aspirin HET ONDERWIJS. HET TANDHEELKUNDIG DE TWEELINGZUSTERS Handel-herdenking. Concert der H.O.V. 16 RIJKSSTRAATWEG 16 GEBIT 35 MAANDAG II FEBRUARI 1935 H AARLEM'S DAGBLAD 9 HET TOONEEL. „HET MASKER". TROSS EN TOBBY. De kritiek in Holland is misschien niet erg snugger, maar zóó dom is zij toch ook niet, om er telkens weer in te vliegen en de truc niet door tq hebben van den onbekenden Hongaarschen schrijver, die in Engeland spelend^ stukken schrijft en zich later ont popt ais een ras-echte Hollander. Tross en Tobby haddejj verdacht sterke Hollandsche allures en toen ik zag, dat de schrijver van de Privé-Secretaresse en Ex-Koning Peter uit pure belangstelling voor de première van 'dezen Hongaarschen auteur geheel uit Den Haag naar Amsterdam was overgewipt, wist ik al genoeg. Hij zal nu weer eens iets anders moeten bedenken en het eens moeten nro- feeeren met een Tsjech of een Pool. Maar nog beter lijkt het mij om er maar rond voor uit te komen, dat een Hollander en niemand anders de schrijver is. Het is een wat al te naïeve gedachte, om te meenen, dat de Hollandsche critici tegenover buiten- landsch werk anders zouden staan dan te genover stukken uit eigen land. Wij zouden Tross en Tobby werkelijk niet voor een meesterwerk hebben gehouden, els het uit Hongarije naar hier was geïmpor teerd. Wij zouden dan ook wel hebben gezien, dat dit vroolijke spel heel veel leege plekken heeft vooral in n en III en dat de tuteur geen kans heeft gezien aan zijn stuk een behoorlijk slot te fabriceeren. Dit blijspel maakt wel erg den indruk van een bedenksel te zijn, maar het zal ondanks dat misschien or de tooneelgi;oep Het Masker toch wel een succes worden, omdat het in Tross en Tobby twee dankbare speelrollen heeft en Jan Musch en John Gobau van deze twee oude clowns iets "voortreffelijks maken. Tross is een ouwe vrekkige brombeer, een soort Qïompie, die den heelen dag niet an ders clöet dan mopperen, razen en tieren. Tobby, een goedig, oud heerschap, die geheel onder de plak zit van zijn oud collega Tross, met wien hij jaren lang in variétés en cir cussen samen optrad. Ze zijn al 15 jaar lang „in ruste", maar bij elkander gebleven als twee onafsc-heidenlijke tweelingbroeders. Als Dorothy, de dochter van Tross, in het geheim trouwt met Percy, den zoon van Tobby, dreigt het echter mis te zullen loopen, want Tross maakt, wanneer hij tot de ontdekking komt, dat die twee een paar zijn geworden, zoo'n spectakel, dat Tobby niet anders meent te kunnen doen dan zijn koffers pakken om ergens anders zijn heil te gaan zoeken. Maar die pakkerij brengt de twee kunstbroeders weer tot elkaar, want als Tross Tobby in zijn oude clownspak ziet en hij al zijn vroegere requisieten in handen krijgt, wordt het Tross toch te machtig en komt de oude clown weer in hem boven. Zij maken weer eens samen hun oude beroemde nummer „Wij zijn Tross en Tobby" en Finchley, de directeur van het variété, is zoo verrukt, dat hij ze dadelijk engageert. Dat „nummer" is eigenlijk de clou van dit vroolijke spel en de volle zaal had er zicht baar pleizier in, Musch en Gobau daar aan het werk te zien. Het laatste bedrijf bleek ook voor dezen Hollandschen schrijver met 't Hon- gaarsche pseudoniem het groote struikelblok te zijn, want wat er na de pauze op volgde, was wel wat erg onbeholpen. Tross verbreekt zijn contract, omdat hij voelt, dat zijn hart niet meer in orde is, maar hij krijgt toch nog zijn