tJL J? Blijft Fit! 1- Comfort in verkeersvliegtuigen. BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD voor ZATERDAG 15 DECEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 7 11 Anti-lawaai-campagne. In de luchtvaart is de anti-lawaaicampagne ouder dan de sedert kort aangebonden strijd tegen hinderlijke aardsc'ne geluiden. Ook moest die strijd anders zijn, men moest na melijk dit euvel in het verkeersmiddel zelf gaan bevechten. Het is dan ook begrijpelijk dat de behoefte aan middelen, om de bezwa ren op te heffen eerder werd gevoeld. Het praten in vliegmachines van oude constructie eischte steeds een abnormale stemverheffing; voor praatzieke lieden kon zulks heilzaam werken, ook kon het aanleiding geven tot misverstanden. Ik herinner mij nog een geval van den tijd dat men in een open schuitje, vóór de vleugels, door het luchtruim pleegde rond te zwalken. Een waarnemer onderging zijn luchtdoop; de vlieger wil de belangstel ling van eerstgenoemden opwekken en schreeuwt naar de aarde wijzend „een trein". Het ontbreken van eenig medegevoel in des waarnemers gelaatsuitdrukking doet den vlieger zijn overigens weinig interessante mededeeling tot driemaal toe herhalen. De gelaatsuitdrukking blijft de^lfde. „Stik" zegt tenslotte de vlieger. Verheugd zegt de waar nemer dan „Ja. ik zie het ook!" Waarmee ik dan maar wil zeggen, dat een anti-lawaai campagne reeds jaren op haar plaats zou zijn geweest. De hooge eischen, welke het luchtverkeer ten dienste van de passagiers is gaan stellen, brachten vanzelf de gedachten aan het werk; het hinderlijke geraas moest worden vermin derd. Eerst in de laatste jaren is men er echter in geslaagd afdoende middelen uit te denken en dit goede resultaat is het gevolg van we tenschappelijk onderzoek. Die eer komt den Amerikanen toe; zij hebben het ingewikkel de probleem langs den weg van wetenschap pelijke analyse aangepakt en met resultaat. De bronnen. Bij het methodisch onderzoek, gevolgd door Mr. Stephan J. Land, werden naar aanleiding van een grondige studie van den geluidsleer, de bronnen van het lawaai opgezocht, zij werden onderverdeeld naar den aard, de soort van trillingen, waaruit weer het effect op het menschelijk gehoororgaan kon worden afge leid. De onderzoeker kwam toen tot twee ca tegorieën: de eerste, zijnde trillingen van lage frequentie welke hinderlijker zijn voor ons ge hoororgaan dan de tweede groep, bestaande uit trillingen van hooge frequentie. Een twee de resultaat van het onderzoek was de we tenschap, dat een monochromatisch geluid onaangenamer aandoet dan een samengesteld geluid. Wanneer het nu onmogelijk zou blij ken een geluid van de eerste soort geheel weg te werken, dan bereikt men reeds veel wan neer men belet dat de eentonigheid blijft. Eenmaal zoover, ging men het probleem aanpakken, door na te gaan welken weg het geluid moest afleggen om het oor van de pas sagiers onaangenaam te bejegenen en zoo doende te komen tot de middelen van bestrij ding. De voornaamste lawaaibronnen zijn: de schroeven; de uitlaat van de motoren; het mechanisme der motoren; de sonore tril lingen van draden en stijlen, welke door den luchtstroom worden getroffen en tenslotte de trillingen van de wanden en het geraamte van de cabine. 