LiTTIEKilM El KUIST
Vóór het plebisciet in Saarland.
Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES
6 voor 10 cent
WOENSDAG 19 DECEMBER '34
HAARLEM'S DAGBLAD
9
MUZIEK.
CONCERT DER H. O. V.
Indien onze H. O. V, een vaandel had, zou
de Zeeuwsehe wapenspreuk „Luctor et emergo"
er op geborduurd mogen staan. „Ik worstel en
houd mij boven water": karakteriseeren deze
woorden niet haar arbeid? Hebben de ontel
bare moeilijkheden der laatste jaren haar
energie kunnen knakken?
We hebben Dinsdagavond weer het antwoord
op die vragen gehoord; we hebben weer de be
wijzen van werklust, werkkracht en bekwaam
heid vermeerderd gezien. Alweer een nieuw
nummer aan het repertoire toegevoegd: een,
dat ik hier ter stede slechts één keer op een
programma, namelijk op dat van een door het
Concertgebouworkest gegeven concert had
aangetroffen!
Ik bedoel natuurlijk Berlioz! „Harold"
symphonie. Zij wordt veel minder vaak uitge
voerd zijn „fantastische symphonie", die hij
„Episode uit het leven van een kunstenaar"
betitelde. Die „kunstenaar" was hij zelf en
„Harold in Italië" is evenzeer ten deele „Ber
lioz in Italië". Een stuk autobiografie bevatten
beide werken, maar „fantastisch" zijn ze beide
ook, want er komt veel in, dat slechts in de
fantasie van den auteur heeft bestaan en dat
op zijn beurt de fantasie van den hoorder aan
den gang zet. We moeten echter aannemen
dat de eerstgenoemde, de z.g. „S. fantastique",
dit krachtiger heeft kunnen doen dan de
„Harold'-symphonie. De achterstelling i
deze laatste is daardoor te verklaren.
Omtrent de programmatische beteekenis
■heeft de door Frits Schuurman geschreven
toelichting de hoorders ingelicht. Jammer ge
noeg was hij door ongesteldheid verhinderd de
eerste uitvoering zelf te leiden maar Marinus
Adam'had zijn taak overgenomen en heeft
zich daar met eere van) gekweten. En de solo
altist Fred. Leidner, aan wien in het werk een
zoo belangrijke obligaatpartij toebedeeld is,
heeft door de vlekkelooze zuiverheid van zijn
spel en streelende bekoring van zijn toon den
dank der hoorders verdiend. En die is, verge
zeld van een paar bloemstukken, hem dan ook
van harte gebracht, en hij liet Adam en het
orkest in de hulde deelen, wat heel goed ge
zien was, want zonder hun toewijding zouden
ons niet al die schoone impressies geschon
ken zijn.
Het tweede deel van het programma werd
gewijzigd: de Vijfde van Tchaikowsky werd
door diens Serenade op. 48 vervangen en de
„Meistersinger"-Ouverture werd er aan toe
gevoegd. In de Serenade hebben we den so-
noren klank van ons strijkensemble weer eens
kunnen bewonderen. De compositie is vlot ge
schreven, maar waarom deze Suite „Serenade"
heet is niet duidelijk. Men zou zeggen, dat in
een als hulde bij fakkellicht bedoeld stuk de
Elegie, in een als nachtimpressie bedoeld het
formalistische eerste en het luidruchtige laat
ste deel zonderling aandoen. Dat laatste deel
is wel amusant maar benadert soms erg het
trivale. De geharmonieerde dalende C gr. t.
•toonladder, die er het thema van vormt is wel
het tegenbeeld van de stijgende, die we
's morgens om 8 uur wel eens door de radio
hooren. Misschien karakteriseerde de eerste, de
dalende dus, de reactie in het toenmalige
Rusland en haar ondergang
Oef, wat worden we fantastisch! Dat komt
door Berlioz!
De Meister vormde, hoewel in de détails niet
alles tot volkomenheid kwam, een imposant
slot, waarmee Adam eer inlegde.
K. DE JONG.
HET TOONEEL.
De Amsterdamsche Tooneelvereeniging
GELE KOORTS.
