LETTERE!
BIOSCOOP.
HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout
Radiomuziek der week
Nieuwe Uitgaven
ZATERDAG 24 NOVEMBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
'17
REMBRANDT-THEATER.
Richard Tauber in
Blossomtime.
Richard Tauber.
In het Rembrandt-Theater loopt deze week
een Engelsche Tauber-film, waarvan Haarlem
de Nederlandsche primeur heeft. Plet is een
echte muziekfilm; hetgeen men te hooren
krijgt is in dit geval het belangrijkste, al ge
ven de tafereelen op het doek ook het oog veel
te genieten. De muzikale compositie, welke
voornamelijk op motieven van Schubert ge
construeerd is, overweegt; aan het instrumen
tale gedeelte is zooveel zorg besteed, dat Tau
ber voor zijn zang het passende kader gevon
den heeft. Maar deze vocale episoden zijn het
toch eigenlijk, welke aan de film de bijzondere
aantrekkingskracht verschaffen. De stem van
den beroemden tenor is zoo zuiver weergege
ven, dat men niet aan een mechanische re
productie denkt. Als men de oogen sluit, kan
men zich niet onttrekken aan de suggestie,
dat de zanger in levenden lijve op het podium
staat.
Helaas is bij een dergelijke zangfilm onver
mijdelijk. dat het visueele veel van het audi
tieve genot bederft Want is het reeds bij een
concert vaak een hinderlijke afleiding, de
technische standen van den mond te aan
schouwen, die onder den zang aan het gelaat
een grotesk verwrongen uiterlijk geven, te
hinderlijker wordt deze aanblik bij het sterk
vergroote gelaatsbeeld van een close up.
Doch dit bezwaar daargelaten, kan men
niet anders zeggen dan dat Tauber de moei
lijkheden, welke inzonderheid deze film hem
gesteld heeft, volmaakt heeft overwonnen.
Hoewel hij. gelukkig voor ons, de meeste der
bekende melodieën van Schubert in het oor
spronkelijke zingt, blijft er toch veel Eneel-
sche tekst voor hem over, maar Tauber blijkt
het Engelsch ook wat de aanpassing bij zijn
eigenaardige zangtechniek betreft, volkomen
meester te zijn.
En bovendien is Tauber een goed acteur,
ook als filmspeier. Hij heeft de ietwat wereld
vreemde. maar toch geenszins schuwe figuur
van Schubert, zooals deze film hem voorstelt,
gevoelig vertolkt. De melancholieke onder
grond van zijn vreugde om vermeend liefdes
geluk als zijn smart bij de ontgoocheling open
baart zich In geheel zijn wezen. Er blijft
steeds iets fijns en weeks in de uitbeelding
van den toch kloek op zijn stuk staanden en
heldhaftig zoowel de belangen van het ge
liefde meisje verdedigenden als zijn eigen te
leurstelling beheerschenden kunstenaar.
Aardig is de goedhartigheid van den onder
wijzer getypeerd, die voor de ondeugende
streken van zijn leerlingen onvatbaar is, daar
de alles overwinnende overgave aan ziin muze
hem de kracht geeft van OrDheus. die met
ziin welluidende klanken de wilde dieren be
dwong. Mooi zijn, zoowel uit muzikaal als uit
pitoresk ooemmt, de tafereelen. waarin Schu
bert met zijn leerlingen door bosschen en
velden trekt.
De film. door Paul L, Stein geregisseerd en
vervaardigd door de Elstree Production, is.
het genre in aanmerking genomen, niet kwaad
gelukt. De fotografie wij noemden er reed"
een voorbeeld van is op menige ülek vo1
bekoring en de in het paleis spelende feest-
scènes met het bal, waarop de aartshert-oglr
met alle officieren om beurt walst, brenger
door de samenwerking van muziek en beeld
pit en fleurigheid aan.
