De Lotta Svard-Bond. WEEKNIEUWS DONDERDAG 29 NOVEMBER 1-934 HAARLEM'S DAGBLAD 10 HET SINTERKLAASFESTIJN Zullen wij het wel of niet vieren? ,-Laten wij er van 'i jaar maar niets aan doen", zeggen velen, „de tijden zijn er immers «iet naar om veel geld uit te geven voor ca deautjes en surprises". Zoo wordt er zeer verstandelijk in het begin van November overwogen, en iedereen knikt en is net gloeiend met de anderen eens, het is geen tijd voor bijzondere dingen, het is voor menigeen al moeilijk genoeg om de eindjes bij eikaar te houden. In de gezinnen waar kinderen zijn, die veel initiatief hebben, is er echter al spoedig geen ontkomen meer aan» de kinderen wor den opgewarmd door anderen bij wie het thuis wel gevierd zal worden, en zij beginnen ongevraagd aan het bedenken van allerlei grapjes en surprises. Het behoeft immers geen geld te kosten, zeggen zij, en het is waar. zij weten met allerlei dingen, die er nog zijn surprises in elkaar te zetten, die volkomen aan het doel beantwoorden, en dat is het vie ren van een feest van onschuldige plagerijtjes en verrassingen. Op den duur steekt dit echter de ouderen al evenzoo aan, en men kan werkelijk wel zeggen, dat twee derde deel van de men- schen die beweren, dat zij dit jaar de viering van het Sinterklaasfeest nu toch heusch eens zullen overslaan, van dat idee terugkomen wanneer „het heerlijk avondje" in zicht komt, en zich nog gaan uitsloven om het geheel nog zoo feestelijk mogelijk te maken. Ieder gezin met schoolgaande kinderen kan dezen invloed van de klassegenooten duidelijk merken, maar ook menige kring van enkel volwassenen ontkomt niet aan den invloed van Sinterklaas en Zwarte Piet. wanneer zij een maal hun intocht hebben gedaan, ook al is de baard van Sint geplakt op een jong ge zicht, en al geeft Pieterman niet onbelangrijk zwart af, zooals eens gebeurde met een klein meisje, dat in de vreugde van haar hartje de armen om Piet heensloeg en hem een ver rukt kinderzoentje gaf. De onzegbare sfeer, die er over deze dagen op het einde van November en het begin van December hangt, laat toch vrijwel niemand onverschillig en wanneer dan eenige herinne ringen aan vroeger vieringen van Sinterklaas in de gedachten zijn blijven hangen, moet het al vreemd loopen, wanneer men niet opgeno men wordt in dit typisch Hollandsche festijn. Kostbaar behoeft het feest in het geheel niet te worden; een enkel geschenk zal vaak meer in den smaak vallen dan ettelijke ver schillende dingen, omdat het, doordat het een éénling is, beter tot zijn recht komt, en daar door meer wordt geapprecieerd. Wie het bovendien aanmerkelijk zuiniger wil doen dan andere jaren, schaffe het geven buiten het eigen gezin definitief af; langza merhand wordt het geven aan vrienden en kennissen, of aan familieleden buiten het ge zin overdreven; men meent Jantje niet te, kunnen overslaan, wanneer Pietje iets gekre- ge heeft, en daardoor wordt dit steeds meer en begint het tenslotte een financieele taak te worden, die veel te zwaar is in een tijd van bezuiniging. Wie zijn begrooting opmaakt over dit jaar, en deze vergelijkt met het eindresultaat van verleden jaar, waarbij in 1934 alleen voor het gezin surprises en geschenken worden bedacht terwijl in 1933 nog een wijde kennissen- en familiekring voor dit alles in aanmerking kwam, zal tot de slotsom komen, dat 1934 daardoor zoo'n gunstig saldo geeft, vergele ken bij 1933, dat eigenlijk de leden van het gezin best met nog ieder een kleinigheidje zouden kunnen worden bedacht, waarna de begrooting nog een eind onder het resultaat van de financiën van het vorige jaar door schiet. En dan wordt het gezinsfeest er nog maar des te glansrijker door! E. E. J.