Verstopping regelmatige stoel
gang regelt men vlug zonder kramp of pijn met
Mijnhardt's Laxeertabletten
Het handelsverdrag
Nederland-Ver. Staten van N.Amerika
VRIJDAG 1 FEBRUARI 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
3
KON. HOLL. LLOYD GAAT
INKRIMPEN.
Tweehonderd man personeel
wordt ontslagen.
Nog slechts bescheiden vrachtdienst
op Zuid-Amerika.
Naai' wij vernemen is binnenkort
een belangrijke inkrimping van het
bedrijf van den Kon. Hollandschen
Lloyd te verwachten. Zooals bekend
is het passagiersvervoer reeds eenigen
tijd stopgezet, zoodat deze maat
schappij thans alleen nog vracht
schepen in de vaart heeft.
Donderdag is aan het geheele per
soneel van den Kon. Holl. Lloyd bij
rondschrijven medegedeeld, dat de
directie tot haar leedwezen gedwon
gen is, het bedrijf zeer aanzienlijk in
te krimpen, en als direct gevolg daar
van het overgroote deel van het
varend en kantoorpersoneel in de
naaste toekomst te ontslaan.
Het besluit tot de inkrimping is genomen
in overleg en na besprekingen met de be-
bevoegde autoriteiten in Den Haag. Nog
Woensdag heeft te Den Haag een bespreking
plaats gehad, welke tot direct gevolg heeft
gehad het besluit van de directie van den
Kon. Holl. Lloyd om het bovenvermelde
schrijven aan het personeel te richten.
Het ligt in de bedoeling, dat tus-
schen Amsterdam en Zuid-Amerika op
bescheiden schaal een vrachtdienst zal wor
den gehandhaafd, waarvoor concentratie en
reorganisatie van het bedrijf van den Kon.
Holl. Lloyd noodig is. De regeering wenscht,
dat handhaving van den dienst en inkrim
ping van het bedrijf op zoodanige wijze ge
schieden. dat er samenwerking bestaat tus-
schen Rotterdam en Amsterdam.
Tenslotte vernemen wij nog. dat voor het
aangekondigde ontslag waarschijnlijk onge
veer 200 leden van het personeel van den
Kon. Lloyd zullen worden getroffen.
DE MOORD OP S. BEUGELTASCH.
Behandeling op 7 Maart.
Naar wij vernemen zal de strafzaak tegen
P., die het meisje S. Beugeltasch heeft ver
moord, op 7 Maart dienen voor de vijfde
kamer der rechtbank.
Het psychiatrisch rapport, dat omtrent
dezen verdachte is uitgebracht, concludeert
tot verminderde toerekeningsvatbaarheid. De
zaak zal met gesloten deuren behandeld wor
den.
Tegen knoeierijen bij wel
dadigheidsinstellingen.
Bestuursleden behooren zonder
vergoeding te werken.
Regeering acht scherp optreden tegen
misstanden noodzakelijk.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
aan de gemeentebesturen een circulaire gezon
den inzake de vraag, of het toelaatbaar is
te achten, dat bestuursleden van instellingen
van weldadigheid en dergelijke voor hun werk
zaamheden salaris ontvangen.
Naar de meening van den Minister dient
het beginsel voorop te blijven staan, dat be
stuursleden van instellingen van philantro-
pischen of sociaal-hygiënïschen aard hun
functie zonder vergoeding behooren te ver
richten. De Minister voegt hier echter ter
stond aan toe, dat gewaakt dient te worden
tegen de voorstelling, als zou, wanneer in een
bepaald geval wèl honorarium wordt genoten,
dit steeds verkeerd zijn. Er zijn gevallen denk
baar, waarin afwijking van dezen regel alles
zins aanvaardbaar is.
Optreden door een algemeen verbod van
salarieering van bestuursleden bijv. op
straffe van onthouding van subsidie acht
de Minister in zijn algemeenheid niet juist.
