Kunst Radiomuziek der week BIOSCOPEN. Toonee! te Londen. ZATERDAG '16 FEBRUARI 1935 H A' AREEM'S DA'GBL A D' 9 EEN VOORBESPREKING DOOR KAREL DE JONG De» beroemden pianist Walt her Gieseking zal men Zondag uit Frankfort kunnen hooren in een concert van Mozart en wel in een. dat buiten de rij der algemeen gespeelde staat, maar deze, ondanks dat het aanmerkelijk vroeger geschreven is, in merkwaardigheid en oorspronkelijkheid van bouw eigenlijk over treft. Reeds bij den aanvang treft ons dit: het soloklavier zwijgt niet, totdat het eerste groote, de geheele expositie der thema's bren gende „tutti" voorbij is, maar neemt reeds in de tweede maat het woord, a.h.w. om te re- pliceeren op den fanfare-achtigen inzet van het orkest. En nog voordat dit tutti geheel uitgespeeld is, valt het klavier het orkest in de rede met een triller, gevolgd door een korte, echt-Mozartsche cantilene, die den wederin- zet van het hoofdthema inleidt. En zoodra dit geklonken heeft, wordt de modulatie naar den tweeden themagroep voorbereid; de ver lenging van het hoofdthema wordt dus ge heel afgesneden. De afwisseling van sölo en tutti, die in dit concert tot een wederzijdsch doordringen wordt, is eenigszins een terug grijpen naar de oude wijze van concerteeren. In het woord „concert" ligt toch het begrip van een strijd en de voorbeelden dat in dien strijd twee zeer ongelijksoortige machten tegenover elkaar gesteld worden zijn in de concertlitteratuur. Ik wil in dit verband her inneren aan het Andante van een ander Es dur-concert, nl. K.V. 482, verder aan het middendeel van Beethoven's 4de pianoconcert en aan de inleiding van Franck's Variations symphoniques. Ook in K.V. 271 kan men daar van staaltjes vinden. Meestal is dan het kla vier, overeenkomstig zijn geringer klank volume het klagende of smeekende element. In het Andantino van dit werk worden zeer sombere tonen aangeslagen. Het beginthema eindigt afgebroken, haast recitativisch en zoo is ook het slot van dit deel. Daartusschenin liggen natuurlijk andere gevoelsnuances. In het Rondo heerscht een opgewekt leven, dat in 't midden plotseling door een volledig me nuet onderbroken wordt. Merkwaardig is voorts dat in dit concert de componist den speler niet de vrije keuze der cadenzen gela ten heeft: Mozart heeft ze alle zelf uitge schreven, en in den tekst als verplicht inge- lascht. Dit concert werd in 1777 geschreven; de meestbekende, als b.v. dat in de d. kl. t. in ,1785 en 1786. Van nog later dateeren het Kroningsconcert (1788) en het tegenwoordig ook herhaaldelijk gespeelde Concert in Bes gr. t. K.V. 595 (1790). „II Sogno di Scipione" („De Droom van Scipio"), dat op het Zondagprogramma van Huizen voorkomt, behoort tot Mozart's vroege, in 1772, dus op 16-jarigen leeftijd gecompo neerde werken en draagt het nummer 126. „Azione teatrale" heeft Mozart dezen allego- rischen éénacter betiteld. Het gegeven, dat gebaseerd is op Cicero's „Somnium Scipio- jris", maar waarbij een latere schrijver nog ,de allegorische figuren „Virtus" („de Deugd") en „Voluptas" (de „Zinnelijkheid") gevoegd heeft, doet in deze samenstelling eenigszins denken aan de sage van „De Jeugd van Hera cles", dat als „La Jeunesse d'Hercule" door St. Saëns tot onderwerp van een symphonisch toongedicht genomen werd. De tekst voor Mozart's werk van den dichter Pietro Metas- tasio (1698—1782). die destijds het Italaansche operatooneel geheel beheerschte, een muzi kaal ontwikkeld man, die wist waar het bij een operatekst op aankwam. Deze Metastasio veranderde nu de allegorische figuren en wel „de Deugd" in „de Standvastigheid" („Cos- tanza") en de Zinnelijkheid in „het Geluk" .