—I je hen direct moet terechtwijzen, zegt moe der. Nee, zegt vader, je moet doen of je ze gelooft en ze brengen tot de consequenties van hun bewering. Dan komt juist oom Piet op visite en zegt: geef hem een pak op z'n broek en even later verschijnt tante Riek die adviseert: werk op z'n geweten. Het eind is dat moeder een slapeloozen nacht heeft en 's morgens Fransje onder tranen smeekt toch niet meer te jokken. Of ze dat vraagt voor zijn bestwil of voor haar gemoedsrust weet ze dan niet al te best meer. De eerste levensuitingen van een kind gade te slaan, het te zien uitgroeien van kind tot mensch is zeker een van de eerste voorrechten van de ouders, en dat voorrecht geeft hun ook rechten en plichten. Maar om bij elke nieuwe uiting van het kind te denken: en wat moe ten wij nu doen, hoe moeten we daar op rea- geeren. in welke banen moeten we het leiden, dat leidt tot verstarring, dat sluit ten slotte allen spontanen eerbied en verwondering uit. De ouders van Fransje zijn in voortdurenden angst dat ze iets verkeerd zullen doen en hun gedurig lezen in opvoedkundige werken brengt hen hoe langer hoe meer van de wijs, want sinds de vroegste tijden zijn de geleerden het nooit eens geweest. Dus geen opvoedkundige boeken lezen? Ja. natuurlijk wel. Als men het maar critisch doet en dan vooral niet alleen verstandelijk-cri- tisch. Bij de opvoeding van het kind spreekt het hart het laatste woord. Het gaat bij het lezen van bedoelde lectuur als met het lezen van werken over godsdienst. Wat ons niet aan spreekt gaan we voorbij, alleen waar ons hart ..ja" op kan zeggen, aanvaarden we. Als we dat ook in de opvoedkunde doen zijn we met een bevrijd van den angst dat het met de kin deren verkeerd zal gaan, dat ons systeem niet deugt. Wel weten we dan dat we dikwijls fou ten maken, maar dat die fouten meer voort komen uit ons gebrek aan liefde en begrip dan uit ons onvermogen een of ander systeem toe te passen. Er zijn nu eenmaal dingen die je niet uit boeken halen kunt, al kunnen die boeken je dikwijls een richting aanwijzen,je aan het denken brengen, een nieuw licht werpen over veel waar je mee inzat. Maar ze mogen nooit hoofdzaak worden. Voor ouders moet de opvoedkunde geen vak zijn met- de kinderen als voorwerpen om dat vak op toe te passen; de opvoedkunde moet uit het hart komen en alleen maar getoetst worden aan de ervarin- ;en van anderen. BEP OTTEN. Er zijn ouders die hun kinderen tot eiken prijs willen „opvoeden". Zeer lofwaardig, zal men zeggen. Beter dan de kinderen aan hun lot over te laten, beter dan ze in het wilde weg te laten opgroeien. Maar je kunt alles over drijven en al te erg opvoeden kan even schadelijk zijn als heelemaal niet opvoeden. Ik ken een ouderpaar dat zijn boekenkast vol heeft met opvoedkundige werken, dat geen ander onderwerp weet dan de opvoeding van hun kinderen en daarover steeds in de groot ste moeilijkheden verkeert. Geen wonder ook! Wat het eene boek raadt, raadt het ander af; wat de eene vriend goedkeurt, komt den andere absoluut verkeerd voor. Ik kan niet anders zeggen dan dat dit ouder paar met de volle boekenkast en met de pro blemen me irriteert. Zooals alle wijsheid irri teert die te veel op boeken, dus op de wijsheid van anderen, is gericht. Van elke kleinigheid wordt in dit huisgezin een gebeurtenis ge maakt, elke uiting van het kind groeit daar uit tot een probleem. En het wil me zoo voorkomen, dat ze daar met al hun gefilosofeer aan het werkelijke leven voorbijgaan. Fransje heeft gejokt. Wat hebben ze ook pas weer over jokkende kinderen gelezen? Dat ABR. MEIJER GROOTE HOUTSTRAAT 16 Er zijn voor U vole redenen om minstens een gedeelte van uw Sinterklaas inkoo- pen bij Abr. Meijer te doen. Abr. Meijer