Frans Fonville
Zijlstraat 55
JOH. NEDERKOORN ZOON
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN.
Muziek
instrumenten
Goud gele
Goudreinetten
E. E. K. GEEFT
WINTERJASSEN CADEAU!!!!
1 e klas Winterjas n. maat a f 30.—
Costuum n. maat m. 2 Pantalons a f 40.-
VRIJDAG 23 NOVEMBER 1934
H
AARLEM'S DAGBLAD
9
HET TOONEEL
Tooneelvereeniging
„Door Inspanning Uitspanning''
DE DORPSDOKTER
van Jan Fabricius.
De tooneelvereeniging „Door inspanning
uitspanning" heeft gisteravond in den
schouwburg aan den Jansweg voor haar leden
een vertooning gegeven van Fabricius drama
„De dorpsdokter", een, naar het in de aan
kondiging heet, herziene en verbeterde uit
gave van „De Koekoek" van denzelfden
auteur.
Niet alleen den titel heeft de schrijver ver
anderd, maar ook de namen van sommige
personen: Jurn heet nu Jan, maar in hoofd
zaak is het stuk hetzelfde gebleven. Bij de
eerste vertooning door het Nieuwe Rotter-
damsche Tooneel heeft men destijds de
woordspeling gemaakt: „Koekoek even, hoe
lang zal ik leven?", maar ook de herziene en
verbeterde uitgave heeft niet kunnen verhoe
den, dat dit stuk, althans op het beroeps-
tooneel een spoedigen dood is gestorven. Als
„Dorpsdokter" heeft het daar, voorzoover
schrijver dezes bekend, zelfs nog niet eens
zijn geboorte beleefd. Het schijnt naar het
dilettantentooneel te zijn afgezakt, waar klaar
blijkelijk elk stuk van Fabricius welkom is.
En dit is begrijpelijk. Want er zijn weinig
schrijvers, wier werk zich zoo goed voor de
liefhebbers leent. Fabricius is een knap dra
maturg, hij verstaat de kunst, personen en
situaties forsch te omlijnen en deze personen
zijn, wat hun zielsgesteldheid aangaat, de
eenvoud zelf. Gecompliceerde karakters en
toestanden zijn Fabricius vreemd; hij laat
alleen mannen en vrouwen uit één stuk op
treden en laat hun onderling samentreffen
uitloopen op een rechtlijnig conflict, zooals
van twee auto's, die elkaar op een open kruis
punt in de wielen rijden, zoodat de verkeers
agent vloekt, dat hij dit al van het begin af
had zien aankomen
Maar bij dit kunstvaardig gemanoeuvreer
met zijn tooneelfiguren, bezit de auteur nog
een andere verdienste, welke een aantrekkings
kracht van hooger orde opwekt. Fabricius
schept sfeer. Ook in dit opzicht zijn zijn
tooneelwerken verwant aan de Friesche en
Groningsche „dorpskomedie", waar men altijd
met genoegen verkeert, ook al hebben de
stukken soms niet veel om 't lijf. Men hoort,
ziet, ruikt, en proeft er het dorpsleven. En
dat is al een heel ding.
De sfeer van Fabricius' stukken is die van
de eenvoudige, eerbare, ietwat boersche en
provinciale kleinburgerij, wat niet zeggen wil
dat de menschen en toestanden, welke hij in
die sfeer doet ademen, ook de vertegenwoor
digers van dat type zijn. Want die menschen
zijn en blijven tooneelmenschen, behept met
karakters die ten overstaan van de werke
lijkheid te onvermengd en met gevoelens die
te primitief zijn.
En de situaties, waaruit in verband met
deze karakters de conflicten ontstaan? In de
Dorpsdokter, alias Koekoek, is het een arm
jong meisje, dat, door een dronken vader mis
handeld, bij nacht en ontij naar den dokter
vlucht, en bij dezen dokter, die zelf tenge
volge van een ook in de werkelijkheid ver
moedelijk nimmer voorkomende complicatie,
volmaakt ontmoedigd is, den nacht blijft
doorbrengen. De vrucht van deze wederzijd-
sche troost wordt, op een natuurlijk even
eens guren avond, in 'n schapenhok heimelijk
geboren, Want de dokter weigert vanwege
zijn ambt en praktijk het arme meisje te
trouwen.
