OPRUIMING „„„Vermeulen 1934: geboorte van de Nederlandsche filmindustrie. Üfe Onderscheidingen. Heeren- Modes Costumes Jassen etc MAANDAG 31 DECEMBER 1934 H A A R L E M'S DAGBLAD 14 Bevredigende oogst van het eerste jaar. Het afgeloopen. jaar is voor de Nederland sche filmindustrie een zeer belangrijk ge weest. Men kan zeggen, dat in 1934 cle Neder landsche geluidsfilm waarmee we dan be doelen de groote speelfilm geboren is. De enkele producten vóórdien, zooals Finale, Terra Nova, brachten het niet tot een open bare vertooning. Nauwelijks had 1934 zijn intrede gedaan of Nederland mocht op 4 Jan. kennismaken met het eerste product van vaderlandschen bo dem, de Willem van Oranjefilm. vervaardigd in opdracht van een initiatiefcommissie in de Philipsstudio te Eindhoven. Regie hierover voerde G. J. Teunissen. die uitstekend werk had geleverd met zijn stemmingsfilmpjes Pie rement en Vrijdagavond, maar die blijkens het resultaat een groote film als deze niet aan kon, waarbij als handicap voor hem kwam dat hij niet de beschikking had over f i 1 m- spelers, doch over een schare in dit opzicht onervaren t o o n e e 1 spelers. De film was een eersteling en als zoodanig welwillend beoor deeld. maar zelfs dan nog kon men in haar moeilijk iets anders dan een gebrekkige rol prent zien, primitief vooral in massaregie, een verzameling levende illustraties van een ge schiedenisboek. Zij, die sceptisch tegenover de idee van een te vestigen Nederlandsche filmindustrie ston den en in deze film een versterking van hun pessimisme zagen, zijn ruim een maand later zoo niet tot zwijgen gebracht, dan toch over bluft geworden door de Jantjes. Niet dat deze film iets geweldigs was. daarvoor was ze te brokkelig, te zeer „gespeeld" en daarvoor was het scenario te zwak. Maar ze toonde overdui delijk de mogelijkheden, die in een vaderland- sche film scholen. Jaap Speyer, een Neder lander, die vele jaren in Duitschland films geregisseerd had, leidde deze rolprent, die een ge weldig succes had. niet het minst door Johan Kaart jr., Sylvain Poons en Henrlette Da vids. Het was een sensatie, Nederlandsch te hooren spreken in een film, geen teksten op het beeld te krij gen, een eigen product te zien Het succes van de Jan tjes deed Bleeke Bet, eveneens een volksstuk van Herman Bouber. geboren worden als film. Ze was een graadje minder dan de Jantjes, eigenlijk een flauwe imitatie daarvan. Zelfs de in de vorige film zoo gesmade cabaretscène was niet vergeten. Poons, Aaf Bouber, Jopie Koopmans en Elsen- sohn waren de voor naamste personen Richard Oswald voerde met hulp van onzen stadge noot Benno de re gie. Ook deze film had buitengewoon succes en toch be vredigde ze niet mede omdat ze zoo hetzelfde was als de Jantjes. Moest de jonge eigen in dustrie vastloopen9 Loet C. Barnstijn S GevaUen "van J™» K°op",a Hans Martin en liet Speyer weer regisseeren. En ziet, in deze zoo geheel andere sfeer kwam een dragelijke film te voorschijn, echter weer zonder een beauty te zijn. Het begin tot aan het oogenblik, dat de drie studenten (Kaart, Louis Borel en Var no) in den Haag aangekomen zijn, is zeer goed. Dan verwatert de film en bereikt soms het bedenkelijke smijt-en-val-peil. Het wordt een aaneenschakeling van op zichzelf wel grappige gebeurtenissen, die echter aaneenge- voegde fragmenten blijven. Waaraan het sce nario (of wil men het boek) schuld heeft. De episode van het huren eener dienstbode op rijm kan als een mislukking beschouwd wor den. Maar de film als geheel gaf hoop, om dat er filmisch een vooruitgang in te bespeu ren viel bij de vorige vergeleken. Jopie Koop- mans bleek zich al aardig aangepast te heb ben aan de filmeischen, evenals Kaart. En toen kwam Dood Water. Gerard Rutten als regisseur en Van Barsy, een tot Nederlan der genaturaliseerde Hongaar aan de camera, schiepen een werk. dat op zeer hoog peil staat en op 16 Augustus op de Biennali te Venetië een hoofdprijs verwierf voor fotografie. Welis waar is het werk wat te traag, en valt, behal ve de taal, ook het optreden van Helga Gogh uit den toon, maar het bewees, dat wij tot zeer groote dingen in staat zijn. Een stap terug was het verschijnen van de detectivefilm Blokkade van Willem van der Hoog. Johan Kaart Jr., de Schele in Jantjes'. Ze bleek overal dermate slecht ontvangen te worden, dat ze na een week in den Haag geloopen te hebben, uit de circulatie is weg genomen. Naar verluidt zal ze komende week weer vertoond worden in den Haag. In den nacht van 20 op 21 December had Tuschinsky in Amsterdam de première van Het Meisje met den Blauwen Hoed, naar den soldatenroman van Johan Fabricius. Rudolf Meinert regisseerde en had Varno, Truus van Aalten en Lou Bandy als hoofdrolspelers. De eerstgenoemden bewegen zich wat oppervlak kig door de film, Lou Bandy krijgt gelegen heid dwaze opmerkingen te plaatsen en doet dat op zeer amusante wijze. Hij draagt de film. die vlot verloopt, zonder nieuwe regie vondsten zit. maar als film een tikje hooger staat dan Malle Gevallen. Bandy zingt er o.a. een duet in met zichzelf. Op Hoop van Zegen, naar Heijermans' be roemde werk, dat op Kerstmis 1900 zijn pre mière beleefde en 34 jaar later als geluids film van Benno is uitgebracht op 21 Decem ber, bleek voor het grootste deel verfilmd too- neel te zijn. wat te wijten is aan het overigens prijzenswaardig streven van de vervaardigers om het werk van Heijermans zoo ongeschon den mogelijk te bewaren. Maar zij hebben, waar het kon. gebruik weten te maken van de mogelijkheden, die de camera biedt en het tooneelspel in een prachtig kader gevat: de straatjes in het visschersdorp, de zee en dui nen, de fraaie interieurs en close-ups. al had men o.i. wel meer profijt mogen trekken van de prachtige kop van Kniertje. In elk ge val zal het later een schoon historisch doku- ment blijken, dat Esther de Boer-van Rijk in haar glansrol bewaart De derde Speyer- flim, weer met Poons en Kaart, De Familie van mijn ™,v Vrouw, ligt gereed j te wachten op haar première. Men ziet, de oogst voor het eerste jaar van acht films, die op twee na het aanschouwen ten- volle waard waren, is niet slecht «ggggg noemen. Er is een zekere stijging in de kwaliteit waar te nemen over het al gemeen, wat tot Sylvain Poons in „De familie van mijn Vrouw". voldoening aanleiding kan geven. Reden tot juichen is er echter voorshands nog niet. Want al moge Dood Water dan ook een we reldvermaardheid hebben verworven, al vindt men in Op Hoop van Zegen het streven naar een hooger plan, de rest (met uitzonde ring van de Oranjefilmbehoort nog slechts tot de middelmatige amusementsfilms, waarin aan het amusement veel meer aandacht is besteed dan aan de f i 1 m. Maar ze hebben in elk geval