DIAMANT
I
Letteren m SCunst
DONDERDAG 20 DECEMBER '34
HAARLEM'S DAGBLAD
5
Van Landhuizen en
Lampekappen.
Het is voor uw verslaggever een ongeveer
Jaarlijks terugkeerend genoegen geworden van
mejuffrouw Van Regteren Altena op de
Nieuwe Gracht een uitnoodiging te ontvangen
haar nieuwste creaties op het gebied van de
lampekap te komen bewonderen. Mijn gere
gelde lezer zal mij natuurlijk wel weer niet
gelooven, als ik zeg dat ik gewoonweg dol ben
op lampekappen, maar als ik doodernstig tot
in mijn inner lij kst zelf probeer te schouwen,
kan het toch ook zijn dat mijn genoegen zijn
grond vindt in het respect, dat ik voor deze
doortastende, actieve, vasthoudende, maar
bovenal zeer goeden smaak bezittende dame
koester. Goede smaak is helaas in de latere
jaren een betrekkelijk zoo zeldzame verschij
ning geworden dat het haar misschien het
recht geeft te verwachten dat men er nota van
neemt, wanneer zij haar huis een week lang
(tot 23 dezer) openstelt om de resultaten er
van tot de menigte te doen spreken. En zooals
de beroemde Parijsche modekoning, Paul Poi-
ret steeds nieuwe artistieke attracties wist te
bedenken waardoor elk debuut zijner schep-
pingen een evenement werd in het rijk van
smaak en schoonheid, zoo weet ook mej. Altena
telkens voor haar Kerkuilproducten eene bij
komstige manifestatie te organiseeren, die de
waardigheid des Uils tot in het grandiose ver
heft.
Ditmaal manifesteert zich als belangwek
kende bijkomstigheid de nog jonge architect
J. P. Kloos met teekeningen, foto's en ma-
quetten die nog te meer onze aandacht waard
zijn, nu de maker ervan, Haarlemmer gewor
den zijnde, ook in de toekomst de mogelijk
heid eenere veelvuldige occasioneels samen
werking met mej. Altena verwacht, om te ge
raken tot door beiden geleiden bouw, ver
bouw, inrichting en aankleeding van complete
behuizingen.
Aard en neiging van den heer Kloos, blijkend
uit het hier getoonde werk, zullen het hem niet
moeilijk doen vallen in de moderne sfeer des
Kerkuils volkomen zich thuis tevoelen, Als as
sistent van bouwmeester Dudok, op diens ad
vies o.a. te Parijs aan 't Maison des Etudiants
gearbeid hebbend, komt deze heer niet nu zoo
maar eens uit de lucht vallen. Hij toont ons
hier bovendien interessante maquettes van
uitgevoerd en geprojecteerd werk voor ons
eigen land, waaruit een gelukkige vermenging
van schoonheidszin met zorg voor het nuttig
effect blijkt. Een ruim landhuis te Wiesel bij
Apeldoorn behoort tot de eerste groep, een
zeer sober doch wel doordacht ontwerp voor
een openluchtbad te Apeldoorn moest voor het
thans daar bestaande Boschpad plaats maken,
doordat de gemeente de zaak uit de handen
der eerste particuliere onderneming overnam
en aan haar eigen gemeentelijk bouwbureau
overdeed. Doch niet dan nadat door een deel
van den Raad de wensch was uitgesproken
Kloos' ontwerp uit te voeren. Met een ontwerp
teekening voor een aula op een begraafplaats
verwierf de heer Kloos een eersten prijs en
een affiche voor de Boekencommissie van 1934
met „koopt 'n boek" zou zeker een goedé kans
gemaakt hebben tusschen de honderd en zoo
veel mededingers wanneer de ontwerper aan
den voorkeur van boekdruk boven steendruk
(in dit geval) had vastgehouden. Het is in
ieder opzicht echter overigens een beschaafd
en fijnkleurig stuk werk.
Doch genoeg om te doen zien dat mej. Van
Regteren Altena zich van de hulp van een
smaak en intelligentie bezittend medewerker
verzekerd heeft. Laat mij over de lampe
kappen ditmaal kort mogen zijn en mijn be
wondering voor de kimono's dassen en tas-
schen zich uiten in stilte. In de eerste heeft
de ontwerpster naar nog steeds grooteren een
voud gestreefd die toch immers het ken
merk van het ware is. En ondanks dat toch
dingen van een kalme voornaamheid ge
wrocht, die zelfs geen impressionistische schil
derij kwaad zullen doen als nabuur. En dat
zegt wat, voor een lampekap!