Maar nu wil het geval, dat terzelfder tijd
de dokter de vrouw van een vriend uit Cana
da, waar de vrienden als de ooms en neven
immers schatrijk zijn te logeeren krijgt en deze
vrouw sterft in het kraambed. De jeugdige
Klaus Eeck krijgt nu het moeder geworden
arme meisje tot min.
Terwille van het geluk van haar zoon ver
wisselt deze Aalke Aikes nu de twee kinderen
zoodat de onwettige telg van haar en den
dokter voor het schatrijke Canadeesje door
gaat en het echte Canadeesje als Jan Aikes
in de maatschappij wordt geïntroduceerd. De
dokter moet door mismoedigheid, bier en
sigaren wel volslagen suf zijn geworden, dat
hij deze verwisseling niet bemerkt.
Maar zoo goed schrijft Fabricius tooneel.
dat men aan dergelijke kleinigheden tijdens
de voorstelling niet denkt. Men accepteert het
onmogelijkste terwille van de prachtgelegen-
heid, welke het geeft voor dramatische
scenes. En men huilt oprecht om de snibbige
duivelin die schijnbaar de belangen van haar
eigen zoon aan die van haar zoogkind opoffert
en men rilt mee met de twee jongemannen
als de moeder, die haar einde voelt naderen,
het lugubere geheim openbaart en men zucht
van medelijden met den zoo aan alle kanten
door 't leven beetgenomen en driedubbel mis
lukten dorpsdokter.
Mede dank zij Fabricius' eigenaardig talent,
maar ook door de goede regie van mevrouw
Johanna Opdam, wien men het trage tempo,
dat bij de „dorpskomedie" hoort, niet mag
aanrekenen en vooral door 't zorgvuldige spel
van de acteurs stond deze voorstelling op
een hoog peil. Mevrouw J. de Mon—Lugtig
was je ware belichaming van de door haar
vreesdij k geheim gekwelde Aalke. En de heer
P. Wouda speelde den dorpsdokter geheel in
den juisten trant. Ook de heer A. Mourik als
Jan was „af". Zwakker was de figuur van
den heer J. van Dam ais notaris; ook de heer
W. Plantenga, hoewel zeer goed in zijn
cynische scène met den dokter na de ont
hulling, voldeed niet heelemaal aan het type
van een rijken jongen boemelaar. De dames
A. KlaverVonk en B. HoebenBaas ver
tolkten haar vrij neutrale rolletjes naar be-
hooren. De tooneelaankleeding paste geheel
m de sfeer.
H. G. OANNEGIBTER.
DUITSCHLAND NIET OP DE WERELD
TENTOONSTELLING TE BRUSSEL.
De Duitsche regeering heeft zich, naar
Reuter verneemt, thans genoodzaakt gezien,
officieel haar deelneming aan de Brusselsehe
wereldtentoonstelling, van 1935 in te trekken,
aangezien het haar niet mogelijk is, zich de
noodzakelijke deviezen te verschaffen voor
den bouw van het Duitsche paviljoen.
Heyermans-Herdenking
HET MASKER.
DE WIJZE KATER.
Hoe populair Heyermans in ons land is ge
weest, bewijzen wel de herdenkingsavonden
van deze week te Haarlem. Na de opvoeringen
van Allerzielen door de Arbeiders Tooneel
vereeniging „Herman Heyermans" en Op Hoop
van Zegen door het ensemble van mevrouw
De Boervan Rijk in den Schouwburg aan
den Jansweg, was ook gisteren bij de voor
stelling van De Wijze Kater de Stadsschouw
burg prachtig bezet. Aan geestdrift heeft het
evenals op de vorige avonden ook gis
teren allerminst ontbroken.
Zooals aan Op Hoop van Zegen de naam
van mevrouw de Boer—van Rijk steeds ver
bonden is geweest, zoo kunnen wij ons De
Wijze Kater niet denken zonder Jan Musch.