heelt bijv. een grootere sorteering in zijn specialiteits-artikelen. Hij heelt aardiger artikelen en heel aparte artikelen. Bovendien berekent Abr. Meijer heel gewone prijzen voor buitengewone kwaliteiten en hij heetteen enorme sorteering practische geschenken sierlijke en warme hand schoenen, pullovers en vesten, sjaals voor dames en heeren, garnituren(muts en sjaal), peignoirs en muiltjes, ziekenjasjes, kin derjurkjes en truien, pyja ma's, nachthemden, Bleyle artikelen enz. (Adv. Ingez. Med.) KEUKENGEHEIMEN. Wij weten allemaal, dat de zelfgemaakte Sint Nicolaas geschenken altijd zeer op prijs gesteld worden. Cadeaux. vervaardigd met de naald, de figuurzaag, het houtsnijmes worden graag ontvangen: maar ook de thuisgemaakte versnaperingen zijn in den regel hartelijk wel kom. Wil men echter nog meer succes hebben met de zelfbereide borstplaat, marsepein of ge vulde dadels, dan dient men ook zorg te beste den aan de verpakking. Een ronde borstplaat bijvoorbeeld, in een passende ronde doos ge legd, maakt een veel aantrekkelijker indruk dan een zelfde borstplaat, verpakt in een stuk vetvrij papier. Leege bonbondoozen en ondiepe trommeltjes kunnen hiervoor uitstekend ge bruikt worden. Zij worden met zilverpapier of dun, wit ongelinieerd papier bekleed en, af hankelijk van de vorm van de doos, in rijen of met een regelmatig figuur gevuld. Als voor beeld diene het volgende: een rechthoekige doos wordt in vijf rijen verdeeld door midde' van reepjes stijf papier, al of niet bedekt met zilverpapier; de vulling bestaat van links naar rechts uit een rij chocoladetruffels, sinaas- appelborstplaatjes, gevulde dadels, sinaas- appelborstplaatjes, chocoladetruffels. Met behulp van de volgende recepten kan ieder naar eigen fantasie haar leege choco- lade-doozen voor den vijfden December vullen. Marsepein: 1/2 pond amandelen, 1/2 pond gezeefde poedersuiker, eenige druppels oranje- bloemsemwater. Breng de amandelen met wat water aan de kook, pel. ze en maal ze met 2 ons poedersui ker enkele malen door de amandelmolen, of de vleeschmolen met het fijnste mesje. Ver warm de massa, onder voortdurend bewerken met- een houten lepel, totdat zij niet meer aan de bodem kleeft, kneed er tijdens het afkoelen de rest van de suiker en het oranjebloesem water door. Laat de marsepein 24 uur staan en vorm er dan de gewenschte figuren van. Rol de massa b.v. uit op een met poedersuiker bestoven plank of aanrecht en steek er ronde plakjes uit. of verdeel de massa in 2 of 3 dee- len, laat één deel wit, kleur de andere met cacaopoeder bruin of met wat karmijn rose, rol ze daarna uit, plak de lapjes met wat water op elkaar en snijd er daarna ruiten of blokjes van. Chocoladetruffels: 4 reepen chocolade, 1 eetlepel melk, 1/2 ons boter, 30 gr. gezeefde poedersuiker; chocoladehagelslag of cacao. Laat op een zacht vuur de chocolade met de melk smelten, neem de pan van het vuur, roer de boter en de poedersuiker erdoor en laat de massa koud en stijf worden. Vorm met een theelepeltje onregelmatige balletjes van de truffelmassa en rol de truffels daarna door chocoladehagelslag of cacaopoeder. Gevulde dadels: Snijd de dadels over de lengte open, verwijder de pitten en vul de holten met marsepein of de bovenbeschreven bekoelde truffelmassa. Laat de met marsepein _evulde dadels aan de lucht drogen, zoodat zij niet meer kleven: rol de met chocolade ge vulde dadels door kiüstalsuiker. Huzarenmutsjes: Broei en pel amandelen, laat ze in een heete over lichtbruin roosteren. Laat intusschen in een kommetje, dat in een pannetje met kokend water is geplaatst, een reep vanijle- of melkchocolade smelten, dom pel de amandelen met het stompe uiteinde tot de helft in de