De Amerikaansche tooneelschrijvers toonen
grooteren eerbied voor de doktoren dan hun
Europeesche kunstbroeder Bernard Shaw. Na
„Mannen in 't Wit", dat door Sidney Kingslev
was opgedragen „aan de doktoren, die ziob
met heroisme aan het menschdom wijden",
komen thans Sydney Howard en Paul de
Kruyf met- Gele Koorts, dat den medici in nog
sterker mate een aureool van heldhaftigheid
geeft.
Een „ware geschiedenis" lezen wij in het
programma van de Amsterdamsche Tooneel
vereeniging, welke in de hoofdstad de eerste
opvoeringen van dit Amerikaansche stuk
heeft gegeven. Gedocumenteerd tooneel zou
den wij dit stuk kunnen noemen en dan too
neel, dat zeer dicht bij de film staat Want
Sydney Howard en Paul de Kruyf geven den
heroischen strijd, dien de medici meer dan 30
-jaar lang dikwijls met het offer van hun
leven tegen een der moorddadigste tropi
sche ziekten, de gele koorts, hebben gevoerd,
in een reeks van beelden, meer illustratief dan
dramatisch. Heel de bouw van dit stuk, dat
begint met een min of meer wetenschappelijk
exposé van den tegenwoordigen stand in
1933 van het gele koorts-vraagstuk, om
daarna een beeld te geven van het werk der
medici in 1927 in de gele-koortsbestrijding
onder Dr. Stoke in West-Afrika. om tenslotte
terug te gaan tot den strijd, dien de pioniers,
Dr. Walter Reed en zijn medewerkers op Cuba
in 1900 hebben gevoerd, herinnert aan de
film. Ook in de afwisseling der vele elkander
snel opvolgende tafereelen, van welke enkele
zooals die van den stoet der gele koorts-
.patienten, welke worden langs "gedragen
zuiver, „filmisch" ziin.
Zelfs close-ups, al krijgen wij de koppen in
het licht der schijnwerpers dan ook niet ver
groot worden niet versmaad. Nooit heb ik
den invloed van de film op het tooneel dan
ook sterker gevoeld dan in dit Amerikaansche
stuk.
Maar terwijl in een film ook in de „spre
kende" het woord altijd van ondergeschikt
belang blijft, komt dit op het tooneel veel
meer tot zijn recht en hieadoop maakt het too-
neelstuk van Sydney Howard en Paul de
Kruyf dan ook een sterker indruk dan bij een
film mogelijk zou zijn geweest.
In „Microbe Hunters" heeft Paul de Kruyf
indertijd hetzelfde onderwerp behandeld als
hij thans in samenwerking met Sydney Ho
ward in zijn tooneelstuk heeft gedaan. Hij
laat ons in Gele Koorts zien, wat hij vroeger
in zijn boek heeft beschreven en zoo, visueel,
zullen deze medici in hun heldhaftïgen strijd
waarschijnlijk ons nog nader komen dan wan
neer wij enkel over hen lezen. Toch valt het
niet te ontkennen, dat het stuk het meeste
indruk maakte, daar waar de personen in hun
strijd ook dramatische figuren werden. Da:
was in het gedeelte vóór de pauze, waar majoor
Walter Reed door de tegenwerking van andere
krachten van een medicus, die niet mee
kon gaan met het plan om op menschen-
levensgevaarlijke proeven te nemen den
strijd dreigde te verliezen en waar dokter
Jesse Lazaer, de fanaticus, zijn geheele per
soonlijkheid inzette voor het bereiken van zijn
doel. Daar werd de handeling werkelijk dra
matisch, zagen wij niet uitsluitend de medici,
maar verwijdde het bijzondere van den strijd
tegen de gele koorts zich tot het algemeen
menschelijke en het bleek weer opnieuw, dat
dit op het tooneel toch steeds het allermeest
boeit. Louter geschiedenis al geeft die dan
ook een voor de medische wetenschap en het
menschdom hoogst belangrijke periode is
daarvoor alleen niet voldoende.