Hans de Kater dat is voor ons Jan Musch;
hij heeft hem tot leven gebracht en hij heeft
de rol gespeeld, alle keeren dat Hans naar zijn
„bakkie melk" solliciteerde. Slechts één acteur
van de oorspronkelijke bezetting heeft Musch
al die jaren trouw terzijde gestaan. Het is
Van Staalduynen. die wij altijd weer ook
gisteren op dezen herdenkingsavond als
de buigende hofmaarschalk hebben gezien.
Overigens waren vrij wel de heele rolbezetting
en ook de decors voor deze Wijze Kater-serie
van Het Masker, nieuw.
Een verrassing was voor ons Nico de Jong
die als gast meespeelde in de rol van
den Koning. Hij gaf ons wel een heel anderen
koning dan dien wij van Ezerman bij Het
Schouwtooneel gewoon waren.
Ezerman speelde den koning zeer komisch,
maar hij was de Amsterdamsche burgerjongen
die een koningsmantel had omgehangen en
een kroon had opgezet.
De Jong speelt de rol echter geheel in
den trant, zooals ook Jan C. de Vos haar
indertijd heeft gecreëerd; hij was een koning,
al was het dan ook een zeer malle, een cari-
catuur, een'soort Serenissimus. In deze op
vatting is er een beter contact tusschen den
Koning en Hans de Kater, die toch feitelijk
de democratie vertegenwoordigt. Knap speler-
als Nico de Jong is, geeft hij in deze van
Ezerman zoo sterk afwijkende opvatting, iets
allergeestigs te zien.
Wat er buiten Hans en de Koning op het
tooneel staat, is eigenlijk zoo onbelangrijk,
dat men er nauwelijks op let. Heijermans
heeft al zijn aandacht aan deze twee figuren
aan Hans vooral geschonken en de rest
heel en bagatel behandeld. Zelfs Jonathan,
die in het begin een belangrijke rol schijnt te
zullen spelen, liet de schrijver los, zoodra Hans
verscheen. Zoo merkt men het nauwelijks
op. dat de bezetting van De Wijze Kater bijna
geheel nieuw is. Alleen bij Antoinette trof het
ons dadelijk, omdat wij het bakker's dochtertje
nog nooit zoo lief en naief, zoo bekoorlijk had
den gezien als gisteren van Ank v. d. Moer,
John Gobau zette Jonathan vol moed in, maar
hij kon het niet helpen, dat wij hem later ge
heel uit het oog verloren.
Laurentius gaf ons een stevigen kattemep-
per te zien, Anton Ruys een bewegelijke, op
gewonden bakker, Jacques de Haas had zoo
waar marqué-allures als prins Arthur en
Mary Smithuyzen deed als de prinses welke
rol niet nieuw voor haar was ons denken
aan een fijne marionet.
Maar nog eens. alle menschen vallen in het
niet naast Hans de Kater. Dat verstandige
beest domineert zoo, dat hij heel het mensch-
dom daar op het tooneel in de schaduw stelt
van zijn zwart dierenlijf. En het bleek giste
ren, dat Hans al was hij dan misschien iets
minder lenig en bewegelijk dan in zijn eerste
jaren nog niets van zijn oude streken ver
loren had. Hij was nog even rad van tong,
even geestig en even ad rem. Het blijft van
Musch nog steeds een prachtige rol.
Het succes was als altijd overweldigend
Hans reageerde er op als een gelukkige, spin
nende kater.
J. B. SCHUIL.
Inbreker gevraagd.
Een nieuw stuk van Henk Bakker.
Naar aanleiding van de vele aanvragen, die
haar bereikten omtrent een opvoering in
Haarlem van het nieuwste succes-blijspel van
Henk Bakker en Jan Fabricius „Inbreker ge
vraagd!", verzoekt de leiding van het ..Nieuw
Schouwtooneel" ons te berichten. dat tot
haar spijt de première voor Haarlem niet
eerder kan plaats vinden dan in begin De-
cgember. Dit in verband met de groote tour
neer die het ..Nieuw Schouwtooneel" momen
teel met dit stuk onderneemt voor de verschil
lende afdeelingen van den kunstkring „Het
Schouwspel".
