Hoe is onze Volkswelvaart te redden?
Jongeman te Zoeterwoude
vermoord.
Antwoord uit Australië
MAANDAG 28 JANUARI 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
3
BINNENLAND
Dr. Colijn: Eendrachtige samenwerking
eerste eisch.
De Socletelten „De Groote Club en
Doctrinae et Amicitiae" en „De In-
dustrieele Club" te Amterdam
hebben Zaterdagmiddag een bijzon
dere bijeenkomst georganiseerd,
waarin de voorzitter van den minister
raad, dr. H. Colijn, een belangrijke
rede heeft gehouden. Dr. Colijn sprak
over de vraag: Wat kunnen wij doen
en wat moeten wij laten, om onze in
gezonken volkswelvaart te verhoo-
gen? Hij kwam hierin tot de volgende
conclusies: geen beschermende in
voerrechten; voorzichtigheid met de-
ordening van het bedrijfsleven; geen
devaluatie; snellere aanpassing aan
de veranderde toestanden. De regee
ring hoopt dit jaar de verlaging van
eenige publieke lasten mogelijk te
maken.
Spr. begon met erop den nadruk te leggen,
dat hij zou spreken over verhooging van de
ingezonken volkswelvaart en niet over her
stel van de vroegere, over aanpassing en niet
over overbrugging.
Overbrugging doet dé gedachten rijzen
aan een oever, die even hoog is als de andere;
herstel van volkswelvaart onderstelt tei-ug-
keer naar de toestanden van voorheen, en in
dezen terugkeer heeft spr. geen geloof.
Oorzaken en karakter
der depressie.
Spr. ging dan eerst na de oorzaken en het
karakter van de depressie, waarin wij op het
oogenblik verkeeren.
Als oorzaken van de crisis worden verschil
lende factoi*en genoemd; zoo de wereldoor
log, verder gewone conjunctuurelementen en
ook de speculatieve productie, die zich na
den oorlog hier en daar heeft vertoond en
niet minder der crediet-inflatie.
Dit alles zijn factoren, waai-op men in
derdaad wijzen kan, maar die toch lang niet
alles verklaren van de omstandigheden,
waarin wij ons op het oogenblik bevinden.
Want men laat buiten beschouwing de
zeer belangrijke fundamenteele veranderin
gen, die opgetreden zijn in het productie
proces der wereld en die zich reeds voor den
oorlog hebben gemanifesteerd, maar door den
ooi-log in belangrijke mate zijn verscherpt.
Voornamelijk in de laatste helft van de 19e
eeuw heeft de wereldeconomie zich geken
merkt door een ontwikkeling van de buiten-
Europeesche gebieden met behulp van Euro-
peesch kapitaal, van Europeesch intellect en
ook wel ten deele van Europeesche werk
krachten. Een treffend voorbeeld is, naar het
mij voorkomt, geweest de fundamenteele
verschuiving die in de wereldeconomie viel
waar te nemen door de ontwikkeling van de
Ver. Staten van Amerika.
Een nog sterker voorbeeld is Japan.
Omstreeks 1900 telde Japan als in
dustrieel producent nauwelijks mee en
de uitvoer uit Japan had nagenoeg
niets te beteekenen. Maar tusschen
1913 en 1929 steeg de productie in de
metaalindustrie van 60 millioen gul
den tot 800 milllioen gulden, de pi-o-
ductie van de chemische industrie van
150 tot 750 millioen gulden en de pro
ductie van de textielindustrie van 600
tot 2500 millioen gulden. Natuurlijk
heeft een dergelijke industrieele
expansie, die ver uitgaat boven de
behoeften van het eigen land, ook in
vloed gehad op den uitvoer.
Overal waar Japan de deur niet hermetisch
gesloten vond. heeft het in de Aziatische
landen de eerste plaat sveroverd. Zoo is het
gegaan in ons Indië, in Siam, in Britsch-
Indië. De vraag, die uit de fundamenteele
verschuivingen op industrieel gebied onmid
dellijk voortkomt is deze: welke tendenzen
zijn daaruit geboren.
Verweer-maatregelen.