2.67a cZijp - V 3Sla. Nu geven de moderne, goed geconstrueerde botoren weinig of geen lawaai door hun me- hanisme; ook hebben moderne vliegtuigen .eitelijk geen draden en stijlen; de onder zoeker Mil Land die zijn werk voornamelijk voor de Douglas-toestellen verrichtte, heeft daarom die bronnen buiten beschouwing ge laten. Ook in dit opzicht is onze Uiver dus geperfectionneerd. De schroef is als bron van lawaai, even redig met de nuttige werking, d.w.z. zij is hinderlijk voor het oor. Langs experimentee- len weg bleek een verschil tusschen houten en metalen schroeven; de eerste soort geeft trillingen van hooge frequentie en is dus min der storend; een driebladige schroef verwekt minder leven dan een tweebladige en de schroef met veranderlijke spoed is weer be ter dan een gewone propeller. Het ligt voor de hand dat een grooter aantal omwente lingen de hoeveelheid lawaai doet toenemen. Van de bron naar de cabine De uitlaat van de motoren kon voor wat het hinderlijke geluid betreft, reeds aanzien lijk worden verbeterd, door het aanbrengen van uitlaatbuizen, welke nog weer. door het aanbrengen van twee of drie gaten, minder bezwaarlijk werden gemaakt. Het geluid werd hierdoor namelijk samengesteld. Zijn de bronnen eenmaal bekend, dan dient het onderzoek zich uit te strekken over den weg. welke het geluid zal kiezen naar de ca bine. Van den motor gaat het langs de vleu gelliggers en door de lucht. Teneinde in den eersten weg een hindernis voor de voortplan ting van de trillingen en dus voor het geluid aan te brengen, werd gebruik gemaakt van rubber-schokbrekers, welke tusschen den mo- torenbouw en de vleugelconstructie werden aangebracht. Na uitgebreide proefnemingen bleek gecomprimeerde rubber het beste te yoldoen. 1 Ook de tweede weg voor het geluid van den motor werd minder gemakkelijk gemaakt. De uitlaatbuizen kregen de uitmonding in het luchtgebied van den laagsten druk; ook werd tusschen de uitlaatbuizen en de cabine het vleugellichaam als scherm gebruikt. Het is begrijpelijk dat de combinatie schroef-motor haar hinderlijke geluiden door de lucht naar de cabine stuwt. Men heeft nu de intensiteit van het geluid op verschillende afstanden van de schroef gemeten en in het horizontale vlak uitgezet. Men kreeg toen den in fig. 1 aangegeven vorm. Gez.en de beiae lijnen was de stiook AMö de aangewezen plaats voor de cabine en de hoek CMA het geschiktst voor de bagageruimte, wel ke dan tevens geluiddempend kan zijn voor de cabine. Het geiuid langs de richtingen MA en MB, zijnde van hooge resp. van lage frequentie wordt zoo aan de voorzijde en aan de achterzijde door de wanden, welke geluiddempend zijn gemaakt, opgevangen. De wanden van de cabine. Het ligt voor de hand de wanden van de cabine geluiddempend te maken, doch dit moet met licht materiaal worden uitgevoerd Met metaal, hout en glas werden geen resul taten bereikt, ook het totaal-gewicht werd te hoog. Mr. Zand koos daarom licht poreus materiaal van groote dikte 4 a 6 cM. Ook bleek' dat kleine openingen fataal werkten, daarom moesten deuren en vensters herme tisch kunnen worden gesloten. De dikte van het glas ging boven 3.5 mM. het geluid ver sterken; de dikte werd dan ook op die maat gehouden en de vensters werden door middel van rubberplaatjes in opengewerkte spon ningen bevestigd, waardoor een vrije trilling mogelijk werd; deze constructie is in onder ste teekening in fig. 2 aangegeven. De bovenste con structie-methode gaf een overbrenging van de trilling der ven sters op de cabine- wanden. Men ziet dat kleine verschil len belangrijke ge volgen kunnen heb ben. Voor het vermin deren van het ge luid in het inwendige van de cabine werd een eenvoudig hulp middel gevonden. Ei- dringt natuurlijk een hoeveelheid geluid binnen, ondanks de vele voorzorgen. Dit heldere geluid zou gaan toenemen en alle voorzorgsmaat regelen zouden te niet worden gedaan. Men moet die trillin gen dus opvangen. Ir. Zand heeft dit gedaan met op een raam gespannen lin nen, dat in trilling geraakt en de geluidstrillingen worden door een vilten schijf opgevangen. Het raam wordt geplaatst tegen den achter wand van de cabine. Resultaat. Zooals men weet wordt het lawaai uitgedrukt in decibels. In de Douglas werd de hoeveel heid geluid van 115 teruggebracht tot 62 decibels, en zulks met een gewichtsvermeer- van 91 K.G. Dit