Dat de jongste schepping van onzen Haar-
lemschen auteur Henk Bakker (ditmaal in
samenwerking met den bekenden tooneel-
schrijver Jan Fabricius) wederom bij het pu
bliek geweldig in den smaak valt, bewijzen
niet alleen het onbedaarlijk gelach en het da
verend applaus dat den spelers overal waar
zij met het stuk voor het voetlicht komen, ten
deel valt. maar tevens de schitterende pers-
beoordeel in gen in de diverse provinciale dag
bladen.
De juiste datum van de Haarlemsche pre
mière zal binnenkort worden bekend ge
maakt.
Herman Heyermans.
herdenking te Roterdam.
Mevrouw Alida TartaudKlein gehuldigd.
Donderdagavond had in den Grooten
Schouwburg te Rotterdam, welke geheel uit
verkocht was. ter gelegenheid van de Heij er-
mansherdenking, door het Hollandsch Too
neel onder leiding van Louis de Vries een op
voering plaats van „Schakels".
Behalve als herdenking van den sterfdag
yan Herman Heijermans. was deze avond te
vens bedoeld als huldigingsavond voor mevr.
Alida Tartaud-Klein ter gelegenheid van haar
40-iarige tooneelloopbaan.
Voor den aanvang der voorstelling werd
door dr. Proost een rede gehouden over Her
man Heijermans.
De opvoering van „Schakels" werd een groot
succes en na ieder bedrijf moest dan ook tel
kenmale eenige keeren gehaald worden.
Na afloop van de voorstelling vond de hul
diging van mevr. Tartaud-Klein plaats. De
jubilaresse werd allereerst toegesproken door
mr. Treffers die haar namens het huldigings
comité een door den kunstschilder Albert Nui-
huis vervaardigd portret van haar zelf over
handigde.
Door den heer P. Blok. werden daarop de
telegrammen voorgelezen die in grooten ge
tale waren binnengekomen.
In haar dankwoord zeide mevr. Tartaud net
een groot voorrecht te vinden dat zy haar ju
bileum in een stuk van Heijermans had mogen
vieren. Tot slot werd nog gesproken door
Louis de Vries die den burgemeester van Rot
terdam, het huldigingscomité en het publiek
dank bracht voor de getoonde belangstelling
en zich in waardeerende woorden uitliet over
de jubilaresse met wie hij nog vele jaren hoop
te samen te werken.
De zware vracht van Zwarte Piet.
Van het oorspronkelijk Nederlandsche
werk dat op onze boekentafel techt kwam
levert de uitgeversfirma Querido alleen ■•eeds
een imposant stapeltje. De fijnproevers der
litteratuurvrienden verplicht zij met een
nieuwen bundel gedichten van M. Nijhoff en
met een herdruk van Jan Engelman's Tuin
van Eros, waaraan nu een keur van hetgeen
van hem in tijdschriften etc. verspreid ver
scheen, is toegevoegd. Verder zond zij een
nieuw boek van Net Houwink ,yGeheime
Kracht" getiteld, dat naar wij hopen even
interessant zal zijn als haar Fientje van
verleden jaar. Siegfried van Praag zorgde
voor een roman, waar de lezer een kluif aan
heeft. Bij de 400 pagina's zijn we bezig met
een groote minnares „Julie de Lespinasse",
bijgenaamd de Muse van de Encyclopedie.
Wij worden gevoerd binnen den kring van
Diderot en zijn vrienden en verkeeren met
Voltaire en de zijnen. Een belangrijke periode
in de geschiedenis van den geest brengt Van
Praag ons op boeiende wjjze voor oogen, ter
wijl de aan liefde rijke levenshistorie van
Julie de spanning er in houdt.
Arnold Clerx is een nieuwe naam die door
Querido geïntroduceerd wordt en Sinjo Q. is
de naar het mysterie riekende titel van het
nieuwe boek. Een historie spelend onder de
lieden onzer Indische cultures, wier eigen
aardige cultuur juist tegenwooi'dig weer be
langstelling opwekt, kan van een grooten
lezerskring verzekerd zijn. Een vluchtig door
zien van het boek geeft nog geen definitieven
indruk van zijn artistieke waarde. Een oor
deel daarover blijven dus in petto.