J. H. DE BOIS.
HET TOONEEL.
Rotferdamsch-Hofstad Tooneel
REMBRANDT VOOR DE RECHTBANK,
Eenige jaren geleden zijn er stemmen op
gegaan om het vonnis van Rembrandt's fail
lissement nu nog na bijna 300 jaar dus
te herzien, om Rembrandts naam te zuive
ren van een blaam, welke volgens deze
menschen nog altijd op hem drukte. Dit
dwaze voorstel, dat in allen ernst werd ge
daan, heeft waarschijnlijk den Duitscher
Hans Kyser op het idee gebracht zijn stuk
„Rembrandt voor de Rechtbank" te schrijven
en toen hij eenmaal dat gegeven had, :s hij
nog wat verder gegaan en heeft hij Rem
brandt in „levenden-geesteslijve"dit proces als
„beklaagde" doen bijwonen. Volgens Kyser is
het menschdom van heden niets beter dan
300 jaar geleden en zou het Rembrandt even
zeer pijnigen en veroordeelen als het dit tij
dens zijn leven heeft gedaan.
Zoo op het eerste gezicht lijkt in dit ge
geven wel de stof voor een fantastisch satiriek
spel aanwezig, maar nu ik dit stuk heb gezien
is het mij zeer tegengevallen. Reeds dadelijk
het eerste bedrijf bracht een teleurstelling. De
inzet, het verhoor van de deskundigen de
experts voor occultisme en i-adio-techniek
maar vooral van de doove en mallotige
tuige Titia van Uylenburch en den bangen
brigadier was te kluchtig als voorbereiding
voor de verschijning van Rembrandt. Heel die
verschijning deed nu meer denken aan een
revue-scène dan aan het exposé van een stuk
met blijkbaar serieuse bedoelingen.
Maar ook in de volgende bedrijven vermocht
dit spel weinig indruk op mij te maken. Ik
kwam geen oogenblik los van de gedachte met
een bedenksel te doen te hebben. Voor een
„fantasie" ging de vlucht van den schrijver
niet hoog genoeg, zoodat wij ondanks het
vele bizarre toch aldoor op den grond bleven
Van verontwaardiging tegen de rechters
tegen het philisterdom van onzen eigen tijd
dus was weinig of geen sprake, omdat alles
al te opzettelijk en eenzijdig was gesteld. Wij
moesten nu en dan wel lachen om enkele rake
scherpe zetten, zooals in het pleidooi van den
officier van justitie, en van den procureur
van de schuldeischers, waarin het satirieke
deel het best tot zijn recht kwam, maar daar
bleef het dan ook bij. Wij zagen het meer als
een soort anachronistische grap dan dat het
onzen weerzin wekte, wat dan toch de bedoe
ling van den schrijver moet zijn geweest. Zou
hij anders zoo ver zijn gegaan, den Christus
van de honderd guldensprent ten tooneele te
voeren als hoogste en laatste instantie van
verdediging van Rembrandt?
Maar erger was het. dat de figuur van Rem
brandt zelve niet tot haar recht kwam. Moes
ten wij in dit wat seniele, oude heerschap ons
grootste Nederlandsch genie zien? Deze Rem
brandt was veel te passief, bleef als figuur te
statisch om ons di'amatisch ook maar eenigs-
zins te kunnen boeien. Eigenlijk was de fris-
sche Hendrickje Stoffels veel interessanter.
De figuur van Rembrandt werd noch tragisch
noch grootsch en dat had zij toch moeten zijn
zou dit stuk het door den schrijver gewensch-
te effect hebben gelrad.
De tableaux vielen uit het kader van dit
spel. Wat moest feitelijk die toelichtende"
vertooning der scène tusschen Rembrandt en
Saskia, die met de rechtzitting toch feitelijk
niets te maken had? Bracht zij ons dichter tot
Rembrandt? En de verschijning van Geertje
Dirx gaf enkel een melo-dramatisch effect,
Alleen het tableau van den verkoop was wel
van tragische werking, al viel ook dat buiten
de eigenlijke handeling der rechtzitting.
Toch, al stelde Kijzer's stuk teleur, zullen
de abonnees, die onzen Stadsschouwburg tot
de laatste plaats gisteravond vulden, zich niet
over de keuze van den heer Deinum beklaagd
hebben. Er viel veel te zien en Van der Lugt
Melsert, die zelf de regie had gevoerd, heeft
alles gedaan om er een „groote voorstelling"
van te maken. Hij had zelfs voor begeleidende
muziek in enkele tafereelen gezorgd.
