Hoe is onze Volkswelvaart te redden? Jongeman te Zoeterwoude vermoord. Antwoord uit Australië MAANDAG 28 JANUARI 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 3 BINNENLAND Dr. Colijn: Eendrachtige samenwerking eerste eisch. De Socletelten „De Groote Club en Doctrinae et Amicitiae" en „De In- dustrieele Club" te Amterdam hebben Zaterdagmiddag een bijzon dere bijeenkomst georganiseerd, waarin de voorzitter van den minister raad, dr. H. Colijn, een belangrijke rede heeft gehouden. Dr. Colijn sprak over de vraag: Wat kunnen wij doen en wat moeten wij laten, om onze in gezonken volkswelvaart te verhoo- gen? Hij kwam hierin tot de volgende conclusies: geen beschermende in voerrechten; voorzichtigheid met de- ordening van het bedrijfsleven; geen devaluatie; snellere aanpassing aan de veranderde toestanden. De regee ring hoopt dit jaar de verlaging van eenige publieke lasten mogelijk te maken. Spr. begon met erop den nadruk te leggen, dat hij zou spreken over verhooging van de ingezonken volkswelvaart en niet over her stel van de vroegere, over aanpassing en niet over overbrugging. Overbrugging doet dé gedachten rijzen aan een oever, die even hoog is als de andere; herstel van volkswelvaart onderstelt tei-ug- keer naar de toestanden van voorheen, en in dezen terugkeer heeft spr. geen geloof. Oorzaken en karakter der depressie. Spr. ging dan eerst na de oorzaken en het karakter van de depressie, waarin wij op het oogenblik verkeeren. Als oorzaken van de crisis worden verschil lende factoi*en genoemd; zoo de wereldoor log, verder gewone conjunctuurelementen en ook de speculatieve productie, die zich na den oorlog hier en daar heeft vertoond en niet minder der crediet-inflatie. Dit alles zijn factoren, waai-op men in derdaad wijzen kan, maar die toch lang niet alles verklaren van de omstandigheden, waarin wij ons op het oogenblik bevinden. Want men laat buiten beschouwing de zeer belangrijke fundamenteele veranderin gen, die opgetreden zijn in het productie proces der wereld en die zich reeds voor den oorlog hebben gemanifesteerd, maar door den ooi-log in belangrijke mate zijn verscherpt. Voornamelijk in de laatste helft van de 19e eeuw heeft de wereldeconomie zich geken merkt door een ontwikkeling van de buiten- Europeesche gebieden met behulp van Euro- peesch kapitaal, van Europeesch intellect en ook wel ten deele van Europeesche werk krachten. Een treffend voorbeeld is, naar het mij voorkomt, geweest de fundamenteele verschuiving die in de wereldeconomie viel waar te nemen door de ontwikkeling van de Ver. Staten van Amerika. Een nog sterker voorbeeld is Japan. Omstreeks 1900 telde Japan als in dustrieel producent nauwelijks mee en de uitvoer uit Japan had nagenoeg niets te beteekenen. Maar tusschen 1913 en 1929 steeg de productie in de metaalindustrie van 60 millioen gul den tot 800 milllioen gulden, de pi-o- ductie van de chemische industrie van 150 tot 750 millioen gulden en de pro ductie van de textielindustrie van 600 tot 2500 millioen gulden. Natuurlijk heeft een dergelijke industrieele expansie, die ver uitgaat boven de behoeften van het eigen land, ook in vloed gehad op den uitvoer. Overal waar Japan de deur niet hermetisch gesloten vond. heeft het in de Aziatische landen de eerste plaat sveroverd. Zoo is het gegaan in ons Indië, in Siam, in Britsch- Indië. De vraag, die uit de fundamenteele verschuivingen op industrieel gebied onmid dellijk voortkomt is deze: welke tendenzen zijn daaruit geboren. Verweer-maatregelen. De eerste voor de hand liggende en ge makkelijkst toe te passen maatregelen, al waren die niet de verstandigste, die men in Europa heeft genomen, om zich te verweren tegen deze nieuwe verschijnselen, zijn ge weest het zoeken van