HetstmtStenkek töahs Atdïimdeé ERRES-RADIO1 PARFUMERIE TIP TOP Practische Geschenken eerst kijken bji 3-5 PAARLAARSTEEG 3-5 f VAN BREEMEN'S KOLENBEDRIJF NIC. v. PUTTEN De Last des Levens. Kerstklokken VOOR ONDER DE KERSTBOOM. DONDERDAG 20 DECEMBER '34 HAARLEM'S DAGBLAD >16 VOOR NAAR CROOTE HOUTSTRAAT 91 'tic' PAPFUMEPIE "VOOR UW TOCH f 2.15 - f 2.45 - f 2.75 per H.L. SCHOUWTJESLAAN 23 TELEFOON 10070 NA ZES UUR 12621 rete Ha °o/ j, De feestvreugde wordt aanmerkelijk verhoogd I door aanschaffing van een goede RADIO- I INSTALLATIE, mits vakkundig geplaatst, goede I voorlichting en betrouwbare Service. Reeds jaren vertegenwoordiger voor Haarlem en I Omstreken van de schitterende toestellen RADIO TECHN. BUREAU KEIZERSTRAAT 3 TELEF. 10387 DESGEWENSCHT BETALING IN OVERLEG j 't Is winternacht. Zwaar ligt de sneeuw als 'n doodskleed op de «sparren Van 't verre woud, waar niets de eeuw'ge stilte nu verstoort Dan 't dof gekreun van 't ontzagwekkend heir der krombeladen takken, Wier kille last 'in 't zilv'ren maanlicht gloort. Het klinkt schier als een lied, ontroerend week gezongen; Nochtans in fel verwijt vertolkend raadselacht'ge smart. Gelijk een bange zucht, die opstijgt naar het stargeflonker Geweld uit 't diepst van 't vragend, zoekend menschenhaxt. Steeds dieper buigt de sparrentak, staag torsend zijne laste, Tot eensklaps daar, op een door eeuw'ge Wet bepaalden tijd, De sneeuw ontvliedt, het loof veerkrachtig dichi omhoog richt, Gansch trillend nog van schrik, maar van zijn last bevrijd. En als de zonne, die het blank tapijt bij tooverslag verguldt, In al haar luister boven 't woud straks is verschenen, Vertolkt het glanzend groen een stille lach, Nu in het Godd'lijk Licht zijn smarte is verdweneii. Aanziet, O Mensch! Uw beeld in zulk een trotschen spar, Die* eveneens, schoon onbewust God's heilig Oord ontsticht. Al klaaglijk steunend bij een Last, die blij kan zijn gedragen, Als in het willig buigen de Bevrijding ligt. HARRY PONS. door Steven Frijman. Kerstnacht. Het lied van de Kerstklok ken klir/zt in den donkeren nacht. Christus is geboren, jubelen de klok ken Christus is geboren, weerklinkt het in de zielen der menschen, die thuis rondom den Kerstboom geschaard zijn. Door de groote gekleurde vensterramen van het oude Godshuis dringt het licht van de kaarsen door tot in den donkeren nacht. De warme tonen van het orgel ruischen door de kerk. De laatste kerkgangers schrijden binnen. Een oud moedertje, de rug door de last der jaren gekromd, komt moeizaam loo pend binnen. Een leven vol arbeid en zorgen heeft zijn sporen diep in haar gezicht ge groefd. Een donkere japon, waarschijnlijk een overblijfsel uit betere dagen, omhult de schrale gestalte van het oude vrouwtje, dat vanavond, dezen Heiligen avond, haar moede schreden naar het Godshuis richtte om Kerstmis te vieren. Alles aan haar duidt op een hoogen ouderdom, op een spoedig afscheid nemien van deze wereld. Doch in het gerim peld gezicht glinsteren oogen zoo helder schitterend, als waren het kaarsen van de feestdisch. In een hoekje van de kerk neemt zij plaats en luistert, luistert naar de Blijde Boodschap. Zij ziet de glans van den Kerstboom en hoort de melodieën van het orgel. En plotseling voelt zij zich weer jong. Zij is niet meer het oude moedertje, dat verlaten in den donkeren hoek van de kerk zit. Neen, een jonge vrouw is zij, vol levensvreugde. Twee flinke jongens met blozende gezichten springen juichend om haar heen. Glimlachend kijkt haar echtger.yot haar aanOud moedertje lacht in stilte, als in een droom. Lang is het geleden, heel lang. Haar man ligt .al jaren op het kerkhof. Ook haar beide jongens zijn niet meer. Op den bodem der zee sluimeren zij. De