(„Fortuna"). Deze twee figuren verschijnen nu den jongen Scipio in zijn droom en ver langen, dat hij beslissen zal, wie van beide hij tot gids voor zijn levenswandel zal kiezen. Ook zijn gestorven voorvaders komen er bij en anoraliseeren. De jonge held, die natuurlijk erg braaf is, wil maar terstond bij zijn voor vaderen blijven, wat de meesten van ons zeker niet gewild zouden hebben; misschien ,vond hij dat de eenige kans om van 't gezeur .af te komen. Maar ze vinden dat niet goed: hij moet eerst zijn zending op aarde vervul len. Nu ontbrandt de strijd om zijn ziel op nieuw tusschen Costanza en Fortuna, totdat :de held aan de eerste de voorkeur geeft. For tuna is dan natuurlijk erg boos en verdwijnt met bliksem- en dondereffect. Dan wordt de held wakker en verklaart aan Constanza ■trouw te zullen blijven. De allegorieën in dit stuk waren eigenlijk bestemd voor de viering (van den verjaardag van keizer Karei VI in 11735, maar Mozart's compositie werd een ge schikt „feestspel" voor Salzburg geacht. Aan >de omstandigheid, dat de held in zijn droom meespeelde en aria's zong ergerde men zich miet. Van dit stuk, dat recitatieven, aria's en koren bevat, kan de Huïzer uitzending na tuurlijk slechts een klein gedeelte geven. De „Liebeslieder" van Brahms (Hilversum, Zondag) werden geschreven in 1868, terwijl de componist in Bonn vertoefde. Het was als een herinnering van de Donauoevers, die naar den Rijn overwoei. Curieus is, dat deze com positie eerst verscheen als „Walzer für das Pianoforte zu vier Handen (und Gesang ad libitum). Het was zóó de wensch van den uit gever, die in de eerste plaats om de verkoop baarheid dacht. Want'in werkelijkheid zijn het liederen voor zangkwartet, met vierhan dige klavierbegeleiding. Zij onttsonden kort vóór de Alt-Rhapsodie, die er een scherp con trast mee vormt. In de Liebeslieder wordt de liefde bezongen ter wille van haar zelve; aan huwelijk wordt niet gedacht. In de teksten van meerdere is een zinnelijk welbehagen, dat zich ook in de muziek al'teekent. Het is nergens grof of heftig, eerder althans voor mijn smaak, soms een beetje weezoetig. Dat meisjesvoeten nat worden van het waden dooi de tranenplassen, die de minnaar geweend heeft, is wel wat erg sentimenteele nonsens. En met dat „Wonne tauen" van „O die Frauen" wat jammer dat Fritz Hirsch dat (niet voor ons zingt! zullen velen het ook niet direct eens zijn. Tusschen al die zoetheid is dan een stukje specerij, zooals 110. 11: „Ach es ist nicht auszukommen mit den Leuten alles wissen sie so giftig auszudeuten" een welkome afwisseling. Het tempo dezer Walsen is natuurlijk zeer gematigd bedoeld, meer als Landler dan als Wals. Wie naar de Bachcantate 150 (Leipzig, Zon (dag) luistert, verzuime niet te letten op het slot dat als een chaconne op een ostinati bas gebouwd is. Een ander beroemd voorbeeld daarvan is het „Crucifïxus" uit de Mis in b. kl. t., die veel later geschreven is, dan de ge noemde Cantate. REMBRANDT THEATER So endete eine Liebe. Paula Wessely als Marie-Louise in „So endete eine Liebe". (Rembrandt Theater.) Nadat Willi Forst ons met zijn Maskerade als regisseur in bewondering heeft gebracht, doet het dubbel weldadig aan, nogmaals te worden overtuigd, hoe hij ook als acteur zijn naam hoog blijft houden. Zijn rol als Franz von Modena behoort tot het fijnste wat wij van dezen kunstenaar te zien hebben gekre gen. En zijn tegenspeelster Paula Wessely, „de" ontdekking uit Maskerade, heeft zich als aartshertogin Marie-Louise opnieuw een reputatie veroverd, zoowel om de voorname' schoonheid van haar sympathiek masker als om het gebruik dat zij van deze natuurlijke gave maakt. Naast deze sterren flankeeren. een paar van niet minder gehalte: Gustaf Gründ- gens als Metternich en Franz Herterich als Keizer Franz I. Van al deze uitmuntende krachten heeft Karl Hartl, de man van „F. P. antwoordt niet" en van „Goud" met kundige en bezielde hand profijt getrokken, en zoo is een filmspel ontstaan, dat in alle opzichten boveri de maat uitsteekt. Het gegeven op zichzelf is reeds boeiend. Metternich, de hartelooze schaakspeler op het bord der Europeesche