Haarlem's Dagblad | 1934 | 14 december 1934 | pagina 10

VRIJDAG 14 DECEMBER 1934

HAARLEM'S DAGBLAD

6

Caesar of Christus.

Wat moet de R.-K. Staatspartij
■n dezen tijd doen?

Getuigenis-bijeenkomst „Kerk en Vrede".

De Vereeniging „Kerk en Vrede" hield Don
derdagavond in het gebouw van den Protes
tantenbond een getuigenisbijeenkomst onder
de leuze: „Caesar of Christus". De belangstel
ling hiervoor was zeer groot. Er was geen
plaats onbezet.

De voorzitter, Ds. J. M. Leendertz sprak
een kon openingswoord. Ook van kerkelijke
zijde is het dringend noodig om voor den vrede
en tegen den oorlog te getuigen, zei hij, want
dit onderwerp houdt duizenden en duizenden
bezig.

De heer Pedde Sch-urer sprak over
het onderwerp: „Evangelie en Staat". De beste
Christen is de beste burger, wordt wel eens
gezegd. Van deze gedachte wilde spreker uit
gaan. al vond hij het in dezen tijd niet ge
makkelijk om deze formule uit te spreken. Het
conflict „Christendom en Staat" spitst zich
hoe langer hoe meer toe. Dit conflict dwingt
ons tot meer bezinning. Men wil het evangelie
dienstbaar maken aan den Staat. Als het
evangelie voor ons een levende werkelijkheid
is. dan beteekent dat, dat het alles opeischt.
„God lief hebben boven alles" beteekent meer
dan dat wij wel eens zeggen, dat we zooveel
van God houden. In het leven moeien harmo
nie en evenwicht heerschen. God is het mid
delpunt van ons leven. De moderne Staat wil.
dat de Staat voor allen zal zijn het éene en
eenlge. De Staat wil slechts Staatsburgers
kennen. Is het evangelie Staatsgevaarlijk of
Staaisontbindend? Is het niet, integendeel, de
bron van ons leven? Mogen wij, Christenen,
wanneer het gaat om de onafhankelijkheid
van onzen Staat, elkander vermoorden en
vergiftigen? Er zijn er, die deze vraag volmon
dig met „ja" beantwoorden. Maar spreker kan
niet aannemen, dat dit uit den grond van
hun hart komt. Wij moeten den naaste lief
hebben als ons zelf. God behoort te staan m
het middelpunt van ons leven. Hij mag met
onttroond woorden. De leuze: „God lief heb
ben boven alles" moeten wij uitdragen. Er is
maar één uitweg en dat is Christus, Een an
dere weg loopt dood. „Oorlog is een Gods
oordeel" wordt wel eens beweerd. Dat is in
derdaad zoo, wanneer men den Staat en niet
God als middelpunt kiest. De eenige redding
van ons leven is, als men de waarheid van
het evangelie met woord en daad uitdraagt.
Het is God, Die de wereld draagt. Hij als hoog
ste Wetgever moet het middelpunt van het
gansche volkerenleven zijn. In Christus is het
heil; Hij is de redder der wereld. Dit moet ge
zegd worden tegen hen, die den Staat boven
alles stellen. Wij hebben niets anders te doen
dan God te gehoorzamen en niet den Staat,
als die iets zondigs van ons zou vragen. Dat is
in het belang van den Staat; dat is niet
Staatsgevaarlijk en Staatsontbindend.

De heer Hilb randt Boschma
hield een rede over het onderwerp: „Evangelie
en oorlog". Hij deelde mede, dat hij dit on
derwerp alleen en uitsluitend zou bekijken
uit het oogpunt van zijn vak van evangelist.
De allereenvoudigste begrippen van het Chris
tendom hebben velen vergeten of in ieder ge
val op zij gezet en het aldus van zijn draag
kracht beroofd. Straks' 'vieren we het Kerst
feest en zingen den engelenzang. Stel u eens
voor, dat midden in dit lied alle lichten uit
gingen, sirenes gingen loeien en dat door alle
straten de kreet weerklonk: „oorlog! oorlog!
oorlog!" Welk een ontzettende tegenstelling
zou dat zijn. Oorlog omvat alles wat misdadig
en slecht is. Hoe is het mogelijk, dat er Chris
tenen zijn, die over deze dingen wel hebben
nagedacht, maar ze toch trachten goed te pra
ten. Oorlog kan nimmer vereenigd worden met
de allereerste beginselen van het evangelie.
Het is de zonde van deze wereld, dat men de
zaak van het Koninkrijk Gods opoffert aan
allerlei belangen. Spreker is het eens met
een woord van Dr. De Hartogh, dat veel in
druk op hem gemaakt heeft: „Christendom is
heldendom". Ja, liefde is heldendom. Zou dan
het Christendom geen heldendom zijn? Het
Christendom is de godsdienst der liefde. De
weg van het Kruis is de eenige weg tot ver
lossing. Alle andere wegen, die men ons op wil
drijven, zijn dwalingen. Zelfs geen diplomaten,
Volkenbond of stembiljet kan redding
brengen. Dat kan alleen de weg die door het
evangelie gewezen wordt.