krans van Tobby, die met zijn zoon Percy voortaan de beroemde nummers zal brengen en het vroolijke spel eindigt met een alge- meene optocht naar het kleinkind van Tross en Tobby, dat aan het slot juist op tijd zijn keel opzet, en zoo de verzoening tot stand brengt. De schrijver heeft blijkbaar nog al moeite gehad zijn drie bedrijven met dit gegeven te vullen en er komen dan ook vrij veel leege plekken in dit stuk voor, waarover zelfs ac teurs als Musch en Gobau niet altijd heen weten te spelen. Het geheel rammelt nog al en heel dit blijspel is blijkbaar enkel geschre ven om de twee rollen van Tross en Tobby. Nu heeft Garai Arvay dat is de Hongaarsche naam van den Hollandschen auteur het wel bijzonder getroffen, dat Jan Musch en John Gobau deze clowns spelen, want deze twee acteurs hebben uit hun rollen gehaald, wat er uit te halen valt. Musch maakte weer iets kostelijk van den goedigen Tobby. dien hij met tal van fijne trekjes speelde. En Gobau deed niet voor hem onder als de cholerische Tross. Dat was aldoor levendig en vermakelijk van spe" en in III. toen hij den ouden, zieken clown was. zelfs heel mooi en gevoelig. Samen vormden zij een prachtig stel en hun clowns nummers werden het succes van den avond. Het zou mij dan ook niet verwonderen, als Het Masker van dit onschuldig, vroolijk spel letje, waar een grootmoeder met haar klein kinderen heen kan gaan, nog pleizier zal be leven, vooral als men de zwakste plekken zooals het tooneel met de krantenvrouw en de begrafenis van Tross' colbertje nog wat kan retoucheeren en oplappen. Mary Smithuysen en Ad van Hees vormden samen het jonge paar, Anton Ruys was de variété-directeur, die nog wel wat meer „ka rakter" in zijn spel kan verdragen en Coba Keiling was de huishoudster van Tross, welke rol zij levendig en opgewekt speelde. Jo Pothast liet als Jenny Stone door haar spel dubbel voelen, dat deze krantenvrouw een zeer zwakke stee in dit vroolijke spel was. Maar nog eens, wanneer Tross en Tobby een succes mochten worden, dan zal dit aan Musch en Gobau te danken zijn. Zij hebben op de première in het Centraal Theater te Amster dam het talrijke publiek vermaakt en hadden een hartelijk applaus en bloemen uit Hon- garijë? in ontvangst te nemen. J. B. SCHUIL. MUZIEK. Het Handelconcert, dat Zaterdagnamiddag in de Gemeentelijke Concertzaal gegeven werd, zal wel in de eerste plaats voor de radio-uitzending bedoeld geweest zijn, maar was toch ook voor het publiek toegankelijk, dat echter slechts in kleinen getale opgeko men was. De uitvoering gaf ten deele den indruk dat men verschillend'1 medewerkenden wat in derhaast samengebracht had. Van het Orgel concert in Bes, waarmede de reeks der voor drachten geopend werd, werd de solopartij door George Robert met minder duidelijk heid en nauwkeurigheid gespeeld dan wen- schelijk scheen om dit stuk. dat bovendien in de finale eenigszins als het beroemde nacht kaarsje uit gaat, nieuw leven in te blazen. Het werd grootendeels een verzameling van figu. ren en sequensen zonder belangrijkheid, waar- tusschen alleen het quasi-recitativo van het Adagio even kon boeien. Ook in de inleiding van de sopraan-aria „Salve Regina" was het orgel niet geheel paraat. De sopraan Eline Henrica zong de aria krachtig en helder, doch niet zeer warm, terwijl de violisten Frans Vonk en Sam Tromp en de cellist Jan Aerts de obligaatpartijen naar behooren vervulden. Zeer mooi werd de solopartij