DIAMANT I Letteren m SCunst DONDERDAG 20 DECEMBER '34 HAARLEM'S DAGBLAD 5 Van Landhuizen en Lampekappen. Het is voor uw verslaggever een ongeveer Jaarlijks terugkeerend genoegen geworden van mejuffrouw Van Regteren Altena op de Nieuwe Gracht een uitnoodiging te ontvangen haar nieuwste creaties op het gebied van de lampekap te komen bewonderen. Mijn gere gelde lezer zal mij natuurlijk wel weer niet gelooven, als ik zeg dat ik gewoonweg dol ben op lampekappen, maar als ik doodernstig tot in mijn inner lij kst zelf probeer te schouwen, kan het toch ook zijn dat mijn genoegen zijn grond vindt in het respect, dat ik voor deze doortastende, actieve, vasthoudende, maar bovenal zeer goeden smaak bezittende dame koester. Goede smaak is helaas in de latere jaren een betrekkelijk zoo zeldzame verschij ning geworden dat het haar misschien het recht geeft te verwachten dat men er nota van neemt, wanneer zij haar huis een week lang (tot 23 dezer) openstelt om de resultaten er van tot de menigte te doen spreken. En zooals de beroemde Parijsche modekoning, Paul Poi- ret steeds nieuwe artistieke attracties wist te bedenken waardoor elk debuut zijner schep- pingen een evenement werd in het rijk van smaak en schoonheid, zoo weet ook mej. Altena telkens voor haar Kerkuilproducten eene bij komstige manifestatie te organiseeren, die de waardigheid des Uils tot in het grandiose ver heft. Ditmaal manifesteert zich als belangwek kende bijkomstigheid de nog jonge architect J. P. Kloos met teekeningen, foto's en ma- quetten die nog te meer onze aandacht waard zijn, nu de maker ervan, Haarlemmer gewor den zijnde, ook in de toekomst de mogelijk heid eenere veelvuldige occasioneels samen werking met mej. Altena verwacht, om te ge raken tot door beiden geleiden bouw, ver bouw, inrichting en aankleeding van complete behuizingen. Aard en neiging van den heer Kloos, blijkend uit het hier getoonde werk, zullen het hem niet moeilijk doen vallen in de moderne sfeer des Kerkuils volkomen zich thuis tevoelen, Als as sistent van bouwmeester Dudok, op diens ad vies o.a. te Parijs aan 't Maison des Etudiants gearbeid hebbend, komt deze heer niet nu zoo maar eens uit de lucht vallen. Hij toont ons hier bovendien interessante maquettes van uitgevoerd en geprojecteerd werk voor ons eigen land, waaruit een gelukkige vermenging van schoonheidszin met zorg voor het nuttig effect blijkt. Een ruim landhuis te Wiesel bij Apeldoorn behoort tot de eerste groep, een zeer sober doch wel doordacht ontwerp voor een openluchtbad te Apeldoorn moest voor het thans daar bestaande Boschpad plaats maken, doordat de gemeente de zaak uit de handen der eerste particuliere onderneming overnam en aan haar eigen gemeentelijk bouwbureau overdeed. Doch niet dan nadat door een deel van den Raad de wensch was uitgesproken Kloos' ontwerp uit te voeren. Met een ontwerp teekening voor een aula op een begraafplaats verwierf de heer Kloos een eersten prijs en een affiche voor de Boekencommissie van 1934 met „koopt 'n boek" zou zeker een goedé kans gemaakt hebben tusschen de honderd en zoo veel mededingers wanneer de ontwerper aan den voorkeur van boekdruk boven steendruk (in dit geval) had vastgehouden. Het is in ieder opzicht echter overigens een beschaafd en fijnkleurig stuk werk. Doch genoeg om te doen zien dat mej. Van Regteren Altena zich van de hulp van een smaak en intelligentie bezittend medewerker verzekerd heeft. Laat mij over de lampe kappen ditmaal kort mogen zijn en mijn be wondering voor de kimono's dassen en tas- schen zich uiten in stilte. In de eerste heeft de ontwerpster naar nog steeds