de overtuiging gegeven, dat het materiaal in Nederland voorhanden is. Figu ren als Poons, Kaart, Aaf Bouber, Cissy van Bennekom, Louis Borel, Bandy, Van Hees, Matthieu van Eysden, Jopie Koopmans, Annie Verhulst (om een greep te doen) kunnen zich onder bekwame leiding vormen tot werkelijke filmacteurs. Voor studio's wordt druk gezorgd: bij de Cinetone in Amsterdam en de Philips in Eind hoven komen binnenkort nog de Barnstyn- studio's in Wassenaar. Wanneer dan later maatschappijen zijn ontstaan voor geregelde productie (en dat zal.ook niet zoo lang meer duren), die zich ook met bijwerk kunnen be zighouden (een aardig Prentenboek over Louis Noiret van den Nederlandschen regisseur Ernst Winar is al verschenen) en als de hui dige technische staf een Nederlandsche staf gekweekt heeft van geroutineerden, dan kun nen wij misschien over eenige jaren al bogen op een eigen filmindustrie, die kan wedijveren met de buitenlandsche. A. J. C. VI. Bij Koninklijk besluit: is benoemd: tot Minister van Staat: mr. P. J. M. Aalberse, tot grootkruis in de Orde van Oranje- Nassau: W. L. F. C. ridder van Rappard, te Kopen hagen; tot commandeur in de Orde van Oranje- Na ss au: jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje, te 's-Gra- venhage; zijn benoemd: tot ridder in de Orde van den Nederland schen Leeuw: P. E. Teppema, te Buenos-Aires; J. Burgij, te 's-Gravenhage. tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: P. A. van Buttingha Wichers, te Teharan; M. S. Wiersum, te Yokohama; A, F. E. Mahler, te Bordeaux; W. F. Browne, te Le Havre; G. van Duiken, te Malaga; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: J. W. van Gelderen, te 's-Gravenhage; G. M. Byvanck, te Shanghai; GR HOUTSTR hoek CR MARKT HAARLEM Aav. inuci Meu.i Uit „Malle Gevallen". Van links naar rechts: Kaart, Borel, Annie van Duin, Ad. van Hees, Enny Meunier, Roland Varno en Jopie Koopmans. A. Methöfer, te Bogota; dr. H. C. Holtz. te Turijn; S. A. Blitz, te Bilbao; J. Vreede, te Boedapest; A. J. Binnendijk, te Straatburg; A. van der Spek. te Seattle; J. H. Reurs, te Boston; T. Bremer, te Manilla; J. W. E. de Lange, te Talcahuano; J. da Costa Gomez, te Maracaibo; C. E. Stutterheim, te Berlijn; dr. P. C. D. Schaap, te Monaco; D. C. F. van Eendenburg; J. van Boven, te Vlissingen; H. H. van Waveren, te Buenos-Aires; tot ridder in de Orde van den Nederland schen Leeuw: mr. G. A. Servatius, te 's-Gravenhage; mr. P. Polvliet, te 's-Gravenhage; mr. G. M. J. Bonhomme, te Maastricht; prof. mr. F. A. Molster, te Amsterdam; mgr. dr. J. H. G. Lemmens. te Roermond; mr. dr. F. Sleutelaar, te Amsterdam; mr. Ph. B. Libourel, notaris te Delft; tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: ds. D. den Breems, te 's-Gravenhage; ds. J. H. Grottendieck, te Dordrecht; ds. P. B. Westerdijk, te Amsterdam; kanunnik dr. J. de Jong, te Driebergen; J. L. van Mulukom, te Nijmegen; mr. dr. N. Muller, te Amsterdam; mr. J. R. M. van Angeren, te 's-Gravenhage; mr. J. S. Korteweg, te 's-Gravenhage; dr. J. Scholtens, te 's-Gravenhage; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: ds. H. C. Briët, te Utrecht; ds. M. Meijering, te Delfzijl; J. L. van Baren, te Hilversum; C. van de Pol, te Rotterdam; G. F. Brinkman, te Eindhoven; I. J. Hulsenboom, te Amsterdam; G. Scholten, te Hoorn; F. W. A. J. van Peski, te