van het hobo concert gespeeld door Leo van der Lek, die ons in den tijd, toen hij als alt-hoboïst aan de H.O.V. verbonden was, meermalen door zijn voortreffelijk spel deed genieten, en die nu deel van het Concertgebouw-orkest en van het Ned. Kamerorkest uitmaakt. Bij de aria „Flammende Rose" liep de be geleidende piano meermalen wat achteraan: de bas-versterkende medewerking der cello, zoo noodzakelijk bij het clavecin, leek ons nu bij een grooten modernen vleugel vrij over bodig. Het Ned. Kamerorkest, dat tot dusver alleen begeleidend was opgetreden, kwam vervolgens als zelfstandig ensemble met een bloemlezing uit de 20 stukken die de „Water-music" vor men. De historie meldt, dat Handel door deze muziek de ongenade van Koning George I, in gunst heeft doen verkeeren. Als dat zoo geweest is, heeft George I een anderen muzi- kalen smaak gehad van de meesten van onzen tijd. Voor onze ooren klinkt die muziek wel erg waterig of verwaterd, wat ondanks haar bestemming voor een waterfeest toch geen voordeel is. Lieve deugd, wat een sequensen hebben we dar gesavoureerd. De hobo was heel mooi en de hoorns vermeiden zich in lustige trillers, welk spelletje de strijkers na tuurlijk imiteerden; of wel de trompetten entameerden, iets, dat door de hoorns nog eens en beter overgedaan werd. En dat alles in F gr. t. en d kl. t. en telkens weer in die toonsoorten, zoodat we verademden toen de dirigent Piet Tiggers zijn partituur een eind terugsloeg en er een andere toon soort kwam. Een heel andere Handel stond voor ons toen de proloog van „Saul" klonk. Dat was de groote meester van het oratorium, die met de eenvoudigste middelen een sprekend klank, beeld kon ontwerpen, die het koor in vrijen en gebonden stijl beheerschte als weinigen, .De Stem des Volks" vertolkte de koorzan gen magistraal en welluidend en Eline Hem- rica zong de sopraansolo met meer uitdruk king dan tevoren de aria's en Antoon Krelage leidde dit nummer tot een grandioos slot en tot aller tevredenheid. K. DE JONG. De onverwachte sneeuwval was geen gun stig voorteeken van het te verwachten bezoek van het Zondagavondconcert. Doch het aan tal bezoekers viel mee. De aantrekkingskracht van het mooie programma en van de solis tische medewerking van George van Renesse was voor velen grooter dan de tegenwerking der weersomstandigheden. Zoo men hun „bravi" zou willen toeroepen, nog meer geldt dit voor dirigent, solist en or kest. Nagenoeg of geheel zonder gezamelijke voorbereiding hebben zij van Franck's „Va riations symphoniques" een auditie gegeven, die in alle opzichten met eere genoemd mag korden. Zoowel bij de talrijke mooie détails van de solopartij als bij de groote lijn, die in de voordracht van den pianist was waar te nemen, deed Frits Schuurman het orkest uitmuntend aansluiten en Van Renesse's spel eclipseerde de bekende hardheid van den vleugel, die onder zijn handen tot een willig Instrument voor poëtische vertolking werd, zoodat deze weergave van Franck's werk mis schien wel de beste was van vele, die we op concerten der H. O. V. hoorden. De „Suite algérienne" van St. Saëns ging aan de Variations symphoniques vooraf. St. Saëns schijnt met zijn op. 6U de eerste geweest te zijn, die de Suite op ethnographisch of geographisch terrein overbracht, waartoe zijn reizen hem de gelegenheid boden en het suc ces der Suite algérienne werd een stimulans voor ontelbare andere componisten. „Suites", „Scènes" en „Impressions" volgden in bonte zij. Het meest beroemd daarvan zijn wel Charpentier's „Impressions d'Italie" en Rims- ky Korsakow's „Sheherazade" geworden. De Suites die Bizet uit zijn „rArlesienne" en Grieg uit zijn „Peer Gynt" samenstelden la ten we hier buiten. Vergeleken met Rimsky's muziek heeft die van St. Saëns ontegenzegge lijk het voordeel van grootere beknoptheid: het orkestpalet van den Franschman is daar entegen niet zóó rijk als dat van den Rus. Een echt-Fransche geest heerscht in St. Saëns' muziek: uit weinig materiaal wordt iets ge maakt, dat interessant of ten minste onder houdend is, zonder onnoodige zwaarwichtig heid. En zoo hoort men deze muziek telkens weer met genoegen. Van de symphonle „Aus der neuen Welt" van Dvorak, die na de pauze kwam, hoorde ik de eerste twee hoofddeelen. Schuurman nam het tempo van het Allegro veel minder levendig dan indertijd Nico Gerharz deed en iets minder levendig dan de componist heeft aangegeven. Het kwam me voor dat er hier en daar een schepje op gekund had, maar niet op de pauken, want die schepten te veel op. In het Largo leden enkele der orgelachtige accoorden onder eenige onzuiverheid; de alt- hoboïst verdient een woord van lof, zoogoed als de solo-altist voor zijn prestatie in de Suite van St. Saëns. Onze H. O. V. heeft vooral in de Variations Symphoniques weer eens blijk gegeven van een kranigheid, die doet hopen dat haar le vensmogelijkheden bestendigd zullen worden. K. DE JONG HISTORISCHE DIORAMAS De diorama's, die dr. W. G. L. Wieringa, leer- aar aan de H. B. S. Santpoorterplein, en zijn leerlingen vervaardigden, zijn thans geëxpo seerd in een der zalen van het Christelijk Lyceum. Op Woensdag 13 Februari van half drie tot half vijf en van half acht tot negen uur worden belangstellenden in de gelegen heid gesteld, deze zeer fraaie verzameling te bezichtigen. Toegangsprijs 25 cent, geheel komende ten bate van het Crisis-Comité. DE ZAAK DE BIE. Naar men ons mededeelt, heeft Mr. Roobol uit Arnhem thans definitief besloten op te treden als verdediger van P. de Bie in de moorzaak Berghem. welke zaak, zooals be kend, op 20 Februari as. voor het Gerechts hof te den Bosch zal worden behandeld. Nief alleen pijn verzachten, maar bestrijden: Dtxt oOye/tr /T\ het product van vertrouwen. (Adv. Ingez. Med.) Voor het werk van den onderwijzer en van den leerling. We denken op dit oogenblik aan een aardig donkerbruin kopje, dat in de tweede klasse der lagere sphool zat en het maar moeilijk kon vinden met de geleerdheid, die er daar reeds ingestampt moest worden. We zien nog het eenigszins stroeve, ernstige snoetje, waaruit alle vroolijkheid welhaast verdwenen scheen en dat ons reeds meermalen was op gevallen door iets mats, zelfs iets droevigs. Op een goeden dag gebeurde het, dat ze een taaloefening merkbaar beter dan gewoonlijk had gemaakt. We keken haar arbeid na, ter wijl ze er bij zat en nog zien we de oogjes strak elke beweging van de pen met den rooden inkt volgen; nog zien we de spanning, die er uit sprak toen die pen haar werk had gedaan en we zelf met een meer dan tevreden gezicht haar eens extra aankeken. O. neen. 