grooteren een voud gestreefd die toch immers het ken merk van het ware is. En ondanks dat toch dingen van een kalme voornaamheid ge wrocht, die zelfs geen impressionistische schil derij kwaad zullen doen als nabuur. En dat zegt wat, voor een lampekap! J. H. DE BOIS. HET TOONEEL. Rotferdamsch-Hofstad Tooneel REMBRANDT VOOR DE RECHTBANK, Eenige jaren geleden zijn er stemmen op gegaan om het vonnis van Rembrandt's fail lissement nu nog na bijna 300 jaar dus te herzien, om Rembrandts naam te zuive ren van een blaam, welke volgens deze menschen nog altijd op hem drukte. Dit dwaze voorstel, dat in allen ernst werd ge daan, heeft waarschijnlijk den Duitscher Hans Kyser op het idee gebracht zijn stuk „Rembrandt voor de Rechtbank" te schrijven en toen hij eenmaal dat gegeven had, :s hij nog wat verder gegaan en heeft hij Rem brandt in „levenden-geesteslijve"dit proces als „beklaagde" doen bijwonen. Volgens Kyser is het menschdom van heden niets beter dan 300 jaar geleden en zou het Rembrandt even zeer pijnigen en veroordeelen als het dit tij dens zijn leven heeft gedaan. Zoo op het eerste gezicht lijkt in dit ge geven wel de stof voor een fantastisch satiriek spel aanwezig, maar nu ik dit stuk heb gezien is het mij zeer tegengevallen. Reeds dadelijk het eerste bedrijf bracht een teleurstelling. De inzet, het verhoor van de deskundigen de experts voor occultisme en i-adio-techniek maar vooral van de doove en mallotige tuige Titia van Uylenburch en den bangen brigadier was te kluchtig als voorbereiding voor de verschijning van Rembrandt. Heel die verschijning deed nu meer denken aan een revue-scène dan aan het exposé van een stuk met blijkbaar serieuse bedoelingen. Maar ook in de volgende bedrijven vermocht dit spel weinig indruk op mij te maken. Ik kwam geen oogenblik los van de gedachte met een bedenksel te doen te hebben. Voor een „fantasie" ging de vlucht van den schrijver niet hoog genoeg, zoodat wij ondanks het vele bizarre toch aldoor op den grond bleven Van verontwaardiging tegen de rechters tegen het philisterdom van onzen eigen tijd dus was weinig of geen sprake, omdat alles al te opzettelijk en eenzijdig was gesteld. Wij moesten nu en dan wel lachen om enkele rake scherpe zetten, zooals in het pleidooi van den officier van justitie, en van den procureur van de schuldeischers, waarin het satirieke deel het best tot zijn recht kwam, maar daar bleef het dan ook bij. Wij zagen het meer als een soort anachronistische grap dan dat het onzen weerzin wekte, wat dan toch de bedoe ling van den schrijver moet zijn geweest. Zou hij anders zoo ver zijn gegaan, den Christus van de honderd guldensprent ten tooneele te voeren als hoogste en laatste instantie van verdediging van Rembrandt? Maar erger was het. dat de figuur van Rem brandt zelve niet tot haar recht kwam. Moes ten wij in dit wat seniele, oude heerschap ons grootste Nederlandsch genie zien? Deze Rem brandt was veel te passief, bleef als figuur te statisch om ons di'amatisch ook maar eenigs- zins te kunnen boeien. Eigenlijk was de fris- sche Hendrickje Stoffels veel interessanter. De figuur van Rembrandt werd noch tragisch noch grootsch en dat had zij toch moeten zijn zou dit stuk het door den schrijver gewensch- te effect hebben gelrad. De tableaux vielen uit het kader van dit spel. Wat moest feitelijk die toelichtende" vertooning der scène tusschen Rembrandt en Saskia, die met de rechtzitting toch feitelijk niets te maken had? Bracht zij ons dichter tot Rembrandt? En de verschijning van Geertje Dirx gaf enkel een melo-dramatisch effect, Alleen het tableau van den verkoop was wel van tragische