Rotterdam; mr. dr. P. J. Witteman, te Amsterdam; G. Dumbar, te Hilversum; tot ridder in de Orde van den Nederland schen Leeuw: jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, te Utrecht; ir. L. J. M. Feber, te 's-Gravenhage; jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, te Baarn; Th. Heukels, te Rotterdam; jhr. dr. H. W. L. de Beaufort, te Driebergen- Rijzenburg; H. van Boeijen, te Voorburg: mr. L. A. Kesper, te 's-Gravenhage; C. A. van den Briel, te Amsterdam; Ph. Mees, te Rotterdam; zijn bevorderd: to1 officier in de Orde van Oranje-Nassau: J. J. F. Hoogendoorn, te 's-Gravenhage; J. W. Groeneijk, te 's-Gravenhage (Hoofd bestuur) J. A. R. Bosma, te Winterswijk; J. Buiskool te Delfzijl; A. Sanders, te Rotterdam; zijn benoemd: tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: dr. B D. H. Teilegen Azn., te Middelburg; jhr. dr. C. G. C. Quarles van Ufford, te Apeldoorn: M. Fernhout. Middelburg. M. W. J. Coenders Sittard; ir. J. Rutten, te s-Gravenhage; J. van de Kamp. te Amsterdam; mr. E. Lankhout te Amsterdam; W. Jansen, te Almelo: H. Ringers, te Rotterdam; J. J. Theling te 's-Gravenhage; H. Winters, te Groningen; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: F. C. van Lith, te Veghel; A. C. de Vries Broekman te Oud-Beijerland; G. van der Valk Bouman, te Linschoten en Sn elre waard; J. L. van Voorthuysen, te Domburg; J. Bleeker, te Opsterland; S. J. Praamsma, te Bolsward: B. H. A. Allessie. te Hilversum; A. Dominicus, te Wemeldinge; A. A. Bajema, te Warns; A. Kelderman. Deventer; B. J. Bruna. Schoonebeek; D. Govers, te Alkmaar; J. O. Bosker te Termunten; L. W. Heikens, Winschoten: W F. Wijthoff. te 's-Gravenhage. E. A. Keiser. te Groningen; P. Brasser, te Almelo; G. Tammes. te Groningen; A. F Tiebackx, te Roosendaal; A. Dortland, te Gouda; P. M. van Beekum, te Culemborg; mei S. M. Lefébure, te Amsterdam; mevrouw A. S. BleekerWildervanek de Blécourt. te Groningen; R. A. J. Loot. te Groningen; Th. Kiers, te Groningen; S. M. Middelhof, te Hoogkarspel: J. W. van Bockel. te Sliedrecht; F J. Goedhart, te Arnhem: N. Schenkman, te Amsterdam. P. J C. Casteleijn, te Rotterdam; J. P. Ba eren ts. te ilversum; H Kroese Jr.. te Utrecht; G. P. Bon. te 's-Gravenhage; J. H. Rogge, te Amsterdam; zijn benoemd: tot ridder in de Orde van den Nederland schen Leeuw: prof. mr. D. van Blom, te Leiden; prof. dr. J. W. Muller te Leiden; prof. dr J. A. Barrau, te Utrecht; prof. G. Scheltema, te Groningen; prof. ir. N. C. Kist te Delft; prof. dr. J. C. H. de Meijere. te Amsterdam: prof. dr. A. Goslinga, te Amsterdam; prof. mr. E. J. J. van der Heijden te Nij megen: mr R. Mees. te Rotterdam; dr. Ch. E. H. Boissevain te Blaricum; dr. A. E. van Giffen, te Groningen: dr. C. J. Wijnaendts Francken, te Leiden; zijn bevorderd: tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: R Schuiling, te Deventer; mevrouw dr. A. Weber-Van Bosse, te Eer beek; zijn benoemd: tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: dr. L. M van den Berg, te Groningen; G. J. Burger, te Nijmegen: L. J. Corbeau, te Rotterdam; H. C. Derksen. te Coevorden; dr. H. H. Knippenberg, te Helmond; dr. J. Niemeijer, te Breda; W. Reindersma, te 's-Gravenhage; dr. W. van Schothorst te 's-Gravenhage; Th. Boekholt te Groningen; J. Hovens Greve te Amersfoort; Ir H. de Groot, te Dordrecht; W. A. Frans Bastiaanse, te