fraaie resultaat werd gedemon streerd tijdens de vluchten met de Douglas boven Nederland. In Amerika deed men zulks destijds welsprekender en het had wel licht ook nog mer bekoring. Behalve de pers vertegenwoordigers. inviteerde men twee film sterren, die op radio-jazz een nummer dansten waarmede de wetenschap in dienst van het vermaak werd gesteld. VAN DEN ABEELEN. De feestdagen staan weer voor de deur en als het u vergaat als alle andere menschen. dan zult u zich ook 'n beetje bezwaard voelen om erg veel aanu extra's uit te geven en mis schien meer dan ooit zult u behoefte hebben aan een aardig versierde Kersttafel, aan vroolijke kleuren in alle vazen en liefst nog in de hall of tusschen de suitedeuren op gehangen zoom fleurig ornament van denne- groen, kaarsen en lint. Gelukkig maar dat wij bloemen, en tuin- liefhebsters daar wel raad op weten en ons heusch die gezellige dingen niet behoeven te ontzeggen, die in deze sombere tijden dubbel welkom zijn. In de duurte zit het hem niet en met wat handigheid kunnen we heel goed zelf ons huis versieren. Laten we beginnen met eens rond te neuzen in onze voorraadkamer: de tuin. We hebben misschien zelf al met vooruitzienden blik op onze zomerwandelingen groote denne- appels opgeraapt. Die komen ons nu goed te pas. Van vorige jaren zullen we nog wel van die kunstmatige Sierpepers over hebben, wam negentig procent van wat men aan de deur koopt, is namaak. De echte vruchtjes zijn veel mooier, maal ais we ze nog in ..namaak" bezitten van vorige jaren, gebruiken we ze maar weer. En de rest zal de tuin ons moeten leveren. We zoeken don kergroen naaldhout als achtergrond en wit en rood als kleuren. Al hebben we in onze stadstuin geen den of spar, een Taxus en een Thuya helpen ons toch aan groen en daarbij prikt hun loof veel minder dan dat van de den, wat een voordeel is. En rood en wit staan warempel in den tuin aan alle kanten op ons te wachten. Wel is de Kerstroos nog niet aan bloeien toe, maar we vinden bessen te over; rood flonkert het tusschen de kale takken van de Cotoneasters. Heerlijk mate riaal voor onze Kerstversieringen! Ook ce Berberis levert in-roode bessen, al maken de stekelige takken het plukken niet gemakkelijk En dan is er de goede oude Hulst die, als alle besdragers, dit jaar bijzonder veel vruchten heeft Witte bessen levert ons het Radijshout tSneeuwbes) terwijl ook de lage Pernettya vol witte bessen zit. Dank zij het geregelde voederen van de vogels hebben we ze van onze boompjes kunnen weghouden en dat komt nu goed uit. We zetten de takken met bessen koel weg in een vaas met water, totdat we onze ver siering gaan samenstellen; anders zijn ze gerimpeld vóór we ze noodig hebben. Dat is dus onze oogst, en als we nu nog op de kerst- boomenmarkt voor een dubbeltje dennegroen hebben gehaald om onze voorraad nog wat aan te vullen, kunnen we beginnen. Met takken vol roode en witte bessen, met denne-appels, groen en kaarsen, wat rood lint en desnoods een beetje sneeuwpoeder kunnen we van alles maken: een pièce de millieu op de Kersttafel (met een dun triplex-plankje als onderbouw), de Kerstkroon van rond een hoepel gewonden groen, met bessen er tusschen. wit en roode, witte kaarsen en roode linten. Al doende leeren we en al gauw hebben we den waren slag te pakken en versieren we ons heele huis. En bij dit alles komt dan nog onze eigen bollen-kweekerij: wel zullen we de geforceer de roode tulpjes (z.g. Ducjesi uit den winkel moeten halen, maar zélf hebben we de witte Romeinsche Hyacinthjes in bloei met hun fijnen geur. en de mooie Fransche Trosnarcis- jes Paparwhite. Zoo zullen deze Kerstdagen in een zeïf- versierd huis doorgebracht worden en we heb ben het er graag voor over. dat de tuin er nu een beetje geplunderd uitziet L. S. Kikvorschen tegen