't werk was nog niet zoo als 't gros van de klas het had gemaakt, maar 't was veel beter üan 't in tijden was geweest. Dat zag de kleine puk ook wel en en hoe zou mijn heer 't nu wel vinden? Zou ze.... nu einde lijk een kansje hebben op een pluimpje, al was het nog zoo klein en waarnaar ze al we ken, neen maanden, zoo vurig had verlangd? Ze kreeg natuurlijk een pluim, een stevige, haast te groot voor haar hoedje. Hoe straalden de oogjes, toen ze uit den mond van mijn heer hoorde: „Wel, wel. wat heb je er dat- kranig afgebracht, wat heb je je best gedaan. Kind, wat ben ik daar blij om, hier een extra hand." En bij de stralende oogjes voegde zich een handje, waarvan we den nerveuzen, maar warmen druk nog voelen bij de herin nering. 's Middags was moeder op school en met tranen in de oogen vertelde ze, hoe de kleine meer dan verrukt was thuis gekomen, hoe de woorden van lof en waardeering haar had den opgemonterd en gesterkt, hoe het kind totaal anders dan gewoonlijk was geweest. En de vreugde der ouders was al niet minder dan die van hun spruit. Van dien dag af ging het merkbaar beter met ons bruintje en al bleef ze wel min of meer ten achter, ze bereikte toch. zij 't na 8 jaren, het M. O. en heeft daar een 4-tal klas sen met succes kunnen volgen met alle lust en energie die ze vermocht te geven. De woorden van waardeering voor het werk dat in verhouding tot haar kracht, goed, zelfs zeer goed was te noemen, hadden op dit kind een enormen invloed ten goede gehad en strekten in hun zegenrijke gevolgen zich tot in het gezin uit. Is het met meer begaafde kinderen anders? Is het met ons volwassenen anders? We denken nu aan het werk van den onder wijzer in het algemeen, 't Lijkt van buiten zoo simpel, zoo gewoon en zoo zonder veel in spanning. En daaromwordt het gewoon lijk te weinig gewaardeerd. Zeker, in offi- cieele verslagen, uit officieelen mond klinken dikwijls woorden van lof en waardeering vaak goed gemeend, wel overwogen, soms al leen krachtens traditie. Maar van den kant van vele ouders vooral is de waardeering dik wijls heel gering of zelfs averechtsch. Kennen we ze niet allen, die vaders en moeders, die van den onderwijzer zoo vaak het onmoge lijke eischen, die meenen dat met meer in spanning en toewijding van den onderwijzer ook hun moeilijk leerend kind wel knap zou kunnen worden, die gelooven dat aan hun kind niet voldoende aandacht en zorg wordt besteed, dat het verkeerd wordt aangepakt, misschien wel achtergesteld wordt. Ontegen zeggelijk komen er gevallen voor. dat ouders die zoo denken, volkomen in hun recht zijn. maar de ervaring leerde ons aan elke school, dat gebrek aan waardeering van het werk des ondei'wijzers al te veel den grondslag vormde van dit verkeerde oordeel. Ligt een en ander mogelijk in hoofdzaak aan het verschil in standpunt, dat ouders er- onderwijzers innemen ten opzichte van hei kind (een verschil dat men in het alge meen wel met de woorden subjectief kan ken schetsen», het is niettemin jammer, dat nog herhaaldelijk hierin de bron ligt voor vele en velerlei conflicten, die beter achterwege had den kunnen blijven. Men mag o.i. zeer zeker van den onderwij zer verlangen, dat hij althans trachte zich op het standpunt der ouders te stellen om dit be ter te kunnen begrijpen, maar aan den ande ren kant dienen ook ouders zich terdege af te vragen of ze niet te veel. niet iets onmogelijks van den onderwijzer verlangen, of zij zijn arbeid wel voldoende naar waarde schatten, of zij wel beseffen voor hoeveel moeilijkheden hij komt te staan, als hij zooveel mogelijk aan al de verschillende wenschen en verlangens Over waardeering. en verwachtingen der ouders wil tegemoet komen. Als alle ouders zich dit