Hilversum; J. H. Jurriaanse te 's Gravenhage; Frits Lugt, te Parijs; mr. A. Meerkamp van Embden te Middel- ourg; J. J. P. Oud, te Rotterdam; Willem Pijper te Rotterdam. J. Voerman te Hattem; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: dr. W. Bouwman te Rotterdam; C. Leeflang te 's Gravenhage; E. J. Stegeman te Gorinchem; A. C. den Besten, te Utrecht; A. de Haan Azn., te Bussum. mej. M. D. H. Heymans (zuster Martina) te Donk. P. A. Hibma te Leiden; C. Jetses te Scheveningen. J. Klomp te Dordrecht; J. M. J. Korpershoek te Rotterdam; C. J. van der Meulen te Vianen; Mej. M. Schiffers (zuster Angelica) te Berick Maasbree M. S. Sluizer te Amsterdam. A. H. D. Wepster te Dordrecht; P. J. Willems te Tilburg. W. Bruins Slot Pzn. te Hoogeveen; J. van Leusen te Gorinchem; mevr. M. C. van Oerle—Nipper te Leiden; P. L. de Vries te Amsterdam; D. van Dam, te Amsterdam; E. J. Erdelmann te Dordrecht; O. C. van Hemessen te Woubrugge. pastoor G. C. A. Juten te Willemstad; W. O. J. Nieuwenkamp te Florence; Herm. Schwab te 's Gravenhage J. H. Speenhoff, te 's Gravenhage; tot commandeur in de Orde van Oranje- Nassau: C. E. ter Meulen, bankier te Amsterdam; tot ridder in de Orde van den Nederlandschen H. F. C. Berckenkamp te 's Gravenhage; H. Postma, den Haag; P. van der Brugge, te Maastricht; F. X. Eibers te Rotterdam. J. Koldenhof te Amsterdam; dr. P. J. Adrianl te Amsterdam; tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: J. H. Oppel te Amsterdam; G. Estmeijer den Haag; J. O. C. Bouma te Maastricht; C. A. Klinkenberg te Utrecht; J. A. baron van Ittersum te Baarn; J. S. H. van Kerkhof f te Nijmegen; A. J. P. de Lange te Hilversum; J. Zijlstra te Utrecht; tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: P. L. Broeksmit te 's Gravenhage; A. Buning te Amsterdam; H. F. Julius te Arnhem; J, A. Maas Geestermanus te Utrecht; A. J. van Epenhuysen te Amsterdam; J. J. Roelofsen te Utrecht; J. D. Meilink te Amsterdam: W. Witteveen te 's Gravenhage; tot ridder in de Orde van den Nederland, schen Leeuw: de hoofdaalmoezenier voor leger en vloot J. J. J. Noordman; de schout-bij-nacht M. H. van Duim; de generaal-majoor H. A. C. Fabius; de administrateur J. J. Beyer man; de gepensionneerde luitenant-generaals: H. A. F. G. van Ermel Scherer; C. J. H. van der Harst; reserve-kolonel C. C. de Gelder; zijn bevorderd: tot officier in de Orde van Oranje-Nassau, met de zwaarden: de kapiteins ter zee: J. T. Furstner; H. Jolles; reserve-luitenant-kolonel A. C. de Neeve; zijn benoemd: tot officier met de zwaarden: de kapitein-luitenant- ter zee J. J. Moret: hoofdofficier van administratie W. H. Heeris; officier van gezondheid dr. D. J. A. van Reekum; de kolonel J. de Iongh; de luitenants-kolonels: L. H. A. Crommelin; A. Jansen; W. M. F. E. P. de Jager; K. Bouwens. de majoor P. J. A. Bartels, de :eserve-luitenant-kolonel-titulair C. van den Nieuwenhuizen, kolonel R. H. A. van den Wall Bake; kolonel W. J. Arriëns; tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: dr. J. F. Sirks; J. van Andel Den Haag; is benoemd: tot officier in de Ord° van Oranje-Nassau, met de zwaarden: de r_. jor jhr. A. D. La- man Trip, zijn benoemd: tot ridder in de Orde van den Nederland schen Leeuw: A. Volker Lzn., Sliedrecht; lr. W. F. H. van Rijckevolsel te Utrecht. A. M. van Roosendaal te 's-Gravenhage. tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: H. Ch. E. van Ede van der Pais, te 's-Gra venhage, ir. jhr. A. G. Beelaerts van Blokland, te 's-Gravenhage: H. H. E. R. Westenberg, te Breda; ir. H. A. Hen!