werking, al viel ook dat buiten de eigenlijke handeling der rechtzitting. Toch, al stelde Kijzer's stuk teleur, zullen de abonnees, die onzen Stadsschouwburg tot de laatste plaats gisteravond vulden, zich niet over de keuze van den heer Deinum beklaagd hebben. Er viel veel te zien en Van der Lugt Melsert, die zelf de regie had gevoerd, heeft alles gedaan om er een „groote voorstelling" van te maken. Hij had zelfs voor begeleidende muziek in enkele tafereelen gezorgd. Johan Elsensohn was Rembrandt. Van Rem brandt's grootte heeft hij ons niet kunnen overtuigen. Hij was meer een wat meelijwek kende dan een tragische grootsche figuur. De glans van 't genie lag niet over dezen ouden vermoeiden man zonder verweer. Hendrichje Stoffels was een wel pittig figuurtje, zooals zij door Enny Meunier werd gespeeld en als de verdedigster van Rembrandt wist zij in haar spel ook een levendig en warm accent te leggen. De rechters hadden het gemakkelijker dan de opgestane dooden. Toch zou het effect mis schien grooter zijn geweest, wanneer ook zij minder reëel, meer fantastisch waren gespeeld. Een oogenblik werd daarnaar gestreefd, maar een benauwenden indruk maakte deze recht bank over het algemeen toch niet. En de ge tuige Titia van Uyenburch was een wel wat erg malle caricatuur, zooals zij door mevrouw Ra- nucoiBeekman werd gegeven. De volle zaal toonde zich geboeid en over het succes kan het Rotterdamsch Hofstad dan ook tevreden zijn. Er was aan het slot landdurig en hartelijk applaus. J. B. SCHUIL. MUZIEK. Haarlem's Luisfervinken-Koor Kerstuitvoering. Ten tweede male noodigde de Bakenesser- kerk ons binnen haar muren, in dat oude stadsdeel, waar de hijgende adem van het moderne verkeer nauwelijks doordringt. Hier komt al met de stilte van het voorplein tje de stemming, die voor een Kerstuitvoering gewenscht is; binnen het kerkgebouw wordt ze nog versterkt Daar waren de achterste banken bezet door het kleine Luistervinken-koor, dat onder Wil lem Hespe's beproefde leiding gevormd is; de luisterenden zaten er vóór en ter zijde, en dat waren er vele. Jac. Bonset riep hun het welkom toe met een „Idylle" voor orgel van Jos. Rheinberger en dra volgden drie Oud-Nederlandsche. door Jul. Röntgen zeer deskundig voor koor gezette Kerstliederen. Hespe's koortje zingt be schaafd, ook de sopranen bleven bijna steeds binnen de grenzen der welluidendheid; maar een sterker bezetting van de mannenstem men zou niet ongewenscht zijn. Vooral de tenoren zijn te weinig in aantal en moesten dus soms tot een geforceerde stemuitzetting hun toevlucht nemen. Van die drie Kerstlie deren werd het derde wel het best gezongen. In het Kerstlied van B. Diamant rees men een weinig; Aaeste fideles" van Hespe slaagde goed. De muzikale factuur dezer beide werk jes evenaart die van Röntgen's bewerkingen echter niet, en het leek eenigzins bevreemdend de korte i van „venïte" op een zwaar maat deel verklankt te hooren. Later op den avond zong het koor nog zeer bevredigend „Beati mortui" van Mendelssohn, dat nu voor een Kerstuitvoering niet zoo toepasselijk mocht heeten, en Psalm 91 van M. Blummer. Er stonden echter nog vier koorwerkjes op het programma; die werden gezongen door het Jongenskoor der Ver. Zanglust uit Am sterdam. Dit jongenskoor staat ook onder Hespe's leiding en het zal voor menigeen een verrassing geweest zijn. te hooren hoe Hespe dit stemmenmateriaal heeft weten te ontwik kelen. De echte frissche klank der jongens stemmen is bewaard gebleven en de intonaties waren meerendeels zóó absoluut zeker, dat de unisono's nagenoeg als één enkele stem van groote sterkte klonken. Ook