jongste leed schipbreuk in een storm-* achtigen nacht. De oudste was tweede stuur man. Zijn schip stiet in den oorlog op een drijvende mijn. En opeens is zij weer het oude moedertje, dat eenzaam en verlaten in de kerk zit. En dan zingt ze mede de Blijde Boodschap, dat Gods Zoon geboren is tot redding der menschheid. Op den drempel van sprookjesland. MET SCHAAR EN LIJMPOT. Voor meisjes en jongens, die graag knut selen, komt hier een prettig werkje Moei lijk is het niet, zoodat zelfs de kleintjes er aan mee kunnen doen. We gaan namelijk een huisje maken, dat onder de kerstboom gezet wordt. Als de pakjes, die eerst op tafel onder de kerstboom gelegen hebben, weggenomen zijn, is het zoo kaal en daar gaan wij nu verandering in brengen. We zetten het huisje, dat we heelemaal zelf ge smaakt hebben er onder; leggen wat watten- jsneeuw op het dak en je zult eens kijken, 'hoe aardig dat is. We beginnen onderstaande teekenlng met teen flinke rand er om heen, uit te knippen en op dim, stevig carton te plakken. Is het geheel goed droog, dan gaan we alles eerst kleuren of schilderen. Voor de zijkanten van het dak nemen we mooi helder rood, terwijl de voorkanten van het dak wit gekleurd worden. De steenen van het huisje worden geel gemaakt. De deur wordt groen gekleurd, evenals de kozij nen van de ramen. Wit worden de randjes gordijn, die nog te zien komen. Wit wordt ook het gordijntje, dat voor het achter raampje gespannen is, Vergeet niet de deur knop, de bel en het naamplaatje op den deur wit te laten, evenals het nummerboröje. Het spreekt vanzelf, dat de kerstboom, die door de ramen te zien is, groen wordt, ter wijl de verslering in allerlei kleurtjes ge houden is. Het lantaarntje, dat door het tweede raam te zien komt, wordt rood ge maakt. Ais we klaar zijn met kleuren en goed op gelet hebben, dat er geen plekje vergeten is, nemen we een scherp schaartje en knip pen het huisje langs de omtrek af. Nu vouw je heel nauwkeurig de witte ran den om, waar dat aangegeven staat, en be strijkt ze dunnetjes met kleefstof. Zijn deze randen gelijkmatig bestreken, dan plak Je alles netjes in elkaar. De onderste rand wordt on een stukje carton geplakt, zoodat het huisje stevig staat. Dan laat je alles drogen en het huis is klaar. Wie dat erg aardig vind, kan voor hij het geheel in elkaar lijmt, de deur zoodanig open knippen, dat deze open en dicht is te doen. Als je het huis nu onder de kerstboom zet, leg je een laagje watten op het dak, zoodat het net is, of het gesneeuwd heeft. En nu maar aan het werk, meisjes en jon gens. Maar denk er aan: werk nauwkeurig! I OOM KEES. ER was eens een koning van Denemarken, die wenschte dat zijn kinderen eerbied hadden voor de hemel en dat zij zich niet voor almachtig hielden. Daarom liet hij hen streng opvoeden, maar hij vergat niet hen met de kleine vreugden van het leven in aanraking te Ibrengen en de uvea prinsen waren dan ook vroolijke en aardige kinderen. Hun wereld was bevolkt met goede geesten en kwade kobolden, want zij waren nog klein en de koning versterkte hen in hun pril geloof; hij wildo goede menschen van ze maken en hun de machtige sprookjesgoden niet eerder ontnemen dan wanneer ze er zelf om vroegen. Dat wil nu niet zeggen, dat de vorst zich nooit op een fout betrapte bij het grootbrengen van zijn zonen. Ook vergat hij wel eens zijn vergissingen in te zien, en dan ontdekte de moeder ze, want er was ook een koningin in het paleis. Nu liep het tegen Kerstmis en de prinsjes zeiden, dat ze den Kerstman wilden zien. Veel menschen in de residentie werden door den Kerstman bezocht en daarom kon die Heilige ook wel het paleis aandoen, vonden ze Het was een moeilijk geval want de koning behoorde eigen