Johan Elsensohn was Rembrandt. Van Rem
brandt's grootte heeft hij ons niet kunnen
overtuigen. Hij was meer een wat meelijwek
kende dan een tragische grootsche figuur. De
glans van 't genie lag niet over dezen ouden
vermoeiden man zonder verweer. Hendrichje
Stoffels was een wel pittig figuurtje, zooals zij
door Enny Meunier werd gespeeld en als de
verdedigster van Rembrandt wist zij in haar
spel ook een levendig en warm accent te
leggen.
De rechters hadden het gemakkelijker dan
de opgestane dooden. Toch zou het effect mis
schien grooter zijn geweest, wanneer ook zij
minder reëel, meer fantastisch waren gespeeld.
Een oogenblik werd daarnaar gestreefd, maar
een benauwenden indruk maakte deze recht
bank over het algemeen toch niet. En de ge
tuige Titia van Uyenburch was een wel wat erg
malle caricatuur, zooals zij door mevrouw Ra-
nucoiBeekman werd gegeven.
De volle zaal toonde zich geboeid en over
het succes kan het Rotterdamsch Hofstad
dan ook tevreden zijn. Er was aan het slot
landdurig en hartelijk applaus.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
Haarlem's Luisfervinken-Koor
Kerstuitvoering.
Ten tweede male noodigde de Bakenesser-
kerk ons binnen haar muren, in dat oude
stadsdeel, waar de hijgende adem van
het moderne verkeer nauwelijks doordringt.
Hier komt al met de stilte van het voorplein
tje de stemming, die voor een Kerstuitvoering
gewenscht is; binnen het kerkgebouw wordt
ze nog versterkt
Daar waren de achterste banken bezet door
het kleine Luistervinken-koor, dat onder Wil
lem Hespe's beproefde leiding gevormd is; de
luisterenden zaten er vóór en ter zijde, en dat
waren er vele.
Jac. Bonset riep hun het welkom toe met
een „Idylle" voor orgel van Jos. Rheinberger
en dra volgden drie Oud-Nederlandsche. door
Jul. Röntgen zeer deskundig voor koor gezette
Kerstliederen. Hespe's koortje zingt be
schaafd, ook de sopranen bleven bijna steeds
binnen de grenzen der welluidendheid; maar
een sterker bezetting van de mannenstem
men zou niet ongewenscht zijn. Vooral de
tenoren zijn te weinig in aantal en moesten
dus soms tot een geforceerde stemuitzetting
hun toevlucht nemen. Van die drie Kerstlie
deren werd het derde wel het best gezongen.
In het Kerstlied van B. Diamant rees men een
weinig; Aaeste fideles" van Hespe slaagde
goed. De muzikale factuur dezer beide werk
jes evenaart die van Röntgen's bewerkingen
echter niet, en het leek eenigzins bevreemdend
de korte i van „venïte" op een zwaar maat
deel verklankt te hooren. Later op den avond
zong het koor nog zeer bevredigend „Beati
mortui" van Mendelssohn, dat nu voor een
Kerstuitvoering niet zoo toepasselijk mocht
heeten, en Psalm 91 van M. Blummer.
Er stonden echter nog vier koorwerkjes op
het programma; die werden gezongen door
het Jongenskoor der Ver. Zanglust uit Am
sterdam. Dit jongenskoor staat ook onder
Hespe's leiding en het zal voor menigeen een
verrassing geweest zijn. te hooren hoe Hespe
dit stemmenmateriaal heeft weten te ontwik
kelen. De echte frissche klank der jongens
stemmen is bewaard gebleven en de intonaties
waren meerendeels zóó absoluut zeker, dat de
unisono's nagenoeg als één enkele stem van
groote sterkte klonken.
Ook in het meer dan de eerste twee gefigu
reerde derde nummertje slaagde alles uitste
kend; het vierde echter ligt gedeeltelijk erg
laag en daar was wel eens eenige onzuiver
heid op te merken. De driestemmige zetting
der koortjes bevat wel wat te veel evenwijdig
loopende sext- en kwartsext-accoorden om
zonder voorbehoud geprezen te kunnen wor
den.