Onze oud-stadgenoote Mevr. Marie van
Zeggelen heeft een Haagschen roman „Alles
Paraat" bij Scheltema en Hoikema het licht
aoen zien. waarin, naar aanleiding van een
bestaand dagboek het leven in Den Haag ge
durende de oorlogsjaren beschreven worclt
Mevr. van Zeggelen weet op de haar eigen
wijze de al eenigszins bestorven stof door een
genoeglijke romantisseering weer nieuw leven
in te blazen, zoodat van het dagboek een
onderhoudende roman gegroeid is. die allerlei,
herinnering kan wakker roepen.
Naar Indië terug voert ons de auteur van
„Vrouwen naar Jacatra", de heer A. den
Hertog. Een kloek deel historische roman, bij
Sijthof verschenen, waar Jan Pietersz. Coen
en zijn Compagnie in volle activiteit gegeven
worden, vindt ook in ons lancl zijn lezers ge
makkelijk genoeg. En 'er gebeurt genoeg in.
er zit spanning genoeg achter om van een
boeiend boek te mogen spreken.
Het lijkt moeilijk vast te stellen of de roman
van Elsa Kaiser „Laat mij niet alleen"
,A'dam. L. J. Veen) even boeiend is. Elly, de
hofodpersoon is in ieder geval een curieuse
persoonlijkheid. „Elly veegde de woorden weg"
(op pag. 9) en op pag. 187 draagt een witkiel
haar koffer en voelt sympathie voor haar.
„Een vrouw met zulk een gezicht, die op dezen
tijd reist, is ongelukkigZulk een philo-
sophischen witkiel ontmoet men niet alle
dagen, nietwaar? Wij willen Elly niet alleen
laten en haar een plaatsje in ons overzicht
inruimen.
Dat doen we eveneens gaarne met „Jeugd"
door Henriëtte Bolle (Noorduyn en Zoon,
Gorinchem) om daarna naar den humoris-
tischen roman van Piet Bakker „Cootje Pink"
getiteld te grijpen. (Scheltens en Giltay gaven
dien uit). De illustraties van J. Funke Klippers
lijken mij van iets beter gehalte dan de humor
van den heer Bakker die over het algemeen
geen Uivervlucht neemt. Van dezelfde uit
gevers kregen wij een roman „Alles om haar",
door Paul van der Hurk. die, volgens een
prospectus „als schrijver van spannende ro
mans, vooral in het buitenland, zijn sporen
verdiend heeft". Ge vergist u. zoo ge meent
dat in dezen roman een kapper de hoofdrol
speelt, minder echter zoo ge vermoedt, dat de
heer Van der Hurk ook zijn binnenlandsche
sporen wel zal machtig worden.
Ampie, door Jochem van Bruggen, is een
interessante poging van de Wereldbibliotheek
om de Zuïd-Afikaansche letteren nader tot
het Nederlandsche volk te brengen. Ampie is
;een nieuw boek. het neemt zegt de uit.
;eefster de plaats in Zuid-Afrika in, welke
ten onzent de Camera nog steeds bezet houdt
en welke in België door De Witte van Ernest
Claes wordt ingenomen. Maar de Wereld
bibliotheek wil eens zien, of en hoe zulk een
Afrikaander boek bij haar Hollandsche lezers
inslaat en dit is een experiment, naar het
resultaat waarvan wij even nieuwsgierig kun
nen zijn als zij zelve. Met een beetje goeden
wil heeft men de stamverwante spraak spoe
dig onder de knie en wordt men beloond door
die kennismaking met een geheel frisch en
gevoelig sentiment, dat ons uit het boek tege
moet komt. In ernstiger dagen zullen wij op
Ampie nog wel eens terug-komen.