Daarbij komt, dat ernstige misbruiken voor
komen, niet alleen, waar het gaat om reeht-
streeksche bezoldiging, maar evenzeer in ge
vallen, waarin in anderen vorm, bijv. door be
middeling of leveranties, voordeel van de be-
stuurspositie wordt getrokken. Uit dat oog
punt bezien, is het stellen van een algemeenen
regel onvoldoende, maar bovendien gevaarlijk,
omdat het publiek daaruit ten onrechte zou
concludeeren, dat'bij de instellingen, welke
dien regel naleven, geen misstanden zouden
bestaan.
Er bestaat echter voor de overheid in het
algemeen en dus ook voor de gemeentebe
sturen in het bijzonder alle aanleiding voor
een scherper ontreden tegen misstanden, als
hier in het geding zijn.
Doeltreffende bestrijding van misstanden
kan slechts geschieden, indien geval voor ge
val individueel wordt onderzocht. Dit onder
zoek zal dan niet alleen eventueele bezoldi
ging moeten betreffen, maar vooral ook an
dere vormen, waar indirect of direct voordeel
door bestuursleden wordt genoten. Tegen ge
constateerde misstanden moet krachtig en
zonder aanzien des persoons worden opge
treden. De instellingen, welke de aandacht
vragen, kunnen worden onderscheiden in
drie groepen: ten eerste instellingen, welke
overheidssubsidie ontvangen; ten tweede in
stelingen, welke openbare inzamelingen van
gelden houden en ten derde andere instel
lingen.
In zijn circulaire geeft de Minister dan een
aantal richtlijnen, met welke de gemeente
besturen rekening dienen te houden,
Fraudeerende ambtenaren
werden reeds lang verdacht.
Autorijden wekte argwaan.
Nadere bijzonderheden over de
steekpenningenkwestie.
Naar aanleiding van de Donderdag gedane
arrestatie van de twee Amsterdamsche ge
meente-ambtenaren in verband met door hen
gepleegde corruptie, verneemt V.D. van be
voegde zijde het volgende:
Voorop dient te worden gesteld dat de cor
ruptie is gepleegd voor de reorganisatie van
den Centralen Dienst voor de Levensmiddelen
en voor het optreden van den huidigen direc
teur hiervan.
Reeds geruimen tijd verdacht men den chef
van de Centrale Slagerijen han'delingen te
plegen, die in strijd waren met zijn ambt en
in strijd met de belangen van de gemeente.
Zoo reed hij bijv. gedurende eenigen tijd met
een auto. wat niet overeenstemde met zijn
salaris.
De politie stelde tenslotte een onderzoek in
en deed, zooals we meldden, een inval in het
kantoor van den slager De G. aan den Zee
dijk. Het boekonderzoek wees al zeer spoedig
uit, dat er steekpenningen werden gegeven
aan een tweetal ambtenaren. Belangrijke pos
ten kwamen in de boeken voor, welke niet op
normale wijze konden wonden verantwoord.
Het gevolg was de arrestatie van de. twee
ambtenaren. De chef van de Centrale Slage
rijen is al geruimen tijd ziek en dit kwam de
nieuwe directie van den Centralen Dienst voor
de Levensmiddelen goed te pas daar men
hem liever niet dan wel in de slagerijen zag.
Tenslotte is een geheele reorganisatie aange
bracht waardoor de bedoelde chef volkomen
overbodig werd, zoodat hij voor ontslag uit
den gemeentedienst werd voorgedragen, wat
met 1 Maart a.s. zou gebeuren.
Wat P., de chef van de Keuken voor Kinder
voeding betreft, het volgende.