/t, te Boxtel. E. H. Min- jon( te Utrecht, dr. H. A. Vossenaar, te Heer len. tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: C. A.-Beukenkamp, te Utrecht W. B. J. Groot te Venlo. A. D. J. de Jong, te Utrecht, dr. G. van Dijk, te de Bilt. dr. H. G. Cannegieter, te de Bilt. K. N. W. A. Zelders te Heerlen. H. Ebes. te Rotterdam, tot ridder in de Orde van den Nederland schen Leeuw: Mr. E. W. van Dam van Isselt, te 's-Gra venhage; J. Warner te Zwolle. prof, dr. H. A. J. M. Beekman te Wagenin- gen; H. A. Crommelin, te Wassenaar, is bevorderd: tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: U. Kooistra, te Leeuwarden. tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: H. Nijgh, te Rotterdam. C. P. H. J. Backx te Rotterdam. H. J. Harkema te Groningen. H. A. Stheeman. te Meppel. Mr. dr. L. F. H. Regout te Maastricht. W. M. Ebbink te 's-Gravenhage. dr. A. A. Overbeek te Rotterdam. mr. A. N. Molenaar, te Wassenaar. tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: F. A. M. J. Smits van Waesberghe. J. A. Mertens, te Hushoven. W. M. Huijsmans. te Eindhoven. Dr. P .A. F. Vlekke, te Dinteloord. Ph de Kanter te Delft. G. L. Tunke Sr. W. Engelberts, te Arnhem. H. A. F. Bartels. te Amsterdam. H. Voorzanger, te Amsterdam. G. Scholten, te Hoorn. J. Balhuizen, te Amsterdam. A. Kreymborg, te Baarn. Dr. Ir. J. H. F. Deckers, te St. Oedenrode. A. H. Colenbrander, te Breukelen. C. Dane Gzn., te Willemstad. H. M. Wellen, te Neerbosch. C. van Spronsen Azn., te 's-Gravenhage. J. G. Bessem, te Rotterdam. A. J. de Goeij, te Montfoort. Ir. W, Oosterbaan, te Tzummarum. L. L. H. Jacobs, te Venlo. H. Aalderink, te Groningen. Tot ridder in de Orde van den Nederland schen Leeuw: Dr. C L. de Jongh, te 's-Gravenhage. Prof. Dr. H. J. M. Weve, te Utrecht. Mr. H. Bijleveld, te Amsterdam- Tot officier in de Orde van Oranje Naussaur Dr. A. P. H. H. A. de Kleyn, te Utrecht. Jhr. J. C. C. Sandberg, te 's-Gravenhage. Ir. W. Veenhoven, te Groningen. Tot ridder in de Orde van Oranje Nassau:' Dr. A. J. Hoorweg te Middelburg. J. E. van Dijk, te Leeuwarden; Dr. J. F. H. Hoyng, arts, te Roermond. H. G. D. Koppens, te Amstelveen. W. de Weerd te Klazinaveen-Noord. J. Veldkamp, te Groningen. J. G. L. Roder te Rotterdam. L. H. M. Hustinx, te Rotterdam. H. J. Terwey, te Utrecht. E. Schaaper, te Krommenie. Is bevorderd: tot commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw: Jhr. Mr. B. C. de Jonge, Gouverneur-Gene raal van Nederlandsch-Indië. Zijn benoemd: tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw: Prof. mr. J. C. Kielstra, Gouverneur van Suriname. Mr. H. J. Spit, Voorzitter van den Volksraad. B. J. de Leeuw, directeur van Financiën. C. A. Schnitzler, Gouverneur van West- Java. J. L. M. Swaab. Gouverneur van Celebes en Onderhoorigheden. B. H. F. van Heuven, B^sident van Suma tra's Westkust. H. H. Kan, lid van het college van gedele geerden van den Volksraad. W. N. J. M. Allard, lid van de Algemeene Rekenkamer in Nederlandsch-Indië. Mr. J. Elshout, raadsheer in het Hopgge- rechtshof van Nederlandsch-Indië. Dr. J. Offringa, hoofd van den dienst der Volksgezondheid in