Als derde spreker trad op Ds. J. J. Buskes
Jr. over het onderwerp: „Christus de Heer".
Het nationalisme is het allesbeheerschende op
het oogenblik in de wereld. Wie den oorlog
bestrijdt, wordt ingedeeld bij de anti-nationa-
len. Hij telt niet meer mee. Hij is uit den tijd.
Vrienden van „Kerk en Vrede", laat het toch
diep tot u doordringen: Ge zijt uit den tijd!
In deze dagen van het naderend Kerstfeest
willen wij ons bemoedigen en sterken met de
kracht der eeuwigheid. Eeuwig gaat vóór het
oogenblik. De geweldenaren zijn slechts de
pionnen op het schaakbord der wereldge
schiedenis. Naar den maatstaf der eeuwigheid
staan wij juist midden in den tijd. Wij moeten
niet versagen en den moed niet verliezen, ook
al zegt Mussolini: „Oorlog maakt den man,
zooals het moederschap de vrouw!" Als „Kerk
en Vrede" iets wil beteekenen, dan moet er
een beweging onder het kruis komen. Evange
lie en oorlog vormen een onverzoenlijke tegen
stelling. Spreker wekte allen op, lid van „Kerk
en Vrede" te worden, maar dan moet men ook
bereid zijn het kruis op te nemen en Christus
te volgen. Wij kunnen alleen wat in de wereld
zijn, als we trouw aan Christus blijven. Wan
neer wij het moeten hebben van de goden van
dezen tijd, dan komt er niets van terecht.
Wanneer we het echter moeten hebben van
den al machtigen God, dan komt alles terecht.
Het is nu de tijd om te gelooven,_te leven en
te strijden. Wij moeten worden één leger des
heils, anders kan Christus ons niet gebruiken.
Christus roept u op tot den strijd; hij wil u
verlossen en zalig maken. Hij roept op tot
strijd tegen haat en nijd; tegen militairisme en
oorlogsgeest".

Ds. Buskes sloot de bijeenkomst met gebed.

R.-K. Kiesvereeniging vergadert over den
toestand.

PAGEUJKSCH WEERBERICHT

[Adv. Ingez. Med.)

In gebouw St, Bavo hield de R.K. Kiesver-
eeniging Donderdagavond een vergadering
waar de heer A. C. de Bruin sprak, de voor
zitter van het R.K. Werklieden Verbond en
lid van het dagelijksch bestuur der R.K,
Staatspartij.

De voorzitter Dr. Th. Th. Koot leidde den
spreker in en schetste de bemoeiingen der
partij ter verbetering van den toestand der
werkloozen. Van de acht wenschen die Prof.
Aalberse heeft geformuleerd zijn er, zooals be
kend is, zes vervuld. Het gaat er nu nog om
den scherpsten nood der werkloozen te lenigen.
Een reeks factoren hebben ons land voor groo-
te problemen gesteld en een ervan is: moet de
gulden aangepast worden aan de gedeva
lueerde andere geldswaarden? Er is veel voor,
doch ook tegen. Toch is er volgens spr. licht
in de duisternis. De oplossing kan alleen inter
nationaal komen en men krijgt 't gevoel dat
men in Genève nu ook aan andere dingen wil
denken dan aan bewapening. Een betere toe
komst krijgt men in Nederland niet door ver
andering van systeem zooals nieuwe partijen
op inhumane wijze beloven.

De heer de Bruin ging in 't kort de geschie
denis van de R.K. Staatspartij na, hoe zij
tijdens het opkomend liberalisme met zijn
verkeerde sociaal-economische theorieën wist
stand te houden. Kapitalisme en geldzucht
heeft zij in het belang van 't volk steeds be
streden. Dit alles volgens haar grondwet:
Quaaragesimo Anno. Helaas hebben de ver
schillen in opvatting over economische pro
blemen geleid tot afbrokkeling en vorming
van partijen, wier voornaamste doel de be
strijding der Staatspartij is. Een grooter pro
bleem is natuurlijk: de moeilijke tijdsomstan
digheden, welk probleem de partij uiteraard
nooit alleen zal kunnen oplossen. Daarom
dwingen zij, die ondanks groote nooden hun
geloof behouden, het allergrootste respect af.
Want niets is gemakkelijker dan om in dezen
tijd achter mooie leuzen en phrasen aan te
loopen.