De koornummers werden door instrumen
tale afgewisseld. De cellist Ed. Biele speelde
eerst een Sonate van Cervetto; de orgelbege
leiding was in het Adagio en het Allegro soste-
nuto wel eens te sterk geregistreerd, zoodat in
het Allegro het fugatisch weefsel niet altijd
duidelijk was. Een oogenblik waren de beide
uitvoerenden het oneens, maar dat kwam
spoedig weer in 't, reine. Het Thema met Va
riaties, dat het laatste deel der Sonate vormt,
leek niet erg belangrijk, maar de cellist gaf
goed, degelijk spel, ook in dubbelnoten te ge
nieten en vertolkte later nog het Abendlied
van Schumann en een Air van Huré zuiver
en mooi van toon.
Ook Jac. Bonset deed zich nog als solist
hooren en wel in een Kerstsuite van eigen
compositie. Drie Kerstliederen gaven hem de
thema's voor Pré-, Inter'- en Postlude. De
factuur er van is zeer ongelijk. Momenten
van rnooien klank en gelukkige vinding ik
denk b.v. aan de orgelpunt op c in het Post
lude worden afgewisseld door schrille over
gangen; als contrapunten treden gewone dia
tonische of chromatische gangen of naieve
tertsenfiguuxtjes op; na een aardig gedeelte
vo^et een banaal slot enz. Het zijn maar en
kele grepen uit mijn aanteekeningen. Er zit
wel goeds in die stukjes, maar geen eenheid;
rijp en groen ligt er dooreen. Misschien kan
een revisie het groen verwijderen.
K. DE JONG.
BAK- EN BRAADVET
NU 40 CT. PER POND
(Adv. iJigez. Med.)
Cabaret-avond van
Haarlem's Tooneel.
In het cabaret La Gaité, dat zich voor zulke
gelegenheden bizonder goed leent, heeft de
tooneelvereeniging Haarlem's Tooneel gister
avond een genoeglijke bijeenkomst gehouden,
welke aan dans en cabaret-kunst gewijd was.
De uitvoering van het program was ditmaal
weder aan beproefde krachten overgelaten;
de jongere generatie, welke onlangs zoo'n
aardig debuut op de planken gemaakt, heeft
liet men thans zonder emplooi.
Het afwisselende en zeer onderhoudende
repertoire was ingestudeerd onder leiding van
den heer Johan Kaart Junior, die ook aan
den inhoud van het repertoire hier en daar
zijn medewerking schijnt te hebben verleend.
De afwerking van het programma onder
scheidde zich door een prijzenswaardige vlot-
hied, en, daar men tijdens de korte pauzen
tusschen de nummers bovendien nog gelegen
heid kreeg tot dansen, behoefde men zich
geen oogenblik te vervelen.
ALs conferencier fungeerde de heer C. Kol-
derie, die zich met een rustig en bescheiden
bonhomie van zijn taak kweet. De dramati
sche schetsjes, waarin men een loopje nam
met de gegevens van de heusche tragedie,
muntten uit door kortheid en door een ver
rassende pointe.
Het waren: De sigaar, gespeeld door
mevrouw N. Siebol en den heer H. Houtman;
Muller, gespeeld door mevrouw M. van Feg-
jelen en de heeren T. Hoogenbeil en J. Siebol;
De miskende vader, gespeeld door mevrouw
Houtman en den heer Siebol en De moord in
de gootsteen, een voortreffelijk stukje komi
sche mimiek van den heer Grauw.
Voor de zangnummers zorgden mevrouw
Siebol, die met piano-begeleiding van den
behalve van muzikale ook van mimische ta
lenten getuigenden heert Timmermans een
potpourri van De Jantjes en eenige interna
tionale liedjes ten gehoore bracht. Tezamen
met de heer Houtman en Siebol gaf dit twee
tal ook nog een paar alleraardigste kwartet
nummers ten beste.
Een apache-scène met een vroolijke ont
knooping besloot het program, waarbij een
lid van de huiskapel van La Gaité nog een
zeer toegejuicht harmonica-nummer als toe
gift voegde.
H. G. CANNEGIETER.
Lectuur voor onze Jeugd.
Magda en haar Vader, door
Fenna de Meyier.
Uitgave Hollandia-drukkerij
Baarn.
Wiek Wint door Willy Corsari
Uitgave Hollandia-drukkerij
Baarn.
Het rimpelig Vlak, door Lydia
IHamstraBaarschers.
Uitgave H. Meulenhoff, Am
sterdam.
Uitgevlogen, door Lina van
Bussum.
Uitgave H. Meulenhoff, Am
sterdam.