Overigens is er omtrent Jane Baxter, die
voor het meisie speelt, bil wie de goede Schu
bert kans meende te hebben, en omtrent Car1
F^mond. die den officier belichaamt, aan wie
Vicki de voorkeur geeft, weinig te vertellen
Zii sluiten zich goed aan bij de beschaafde
iraetoeen en pretentieloos amusante omge
ving, waarin men Tauber's Schubert-reper
toire te hooren krijgt
In het voorprogramma de Uiver. De royale
en zorgvuldige wijze, waarop Polygoon den
onvergeteliiken dag te Amsterdam in het
film-archief heeft vastgelegd, zal niet alleen
voor het nageslacht een kostbaar document
leveren, zooals zij voor de bezoekers van
Schiphol een mooie herinnering heeft gele
verd, maar ook de menschen. die niet in de
gelegenheid zijn eeweest. het feest persoonlijk
bij te wonen, kriiaen door de talrijke, om-
vanerijke en doe'treffend or>?enomen beelden
waarmee het geluid zeer suggestief gepaard
gaat. een indruk omtrent het overweldigende
van deze massa-betooaing.
Voorts Flip de Kikker als exploitant van
een lunchroom en een drietal rolschaatsers op
het tooneel.
H. G. CANNEGIETER.
Het Eiland der Demonen.
Draaide verleden jaar in het Rembrandt
Theater Bali, het Eiland der Goden, thans zal
Bali, het Eiland der Demonen worden ver
toond. Het verschil in naam toont tevens het
verschil in inhoud aan. Want is het aan den
Amerikaan Ch. C. Trego gelukt ons de won
dere schoonheden van Bali te geven in een
juichende sfeer van wijdte en licht, en kon
hij terecht aan die *film den naam geven van
Bali, het Eiland der Golden of Isle of Paradise,
de Duitscher dr. Dahlsheim belichtte in Het
Eiland der Demonen een andere zijde, die
minstens even interessant is, een zijde, die te
genspoed en onheil toont en den Balinees in
die wanhoopsomstandigheden laat zien.
Door deze film loopt een draad en zij is het
verhaal van een dorp, dat door rampspoed ge
troffen wordt, wat te wijten is aan de aanwe
zigheid van een heks, zooals de inwoners zeg
gen. Een familie raakt in financieele moei
lijkheden, er breekt bovendien pest uit en
tenslotte wordt de hulp van een priester ge
vraagd, die de goden aanroept. De heks sterft
en de rust in het dorp keert weer.
Deze geschiedenis is zwak en wordt slecht
uitgewerkt. Maar dat doet weinig terzake,
omdat ze hèèl ondergeschikt is en gelegen
heid biedt verschillende ceremoniën en ritus
op te nemen. En dan vooral die plechtigheden,
die in tijden van rampen plaats heben. In het
duister van den nacht worden droomdansen
uitgevoerd, de priester prevelt zijn gebeden
voor een schaal heilig water uit het oerwoud,
in welk water hij den strijd ziet tusschen de
goden van den Dood en van het Leven.
Trego heeft de lichtzijde opgezocht, Dahls
heim nam den donkeren kant. De eerste
schiep een zuivere documentaire en deed dat
met een moeilijk te overtreffen meesterschap,
de laatste maakte een documentaire in het
raam van een speelfilm en bleef daarin uiter
aard beneden het peil van den ander. Maar
interessant is de film ongetwijfeld, en zij
vult op fraaie wijze de andere, meergenoemde
film aan.
Het Eiland der Demonen wordt morgen ver
toond in het programma van de eerste
Zondagmorgenvoorstelling in dit wintersei
zoen. De directie heeft vergunning gekregen
de films op Zondagmorgen als geluidsfilms te
draaien, zoodat van de typische en goed ge
troffen muzikale begeleiding eveneens geno
ten kan worden.
èCHINEMA PALACE.
Johnny Weismuller
in Tarzan.
Met een cacaphonie van klanken van het
oerbosch-in-hevige-beroering, en daar boven
Johnny Weismuller en Maureen O'Suilivan.
uit de doordringende Tarzanroep nog in mijn
hoofd, zet ik mij tot 't schrijven van deze be
spreking.