„Meenen de Katholiek georganiseerden dat
er wijziging in de afvaardiging moet komen,
heeft men niet alleen het recht daartoe,
maar ook de plicht. Doch tusschen twee ver
kiezingen in, moet men de aandacht op an
dere, concretere zaken concentreeren", aldus
de heer De Bruin.

De politiek is niet het uitsluitende eigendom
der politici, en het is plicht der partij als zij
zich noodgedwongen bij een maatregel neer
legt daarvan een verklaring af te leggen aan
't volk.

Spr. behandelde de positie der partij in ver
band met den moeilijken nationalen en inter
nationalen economischen toestand. Nederland
is tegen zijn zin in den economischen oorlog
betrokken, en kan zich op straffe van alge-
heelen ondergang,niet eraan onttrekken. Noch
de regeering en zeker niet de Staatspartij kan
men voor den toestand verantwoordelijk
stellen.

De adressen aan de regeer.ing van het R.K.
Werkliedenverbond en door de partij gesteund
wilden geen uiteenzetting geven van den toe
stand.

Beide staan op het standpunt dat ordening,
,b.v door publiek rechtelijke bedrijfsorgani
satie tot stand gebracht moet worden. Vrije
prijsvorming kan geen redding brengen.

Spr. noemde de steunverlaging misdadig,
daar het levensonderhoud niet evenredig is
gedaald. Het minimum levensonderhoud wordt
door velen niet meer bereikt: er heerscht ge
brek en ondervoeding, dus ziekte, zijn het
gevolg. Parlementair is de uitdrukking niet,
maar deze toestand is misdadig!

Er zijn verschillende wegen ter leniging. Het
gaat er niet om den steun te verhoogen, in
dien op andere wijze den arbeider een „be
hoorlijk" bestaan kon worden verzekerd. Huur-
verlaging, lagere prijzen der levensmiddelen
e.a. zijn ook middelen en eventueel ook een
kleine verhooging der inkomstenbelasting.
Noem het „verplichte liefdadigheid" en zou
iemand idividueel gevraagd, weigeren
een honderdste procent van zijn inkomen te
geven?

„Ik wacht de economische bezwaren af als
er wel om verhooging voor de defensie-uitga
ven wordt gevraagd!" zei de heer De Bruin
(applaus).

„Zie maar naar 't Zuiden!" interrumpeer
de iemand uit de zaal.

Ook kwam aan de orde een eventueele val
van de regeering naar aanleiding van de mee-
ningsverschillen tusschen Prof. Aalberse en
Dr. Colijn en Mr. Oud. over de steunrege
lingen.

Toen de heer De Bruin wilde spreken over
voor en tegen van een val van 't kabinet
riepen vele aanwezigen (niet-leden der Staats
partij): „natuurlijk, het kabinet moet weg!"

Spr. achtte samenwerking met de S. D. A. P.
niet buitengesloten. Wellicht is deze noodzaak
eerder aanwezig dan men wel zou verwachten.
Een ander kabinet (de heer De Bruin noemde
de combinatie ZimmermanVan Doornik) is
wel denkbaar, maar 't is de vraag of de arbei
ders daarmee wel gediend zouden zijn!

Voor dat de spreker vragen zou beantwoor
den zei hij nogmaals dat het voor de Katho
lieke arbeiders van 't grootste belang was, dat
de R.K. Staatspartij in eenheid sterk kan
staan.

De vergadering werd door vele raadsleden
der Katholieke fractie, den wethouder den
heer W. J. B. van Liemt en het Statenlid, den
heer Hooy, bijgewoond.

ARROND. RECHTBANK.

Boot gestolen.

Een inwoners van IJmuiden stond voor de
rechtbank te Haarlem terecht wegens dief
stal van een sloep.

Het bleek een sloep te zijn van de Zaan-
stroom, die gebruikt werd door lossers van
de Tubantia om mee naar den wal te roeien,
Op zekeren avond was de boot daar gemeerd,
den volgenden morgen was ze verdwenen. La
ter werd ze teruggevonden tusschen twee
opgelegde schepen, frisch opgeschilderd

Verd. ontkende. Hij beweerde, dat de boot
was komen aandrijven en dat hij de sloep
wilde teruggeven als hij bewaar- en verfloon
ervoor ontvangen had.