in het meer dan de eerste twee gefigu reerde derde nummertje slaagde alles uitste kend; het vierde echter ligt gedeeltelijk erg laag en daar was wel eens eenige onzuiver heid op te merken. De driestemmige zetting der koortjes bevat wel wat te veel evenwijdig loopende sext- en kwartsext-accoorden om zonder voorbehoud geprezen te kunnen wor den. De koornummers werden door instrumen tale afgewisseld. De cellist Ed. Biele speelde eerst een Sonate van Cervetto; de orgelbege leiding was in het Adagio en het Allegro soste- nuto wel eens te sterk geregistreerd, zoodat in het Allegro het fugatisch weefsel niet altijd duidelijk was. Een oogenblik waren de beide uitvoerenden het oneens, maar dat kwam spoedig weer in 't, reine. Het Thema met Va riaties, dat het laatste deel der Sonate vormt, leek niet erg belangrijk, maar de cellist gaf goed, degelijk spel, ook in dubbelnoten te ge nieten en vertolkte later nog het Abendlied van Schumann en een Air van Huré zuiver en mooi van toon. Ook Jac. Bonset deed zich nog als solist hooren en wel in een Kerstsuite van eigen compositie. Drie Kerstliederen gaven hem de thema's voor Pré-, Inter'- en Postlude. De factuur er van is zeer ongelijk. Momenten van rnooien klank en gelukkige vinding ik denk b.v. aan de orgelpunt op c in het Post lude worden afgewisseld door schrille over gangen; als contrapunten treden gewone dia tonische of chromatische gangen of naieve tertsenfiguuxtjes op; na een aardig gedeelte vo^et een banaal slot enz. Het zijn maar en kele grepen uit mijn aanteekeningen. Er zit wel goeds in die stukjes, maar geen eenheid; rijp en groen ligt er dooreen. Misschien kan een revisie het groen verwijderen. K. DE JONG. BAK- EN BRAADVET NU 40 CT. PER POND (Adv. iJigez. Med.) Cabaret-avond van Haarlem's Tooneel. In het cabaret La Gaité, dat zich voor zulke gelegenheden bizonder goed leent, heeft de tooneelvereeniging Haarlem's Tooneel gister avond een genoeglijke bijeenkomst gehouden, welke aan dans en cabaret-kunst gewijd was. De uitvoering van het program was ditmaal weder aan beproefde krachten overgelaten; de jongere generatie, welke onlangs zoo'n aardig debuut op de planken gemaakt, heeft liet men thans zonder emplooi. Het afwisselende en zeer onderhoudende repertoire was ingestudeerd onder leiding van den heer Johan Kaart Junior, die ook aan den inhoud van het repertoire hier en daar zijn medewerking schijnt te hebben verleend. De afwerking van het programma onder scheidde zich door een prijzenswaardige vlot- hied, en, daar men tijdens de korte pauzen tusschen de nummers bovendien nog gelegen heid kreeg tot dansen, behoefde men zich geen oogenblik te vervelen. ALs conferencier fungeerde de heer C. Kol- derie, die zich met een rustig en bescheiden bonhomie van zijn taak kweet. De dramati sche schetsjes, waarin men een loopje nam met de gegevens van de heusche tragedie, muntten uit door kortheid en door een ver rassende pointe. Het waren: De sigaar, gespeeld door mevrouw N. Siebol en den heer H. Houtman; Muller, gespeeld door mevrouw M. van Feg- jelen en de heeren T. Hoogenbeil en J. Siebol; De miskende vader, gespeeld door mevrouw Houtman en den heer Siebol en De moord in de gootsteen, een voortreffelijk stukje komi sche mimiek van den heer Grauw. Voor de zangnummers zorgden mevrouw Siebol, die met piano-begeleiding van den behalve van muzikale ook van mimische ta lenten getuigenden heert Timmermans een potpourri van De Jantjes en eenige interna tionale liedjes ten gehoore bracht. Tezamen met de heer Houtman en Siebol gaf dit twee tal ook nog een paar alleraardigste kwartet nummers ten beste. Een