voldoende bewust waren, zou velen allicht aarzelen zich met hun subjectieve beschouwingen tot de school te wenden. Natuurlijk bedoelen we hiermee ir. geenen deele, dat de ouders maar beter zouden doen met in het geheel niets te zeggen of te vragen. Hun opmerkingen kun nen van oneindig groot belang zijn. We wil len alleen, dat ze bij hun critiek de waardee ring. die toch het werk van den mede-opvoe der hunner kinderen allicht verdient, niet achterwege laten, ja een stevig woord mee laten spreken. Want wat dauw en zonneschijn zijn voor de planten, dat is de waardeering van zijn werk voor den onderwijzer. Zoo goed als ons leerlingetje van de tweede klasse een grooten invloed ten goede onderging door de waardeering die haar deel werd, zoo goed als deze laatste zich zelfs tot in het gezin uit strekte, even zeker is het ook, dat de onder wijzer gesterkt, gestaald en aangemoedigd wordt, als hij woorden van hartelijk gemeen de waardeering te hooren krijgt en evenzeer reikt in tal van gevallen, mogelijk nooit ver moed. de invloed dezer woorden veel verder dan het uur. waarop en de plaats waar ze werden gezegd. J- BASTIAANS. HAARLEM-.VOORD TEL. 16726 Berekent thans nog voor een geheel met garantie Pijnloos trekken inbegrepen. Piaatje met 1 Kunsttand 3. Iedere Tand meer f 1.75 Porcelein of Zilvervulling 3. Goudvulling vanaf f 9. Goudkroon va nat 15. 22 karaats goud Pijnloos trekken van Tand of Kies1.50 IVIondonderzoek kosteloos Spreekuren alle werkdagen van 9-12 en van 1-4 uur. Zaterdags van 912 uur AVOND SPREEKUUR Dinsdag, Woensdag en Donderdag 79 uur. Beslist pijnlooze behandeling door Nederlandsch Tandarts (Adv. Ingez. Med.) DON KOZAKKENKOOR PLATOFF Op 14 Febr. zal in de Gem, Concertzaal te Haarlem een concert worden gegeven door het Don Kozakken Koor Platoff, dat elders in Nederland zoovele successen heeft geboekt. We geven hierbij een foto van het vijfde con cert in Amsterdam, dat, uitverkocht was. Jaarboekje V. C. S. B. Het jaarboekje van den Vrijzinnig Chris- telijken Studentenbond is weer verschenen. Het formaat is wat kleiner dan voorgaande jaren, toch bevat het nog dezelfde hoeveelheid zakelijke gegevens als vorige jaren. FEUILLETON. Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. Nadruk verboden 20) „Och. neen!" smeekte Jenny. „Neen, Nick, toe alsjeblieft wees niet zoo!" Hij schudde haar hand ongeduldig van zich af. „Het is onvergeeflijk! Ze had naar de Car- ruthers moeten gaan. zooals haar gezegd was. Waarom is dat. niet gebeurd?" „Hij is ziek geweest, hij is niet op kan toor". „Wat 'n onzin! Hij heeft toch een associé. Maar ga voort. Hoe verliep het verder? Hoe ben je van haar afgekomen?" Jenny zag hem met groote, bedroefde oogen aan. „Nick, kijk niet zoo! Ik heb alles tegen haar gezegd wat jij wilde dat ik zeggen zou. Ik zei Een gevoel alsof ze stikken zou kwam over haar en bevend klemde ze zich aan zijn arm vast. „O, kijk toch niet zoo! Ben je boos, Nick? Ik heb alles gezegd" „Ik ben niet boos op juo toe. Jen, wees niet zoo'n dwaas kind ik ben boos terwille van jou. Zie je 't verschil niet in? Ik wil Anne hier niet hebben en hoe eerder ze daar goed van doordrongen is, hoe beter. Ik wil haar niet hebben en ik wil niet, dat ze 't jou lastig maakt. Ze kan een paar maal in 't jaar schrijven als ze dat met alle geweld wil. Als ze pogingen doet tot meer en ander contact wel dat krijgt ze geen penny meer en moet ze maar zien hoe ze zich zonder