gesmolten chocolade en daarna in een kommetje met kristalsuiker of choco lade hagelslag, en laat ze bekoelen. Borstplaat: gebruik hiervoor het recept van de borstplaat, beschreven in het nummer van 15 November j.l.; of breng 9 eetlepels witte suiker met 3 eetlepels water aan de kook. Kook de suikerstroop in, tot dat een druppel ervan, in een kopje met koud water gegoten, niet meer uiteenvloeit. neem de pan van het vuur. Voeg 2 theelepels sinaasappel-, fram bozen- of andere essence toe, klop de massa tot ze begint dik te worden, vul dan snel de met boter besmeerde borstplaatringen of kleine ringetjes. Neem de borstplaat eerst na bekoe ling uit de ringen. C. F. ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. *$8 No. 346: keurige overgooier voor meisjes van 13 tot 18 jaar. De overgooier is van soepele wollen stof, terwijl het blousje van wol of zijde is, naar verkiezing. Het ingezette plooiendeel verleent de rok de noodige ruim te. Prijs van het patroon van de overgooier: 50 ets; prijs van het blouse-patroontje 38 ets. Prijs van overgooier en blouse samen 70 ct. Benoodigd materiaal voor de over gooier: 2 meter van 130 c.M. breedte en voor de blouse: 1.75 Meter van 90 c.M. breed. No. 347: leuk kinderjurkje voor meisjes van 4 tot 8 jaar. Benoodigde stof: 1,50 meter stof van 130 c.M. breedte en 50 c.M. wit piqué voor de garneering. Prijs van het patroon: 38 ets per stuk. No. 507: aardige jurk van wollen tweed met zeer aparte garneering. Deze garneering be staat nl. uit een gedeeltelijke kraag van wit glasbatist. Prijs van het patroon: 50. ets per stuk. Benoodigde stof: 3 Meter van i30 c.M. breed en voor de kraag 50 centimeter glasba tist. No. 508: leuke jurk van diagonaal gestreep te stof. Prijs van het patroon: 50 ets. per stuk Benoodigd. materiaal: 3 meter van 130 c.M. breedte. Dze patronen zijn in alle maten tegen de aangegeven prijzen te verkrijgen bij de „Af- deeling Knippatronen" van de Uitgeversmaat schappij: „De Mijlpaal", postbox 175 te Am sterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag dat kan worden voldaan per postwissel, in postzegels of wel per postgiro no 41632. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling niet alleen het nummer van het verlangde patroon, maar tevens ae ge wenschte maat; d.w.z. boven-, taille-, heup wijdte enz., benevens de leeftijd van het meisje voor wie het patroontje bestemd is. op te geven. Gelieve verder naam en adres dui delijk te vermelden; men voorkomt daardoor onnoodige vertraging in de opsturing. Na Finland en Estland nu ook in Polen. De naam van den „Lotta Svard-Bond" in Finland is ontleend aan de ballade „Lotta Svard" van den Finschen dichter Johann Ludwig Runeberg, die even na den Zweedsch- Finschen vrijheidsoorlog tegen Rusland van 18C8 tot 1809 werd uitgegeven in een bundel, die louter balladen en gedichten betreffende dien oorlog bevatte. De ballade was genoemd naar de hoofdpersoon, een jong meisje, dat de verloofde van een Finsch soldaat was, en in den oorlog met hem meetrok om zich te wijden aan het verzorgen van de gewonden. De soldaat sneuvelde, Lotta Svard echter gaf haar taak niet op; en naar haar noemden in 1918 de Finsche vrouwen hun vrijwilligen hulpdienst; de leden werden „Lotta's" ge noemd. In het begin van de beweging vormden zij een soort van vrouwelijk bataljon, dat deel uitmaakte van het gewone legerkorps, hoewel zij natuurlijk andere plichten hadden: ze tra den als verpleegsters op en verrichtten aan het front het „vrouwelijke" werk, zooals het bedienen van de veldkeukens en het verzor gen van de proviandeering. Na den oorlog, in 1921, maakte de vereeniging zich onafhan kelijk, sedertdien heeft haar karakter zich iets gewijzigd, hoewel