apache-scène met een vroolijke ont knooping besloot het program, waarbij een lid van de huiskapel van La Gaité nog een zeer toegejuicht harmonica-nummer als toe gift voegde. H. G. CANNEGIETER. Lectuur voor onze Jeugd. Magda en haar Vader, door Fenna de Meyier. Uitgave Hollandia-drukkerij Baarn. Wiek Wint door Willy Corsari Uitgave Hollandia-drukkerij Baarn. Het rimpelig Vlak, door Lydia IHamstraBaarschers. Uitgave H. Meulenhoff, Am sterdam. Uitgevlogen, door Lina van Bussum. Uitgave H. Meulenhoff, Am sterdam. Magda en haar Vader, is een verhaal voor oudere meisjes. Er is veel goeds in dit boek. veel moois en veel fijns. Soms wil de schrij fster het al te mooi maken, vooral wat haar zins bouw betreft. Zinnen van 8 regels lengte zijn uit den tijd. Ook de stijl is wel eens wat al te deftig. De schrijfster vertelt bijv. van een baby. „die rust in algeheele overgave", en „grootmama achtte lezen heel verderfelijk", „het was een schreeuw, die zich naar haar mond drong", enz. enz. Voc onze lezeresjes zal de inhoud wel nummer eén zijn. Magda. de heldin van 't verhaal beleeft heel wat. Eerst lezen we van het verblijf in 't Zuiden van Frankrijk met de ziekelijke moeder; dan moeders dood en het terugkeeren naar Holland. Dit alles is vrij boeiend beschreven. En dan komt een vriend in haar leven. Mark, die gelukkig van heel wat beter allooi is dan de onuitstaanbare vriendin Emma. Je snapt eigenlijk niet, waarom dit meisje zoo zwart geschilderd moet worden. Als Magda later met vader in Londen is, ontmoet ze Kathleen weer zoo'n vroegrijp schepseltje, waar absoluut een verkeerde invloed van uit moet gaan. Overigens geeft dat verblijf in Londen nog wel amusante tafereeltjes. Dan reizen we met Magda en haar vader naar Parijs, waar ze gaan wonen in La Maison intime des livres. We krijgen nu een heel vlotte beschrijving van 't Parijsche leven en dan komt er een nieuwe vriend op de proppen Antoine. Magda heeft zich en passant op de schilderkunst toegelegd. En 't slot der historie is dat vader heel blij is, dat hij nu twee kinderen krijgt in plaats van een, want Magda trouwt met Antoine. Van wie de illustraties zijn, wordt niet vermeld. Dat is jammer, want ze gaan boven het boek uit. Bij dezelfde uitgeversmaatschappij ver scheen een tweede druk van Wiek Wint, door Willy Corsari. Het ós een pittig, vlot ge schreven verhaal van een Hollandsch meisje, dat op eigen beenen wil staan en nu als journaliste naar Engeland gaat en daar veel grappigs maar ook veel moeiLijks beleeft. Wiek Wint sprankelt van humor en zulke boeken hebben we noodig oni bij een op komend geslacht den levensmoed en den levensdurf erin te houden. Schitterend zijn de penteekeningen van H. v. d. Stok. Het rimpelig vlak door Lydia Hamstra— Baarschers. Waarom deze titel? Slechts twee kleine hoofdstukken zijn gewijd aan een tochtje op het water. Of bedoelt de schrijf ster, dat het leven van Lien Barends, de heldin van dit verhaal, niet altijd een kalm Zeetje is? Lien beproeft haar geluk op een kantoor. Ze maakt daar met allerlei menschen kennis, haalt zelf wel eens dwaze streken uit, zoodat ze eens bijna haar ontslag kreeg. Al spoedig merken we, dat Henk de Kok een oogje op Lien heeft. Maar dan komt Bob Dalstra, als kaper nummer 2. We zitten in spanning, wie van de twee de uitverkorene zal zijn. Er wordt gezeild, gedanst, er worden tochtjes georganiseerd en eindelijk trekt Henk de stoute schoenen aan en vraagt Lien zijn vrouw te worden. Ze laat hem zielig genoeg een blauwtje loopen. Daar Bob naar Gronin gen gaat, duurt het heel wat bladzijden voor hij weer op de proppen komt en meer succes