De Officier eischte 9 maanden gevangenis
straf met aftrek, wegens diefstal. Verd. is al
eerder veroordeeld.

Mr. H. O. Drilsma trad als verdediger op.
PI. betoogde, dat niemand gezien heeft, dat
verd. de boot weghaalde. Het kan best zijn,
dat jongens voor de aardigheid dien nacht de
boot gebruikt hebben. Het opzet tot weder
rechtelijke toe-eigening achtte pl. niet be
wezen en hij vroeg vrijspraak.

Uitspraak over 14 dagen

GROENTENMARKT HAARLEM.

Haarlem, 12 December 1934.

Knakpeen 36 cent per K.G.

Lof 916 cent per K.G.

Spruiten f 1f 1.50 per zak.

Sla 2565 cent. per kist.

Boerekool 13—30 cent per kist.

Gele kool 3545 cent per. kis'.

Groene kool 20—35 cent per k
Andijvie 20—60 cent per kist.

Spinazie 35—70 cent per kist.

Bloemkool 3—8 cent per stuk.

Roode kool 2—6 cent per stuk
Knolselderie 35 cent per str
Wortelen 8—12 cent per bos.

Prei 4—13 cent per bos
s '-'erij 212 cent per bos.

Peterselie 2—5 cent per bos.

HAARLEMSCHE WERKINRICHTING.

Zaterdag en Zondag is in de étalage van het
gebouw der Haarl. Werkinrichting (voormalige
school aan de Botermarkt) een kleed te be
zichtigen, dat door de meisjes dezer inrichting
vervaardigd is.

JUBILEUM.

Zaterdag 15 Dec. '34 zal het 12 12 jaar ge
leden zijn, dat mej. A. Rog in dienst kwam bij
de Haarl. Coöp. Dinervereeniging. Het zal haar
zeker niet aan belangstelling' ontbreken.

MOTORDIENST

De reserve 2e luitenants R. W. van Ammers
en O. Ansing van de Schoolcompagnie van den
Motordienst zijn benoemd tot reserve le lui
tenant bij het kor os.

De 2e luitenant C. O. Weekhout van het 4e
sgiment Infanterie te Leiden, zal bij de i
Tcnoolcompagnie van den Motordienst wor- j eind on weggereden is. Verd. ontkende dat
den gedetacheerd ter voorziening in een tij- stelligste met de woorden

Rijwieldiefstal.

Een IJmuidenaar, die reeds zeer vele malen
veroordeeld is, had zich Donderdagmiddag te
verantwoorden voor diefstal van een rijwiel
met een electrische lantaarn. Enkele getuigen
verklaarden, dat verd. bij hen gekomen was
en hun een rijwielplaatje[ een lantaarn en een
fiets had aangeboden.

Verdachte beweerde, dat de getuigen „per
tinent stonden te fantaseeren", waarmee hij
de zaak in de oogen van de rechters niet
beters maakte. Hij wist er niets van. naar hij
met nadruk verzekerde.

De Officier achtte den diefstal bewezen en
vorderde een gevangenisstraf van 1 jaar.
Uitspraak over 14 dagen.

„Zware jongens".

In den nacht van 20 op 21 October heeft
een drietal Amsterdammers een zwerftocht
ondernomen door de Leidsche Buurt. Ze had
den het een en ander gedronken en afgespro
ken om naar Haarlem te gaan om te zien of
ze daar „nog iets op den kop konden tikken".

Het drietal stal een lantaarn, rijwielplaatjes
en een motorrijwiel en bereikte even later
Aerdenhout. Hier zijn de mannen in een tuin
aangehouden, in het bezit van inbrekerswerk-
tuigen. Ze hebben, daar geen tijd gehad in te
breken, zoodat ze vrijgelaten moesten worden.
Later heeft de Hkarlemsche, politie het drie
tal in' Haarlem aangehouden en toen hééft
een hunner aan de recherche verklaringen
afgelegd omtrent den moord in de IJpolder,
waarbij een ander van het drietal (C. S.) be
trokken zou zijn.

De Officier vorderde tegen den eersten ver
dachte die bekende 2 rijwielplaatjes gestolen
te hebben, een gevangenisstraf van 5 maan
den met aftrek. Verd. is reeds 5 maal eerder
veroordeeld wegen heling, diefstal en weer
spannigheid. Een vervolging wegens rijwiel
diefstal wacht hem nog.