muggen. Alaska heeft in de zomermaanden ontzettend veel te lij den van muggen en men schrijft dit toe aan het ontbreken van kikvorschen in deze koude streek Men neemt nu een proef om hier kik vorschen in te voeren, om zoodoende van de muggenplaag bevrijd te worden. Oefening 21. Voor we deze week met zwaar dere oefeningen begin nen, springen we ons eerst een beetje los. Een been ongedwongen hoog gekruist opgooien; terwijl dat been de hoogte in gaat, maken we op het andere been een hupje. Daarna met het andere been het- afwisselen en minstens het vooral zelfde. Dit regelmate twee minuten volhouden. Doet soepel en veerkrachtig! Oefening 22 is een uitstekende oefening voor versterking van de spieren aan de voorzijde van het lichaam. Zittend met de voeten als steun onder den rand van een kast, langzaam gaan liggen, waarbij de rug recht blijft. Daarna weer terug trekken. Voorloopig vijf maal; na een paar dagen wat vaker. Als u deze oefening met veel inspanning doet. zult u merken dat u geneigd bent de ademhaling in te houden. Dat is ver keerd en zelfs niet zonder gevaar. Hóé sterk uw aandacht ook geconcentreerd is op de oefening, tóch mag vooral een diepe en regel matige ademhaling niet vergeten worden! Oefening 23 is een prachtige lenig- en siankmakende oefe-, ning. Beenen onge veer een meter uit elkaar en het lichaam ver voor over. In deze hou ding de armen slin geren in de richting van de pijltjes op de teekening. Het lichaam moet zóó diep gebogen zijn. dat de handen tel kens dicht langs den grond strijken. Deze oefening krachtig, maar toch vooral niet stijf, twintig maal herhalen. Tenslotte een oefe- ning (Nummer 241 waarbij alle spieren in actie zijn. We gaan met de beenen ver uit elkaar staan en reiken met een hand zoover moge lijk zijwaarts. Daar na in langzaam tempo een heel grooten cirkel voor het lichaam langs in de Tucht beschrijven. Enkels, knieën, heupen, romp mogen zooveel gebogen worden als u wilt; de eenige beperking is, dat de voeten op dezelfde plaats moeten blijven staan. Deze cirkel tien maal, afwisselend met linker en rechter arm, maken. Probeert u dan ook eens eiken cirkel nog iéts grooter te maken dan den vorige. Heusch, er kunnen altijd nog wel een paar millimeters bij! Juist dat allerlaatste stukje, dat er met de grootst mogelijke moeite nog bij gemaakt kan worden, is van zoo heel veel belang. JULES KAMMEIJER Lich. Opv. M.O. Finland hef land van meren en eenvoudige menschen. Echte Finnen willen niets van Zweden weten. Het station van Helsingfors belooft een grootsche treinreis.. Het land met de duizenden meren. Daar bedoel ik Finland mee. Maar hoeveel duizenden meren dit land nu eigenlijk heeft? Ik ben er niet achter kunnen komen. Eén Fin zei; „Precies duizend". Een andere: „Ik weet het niet, maar in ieder geval héél veel". Een Hollander vertelde me: „Zesendertigdui zend". En op een Engelsche reclameplaat in Helsingfors las ik „The land of the 60.000 lakes". Of er per slot van rekening iemand is die het precies weet. durf ik niet te zeggen. Helsingfors, de hoofdstad, telt 234.000 in woners, tenminste 's winters; 's zomers trekt iedereen, voor zoover mogelijk, naar buiten. Op de kleine eilandjes buiten rond de stad liggen de zomervilla's, net zooals we dat in Zweden kennen. Maar dan wordt de stad overstroomd door touristen; Engelschen, Ame rikanen, Duitschers. Helsingfors is een prettige stad. Je kunt er tenminste gewoon met elkaar praten, hoeft niet te schreeuwen om je verstaanbaar te ma ken, om boven alle auto-getoeter uit te ko men. De auto's mogen er niet toeteren ge bruik van claxon wordt gestraft. Twee jaar geldt nu deze regel en het aantal verkeers ongevallen isachteruit gegaan. Iedereen rijdt voorzichtiger, nu de claxon niet meer waarschuwen mag. En het is een weldaad voor ooren. die