„Tarzan de Aapmensch" heeft zich vele
vrienden verworven te oordeelen naar de
overgroote opkomst van het publiek, dat de
verdere lotgevallen van Tarzan en zijn gezel
lin Maureen O'Suilivan met groote spanning
volgt in Tarzan". Men herinnert zich mis
schien, dat in „Tarzan de Aapmensch" Jane
Parker, Maureen O'Suilivan, het verkoos om
bij Tarzan in het oerwoud te blijven in plaats
van met Harry Holt mee terug te gaan naai
de beschaving. Holt hoopt nog altijd, dat Jane
nog eens zijn vrouw zal worden en daarom
organiseert hij met zijn vriend Martin Arling
ton een nieuwe safari van inlanders om Jane
terug te vinden.
Op dien tocht verkeeren zij herhaaldelijk
in de grootste gevaren. Als zij op het toppunt
van de ellende zijn, aangevallen door wilden
en met rotsblokken bestookt door apen, ver
schijnt als een reddende engel Tarzan met
Jane; door de macht, die Tarzan over de
dieren heeft, wordt wat van de karavaan
over is, gered
Jane is heel blij en gelukkig Harry Holt
weer te zien, maar Harry ziet al heel gauw.
dat er voor Jane maai- één man bestaat en dat
is Tarzan. En met de zelfopoffering, die echte
liefde eigen is, denkt hij alleen aan het geluk
van Jane en onderdrukt zijn eigen gevoel.
Het gaat in deze film eigenlijk niet om het
romantische deel, om de geschiedenis, maar
MOKGEN van 10—5 uur en
MAANDAG van 10 0 uur
LAATSTE KIJKDAGEN
van de
HOOGST BELANGRIJKE VEILING van
PERZISCHE TAPIJTEN
ie houden door
NOTARISSEN
Mr. M. SLINGENBERG en
3. VAN MUNSTER VAN HEUVEN
in den Haarl. Kegelbond, Tempeliersstr. 35
VEILING: Dinsdag en Woensdag a. s*
uur. Voortzetting 's-avonds 8 uur.
(Adv. Ingez. Med.)
om de prachtige soms adembenemende opne
mingen. Bij de gevechten met de wilde dieren
knijp je in doodsangst en verschrikking de
handen stijf in elkaaT, je kunt bijna niet
adem halen en het bloed jaagt je door het
lichaam. .Als Jane, alleen, zich moet verdedi
gen tegen den aanval van een leeuw en een
paar leeuwinnen en ze haar geweer heeft
leeggeschoten, roep je in jezelf om Tarzan.
Het vuurtje, dat ze om zich heeft kunnen
maken, houdt het ontuig wel eenigen tijd in
bedwang, maarde vlammen worden al
maar kleiner en nóg is Tarzan er niet! Je
wéét, dat hij komen zal en je weet ook, dat
hij, al is het op het nippertje, Jane zal red
den. Maar die spanningdie spanning!
De leeuwen zijn al bij haar, nog éven en
ze wordt verslonden, als haar metgezellen,
maar daar is Tarzan. Ze is gered!
Een rustiger idyllischer fragment is de
zwempartij van Tarzan en Jane. Hoewel Tar
zan geen zachtzinnige, integendeel soms een
erg hardhandige minnaar is, en dat ook dui
delijk demonstreert, als hij Jane met 'n harde
duw van een tak in het water mikt en
haar later, wanneer ze even aan de opper
vlakte komt om adem te scheppen, weer direct
onder water drukt, is het zwemmen van hen
een oase van rust in deze wild bewogen film.
Een genot is het de prachtige lichamen zich
in en onder water te zien bewegen. We willen
niet alle gevechten en gevaren, die alle die in
Tarzan meespelen, hebben te doorworstelen,
beschrijven. Voor avontuurlijke geesten is er
volop te genieten. Voor iemand met zwakke
zenuwen is het niets, die sterft duizend dooden
en krijgt er nachtmerrie of slapelooze nach
ten van. Maar wie van spanning houdt en
tegen de geluiden van de jungle kan, die
voorspellen we 100 pet. genot bij Tarzan.
Van het bijprogramma is de Aankomst van
de Uiver van Profilti wel hét moment. Wat
een enthousiasme, wat een drukte, wat een
vreugd!