Ook tegen hem was verdenking gerezen en
ook deze dienst werd op zeer ingrijpende wijze
gereorganiseerd, wat al weer tot gevolg had
dat ook hij voor vrijwel onmiddellijk ontslag
werd voorgedragen als overcompleet. Hij is on
geveer een half jaar geleden uit den dienst
verwijderd. Dus beide veddachten. zoowel B.
als P., chef van de Centrale Slagerijen en chef
Keuken voor Kindervoeding, hebben nooit ge
werkt onder de huidige directie van den Cen
tralen Dienst voor de Levensmiddelen.
Oorspronkelijk kocht de chef van de Cen
trale Slagerijen op eigen gelegenheid het
vleesch in bij de verschillende groote slage
rijen, zoodat hij hierdoor gelegenheid had te
knoeien. Het leeuwenaandeel van de leveran
ties kwam dank zij de steekpenningen
van De G. Thans is ook dit reeds sedert de
nieuwe directie is opgetreden, volkomen ver
anderd. Bij inschrijving wordt de leverantie
thans gegund.
Na een langdurig verhoor zijn de gearres
teerden Donderdagmiddag in vrijheid gesteld.
LANGS DE STRAAT.
Een Ongeluk.
Ventje's kleine trappelbeentjes betrippelden
het trottoir. Groote tegels lagen als suiker
klontjes van reuze-afmeting langs de etalage
ruiten, die ventje's korte steltjes soms als bee-
nen van een reus terug kaatsten. In z'n eene
handje sleurde hij de schooltasch mee, in de
andere kleefde een eindje chocola, 't Kleine
manneke stapte parmantig tusschen de groote
mannen door. die met werkelijk-ernstige ge
zichten naar hün houten banken gingen, waar
wel niet geleerd werd, maai- toch geld ver
diend.
Blijkbaar was ventje laat. want hij tuurde
naar het einde van de drukke straat, maakte
af en toe een haastig pasje, als bleef het eene
been bij het andere achter, begon een holletje,
sprong tusschen de menschen door, en bleef
gespannen kijken.
De schoolbel is onverbiddelijk.
De straatsteenen ook
Pats. Daar lag ventje. Languit op de suiker
klontjes. Met een sierlijke boog vloog de tasch
meters hoog, ver in de lucht en kwam terug,
in een lawine van papier, boeken en schriften.
Ventje wilde opstaan, doch een groote meneer
zei:
„Blijf maar rustig liggen, verroer je niet,
dan zullen we wel zien wat er aan scheelt!"
Wat doet een knaapje uit de eerste klas. als
een groote meneer iets zegt, al is het de mees
ter niet? Dus bleef de tasch in de hoop pa
pier. de chocola als een vieze, vormelooze vui
ligheid in het haar van het jongetje kleven.
Maar
Erger was de groote roode vlek, die langzaam
doorsijpelde en het heele blousje van ventje
kleurde. Drommen menschen drongen om het
ongelukkige kereltje heen, dat even tevoor nog
geen andere gedachten had dan de bel. de
bank en de sommen. Je kon het duidelijk zien:
ventje werd bleek en stond op het punt flauw
te vallen. Hij moest ernstig zijn gewond, want
de vlek werd al rooder, rooder, rooder
Een andere meneer zei dat "t kereltje meer
lucht moest hebben, dat de menschen achter
uit moesten, dat men zijn blousje moest open
maken, maar weer een ander zei dat het heel
gevaarlijk was als er lucht kwam aan een
groote wonde, als deze, en weer een andere zei
dit, weer een andere dat en niemand deed
wat. Ventje's blouse was nu heelemaal rood
geworden, hij lag roerloos, keek bang om zich
heen, wachtte op hulp.
Tot de man op de fiets met het verband
kistje kwam. Er ging een mompeling van „wat
laat, wat duurde 't lang". Toen werd 't. dood
stil. Elk oogenblik kon men den uitslag ver
wachten van de sensatie van dezen morgen,
de groote gebeurtenis waarvoor velen te laat
aan hun werk kwamen en er graag te laat
voor kwamen.