Wij zagen dat in de tafereelen na de pauze,
waarin 4 soldaten zich vrijwillig blootstelden
aan de gevaren van infectie door zich te la
ten opsluiten in geïsoleerde kamers om daar
door het bewijs te leveren, dat de gele koorts
niet door aanraking met besmette patiënten
maar door de steek van een bepaalde muskiet
de stegomya wordt overgebracht op den
mensch. Dit gedeelte maakte slechts heel wei
nig indruk doordat het voornamelijk „illustra
tief" was. En toch waren deze 4 soldaten, die
zich vrijwillig aan den dood blootstelden
twee ervan zelfs zonder de geldelijke h^looning
te willen aanvaarden, welke er voor was uitge
loofd niet minder groote helden dan de
medici, die hun leven voor de wetenschap of
ferden. Nu dient gezegd, dat de schrijvers hier
maar ook alleen in deze tafereelen aan
merkelijk beneden het door hen behandelde
onderwerp bleven. Bij deze grootsche, heroïsche
en historische daad pasten de grapjes dezer
soldaten allerminst en waren ook geheel in
strijd met den angst voor de gele koorts, die
juist enkelen dezer soldaten eerst overduide
lijk hadden getoond. Deze heldendaad werd
nu verlaagd tot een min of meer belachelijke
vertooning en miste daardoor haar effect.
Maar overigens heeft Gele Koorts een zeer
diepen indruk op het publiek gemaakt, wat
voor een groot deel ook te danken was aan de
superieure vertooning onder Defresne's regie.
In dit soort werk toont de Amsterdamsche
Tooneelvereeniging met haar vele goede man
nenkrachten zich op haar sterkst. Groote dra
matische rollen ziin er in dit stuk niet, maar
wel krachtige figuren, die sterk-ingeleefd en
beeldend spel verlangen en hiervan hebben wij
dan ook in deze hoogstaande opvoering ten
volle genoten Vooral van de doktoren, die
zonder uitzondering in hun verschillende ka
rakteristiek volkomen tot leven werden ge
bracht.
Daar was de hoog-ernstige humane majoor
Walter Reed, die door Van Dalsum welk een
nobelen kop had' hij zich gemaakt als een
geestelijke aristocraat met ontroerende mild
heid werd gespeeld. Dr. Jesse Lazear, de fa
naticus. voor wien de wetenschap alles is, met
innerlijk vuur en brandende hartstocht ge
geven door Frits van Dijk, den meer bedacht-
zamen Dr. James Carroll, den drogen labora
torium-geleerde. heel fijn en met humor uitge
beeld door Ben Royaards, Dr. Finley, de meer
exclusieve geleerde, die met zijn ontdekking,
dat een muskiet de overbrengster van de
gele koorts was, jaren alleen en tegenover
heel de inedische wereld had gestaan, een zon
derling, waarvan Sternheim een zeer markan
te creatie maakte, Dr. Alicante, de Cubaan-
sche geleerde, met aristocratische reserve ge
speeld door Carpentier Alting, de ruwe marine
dokter, drastisch weergegeven door Tour-
niaireja, wij zouden ze allen zonder uit
zondering kunnen noemen. Ook de artsen in
de inleidende tafereelen, den geestelijk zeer
voornamen dokter van La Chapelle in het la
boratorium te Londen, een medicus veel ver
fijnder weer dan de meesten der Amerikanen
en Dr. Stoke. den geleerde in de wildernis, die
ver staat van alle beschaving en dien wij maar
een kort moment zagen, maar van wien Jules
Verstraete iets visionnairs -wist te maken.
De soldaten kon ik minder waardeeren dan
de doktoren, maar voor een deel is dit ook aan
de schrijvers te wijten. Deze vier ziekendra
gers waren—met uitzondering van WimlPauw
in hun spel te opzettelijk en weinig overtui
gend. Het bleef tooneelspel. De eenige vrou
wenrol in dat stuk een verpleegster werd
door Jo Sternheim ernstig eenigszins „zake
lijk" gespeeld als een vrouw, die gewoon is
tusschen mannen te vertoeven.
De decors een tropisch laboratorium in
doorsnee op een draaischijf als middenstuk,
met daarvoor wisselende losse decorstukken,
die het milieu der handeling aanduidden
maakten snelle changementen mogelijk, zoo
dat de zeer vele tafereelen elkander zonder
lange pauzes vlug opvolgden. Ik hoorde een
medicus de opmerking maken, dat de isoleer
kamers zeker van dubbele deuren zouden zijn
voorzien, om liet binnenvliegen van muskie^
ten geheel te voorkomen. Een kleine techni
sche fout, die te verbeteren is.