De eerste voor de hand liggende en ge
makkelijkst toe te passen maatregelen, al
waren die niet de verstandigste, die men in
Europa heeft genomen, om zich te verweren
tegen deze nieuwe verschijnselen, zijn ge
weest het zoeken van evenwicht door het ne
men van nationale maatregelen. Ten gevolge
van de verschillende maati-egelen, die aan
vankelijk genomen werden, heeft de wereld
opgehouden te zijn wat zij te voren was. nl.
een economisch geheel. Er heeft zich een
streven ontwikkeld, dat er op gericht is lang
zamerhand het economisch wereldgebied te
gaan verdeelen in wat men zou kunnen noe
men sferen van economische invloeden. Deze
ziin of woi-den: Groot-Rusland, het Bi-itsche
Rijk, het Aziatisch gebied onder leiding van
Japan en misschien de Ver. Staten van Ame
rika.
Daartegenover staat niets anders dan een
verbrokkeld Europa, dat ophield een leiden
de factor te zijn in de wereldeconomie, en
dat in dezen geweldigen tijd niets beters
heeft weten te bedenken dan zichzelf verder
te verteree 'n economisch nationalisme.
Wat moet Nederland doen?
Wat moeten wij nu doen? Welke gedrags
lijn moet Nederland volgen te midden van
deze verwarrende tijden, om van de volks
welvaart te redden, wat er te redden is.
Ter beantwoording van die vraag, gaf spr
als uitgangspunt eerst eenige cijfers.
Vergelijking productie 1913 en 1934.
1913 100.
Wereld 127
Europa (zonder Rusland) 103
Nedeiiand 116
Duitschland 90
Groot-Brittannië 95
België 90
Frankrijk 99
Vereenigde Staten 113
Rusland 357 (1933)
Japan 405
Geen herstel van vroegere
welvaart.
Verlaging van publieke lasten?
Dr. H. Colijn.
Hieruit blijkt, dat, wanneer wij nemen de
West-Eui-opeesche landen: Duitschland, En
geland, België, Frankrijk en Nederland, in
1934 het indexcijfer van Nederland hooger
ligt dan dat van de andere landen. Tegelij
kertijd volgt er uit, dat, waar de voornaam
ste industrielanden beneden 't peil van 1913
liggen, terwijl voor de geheele wereld het cij
fer 127 bedraagt, er natuurlijk ergens in de
wereld een paar plekken moeten liggen, waar
het Indexcijfer der productie belangrijk hoo
ger ligt En dat is dan ook zoo. Men zie de
cijfers van Rusland en Japan.
Uit bovengenoemde cijfers blijkt, dat het
globale cijfer van Nederland niet ongunstig
is. Anders staat het echter, wanneer wij een
vergelijking maken tusschen 1928 en 1934.
(1922 was het topjaar van de jaren, die di
rect achter ons liggen).
Vergelijking productie 1928-
1928 100.
-1934.
Wereld
93
Europa (zonder Rusland)
0
Nederland
71
Duitschland
87
Gi-oot-Brittannië
102
België
66
Frankrijk
77
Vereenigde Staten
71
Rusland
250
Japan
150
Dit staatje geeft weer twee merkwaardige
economische bergtoppen te zien: Rusland en
Japan.
Spr. maakte hierbij de opmerking, dat men
deze cijfers slechts voor globale vergelijking
kan bezigen. In zichzelf hebben ze maar be
trekkelijke waarde, omdat ze niet de uit
drukking zijn van vrij-economisch leven,
maar het gevolg van kunstmatige maatrege
len van verschillende landen.
Vergelijkt men de cijfers van 1934 met die
van 1913 dan had Nederland een betere
plaats dan de andere landen, maar als men
ze stelt tegenover 1928 dan ziet men dat de
achteruitgang van Nederland grooter is. Al
leen België staat rian op lager peil.
Aangeprezen middelen
tot verbetering.
Als wij nu in het licht van deze
waarheid vragen: Wat moet Neder
land doen?, dan kan ten antwoord
worden gegeven, dat drie ernstige
middelen worden aangeprezen: le.
protectie; 2e. ordening van het be
drijfsleven en 3e. devaluatie van onze
munt.
Protectie kan op twee wijzen geschieden:
door contingenteering en door heffing van
rechten aan de grens. Onze regeering heeft
den eersten weg gekozen, omdat de andere
verschillende gevaren in zich sluit.
Ordening van het bedrijfsleven.