Magda en haar Vader, is een verhaal voor
oudere meisjes. Er is veel goeds in dit boek.
veel moois en veel fijns. Soms wil de schrij fster
het al te mooi maken, vooral wat haar zins
bouw betreft. Zinnen van 8 regels lengte zijn
uit den tijd. Ook de stijl is wel eens wat al
te deftig. De schrijfster vertelt bijv. van een
baby. „die rust in algeheele overgave", en
„grootmama achtte lezen heel verderfelijk",
„het was een schreeuw, die zich naar haar
mond drong", enz. enz. Voc onze lezeresjes
zal de inhoud wel nummer eén zijn. Magda.
de heldin van 't verhaal beleeft heel wat. Eerst
lezen we van het verblijf in 't Zuiden van
Frankrijk met de ziekelijke moeder; dan
moeders dood en het terugkeeren naar
Holland.
Dit alles is vrij boeiend beschreven. En
dan komt een vriend in haar leven. Mark,
die gelukkig van heel wat beter allooi is
dan de onuitstaanbare vriendin Emma. Je
snapt eigenlijk niet, waarom dit meisje zoo
zwart geschilderd moet worden.
Als Magda later met vader in Londen is,
ontmoet ze Kathleen weer zoo'n vroegrijp
schepseltje, waar absoluut een verkeerde
invloed van uit moet gaan. Overigens geeft
dat verblijf in Londen nog wel amusante
tafereeltjes. Dan reizen we met Magda en
haar vader naar Parijs, waar ze gaan wonen
in La Maison intime des livres. We krijgen
nu een heel vlotte beschrijving van 't Parijsche
leven en dan komt er een nieuwe vriend op
de proppen Antoine. Magda heeft zich en
passant op de schilderkunst toegelegd. En 't
slot der historie is dat vader heel blij is,
dat hij nu twee kinderen krijgt in plaats van
een, want Magda trouwt met Antoine. Van
wie de illustraties zijn, wordt niet vermeld.
Dat is jammer, want ze gaan boven het boek
uit.
Bij dezelfde uitgeversmaatschappij ver
scheen een tweede druk van Wiek Wint, door
Willy Corsari. Het ós een pittig, vlot ge
schreven verhaal van een Hollandsch meisje,
dat op eigen beenen wil staan en nu als
journaliste naar Engeland gaat en daar veel
grappigs maar ook veel moeiLijks beleeft.
Wiek Wint sprankelt van humor en zulke
boeken hebben we noodig oni bij een op
komend geslacht den levensmoed en den
levensdurf erin te houden. Schitterend zijn
de penteekeningen van H. v. d. Stok.
Het rimpelig vlak door Lydia Hamstra—
Baarschers. Waarom deze titel? Slechts twee
kleine hoofdstukken zijn gewijd aan een
tochtje op het water. Of bedoelt de schrijf
ster, dat het leven van Lien Barends, de
heldin van dit verhaal, niet altijd een kalm
Zeetje is? Lien beproeft haar geluk op een
kantoor. Ze maakt daar met allerlei menschen
kennis, haalt zelf wel eens dwaze streken
uit, zoodat ze eens bijna haar ontslag kreeg.
Al spoedig merken we, dat Henk de Kok een
oogje op Lien heeft. Maar dan komt Bob
Dalstra, als kaper nummer 2. We zitten in
spanning, wie van de twee de uitverkorene
zal zijn. Er wordt gezeild, gedanst, er worden
tochtjes georganiseerd en eindelijk trekt Henk
de stoute schoenen aan en vraagt Lien zijn
vrouw te worden. Ze laat hem zielig genoeg
een blauwtje loopen. Daar Bob naar Gronin
gen gaat, duurt het heel wat bladzijden voor
hij weer op de proppen komt en meer succes
heeft dan Henk. Henk heeft zich nog al spoe
dig over zijn verdriet heengezet, want voor
Lien's verloving met Bob heeft hij zich met
Noor. Lien's zusje verloofd. Dit alles is vlot
en onderhoudend beschreven. De plaatjes door
G. D. Hoogendoorn ge teekend, passen zich
;oed bij den tekst aan.
Uitgevlogen door Lina van Bussum stat wel
op veel hooger trap. De schrijfster is helaas
niet meer. maar de herdruk van dit boek is
uitstekend verzorgd door het echtpaar Valk
hof f.