heeft dan Henk. Henk heeft zich nog al spoe dig over zijn verdriet heengezet, want voor Lien's verloving met Bob heeft hij zich met Noor. Lien's zusje verloofd. Dit alles is vlot en onderhoudend beschreven. De plaatjes door G. D. Hoogendoorn ge teekend, passen zich ;oed bij den tekst aan. Uitgevlogen door Lina van Bussum stat wel op veel hooger trap. De schrijfster is helaas niet meer. maar de herdruk van dit boek is uitstekend verzorgd door het echtpaar Valk hof f. Hier ook een verhaal van jonge menschen, die de wereld in moeten, weg van een ideaal- tehuis. Veel moeilijkheden moeten overwon nen worden, maar daar is altijd weer de moe der, die steunt en sterkt door haar brieven en haar gansche zijn. Vooral met die dappere Corrie. de oudste, leef je, al lezende, zoo volkomen mee. En ze heeft, 't niet gemakkelijk in haar eerste be trekking. Als hulp in het groote pension is ze zoo'n manusje van alles. Als ze Hans ter Weele, den schilder ontmoet, voelen we, dat die twee een paar zullen worden Maar er moet nog heel wat gearbeid worden, voor het zoover is. Wanneer ze man en vrouw zijn geworden, stapelen de materieele zorgen zich op en dan gaat Corrie schrijven. Ze heeft geluk en ze zijn beiden met hun twee sprui ten zoo gelukkig als menschenkinderen maar zijn kunnen. Als Corrie's moeder weduwe is geworden, is er ook voor haar plaats in het kleine huisje Een wondermooi boek. W. B. Z. LEESTAFELPRAATJES. De vriendelgijke meneer. Aan de leestafels van de groote café's be vindt zich krantenlezend publiek. Dat denkt ge tenminste, als ge om elf uur 's avonds een van de groote Amsterdamsche cafés binnen stapte en aan de leestafel geen plaats, laat staan een krant, kunt krijgen. Maar als ge een week stamgast zij t aan deze tafel, die misschien niet toevallig in het midden van de zaal is opgesteld, denkt ge er eenigszins anders over. Ge kent de men schen zoo langzamerhand, van aanzien be doel ik natuurlijk, en ge weet, wie leest en wie over zijn krant met een goed voor de spiegel ingestudeerd gezicht telkens weer „on verschillig" naar den ingang zit te kijken. Betrapt ge een van deze menschen bij hun oogen-uitstapjes, dan kijken ze natuurlijk dadelijk met een peinzende gelaatsuitdruk king in de krant ,die voor hen op de tafel ligt. Dit doet vooral steeds een meneer, met wien ik nog nooit een woord heb gewisseld maar dien ik reeds heel goed ken. Hij komt steeds om klokslag twaalf het café binnen en kijkt zoekend rond of er iemand op hem zit te wachten. Blijkbaar gerustgesteld, dat er nog niemand is, gaat hij dan aan de lees tafel zitten. Hij rukt met een typisch ge baar zijn das recht, bestelt bier en gaat lezen. Dat dacht ik ten minste in het begin maar later zag ik, dat hij voortdurend over zijn krant heen naar de deur zat te kijken. En dat deed hij met zooveel zichtbare be langstelling, dat ik me genoopt voelde, zijn blikken te volgen. Maar nooit kwam de dame of heer op wie(n) hij avond aan avond geduldig zat te wachten. De arme!, dacht ik dan steeds. Om klokslag half één houdt hij op met zijn naar de deur kijken. Weer rukt hij zijn das met het typische gebaar recht, schuift de krant op zij, maar gaat niet. Hij trommelt met zijn lange smalle vingers nerveus op de tafel. Wat nu?, denken alle menschen on willekeurig; want alles wat de man doet, doet hij met zooveel nadruk, dat iedereen het moet zien. Ik weet, wat hij nu doet. Van halféén tot sluitingsuur staat conversatie met de obers op het programma van dezen leestafelbezoe ker, dien ik nog nooit met iemand anders een woord heb hooren wisselen. Hij kent iederen ober bij zijn naam. Zij weten ook