evenwicht door het ne men van nationale maatregelen. Ten gevolge van de verschillende maati-egelen, die aan vankelijk genomen werden, heeft de wereld opgehouden te zijn wat zij te voren was. nl. een economisch geheel. Er heeft zich een streven ontwikkeld, dat er op gericht is lang zamerhand het economisch wereldgebied te gaan verdeelen in wat men zou kunnen noe men sferen van economische invloeden. Deze ziin of woi-den: Groot-Rusland, het Bi-itsche Rijk, het Aziatisch gebied onder leiding van Japan en misschien de Ver. Staten van Ame rika. Daartegenover staat niets anders dan een verbrokkeld Europa, dat ophield een leiden de factor te zijn in de wereldeconomie, en dat in dezen geweldigen tijd niets beters heeft weten te bedenken dan zichzelf verder te verteree 'n economisch nationalisme. Wat moet Nederland doen? Wat moeten wij nu doen? Welke gedrags lijn moet Nederland volgen te midden van deze verwarrende tijden, om van de volks welvaart te redden, wat er te redden is. Ter beantwoording van die vraag, gaf spr als uitgangspunt eerst eenige cijfers. Vergelijking productie 1913 en 1934. 1913 100. Wereld 127 Europa (zonder Rusland) 103 Nedeiiand 116 Duitschland 90 Groot-Brittannië 95 België 90 Frankrijk 99 Vereenigde Staten 113 Rusland 357 (1933) Japan 405 Geen herstel van vroegere welvaart. Verlaging van publieke lasten? Dr. H. Colijn. Hieruit blijkt, dat, wanneer wij nemen de West-Eui-opeesche landen: Duitschland, En geland, België, Frankrijk en Nederland, in 1934 het indexcijfer van Nederland hooger ligt dan dat van de andere landen. Tegelij kertijd volgt er uit, dat, waar de voornaam ste industrielanden beneden 't peil van 1913 liggen, terwijl voor de geheele wereld het cij fer 127 bedraagt, er natuurlijk ergens in de wereld een paar plekken moeten liggen, waar het Indexcijfer der productie belangrijk hoo ger ligt En dat is dan ook zoo. Men zie de cijfers van Rusland en Japan. Uit bovengenoemde cijfers blijkt, dat het globale cijfer van Nederland niet ongunstig is. Anders staat het echter, wanneer wij een vergelijking maken tusschen 1928 en 1934. (1922 was het topjaar van de jaren, die di rect achter ons liggen). Vergelijking productie 1928- 1928 100. -1934. Wereld 93 Europa (zonder Rusland) 0 Nederland 71 Duitschland 87 Gi-oot-Brittannië 102 België 66 Frankrijk 77 Vereenigde Staten 71 Rusland 250 Japan 150 Dit staatje geeft weer twee merkwaardige economische bergtoppen te zien: Rusland en Japan. Spr. maakte hierbij de opmerking, dat men deze cijfers slechts voor globale vergelijking kan bezigen. In zichzelf hebben ze maar be trekkelijke waarde, omdat ze niet de uit drukking zijn van vrij-economisch leven, maar het gevolg van kunstmatige maatrege len van verschillende landen. Vergelijkt men de cijfers van 1934 met die van 1913 dan had Nederland een betere plaats dan de andere landen, maar als men ze stelt tegenover 1928 dan ziet men dat de achteruitgang van Nederland grooter is. Al leen België staat rian op lager peil. Aangeprezen middelen tot verbetering. Als wij nu in het licht van deze waarheid vragen: Wat moet Neder land doen?, dan kan ten antwoord worden gegeven, dat drie ernstige middelen worden aangeprezen: le. protectie; 2e. ordening van het be drijfsleven en 3e. devaluatie van onze munt. Protectie kan op twee wijzen geschieden: door contingenteering en door heffing van rechten aan de grens. Onze regeering heeft den eersten weg gekozen, omdat de andere verschillende gevaren in zich sluit. Ordening van het bedrijfsleven. Er zijn sterke stroomingen in den lande, die het begrip der ordening zóó opvatten, dat el ke groep voor zich het groepsbelang in han den moet krijgen en dat hiervoor aan die groe pen wetgevende bevoegdheid moet worden ge geven, welke