Er zijn sterke stroomingen in den lande, die
het begrip der ordening zóó opvatten, dat el
ke groep voor zich het groepsbelang in han
den moet krijgen en dat hiervoor aan die groe
pen wetgevende bevoegdheid moet worden ge
geven, welke voor allen bindend moet zijn. Te
gen die groepsvorming heeft spr. een over
wegend bezwaar, omdat hij niet gelooft, dat
het gemeenschapsgevoel hierbij boven het
eigen belang zal worden gesteld. Ook wordt
bepleit dat de overheid zelve deze ordening tot
stand zal brengen. Maar dit zou beteekenen
staatsslavernij voor het bedrijfsleven. En
daarvan heeft spr. nog nimmer iets goeds in
de wereld gezien! (Applaus).
Bij het vraagstuk der ordening zal men met
dubbele voorzichtigheid te werk moeten gaan
en de overheid zal zich daarbij moeten laten
leiden door het algemeene belang van de
volksgemeenschap.
Devaluatie Neen.
De derde reddingspoging zoeken sommigen
in de devaluatie van onze munt.
Van alles wat in den laatsten tijd versche
nen is, zoo vervolgde spreker, acht ik op het
oogenblik het geschrift, dat enkele weken ge
leden is uitgekomen van den Nijmeegschen
hoogleeraar Raaymakei-s het beste. Hij laat
duidelijk daarin uitkomen, dat de devaluatie
van onze munt werkt als een uitvoerpremie
voor den exporteur, die ten slotte betaald
wordt door de gemeenschap. En bovendien,
wie waarborgt ons, dat wij meer zullen kun
nen leveren?
In de tweede plaats werkt de devaluatie als
een invoerrecht, maar deze slechte kant is er
aan verbonden, dat het een invoerrecht op
alle artikelen is, die men invoert, zelfs op
de meest noodzakelijke grondstoffen en levens
middelen.
„Ik blijf dan ook van elke gedachte van op
zettelijke devaluatie afkeerig. Ik heb niet de
pretentie om te zeggen dat wanneer de ge
heele wereld rondom ons heen in elkaar stort
dat wij dan nooit gedwongen zouden kunneix
worden van het goud af te gaan, maar voor
zoover ik den toestand thans kan overzien,
ben ik van meening, dat er geen enkel af
doend argument is om ons te nopen een an-
dere politiek te volgen dan tot nu toe gevolgd
is (applaus).
Wij moeten doorgaan en als het mo
gelijk is in een iets sneller tempo met
het nastreven van de noodzakelijke
aanpassing. Ik hoop, dat in den loop
van dit jaar blijken zal, dat de regee
ring de mogelijkheid heeft om zelfs
met de verlaging van enkele publieke
lasten een aanvang te kunnen ma
ken. Ik druk mij voorzichtig uit, want
men heeft bij staatkunde nergens
meer last van dan van onvoorzichtig
gesproken woorden".
Nog meer noodig.
Er is echter nog meer noodig, n.l. dat men
niet alles van de regeering verwacht.
Om het heele economische leven van
Nederland te kunnen redden is de sa
menwerking noodig van den eersten
tot den achtmillioensten Nederlander
toe. Daarvoor zal het geheele volk
zijn krachten behooren in te span
nen en zullen wij schouder aan schou
der de moeilijkheden moeten over
winnen. Dan komen wij er, anders
niet. Want wanneer regeering en volk
elkaar voortdurend bevechten en
wanneer de arbeid van de regeering
opgaat in een verweer tegen de aan
vallen, die van alle kanten op de re
geering gericht worden, zoodat er
geen dag en geen uur meer ovex-blijft
om constructieven arbeid te verrich
ten, dan komen wij er niet.
In samenwerking van regeering en
volk alleen ligt de redding voor zoo
ver wij op nationaal gebied iets kun
nen doen.
Aan het slot van zijn rede zeide dr. Colijn,
dat de gedachte van Ouchy internationaal zal
moeten worden nagestreefd. Tegenover de
andere groepen zal Europa zich ook alleen
kunnen handhaven wanneer de Europeesche
landen zich gaan vereenigen en het vrije goe
derenverkeer herstellen.
Dan mag worden gehoopt, dat met Gods
hulp ook voor ons vaderland weer dagen zul
len aanbreken waarop wij weer mogen ho
pen op een redelijk bestaan voor alle Neder
landers.
De rede, welke precies anderhalf uur duur
de, werd luid toegejuicht. Een langdurig ap
plaus klonk in de zaal, toen dr. Colijn zijn
laatste woorden gesproken had, een applaus,
dat ten slotte overging in ovaties voor den
spreker.