politiek, heeft, om vooi het- arme Oostenrijk den vrede te ver zekeren, een keizersdochter noodig als offer aan Napoleon. De keus valt op Marie Louise, die met haar jeugdige stiefmoeder en de broertjes en zusjes in Hongarije op een buiten verblijf is afgezonderd, ter beveiliging tegen den immer dreigenden oorlog. Haar vader, de menschelijke keizer, heeft haar beloofd, dat ze, zoo ze eenmaal de liefde zou leeren kennen, vrij zou blijven om den man van haar hart te trouwen. Deze man is haar neef, de ridderlijke en ietwat loszinnige Franz von Modena. Als vijftienjarig meisje ls hij op haar eerste hofbal haar cavalier ge weest en zij heeft hem nooit kunnen verge ten, hoewel zij in zijn oogen maar een school kind is geweest. En nu belast Metternich juist hem om aan Marie Louise de boodschap van haar aan staand huwelijk over te brengen. Franz iaat zich door den diplomaat omkoopen, maar bij de eerste ontmoeting bemerkt hij, hoe hij voor het inmiddels tot een mooie jonge vrouw opgegroeide nichtje liefde gevoelt. Nu valt hem de boodschap zwaar. Hij noch zij is ge neigd, de politieke noodzakelijkheid van het geval te aanvaarden; beiden keeren zich ver bitterd en opstandig tegen hun lastgevers. Maar een gesprek tusschen Marie Louise en Metternich en tusschen Franz en den keizer overtuigt de gelieven van hun dynastieken plicht. Zij moeten terwi'.le van den vrede van hun vaderland en het voortbestaan van hun vorstenhuis elkaar opgeven. Onder het luido van Weenen's torenklokken, het dreunen van het kerkorgel en het feestgezang van de koorknapen in de kathedraal, waar het huwe lijk wordt voltrokken, eindigt hun liefde. Aan het eigenlijke verhaal gaat een voor spel vooraf, waarin de familieraad van de Bonaparte's toestemt in de echtscheiding van Joséphine, die ook eerst opstandig is, maai- zich door Talleyrand eveneens van de politieke noodzakelijkheid van dit offer laat overtuigen. Men krijgt hier in beknopten vorm reeds hetzelfde thema, dat later in het hoofddeel van de film in den breede zal wor den uitgewerkt. Ook daar keert als in con centrische cirkels steeds dezelfde gedachte terug, wat aan de film een gevoelsrythme geeft met een sterke werking. Telkens in een ander facet herhaalt zich het beeld van het door zakelijke berekening geknotte op bloeien van zuiver menschelijk gevoel. En die zakelijke berekening krijgt het grootsche aan zien van iets onvermijdelijks, van het niet te keeren Noodlot, waardoor het afzweren van de gevoelens niet de gedachte aan banale on trouw of lafheid wekt, maar de gestalte van het heldhaftige aanneemt. Zoo wordt dit „verkwanselen van een jonge vrouw uit poli tieke doeleinden" tot een oprechte tragedi-i en de daarin betrokken personen worden tot dramatische helden. Paula Wessely. kinderlijk, onbevangen aan hankelijk in haar eerste meisjesliefde en toch in strakheid van oogen en mond reeds het smartelijke en zorgelijke dragend van de door 't leven gedupeerde rijpe vrouw; Willi Forst met de melancholie, die al deze in hun eer en bezit diep getroffen Habsburgers hier ken merkt, en met de dapperheid van den soldaat tegenover het offer in de aangrijpende scène, waarin hij tegenover den keizer staat; Herte rich, als de keizer in zijn ook tegenover zijn minister machtelooze gebrokenheid en Rose Stradner als de keizerin, de eenige in de zwaarbeproefde vorstenfamilie, bij wie de smart zich anders dan lijdelijk uit: in haar hysterischen haat tegen Napoleon; Napoleon, die onzichtbaar overal aanwezig is en wiens •schim bij de huwelijksvoltrekking het jonge bruidje tot- een magische extaze vervoert. En, zichtbaar alom tegenwoordig, de vreeselijke Metternich. met het valsclie lachje op zijn steeds vriendelijk gekrulde lippen en met de stalen oogen toch eensklaps de innigheid van zijn ware beweegredenen verradend in de scène met Marie Louise. met welk een vir tuositeit speelt Gründgens deze rol. al