i-, taille-, heupwijdte, enz. op te geven. Schrijft verder duidelijk naam en adres; men voorkomt daardoor onnoodige vertra ging in de opsturing. Wat vinden kinderen mooi? Soms de wonderlijkste dingen, dingen die wij uitgesproken leelijk vinden. Bonte plaat' jes. voorwerpen in vloekende kleuren. Moeten we aan dien smaak tegemoet komen? Ik stond pas voor dat vraagstuk. Een klein jongetje had me gevraagd of ik hem op zijn verjaardag alsjeblieft een briefkaart wou sturen, een héél mooie. En ik wist, dat bij hem héél mooi beteekende: veel kleuren en vooral veel goud. U weet wel, zoo'n glimmen' de kaart met paarse violen op gouden stelen en dan nog eens in gouden krulletters „har lelijk gefeliciteerd" er op. Ik stuurde hem ten slotte zoo'n kaart naet, maar een die ik zelf mooi vond. Misschien ook wel een beetje cm- dat ik mij schaam zoo'n product van wam smaak te gaan koopen, maar toch ook in de hoop zijn smaaak wat in de goede richting te sturen. Hij vertelde later de kaart „prach tig" te vinden en dat meende hij waarschijn lijk wel al had het met zijn smaak ook niet veel te maken; een kind krijgt iets, is blij omdat het iets krijgt en vindt het daarom al „prachtig". We kunnen daarom juist al veel voor den smaak van het kind doen door hem uitslui. tend mooie dingen ten geschenke te geven. Als hij tien keer „prachtig" tegen iets wer kelijks moois heeft gezegd, dan is liij waar schijnlijk al op den goeden weg het heusch mooi te Tónden. Daarom lijkt het me, dat we niet aan de voorkeur van kinderen voor zeer bonte, on artistieke voorwerpen en platen tegemoet moeten komen. Dat hun oogen het eerst naar :iat felle en brutale getrokken worden zal wel zijn natuurlijke oorzaak hebben. Onze taak >un aandacht te leiden naar het fijnere, naar dat waar je niet dadelijk naar kijkt, maar waarnaar je moet leeren kijken. Ik zag onlangs op een tentoonstelling van Zondagsschool-materiaal prachtig werk van ierkunstenaar Abele ven uit Zeeland. Hij .naakte o.a. de bekende sprookjes van Moeder cie Gans alsmede het Kerstverhaal aanschou welijk met gesneden en gekleurde beelden tegen een passenden achtergrond. Ik zag hem bijvoorbeeld een herfstbosch maken: een bruine achtergrond, daartegen een boom in geel en bruin, een bleek-roode paddestoel, een hurkend kaboutertje in herfstkleuren. Je zat er de koets met den markies van Car abas en je zag er de drie Wijzen uit het Oosten, rijk maar zonder eenige schittering of overdaad. En toen werd er door verschillende aanwezigen weer die opmerking gemaakt: ja, wij vinden dat nu wel erg prachtig, maar een kind? Kon een kind dat waardeeren? Een kind houdt van bont. Als om dat te bewijzen lager er op deze tentoonstelling ook nog de teksten in schreeuwende kleuren, zoetelijke lantaarn plaatjes en meer kleurige fondant-achtige voorwerpen,. Dus dat laatste kon geschikt zijn voor het kind om-dat het bont -en leelijk is omdat je oog er heen getrokken wordt al moet je ook dadelijk daarop met dat oog- knapperen? Wat blijft er dan over van het gezegde, dat voor onze kinderen het beste nog niet goed genoeg is? We hoeven kin deren niet te leeren kijken, Ze kijken van zelf en grijpen vanzelfsprekend het eerst naar dat wat het meest opvalt. Maar er zijn maar heel weinig kinderen die uit zich zelf kunnen „zien". Dat moeten ze nog leeren En dat leeren ze nooit als we hen blijven be derven met al wat leelijk en bont is, „omdat ze daar zooveel van houden". Dat het eerst Zwart-Wit, de poes. Vier dagen geleden is er weer leven geko men In het „Hei-huis"; er is een vroolijk jong echtpaar in komen wonen, dat vol verrukking op de stoep staand over „ons huis" sprak, en met groot optimisme potten Geraniums voor de ramen zette. Het duurde maar enkele uren, en toen kon Nel al juichen: „Hein, we hebben al een eigen bakker, en twee slagers". Het kostte Hein moeite om zijn vrouwtje te overreden het aan tal leveranciex-s niet nog meer uit te breiden, omdat ze „allemaal zoo vreeselijk aardig wa ren, en dadelijk mevrouw zeiden", hetgeen Nel dermate intimideerde dat ze geen nee kon zeggen. De groote verrassing van den dag was de eerste brief in de eigen brievenbus en een exemplaar van een poesensoort dat het top punt van leelijkheid overtrof, doch op aan hankelijke wijze kopjes gaf en met speelsch- tikken-de nageltjes in Nel's Bemberg-zijde (matglanzend) een laddertje van vieren zeventig sporten veroorzaakte. Nel's boosheid was niet gering, doch maakte spoedig plaats voor verteedering toexi ze