De deskundige hulpverleener boog zich over
het knaapje heen, tilde voorzichtig een puntje
van het blousje op, greep, graaide en grab
beldePakte een kurkje en een leeggeloo-
pen fleschje roode inkt.
Waarom bewaren schooljongetjes hun din
gen toch ook op zulke malle plaatsen?
W. SCH.
Prijs per doos 60 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
Barmat acht zich weer
beleedigd.
Voor de derde maal aanklacht tegen een blad
ingediend.
Naar wij vernemen, heeft Mr. Ed. Emme-
ring ten verzoeke van Julius Barmat voor de
derde maal „De Telegraaf" met toestemming
van den president der Rechtbank op verkor
ten termijn doen dagvaarden. De vordering is
thans erop gebaseerd, dat genoemd blad bij
de vermelding van het vonnis, in een vorig
proces ten nadeele van dat blad uitgespro
ken. als „headline" op voor hem beleedigende
wijze had vermeld, dat de Rechtbank de re
putatie van Barmat algemeen bekend achtte,
terwijl het vonnis deze bewering niet inhiel'd.
doch op dit punt slechts de meening van het
blad weergaf.
Voorts acht Barmat de publicatie van het
vonnis, op de wijze als dit gedaan is. beleedi-
gend of onrechtmatig; vooral de vermelding:
..De levensloop van Barmat voor het eerst
uiteengezet", daar het blad opzettelijk ten
onrechte den indruk wekt. dat de Rechtbank
als vaststaand aanneemt hetgeen genoemde
courant zonder eenig bewijs had beweerd.
Eischer stelt voorts, dat gedaagde te kwa
der trouw de conclusie in de vorige procedure
vol met onware feiten heeft gevuld, stammen
de uit verdachte en ongecontroleerde bron
nen, waarvan het blad zelf de onjuistheid
had kunnen begrijpen; met het doel om deze
conclusie, die formeel deel uitmaakt van het
vonnis, later te kunnen publiceeren en zoo ten
nadeele van eischer zich te wieken over haar
verloren processen.
Eischer vraagt schadevergoeding en aan
plakking van het vonnis.
NOTARIS HEEFT AANZIENLIJKE TEKORTEN
De rechtbank te Leeuwarden heeft failliet
verklaard een notaris uit Langweer.
Deze gebeurtenis heeft ook in de omlig
gende gemeenten vrij wat opschudding ver
oorzaakt. niet het minst doordat verschillen
den aanzienlijke bedragen onder het beheer
van den betreffenden notaris hadden ge
steld. Reeds eenige dagen geleden deden ge
ruchten de ronde dat de zaken van den nota
ris er niet goed voorstonden. Door het optre
den van een der schuldeischers is thans het
faillissement tot stand gekomen. Hoewel nog
niet precies kan worden vastgesteld, hoe
groot het tekort is. heeft men grond om te
vermoeden, dat het zeer aanzienlijk zal zijn.
LABORATORIUM VOOR ELECTROWARMTE
IN DE INDUSTRIE.
Naar wij vernemen zal op Dinsdag 5 Febr.
a.s. des namiddags te twee uur, de opening
plaats hebben van het laboratorium voor
„Electrowarmte in de Industrie", een nieuw
instituut van de gemer^te-electriciteitswer-
ken te Amsterdam voor het doen van proef
nemingen op het gebied van de toepassing
van electrowarmte in de industrie. Het la
boratorium is gevestigd aan den Hoogte Ka-
dijk in het gebouw van de Gemeentelijke
Electriciteitswerken. In het laboratorium
zijn verschillende electrische ovens voor de
industrie opgesteld, waarmede belangstellen
den proefsmeltingen en behandelingen kun
nen uitvoeren. Van de zijde der metaal-in
dustrie bestaat voor deze nieuwe instelling
zeer groote belangstelling.
De heer E. H. TENCKINCK.
Onze Commissaris van Politie, de heer E.