heb ben wij ons van het uiterlijk van den tradi- tioneelen Metternich, misschen ten onrechte, een andere vooi-stelling gemaakt. Het voorprogram biedt behalve het goed deels aan sneeuwsport gewijde filmnieuws een aardige teekenfilm in kleuren .Birds in the spring" van Walt Disney. Op het tooneel een paar rijwiel-acobraten. Ontluikend leven. Deze film van blijheid en onschuld van Helene Lange zal Zondagmorgen in het Rem brandt Theater worden vertoond. De opname leiding en fotografie berustte bij Fritz Puch- stein. Het is een filmisch dagboek van het kinderleven van de geboorte tot het zesde levensjaar. Het is geen dor wetenschappelijke ontleding, maar een beeldenreeks van onbe zorgd kinderleven. De eerste stappen van het jonge kind, de eerste woorden, het na bootsen van groote menschen, de keus van speelgoed, al de dingen, die het kind doet en wil, worden getoond. Dr. Th. van Schelven uit den Haag, bekend door zijn cursus voor de Radio-Volksuniversi teit, zal deze film inleiden en toelichten. K. G- CANNEGIETER. CINEMA PALACE. Wonderbar. In de film Wonderbar is één groote scène, die index-daad wonderbaarlijk is en die dan ook het hoogtepunt van de film vormt. Ik be doel de Valse Amoureuse, deels gedanst door Dolores del Rio en Ricardo Cortez. deels door ontelbare dance-girls, en gezongen door Dick Powell. Wat hier de combinatie: regie (Lloyd Bacon) en dansleider (Busby Berkeley) be reikt heeft is van zulk een raffinement, zulk een perfectie en zulk een grootschheid, dat het de herinnering aan soortgelijke scènes uit vroegere Warner-producties als Golddig- gers en 42ste straat, om. maar enkele te noe men. volkomen op den achtergrond dringt. En mocht men onwillekeurig bij het opnemen van den dans van boven bijv. even tei-ugdenken aan dergelijke situaties voorheen, dan zal men ongetwijfeld aan die uit Wonderbar de voor keur geven, al was het alleen maar om het feit, dat deze het dichtst bij ons liggen. Dolores en Ricardo dansen de wals tegen een zwarten achter grond (zij in sierlijk wit gewaad) en de ca mera gaat langzaam achteruit totdat beiden heel klein midden op het overigens donkere doek zweven. Dan ope nen zij het achterdoek en een wondere weelde van dansenden ontrolt zich aan het oog, cul- mineerend in de op neming uit den nok van het gebouw naar beneden op de girls, die als een reusachtig wit wiel ronddraaien. Het geheel wordt begeleid door een uitstekenden band en de meeslee- pende stem van Dick Powell, die prachtig overkomen, daar het geluid in deze film su bliem is. Jammer is het-, dat deze kostelijke scène wat lang ia en aan het eind nog een overbodige Asschepoester-idee verwerkt, zoo dat de indruk dan wat verzwakt. De idee van Wonderbar kwamen we eerder tegen in Menschen im Hotel Uk ben me er Dolores del Rio 9 ,,At Eight A.M." door Jan Fabricius Major Bradley is een gevoelig man onder de oppervlakte en leeft lot en lijden vaix de gevangenen, die aan zijn zorg zijn toever trouwd, hevig mee. Als gouverneur van de ge vangenis poogt hij de ellende der veroor deelden te vei-zachten en hierin wordt hij door zijn zorgzame vrouw Julia liefderijk bijge staan. Haar meid is een gereclasseerde winkel- dievegge. Deze sympathie met de ongelukkigen deelen en waardeeren de gevangenisdokter en de gevangenisdominee. Op een Dinsdagmorgen acht uur dat is de gebruikelijke tijd moet er een terechtstelling in de gevangenis plaats hebben. Iedereen is onder den indruk en de dominee zegt met overtuiging: ,.De men schen in de gevangenis zijn gelijk aan die erbuiten; wie zal zeggen dat ik onder gelijk soortige omstandigheden ook niet zoo zou hebben gehandeld? Ik zou het hebben gedaan". De terdoodveroordeelde is een jonge man vaix goeden huize en klaarblijkelijk met veel meer goed dan kwaad in zijn samenstelling. Hij is het intense type, overgevoelig tevens onge- toonxd gebleven in opvoeding. Dummond Osbor ne, dat is