Met groote aandacht is dit stuk door het
publiek gevolgd en het succes was ook blij
kens de zeer warme ovatie aan het slot on
betwistbaar. Vooral voor medici moet dit stuk
van Sydney Howard en Paul de Kruyf bijzon
der boeiend zijn, niet alleen om het zuiver
medische onderwerp maar ook om den licht
glans, waaronder deze helden der wetenschap
voor ons worden geplaatst.
Al zijn de omstandigheden ook zeer verschil
lend, zoo meen ik in verband met dit stuk eens
te mogen herinneren aan den strijd, die in ons
Indië legen de pest wordt gestreden en aan
de heldhaftige figuur van Dr. Otten den
eens in Hollandsche voetbalkringen zoo be
kenden „back" die zich het eerste waagde
aan de inenting met het door hem ontdekte
vaccin tegen deze zoo zeer gevreesde ziekte,
die op Java alleen jaarlijks duizenden slacht
offers maakt.
J. B. SCHUIL.
Huldigingen duren nog steeds
voort.
Thans is de „Uiver"-crew te Londen.
Met een gewoon lijntoestel van de K.L.M.
arriveerden Dinsdag op Croydon de beide pi
loten van de „Uiver", Parmentier en Moll met
hun dames. Met het middagtoestel arriveer
den de directeur van de K.L.M., de heer A.
Plesman en de beide overige leden der „Uiver"-
bemanning. Prins en van Bruggen, met hun
dames, die gezamenlijk Dinsdagavond hebben
aangezeten aan het banket, dat de Nederland-
sche kolonie hun. dien avond aanbood in
Parklane Hotel in Piccadilly.
Hedenavond zullen zij de gast zijn van de
Royal Aero Club, die hun eveneens een ban
ket aan zou bieden.
Winterhulp aan gesteunde
werkloozen.
Wetsontwerp thans ingediend.
Thans is bij de Tweede Kamer ingediend het
wetsontwerp tot wijziging en verhooging van
de begrooting van sociale zaken voor 1934.
strekkende om te voldoen aan de toezegging
van den voorzitter van den ministerraad, op
9 November j.l. namens de regeering aan de
Tweede Kamer gedaan, om voor dit jaar een
tegemoetkoming te verleenen voor de winter
hulp aan gesteunde werkloozen.
In de toelichting wijst de minister erop, dat
hier eigenlijk éen taak'ligt voor de particulie
ren. maar dat, nu de nóodige particuliere or
ganisatie nog niet volledig is tot stand ge
komen. ditmaal het rijk de noodige voorzie
ning wenscht te treffen. Een klein deel van het
thans aangevraagde bedrag van f 2000.000
wordt bestemd voor eenige verhooging van de
ook vroeger reeds telkenjare uitgekeerde
Kerstbijdrage.
Nederland tegen het voorstel
van Rusland.
Geen permanente ontwape
ningsconferentie.
Vredesorganisatie taak van den Volkenbond.
De Nederlandsche regeering heeft dezer da
gen aan den secretaris-generaal van den Vol
kenbond in antwoord op het tot de regee-
ring gerichte verzoek medegedeeld, Jat het
voorstel der delegatie van de Sovjet-Unie
tot permanentverklaring van de Ontwape
ningsconferentie met wijziging van haar
naam in Vredesconferentie en uitbreiding van
haar taak. bü de Nea. regeering geen instem
ming vindt.
De Ned. regeering merkt op. dat de doelein
den welke de Sovjet-delegatie binnen het ar
beidsveld van deze conferentie wenscht V.
brengen gedeeltelijk reeds zonder een.gen
twijfel tot de bevoegdheid der conferentie
behooren. Wat betreft het voorstel der Sov
jet-delegatie om de controle inzake de uit
voering van verdragen welke de ontwape
ningsconferentie zou opstellen, aan deze
conferentie zelve op te dragen, herinnert de
Ned. regeering er aan. dat men zich steeds
voor oogen heeft gesteld het in het leven roe
pen van een permanente ontwapeningscom
missie die deze taak zou vervullen. Mocht de
conferentie de voorkeur er aan geven zelf dit
toezicht uit te oefenen, dan zou de conferen
tie ongetwijfeld reeds de bevoegdheid hebben
hiertoe te besluiten. Wat tenslotte betreft het
nemen van maatregelen ter voorkoming van
een gewapend conflict en het overleg tusschen
de staten" in geval internationale verdragen
zouden worden geschonden waarmede
de Sovjet-delegatie de ontwapeningsconferen
tie zou willen belasten, is de Nederlandsche
regeering van oordeel dat het de voorkeur
verdient, hiertoe geen opdracht aan de con
ferentie te geven. Het nemen van de hierbo
ven bedoelde maatregelen, alsmede het hier
boven bedoelde overleg zijn essentieele ele
menten van de organisatie van den vrede,
waartoe krachtens het Volkenbondsverorag
zelf de organen van den bond zijn geroepen, die
meer dan de ontwapeningsconferentie ge-
eigend zijn om deze taak te vervullen.