Hier ook een verhaal van jonge menschen,
die de wereld in moeten, weg van een ideaal-
tehuis. Veel moeilijkheden moeten overwon
nen worden, maar daar is altijd weer de moe
der, die steunt en sterkt door haar brieven
en haar gansche zijn.
Vooral met die dappere Corrie. de oudste,
leef je, al lezende, zoo volkomen mee. En ze
heeft, 't niet gemakkelijk in haar eerste be
trekking. Als hulp in het groote pension is
ze zoo'n manusje van alles.
Als ze Hans ter Weele, den schilder ontmoet,
voelen we, dat die twee een paar zullen worden
Maar er moet nog heel wat gearbeid worden,
voor het zoover is. Wanneer ze man en vrouw
zijn geworden, stapelen de materieele zorgen
zich op en dan gaat Corrie schrijven. Ze heeft
geluk en ze zijn beiden met hun twee sprui
ten zoo gelukkig als menschenkinderen maar
zijn kunnen.
Als Corrie's moeder weduwe is geworden, is
er ook voor haar plaats in het kleine huisje
Een wondermooi boek.
W. B. Z.
LEESTAFELPRAATJES.
De vriendelgijke meneer.
Aan de leestafels van de groote café's be
vindt zich krantenlezend publiek. Dat denkt
ge tenminste, als ge om elf uur 's avonds een
van de groote Amsterdamsche cafés binnen
stapte en aan de leestafel geen plaats, laat
staan een krant, kunt krijgen.
Maar als ge een week stamgast zij t aan
deze tafel, die misschien niet toevallig in het
midden van de zaal is opgesteld, denkt ge
er eenigszins anders over. Ge kent de men
schen zoo langzamerhand, van aanzien be
doel ik natuurlijk, en ge weet, wie leest en
wie over zijn krant met een goed voor de
spiegel ingestudeerd gezicht telkens weer „on
verschillig" naar den ingang zit te kijken.
Betrapt ge een van deze menschen bij hun
oogen-uitstapjes, dan kijken ze natuurlijk
dadelijk met een peinzende gelaatsuitdruk
king in de krant ,die voor hen op de tafel
ligt.
Dit doet vooral steeds een meneer, met
wien ik nog nooit een woord heb gewisseld
maar dien ik reeds heel goed ken. Hij komt
steeds om klokslag twaalf het café binnen
en kijkt zoekend rond of er iemand op hem
zit te wachten. Blijkbaar gerustgesteld, dat
er nog niemand is, gaat hij dan aan de lees
tafel zitten. Hij rukt met een typisch ge
baar zijn das recht, bestelt bier en gaat
lezen. Dat dacht ik ten minste in het begin
maar later zag ik, dat hij voortdurend over
zijn krant heen naar de deur zat te kijken.
En dat deed hij met zooveel zichtbare be
langstelling, dat ik me genoopt voelde, zijn
blikken te volgen. Maar nooit kwam de
dame of heer op wie(n) hij avond aan
avond geduldig zat te wachten. De arme!,
dacht ik dan steeds.
Om klokslag half één houdt hij op met zijn
naar de deur kijken. Weer rukt hij zijn das
met het typische gebaar recht, schuift de
krant op zij, maar gaat niet. Hij trommelt
met zijn lange smalle vingers nerveus op de
tafel. Wat nu?, denken alle menschen on
willekeurig; want alles wat de man doet, doet
hij met zooveel nadruk, dat iedereen het moet
zien.
Ik weet, wat hij nu doet. Van halféén tot
sluitingsuur staat conversatie met de obers
op het programma van dezen leestafelbezoe
ker, dien ik nog nooit met iemand anders een
woord heb hooren wisselen. Hij kent iederen
ober bij zijn naam. Zij weten ook blijkbaar
allen, dat de mijnheer van halféén tot slui
tingsuur wanneer immers de grootste
drukte voorbij is een praatje met hen wil
maken; want ze staan allen zoo dicht in de
buurt van de leestafel, dat de mijnheer hen
slechts bij hun naam behoeft te roepen.
„Zeg Piet., hoe gaat het er mee?"
„Goed mijnheer".
„Is je kiespijn over?"
„Ja mijnheer".
„Pas maar op, dat je niet weer kou vat!
Bij dit weer kun je er makkelijk aan komen.
Ja, Jan. jij bent nu ook al een jaar hier. Be
valt het je nu in Amsterdam?"
„Och meneer, men moet al tevreden zijn,
als men een baantje heeft. Tegenwoordig
bij die slechte tijden".