Mr. H. O. Drilsma wees er op, dat verd. de
laatste acht jaar zich goed gedragen heeft.
De raadsman, die den indruk heeft gekregen
dat verd. niet de leiding gehad heeft, bepleitte
een gecombineerde straf.

De tweede verdachte wist eigenlijk van
niets. Hij had het een en ander gedronken
en toen S. voorstelde naar Haarlem te gaan,
heeft hij zich aangesloten bij de beide ande
ren, Hij was in slaap gevallen op 't Huygens-
plein en had na wakker gemaakt te zijn een
electrische lamp gekregen, die hij in den zak
stak.

Pres.: „Toen S. daar 's nachts bezig was
met een motorrijwiel, begreep U toen niet,
dat die goederen gestolen waren?"

Verd.: „Neen".

Pres.: „Toen S. achter het huis verdween
en even later met een motor terugkwam,
dacht u dan, dat hij dien motor daar ge
stald had?"

Verd.: „Ik wist nergens meer van. Ik was al
van half drie af op stap en had 30 a 40 glazen
bier op!"

èDe Officier achtte de heling die toege
geven werd, bewezen. Er loopt nog een voor
waardelijke straf van straf van 2 maanden
die nu wel zal worden ten uitvoer gelegd.
De Officier vroeg een gevangenisstraf van
maanden.

Verd. beweerde, dat hij, toen hij zich weer
wat bewust werd van alles, onmiddellijk de
lantaarn en de andere dingen af wilde
geven.

Mr. L, Ali Cohen betoogde dat zijn cliënt
volkomen dronken was. Uit winstbejag heeft
verd. niet geheeld, en pl. drong aan op vrij
spraak.

Verd. legde nogmaals den nadruk op zijn
dronkenschap.

Pres.: „Toen U betrapt werd, kon U anders
nog met een sierlijke sprong over een hooge
heg springen!"

De derde verdachte was de 33-jarige C. S.
die terecht stond wegens diefstal van een
lantaarn, een dynamo, een rijwielbelasting-
plaatje en een motorrijwiel.

Een agent van politie uit Bloemendaal
heeft in bewustën nacht de drie mannen be
speurd en ontdekt. Op de plaats waar S., die
eerst gevlucht was, dien zelfden nacht nog
werd aangehouden lag een étui met 4 rijwiel-
belastingplaatjes.

Verd. protesteerde tegen de verklaring van
den medeverdachte als zou in Amsterdam af
gesproken zijn in Haarlem iets op den kop te
tikken. Voorts wist hij niets van een motor
af.

Pres.: „Uw geheugen gaat achteruit, want
vo-v- den rechter-commissaris wist u dat nog
wel".

Verd.: „Ik vatte toen de verklaringen van
die anderen in de stukken als een lolletje op.
Maar ik weet niks van een motor af!"

De medeverdachten verklaarden dat S. wel
deaeliik den motor gestolen heeft en er

dat ze het mijn schuld achten, dat ze in de
lik zitten! Ik ben niet bij die diefstallen ge
weest!"

De Officier vorderde voor de diefstallen
gevangenisstraf van 1 jaar met aftrek van de
preventieve hechtenis. Verdachte is de leider
geweest bij deze diefstallen. Hij staat zeer
ongunstig bekend en is reeds 8 maal eerder
veroordeeld.

Verdachte merkte tenslotte op dat hij ge
slapen had op het gras en van de diefstallen
daarom niets weten kon.

Uitspraak in deze zaken over 14 dagen.

Autobusdienst zonder vergunning.

Een autobusondernemer uit Leeuwarden
stond voor de Haarlemsche rechtbank Don
derdagmorgen terecht. Hij was in hooger be
roep gekomen van een vonnis van den kan
tonrechter, waarin hij tot f 15 boete subs. 10
dagen was veroordeeld, omdat hij een auto
busdienst had onderhouden van Leeuwarden
naar Alkmaar, Beverwijk, Haarlem enz. Een
politieman.heeft de bus dikwijls bij de pont in
Velsen gezien, gaande naar Haarlem of naar
Alkmaar.

De chauffeur, die gereden had, verklaarde,
dat er veel animo was voor die reizen omdat
het vacantietijd -was. Hij zou onderweg pas
sagiers opgenomen hebben als deze van te vo
ren aan de zaak in Leeuwarden of aan het!
agentschap opneming verzocht hadden. El- is
maar één prijs, nl. LeeuwardenAmsterdam
en terug. Wie onderweg uit wil stappen, heeft
toch het volle bedrag betaald.