N.V. „GRANITO" - Tel. 14028
N. BOER KOEL AELBERTSBLRGS7 R. 80
Alle Granito- en Tegelwerken
Strak van l ij n, soepel van p r ij s.
(Adv. Ingez. Med.)
Voortzetting der conferentie
te Batavia?
BATAVIA. 18 Dec. (Aneta). Dr. Idenburg.
de secretaris van de Nederlandsche delegatie,
heeft plaats besproken op de „Indrapoera
welke 26 December vertrekt, doch zijn vertrek
blijft onzeker, zoolang de conferentie nog niet
definitief uiteen is gegaan.
Van Japansche zijde wordt gemeld. De beide
voorzitters der delegaties bespraken gisteren
import- en exportkwesties. het aandeel van
diverse importeurs en de scheepvaart; men
heeft besloten beide Regeeringen in te lich
ten ter verkrijging van een slotinstructie ln
verband waarmede thans geen verdere be
richten worden verstrekt.
Zoo mogelijk zullen beide voorzitters op 19
December opnieuw bijeenkomen, op welke bij
eenkomst dan de beslissing over al of niet
voortzetting der conferentie zal volgen.
Aneta verneemt dat de datum van 19 De
cember te optimistisch moet worden geacht.
V. D. meldt uit Tokio:
De Japansche minister van buitenlandsche
zaken, Hirota, heeft Dinsdag gedurende de
zitting van het kabinet medegedeeld, dat Ha-
roemtsji Nagaoka, de leider der Japarsche de
legatie voor de handelsonderhandelingen met-
Nederlandsch-Indië te Batavia, naar Tokio
zal terugkeeren. Dit besluit, aldus wordt hier
verklaard, is het gevolg van de groote mee-
ningsverschillen tusschen de beide landen, die
in een zoo korten tijd niet overbrugd kunnen
worden.
De terugkeer van Nagaoka beteekent echter
niet. dat de onderhandelingen worden afge
broken. De besprekingen zullen integendeel
worden hervat door Kosjida, den Japanschen
consul te Batavia.
(Adv. Ingez. Med.)
De kansen van
Duitsche Front en Volksbond.
(Van een bijzonder en correspondent).
SAARBRüOKEN, December 1934.
Zooals de lezer weten kan is 2 December jl.
alzoo bijna ter elfder ure. in het Saargebied
nog een nieuwe partij opgericht: „De Duitsche
Volksbond voor christelijke en sociale cul
tuur". Zij is anti-nationaal socialistisch en
heeft slechts de buitengewone Volkenbonds
raadszitting afgewacht om zich in den ver
kiezingsstrijd te werpen met op haar pro
gramma handhaving van den bestaan den toe
stand den „status quo". In deze partij gaan
katholieken en protestanten van het Saar
gebied samen. Niet alle katholieken en niet
alle protestanten, maar een zeer groot deel.
Het is moeili.jk te zeggen, hoe groot dit deel
precies is. Bovendien, de pas opgerichte partij
eigenlijk een geïmproviseerde partij, spe
ciaal met het oog op den 13den Januari
heeft als taak voor zioh een intensieve en zeer
snelle ledenwerving. Deze taak bezien de lei
ders met veel optimisme. Ook het ..Duitsche
Front" telt zeer vele katholieken en protes
tanten onder zijn aanhangers, benevens vele
marxisten, die althans voor het oog uit hun
vakvereenigingen naar het Duitsche Front
zijn overgeloopen Dit Duitsche Front is de
nat. socialistische beweging van het Saarge
bied. die de propaganda voert voor de Rück-
gliederung". den terugkeer van het Saargebied
naar Duitschland. Door het Duitsche Front
hebben zich voor het meerendeel ook de lei
ders der katholieke arbeidersbonden laten ge
lijkschakelen.
