HIJ OF ZIJ Het ontzettend einde van de „Uiver9 De eerste foto van de aankomst der Nederlandsche kwartiermakers voor het detachement mariniers te Saarbrücken. De Hollandsche autocolonne in de straten der stad Het militair vliegtuig, dat Donderdag nabij Overschie bij een noodlanding over den kop sloeg is gedemonteerd en met paardenkracht weggesleept De jobstijding van het verschikkelijk einde der vUiver'-Kerstpostvlucht heeft diepe ontroering In den lande gewekt. Voor de gebouwen der K.L M, in Rotterdam, den Haag en Amsterdam verzamelde zich heel den dag een groote menigte welke de tragische gebeurtenis besprak FEUILLETON door BERTA RUCK. 34) Ik was echt woedend op haar en zal haar dat ook morgen ik bedoel van middag vertellen, als ik weer met de schuit naar haar toe moet. Ik voelde, dat zij nog maken zou, dat ik mijn betrekking verloor. „Het volgende oogenblik werd mijn vrees al bewaarheid. Ik was het, die het eerst de voet- i stappen vernam, die op het kiezelpad naderbij kwamen, en de brandende sigaret opmerkte. Ik ;'wist vooruit, wie het was. Het kon niemand anders zijn. „Het was natuurlijk mijn Baas.'' j „Daar heb je het nu", bromde ik in haar 'oor. „U heeft me er leelijk in laten vliegen." i „Zij lachte zenuwachtig en trok mij mee ;naar de haag van laurierstruiken, gaf me een duwtje en zei: Loop! Meteen was ze al meters 'van mij vandaan en liep Wellalone te gemoet op het pad. „Hallo, ben jij dat, Ralph?" hoorde ik haar zeggen met een allerliefst stemmetje. De takken en droge bladeren onder mijn voeten kraakten van geweld, naar het mij toe scheen, toch hoorde ik Sir Ralph nog zeggen: „Hallo Tut, waar heb je je cavalier zoo opeens gelaten? Ik dacht, dat ik je hier op het gazon zag dansen, toen ik er aankwam?" „Ik weet niet, wat Tut tegen hem zei, maar ze was best in staat, om hem te overtuigen, dat ze met haar eigen schaduw gedanst had. Ik wachtte niet, om iets te hooren, maar rende naar de achterdeur. „Gelukkig vond ik de kamer van de huis houdster en vroeg haar, of ik niet papier en |>en kon krijgen, want dat ik zoo graag een paar woorden aan mijn meisje wou schrijven, terwijl ik op mijn Baas zat te wachten. „Vandaar deze ellenlange brief! Maar Pats, ik geloof toch niet, dat mijn Baas mij gezien heeft. Anders zou hij mij wel toegeroepen heb ben, denk je niet? Neen, ik geloof niet. dat hij gezien heeft, dat Tuts cavalier je altijd cor recte Jim Smith was." Jim Smith vergiste zich daarin echter zeer. HOOFDSTUK XVIII. Liefde's Ontwaken. Natuurlijk had Ralph Wellalone het gezien. Hoe had het bij mooglijkheid hem kunnen ontgaan, die altijd vóór een van de anderen den vos ontdekt had, als zij op de jacht waren. Natuurlijk had hij dadelijk de livrei van zijn chauffeur herkend, en diens heele persoonlijk heid en bewegingen hadden hem geen oogen blik van twijfel gelaten. Zoodra haar cavalier verdwenen was, had Lady Day hem een verhaal opgedischt. waar van hij echter natuurlijk wist, dat het een verzinsel was. „O, Ralph, had ik die dans met jou? Dat kan me spijten. Ik heb met een van de jongens hier gedanst. Dat schaap! Ze hadden hem om twaalf uur naar bed gestuurd, omdat hij nog pas vijftien is. Hij was weer stilletjes naar be neden gekomen en had een jas en pet van een van de bedienden aangetrokken. Ik heb wat gezellig den fox-trot hier met hem gedaan „Zoo, zoo." Wellalone wist, dat er geen woord van waar was. Tut had met Smith gedanst. De Baas van Smith deed. alsof hij alles ge loofde, van wat zij hem vertelde, maar Stel je voor, de weduwe van Sir Jasper Day daar aan het dansen in het maanlicht met een chauffeur! Die dingen kwamen wel voor. Je las ze in de courant. Ze kwamen zelfs voor in de beste families. „Je verwacht ze echter niet in je eigen fa milie", dacht Wellalone (dat denkt iedereen). De vrouw van dien goeden Jasper!, y/gpm bad ze het tocti gedaan?, Ze had den jongen meegenomen naar de achterzijde van het huis, waar zij weinig kans hadden, door iemand gezien te worden. Het was louter toeval, dat Ralph, met wien ze die laatste dans besproken had en dien ze in den steek had gelaten, hen daar op het gazon samen had zien dansen. Dan was het misschien niet zoo'n daad van het oogenblik geweest. Zou Tut zich al eerder zoo aangesteld hebben? Het was wel een beetje heel erg van Tut. Hij zou het nooit verwacht hebben! Neen, nooit had hij zoo iets kunnen denken van de moeder van Hereward en Hal. (Welllalone zag natuurlijk geheel over het hoofd, dat de moeder van zijn kleine pupillen en zij, die met Smith gedanst had, twee geheel verschillende karakters waren, die op verschil- Van een huwelijk met Tut kon nooit meer woonden). Te denken, dat hij. Wellalone, dien avond op het punt was geweest, die kleine flirt ten huwelijk te vragen! Ja, op het punt. Hij had zich stellig voorge nomen, het nu toch eindelijk te doen, en wel, gedurende de dans, waarvoor hij haar was gaan zoeken. En hoe had hij haar gevonden? Terwijl ze aan het dansen