Tusschen Vlaamsche en Hollandsche ro
man- en vertelkunst zijn de verschillen
reeds voor het meerendeel overbrugd. Een
boek als „Vrouwen treden uit de schaduw"
door M. v. d. Moortel (uitgaaf Contact A'dam
en de Sikkel Antwerpen) leest men geheel als
product van eigen bodem en constateert in
den schrijver reeds een aanhanger van de
spelling-Marchant. Ook op dit boek komen
wij nog nader terug.
De Libellen-serie van de uitgevers Bosch en
Keuning in Baarn neemt naast de Uilen. sala.
manders, albatrossen etc., weer een geheel
eigen plaats in. Ook hier wordt veel bloem
gelezen, nieuwe gedichten geoogsth. aan folk
lore gedaan en op al deze terreinen vooral de
stichtelijkheid niet uit het oog verloren. Doch
van al deze boekjes had geen enkel zulk een
overweldigend succes als de populaire toe
lichting op de zeer onstichtelijke nieuwe
spelling „niet zóó. maar zó", welke boekske
achttien drukken beleefde en zoo vermoede
lijk eenige andere libellen het veege lijf redde.'
Men zond ons thans: bloemlezingen uit Jan
Luyken en een uit Jacobus Revius. Verder
een bundeltje verzen van W. Hessels, een
ander van Jo KalmijnSpierenburg, dan een
theologisch betoog over „Boete" door Ds. W.
Zeydner en nog een tweetal korte verhalen.
Aolwieke dor Geert Teis en Flakkeesche
schetsen door J. Kleeuwens. De serie wordt
voortgezet, doch omvat thans reeds een zes
tigtal nummers.
Tot slot van dit vroolijk bedrijf een „Kom
iach mee!" een verklarend „okédemisch
woordenboek, dat ons Van Loghum Slaterus
te Arnhem zond. Een paar honderdtallen
woorden worden op soms geestige, soms on
deugende, vaak gezochte wijze omschreven en
verklaard. Men moet. geloof ik, zoon boekje
nu en dan ter hand nemen en inzien, en is
dan tot meelachen bereid. Des Guten zu viel
schaadt het effect. Aardig is dan b.v.
molde uitvinder van de underground.
sex-appealde moderne zakelijkheid der
charme.
nachtvlinderdie 's nachts tegen ieder
een „dag" zegt enz. enz.
Onnoodig leek het mij dat de samenstellers
zoo duidelijk hun aversie tegen een bepaalde
politieke menschengroep te kennen gaven.
J. H. DE BOIS.
MUZIEK.
Koninklijke Liedertafel
„Zang en Vriendschap"
Zes nummers telde het programma van het
concert, dat de Koninklijke Liedertafel haren
leden en gasten Donderdagavond presenteer
de. en het werkzame aandeel aan die zes was
gelijk verdeeld: twee werden door de Ko
ninklijke Liedertafel zelve, twee door mej.
Corrie Bijster en twee door den pianist
George van Renesse vervuld. Misschien zullen
sommigen van oordeel geweest zijn dat door
deze arbeidsverdeeling de Kon Liedertafel niet
in die mate oo den voorgrond trad, als zij
gaarne gezien en gehoord zouden hebben, maar
ook dezen zullen niet ontkend hebben dat een
mooi concert het resultaat er van geweest is.
Een mooi concert. Corrie Bijster, wier enor-
men vooruitgang als oratoriumzangeres we
onlangs by de uitvoering van „Der Messias"
constateerden heeft Donderdagavond getoond
zich ook als liederzangeres in de goede rich
ting te ontwikkelen. Wel kwam zij niet aan
stonds los: in de liederen van Loots en H.