poes' berouwvolle gezichtje zag. Pas later bleek dat de natuur in speelsche opwelling deze uitdruk king had doen ontstaan door om poes' linker oog een groote witte vlek te creëeren, terwijl een witte tache de beauté links de onderkaak sierde. De eerste brief hield verder nauw verband met poes. Een tipje van de sluier over het poe- zenverleden werd opgelicht door een ongeveer zestigjarige buurvrouw die een paar honderd meter verder op de hei woonde. Achtergelaten door de vorige bewoners was Zwart-Wit over het smalle heipaadje langs de zilverlichte berkjes naar „Berk en Den" geloopen, en had in klagelijke tonen zijn misnoegen over deze kwaadwillige verlating en over een dof ge rommel in het poesenbuikje te kennen ge geven. Derhalve bevatte de brief, behalve de ge bruikelijk welkomstwoorden voor 't nieuwe huis, een tactische uiteenzetting hoe me vrouwtje twee maal daags naar het Heihuis getrippeld was, daar op de stoep 's morgens een schoteltje melk, en 's middags een „prak- je aardappelen" had neergezet, zoodat Zwart- Wit kon wennen aan zijn nieuw tehuis, waar ongetwijfeld „lieve dierenvrienden" kwamen wonen. Er werd lang over beraadslaagd, maar het idee „poes in het Hei-huis" bleek in theorie noch in de praktijk te combineeren met Nel's plannen om massa's vogels in de tuin te heb ben, pinda's en kokosnoten op te hangen, en zich met haar meesjes en sijsjes op deze wijze vertrouwd te maken. Het slot was een nauw keurig uitgewerkt plan: Hein zou poes mee nemen achterin de auto als hij naar kantoor in de stad ging en naar het asyl brengen. Na dat Nel een uiterst tragische toekomstige le vensfilm over poes gefantaseerd had, waarin verschillende malen de woorden: „jong dar tel beestje" en „afgemaakt en dood" voor kwamen besloten Hein en Nel (of eigenlijk besloot Nel alleen) om Zwart-Wit te houden, en heel serieus een opvoedingssysteem te ont werpen, waarna Zwart-Wit's leven in goede banen geleid zou worden. De eerste dag ging alles goed. Alleen kon er pas om kwart over zeven gegeten worden, om dat Zwart-Wit's opvoeding zooveel tijd in be- slag nam, dat Nel niet aan aardappelen schil len en tafeldekken toekwam. De tweede dag ging het al veel beter, en omdat Nel wou laten zien dat ze, als een per fect huisvrouwtje, alles in de puntjes kon hehen, en bovendien extra zorg voor haar man kon betoonen, maakte ze Hein's lieve lingskostje, een zalmslaadje klaar Spannend en vol verrassingen werd het niet. Gewoon alledaagsch was het; zalm en poeswerd zalm in poes. En Nel vond een oplossing. Samen tuften ze den volgenden morgen naar de stad, en Nel besteedde drie kv/artier om een „gezellige stadswijk met die renvrienden" uit te zoeken, en Zwart-Wit's vertrek werd op dien middag bepaald. Als er poesen met voorgevoelens bestaan, dan was Zwart-Wit er een uniek voorbeeld van; de heele dag dribbelde ze om Nel's bee- nen heen, gaf kopjes en likjes, en verdween bij Hein's thuiskomst. Vooral 's morgens, wan neer de motor werd aangezet, bleef Zwart- Wit uit de buurt. Ver boven den beganen grond zat ze te spinnen, en het kostte NpI een half Karpertonsmeerkaasje voor Zwart-Wit zich liet verleiden, beneden te komen. Het be teekende voor haar een sensatie van snelver keer; voor Hein werd 't een warme tocht met alle ramen dicht en een miauwende booze poes die van de voorbank op de achterbank heen en weer sprong. Maar ook voor Nel ging de dag niet rustig voorbij. Onder het afwasschen herinnerde zij zich verhalen over honden, die mijlen ver lie pen om bij hun baas terug te komen, en paar den die lusteloos waren en niet wilden eten toen ze verkocht werden, en Nel bedacht met plotselinge schrik hoe ze nooit en nooit Zwart- Wit voor een tweede maal zou kunnen weg brengen, wanneer hij terug kwam loopen. Ze maakte berekeningen over poesensnelheid en afstanden van het Heihuis naar de stad en liet zich 's avonds door Hein troosten over haar zelfverwijten inzake hardvochtigheid bij deze poesenkwestie. Het is nu negen dagen geledenZwart- Wit is niet teruggekeerder woonde een alleraardigste witzwarte kater in de door Hein en Nel uitgezochte stadswijk, H. V. D. S. niet zoo makkelijk is de aandacht te krijgen voor het fijne en naar buiten niet zoo op vallende dat kan wel wezen. Het is nu een maal gemakkelijker menschen en kinderen met bombarie te vangen, dan om menschen en kinderen te leeren „zien". BEP OTTEN. GROOTE HOUTSTRAAT 16 Wij bieden U een keur van PRACTISCHE ST. NICOLAAS GESCHENKEN Handschoenen,sjaals, pull overs, vesten, peignoirs en muiltjes. Ziekenjasjes, jon gens- en meisjestruien, wollen kinderjurkjes, Bleijle artikelen enz. enz. GROOTE SORTEERING en ABR. MEIJER. KWALITEIT {Adv. Ingez. Med.) ERGERNISSEN. 