H. Tenckinck. is 4 November 1881 geboren te
Grand Rapids (in het Verre Westen), waar
zijn vader dokter was.
Wij nemen den heer Tenckinck juist heden
in deze serie op, omdat hij. na eerst eenige
jaren volontair geweest te zijn bij de politie te
Hilversum, op 1 Februari 1905 in werkelijken
politiedienst trad als adjunct-inspecteur te
Middelburg. Heden. Vrijdag is hij dus 30 jaar
bij de politie werkzaam.
In dezelfde functie (van adjunct-inspec
teur) werd hij met ingang van 1 April 1907
aangesteld te Zeist. Hier bleef hij anderhalf
jaar; op 25 Augustus 1908 werd hij inspec
teur te Gouda. Zes jaar later, op 1 November
1914, trad hij als adjunct-hoofdinspecteur
in Haarlemschen politiedienst. 1 Juli 1919
volgde zijn benoeming tot hoofdinspecteur,
chef van den Justitieelen dienst, alhier. Voor
al bij de recherche heeft de heer Tenckinck
veel verdienstelijk en belangrijk werk verricht
Op 3 Augustus 1921 werd hij benoemd tot
Commissaris van Politie te Haarlem, als op
volger van den heer Schuitemaker, die hoofd
commissaris van politie te Utrecht was gewor
den.
De heer Tenckinck is ook Commissaris bij
de Rijkspolitie, met uitgebreide bevoegdheden.
Verder maakt hij deel uit van het Hoofd
bestuur der Vereen. .Koninginnedag" en ise
hij secretaris-penningmeester van den Onge-
vallendienst, bestuurslid der afd. Haarlem
van de Vereeniging voor Veilig Verkeer, lid
der Commissie voor autotochten voor ouden
van dagen, voorzitter van den Ned, Bond voor
den Diensthond (speciaal voor wat de politie
honden betreft) en Hoofd van den Luchtbe
schermingsdienst in Haarlem.
Brandkast-expert vorderde
juist goed.
Toen greep de politie in.
Goede vangst te Alkmaar.
De Alkmaarsche politie heeft, na door een
burger te zijn gewaarschuwd, een goede vangst
gedaan en een berucht Amsterdamsch inbre
ker op lieeterdaad betrapt, toen hij bezig was
een groote brandkast te forceeren in het kan
toor van een distillateur, den heer Geel. aan
de Baangracht aldaar. De politie, die met den
heer Geel Jr. een inval deed. trof den inbreker
aan toen deze de brandkast waarin een groot
bedrag aan geld aanwezig was. reeds groo-
tendeels had geforceerd. Een uitgebreide col
lectie inbrekerswerktuigen werd in beslag ge
nomen. De man is in het politiebureau opge
sloten.
Te Amsterdam is voorts nog een 30-jarig
persoon gearresteerd, verdacht eveneens bij
deze diefstal betrokken te zijn.
Stationsinbraken opgehelderd
Twee mannen uit Breda blijken de daders
te zijn.
De vorige week is door de politie te Nijme
gen, als verdacht van inbraak in een kiosk al
daar aangehouden de 37-jarige C. W. uit
Breda. De Bredasche politie vond hierin aan
leiding, zulks met het oog op de talrijke in
braken gedurende de laatste maanden ge
pleegd in de omgeving van Breda, een huiszoe
king in de woning van W. in te stellen. Hierbij
werd een groote voorraad goederen van den
meest uiteenloopenden aard in beslag geno
men, op vermoeden, dat deze van diefstal af
komstig zouden zijn.
Tevens werd de 26-jarige medebewoner van
het huis A. de B„ zwager van W.. aangehou
den en op het hoofdbureau van politie in ver
zekerde bewaring gesteld.