Iemand, die zich thans zou willen wagen
aan een voorspelling omtrent den uitslag van
het plebisciet, zou in geen geval mogen af
gaan op de verhouding tusschen de aanhan
gers van resp. het Duitsche Front en den
Volksbond zooals die verhouding zich thans
aan het oog voordoet
Wij bezochten dezer dagen twee betoogin
gen. gehouden door het Duitsohe Front en
door den Volksbond. De eenc. die van het
„Duitsche Front", werd gehouden in een
enorme, zeildoeken tent. die met veertig a
vi.jftig duizend personen gevuld was, de an
dere werd gehouden ln een vereenigingslokaal
en dat was overvol met 2700 personen: de po
litie moest nog honderden belangstellenden
den toegang weigeren In de zeildoeken tent.
was Hitler-Duitsehland troef, in het vereeni
gingslokaal was als hoofdzaak aangebracht:
„Niét Hitler is onze Führer. maar Christus"
Ook las men er: .Wil Duitschland leven, dan
moet het hakenkruis dood".
Wanneer men nu alleen afgaat op de getal
sterkten der beide betoogingen, zou men tot
zeer valsche gevolgtrekkingen komen. Van de
veertig a vijftig duizend, die de Duitsche
Frontbetooging bijwoonden is een niet
te schatten. maar ongetwijfeld. zeer
groot percentage niet vrijwillig op
gekomen. Het Duitsche Front beschikt over
middelen om de lieden te dwingen bij haar in
te treden en natuurlijk ook over de middelen
deze lieden te dwingen tot een verklaring, dat
zij vrijwillig intraden.
Er behoort een zekere mate van moed toe.
om aan de oproepen van het Duitsche Front
te weerstaan. Een onloochenbaar feit is. dat
geen mensch er hier vast van overtuigd is in
een ..rückgegliedert" Saargebied onder de
heerschappij der Nazi's volkomen veilig te zijn.
indien hij voor de Riickgliederung" geen nat.
socialistische gezindheid tentoon heeft ge
spreid. althans niet de gezindheid om voor den
terugkeer tot Duitschland te stemmen.
Dit uiterlijk vertoon van een gezindheid
sluit echter geenszins in, dat men ook inner
lijk aldus voelt. En zoo is de leiding van het
Duitsche Front geenszins er van overtuigd,
dat alle 40 a 50 duizend, die een betooging als
de hier voor bedoelde bijwoonden, voor den
terugkeer tot Duitschland stemmen zullen.
Een zeer belangrijk percentage hunner -so
ciaal-democraten. communisten, katholieken
zal dat zeer zeker niet doen. Behoort e"
dus geen moed toe belangstelling voor het
Duitsche Front aan den dag te leggen, er be
hoort nogal veel moéd toe zich als aanhanger
van den Volksbond bekend te maken.
Wij konden dan ook constateeren. dat de
sprekers in de zeildoeken tent er niet in slaag
den bij de meerderheid van hun auditorium
een spontaner, en overtuigden geestdrift te
ontketenen, terwijl de 2700 in 't vereenigings
lokaal zonder een als ..claque' fungeerende
troep met hun geestdrift de toch reeds bla
kende redenaars nog meer in vuur brachten.
En hoevelen staan er niet achter deze 2700
die zich dorsten toonen welke zich niet
durven toonen, maar het hunne voor hebben
met de geheime stemming op 13 Januari?
De Volksbond bevindt zich echter in do
moeilijkheid, dat de katholieke geestelijkheid
van hét Saargebied zich op bevel van de bis
schoppen van Triër en Spiers in de plebLsciet-
propaganda neutraal moet houden en zich
dus ook niet bij den Volksbond mag aanslui
ten. Indien de geestelijkheid dezen neutrall-
teitsplioht niet was opgelegd, aldus verklaarde
mij de bestuurscommissie, samengesteld uit
Centrummannen, dan zou de overgroote meer
derheid der katholieke geestelijken openlijk
aan de zijde van den Volksbond staan, en had
deze gewonnen spel. daar de katholieke Saar-
bevolking meer dan 70 procent ook in
deze kwestie heeft opgezien naar de geeste
lijkheid en haar leiding ongetwijfeld zou heb
ben gevolgd. De neutraliteit van den katho
lieken clerus is dus ongetwijfeld een winst
post. welke de nat. socialistische leiding in
het Rijk en in het Saargebied heeft kunnen
boeken.