Een bijzonder goed tooneelnummer is het
dansnummer van „The Fellows". Ongeloof
lijk lenig, heel komisch, xythmisch en mu
zikaal is hun dansen. Het succes dat zij had
den, was welverdiend.
LUXOR SOUND THEATER.
„Koningin Christina" voor
de vierde week geprolongeerd.
De directie van het Luxor Theater heeft
met de vertooning van de schitterende film
„Koningin Christina", waarin Greta Garbo
zulke triomfen viert, wel een heel goeden
greep gedaan. Het succes is zóó groot, dat de
directie de film voor de vierde week gepro-
Greta Garbo.
longeerd heeft. Zij, die dit meesleepende
kunstwerk nog niet gezien hebben, moeten
zich dus haasten.
Een groote aantrekkelijkheid van het pro
gramma is de aankomst van de Uiver op
Schiphol, waarvan verschillende episodes op
het witte doek vertoond worden. Voor hen,
die niet in de gelegenheid waren, op deze
feestdag naar Schiphol te gaan, is dit een
mooie gelegenheid om er ook indrukken van
op te doen. Het kost moeite om nog niet even
na te juichen, als men Parmentier en zijn
collega's uit de machine ziet stappen.
Een teekenfilm en actueel wereldnieuws
completeeren het programma. We zien o.a.
een groot conflict tusschen werkgevers en
werknemers in Amerika; de plechtige opening
van het. nieuwe gebouw voor het departement
van Justitie te Washington; 17000 witte vos
sen, wier pelsen later de schouders der dames
sieren; een filmster in Hollywood, wier haren
met vloeibaren lak bewerkt worden om een
mooien glans te verkrijgen; een indrukwek
kende kudde wilde paarden in Mexico, die
voor één dollar per stuk naar Amerika ver
kocht worden, enz. Het zal van de week wel
weer volioopen.
MUZIEK.
CONCERT DER H.O.V.
Wat ook door de tijdsomstandigheden
schaarsch moge geworden zijn het aantal
musici met solistische bekwaamheden of ad
spiraties zeker niet. Dagelijks duiken in de
radioperiodieken nieuwe namen op en de or
kestdirigenten moeten er een kaartsysteem op
na gaan houden om met de aanvragen en
toezeggingen niet in de war te komen.
En zoo was Frits Schuurman genoodzaakt
op één concert twee solisten onafhankelijk
van elkaar te laten optreden en bevatte het
programma van Vrijdagavond een cello- en
vioolconcert: een dubbele aantrekkelijkheid
dus voor de velen die gaarne solo-concerten
hooren. En ook voor de beide solisten moest
deze avond wel dubbele aantrekkelijkheid be
zitten door de aanwezigheid van de microfoon
van een onzer omroepverenigingen. Zij speel
den dus niet alleen voor de in de zaal aan
wezigen: zij speelden voor allen die in West
Europa luisteren wilden.
Of dat velen geweest zijn? Het is niet na
te gaan, maar we kunnen wel vermoeden dat
de beide solo-werken, zeer bekende reper
toire-stukken als het zijn, de nieuwsgierigheid
niet konden prikkelen. Ook op H.O.V.-avonden
is zoowel het celloconcert van Saint-Saëns
als het eerste vioolconcert van Max Bruch
herhaaldelijk ten gehoore gebracht. Men
luistert dan onwillekeurig meer naar de kwa
liteiten der vertolking dan naar die van de
stukken; men is kritischer.
Laten we terstond zeggen dat het spel van
de violiste Bertha Kalff den toets der critiek
heeft kunnen doorstaan. Eenlge onvrijheid
moge de jonge violiste bij het nog onge
wend openbaar optreden nog gevoeld hebben:
wat zij te hooren gaf was goed, en soms meer
dan dat. In het Adagio had haar spel zeer
mooie momenten; in de beide Allegro's toon
de het voldoende warmte en technische be-
heersching om te kunnen boeien Eerlijk ge
zegd was dit spel een verrassing na haar
debuut in het dubbelconcert van Bach, het
vorige seizoen. Maar toen stond zij nevens
haar leermeester Francis Koene en moest
zich de leerlinge, de mindere voelen, nu had
zij de solistische verantwoordelijkheid alleen
te dragen en zij heeft zich van haar taak
kranig gekweten. Het auditorium bracht haar
een warme ovatie.