't Is vol bij het concert, en we hebben geen erg mooie plaatsen gekregen, want ze zijn wel wat teveel vooraan en opzij, maar het zal toch wel gaan: het is in den tegenwoordigen tijd al heel wat, wanneer een zaal goed vol is. Op het laatste oogenblik moet er nog een echtpaar zijn plaatsen midden in de rij in nemen. Meneer zegt: daar zijn onze plaatsen, vraagt vriendelijk of hij de menschen die reeds zit ten, even mag storen en begint de rij in te schuiven. Maar de plaatsen zijn zeer slecht naar den zin van mevrouw, en zij blijft protesteerend in het looppad staan: ze zit veel te veel voor aan op die manier, zoo zal zij er niets aan hebben, wat zijn dat nu voor schandelijk slech te plaatsen, enz. Waarop meneer even blijft staan, een protest schijnt te willen aanheffen, maar de rij staand publiek ziet, en zonder commentaar verder zijn plaats opzoekt. Mevrouw komt beleedigd achter hem aan, nu er blijkbaar niets anders opzit, maar ze is heelemaal niet van plan er verder over te zwijgen. Totdat de muziek begint blijft ze mopperen, en nauwelijks is het eerste num mer af geloopen, of ze komt overeind en kijkt de zaal rond, op zoek naar betere leege stoe len. Daar heeft ze er een paar ontdekt, wel op dezelfde rij, maar meer naar het midden, en ze zegt bijdehand tegen den vrij lijdelijken echtvriend: kom, we gaan daar zitten. Maar de lijdelijkheid vaxx dezen blijkt tac tiek te "Zijn, want hij zegt met opgewekte ge moedelijkheid: ga je gang, ik blijf zitten, ik vind het hier best. Waarop mevrouw met een kwaad gezicht haar plaats weer inneemt. Ze blijft mopperen, er deugt niets van, de muziek is niet naar haar zin, het is te koud in de zaal zegt ze, de menschen zijn onrustig, ze heeft geen programma (en probeert nu met haar buurvrouw mee te lezen, in plaats van even te vragen, of zij het mag inzien) en zoo gaat het maar door. Ze kan niets aan het concert gehad hebben, dat is zoo duidelijk als glas, en dat alleen omdat zij zich heeft zitten ergeren over alles wat haar schijnbaar in den weg kwam. „Schijnbaar", zeg ik. want het is maar al te waar dat iemand die zich ergert aan iets en die ergernis niet dadelijk weet te onder drukken, er niet meer onder vandaan kan komen, en zich stoot aan alle mogelijke en onmogelijke kleinigheden, die anders onop gemerkt voorbij zouden gaan. Nu noemde ik hier een voorbeeld van een vrouw die zich aan zulke kleinzielige erger nissen schuldig maakt, maar daar is aller minst mee bedoeld dat dit een specifiek vrou welijke karaktertrek zou zijn. Allerminst, er zijn evengoed mannen die zich over alles en nog wat ergeren, en ongelukkig is het gezin, waar man of vrouw geregeld aan een derge lijke ergernis lucht geven. Is er maar één van beiden prikkelbaar, waartegenin de andere zoo verzachtend mo gelijk optreedt toch zal op de meeste kin deren de ergernis meer indruk maken dan de verzachting. Want een opgroeiend kind is vaak tamelijk eritisch en bovendien is het meer geneigd tot een houding die schijn baar flink is, zooals de eeuwige kleine erger nissen kunnen lijken, dan tot de aanvoering van verklaringen, die aan „schipperen" doen denken, waaraan het kind een hekel heeft, en waarmee het geen weg weet. Daaruit groeien dan allicht de eeuwig zich ergerende jonge menschen, die een toon van ergernis tegenover anderen als een zekere mate van flinkheid beschouwen, en die on tevreden menschen worden, wanneer niet een ander er kans toe ziet, ze van gedachten te doen veranderen. Tenslotte zijn dergelijke menschen zeer be klagenswaardig: waar blijft de levensvreug de, wanneer men zich altijd ergeren moet aan zijn medemenschen, terecht of ten on rechte. Deze prikkelbaren kennen geen plezier en geen genoegen, wanneer zij zien niet boos maken over iets, vinden zij het toch al spoe dig „gek". ,.Ik begrijp het niet", zei eens een jonge wouw tegen me, „wanneer ie in dat gezin van de familie A komt, merk je al na een enkelen dag, dat zij alles „gek" vinden van anderen. Wij bij ons thuis vinden nooit iets „gek". En dat was inderdaad ook zoo: haar gezin kenmerkte zich door een groote opgewekt heid en een vroolijken zin voor humor, maar zij vonden nooit iets „gek". En dat kwam eenvoudig omdat deze menschen zich niet ergerden. E. E. J.—P,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 14