Daar bekende B. in vereeniging met W. een
tweetal inbraken in stationsgebouwen te heb
ben gepleegd. Bij de inbeslag genomen voor
werpen, waren er echter talrijke, die niet van
deze twee inbraken afkomstig waren, zoodat
een nader onderzoek werd ingesteld. Hierbij
kwam vast te staan dat de gearresteerde man
nen verschillende inbraken in stationsrestau
raties en goederenloodsen op hun geweten
hadden.
Tot dusver zijn hierdoor opgehelderd sta
tionsinbraken te Lage Zwaluwe, Goes, Middel
burg, Gouda en Vlaardingen,
Op 12 Juni 1934 werd door den President der
V. S. de machtigingswet tot het aangaan van
handelsovereenkomsten ge teekend en spoedig
daarna werd een commissie ingesteld, die be
last is met het voeren van onderhandelingen.
Deze machtigingswet geeft den President de
bevoegdheid de invoerrechten met niet min
der dan vijftig procent te verhoogen of te ver
lagen, van welke bevoegdheid alleen gebruik
gemaakt mag worden bij onderhandelingen en
indien daardoor bepaalde voordeelen voor de
V. S, kunnen worden verkregen. De wet staat
eveneens toe, dat veranderingen gebracht
mogen worden in bestaande invoerbeperkin
gen, of nieuwe invoerbeperkingen worden
vastgesteld. Indien een invoerrecht door on
derhandeling gewijzigd is geworden, geldt dit
nieuwe recht automatisch voor alle landen,
voor zooverre deze niet op eenigerlei wijze te
gen de V. S. discrimineeren.
De afsluiting eener handelsovereenkomst
kan niet tot stand komen, voordat de belang
hebbenden in de gelegenheid zijn geweest „ge
hoord" te worden. De z.g. „openbare hearings"
zijn afgeschaft. De gesloten overeenkomsten
zijn na uiterlijk drie jaren opzegbaar. Indien
van dit recht geen gebruik wordt gemaakt
wordt de overeenkomst stilzwijgend voor een
termijn van telkenmale maximum zes maan
den vexdengd. Eén wetsartikel herroept in ver
band met de meestbegunstigingsclausule
eenige paragrafen van de oude Tariefwet
1930. Volgens die paragrafen werd n.m.l. een
extra invoerrecht geheven van goederen af
komstig uit landen, die zelf deze goederen
zwaarder belasten dan de V. S. De Nederland-
sch-Amerikaansche Kamer van Koophandel
te Amsterdam vermeldde in een harer voor
treffelijke Maandverslagen, dat de mogelijk
heid niet is uitgesloten, dat een verruiming
van den buitenlandschen handel tusschen de
V. S. en Nederland binnen het bereik ligt. Een
verruiming, die waarschijnlijk met ons land
gemakkelijker tot stand kan komen dan met
tal van andere landen, omdat oorlogsschulden
noch transferbepalingen een belemmering
kunnen vormen en het gedeelte van onzen ex
port, waarvoor in 't bijzonder uitbreiding ge-
wenscht zou zijn, voor het grootste gedeelte
uit producten bestaat, die de V. S. zelf slechts
in onvoldoende mate, soort of kwaliteit voort
brengen.
In Augustus 1934 leverden de V. S. het eerste
bewijs dat verruiming van haar internationa
len handel niet slechts een ij dele klank be-
teekende. Het in Augustus 1934 met Cuba af
gesloten handelsverdrag verleende dit land
belangrijke begunstigingen. Eerlang kan Cuba
weder een afzetgebied van beteekenis worden
van Amerikaansche producten, waarbij het in
gestelde export-financieringsinstituut een rol
van beteekenis zal vervullen. Als vervolg op de
nieuwe AmerikaanschCubaansche overeen
komst volgde de opheffing van het Amerikaan
sche embargo op grond van de Quarantine Act
voor Spaansche druiven, als overbrengers van
een bekende vruchtenvlieg. Deze opheffing
lokte protesten uit van Argentijnsche zijde,
een der voornaaamste druivenleveranciers der
V. S. Argentinië protesteerde eveneens tegen
de uitwisseling van koffie en graan tusschen
de V. S. en Brazilië, aangezien laatstgenoemd
land gewoon was haat graan tekort in Argeu-
terdepartementale commissie, onder voorzit
terschap van den onder-Minister van Buiten-
landsche Zaken. Verschillende sub-commissies
bestudeeren de handelsverhoudingen tusschen
de V. S. en het land, waarmede de onderhan
delingen geopend worden.