Niet zóó goed slaagde de vertolking van het
celloconcert door Louis van Maanen. Ook in
diens spel waren goede oogenblikken, woor-
namelijk in de cantilenes, maar in veel van
het figuren- en passagewerk had men gaarne
meerdere zuiverheid, meerdere toonschoon-
heid gehoord. Met de voordracht van dit con
cert, dat herinneringen aan de grootste cel
listen oproept, komt de speler natuurlijk a
priorit eenigszins in een lastig parket, en
daarom mag men het verdienstelijke in het
spel van Louis van Maanen niet voorbij
zien.
Frits Schuurman liet het orkest zeer bevre
digend secondeeren, wat in de finale van St.
Saëns-concert wegens de tempo vrij heden die
de solist zich veroorloofde lang geen sine
cure was. En hij schonk ons pittige en kleur
rijke vertolkingen van de Ouverture „La
Princesse Jaune" en van Tchaikowsky's kos.
telijke „Casse-noisette"-suite. Hoezeer deze
laatste in den smaak viel bleek uit de toe
juichingen, waarin Schuurman het orkest liet
deelen.
K. DE JONG.
(Adv. Ingez. Med.)
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONC
We zullen a.s. Zondag weer eens het voor
recht kunnen genieten het eerste pianoconcert
van Chopin door de radio te hooren. Jan Sme-
terlin zal het voor de microfoon te Hilversum
spelen. Het mocht anders eens in vergetelheid
raken, evenals het vioolconcert van Mendels
sohn, dat Maandag door Boedapest uitgezon
den wordt. Intusschen mogen we niet ver
zwijgen, dat Smeterlin, van wien ik eens een
heelen piano-avond hoorde, een uitnemend
pianist is. en bovendien een kunstenaar bij
wien het muzikale niet door het technische
verdrongen is, zooals bij de jongere generatie
maar al te veel het geval is. Of hij nu van
Chopin's op. 4 nieuwe zijden zal openbaren,
zullen we moeten afwachten. Men zou zoo
zeggen, dat het haast niet mogelijk is.
Mengelberg heeft weer zijn blijde terug
komst gehouden en de dagbladen hebben ons
daarvan evenmin onkundig gelaten als van
de triomfen die hij te Weenen en Boedapest
gevierd heeft, En nu zal hij Zondag een
Strauss-programma dirigeeren, dat alle aan
dacht verdient, wijl Mengelberg destijds net
zoo goed een Strauss-apostel geweest is als
hij later Mahler-apostel werd Zelfs is mij wel
eens ter oore gekomen, dat Rich. Strauss eens
gezegd zou hebben, van Mengelberg te hebben
geleerd hoe hij zijn eigen werken opvatten en
dirigeeren moest. Het moge onwaarschijnlijk
klinken: onmogelijk is het niet. want een
componist behoeft nog niet altijd tevens de
meest ideale of virtuoze reproducent van zijn
eigen werken geacht te worden. Voor het ambt
van dirigent ziin vele geroepenen, maar
■'echts heel weinig mogen tot de uitverkore
nen gerekend worden.
Strauss „Till Eulenspiegel" komt zóó vaak
voor de microfonen der verschillende landen,,
dat elk echt muziekliefhebber onder de radio
luisteraars het werk wel min of meer zal ken
nen. Men weet dat de door den componist ge
geven omschrijving van den titel ..nach alter
Schelmenweise in Rondea 'of zooals hij
volgens sommigen oorspronkelijk geschreven
moet hebben „in Radau" form gesetzt een
soort van mystificatie inhoudt, als de lezing
..Rondeau" juist is. Want dit woord doet den
ken aan den braven, overgeleverden vorm van
de meeste werkjes der oude Fransche clave-
cinisten en daarmee heeft die van Strauss'
..Till" al heel weinig overeenkomst. Het werk
geeft in vrijen vorm een aantal karakteristieke
momenten uit de overgeleverde geschiedend
van den lustigen vagebond weer. Zooals in a'
zijn toongedichten is Strauss' kunst hier
weerspiegelend. De prikkel,, de inspiratie kwa
men bij hem steeds van buiten af. in tegen
stelling met Mahler. Maar die muzikale weer
kaatsing is bewonderenswaardig, niet alleen
door de scherpte van het beeld, maar ook door
de enorme kunstvaardigheid, de compositori
sche techniek. De meest verscheidene en ver
rassende gedaanteverwisselingen der thema's
worden aangewwend en met elkaar gecombi
neerd en al die metamorphosen en combina
ties vormen geen ijdel spel, maar hebben be-
teekenis als illustreerende factoren.