Een reiziger 'getuigde, dat hij vóór hij den
tocht met die bus maakte aan het kantoor in
Leeuwarden verzocht heeft in te mogen stap
pen bij de pont. Aan een dame, die op Wierin-
gen gevraagd heeft mee te mogen rijden, is
dit verzoek geweigerd, zooals de passagier zelf
gehoord heeft.

Pres.: „U had geen vergunning om een
autobusdienst te onderhouden

Verd.: „Neen. Het was me geweigerd."

De officier vroeg bevestiging van het door
den kantonrechter gewezen vonnis.

Verd. vroeg aan de rechtbank hoe hij wel
moet rijden als deze wijze van rijden straf
baar is. De president gaf den raad diensten
als deze, als ze strafbaar geoordeeld worden,
te staken.

Mi-. J. Th. H. Buiel trad als verdediger op.
Uitspraak over 14 dagen.

Weggebruikers, opgepast!

Het nieuwe jaar brengt nieuwe
voorschriften.

Tijdige voorbereiding is noodzakelijk!

TOEZICHT OP HET LAGER ONDERWIJS

De commissie van toezicht op het lager on
derwijs te Haarlem houdt een vergadering op
Woensdag 19 December 1934 des avonds 8.30
uur ten Stadhuize.

De agenda luidt; 1 Notulen, 2 Ingekomen
stukken. 3, Schoolbezoek. 4. Opmerkingen voor
verslag. 5. Aanbeveling vacaturen. 6. Rond
vraag.

Aan de beurt van aftreden zijn mej. D.
Ickelsheimer en de heeren G. van Waard, J.
P. H. Castricum. N. Meijer en Mr. A. Beets,
terwijl bovendien moet worden voorzien in de
vacaturen ontstaan door het bedanken van de
heeren G. Max en A. Meilink.

T eraardebestelling
F. A. Smit Kleine.

Zooals wij gisteren reeds berichtten is Don
derdagmiddag onder groote belangstelling op
de algemeene begraafplaats te Bloemendaal
ter aarde besteld het stoffelijk overschot van
wijlen den heer F. A. Smit Kleine, vroeger
kringleider der N.S.B. te Haarlem. Onder de
aanwezigen waren behalve honderden partij-
jenooten, vele kennissen en ambtenaren van
iet P.E.N en P.W.N. Zooals men weet is de
overledene langen tijd directeur geweest van
het electriciteitsbedrijf, eer het door de pro
vincie werd overgenomen.

Nadat de echtgenoote van den ontslapene,
die onder diepe stilte den fascistischen groet
bracht, die door vele aanwezigen insgelijk werd
beantwoord, de aula had betreden, gevolgd
door overige familie en belangstellenden, nam
de heer N. V. Koning het woord, de oud
directeur der Stoomvaart Mij. Nederland, die
op verzoek van mevrouw Smit Kleine als
vriend den overledene herdacht. Hij schetste
hem als een stoer werker, een gaaf mensch,
een trouw en oprecht vriend, die een duide-
lijken aanleg toonde voor de navigatie. Geen
wonder dus dat hij een succesrijke carrière
maakte als zeeofficier. Hij was een man die
men moest bewonderen en wiens vriendschap
bleef, ondanks verschillen van meening.

Zijn organisatorische aanleg vond in het be
roep van zeeofficier echter geen bevrediging.
Hij studeerde in de electro-techniek en werd
spoedig directeur van het electriciteitsbedrijf,
waarvoor hij ontzaggelijk veel heeft gedaan,
zooals trouwens voor elk werk, waaraan hij
zich gaf. „Helaas mocht het bedrijf geen par
ticulier bedrijf blijven," zei de heer Koning.
Natuurlijk ging de heer Smit Kleine over naar
het provinciaal bedrijf, maar de werkkring werd
anders, er kwamen veel veranderingen en de
heer Smit Kleine verliet het bedrijf, dat hij
had groot gemaakt.

Een veelzijdig man als de overledene was.
kende zijn rechten en plichten als staats
burger en ofschoon hij een individualist was
en liberaal denkend, kon hij zich toch nooit
bij een partij aansluiten, daar volgens de mee
ning van den heer Smit Kleine, alle partijen
slechts het partijbelang dienden. Toen echter
de N.S.B. kwam, was het voor hem dè aanlei
ding zich aan te sluiten en zich aan dezen
nieuwen werkkring te wijden. Echter vermin
derde in den laatsten tijd zijn physieke kracht
en groeide de beweging hem te snel. Toch
heeft hij voor de N.S.B. alles gedaan wat hij
kon doen, en de partijgenooten weten wat dat
wil zeggen.