voor allen bindend moet zijn. Te gen die groepsvorming heeft spr. een over wegend bezwaar, omdat hij niet gelooft, dat het gemeenschapsgevoel hierbij boven het eigen belang zal worden gesteld. Ook wordt bepleit dat de overheid zelve deze ordening tot stand zal brengen. Maar dit zou beteekenen staatsslavernij voor het bedrijfsleven. En daarvan heeft spr. nog nimmer iets goeds in de wereld gezien! (Applaus). Bij het vraagstuk der ordening zal men met dubbele voorzichtigheid te werk moeten gaan en de overheid zal zich daarbij moeten laten leiden door het algemeene belang van de volksgemeenschap. Devaluatie Neen. De derde reddingspoging zoeken sommigen in de devaluatie van onze munt. Van alles wat in den laatsten tijd versche nen is, zoo vervolgde spreker, acht ik op het oogenblik het geschrift, dat enkele weken ge leden is uitgekomen van den Nijmeegschen hoogleeraar Raaymakei-s het beste. Hij laat duidelijk daarin uitkomen, dat de devaluatie van onze munt werkt als een uitvoerpremie voor den exporteur, die ten slotte betaald wordt door de gemeenschap. En bovendien, wie waarborgt ons, dat wij meer zullen kun nen leveren? In de tweede plaats werkt de devaluatie als een invoerrecht, maar deze slechte kant is er aan verbonden, dat het een invoerrecht op alle artikelen is, die men invoert, zelfs op de meest noodzakelijke grondstoffen en levens middelen. „Ik blijf dan ook van elke gedachte van op zettelijke devaluatie afkeerig. Ik heb niet de pretentie om te zeggen dat wanneer de ge heele wereld rondom ons heen in elkaar stort dat wij dan nooit gedwongen zouden kunneix worden van het goud af te gaan, maar voor zoover ik den toestand thans kan overzien, ben ik van meening, dat er geen enkel af doend argument is om ons te nopen een an- dere politiek te volgen dan tot nu toe gevolgd is (applaus). Wij moeten doorgaan en als het mo gelijk is in een iets sneller tempo met het nastreven van de noodzakelijke aanpassing. Ik hoop, dat in den loop van dit jaar blijken zal, dat de regee ring de mogelijkheid heeft om zelfs met de verlaging van enkele publieke lasten een aanvang te kunnen ma ken. Ik druk mij voorzichtig uit, want men heeft bij staatkunde nergens meer last van dan van onvoorzichtig gesproken woorden". Nog meer noodig. Er is echter nog meer noodig, n.l. dat men niet alles van de regeering verwacht. Om het heele economische leven van Nederland te kunnen redden is de sa menwerking noodig van den eersten tot den achtmillioensten Nederlander toe. Daarvoor zal het geheele volk zijn krachten behooren in te span nen en zullen wij schouder aan schou der de moeilijkheden moeten over winnen. Dan komen wij er, anders niet. Want wanneer regeering en volk elkaar voortdurend bevechten en wanneer de arbeid van de regeering opgaat in een verweer tegen de aan vallen, die van alle kanten op de re geering gericht worden, zoodat er geen dag en geen uur meer ovex-blijft om constructieven arbeid te verrich ten, dan komen wij er niet. In samenwerking van regeering en volk alleen ligt de redding voor zoo ver wij op nationaal gebied iets kun nen doen. Aan het slot van zijn rede zeide dr. Colijn, dat de gedachte van Ouchy internationaal zal moeten worden nagestreefd. Tegenover de andere groepen zal Europa zich ook alleen kunnen handhaven wanneer de Europeesche landen zich gaan vereenigen en het vrije goe derenverkeer herstellen. Dan mag worden gehoopt, dat met Gods hulp ook voor ons vaderland weer dagen zul len aanbreken waarop wij weer mogen ho pen op een redelijk bestaan voor alle Neder landers. De rede, welke precies anderhalf uur duur de, werd luid toegejuicht. Een langdurig ap plaus klonk in de zaal, toen dr. Colijn zijn laatste woorden gesproken had, een applaus, dat ten slotte