blijkbaar allen, dat de mijnheer van halféén tot slui tingsuur wanneer immers de grootste drukte voorbij is een praatje met hen wil maken; want ze staan allen zoo dicht in de buurt van de leestafel, dat de mijnheer hen slechts bij hun naam behoeft te roepen. „Zeg Piet., hoe gaat het er mee?" „Goed mijnheer". „Is je kiespijn over?" „Ja mijnheer". „Pas maar op, dat je niet weer kou vat! Bij dit weer kun je er makkelijk aan komen. Ja, Jan. jij bent nu ook al een jaar hier. Be valt het je nu in Amsterdam?" „Och meneer, men moet al tevreden zijn, als men een baantje heeft. Tegenwoordig bij die slechte tijden". „Hoor 's Jansen, met jou heb ik nog een appeltje te schillen. Je hebt me gisteren een Indisch dubbeltje gegeven. Ik had de groot ste moeite om het kwijt te worden. Je mag wel beter oppassen. Goeie klanten moet je niet zoo behandelen. Nu, bied me maar geen excuus aan. Het is al goed. Is Smit er van avond niet?" „Nee mijnheer, die heeft een vrijen dag". Jullie hebben het toch wat goed. Zeg hem. dat ik een paar mooie buitenlandsche post zegels voor hem heb". „Nog vijf minuten heeren!" roept Piet met zijn sterke stem (of is het Jan?). De mijn heer rukt zijn das weer met het typisch ge baar recht. Een der obers helpt hem in zijn jas. „Wel te rusten heeren!" „Goeien avond mijnheer!" Morgen, van klokslag twaalf tot halféén. zal de heer weer naar den ingang zitten te kijken en op iemand wachten, die nooit komt. Terwijl ik dit denk, bemerk ik ineens, dat hij me medelijdend aanziet. Er gaat me plotse ling een licht op. Hij denkt natuurlijk van mij, dat ik ook eiken avond op iemand zit te wachten, die nooit komt. Misschien kijkt hij naar den ingang, omdat ik het ook doe. Misschien? Neen: zeker! Wij hebben deze comedie één week met elkaar gespeeld. M. H. J. BEHANGSELPAPIERFABRIEK GEOPEND. Onder groote belangstelling heeft te Am sterdam de opening plaats gehad van de nieuwe behangselpapierfabriek annex opslag plaatsen, magazijnen, kantoren en staalboe- kenfabriek van GoudsmitHoff, behangsel papierindustrie. Het Gemeente-Bestuur was vertegenwoor digd door Wethouder Rustige. In de nieuwe fabriekshall, gedecoreerd met de nieuwste stalen van de collectie 1935. die door de G.H. fabriek gefabriceerd zijn, werd de begroetingsrede uitgesproken door den oud sten firmant, den heer K. Ph. Gomperts. Spr. constateerde met groote voldoening, dat deze inwijding samenviel met het 50-jarig bestaan der firma, en huldigde den aanwezigen op-inua. richter, den heeer L. Goudsmit, die officieel Eurybates. Batavia n. Huil 18 van uit de vennootschap getreden, de zaak aldus op een hoogtepunt gekomen aan de jonge ren overdraagt. Spr. gaf een uiteenzetting van de artistieke en cultureele waarde van het artikel behang selpapier en de onwikkeling van haar bedrijf. Spr. achtte het een groot voorrecht, dat thans de fabricage van het artikel behangsel papier aanvankelijk 2 jaar geleden op kieine schaal aangevangen in een afzonderlijk ge bouw aan de Planciusstraat te Amsterdam, uitgebreid en ondergebracht kon worden in een groot fabriekspand met een vloer-opper- vlakte van 500 M2. waar ook de hanaels- afdeeling, kantoor, magazijn, opslagplaats en staalboekenfabriek onder één dak vereenigd zijn, zoodat van de decentralisatie van voor heen, toen de firma haar bedrijf te Amster dam in 3 soms 5 panden op verschillende punten der stad had ondergebracht, geen sprake meer is. Naast dit hoofdgebouw aan den Distelweg wordt thans te Amsterdam uitsluitend nog het stadsmagazijn en de Toonzaal in het centrum der stad aangehouden. Spr. memoreerde dankbaar de vele goede technische adviezen van