Ir. A. A. Mussert spreekt.

Eveneens op verzoek van mevrouw Smit
Kleine sprak Ir. A. A. Mussert. Hij zei dat hel
hem moeilijk viel in deze omstandigheden iets
te zeggen en begon met den heer Smit Kleine
te herdenken, zooals hij hem heeft leeren
kennen, nu ruim twee jaar geleden op de eer
ste vergadering in Haarlem, toen de N.S.B.
hier slechts vijf leden bezat. „Ik heb hem toen
gevraagd of hij hier de leiding op zich wilde
nemen," zei de algemeene leider der N.S.B.
„en ik geloof dat ik nooit een betere daad
voor de N.S.B. heb kunnen doen!" Hij was een
goed leider en de nog zwaardere taak die hij
op zich heeft genomen, die van gewestelijk
commissaris van Zuid-Holland en een deel van
Noord-Holland, heeft het wel bewezen.

Hij was een hoogstaand en nobel mensch.
die overtuigd was van de goede zaak die hij
diende en daarom eenvoudig antwoordde op de
vraag hoe het ging: „Het moet goed gaan, het
kan immers niet anders!"

In zestig kringhuizen hangt nu de vlag
halfstok", zei de heer Mussert ten slotte.
„Straks zullen wij weer verder marcheeren. in
zijn geest die naar een betere toekomst leidt.
De heer Smit Kleine is ons voorgegaan, hij
was slechts bang den grooten dag van de
N.S.B. niet meer te zullen beleven. Het heeft
niet m^gen zijn."

-i-ri tyevd te k'<- naar de groeve gedr
erv/ijl de schuin N.S.B.-ers in diepe stike

Als de laatste slag van 4waalf in dit jaar
verstomd is, zullen er weer énkele nieuwe
voorschriften voor de weggebruikers in wer
king zijn getreden. Zooals men weet zijn de
meeste dezer bepalingen reeds in den afge-
loopen zomer gepubliceerd, doch ons is geble
ken, aldus schrijft de A. N. W. B„ Toeristen
bond voor Nederland, dat er nog maar al te
veel mensehen zijn, die de sindsdien verstre
ken maanden hebben laten verloopen zonder
de noodige voorbereidingen te treffen. En om
dat de nieuwe voorschriften al zoolang bekend
zijn, zou het best kunnen gebeuren, dat hiel
en daar de politie het nieuwe jaar begint met
een strenge controle. Men kan er nil nog in
voorzien en dus met zekerheid een anders on
vermijdelijk proces-verbaal voorkomen!

Allereerst laten wij hier volgen de eischen,
waaraan auto's en motorfietsen moeten vol
doen. Tusschen haakjes is bij de op 1 Januari
1935 in werking tredende voorschriften het
woord „Nieuw" vermeld.

A. Het roode achterlicht.

van motorrijtuigen op meer dan twee wie
len mag niet hooger dan 25 meter boven
het wegdek geplaatst zijn (nieuw) en niet ver
der dan 50 c.m. verwijderd zijn van het meest
naar links uitstekende deel van het voertuig
(nieuw).

B. Het stoplicht

1. Dit moet automatisch werken op de voet-
rem.

2. En mag niet verder dan 30 c.m. van het
roode achterlicht verwijderd zijn (nieuw).

3. Het licht moet oranjekleurig zijn, waarbij
men er wél op moet letten, dat het stopsein
ook overdag duidelijk zichtbaar is.

N.B. Het goed zichtbaar op- en neer-bewe
gen ter linkerzijde buiten het motorrijtuig
van een arm of stok, enz. als stopteeken blijft
geoorloofd evenals het gebruik van een ge
combineerde stop/achterlamp.

C. De richtingaanwijzers

1. Alleen geoorloofd z:Jn de modellen met
seinarmen (trommelvormige richtingaanwij
zers of flikkerlichten zijn dus verboden).

2. De richtingaanwijzer mag niet hooger uit
gestoken worden dan ter schouderhoogte van
den bestuurder (nieuw), de seinarm moet di
rect uitgestoken en teruggebracht kunnen
worden (nieuw).

3. De seinarm moet rood of oranje van kleur
i en bij verlichting over het grootste deel

yaer lengte rood of oranjekleurig licht ge
ven (nieuw). Deze verlichting is niet ver
plicht, doch wel héél wenschelijk!