De Amerikaansche verkiezingen van 6 No
vember hebben eenige stagnatie veroorzaakt.
Velen meenen, dat de overwinning van Presi
dent Roosevelt een gunstig voorteeken is. In
derdaad blijkt de Amerikaansche Regeering
voort te gaan met haar campagne voor her
stel van den wereldhandel. Van welke betee
kenis die sfeer ook voor ons land is, behoeft
nauwelijks vermeld te worden.
De Regeering der V. S. heeft inmiddels de
voorbereiding van de onderhandelingen met
ons land ter hand genomen. Op 12 December
verscheen daarover een nota met tal van cijfers
De Nederlandsch-Amerikaansche Kamer van
Koophandel te Amsterdam hecht om verschil
lende redenen geen te groote waarde aan de
samengevatte in- en uitvoer cijfers, die gedeel
telijk betrekking hebben op Nederlandschen
doorvoer. Leerzaam acht zij daarentegen het
materiaal gepubliceerd in de Netherlands Co
lonial Trade Reviews. Over de eerste zes maan
den van 1934 waren de desbetreffende gege
vens als volgt gerangschikt, terwijl de cijfers
tusschen haakjes die zijn over het geheele jaar
1929, dus over de volle twaalf maanden,
tinië te dekken. Daarbij bleef het niet. Nieuwe
,,hearings"-data werden vastgesteld. Voor
Haiti en Columbia op 15 October, Brazilië op
22 October, evenals voor Costa Rica, Guate
mala, Honduras, Nicaragua en San Salvador,
voor België op 29 October en voor Zweden op
5 November. Daarna stonden op het pro
gramma: Spanje, Italië, Nederland, Zwitser
land, Noorwegen en Finland, dus een aantal
Europeesche staten. De leiding bij dergelijke
onderhandelingen is toevertrouwd aan een in-
1934 (6 mnd.)
Export van de V. S.
Nederland S 28.505.000 (128.294.884)
N. O. Indië 4.185.000 45.650.797)
N. W. Indië 6.324.000
39.014.000
Import in de V. S.
Nederland 13.624.000 (83.852.951)
N. O. Indië 20.832.000 (82.300.883)
N. W. Indië 3.473.000
37.939.000
In 1933 schenen de totalen van den Ameri-
kaanschen goederen in- en uitvoer elkander
te benaderen, ja, in de maanden Juni en
Augustus overschreed de invoer zelfs den uit
voer. In 1934 vertoont de export wederom eexx
belangrijk grooter surplus boven den import.
Een en ander blijkt duidelijk uit onderstaande
cijfers, welke telkenmale gelden voor een pe
riode van negen maanden.