overging in ovaties voor den spreker. Door een broer van zijn meisje. Familie was op den omgang tegen. Zoeterwoude is Zondagavond in beroering gebracht door een moord, welke te ongeveer negen uur gepleegd werd in een woning aan den Hooge Rijndijk. Het slachtoffer, de ongeveer 25-jarige los- werkman uit Leiden, werd door een broer van het meisje van K., met wie hij sedert eenigen tijd tegen den wil van haar familie omgang had, in den gang der woning van de familie v. K. door een twaalftal messteken zóó ernstig gewond, dat hij tijdens het transport naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden, aan de ge volgen is overleden. Ten ongeveer negen uur vervoegde v. P. zich aan de woning van zijn meisje, dat hij te Lei den, waar zij als dienstbode in betrekking is, had leeren kennen. Zijn kloppen aan de deur werd eerst niet beantwoord, v. P. die wist, dat de familie thuis was. bleef in de nabijheid van de woning en probeerde nog eenige malen toegang tot het huis te krijgen. Inmiddels had de familie v. K. van zich laten hoor en en na dat over en weer scheldwoorden waren gewis seld. werd v. P. toegelaten. Op de gang van de woning werd hij even wel door den 23-jarigen broer van zijn meisje verrast. Deze man had zich, gewapend met een slagersmes, achter de deur opgesteld en toen v. P. binnenkwam werd hij overvallen. Door een groot aantal messteken, Dr. de Bruyn uit Leiderdorp, die spoedig gewaarschuwd was, constateerde een twaalftal, werd hij onscha delijk gemaakt. Hevig bloedend zeeg de Lei- denaar in een. Dr. de Bruny gelastte over brenging naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden, doch onderweg stierf de man aan de bekomen wonden. v. K. Jr. en zijn vader, een 52-jarige los- werkman zijn door de politie gearresteerd en naar Leiden op transport gesteld. Voor zoover kan worden nagegaan, bestond tusschen den dader en zijn slachtoffer alleen van wege dieixs omgang met het meisje v. K. oneenigheid. Vroeger was het ook reeds eens tot handtastelijkheden gekomen. UITVINDING VAN NEDERLANDSCH MEDICUS IN AUSTRALIë. Een Nederlandsch medicus in Australië, dr. W van Bosch, die verbonden is aan een zie kenhuis te Sydney, heeft een belangrijke ver betering aangebracht in de oorspronkelijk in Duitschland vervaardigde apparaten, be stemd voor bestraling met ultra-korte golven. Dr. van Bosch heeft de bestaande methode belangrijk vereenvoudigd en een toestel ver vaardigd, waarmee verschillende behandelin gen kunnen worden gegeven, waarvoor tot nog toe verschillende apparaten noodig waren. De Nederlandsche medicus heeft vele suc cessen geboekt met zijn behandeling in ge vallen van ruggemergaandoeningen, rheuma-, tiek en longaandoeningen. Van Albury's Burgemeester. Burgemeester A. Waugh. Toen de tijding van de avontuurlijke nach telijke noodlanding door den „Uiver" bij het Austi-alische stadje Albury hier te lande be kend was, heeft het personeel der Petroleum Handel Maatschappij te Amsterdam spontaan besloten aan den burgemeester der stad te schrijven om hem hulde en dank te brengen voor de toegewijde hulp die door hen persoon lijk en onder zijn leiding aan de voor hem vreemde aviateurs onder zoo moeilijke om standigheden en met zooveel practisch ver nuft was gebracht. En de heer A. Waugh heeft niet nagelaten op dezen brief van verre vrienden in een persoonlijk schrijven van antwoord te dienen. De postverbinding tus schen Australië en Nederland vordert veel tijd, als niet een vliegtuig klaar staat, om dezen afstand naar onze tegenvoeters te verkleinen. En er is veel, heel veel gebeurd in de periode die ligt tusschen de spontane uiting van het Amsterdamsche personeel en de aankomst van het antwoord. De Uiver zelf bestaat niet meer, de herinnering aan zijn glorie