4. Buiten gebruik zijnde mag geen enkel
deel van den richtingaanwijzer meer dan 5
c.m. buiten de auto uitsteken (nieuw).

5. De grootste breedte van den seinarm (die
langwerpig moet zijn) mag niet grooter zijn
dan het één/derde deel van de lengte, (nieuw).

Verdere regels om aan te denken.

Het zal bovendien geen kwaad kunnen, aldus
de A. N. W. B„ om de overige nieuwe verkeers-
voorschriften, welke enkele maanden geleden
in werking zijn getreden nog eens te recapitu-
leeren: schier dagelijks zien we de menschen
langs den weg deze nieuwe .regels overtreden.

1. Overbodige geluidsseinen zijn strafbaar.

2. Bij elke verandering van richting moet
men tijdig zijn voornemen daartoe kenbaar
maken (door het uitsteken van arm of rich
tingaanwijzer). Dit voorschrift geldt óók voor
wielrijders, zelfs als er verder geen verkeer is
of als men een bocht naar rechts maakt.

Bij een onvermijdelijke verandering van
richting, d.w.z. in bochten Van den weg zelf,
geldt de zoo juist genoemde verplichting even
wel niet.

3. Stilstaande auto's moeten in donker we
der verlicht zijn (Men weet, dat talrijke ge
meenten in ons land ontheffing van dit voor
schrift hebben verleend, sommige onder voor
behoud, dat de geparkeerde auto door een
lantaarn of andere lichtbron verlicht is. In
een vreemde gemeente zijnde, vrage men in
lichtingen aan de politie oflate men de
lichten (veiligheidshalve!) maar branden.

Zooals onze lezers weten behoort Haarlem
tot de gemeenten, die vrijstelling" van den ver-
lichtingspliclit hebben verleend op de volgende
voorwaarden

le dat de auto staat op een gedeelte van
een weg binnen de bebouwde kommen der ge
meente, dat gelegen is binnen een straal van
15 M. van een lichtgevende lantaarn dei-
openbare straatverlichting en 2e: dat de auto
staat op de voor het parkeeren met motorrij
tuigen aangewezen weggedeelten van de
Groote Markt (midden-vluchtheuvel)de
Ged. Oude Gracht: de Nassaulaan (midden
trottoir); het Wilsonsplein en de Oranje
kade),.

4. De autodeuren moeten voorzichtig wor
den geopend. Dit openen is verboden als de
veiligheid van het verkeer in gevaar gebracht
wordt of de vrijheid belemmerd.

5. Ook motorfietsen moeten voorzien zijn van
een achteruitkijkspiegel.

6. De bestuurder moet steeds voldoende zij
uitzicht hebben (let dus op de zijzeiltjes van
open auto's!, paardenkarren, enz.)

7. Bakfietsen moeten van een rem voorzien
zijn. Deze driewielige rijwielen mogen niet
meer op rijwielpaden rijden of op wegen, welke
uitsluitend bereden mogen worden met mo
torrijtuigen en tweewielige fietsen. In dit ver
band is het nuttig erop te wijzen, dat de bak
fietsbestuurder dikwijls zijn leven waagt door
zonder rood achterlicht op den grooten weg
te rijden. Een reflector is in de praktijk niet
voldoende!

delijke vacature.

„Die lui kunnen zeggen, wat ze willen, om- den fascistischen groet bracht.

WETEN EN WERKEN

Het winterprogramma

Op Vrijdag 14 December opent de vereeni
ging „Weten en Werken" haar winterseizoen
met lezingen en voordrachten in het gebouw
„Zang en Vriendschap", Jansstraat. Het pro
gramma luidt:

14 Dec. 1934: G. v. d. Laan: „Het halssnoer-
schandaal".

21 Dec. 1934 J. de Meza: De wonderen van
het bijenvolk.

4 Januari 1935 H. C. Verkruysen: Parijs.

11 Januari 1935 Dr. P. I-I. Schroder (zal na
der bekend gemaakt worden).

18 Januari 1935 Dr. W. G. v. d. Sleen: Met
de K. L. M. op reis.

25 Januari 1935 A, F. J. Portielje: Menschen
in Artis. Vergelijkend p^vchologisch bekeken.

1 Febr. J. Dols: Het Japansch familie- en
gezinsleven.

8 Februari J. W. Wichers: Op welke wijze
beschermen weerlooze dieren zich tegen hun
vijanden?

15 Februari: J B. Schuil: Samuel Falkland
(ter herinnering aan Heijermaris' dood in
1924.

22 Februari Mr. G. J. Salm: Hoe meet men
tegenwoordig de afstanden der sterren.