al het 'geknal en getoeter b.v. in Amsterdam moeten verwerken. De maximum snelheid is in de stad 45 K.M. en zal nu ver hoogd worden en daarmee ook de straf ver zwaard bij eventueele ongelukken. Als we de Finnen over politiek spreken, doen ze zeer geheimzinnig, ik bedoel de echte Finnen, de Finschvoelenae menschen. Zij hebben een rechtsche regeering. Communisme wordt in Finland niet toegelaten. Is iemand communist, dan wordt hij over de Russische grens gezet. Toen Finland zich na 1918, met behulp van de Duitschers en Zweden, vrij maakte van de Russische heerschappij, heeft het groote gedenkgraven opgericht voor hen, die in den vrijheidsoorlog gevallen zijn. De betrekkingen met Duitschland zijn altijd zeer vriendschappelijk geweest, maar tusschen de Zweden en de Finnen is de vriendschap te genwoordig niet groot. In Finland wordt door bijna iedereen behalve Finsch, Zweedsch ge sproken, maar de Finschvoelende menschen weigeren voor het grootste deel Zweedsch te spreken, of doen het met den meesten tegen zin. Als hun naam Zweedschklinkend is, koo- pen ze zich een echte Finsche. ze weigeren Zweedsche waren te koopen. Over hun opvat tingen en streven laten ze niets los. dat is hun zaak en verder heeft niemand er iets mee te maken. De Finnen zijn eenvoudige, hartelijke men schen. De luxe. die ons in Zweden direct treft in kleeding en eten, is hun ten eenenmale vreemd. Het treinreizen is in Finlang lang niet zoo behagelijk als in Zweden, waar ook de derde klasse buitengewoon zindelijk en goed ver zorgd is. Bekijken we het station in Helsing fors, dan komen we onder den indruk van dit enorme, stijlvolle gebouw. Het vervult ons met groote verwachtingen omtrent het spoorweg wezen in Finland, maar reizen we van daar naar het Noorden, naar Tornea, het grens station naar Zweden, een reis van vier en twintig uur, dan zien we niets dan kleine on aanzienlijke houten gebouwtjes, die alleen den indruk geven van station door het groote witte bord, waarop een plaatsnaam is ver meld. Alleen het station Tornea zelf is weer grooter, een flink, roodsteenen gebouw, opge- vroolijkt door een paar potten fleurige bloe men De meeste locomotieven worden, ook op dit lange traject, met hout gestookt; de groote berkenblokken worden hoqg opgestapeld op de plaats, waar wij gewend zijn kolen te zien. In het Noorden van Finland heerscht de zelfde Godsdienst als ni Noord-Zweden en Noorwegen en onder het grootste gedeelte van de Lappen de leer van Laestadius, een op Luthersche beginselen gegrondveste leer. Lars Levi Laestadius predikte in het begin van de vorige eeuw onder de bevolking van Lap land, die in dronkenschap en zedelijk verval verkeerde. Zijn leer was buitengewoon streng en hoewel nu in de moderne tijden de opvat tingen iets gemakkelijker zijn geworden, leven de echte Christenen (zooals ze zichzelf noe men). volgens zeer strenge godsdienstige op vattingen. Elke gemeente kiest zijn eigen voor ganger, één van de bewoners van het dorp. Om Laestadiaansch dominee te zijn. behoeft men niet gestudeerd te hebben. De Laesta- diaansche godsdienstoefeningen onderschei den zich o.a. in dit opzicht van b.v. de Luther sche, dat tijdens de preek de toehoorders en de spreker door den heiligen geest getroffen worden, wat tot heftige gemoedsuitingen aan leiding geeft als huilen en luide jubelkreten. Een Oostenrijksche folklorist heeft juist weer een boek geschreven over den oorsprong van verschillende kerkelijk-folkloristische ge bruiken en hij geeft daarbij een interessante uiteenzetting over het ontstaan van den Kerst boom. Volgens hem heeft deze boom iets uit te staan met het aloude volksgeloof, dat in den winter de boomen en struiken, waar de levende sappen onzichtbaar al weer doorstroo men, iets van hun kracht aan de menschen kunnen geven. Hij