is vei*borgen gegaan achter rouwfloers. Maar wij leven voort en met ons leeft voort het gevoel van hartelijke genegenheid tus schen verre vrienden, die elkander door het hachelijk avontuur in een stormachtigen nacht hebben gevonden. Hier volgt de inhoud van den brief, waarin burgemeester Waugh zijn nieuwe vrienden dankte, een brief, ge heel met burgemeester's eigen hand geschre ven onder het gedrukte hoofdje: Gemeente bestuur van Albury, Kamer van den Burge meester: Gentlemen and Dear Sirs, Uw vriendelijke dankbetuiging, waarin er kentelijkheid aan de bevolking van Albury tot uiting komt, wordt zeer gewaardeerd. Wij hebben vele soortgelijke berichten ontvangen uit alle streken der wereld en deze geven ons een beeld van de hooge achting en bewonde ring voor de dappere vliegers van de zijde hunner landgenooten. Van onze wat korte kennismaking met hen hebben wij eveneens aangename herinneringen bewaard aan deze moedige en achtenswaardige mannen. Zij zijn met toejuichingen en enthousiasme ont vangen, waar zij ook kwamen en hebben een blij venden indruk achtergelaten. Ik zie met veel genoegen een nieuwe ontmoeting met hen in de niet verre toekomst tegemoet in hun eigen vaderland. Ik hoop binnenkort een bezoek aan Nederland te brengen en mogelijk zal ik het genoegen hebben ook eenigen van u, met wie ik thans correspondeer, te ontmoe ten, wat, zooals gij zelf schrijft, nog verder moge bijdragen tot de gevoelens van vriend schap. die tusschen onze landen bestaan. Eenige dagen geleden ontvingen wij het bericht, dat het Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden heeft behaagd onze bevol king en de stad Albury zelf te eeren, door het verleenen van een hooge onderscheiding aan mij als burgemeester. Onnoodig te zeggen, dat wij dit op bijzonder hoogen prijs stellen. Wij voelen dit als een prachtig gebaar van good will en waardeering. De consul-generaal, de heer P. Staal zal Albury over eenige dagen bezoeken om deze onderscheiding plechtig uit te reiken. Voor het oogenblik verzoek ik, mijn hartelijke groeten aan het geheele personeel over te brengen. Uw toegenegen A. WAUGH, burgemeester. Deze hartelijke brief was vergezeld van een boekje en folders over de stad Albury en haar eeuwfeest, dat in 1924 is gevierd, beneveixs eenige briefkaarten met bijschriften van den burgemeester en diens portret met een op dracht. Wij drukken het laatste in dit stuk af, als het beeld van een man, die landgenooten, met wie wij zoo intens medeleefden, in moei lijke uren onschatbare diensten heeft bewe zen. welke het geheele Nederlandsche volk zich m lengte van jaren dankbaar zal her inneren. Als wij het even energieke als prettig open gelaat van dezen Australischen burge meester bezien, kunnen wij ons voorstellen, dat deze man heeft gedaan wat hij deed. zoowel met alle kracht, als met alle mensche- lijke genegenheid, die hem eigen moeten zijn. Het is het gezicht van een man, dien wij onzen vriend wet.en en gaarne als zoodanig aanvaarden. Hij zal dit ondervinden als hij de gast van ons land en van ons volk is. POGING COLPORTAGE-RELLETJES TEGEN TE GAAN. Naar wij vernemen heeft, naar aanleiding van de ongeregeldheden, die Vrijdagavond, als jevolg van door Communisten en Fascisten ondernomen colportage-tochten in de Boger- straat en de Kinkerstraat te Amsterdam zijn geschied, de hoofd-commissax-is een order uitgevaardigd, waarbij de politie wordt opge dragen in den vervolge met de sterkste mid delen op te treden tegen degenen, die door hun optreden aanleiding geven tot het ontstaan van volksoploopen en de gevolgen, welke daar uit kunnen voortvloeien. Vermelde order geldt voor het geheele stadsgebied. Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 28 Januari: Zondag j-1. had te Amsterdam de algemeene, jaar lij ksche vergadering plaats van het hoofdbestuur en de af gevaardigden der verschillende vereeni- gingen van den Bond voor algemeen Kies- en Stemrecht, welke vergadering van half een tot omstreeks acht uur 's avonds duurde. Verschillende onder werpen stonden op de agenda vermeld, zooals: het houden van een vergadering te 's-Hage. vóór het openen der Ka mers: het stellen van eigen candidaten bij de verkiezingen en het doen plaats hebben van verkiezingen ook door hen, die thans van het stemrecht verstoken zijn, enz. enz. Een hoofdpunt van het debat was een wijziging der statuten, waarbij de om schrijving ter sprake kwam van het geen onder algemeen kies- en stem recht was te verstaan. Om ook de vrou wen het stemrecht toe te kennen, werd met 40 tegen 9 stemmen verworpen. Door onze lens gesnapt. J. G. VAN KESSEL. De heer J. G. van Kessel werd 12 Sep tember 1880 te Overveevx geboren en kwam na zijn schooljaren in het bloemistenbe- drijf. Toen voor dat bedrijf een vakvereeniging werd gesticht was hij een der eersten die zich daarbij aansloot en op 17-jarigen leeftijd maakte hij reeds deel uit van het bestuur. Het feit dat in die dagen de voormannen der arbeidei'sorganisatie nog al eens moeilijk heden ondervonden van de patroons, welke die organisatie toen nog minder gezind waren was aanleiding dat de heer Van Kessel, toen hij 19 jaar was, het vak verliet. Hij werd toen handelaar in fruit en is dit nog. In 1918 werd hij gekozen tot lid van den gemeenteraad van Bloemendaal. Hij was de eerste arbeidersvertegenwoordiger in dien Raad. Na de annexatie in 1927, kwam hij in den Haarlemschen Raad. Van tal van vereenigingen is of was de heer van Kessel voorzitter of bestuurslid. Zoo was hij 17 jaar voorzitter van den R.K. Volksbond te Overveen, 6 jaar voorzitter van de vereeniging voor Volkstuinen, voorzitter en bestuurslid van de Vereeniging Bloemen- daal-Commando. Sinds 1913 is hij bestuurs lid en xxu al 12 jaar secretaris van de woning- bouwvereeniging „Bloemendaal" en van de oprichting af 9 jaar voorzitter van het Ziekenhuisfonds „Voorzorg". Verder is hij nu 16 jaar voorzitter van St. Marcus, vereeniging van Aardappel- en Groentehandelaren te Haarlem en sedert 2 jaar voorzitter van den Ned. R.K. Bond van Kleinhandelaren in Aardappelen. Groenten en Fruit, tevens re dacteur van het door dezen bond uitgegeven Vakblad. Als zoodanig heeft hij zitting in verschillende adviescommissies voor Tuinbouw crisismaatregelen. Hij is voorts bestuurslid van de R.K. Middenstanasvereeniging Bloe- mendaal-Overveen en heeft zitting in tal van vereenigingen en corporaties van kleiner omvang. Een moment van onoplettendheid Bracht drie menschen in den dood. Zaterdagavond heeft op den Am- sterdamschestraatweg te Maarssen een ernstig ongeluk plaats gehad, waarbij twee personen het leven lieten. Tusschen half negen en negen uur is op genoemden weg een motorrijder, na eerst in botsing te zijn gekomen met een jongeman, die met een fiets aan de hand langs den weg liep. tegen een boom gereden. De motorrijder, de 24-jarige Van Laar uit Utrecht werd bij de botsing vrijwel op slag gedood; de op de duo gezeten 26-jarige De Bruin, eveneens uit Utrecht overleed enkele oogenblikken na het ongeluk. De motorrijder kwam uit de richting Am sterdam en was op weg naar Utrecht De jongeman, die met de motor in aan raking was gekomen, bleef ongedeerd. Auto tegen boom gereden. De 36-jarige B. R. Royer uit Utrecht, die als bestuurder van een personen.auto van Arn hem in de richting Ede reed, is ter hoogte van de uitspanning „Planken-Wambuis nabij Ede door onbekende ooi-zaak tegen een boom gereden. De heer Royer was op slag dood.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5