Wat is het. dat de bisschoppen van Triër en
Spiers aanleiding heeft gegeven tot het ver
bod aan de Saar-geestelijkheid partij te kie
zen voor den Volksbond? In het Saar-pleM*-
ciet staat immers meer dan slechts politiek
op het spel.
Niettemin de oprichtingsvergadering van
den Volksbond werd door 70 katholieke geeste
lijken bijgewoond, daar toen de plicht tot
neutraliteit door de beide betrokken bisschop-
Den uit het. Duitsche Rijk. nog niet zoo scherp
omschreven was.
Ondanks de neutraliteit, die de geestelijkheid
zich meet opleggen, hebben de leiders toch
nog goede hoop od een voor hun oogmerk
status quo gunstige propaganda. En deze
hoop gronden zij, aldus een mij gedane ver
klaring, daarop, dat de Plebisciet-commissie
zal meehelpen het volk voor te lichten om-
Arent de in Genève gegeven belofte eener
tweede volksstemming zoo het Saarvolk dez~
later wenscht. De zaak is namelijk deze. dat
de gelijkgeschakelde pers van het Saarland
en deze is bij verre de machtigste door on-
obiectieve berichtgeving de mogelijkheid van
zulk een tweede plebisciet heeft pogen te ver
donkeremanen. Of echter de Plebisciet-com
missie hiertoe zal medewerken?
Uiver snelt weer naar Indië.
Hedennacht om half vier
gestart.
Vijftigduizend brieven worden meegenomen.
Meer dan 50.000 brieven zullen binnen het
tijdsbestek van vier dagen door de snel!»
Uiver van Nederland naar onze Overzeesch»
Gewesten worden gedragen. Duizenden wen-
schen zullen vanuit het moederland worden
gebracht om kracht en steun te geven aan
hen in onze Oost, wier gedachten in deze
dagen van Kerstmis tot Nieuwjaar meer dan
ooit vertoeven bij familie en vrienden, die ze
achter heten in deze lage landen bij de zee.
Duizenden zakenbrieven zullen binnen en
kele dagen worden bezorgd in de groote han
delscentra van Indië en op de eenzame cul
tuurondernemingen in de binnenlanden.
Duizenden zullen met verlangen uitzien naar
de komst van de Uiver en in spannmg deze
nieuwe prestatie van de K.L.M.-machine en
haar kranige bemanning van dag tot dag
volgen.
De Uiver, nog nauwelijks bekomen van haar
x-ace met den tijd en nu bemand met W. M.
A. O. Beekman, chef-piloot. J. van Steenber
gen. tweede piloot. G. van Zadelhof, radio
telegrafist en H. A. Walewijn. mecaniën, staat
hedennacht weer klaar. Klaar voor den sprong
klaar om de eer van K. L. M. en Neerlands
luchtvaart hoog te houden, klaar om de ban
den tusschen moederland en koloniën nauwer
te snoeren.
De Uiver trof het beter dan haar collega
„Snip" die Vrijdag in het duister van den
nacht door het barre weer heen moest wor
stelen. Er was weinig wind, geen regen en
een lichte bewolking, gunstige voorteekenen
voor een voorspoedige vlucht.
Tegen drie uur was het in het restauraiïfc
al tamelijk druk. Ook Ir. Dainme, dii'ecteur-
generaal der P.T.T. was voor deze gelegenheid
naar Schiphol gekomen. De loudspeaker deed
vroolijke wijsjes hooren en de stemming die
aan dit vertrek voorafging is opperbest.
Piloot Beekman ging even bij den wepi--
berichtendienst kijken. Zijn gezicht stond
vroolijk toen hij terugkwam. In tusschen waren
ook de drie passagiers op Schiphol gearri
veerd: ce heer Beretty, directeur van Aneta,
prof. Walgh die pas Donderdag met de Peli
kaan in Holland was gekomen en de heer
Kort, De Uiver werd naar buiten gereden en
stond op het platform, de zilveren vleugels
glansden in het maanlicht. Het voorverwar
mingstoestel zorgde voor warme lucht in de
motoren. De post, 350 K.G. werd ingeladen.