„Hoor 's Jansen, met jou heb ik nog een
appeltje te schillen. Je hebt me gisteren een
Indisch dubbeltje gegeven. Ik had de groot
ste moeite om het kwijt te worden. Je mag
wel beter oppassen. Goeie klanten moet je
niet zoo behandelen. Nu, bied me maar geen
excuus aan. Het is al goed. Is Smit er van
avond niet?"
„Nee mijnheer, die heeft een vrijen dag".
Jullie hebben het toch wat goed. Zeg hem.
dat ik een paar mooie buitenlandsche post
zegels voor hem heb".
„Nog vijf minuten heeren!" roept Piet met
zijn sterke stem (of is het Jan?). De mijn
heer rukt zijn das weer met het typisch ge
baar recht. Een der obers helpt hem in zijn
jas.
„Wel te rusten heeren!"
„Goeien avond mijnheer!"
Morgen, van klokslag twaalf tot halféén.
zal de heer weer naar den ingang zitten te
kijken en op iemand wachten, die nooit komt.
Terwijl ik dit denk, bemerk ik ineens, dat hij
me medelijdend aanziet. Er gaat me plotse
ling een licht op. Hij denkt natuurlijk van
mij, dat ik ook eiken avond op iemand zit
te wachten, die nooit komt. Misschien kijkt
hij naar den ingang, omdat ik het ook doe.
Misschien? Neen: zeker! Wij hebben deze
comedie één week met elkaar gespeeld.
M. H. J.
BEHANGSELPAPIERFABRIEK GEOPEND.
Onder groote belangstelling heeft te Am
sterdam de opening plaats gehad van de
nieuwe behangselpapierfabriek annex opslag
plaatsen, magazijnen, kantoren en staalboe-
kenfabriek van GoudsmitHoff, behangsel
papierindustrie.
Het Gemeente-Bestuur was vertegenwoor
digd door Wethouder Rustige.
In de nieuwe fabriekshall, gedecoreerd met
de nieuwste stalen van de collectie 1935. die
door de G.H. fabriek gefabriceerd zijn, werd
de begroetingsrede uitgesproken door den oud
sten firmant, den heer K. Ph. Gomperts. Spr.
constateerde met groote voldoening, dat deze
inwijding samenviel met het 50-jarig bestaan
der firma, en huldigde den aanwezigen op-inua.
richter, den heeer L. Goudsmit, die officieel Eurybates. Batavia n. Huil 18 van
uit de vennootschap getreden, de zaak aldus
op een hoogtepunt gekomen aan de jonge
ren overdraagt.
Spr. gaf een uiteenzetting van de artistieke
en cultureele waarde van het artikel behang
selpapier en de onwikkeling van haar bedrijf.
Spr. achtte het een groot voorrecht, dat
thans de fabricage van het artikel behangsel
papier aanvankelijk 2 jaar geleden op kieine
schaal aangevangen in een afzonderlijk ge
bouw aan de Planciusstraat te Amsterdam,
uitgebreid en ondergebracht kon worden in
een groot fabriekspand met een vloer-opper-
vlakte van 500 M2. waar ook de hanaels-
afdeeling, kantoor, magazijn, opslagplaats en
staalboekenfabriek onder één dak vereenigd
zijn, zoodat van de decentralisatie van voor
heen, toen de firma haar bedrijf te Amster
dam in 3 soms 5 panden op verschillende
punten der stad had ondergebracht, geen
sprake meer is.
Naast dit hoofdgebouw aan den Distelweg
wordt thans te Amsterdam uitsluitend nog het
stadsmagazijn en de Toonzaal in het centrum
der stad aangehouden.
Spr. memoreerde dankbaar de vele goede
technische adviezen van Ir. J. L. Goudsmit 'bij
diens afwezigheid vervangen door Ir. Croocke-
wit) bij den bouw en plaatsing der machines
in het bijzonder en bij de inrichting in het
algemeen, en het goede, degelijke werk door
aannemers- en onder-aannemers verricht.
Ten slotte gaf spr. uiting aan zijn groote
waardeering voor een groot deel van het per
soneel. chefs, vertegenwoordigers en employées
en bedienden. Zonder deze ingewerkte en
plichtsgetrouwe staf zou het zeker niet moge
lijk zijn geweest in dezen moeilijken tijd een
dergelijke belangrijke stap te ondernemen.
Daarna vond de officicelc opening plaats in
tegenwoordigheid van Wethouder Rustige na
mens het Gemeente-Bestuur van Amsterdam.