lijk niet heelemaal tot de groep van menschen, die zich met den Kerscman ophielden. Hij placht een versierde boom in de kinderkamer te laten opstellen de mooiste van het heele land maar daarmee was het uit, afgezien van de gewone kerkelijke plichten. Toen de koningin hem zei. dat de prinsen den Kerstman wenschten te zien, bromde de koning, dat er niets van komen kon.'Hij was moe en hij had Staatszaken aan zijn hoofd en hij hoestte al drie dagen. Maar de moeder liet het geval geen rust. De koningszonen waren op een leeftijd gekomen, dat ze het geloof in sprookjes, ondanks alles, gingen verliezen; ze waren nog erg jong, maar vroegwijs en een beetje critisch. En wanneer, nu hun moeder hun zou zeggen, dat de Kerstman niet kon komen, zouden ze antwoorden dat wist ze dat de Kerstman misschien maar een verzinsel was. En hoe zou hun vader het vinden, als er zonder noodzaak een illusie verloren ging? Ze besloot daarom voor een Kerstman te zorgen, een mooien met een roe en een roode mantel. Maar omdat de kinderen allicht een dienaar uit het paleis aan houding en stem zouden herkennen, besloot ze een man te zoeken, die hun niet bekend kon zijn. En in het diepste geheim want de vader mocht het niet weten gaf ze haar kamenier opdracht een Kerstman te vinden, kamenier wendde zich weer tot een ander en zoo kwam men aan met een geweldige tamboer, een Nooi van afkomst, met een gezicht als de nachtgeest zelf. Toen men hem zijn mantel had aangetrok ken en zijn muts opgezet, leek h\j op een groot toovenaar. De koningin zat met de beide prinsjes te wachten, toen de Heilige binnenkwam. Men had _hem nauwkeurig uitgelegd, wat htf doen moest en het moet gezegd worden, dat hjj zich goed van zijn taak kweet De kinderen kwamen tenminste geweldig onder den indruk, en toen hij dreigend inet zijn roe zwaaide, begon één zelfs luid te huilen. Zijn moeder kalmeerde hem en de Kerstman gaf hem geschenken. Maar de koning, die in een nabijge legen vertrek was. had het geschreeuw gehoord en kwam binnen. Hö zag de koningin en de twee prin sen, die juist hun cadeaux bewonderden. De Kerstman stond er waardig by en de koningin sprak vriendelijke woorden. De prinsjes, ofschoon nog op hun beenen tril- A lend, hadden vriendschap met den Heilige gesloten. Toen verscheen de monarch en de koningin werd bleek. Hij kwam met een boos ge zicht naderbij en vroeg wat dat alles te beiteekenen had- De Kerstman keerde zich A naar hem toe, trok een angstig gezicht en nam zijn roe, die hij presenteerde, waarbij hij kaarsrecht in de houding stond, bevend in zijn knieën. Op de gezichtjes van de prinsen vertoonde zich verwondering; daarop stootte de een de ander aan. gichelde en L wilde iets zeggen. De monarch wierp een blik op den Kerstman. Zijn gezicht drukte plotseling schrik en eerbied uit en opeens lag de koning op beide knieën aan de voeten van den Heilige en kuste zijn kleed, en hij sprak: ..Vergeef me Heilige Kerstman dat je niet dadelijk herkende." Een glans van vreugde kwam over het gezicht van de koningin. Ze knikte den Kerstman vrien delijk toe, en deze zwaaide zijn roe. En de prinsjes stonden verstomd: hun vader, die zoo trotsch en streng was en alleen in de kerk knielde, wierp zich nederig op de grond en kuste iemands kloeren. Dan moest die iemand wel een Heilige zijn. Ook de moeder knielde en naast haar de kinderen. En nog jaren geloofden de prinsen aan den Kerstman en waren daarmee zeer gelukkig. 1 met trots en eerbied konden zij later op hun vader wijzen, een groot monarch, die, om zjjn kin deren een illusie te doen behouden, zich voor een verkleeden tamboer op de knieën had geworpen en d!r>-s martel had gekust.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 18