DE TWEELINGZUSTERS E«n 95-jarige luchtreiziger. - De heer J. van Heezen te Enkhuizen, die 9 December j,l 95 jaar werd, maakte Donderdag op uitnoodiging der K L.M. een retourvlucht Amsterdam Vlissingen Het stoffelijk overschot van wijlen mr. F. L. J. E. Rambonnet, burgemeester van Velsen, is Donderdag van het ziekenhuis Een aanhangwagen van de Neuchatel Asphalt Comp. te IJmuiden naar Elburg overgebracht voor de teraardebestelling. Ambtenaren en deputaties van vereenlgingen brengen geraakte met vijf ton teer in de Houtmankade te Am» voor het raadhuis te Velsen den overledene een laatsten groet sterdam. Een persoon werd gewond De .Maasdam" van de Holland Amerika Lijn. die meer dan anderhalf jaar in de Rolter- damsche haven was opgelegd, komt wedwin de vaart Het schip wordt aan de Wilhelminakade in g^eedheid gebracht Het fraaie stadhuis van Bergen op Zoom wordt ge restaureerd en is daarom van een houten mantel voor zien De race-machine, inhoud 750 c.cM., waar mede de Duitsche rijder Henne zijn eigen wereldrecord van 244 K M. op ruim 246 K M per uur op den weg bracht, is op de internationale auto-tentoonstelling in het R A. I.-gebouw te Amsterdam geëxposeerd Vlissingen krijgt een pier. De werkzaamheden voor den aanleg van deze aanwinst voor de stad zijn reeds begonnen FEUILLETON. Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. Nadruk verboden .12) „Hij is aardig, hè? Ik houd van die rustige open manier waarop hij je aankijkt. Gelukkig dat hij een „gentleman" is! Dat had nog heel anders kunnen uitvallen, zoo'n verre neef, die jaren in de koloniën heeft geleefd en de halve wereld heeft afgezworven. U moest zien, dat u een geschikte vrouw voor hem vindt, tante Jen". „Ik heb hem al gezegd dat hij moest trouwen en op 't landgoed gaan wonen. Zeg Jenny, hij heeft een kolossale belangstelling ▼oor Anne. Wanneer komt ze thuis?" „Voor Anne?" Alle kleur trok uit Lady Marr's gezicht weg. „Hoe kan hij belang stel len in Anne?" „Dat weet ik niet. Maar het is zoo". Jenny's oogen vulden zich met tranen. „Toe, tante Jen, houdt u alstublieft op. Ik kan het niet verdragen „Is ze nog altijd niet beter? Och lieve schat, huil nu niet. Wat dom van me om erover te beginnen?" Jenny droogde haar oogen af. „Ik weet dat het vreeselijk kinderachtig is om me te laten gaan, maar ik mis haar zoo. tante Jen. En toen u daarnet zei dat John Waveney belang in haar stelt, moest ik op eens denken hoe schitterend het zou zijn als Haar stem brak in een snik. „Je weet niet wat de toekomst nog brengt". Mevrouw Courtney wilde niets liever dan haar gewone opgewekte stemming zien. Jenny drukte haar zakdoekje weer tegen haar oogen. Mevrouw Courtney, die zacht haar arm om haar heen had gelegd, voelde haar lichaam schokken. „Neen, neenklonk het gesmoord. Plotseling stond Jenny op, liep naar het venster en met haar rug naar haar tante ge keerd, vocht ze om haar zelfbeheersching terug te krijgen. Toen ze zich eindelijk om wendde zag ze nog wel bleek, maar haar glimlach was er weer. „Kijkt u eens wat Nick me glsteern heeft gegeven", zei ze om een andere richting aan het gesprek te geven. Ze ging weer zitten en hield een langen ketting omhoog met kunstig graveerwerk versierde, vierkant-gesneden stukken kristal, aan elkaar verbonden door platina schakels, die bezet waren met smaragden. „Wat prachtig! Maar Jen, dat moet een vermogen hebben gekost. Waarom heeft Nick je niet liever 'n paarlencollier geven? Paarlen staan je zoo buitengewoon, vind ik". Een seconde was er een eigenaardige flik kering in Jenny Marr's oogen. Het waren bruine oogen waarin meestal vonkjes zonnegoud glansden, maar die een seconde waren ze donker als een peillooze afgrond en koud koud. „Ik houd niet zoo bijzonder veel van paar len',, En toen, met een volmaakt veranderde stem: ..Zeg. tante Jen, baby heeft gisteren tegen me gelachen, echt gelachen! Hij hoorde me de deur van de kinderkamer inkomen en toen draaide hij zijn kopje om en lachte. De verpleegster zegt dat hij er vreeselijk vroeg mee is, want dat de meeste babies van drie maanden nog niet eens echt kunnen lachen en Tony Is juist twee geworden gisteren. Zus ter zegt En een uur lang praatte ze in vervoering over de aanvall'gheden van haar kleinen zoor. Mevrouw Courtney vermeed angstvallig den naam van Anne nogmaals te noemen. IX. John genoot volop van zijn week-end op Waterdene van het kleine uitgelezen ge zelschap, den opgewekten gezelligen toon, de vlotte vriendelijkheid die niets stijfs of ge dwongens had. Jenny was een volmaakte gastvrouw, en Nicholas Marr een even pret tig gastheer. Ook de anderen gasten waren allemaal jongelui; Nicholas was de oudste van het gezelschap, hoewel slechts