Andriessen klonk de expressie nog gereser
veerd, maar in de „Invocatio Amoris" van
Bouteris-Zweers kwam er warmte in 'naar
zang en die warmte ontbrak ook later, bij de
vertolking der liederen van Strauss niet. Dat
zij vóór de pauze Hollandsche liederen zong.
kan men waardeeren. al gaven de door haar
gekozene geen bijzonder hoogen dunk van de
Hollandsche liedkunst. Loots' lied was nog wel
het beste der drie; de slappe en langdradige
Brahms-imitatie van Zweers kan nog slechts
weinig boeien. En bij een „Allerseelen" en een
„Heimliche Aufforderung" van Strauss gevoelt
men onwillekeurig iets van een voorbijgane
neriode. wat men bij Schubert zelden of nooit
bemerkt. „Heimliche Aufforderung" was toe
gift: een reactie on den levendiger, bijval na
het zeer fijne en fijn vertolkte „Standchen"
van Strauss. Emmy van Eden had hier een be
langrijk aandeel in het succes: haar delicate
begeleidingskunst deed zich Donderdagavond
weer op de schoonste wijze kennen en mag,
nu de pianiste haar vroeger wel eens opge
merkte a! te groote bescheidenheid overwon
nen heeft, naast die van de besten van ons
land gesteld worden.
George van Renesse speelde eerst Chopm:
de g mineur-Ballade met overdreven uitersten
in tempowisseling, die wel geen technische
ongelukken veroorzaakten, maar duidelijkheid
en samenhang toch in gevaar brachten; voorts
de Berceuse in teere droomstemming en met
prachtige uitvoering der arabesken. Maar het
meest imposante van wat hy ten gehoore
bracht, kwam na de pauze met „Triana" van
Albeniz: een in haar klaarheid, rythmische
scherpte en rijke nuanceering meesterlijke
vertolking van het hoogst onpractlsch ge
schreven klavierstuk. „Petit-Poucet" van Ra-
vel gaf opnieuw een staaltje van delicaat en
volkomen beheerscht spel te hooren: „Jeux
d*Eau" werd zeer virtuoos, maar naar mijn
meening iets te snel voorgedragen. Een arran
gement van een vioolcompositie van Dvorak
schonk hij als toegift.
Het mannenkoor toont in den laatsten tijd
weer een merkbaren vooruitgang. De „Llta-
nei" van Schubert, waarmee wijlen Prins Hen
drik. Jul. Bunge. K. van Eeden en G. Captein
herdacht werden klonk prachtig en indruk
wekkend. Met vreugde zag ik een werkje van
Palmgren, wiens zeer oorspronkelijke schrijf
wijze voor mannenkoor verleden jaar op het
muziekfeest te Utrecht mijn aandacht trok,
op het programma. Ook diens „Tranen" doet
een nieuw geluid hooren, zonder dat de com
ponist tot gewrongen samenklanken zijn toe
vlucht heeft genomen. En het nieuwe geluid
werd een mooi geluid, waarin speciaal de
bassen uitblonken. Die lage B aan het slot
was fenomenaal! Het nieuwe geluid van Frits
Schuurman's „Psalm 18" (tekst van M. van
St. Aldegonde) werd nog niet tot schoonheid;
maar ik durf niet te beweren dat het den zan
gers gelukt is al de noten der partituur tot
hun recht te brengen. Het werkje stelde hen
voor enorme moeilijkheden en in de vierde
strofe leek het een beetje zang en ruzie. We
zullen dus een oordeel over deze compositie,
die zeer zeker een interessante factuur bezit,
moeten opschorten tot na een meer volmaakte
vertolking.
De Kon. Lïedertafel opende de rij der voor
drachten en besloot haar. Het besluit werd ge
vormd door twee werken van Duitschen bloe
de: de Hymne an die Musik van V. Lachner
en „Vom Rhein" van Max Bruch. Lachner's
bombastisch, gedeeltelijk descriptief bedoeld
koorwerk, doet nogal verouderd aan. Er wordt
van alles in nagebootst, of althans het wordt
nagestreefd. Maar de „heilige Klang der Or
gel" bezat niet de vereischte zuivere of getem-
pereerde stemming en een ..Flötenhauch" te
imiteeren ligt per se buiten het bereik van
een mannenkoor. Beter klonk het geschal der
bazuinen en het gedonder van den donder en
het ..emporrichten" werd zeer zinrijk door den
stijgenden gang der bassen geïllustreerd. Toch
vormen al die kunstjes samen nog geen kunst
werk. Bruch's „Vom Rhein" is eerlijke muziek
zonder meer en werd grootendeels mooi ge
zongen. hoewel het toonpeil wat zakte door
dat de unisono d naar beneden ging om later
als cis en vervolgens nog iets lager voor den
dag te komen, zoodat het slot een daling van
ruim een halve toon opleverde
Behoudens deze kleinigheden verdient het
werk der Kon. Liedertafel loffelijke vermel
ding.