zijn naam, had de matelooze liefde, die in zijn gemoed kon rijzen, gegeven aan een lichtzinnige jonge vrouw die hem stelselmatig bedroog. Het paar had het landhuisje van de eerste, huwelijksjaren verlaten. Drummond was bij een vriend in de stad gaan inwonen, zijn vrouw had een tehuis gevonden bij haar verwanten. De man kon echter geen weer stand bieden aan het verlangen "met zijn vrouw samen te zijn en vaak koos zijn auto den weg naar haar verblijf. Hij wist dat zij hem had bedrogen, maa hoopte dat zij het niet zou herhalen. Op een kwaden dag wordt haar minnaar dood gevonden in het land huisje. met een verbrijzeld hoofd en een met bloed bevlekte bijl op den vloer van het ver trek. Drummond wordt onmiddellijk gearres teerd en hoewel het rechtstreeksch bewijs van zijn schuld in de gerechtelijke behandeling van zijn zaak niet kan worden geleverd, zijn de aanwijzingen voldoende overtuigend naar het oordeel van de jury om hem schuldig te verklaren en om den rechter het doodvonnis te doen uitspreken. Twee politieagenten heb ben onder eede verklaard dat zij Drummond een brief op de post hebben zien "doen en hem zijn weg hebben, zien nemen in de richting van het landhuisje op den avond van den moord. De beschuldigde ontkent dit en zegt dat hij op het aangegeven uur reeds te bed lag. Iedereen in de gevangenis is overstuur aan den vooravond van de terechtstelling. Maar Mi\s. Bradley is ïxxeer dan overstuur. Jennie, de ex-dievegge, vergeet water in de bloemen- vazen te doen. De sheriff, die het executie- tuig moet onderzoeken, krijgt een acut-en aan val van indigestie en moet zich met cognac op de been houden.. De gouverneur drinkt veel meer water dan kan worden gerijmd met den i bedaarden gemoedstoestand en de praktische onverstooi'baarheid die hij voorwendt. Gevan genen, buiten bereik van whisky of brandy, hebben naalden ingeslikt, voedsel geweigerd of werk gestaakt. Maar het schijnt dat Mrs. Bradley niet alleen geroerd wordt door in nerlijk protest tegen en verontwaardiging over wat de dokter een barbaarsche straf noemt. De openbare meening ten gunste van den ver oordeelde heeft zich uitgesproken in een pe titie met 20.000 handteekeningen aan den Home Secretary voor opschorting van de straf. Maar hoewel 8 uur v.m. snel nadert is er geen bescheid op ontvangen. Inmiddels is een hoofd ambtenaar van Binnenlandsche Zaken aange komen. Mainwaring is eeix persoonlijke vriend van Bradley en Julia. Wanneer hij alleen is met Julia vraagt hij haar waarom dit geval haar zoo allerhevigst heeft aangepakt. Zij geeft hem de verlangde uitlegging. Toen zij lang voor haar huwelijk met- Bradley ambte nares was in Whitehall had zij op een vacantie in Schotland een jongen man ontmoet en uit de ontmoeting was een liefdesverhouding ge groeid. Zij waren arm. Zij moest van haar salaris haar moeder en een jongen bi"oer on derhouden. Er was geen vooruitzicht op een huwelijk. Ten langen leste, niet, langer in staat weerstand te bieden, brachten zij week ends samen door. De man werd kort daarop in den oorlog gedood. Het kind werd geboren in het huis van een barmhartige vriendin, die bovendien kon bewerken dat het werd aan genomen door een schatrijken, kinderloozen scheepvaartmagnaat en zijn vrouw. Zij keer de later naar Whitehall terug om haar werk te hervatten en ontmoette na eenige jaren maior Bradley met wien zij in het huwelijk trad. Het kind uit dit huwelijk stierf als zuige ling en de terdoodveroordeelde Drummond Osborne is haar eenig kind. Mainwaring. diep onder den indruk van deze bekentenis, helpt de ontredderde moeder op de eenige aannemelijke wijze, nl. door Bradley te bewegen haar vei'lof te geven Drummond te gaan opzoeken in zijn cel. Zij vindt hem in het gezelschap van den domi nee, die den veroordeelde bij nacht en dag gezelschap houdt om de ontzetting der uren te vellichten. De jongen voelt de even onge wone als echte