het wel steeds de be doeling blijft dat de Lotta's in geval van noodzakelijkheid dadelijk klaar zullen zijn. De vereeniging heeft nu dit gemeen met onze padvinderij, dat het vooral de bedoeling is, dat er onder de Finsche vrouwen een sfeer van orde. tucht en gelijkheid wordt gescha pen nationale gezindheid is iets, dat in Finland bij niemand meer aangekweekt be hoeft te worden. De „Lotta's" hebben over het algemeen al les behalve een gemakkelijk leven. Zij moeten 17 jaar oud zijn om tot den bond te kunnen toetreden (er bestaat echter ook een jeugd groep, waar meisjes ouder dan 10 en jonger dan 17 jaar z.g. „dochter-arbeid" kunnen ver richten). Voor den vrouwelijken vrijwilligen hulpdienst in Polen werd de andere leeftijds grens op 45 jaar gesteld; in Finland echter kent men dien in het geheel niet vrouwen tot de hoogste leeftijden kunnen zich bij de .JLotta's" aansluiten als zij willen en velen doen het! De „Lotta's" genieten geen salaris, uitgezonderd enkele van de hoogste functio narissen, die echter ook nog maar zeer ma tig betaald worden. Zij zijn verdeeld in „Veld- lotta's" en „Huislotta's"; en de voorbereiding, die zij moeten krijgen, om het tot één van die twee rangen te brengen, en ook dat werk, als zij eenmaal zoo ver zijn, wordt door de mees ten van de Lotta's naast hun gewone brood winning verricht. De „Veldlotta's" moeten eerst een opleidings cursus bezoeken, die ongeveer twee weken duurt, daarna komen vervolgcursussen, waar bij zij in verschillende richtingen opgeleid worden: de cursus voor de a.s. leidsters van veldkeukens bijvoorbeeld duurt zeven maan den. De „Huislotta's" kunnen verpleegsters diensten verrichten en volgen daarvoor eerst een voorbereidingscursus van drie weken; daarna doen zij zes maanden praktisch werk in militaire hospitalen. Gedurende den duur van de cursussen wonen de „Lotta's" samen in kazernegebouwen; de staat betaalt haar gedurende dien tijd slechts vergoeding van onkosten voor haar maaltijden en haar wasch uit. Deze soort van „disciplineering der vrouw" gaat dus wel grondig te werk, vooral als men in aanmerking neemt, dat de beweging zoo uitgebreid is. In de jaren 1930 tot 1932 bijvoor beeld werden 7000 nieuwe ..Lotta's" aange nomen en opgeleid! Naast de gewone cursus sen wordt bovendien nog aandacht besteed aan diverse andere dingen, waaronder sport en gymnastiek een groote plaats innemen. Voor het verrichten van zulk soort werkzaam heden als de Lotta's doen is het bezit van een gezond en getraind lichaam van groot be lang! Zijn de ..Lotta's" aangenomen, dan mogen zij zich ook kleeden in de eenvoudige „uni form" van de vereeniging. die bestaat uit een eenvoudig grijs japonnetje. Daarop dragen zij het blauwe speldje in den vorm van een swastika «dat natuurljjk met het Duitsche hakenkruis niets te maken heeft zooals men weet is de swastika een oeroud embleem, dat overal op de wereld voorkomt en veelal als geluksteeken beschouwd werd) met de woorden: „Lotta Svard" erop. De diepere be- teekenis van die uniform is natuurlijk dat alle .Lotta's" gelijk zijn: klasse-onderscheid, noch partijpolitiek mogen voor de „Lotta's" bestaan, laat staan in praktijk gebracht wor den. De organisatie van een dergelijke reusach tige beweging is uiteraard een moeilijk pro bleem. In Finland heeft men het land in 22 districten verdeeld, ieder met een eigen lei ding; elk district is weer verdeeld in onder af deelingen. In Helsingfors bevindt zich het hoofdkwartier; daar bevindt zich het hoofd bestuur, dat bestaat uit een presidente, die voor een jaar benoemd wordt, en acht mede bestuursters. Van de leidsters staan de mees ten in Finland in hoog aanzien, verscheiden van hen bezitten de hooge