Ir. J. L. Goudsmit 'bij diens afwezigheid vervangen door Ir. Croocke- wit) bij den bouw en plaatsing der machines in het bijzonder en bij de inrichting in het algemeen, en het goede, degelijke werk door aannemers- en onder-aannemers verricht. Ten slotte gaf spr. uiting aan zijn groote waardeering voor een groot deel van het per soneel. chefs, vertegenwoordigers en employées en bedienden. Zonder deze ingewerkte en plichtsgetrouwe staf zou het zeker niet moge lijk zijn geweest in dezen moeilijken tijd een dergelijke belangrijke stap te ondernemen. Daarna vond de officicelc opening plaats in tegenwoordigheid van Wethouder Rustige na mens het Gemeente-Bestuur van Amsterdam. Nadat nog eenige sprekers het woord gevoerd hadden, werd een rondwandeling door de fa briek gemaakt. SCHEEPVAART BERICHTEN HOLLAND—BRITSCH-INDIë LIJN. Meliskerk 19 van Rotterdam naar Bombay via Antwerpen. HOLLAND—OOST-AZIëLIJN. Zuiderkerk (thuisr.) 17 te Manilla (verb.) HALCYON LIJN. Stad Zwolle 17 v. Antwerpen te Lissabon. Stad Arnhem 19 v. Oxelosund te Vlaardin- gen. Stad Vlaardingen 17 v. Narvik n. HOLLAND—AMERIKA LIJN. Leerdam, 18 v. New-York n. Rotterdam. Breedijk, Philadelphia n. Rotterdam 18 <v. m.) te Norfolk. Dinteldijk, Rotterdam n. Vancouver 18 (n. m.) v. Londen. Nebraska 19 v. Vancouver n. Rotterdam. Lochmonar, Vancouver n. Rotterdam 17 te San Francisco. Bosch, New-Orleans n. Rotterdam via Lon den 17 (10.43 v.m.) 500 mijl Z.W. van Land's End. Lochkatrine, Vancouver n. Rotterdam via Liverpool 17 (8.34 n.m.) 1100 mijl W.N.W. van Valentia. Bilderdijk 19 v. Rotterdam n. New-Orleans. HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN. Maaskerk 19 van West-Afrika te Amster dam. HOLLAND—AFRIKALIJN. Heemskerk, 19 (4 v.m.) v. Rotterdam te Hamburg. Nijkerk 19 (8 v.m.) v. Rotterdam te Ham burg. Streefkerk, 19 v. Beira naar Rotterdam. JAVA—CHINA—JAPAN LIJN Tjinegara, Shanghai n. Java 18 v. Macas sar. Tjikembang 17 v. Manilla n. Hongkong. Tjisandari 17 v. Shanghai te Hongkong. Tjisalak, 14 v. Hongkong n. Miike. JAVA—NEW YORK LIJN Rhexenor, New-York n. Batavia 17 v. Pa- dang. KON. NED. STOOMBOOT MIJ. Alkmaar, Chili n. Amsterdam 18 te Valpa raiso. Ceres 18 v. Bourgas n. Varna. Crijnssen, Amsterdam n. West-Indië 19 te Curacao. Euterpe, Bordeaux n. Amsterdam p. 19 (5 v.m. Lydd. Hebe 18 v. Danzig n. Kopenhagen. Orestes 18 v. Stamboul n. Yerakini. Orion 18 v. Ceuta n. Genua. Perseus 18 v. Kopenhagen n. Gdynia. Valcanus 18 v. Oran n. Napels. KON. NED. STOOMBOOT MIJ. Vesta 19 Dec. van Napels te Tarragona. Venus 19 December van Salonika te Pi raeus. Bodegraven 19 van Amsterdam naar Cu racao.. KON. HOLL. LLOYD.. Montferland, 19 van Amsterdam n. Ham burg. Zeelandia (uitreis) 19 van Funchal ROTTERDAMSCHE LLOYD. Tapanoeli (thuisreis) 18 (1 n.m.) v. Port Said. Kota Baroe (uitreis) 18 (10 n.m.) van Lis sabon. Kota Tjandi (uitreis) 19 (7 v.m.) te Bela- wan. Kota Nopan 18 (7 n.m.) van Rott. te Ham burg. Siantar (thuisreis) 19 van Padang. Modjokerto (uitreis) 19 (12 midd.) van Pt. Said. Blitar 19 van Rotterdam naar Hamburg. SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN. Silverbelle Calcutta n. Vancouver, 13 van Macassar. Silvermaple, 16 van Calcutta te Portland. (O.) STOOMVAART MIJ. NEDERLAND. Tawali Humboldtbaai n. Java 18 v. Port Natal. Uoelau Bras 19 van Batavia naar Amster- dm. Salabangka (thuisreis) 19 Dec. van Suez. STOOMVAART MIJ. OCEAAN. Melampus, Amsterdam naar Batavia 19 te Port Said. Deucalion, Japan n. Rotterdam 19 van Co lombo. Perseus 18 van Rotterdam te Osaka. Teiresias, Java n. Liverpool 18 te Ge- Londen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9