Door een broer van zijn meisje.
Familie was op den omgang tegen.
Zoeterwoude is Zondagavond in beroering
gebracht door een moord, welke te ongeveer
negen uur gepleegd werd in een woning aan
den Hooge Rijndijk.
Het slachtoffer, de ongeveer 25-jarige los-
werkman uit Leiden, werd door een broer van
het meisje van K., met wie hij sedert eenigen
tijd tegen den wil van haar familie omgang
had, in den gang der woning van de familie
v. K. door een twaalftal messteken zóó ernstig
gewond, dat hij tijdens het transport naar het
Academisch Ziekenhuis te Leiden, aan de ge
volgen is overleden.
Ten ongeveer negen uur vervoegde v. P. zich
aan de woning van zijn meisje, dat hij te Lei
den, waar zij als dienstbode in betrekking is,
had leeren kennen. Zijn kloppen aan de deur
werd eerst niet beantwoord, v. P. die wist, dat
de familie thuis was. bleef in de nabijheid
van de woning en probeerde nog eenige malen
toegang tot het huis te krijgen. Inmiddels had
de familie v. K. van zich laten hoor en en na
dat over en weer scheldwoorden waren gewis
seld. werd v. P. toegelaten.
Op de gang van de woning werd hij even
wel door den 23-jarigen broer van zijn meisje
verrast. Deze man had zich, gewapend met
een slagersmes, achter de deur opgesteld en
toen v. P. binnenkwam werd hij overvallen.
Door een groot aantal messteken, Dr. de Bruyn
uit Leiderdorp, die spoedig gewaarschuwd was,
constateerde een twaalftal, werd hij onscha
delijk gemaakt. Hevig bloedend zeeg de Lei-
denaar in een. Dr. de Bruny gelastte over
brenging naar het Academisch Ziekenhuis te
Leiden, doch onderweg stierf de man aan de
bekomen wonden.
v. K. Jr. en zijn vader, een 52-jarige los-
werkman zijn door de politie gearresteerd en
naar Leiden op transport gesteld.
Voor zoover kan worden nagegaan, bestond
tusschen den dader en zijn slachtoffer alleen
van wege dieixs omgang met het meisje v. K.
oneenigheid. Vroeger was het ook reeds eens
tot handtastelijkheden gekomen.
UITVINDING VAN NEDERLANDSCH
MEDICUS IN AUSTRALIë.
Een Nederlandsch medicus in Australië, dr.
W van Bosch, die verbonden is aan een zie
kenhuis te Sydney, heeft een belangrijke ver
betering aangebracht in de oorspronkelijk
in Duitschland vervaardigde apparaten, be
stemd voor bestraling met ultra-korte golven.
Dr. van Bosch heeft de bestaande methode
belangrijk vereenvoudigd en een toestel ver
vaardigd, waarmee verschillende behandelin
gen kunnen worden gegeven, waarvoor tot nog
toe verschillende apparaten noodig waren.
De Nederlandsche medicus heeft vele suc
cessen geboekt met zijn behandeling in ge
vallen van ruggemergaandoeningen, rheuma-,
tiek en longaandoeningen.
Van Albury's
Burgemeester.
Burgemeester A. Waugh.
Toen de tijding van de avontuurlijke nach
telijke noodlanding door den „Uiver" bij het
Austi-alische stadje Albury hier te lande be
kend was, heeft het personeel der Petroleum
Handel Maatschappij te Amsterdam spontaan
besloten aan den burgemeester der stad te
schrijven om hem hulde en dank te brengen
voor de toegewijde hulp die door hen persoon
lijk en onder zijn leiding aan de voor hem
vreemde aviateurs onder zoo moeilijke om
standigheden en met zooveel practisch ver
nuft was gebracht. En de heer A. Waugh
heeft niet nagelaten op dezen brief van verre
vrienden in een persoonlijk schrijven van
antwoord te dienen. De postverbinding tus
schen Australië en Nederland vordert veel tijd,
als niet een vliegtuig klaar staat, om dezen
afstand naar onze tegenvoeters te verkleinen.
En er is veel, heel veel gebeurd in de periode
die ligt tusschen de spontane uiting van het
Amsterdamsche personeel en de aankomst van
het antwoord. De Uiver zelf bestaat niet meer,
de herinnering aan zijn glorie is vei*borgen
gegaan achter rouwfloers.