Finsche onder scheidingen van „De witte Roos". Zoo is de vereeniging „Lotta Svard" in Fin land en het schijnt dat zij een reusachtigen invloed ten goede heeft op de geheele Fin sche bevolking. Is het wonder, dat men eerst in Estland het Finsche voorbeeld volgde en dat nu de Poolsche president een verordening uitvaardigde, waarbij aan vrouwen gelegen- hed wordt geboden deel te nemen aan een hulpdienst, die uiterst veel overeenkomst met de Finsche vertoont? Men beschouwe echter de beweging niet verkeerd, en naar West-Europeesche toestan den. De tienduizenden vrouwen, die daar in Oost-Europa al haar vrijen tijd en genoegens opofferen aan haar land, verrichten daarmee een goed en groot werk misschien niet voor dat land alleen. WILLY »VAN DER TAK ALLERLEI. Hoewel de groote lijn in de mode vrijwel onveranderd bleef, zijn het geraffineerde kleinigheden, die Madame Mode bedacht, om de costuums van dit jaar te doen verschillen van die van verleden jaar. Daar zijn de hoeden. Op elke actie volgt een even sterke reactie. Probeerden we eenige maanden geleden, de bollen van onze hoeden zoo plat mogelijk te maken, thans gelden de „pannekoeken" reeds weer als niet modern en vieren de hooggebolde Tiroler hoedjes hoogtij. Een coquet veertje er achter op, verleent het geheel iets sportiefs. De mantelsluiting is, in navolging van dé japonhals, gedrapeerd. Deze sluiting maakt bont overbodig, daar de stofplooien voldoende warmte geven. De knoopen zijn langwerpig en van naturelkleurig hout. Tenslotte de rok; deze valt geheel recht eri tot ongeveer half op het been. Teneinde ech ter de noodige bewegingsvrijheid te hebben, krijgt de rok een split. De split mag nooit ver der gaan, dan ongeveer 8 centimeter onder de knie. Langer wordt smakeloos. Feestjurkjes voor onze kleine meisjes. Over een kleine maand staan de feestdagen weer voor de deur en dan heeft moeder toch graag dat de kinderen ook de allerkleinsten, een beetje aardig voor den dag komen. We ge ven hier een allerliefst modelletje voor een meisje van 2 1.2 a 3 jaar. Het wordt vervaar digd van toile de soie of crêpe de chine. We hebben daarvoor noodig een meter materiaal van 80 of 90 centimeter breedte. De garnee ring, die boven de zoom wordt aangebracht, is van organdie. De rok wordt gemaakt van een rechte lap, die de heele breedte van de stof heeft en 35 a 38 c.M. hoog is. De naad, die midden achter komt, word een eindje open gelaten van boven. De gedeelten, die onder de armen ko men, worden netjes afgebiesd; dan haalt men het geheel in op borstwijdte en niet nauwer. Daarna wordt het bovenstuk geknipt; ook hier wordt een split gelaten in de achterkant. De mouwvolants zijn rechtestrookjes die aan de zijkant, ingerimpeld, er tegen aangezet worden. Aan den onderkant worden ze afge biesd. Nu zet men het bovenstuk op de rok en zorgt er voor, dat de splitten precies aanslui ten. Ook de halsopening' wordt omzoomd eri dan begint men met de garneering'. Van organdie knipt men de verschillende bloemvormen uit. Deze legt men op het jurkje en festonneert ze er op vast met wasch- eri lichtechte zijde. De steeltjes en blaadjes wor den er op geborduurd met een steelsteek. Men moet voor dit jurkje teere kleurcombi naties kiezen. Zoo kan men het jurkje van roze crêpe de chine kiezen en de bloempjes van blauw of witte organdie; terwijl steeltjes en blaadjes van lichtgroene zijde geborduurd zijn. Een wit jurkje kan opgewerkt worden met geel, blauw, rose; terwijl een groen jurkje, allerliefst is als de bloempjes van witte organ die gekozen zijn. Het schema spreekt voor zichzelf: nader aanwijzingen over het patroon behoeven w# dus niet meer te geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 16