geld redt". Hij liet een kort lachje hooren en legde met een ongeduldig gebaar den arm om Jenny. „Luister nu eens, ik verbied ie een voudig om te gaan huilen. Ik zal maatregelen nemen, dat ze je niet meer lastig valt. Vertel me maar eens wat je gezegd hebt". Jenny vocht om haar zelfbeheersching te rug te'krijgen. Nicholas had een gruwelijken hekel aan echte tranen. Hij mocht haar graag plagen tot haar oogen vochtig waren, om dan de lange, betraande wimpers te kussen. Maar echt schreien, veroorzaakt door verdriet dat was heel wat anders. „Ik vertelde haarJenny dempte haar stem tot gefluister, om haar toon 'n beetje vast te doenn klinken „ik vertelde haar van het geld. Ik zei— dat ze de helft kon krijgen als ze zorgde hier niet meer te komen". „En wat had ze daarop te antwoorden? Toe Jen. mal kindje, beef niet zool" „Begreep ze het?" „Ik weet het niet ik weet het heusch. Ik was zoo doodsbenauwd dat ze den trein zou missen. Ik zei maar steeds dat ze moest gaan. Ze vertelde dat ze in Hotel Haydon was en ik vroeg haar daar terug te gaan, dan zou ik haar wel schrijven of opzoeken. Eindelijk ging ze maar o, Nick!" „Wat?" „John heeft haar gezien". „John?" „John Waveney". „Hoe weefc je dat?" „Hij heeft het me verteld. Hij zei dat hij haar adres moest hebben". „Je hebt het toch niet gegeven?" „Ik moest wel". En toen Nicholas wilde protesteeren, ging ze snel voort: „Neen, luis ter. Het was heusch beter dan woorden met hem te krijgen. Daarom bel ik Anne nu op. Ze zal hem niet willen spreken. En als ik haar vertel dat hij komt, kan ze rustig naar die kamer gaan, waar Nana over sprak. Je weet hoe geschikt we die voor haar vonden". De telefoonbel rinkelde. Jenny schrok op. liep toen vlug om de tafel heen en nam den hoorn op. „Ja!" hijgde ze. Ja. Met Hotel Haydon? Is Miss Anne Waveney thuis? Kan ik haar even spreken?" Het was een poosje stil. Jenny stek haar hand achteruit, trok den bureaustoel naar zich toe en viel er op neer. Ze had plotseling een gewaarwording alsof haar beenen haar niet langer wilde dragen. Ze verlangde Anne's stem te hooren zoo heftig, dat ze er een duizelig gevoel van kreeg. Maar wat moest ze tegen Anne zeggen, nu Nick ston dte luisteren? Nicholas Marr zat op den rand van het schrijfbureau, zijn wenkbrauwen boos sa mengetrokken, zijn lippen opeengeklemd, strak en hard. „Wat?" vroeg Jenny plotseling. „O. maar ze moet er zijn! Weet u het zeker? Weer een pauze. „En heeft ze niet gezegd waar ze heen ging? Weet u heel zeker dat ze niets gezegd heeft? O, dank u!" Ze hing den hoorn op en keek Nicholas ontsteld aan. „Nick, ze is niet in het hotel". „Is ze misschien uit dineeren?" Er klonk meer dan lichte spot in zijn woorden iets van grimmigen hoonlach erin. „Ze zeiden dat het niet haar plan was ge weest om te blijven ze had geen kamer voor den nacht genomen. Direct na de lunch was ze weggegaan dat was om hier te komen". Haar stem gleed weg in angstig fluis teren. „Nick, ze had een suitcase bij zich ik zag hem in de taxi". Voor Jenny's geest doemde plotseling het beeld op van hot welkom dat Anne zich had voorgesteld. Dat beeld deed haar huiveren van hartzeer. „Wat een zeldzame brutaliteit!" stoorde Nicholas haar korte overpeinzing. Toen liep hij naar Jenny toe en klopte haar op den schouder. „Hoor eens. Jen, ik wil niet dat je je er zoo over opwindt. Anne heeft haar eigen bed gespreid en nu moet ze er op liggen. Heb je mij niet en Tony.?" Ze keek