was met een van zijn bedien den! Meteen had hij zijn voornemen opgegeven. Va neen huwelijk met Tut kon nooit meer sprake zijn. Hij zou er geen woord over spreken tegen haar. Wat gaf het, of je met een vrouw ging redeneeren? Wat dien Smith betrof Die had afgedaan bij hem. Zijn plan, om den jongen voor goe* in dienst te nemen, verviel natuurlijk met* Smith moest v»v,g. Woede en verontwaardiging vervulden de ziel van Wellalone, als hij aan den jongen man dacht, van wien hij zooveel verwacht had, en die hem zoo flink en schrander en zoo dooi en door fatsoenlijk had geleken. „Brutale hond" noemde hij hem nu. „Het is er weer een vaa-dat soort, dia ie teleurstellen. zoodra je een klein beetje vriendelijk tegen hen bent en hen goed behandelt. Als je hun den vinger geeft, nemen ze de heele hand. Het is anders wel jammer. Hij reed goed; maar ik kan zoo iets, als hij nu uitgehaald heeft, onmogelijk door de vin gers zien. Hij moet weg." Niet, dat Wellalone plan had. om Smith op slag weg te sturen. De zaak was, dat hij het gebeurde niet als reden wilde opgeven. Hij zou natuurlijk een ander voorwendsel moeten zoeken. Allicht zou er zich iets voor doen; het een of ander verzuim. Hij zou dan gereedelijk tegen hem kunnen zeggen, dat hij maar naar een ander baantje moest uitkijken. Tot dien tijd zou hij zwijgen. Voor het oog was de Baas onkundig van wat er op het gazon had plaats gehad. Geen drie uur na het gebeurde wist Smith echter reeds, dat hij in ongenade was. Nie mand had het hem gezegd, maar hij voelde het. Het wras gedurende den terugtocht in de bleeke ochtendschemering, voor de zon opging over de met dauw bedekte landen. Uit boomen en heggen steeg een jubelend vogelkoor om hoog. In de kleine auto echter heerschte een onheilspellende stilte. Als Smith nog in den zelfden psychologischen toestand geweest was als op den eersten dag, toen hij zijn meester gereden had, zou die stilte misschien heele- maal niet onheilspellend geleken hebben. Sedert was hij echter wakker geschud gewor den. Hij verschilde hemelsbreed van Guelda Rhos, zooals deze een paar weken geleden ge weest was. Vreugde, waardeering en verdriet werden door hem nu zooveel dieper gevoeld. „Ik vermoed, dat de levenslessen, die wij krijgen, ons altijd iets kosten," overpeinsde Guelda Rhos. alias Smith. Ze hadden even te voren Lady Day afgezet aan het Kleine Huis en legden nu de laatste mijl af, die hen thuis zou brengen. „Mij kos ten ze zeker wat. Als je meer ziet en voelt, lijdt je ook meer. En wat zal het eind wezen?" De eerste stralen der zon vielen over den heuveltop en door de haag van kamperfoelie eu k ichenea het gelaat van den bloxtde&.ma&i die nu naast zijn chauffeur zat. „Hij heeft mij wakker geschud," dacht Guelda Rhos. „Hij, die niets dan kwaads van mij denken kan; terwijl ik het niet verdien., Het maakt me werkelijk ellendig. Ik wou bijna,; dat ik niets om hem gaf, zooals toen ik pas: hier was. Liefdes ontwaken is niet bij iedereen op den zelfden leeftijd waar te nemen. Er zijn er, bij wie het al heel vroeg plaats heeft en dikwijls met noodlottige gevolgen. Velen zijn de meening toegedaan, dat de juiste leeftijd, om verliefd te worden, is, wan-, neer de man ook in staat is een vrouw te vra gen en haar te onderhouden. Wat de vrouw betreft, er zijn genoeg vrou wen. die zich geëngageerd hebben, getrouwd zijn, kinderen hebben, en bij wie dat ontwaken nog nooit heeft plaats gehad. Velen zullen het nooit kennen. Deze missen echter veel. Ande- ren zijn er, bij wie het ontwaken eerst laat j komt. Dit was ook het geval bij Laetitia Day. Zij, de weduwe, die twaalf jaar lang door haar ma nverwend, ja, bijna aangebeden was geworden, de liefhebbende moeder van Here- ward en Hal, zij, die nu al zoo geruimen tijd netten om Ralph Wellalone gespreid had, ten zeerste bewonderd werd door Generaal Clynes en behalve deze nog tal van bewonderaars be zat, zij had nog nooit in werkelijkheid liefde in zich voelen ontvlammen. Eindelijk echter was die tijd gekomen. De slapende schoonheid begon te ontwaken. Het was een nieuwe Laetitia, een Laetitia, die niemand kende, die wakker geschud was. En op wien waren haar affecties gevestigd? Het ongeluk wilde, dat zij haar hart verloren had aan een, die nooit iets voor haar zou kun nen zijn, en wel aan den „knappen jongen",, die het baantje van chauffeur als vermom ming gekozen had. Ja, dat was de derde phase van haar houn ding tegenover hem. Eerst had ze alles omtrent hem wülsa t* weten kon;«B, - aanfiafal Prof. E. W Watch, hoogleeraar te Batavia, Artis heeft een jongen olifant ten geschenke ge ven der passagiers van de .Uiver* kregen. De verzorger met zijn beschermeling Schiphol In rouw. Op de Amsterdamsche luchthaven is Vrijdag de vlag halfstok geheschen ten teeken van rouw over het groot verlies dat de KLM. geleden heeft bij de ondergang van de .Uiver" met haar bemanning en passagiers

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 16