Uitvoer-
Uitvoer
Invoer
overschot
X 1000
X 1000
X 1000
1934
1.561.366
1.241.732
319.634
1933
1.104.030
1.036.633
67.397
1932
1.187.479
1.015.719
171.759
1931
1.841.728
1.618.646
223.082
1930
h 2.952.451
2.401.312
551.138
Verbeterixig van den toestand is slechts te
bereiken door betaling in goederen. Financie
ring vaxx het uitvoeroverschot door het ver
strekken van leenixigen is langzamerhand ge
lijk komexx te staan met het doen van schen
kingen. De V. S. hebben er zeker geen belang
bij, dat nieuwe valutamoeilijkheden in het
buitexxlaxxd veroorzaakt worden, die zouden
kunnerx leiden tot nieuwe debacles. De laatste
officieele cijfers over het handelsverkeer tus
schen ons land exx de V. S. zijxx die van 17 Oc
tober 1934, opgenomen in de Bijlage bij de
Maandstatistiek van den in- en uit- en door
voer over September 1934. Uit die gegevexxs
blijkt, dat over de verstreken eerste xxegen
maanden van 1934 vergelekexx bij de overeen-
koxnstige periode van 1933, onze handel xnet
Amerika is ixxgekrompen. De invoer daalde van
455 millioen K.G. ad 56 xxxillioen gulden tot
437 millioexx K.G. ad 52 millioen gulden. De
uitvoer daalde van 280 millioen K.G. ad 26
millioen gulden tot 181 millioexi K.G. ad 17
millioen gulden. De kwantiteitsvermindering
van den invoer is een gevolg van den vermin-
derden graaxiinvoer. Die van tarwe bijv. daal
de van 42 tot 20, die van mais van 11 tot 1 en
die vaxi rogge van 5 tot 3 millioen K.G. Daar
naast daalde de import van veevoeder uit
Amerika van 71,8 tot 31,7 millioen K.G., üi 't-
bijzonder die van lijxxkoeken, van 69 tot 31
millioen K.G. Voorts had invoer van Chilisal-
peter uit Amexdka in 1934 niet meer plaats,
terwijl deze in 1933 nog 6,9 millioen K.G. be
droeg. Bij den invoer van petroleumproducten
trad een verschuiving op. Wel steeg over de
eex-ste maanden vaxx 1934 de invoer uit Ame
rika van petroleum (kerosine) van 38,7 tot
74,5 millioen K.G. vergeleken bij de overeen-
komstige pex-iode van 1933, maar daartegenover
daalde de invoer van benzine van 65.7 tot 46.7
millioen K.G. De sterke achteruitgang van den
uitvoer naar de V. S. komt ixx hoofdzaak op
rekening varx de producten ruw ijzer en lom
pen. Daax-tegenover staat evenwel, dat de uit
voer van bloembollen steeg.
Het is duidelijk, dat de V. S. zicht niet uit
philantropische overwegingen op een ander
handelspolitiek standpunt hebben geplaatst.
Daartoe waren natuurlijk bepaalde oorzaken
aan te wijzen. Het gedeeltelijk mislukken van
den oogst van enkele belaxigrijke voedings
middelen tengevolge van de droogte in de V. S.
is zeker ingrijpend. De export van tarwe zal
tot een minimum beperkt blijven. Daartegen
over staat dat Italië en Duitschland on
danks de uitbreiding van de bezaaide opper
vlakte tarwe moeteix invoex'en. De Ameri
kaansche droogte heeft voorts geleid tot een
aanzienlijke vermindering van de veestapel.
Het meest ingrijpend zijn natuux'lijk de maat
regelen door President Roosevelt doorgevoerd
om verbetering in het bedrijfsleven te bren
gen. Over de beteekenis dezer maatregelen en
de bereikte resultaten oordeelt men zeer ver
schillend. De indexcijfers gepubliceerd door
The Guaranty Trust Company doen vex*moe-
den, dat het Amerikaansche bedrijfsleven in
1934 niet onbelangrijk verbeterd is. Daartoe
zullen zeker medegewerkt hebben de belang
rijke veranderixxgexx in verschillexxde N. R. A.
Codes. Intusschen blijft de schuldenlast der
V. S. sterk toenemen. Nog altijd is niet met
absolute zekerheid te zeggen hoe het in de
naaste toekomst ixx Amerika zal gaaix. Iixtus-
schen stemt het tot voldoeniixg. dat de xxieuwe
Amerikaansche politiek gaat in de x'ichtixxg
vaxx een bevordering vaxx dexx buitenlaxxdschen
goedererxruil.
Het is te hopen, dat Nederland daarvan zoo
meteexx zal profiteeren.
MOLLERUS.