Het was zeven vor half vier toen de motoren
werden aangezet. De K.L.M.-marsch die door
de loudspeakers weei'klonk werden overstemd
door het geronk van de drie zware Douglas-
motoren. Beekman zat in de cockpit en wuifde
de honderden die hem uitgeleide deden een
laatst vaarwel toe. De passagiers hadden zich
in hun gemakkelijke zetels gevleid. Het was
even half vier toen het straatsein gegeven
werd. De machine taxiede over het veld, nam
haar aanloop en binnen enkele oogenblikken
was zij los van den grond en op weg voor
haar versnelde Kerstviucht naar de Oost.
De Uiver is 10.58 uur Amsterdamsche tijd te
Rome geland.
Staatsbelang gaat boven
cumulatie.
De heer Lingbeek krijgt antwoord.
Minister de Wilde heeft op de vragen van
het Tweede-Kamerlid Lir.gbeek betreffende
de benoeming van oud-minister Reymer tot
burgemeester van Roermond het volgeixde ge
antwoord
De huid werkloosheid in de ondei-schei-
den groep der bevolking is voor de regee
ring bij hei, doen van benoemingen steeds een
factor, die medebrengt, dat bij overigens
jelijke aanspraken hij, die geen inkomsten
uit anderen hoofde heeft, zal voorgaan.
Intusschen. voorkoming van cumulatie van
inkomsten is niet een zoo absoluut belang, dat
daarvoor elk ander moet wijken. Het waken
tegen ongemotiveerde cumulatie ïxioet niet
worden een vrees voor cumulatie op zich zelf.
Het Staatsbelang laat niet toe dat de regee-
ring zich door die vrees zou laten leiden. On-
dergeteekende kan er niet toe medewerken,
dat exwaren en geschikte personen voor be
noeming tot burgemeester stelselmatig zou
den moeten worden gepasseerd en dat een be
paalde groep oud-functionarissen van verde
ren Staatsdienst zouden worden buitengeslo
ten. Dit zou tot zeer or.gewenschte .en voor
het land nadeelige, gevolgen leiden.
De voordracht tot de in de tweede vraag
bedoelde benoeming is met inachtneming van
bovenstaande overwegingen door den onder-
geteekende opgemaakt.
Buma heeft gedeeltelijk
succes.
Geen algemeen verbod.
De Arr. rechtbank te Amsterdam deed Dins
dag uitspi'aak in het civiel geding, waarbij het
B.U.M.A. verbod tot radio-uitzending vroeg van
de muziekwerken van bij Buma aangesloten
muziekauteux-s door de omroepvcreenigingen,
voorts vroeg eischer onrechtmatig verklaring
van de plaats gehad hebbende bepaalde uit
zendingen.
Wat dit laatste punt betreft werd de eisch
door de rechtbank voor een gedeelte toege
wezen. De rechtbank achtte de uitzending van
enkele, met name genoemde muziekstukken
onrechtmatig, daar het hiervan vaststaat dat
de auteursrechten berusten bij het Buma. Ten
aanzien van de andere composities heeft het
Buma geen getuigenbewijs aangeboden, zoo
dat rechtens niet vaststaat, dat die tot het
Buma ï-epertoire behooren.
Het algemeen verbod en de daarbij geëischte
dwangsom, die door het Buma werden geëischt,
zijn afgewezen door de rechtbank.
De rechtbank overwoog hierbij, dat de con
centratie van de bemiddelingsfunctie op het
gebied van muziekauteursrecht in de handen
van ééix gemonopoliseerd bemiddelingsbureau
niet is geschied om aan de egoïstische belan-
geix van de individueele auteurs meer kracht
bij te zetten maar dat deze maati'egel een so
ciale strekking heeft. Het maatschappelijk
element spreekt hier mee. Het zou een vol
komen miskenning van den t.endenz van
het Buma zijn indien de monopoüsatie tot
maehtsaanwas werd gebruikt.
Een verbod voor de toekomst zou mogelijk
zijn, doch slechts voor bepaalde muziekwerken,
waarop het recht van Buma is bewezen en
vaststaat.
Da kostexï van het proces zijn gecompen
seerd-