haalt in dit verband ook de Palm-Paschenviering aan en de Meiboom Nemen we nu eenmaal aan, dat de mensch van oudsher levende takken in zijn huis haal de om daardoor welvaart en vruchtbaarheid over zijn akkers te krijgen, dan ligt het voor de hand dat men daar juist in de donkerste winterdagen de meeste behoefte aan had. En ook kan de Kerstboom, met kaarsen en schitterende slingers versierd, heel goed iets uit te staan hebben met een ander, christelijk, volksgeloof: dat in den Kerstnacht de vrucht- boomen bloesems dragen en de dorens rozen Zoo moet dan de glans van ons Kerstboompje een soort wonderbare Kerstnacht-bloei ver beelden. In ieder geval duikt in de oude geschrif ten de Kerstboom voor het eerst in 1494 op. Daar is het intusschen meer een Nieuwjaars boom, want de menschen plantten zoo n den netje in hun huis bij het nieuwe jaar, en dansten er om heen, dat bracht dan geluk en voorspoed. In 1600 is het in Straatsburg al gewoonte, met Kerstmis denr.eboomen in huis te hebben, versierd met papieren knipsels en behangen met appels en vergulde noter.. Lichtjes wa ren er nog niet aan, en het duurt nog bijna eeuwen eer we die vinden. Wél werden er in alle huizen in den Kerstnacht kaarsen ge brand. Maar die vinden we pas in het einde van de 18e eeuw op den Kerstboom zelf aan gebracht. Van Duitschland ging de Kerstboom eerst naar Scandinavië, aan het begin van de vorige eeuw. Frankriik maakte er in 1840 ken nis mee, en in hetzelfde iaar bracht de Prins gemaal van Koningin Victoria. Albert van Saksen-Coburg. den boom voor het eerst naar Engeland, Later werd de Kerstboom tot diep in Rusland. Schotland en Italië verbreid. Zoo zien we tenslotte, dat de Kerstboom niet zoo ingeworteld Engelsch iets is als we wel eens denken en dat we hem feitelijk meer van Duitschland hebben overgenomen. „Grootmoeder mag niet hooren dat er oorlog is! En nu weet ze nog niet wat tusschen '14 en '18 gebeurde!! Te Wellington, een kleine stad in Engeland, was kort geleden een vrouw, Harriet Byrtle genaamd, honderd jaar oud. De oude dame is waarschijnlijk de eenige in Europa, die van de verschrikkingen van den wereldoorlog niets heeft geweten. Ofschoon zij in 1914 geestelijk volkomen normaal was. had zij van de opge wonden Augustusdagen niets gemerkt, daar haar familieleden vreesden, dat een dergelij ke opwinding voor de gezondheid van de toen tachtigjarige hoogst nadcelig kon zijn. Vier jaar lang wist men te voorkomen, dat zij kranten in handen kreeg en iedereen, die haar bezocht, werd ingelicht niet met haar over den oorlog te spreken. De eenige vrees, welke men voortdurend koesterde was, dat de oude vrouw door het geronk der vliegmachines, die voortdurend boven Engeland kruisten, eenig vermoeden zou krijgen. Doch sij leefde zonder eenigen argwaan voort; alleen verwonderde zij zich er na en dan slechts over, dat zoovele jongelieden van haar kennissen juist in die vier jaren op „de groote reis" waren gegaan. En thans weet ze nog niets van de vier ver schrikkelijke jaren en zal daarvan wel niets te weten komen, want al haar bloedverwanten kwamen behouden uit den strijd terug. Duur haarknippen. Toer. de vorst van Jodphoer, een der vele kleir.c Briischindische staatjes eens zijn haar wilde laten knippen, moest daarvoor een kapper uit Bombay komen. Natuurlijk werden reiskosten vergoe'd en de kapper mocht per dag 6 pond sterling als loon rekenen. Toen de kapper kwam, had de vorst geen tijd of geen lust zijn haren te laten be handelen Dit werd telkens uitgesteld nu eens om deze dan weer om die reden. Ten slotte moest het dan toch gebeuren; de kapper had toen juist 3 maanden gewacht. De kapper diende na afloop zijn rekening in ten bedrage van 600 pond sterling of in Hollandsch geld f 7200.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 13