Maar wij leven voort en met ons leeft voort
het gevoel van hartelijke genegenheid tus
schen verre vrienden, die elkander door het
hachelijk avontuur in een stormachtigen
nacht hebben gevonden. Hier volgt de inhoud
van den brief, waarin burgemeester Waugh
zijn nieuwe vrienden dankte, een brief, ge
heel met burgemeester's eigen hand geschre
ven onder het gedrukte hoofdje: Gemeente
bestuur van Albury, Kamer van den Burge
meester:
Gentlemen and Dear Sirs,
Uw vriendelijke dankbetuiging, waarin er
kentelijkheid aan de bevolking van Albury
tot uiting komt, wordt zeer gewaardeerd. Wij
hebben vele soortgelijke berichten ontvangen
uit alle streken der wereld en deze geven ons
een beeld van de hooge achting en bewonde
ring voor de dappere vliegers van de zijde
hunner landgenooten. Van onze wat korte
kennismaking met hen hebben wij eveneens
aangename herinneringen bewaard aan deze
moedige en achtenswaardige mannen. Zij
zijn met toejuichingen en enthousiasme ont
vangen, waar zij ook kwamen en hebben een
blij venden indruk achtergelaten. Ik zie met
veel genoegen een nieuwe ontmoeting met
hen in de niet verre toekomst tegemoet in
hun eigen vaderland. Ik hoop binnenkort een
bezoek aan Nederland te brengen en mogelijk
zal ik het genoegen hebben ook eenigen van
u, met wie ik thans correspondeer, te ontmoe
ten, wat, zooals gij zelf schrijft, nog verder
moge bijdragen tot de gevoelens van vriend
schap. die tusschen onze landen bestaan.
Eenige dagen geleden ontvingen wij het
bericht, dat het Hare Majesteit de Koningin
der Nederlanden heeft behaagd onze bevol
king en de stad Albury zelf te eeren, door het
verleenen van een hooge onderscheiding aan
mij als burgemeester. Onnoodig te zeggen, dat
wij dit op bijzonder hoogen prijs stellen. Wij
voelen dit als een prachtig gebaar van good
will en waardeering. De consul-generaal, de
heer P. Staal zal Albury over eenige dagen
bezoeken om deze onderscheiding plechtig uit
te reiken. Voor het oogenblik verzoek ik, mijn
hartelijke groeten aan het geheele personeel
over te brengen.
Uw toegenegen
A. WAUGH,
burgemeester.
Deze hartelijke brief was vergezeld van een
boekje en folders over de stad Albury en haar
eeuwfeest, dat in 1924 is gevierd, beneveixs
eenige briefkaarten met bijschriften van den
burgemeester en diens portret met een op
dracht.
Wij drukken het laatste in dit stuk af, als
het beeld van een man, die landgenooten,
met wie wij zoo intens medeleefden, in moei
lijke uren onschatbare diensten heeft bewe
zen. welke het geheele Nederlandsche volk
zich m lengte van jaren dankbaar zal her
inneren. Als wij het even energieke als prettig
open gelaat van dezen Australischen burge
meester bezien, kunnen wij ons voorstellen,
dat deze man heeft gedaan wat hij deed.
zoowel met alle kracht, als met alle mensche-
lijke genegenheid, die hem eigen moeten zijn.
Het is het gezicht van een man, dien wij
onzen vriend wet.en en gaarne als zoodanig
aanvaarden.
Hij zal dit ondervinden als hij de gast van
ons land en van ons volk is.
POGING COLPORTAGE-RELLETJES TEGEN
TE GAAN.
Naar wij vernemen heeft, naar aanleiding
van de ongeregeldheden, die Vrijdagavond, als
jevolg van door Communisten en Fascisten
ondernomen colportage-tochten in de Boger-
straat en de Kinkerstraat te Amsterdam zijn
geschied, de hoofd-commissax-is een order
uitgevaardigd, waarbij de politie wordt opge
dragen in den vervolge met de sterkste mid
delen op te treden tegen degenen, die door hun
optreden aanleiding geven tot het ontstaan
van volksoploopen en de gevolgen, welke daar
uit kunnen voortvloeien. Vermelde order geldt
voor het geheele stadsgebied.