Nadat nog eenige sprekers het woord gevoerd
hadden, werd een rondwandeling door de fa
briek gemaakt.
SCHEEPVAART BERICHTEN
HOLLAND—BRITSCH-INDIë LIJN.
Meliskerk 19 van Rotterdam naar Bombay
via Antwerpen.
HOLLAND—OOST-AZIëLIJN.
Zuiderkerk (thuisr.) 17 te Manilla (verb.)
HALCYON LIJN.
Stad Zwolle 17 v. Antwerpen te Lissabon.
Stad Arnhem 19 v. Oxelosund te Vlaardin-
gen.
Stad Vlaardingen 17 v. Narvik n.
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Leerdam, 18 v. New-York n. Rotterdam.
Breedijk, Philadelphia n. Rotterdam 18 <v.
m.) te Norfolk.
Dinteldijk, Rotterdam n. Vancouver 18 (n.
m.) v. Londen.
Nebraska 19 v. Vancouver n. Rotterdam.
Lochmonar, Vancouver n. Rotterdam 17 te
San Francisco.
Bosch, New-Orleans n. Rotterdam via Lon
den 17 (10.43 v.m.) 500 mijl Z.W. van Land's
End.
Lochkatrine, Vancouver n. Rotterdam via
Liverpool 17 (8.34 n.m.) 1100 mijl W.N.W. van
Valentia.
Bilderdijk 19 v. Rotterdam n. New-Orleans.
HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN.
Maaskerk 19 van West-Afrika te Amster
dam.
HOLLAND—AFRIKALIJN.
Heemskerk, 19 (4 v.m.) v. Rotterdam te
Hamburg.
Nijkerk 19 (8 v.m.) v. Rotterdam te Ham
burg.
Streefkerk, 19 v. Beira naar Rotterdam.
JAVA—CHINA—JAPAN LIJN
Tjinegara, Shanghai n. Java 18 v. Macas
sar.
Tjikembang 17 v. Manilla n. Hongkong.
Tjisandari 17 v. Shanghai te Hongkong.
Tjisalak, 14 v. Hongkong n. Miike.
JAVA—NEW YORK LIJN
Rhexenor, New-York n. Batavia 17 v. Pa-
dang.
KON. NED. STOOMBOOT MIJ.
Alkmaar, Chili n. Amsterdam 18 te Valpa
raiso.
Ceres 18 v. Bourgas n. Varna.
Crijnssen, Amsterdam n. West-Indië 19 te
Curacao.
Euterpe, Bordeaux n. Amsterdam p. 19 (5
v.m. Lydd.
Hebe 18 v. Danzig n. Kopenhagen.
Orestes 18 v. Stamboul n. Yerakini.
Orion 18 v. Ceuta n. Genua.
Perseus 18 v. Kopenhagen n. Gdynia.
Valcanus 18 v. Oran n. Napels.
KON. NED. STOOMBOOT MIJ.
Vesta 19 Dec. van Napels te Tarragona.
Venus 19 December van Salonika te Pi
raeus.
Bodegraven 19 van Amsterdam naar Cu
racao..
KON. HOLL. LLOYD..
Montferland, 19 van Amsterdam n. Ham
burg.
Zeelandia (uitreis) 19 van Funchal
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Tapanoeli (thuisreis) 18 (1 n.m.) v. Port
Said.
Kota Baroe (uitreis) 18 (10 n.m.) van Lis
sabon.
Kota Tjandi (uitreis) 19 (7 v.m.) te Bela-
wan.
Kota Nopan 18 (7 n.m.) van Rott. te Ham
burg.
Siantar (thuisreis) 19 van Padang.
Modjokerto (uitreis) 19 (12 midd.) van Pt.
Said.
Blitar 19 van Rotterdam naar Hamburg.
SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN.
Silverbelle Calcutta n. Vancouver, 13 van
Macassar.
Silvermaple, 16 van Calcutta te Portland.
(O.)
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
Tawali Humboldtbaai n. Java 18 v. Port
Natal.
Uoelau Bras 19 van Batavia naar Amster-
dm.
Salabangka (thuisreis) 19 Dec. van Suez.
STOOMVAART MIJ. OCEAAN.
Melampus, Amsterdam naar Batavia 19 te
Port Said.
Deucalion, Japan n. Rotterdam 19 van Co
lombo.
Perseus 18 van Rotterdam te Osaka.
Teiresias, Java n. Liverpool 18 te Ge-
Londen,