enkele jaren ouder dan de anderen. John vond hem sym pathiek en toch vroeg hij zich herhaaldelijk af of er geen grimmige, onhandelbare trots achter zijn charmante manieren verscholen lag. Hij kon zich voorstellen dat Nicholas Man- een onverstoorbare wellevendheid zou blijven toonen tegenover iemand, dien hij uit den grond van zijn hart haatte, onverzoenlijk en wraakgierig achter het masker van zijn glimlach. Jenny van haar kant was buitengewoon in haar schik met den pas ontdekten neef. Hij stal haar hart door op te merken dat de baby een kuiltje in zijn wang had. een feit dat zij zelf sinds weken tegenover Nicholas' twijfel zucht had volgehouden en bejegende haar met een bewonderende hoffelijkheid niet uitbundiger overigens dan voor een neef gepast was. Jenny had aan niets grooter be hoefte dan aan een warme atmosfeer van toegewijde bewondering; haar heele leven had ze daarin geademd haar vader, haar broers, tante Jen, hadden die atmosfeer om haar heen geschapen en Nicholas' aan verafgoding grenzende liefde deed er haar met dieper teugen van genieten, dan zij voor haar hu welijk ooit had gedaan. En hoe meer zij ont ving, hoe meer zij teruggaf. Na de eerste vier-en-twintig uur vond John dat hij geen gelijkenis met Anne meer zag; er was een zekere overeenkomst van gelaats trekken, meer niet. Jenny was Jenny, en daar meer was alles gezegd. Ze was een schitterend, stralend wezen in den vollen zonneschijn van jeugd, schoonheid en geluk. In welke yallfij van schaduw, onder wat voor sombere wolk, leefde Anne. Jenny had alles; vrienden en een heerlijk tehuis, aanzien en fortuin, man en kind. Wat was Anne's deel? Waar was zij? Dit was het punt waarin al zijn overwegingen uitliepen. Hij had zich voorgenomen geduldig te zijn, maar zijn verlangen om te weten werd hem te machtig. Hij wendde zich tot Jenny met de vraag, die hem op het hart en op de lippen brandde: „Jenny, waar is je zuster Anne?" Ze hadden samen gedanst en zaten nu in een der met zachte kussens bedekte venster banken van de groote, in mahonie betim merde kamer. Aan het andere einde draaide op de gramofoon een luidruchtige jazzplaat-. De andere paren waren nog aan het dansen. Nicholas gleed voorbij met Pamela Austin. Haar kortgeknipt, donker hoofd stak boven het zijne uit. Het had een jongenskop kunnen zijn, ook wat de trekken betrof, en contras teerde daardoor allerwonderlijkst met de op vallende scharlaken-roode avondjapon, die ze droeg. Nicholas lachte tegen zijn vrouw onder het voorbijgaan en Pamela wuifde luchtig. Jenny legde haar hoofd tegen het donker- vlammende hout en met ingehouden adem keek ze John aan. „Wat zei je eigenlijk? Zullen we weer gaan dansen?" „Neen; ik wou graag met je praten over je zuster Anne. Heb je daar bezwaar tegen?" Jenny knikte. „Ik doe het heusch liever niet. Ik ik kan het niet werkelijk". „Dat is juist de kwestie. Waarom kun je het niet?" Jenny's hart bonsde in haar keel. Als ze zich in 's hemelsnaam maar beter kon be- heerschen, dacht ze wanhopig, als haar han den maar niet zoo zenuwachtig trilden en ze iets zou kunnen zeggen, iets, 't kwam er niet opaan, wat iets heel gewoons, onverschil ligs „Waarom kun je niet?" herhaalde John. Zijn stem kloni zacht, vol sympathie, maar tegelijk overredend, 'n tikje dringend zelfs: „Om je de waarheid te zeggen, Jenny, ik kan 't gevoel niet van me afzetten, dat er iets niet in den haak is. Je weet waarschijnlijk niet dat ik Anne eens ontmoet heb en „Wanneer?" viel ze hem verschrikt in de rede. „Verscheidene jaren geleden negen jaren; ze was nog 'n kind. Ze wist niet wie ik was en ik wist niet wat zij was. Tot ik op Waveney dat geschilderde portret van jullie beiden zag". Jenny werd beurtelings rood en bleek. „Dat ellendige schilderij!" hijgde ze nau welijks verstaanbaar. „Ik wil weten waar zij is", hield John aan, „ik wil haar spreken". „De is onmogelijk!" Het klonk als een zucht John glimlachte en er was iets in dien glim lach dat Jenny bang maakte. „Het kan heusch niet, John, werkelijk niet!" „Maar ik vraag je nog eens. waarom dan toch niet? Is het niet beter me den reden te zeggen?" Ze schudde het hoofd. Toch moest ze iets bedenken, flitste haar door den geest, iets dat ze "nem vertellen kon. Als ze dat niet deed, zou hij zelf probeeren de waarheid te ont dekken. Ze spande al haar krachten in om haar verwarring en emotie de baas te blijven en woorden te vinden. „Het kan niet, Jphn, omdat Ze aarzelde. „Wei?" moedigde hij aan. Waarom, in vredesnaam, had ze hem ge vraagd hier te komen? verweet ze zich. Als die verschikkelijke gramofoon maar niet zoo'n lawaai maakte, dan kon ze tenminste denken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9