Mag men deze in „Till" op de gelukkigste
wijze aangewend achten, wat betreft de ver
scheiden jaren later geschrevene „Symphonia
domestic»" („Huiselijke Symphonie") loopt de
waardeering nogal uiteen. Sommige beoor
deelaars zien er het culminatiepunt van
Strauss' symphonischen arbeid in, anderen
stellen het een heel eind beneden vroeger ge
schreven werken. Ook de titel der S. domesti-
ca heeft in den beginne hen misleid, die meen
den dat Strauss nu van zijn toondichterlijke
afdwalingen naar het soliede ouderlijke huis
der conservatieve symphonie terugkeerde.
Hiervan is geen sprake. Al laat het ongeveer
drie kwartier onafgebroken speeltijd ver-
eischende werk zonder moeite in een Exposi
tie of eerste Allegro, een Scherzo, een Adagio
en een Finale verdeelen; al deze deelen zijn
echte programmamuziek. Maar dit feit is
"iet hetgeen het meeste protest heeft, verwekt
Meer kritiek lokte de onevenrpdicheid tus
schen het aan den intiemen huiselijken kring
ontleende programma en het geweldige or
kestrale apparaat, dat voor de uitvoering be-
noodigd is. uit. Een familie-idylle door zulk
een reuzenorkest te willen verklanken, een
lustig gekibbel tusschen de echtgenooten in
de gedaante van een groote dubbelfuga weer
te geven, kan wel aardig en knap zijn. maar
is toch volgens velen aesthetisch moeilijk te
rechtvaardigen. Het minder waardeerend oor
deel betrof ook de in vergelijking met vroe
gere werken zwakkere thematische vinding, die
niet geheel door het schitterende orkestrale
coloriet gemaskeerd wordt. We willen hier
verder niet op ingaan, en ook ditmaal geer.
gedetailleerde ontleding van de S. domestica
geven: slechts willen we er nog op wijzer., dat
de dramatis personae man. vrouw en kind zijn.
waarbij dan in de expositie ook nog de tantes
en de ooms een oogenblik optreden, om de ge
lijkenis van het kind met papa of mama te
betoogen. Dit zijn de eenige aanwijzingen die
de componist zelf in de partituur gegeven
heeft.
Verscheidene Bachcantates zullen a.s. Zon
dag uitgezonden worden. De cantate „Wachet
auf" (no. 140) komt zelfs van twee zijden: uit
Motala en uit Beromünster. maar toch niet
als gramofoonolaat. In deze cantate treft men
dezelfde muziek aan als in het gelijknamige
koraalvoorspel voor orgel. Zij behandelt de
geliikenis der tien maagden.
Ook de cantate ..Christus der ist mein Le-
ben" bevat koralen. De door Bach samenge
stelde tekst geeft uiting aan het verlangen
naar den dood, De regels „Sterben ist mein
Gewinn" en „Mit Freuden will ich van hinnen
scheiden" mogen als voorbeelden dienen. Deze
cantate bevat een prachtige tenoraria, welker
moeilijkheid een beletsel vormt voor een ge
regelde plaatsing op de programma's.
In de Cantate „Herr, so du wilst" zün alweer
de gedachten aan den dood uitgedrukt en wel
door drie versregels, die elk hun eieen muzi
kale illustratie met zich brengen, Bij den eer
ste hoort men de zuchten (Seufzer). die door
de smarten uit het hart geperst worden; bij
den tweede („lege meine Glieder in Staub
und Asche nieder" daalt de lijn der muziek
grafwaarts; bij den derde (..so schlagt. ihr
Teirhenglorken") hoort men de doodsklokken
in de bassen
't Is niet zeer opwekkend, maar wel merk
waardig. En we moeten er bij bedenken, dat
Bach 't niet altijd zoo sombei- meende l
Lectuur voor onze Jeugd.