hem aan zonder dadelijk te spre ken. Toen Nick's oogen zóó verzachten was er verder niets ter wereld meer, dat Jenny kon schelen. Anne's beeld werd schaduwig. Na een poosje hernam ze met neergeslagen oogen en lage, gejaagde stem: „Nick, als niemand het weten na een heelen tijd ik bedoel eh zouden we zou den we dan niet weer goed kunnen worden? Neen, zeg niets, Nick zeg nu alsjeblieft niets. Denk je niet dat als we wachten o, Nick, ze is mijn zuster!" „Neen!" was het besliste, meedoogenlooze bescheid. „Ik wil haar niet in mijn huis heb ben aan mijn vrienden voorstellen ik wensch haar niet in jou en Tony's gezelschap te zien". Jenny voelde een rilling door zich heen gaan. Ze had geweten dat het geen zin had; Nick veranderde nooit van gedachten. Een laatste poging waagde ze nog; maar zonder de minste hoop: „Nick. ik heb wel eens gedacht John John Waveney hij interesseert zich zoo zoo geweldig voor haar als zij eens met elkaar in aanraking kwamen als hij Nicholas staarde haar met onthutsten af schuw aan. „Wat haal je in vredesnaam in je hoofd?" Jenny stond op. Het had werkelijk geen doel. Er was niets, maar dan ook niets wat ze voor Anne kon doen. XV. Anne Waveney had haar trein op het nip pertje kunnen halen. Ze kwam in een vol gepropte derde klas coupé terecht, tusschen *n dikke juffrouw in een zwart mantelpak met een lichtrose jumper en een spichtig klein meisje, dat plaats voor haar probeerde te ma ken, iets waartoe de welgedane dame aan haar anderen kant niet de minste neiging toonde. Anne zat rechtop en de aanwezigheid van haar buren scheen langs haar heen te gaan na den vreeselijken schok en de intense smart was het alsof haar denken en voelen in een waas waren gehuld. In deze mist kwamen en gingen de indrukken, vaag omlijnd, ais voor bijglijdende, schaduwige schimmen. De trein stopte aan ieder station; het was warm in de coupé en er hing een wee-makende lucht van bananen en pepermunt. Anne zat onbewegelijk op het randje van den bank. haar suitcase tegen haar knieën gedrukt. Ze was juist op het punt om in slaap te vallen, toen de trein het station binnenraad. Ze wilde op het perron stappen, maar een gevoel maakte zich van haar mees ter als zonk de grond onder haar voeten weg: een vriendelijke conducteur hield haar bij den elleboog en zei: „Kalm aan. juffrouw", Anne bedankte hem en haar duizeligheid verdween. Ze liep naar de controle en zette haar kof fertje neer terwijl ze 'n haar beursie naar haar kaartje zocht. Toen ze daar zoo stond, met het open beursje in haar hand. trok de nevel over haar geest plotseling op. Ze was doodmoe, verslagen, verkild; maar de verbijsterde druk op haar hersens was er niet meer. Een oogenblik keek ze in haar beurs, gaf toen het kaartje aan den controleur en vervolgde haar weg naar de wachtkamer. Ze liep langzaam, zonder zich te haasten en in de wachtkamer gekomen zette ze haar suitcase nogmaals neer. ging zitten en leunde achterover in den hoek van een bruin leeren canapé. Toen haalde ze weer haar beursje te voorschijn. Er zat nog net één shilling ln. Anne keek ernaar. Dat was alles wat ze be zat. voor thee, een boterham, een bed. een bad en ontbijt één shilling. „Wat een afschuwelijke dwaas ben ik ge weest!" zei Anne tegen Anne. Het hotel, de kapper, de taxi alles wat ze vroeger als de natuurlijkste dingen ter wereld beschouwde werd nu verregaande verkwisting. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 7