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
28 Januari:
Zondag j-1. had te Amsterdam de
algemeene, jaar lij ksche vergadering
plaats van het hoofdbestuur en de af
gevaardigden der verschillende vereeni-
gingen van den Bond voor algemeen
Kies- en Stemrecht, welke vergadering
van half een tot omstreeks acht uur
's avonds duurde. Verschillende onder
werpen stonden op de agenda vermeld,
zooals: het houden van een vergadering
te 's-Hage. vóór het openen der Ka
mers: het stellen van eigen candidaten
bij de verkiezingen en het doen plaats
hebben van verkiezingen ook door hen,
die thans van het stemrecht verstoken
zijn, enz. enz.
Een hoofdpunt van het debat was een
wijziging der statuten, waarbij de om
schrijving ter sprake kwam van het
geen onder algemeen kies- en stem
recht was te verstaan. Om ook de vrou
wen het stemrecht toe te kennen, werd
met 40 tegen 9 stemmen verworpen.
Door onze lens gesnapt.
J. G. VAN KESSEL.
De heer J. G. van Kessel werd 12 Sep
tember 1880 te Overveevx geboren en kwam
na zijn schooljaren in het bloemistenbe-
drijf.
Toen voor dat bedrijf een vakvereeniging
werd gesticht was hij een der eersten die zich
daarbij aansloot en op 17-jarigen leeftijd
maakte hij reeds deel uit van het bestuur.
Het feit dat in die dagen de voormannen der
arbeidei'sorganisatie nog al eens moeilijk
heden ondervonden van de patroons, welke
die organisatie toen nog minder gezind waren
was aanleiding dat de heer Van Kessel, toen
hij 19 jaar was, het vak verliet. Hij werd
toen handelaar in fruit en is dit nog.
In 1918 werd hij gekozen tot lid van den
gemeenteraad van Bloemendaal. Hij was de
eerste arbeidersvertegenwoordiger in dien
Raad. Na de annexatie in 1927, kwam hij
in den Haarlemschen Raad.
Van tal van vereenigingen is of was de
heer van Kessel voorzitter of bestuurslid.
Zoo was hij 17 jaar voorzitter van den R.K.
Volksbond te Overveen, 6 jaar voorzitter van
de vereeniging voor Volkstuinen, voorzitter
en bestuurslid van de Vereeniging Bloemen-
daal-Commando. Sinds 1913 is hij bestuurs
lid en xxu al 12 jaar secretaris van de woning-
bouwvereeniging „Bloemendaal" en van de
oprichting af 9 jaar voorzitter van het
Ziekenhuisfonds „Voorzorg". Verder is hij nu
16 jaar voorzitter van St. Marcus, vereeniging
van Aardappel- en Groentehandelaren te
Haarlem en sedert 2 jaar voorzitter van den
Ned. R.K. Bond van Kleinhandelaren in
Aardappelen. Groenten en Fruit, tevens re
dacteur van het door dezen bond uitgegeven
Vakblad. Als zoodanig heeft hij zitting in
verschillende adviescommissies voor Tuinbouw
crisismaatregelen. Hij is voorts bestuurslid
van de R.K. Middenstanasvereeniging Bloe-
mendaal-Overveen en heeft zitting in tal
van vereenigingen en corporaties van kleiner
omvang.
Een moment van onoplettendheid
Bracht drie menschen in
den dood.
Zaterdagavond heeft op den Am-
sterdamschestraatweg te Maarssen
een ernstig ongeluk plaats gehad,
waarbij twee personen het leven
lieten.
Tusschen half negen en negen uur is op
genoemden weg een motorrijder, na eerst in
botsing te zijn gekomen met een jongeman,
die met een fiets aan de hand langs den weg
liep. tegen een boom gereden. De motorrijder,
de 24-jarige Van Laar uit Utrecht werd bij
de botsing vrijwel op slag gedood; de op de
duo gezeten 26-jarige De Bruin, eveneens uit
Utrecht overleed enkele oogenblikken na het
ongeluk.
De motorrijder kwam uit de richting Am
sterdam en was op weg naar Utrecht
De jongeman, die met de motor in aan
raking was gekomen, bleef ongedeerd.
Auto tegen boom gereden.
De 36-jarige B. R. Royer uit Utrecht, die als
bestuurder van een personen.auto van Arn
hem in de richting Ede reed, is ter hoogte
van de uitspanning „Planken-Wambuis nabij
Ede door onbekende ooi-zaak tegen een boom
gereden. De heer Royer was op slag dood.