Bij de gebroeders Kluitman te Alkmaar is
een schitterend meisjesboek verschenen van
Ems. I. H. van Soest, getiteld Pauli's Leer
school. in den tegenwoordigen tijd is het
werkelijk een vreugde om voor onze bakvisch-
jes eens een goed. sterk verhaal te lezen,
waarin de hoofdpersonen het leven aandur
ven. ook het moeilijke leven. Pauli. de hoofd
persoon in dit verhaal heeft het werkelijk
moeilijk. Ze bezit nu eenmaal geen gemak
kelijk karakter, is gauw Sn haar wiek ge
schoten en verschilt zoo hemelsbreed van
haar oudere zuster, Heieen, bij wie alles van
een leien dakje gaat. En dan komt Lucien
in haar leven. Als de liefde in haar meisjes-
hart ontwaakt, krijgt ze meer fut. wordt ze
zachter en gemakkelijker, vooral voor ande
ren. Naast het groote geluk wacht haar ech
ter het groote leed. Lucien houdt van haar
als van een goede vriendin, maar zijn waar
achtige liefde gaat uit naar Ina. de vriendin
van Heieen. Het wordt alles heel moeilijk voor
Pauli. maar het verdriet wordt een leer
school voor haar. Bittere levenservaring doet
haar openstaan voor ieder, die zorg behoeft.
Heel fijn beschrijft de auteur haar omgang
met den moederloozen kleinen Just. En we
zijn eigenlijk zoo blij. dat zij ten slotte werke
lijk een tweede moeder voor Just zal worden.
De bijfiguren zijn ook meesterlijk geschetst.
Vooral Lucien Tersteeg. die op ieder een goe
den invloed heeft, die nu eens nooit flirt,
maar altijd weer aan anderen iets geeft van
eigen levensdurf.
Nolda, Pauli's vriendin, verschijnt in dit
verhaal als het mondaine, onechte schepsel
tje, dat in al haar verwachtingen wreed te
leur gesteld wordt.
Het geheele gezin van Laren, met de moe
der, aan het hoofd, is een dappere familie,
waar veel gewerkt en veel gestreden wordt,
maar waar toch ook veel overwinning te boe
ken valt. De illustraties van Hans Borrebach
zijn als altijd pittig en raak. De geheele uit
gave is een absolute aanwinst voor onze meis-
jeslectuur.
De Meisjesflat door J. H. Brinkgreve-
Entrop van dezelfde uitgevers stelde me te
leur. De titel beloofde zooveel en de fleurige
illustraties van Nans van Leeuwen deden
zooveel verwachten, maar 't verhaal zelf was
vaak zoo hopeloos saai. 't Begin is niet
kwaad. We maken kennis met Nel Knoops,
die aan 't vioolspelen is en veel last heeft
van de gramophoon van haar buurvrouw. En
dan komt er bezoek van de tweelingen Cris
en Pau, die het in haar pension niet zoo bijs
ter goed getroffen hebben. Dit is alles aardig
en gezellig beschreven. Ook de theevisite bij
Tante Crisje is nog wel onderhoudend. Dan
zakt de schrijfster af. Stijl en taal zijn goed
verzorgd, maar er is zoo weinig actie in het
verhaal. Er gebeurt zoo niets, dat de moeite
van het vertellen waard is. De verhuizing is
een veranderingetje. De vriendinnen zullen
met elkaar het bovenhuis van tante Chris
gaan bewonen, daar deze dame voor een jaar
naar Brummen gaat om een vriendin te ver
plegen. Nu zijn ze dan op de flat en je hoopt,
dat je nu geestige voorvallen zult vernemen.
Er gaan bladzijden voorbij, waarin gerekend
wordt, gepraat wordt over meubilair, eten enz.
Je bent heusch blij. als er eens een brandje
komt, wat weer boeiend beschreven wordt.