De solisten werden met bloemen gehuldigd;
de zaal was goed bezet.
K DE JONG
Speciale Aanbieding
Harmonika's vanaf ƒ6. 2 rijen.
S bassen 6.50. Piano-klavier
spotkoopje 20. Chromatische
4 rijen 144 bassen 32.50. 5 rijen
vanaf 75 met 2 schuiven (Italia)
Piano-klavier zwart celluloid, 80
bassen 85. Staande salon pathé
foons dubb. werk 20. Cello's,
Violen, Mandolines, Gitaren, alles
tegen zeer lagen prijs. Alle mer-
Ken Mondorgels, Snaren, Gramo-
foonplaten 10 ct., 25 ct., 40 on
50 cent. Nieuwe platen 50 ct,. 75
ct. en 1. Speciale verhuurin-
richting van alle instrumenten.
Platen alleen 20 nummers voor
50 cent en 1 per week. Repara-
tiën onder garantie. Versterker
voor alle feestgelegenheden, ge
weldig geluid. Vraagt conditiën.
JOH. KIEKENS, Muziekhandel
Breestraat 24
Veeren 5nzetten kunt u op
wachten
per 10 pond 0.1)0 1.10 1.30
Bellefleurs per 10 pond 1.40
Princesse Nobels 10 p. 1.10 1.90
Ster-appelen 10 pond 1.20 1.40
Present v. England 10 p, 1.00 1.40
Percent v. England 10 p. 1.00 1.40
Cose-Oranje-Pipoing
per 10 pond 1.90 2,40
Gravensteiners 10 pond 1.40
Jonathans per 10 pond 1.00 2.25
Zoete Reinetten 10 pond 0.90
Stoofperen per 10 poiul 0.65
Fijne Handperen: Doyenne du
Cornice, bonne Louise, Alicante.
witte Druiven, Frankenthalers,
zeer zoete Sinaasappelen, Cham
pignons, Mandarijnen, Grape
fruit, Paprika, Ananas, Mierik
wortel, Mispels, Tomaten, Bana
nen, Vijgen, Dadels, Spnansehe-
pepers.
Fruitmanden, Fruitschalen
zeer welkom St. Nicolnas geschenk
Gelieve vroegtijdig te bestellen.
Telefoon 11767
het feest voor groot en klein. Deze dag wordt met
kloppend hart tegemoet gezien, 't Is geen wonder
ook, een ieder verwacht een geschenk. Juist het
kiezen van deze geschenken is voor zeer velen een
probleem.
NEDERKOORN lost deze moeilijke vraagstukken
voor U op Alle geschenken bij NEDERKOORN
gekocht zijn welkom, omdat zij sierlijk van lijn en
juist ge'dacht zijn.
Bij NEDERKOORN raakt U niet uitgekeken en
prijzen voor ieder.
DIE REKENT, KOOPT BIJ NEDERKOORN.
N.V. WONINGINRICHTING
GED. OUDE GRACHT 56.
Officieel Dealer Hoover Handelmaatschappij.
Wegens 1 jarig bestaan onzer zaak, leve
ren wij U deze week
Tegen inlevering van Uw oude bruikbare jas
ontvangt U terugbetaling van f 7.50
BETAALT DUS f 22.50
De van U ontvangen Jas, zal door tusschenkomst van
de verschillende instellingen, aan behoettigen uitge
deeld worden.
U KUNT ONS DUS HELPEN AAN EEN GOEDE DAAD!!
E.ngelsche E.enheidsprijs K. leermakerij
GROOTEHOUTSTRAAT88
TEGENOVER HAARL. DAGBLAD
TELEFOON 16176
Stof, coupe en afwerking met volle garantie
FILIALEN TE AMSTERDAM EN HILVERSUM