Nederlandsch-Indië. J. Beumer, generaal-majoor der infante rie Nederlandsch-Indisch leger. Dr. Tj. J. de Vrieze, generaal-majoor van den militair geneeskundigen dienst in Neder landsch-Indië. A. J. W. Vorster, voorzitter van het comité van bestuur der Nederlandsch-Indische Spoor weg-Maatschappij Mons. P. J. F. Verriet, Apostolisch vicaris van Curacao. D. Bolderhey, te Amsterdam. Tot officier in de orde van Oranje Nassau? J. A. Monod de Froideville. Dr. H. D. J. Apituley. A. C. Uljée. Mr. C. Star Nauta Carster. A. A. J. Augustijn. Ir. W. J. Burck. C. O. Mat ray. C. H. H. Snell. J. M. Kiveron. C. H. ter Laag. Mr. W. A. H. Fuchter. Ir. J. E. A. von Wolzogen Kühr, Ds. D. F. Bartlema. J J. Geurts R Bos, dr. J. Kok, A. C. Koorenhof. P. H. W. Sitsen, ir. P. J. Jansen T.-P.zn„ M. van Loon, ir. E. Fels, ir. A P. J. Jagtman, A. Odewald. H. van Doornum, P. C. J. Scheffelaar, dl- ir. J G. E. G. Voute, H. E. Kiès, jhr. H. W. Roëll, te Amsterdam; mej. dr. C. van Ebbenhorst Teng- bergen, te 's Gravenhage; A- van der Zijl, A. Klontje, te 's Gravenhage; J. P. Köaassen, te j Gravenhage, tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau: mr. H. van Santwijk, J. P. Jurriëns, B. de Rave, C. J. B. Blom, mr. J. B. Akkerman, C. W. Zee man, G. de Raad, te Semarang; A. P. Heester man, W. W. Schmidt, P. Scholten, W. R. Beeuwkes, J. R. D. Moojen, J. Pik, mej. A M. A. Edmonds (Mère Gérardine), Weltevreden; mej. M. L. A. Cordesius. mevr A. J. Rosink- Wilkens, te Jogjakarta; W. I. Tjassens Keiser, mevr. C.H. Razoux Schultz-Matzer, F. A. Went holt, ir. F. K. M. Steup, ir. P. Mansvelt Beek, F. J. A. van Es. te Batavia, ir. H. P. Hij mans van Anrooy; ir. J. van Gendt, P. J. van Griet- huysen, J. van 't Riet, N. J. Gerharz, H. P. W. Bartelink, J. G. Robanus Maandag, mr. H. W. Felderhof, N. van Beek, Suriname; D. C. Gom- perts, in Suriname; J. E. Herrenberg, Suri name; C- N. Winkel, ir. M. J. van Westrienen, R F. W. Boskaljon, in Curacao; mr. P. Koch, mevr. C. M. Roelfsema-Wesselink. te 's Gra venhage; J. W. Th. Beek, te Amsterdam; W. C. Muller, te 's Gravenhage. tot broeder in de Orde van den Nederland schen Leeuw: mej. C. A. Feldsieper te Batavia; D. van Zeventer, te Buitenzorg; in brons aan: J. Koster, te Zaandijk; Bij K. B. zijn de volgende titulaire rangsver- hoogingen verleend: de titulaire rang van viee-admiraal aan C. Aronstein en C. L. van Buuren; de titulaire rang van schout-bij-nacht aan S. P. l'Honoré Naber en H. J. Albarda; de titulaire rang van luitenant-generaal aan A. M. Vorstman en B. E. Stöver; de titulaire rang van generaal-majoor aan A. M. van Wijk; D. Meren en W. H. C. A. Seyn; de titulaire rang van kolonel aan A. Mein- siter: B. J. Verbrugh en L. W. C. G. van der Garden; de titulaire rang van luitenant-kolonel aan M. van Mens; de titulaire rang van majoor aan L. J. van Rhijn; de titulaire rang van generaal-majoor aan J. F. Schilham, H. Helb en T. J. Veltman; de titulaire rang van majoor aan G. H. Vrij dag en L. W. Goslings; detitulaire rang van d ir ige erend - o f f ic i er van gezondheid 2de klasse (majoor) aan H. E. A. Fermin en H. C. Frijlink; de titulaire rang van kapitein aan G. M. C. Ort. Bij K. B. zijn benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau: dr. ir. A. Sevenster. te Parijs en ir. F. A. Brandt, te Utrecht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 16