Maar 't boeiende beslaat helaas slechts enkele
bladzijden. Zoo is 't ook met het sterven van
tante Chris en de erfenis, die. zooals je dade
lijk wel kon voorspellen, moeilijkheden zou
geven. En als dan ten slotte het boek uit
is, zeg je tot je zelf: Onze meisjes zullen
geen kwaad uit dit boek meenemen, maar
ook heel weinig goeds. En dat laatste is te
betreuren.
W. B.—Z.
Encyclopaedic
van Ned.-lndië.
„Deze uitgave", aldus de heer G. F. E.
Gonggryp, oud-gouverneur van Sumatra's
Westkust, onder wiens redactie deze ge-
illustreerde Encyclopaedic van Nederlandsch-
Indië is tot stand gekomen, „deze uitgave be
doelt te zijn een beknopte, praktische hand
leiding voor hen, die belangstellen in Neder-
landsch-Indië, zoowel daar te lande als in het
moederland. Er is naar gestreefd, dat de ge
bruiker zich snel kan oriënteeren".
Medegewerkt hebben de heeren W. K.
Boogh, kapitein der Infanterie K. N. I. L„ ir.
E. A. Douglas, oud-hoofdingenieur, leider der
Boekit Asam Steenkolenmijnen. G. J. du
Marchie Sarvaas oud-resident, inspecteur van
Agrarische Zaken en Verplichte Diensten, mr.
A. Neytzell de Wilde, oud-voorzitter van den
Volksraad en J. Th. Petrus Blumberger, oud
assistent-resident. Talrijke afbeeldingen naar
foto's en kaarten verluchten het lijvige boek
van 800 bladzijden en 150 platen, dat uitge
geven is door de N.V. Leidsche Uitgevers Mij.
te Leiden.
Silja, door F. E. Sillanpaa.
Bij Scheltens en Giltay te Amsterdam is
verschenen de Finsche roman Silja. de
Dienstmaagd, door F. E. Sillanpaa, vertaling
van Maria Kiluni. De roman beschrijft het
harde leven op de eenzame boerderijen op
het platteland in Finland en den invloed, d:e
dit leven op de toch reeds eenzame Silia, de
hoofdpersoon uit dit boek, uitoefent.
Het boek geeft een typischen kijk op de ze
den en gewoonten onder de Finsche boeren.
Twee gestolen afgodsbeeldjes, door
Franek L. Packard.
De held van dit verhaal, dat zich afspeelt
tegen een tropischen achtergrond in Singa
pore. in opiumkitten en Chineesche slaven-
jonken, is de jonge Bob Kingsley, die onver
moeid zoekt naar de moordenaars van zijn
oom Tom. De moord is gepleegd onder zeer
vreemde omstandigheden en de vervolger
komt dan ook voor allerlei bijzondere situa
ties te staan. De spannende geschiedenis is
vertaald door Jos. Panhuysen. en uitgegeven
door de Keurboekerij van de N.V. het Neder
landsche Boekhuis te Tilburg.
Ontredderde Wereld, door
Maurice Hindus.
Verschenen is bij de N.V. Em. Querido's
Uitgevers Mij. te Amsterdam de derde herzie
ne druk van Ontredderde Wereld door Mau
rice Hindus, vei*taald door mr. I, E. Prins Wil-
lekes MacDonald, met een inleiding en een
nawoord van dr. J. Romein.
Het gemeenschapshuis voor werkloozen,
door Jacq. Engels.
De algemeene leider van een werkloozen-
tehuis in Amsterdam, de heer Jacq. Engels,
heeft in dit werk. dat uitgegeven is bij de
Uitgevers Mij. Contact te Amsterdam, een pu
blicatie gegeven over zijn arbeid daar. Hij
spreekt over de werkgroepen, den raad. het
onderwijs en de clubgeest, over vertrouwen,
zelfbestuur en vrijheid, over het geestelijk con
tact en het geestelijk leven o.a. en doet dat
met een scherpe opmerkingsgave. Mèn ~al
hieruit een niet vermoed Inzicht kunnen krij
gen in de psyche van eegn groot deel onzer
bevolking*