warmte van haar mededoogen en vertelt haar ongevraagd wat zich heeft voorgedaan en hoe de martelingen van zijn gemoed hem hebben bewogen op den nood- lottigen avond. Hij was in bed maar kon niet slapen, omdat zijn vrouw bij hem was ge weest om hem te vragen haar niet te komen opzoeken, omdat zij met een vriendin had afgesproken „voor de mop" naar een waar zegster te gaan. Hij wilde haar gelooven wanneer hij dacht aan haar groote onschul dige oogen. Maar twijfelzucht overwon en tegen middernacht begaf hij zich naar het landhuisje waar hij in het licht haar minnaar had zien zitten. Waar hij stond had hij zien verbeeld dat hij haar in de armen gedrukt hield, dat zij hem bedroog „voor de mop". Daarna had hij zich niets meer herinnerd. Indien Drummond deze voorstelling voor den rechter had gegeven, een voorstelling welke moord met voorbedachten rade, waarop hij was veroordeeld, uitsloot, zou het vonnis an ders uitgevallen zijn. Alles is gei-eed voor de terechtstelling. Maar Bradley gelast in den vroegen ochtend, terwijl de wijzers van de klok het fatale uur dichter naderen, dat het graf voor den veroordeelde zal worden dicht- geworpen, dat er geen terechtstelling zal zijn dien dag. Hij kan er niet mee voortgaan en neemt ontslag. De opluchting bij de anderen is zichtbaar, maar Mainwaring betoogt dat het misdadig en wreed is den ongelukkige nog eens aan een serie laatste afgrijselijke uren bloot te stellen. Hij eischt dat het graf zal blijven. Maar zoo lang Bradley zijn ontslag niet ingewilligd heeft gekregen blijft hij meester. Mainwaring belt Whitehall op om instructies. Eix wanneer de telephoon gaat zijn er geen instructies maar is er een order voor de invrijheidstelling van den veroordeel de. Een van de politie-agenten is op zijn ge tuigenis teruggekomen omdat hij inmiddels op zijn rondgang denzelfden man een brief heeft zien posten dien hij voor Drummond had gehouden. Het stuk eindigt met manne lijke grootmoedigheid en liefde die machti ger blijken dan echtgenootelijke desillusie. Bradley toont het in de wijze waai'op hij Ju lia's biecht ontvangt. Dit is het verhaal van Fabricius! „At Eight A. M." uiteraard is het gebrekkig klein naver teld. Het verhaal kan doen vreezen dat het stuk als kunstzinnig tooneelproduct een en ander te wenschen kan overlaten. Maar het stuk is oneindig beter dan het verhaal. Er is zulk goed tooneel van gemaakt, dat men geen oogenb'ak zijn geloof aan co-i'ncidentie en waarschijnlijkheid behoeft te rekken. Fabri cius toont zich hier meer dan ooit een ken ner van het tooneel en zijn mogelijkheden en men kan alleen vaststellen dat. hij in deze mogelijkheden tot het uiterste is gegaan. Men kan van meening verschillen over de vraag of de introductie van zulk een sterk element van melodrama in een handeling, die ons de reacties moest leeren kennen van Engelsen gevangenispersoneel op een terechtstelling, al of niet de waarde van het stuk verhoogt. Uit zuiver acthetisch oogpunt beschouwd kan deze tweeslachtigheid er wellicht niet mee door. Maar in de handen van een vaardig vakman is uit de toevoeging van Julia's spe- ciaie positie spannend en aangrijpend tooneel voortgekomen, dat den diepen indruk, wel ken het maakte op het auditorium, ten volle wettigde, Het stuk verraadt in alle situaties de hand van den geboren tooneelschrijver, Zoo wel pathos en spanning worden telkens ver licht met humor, in de verschijning van den mécanicien, die getuigt van zijn veront waardiging. omdat al zijn werk, om de galg keurig in orde te hebben voor niets is ge weest, als in de fratsen van den gevangene, die bevorderd is tot stoffer van het kant-oor van den gouverneur. Het. publiek ontving dit Engelsche stuk van onzen landgenoot (die diep inzicht toonde in Engelsch karakter door zijn schildering van zijn personen) met veel warmte. Het riep te vergeefs om den auteur, die halverwege den avond den schouwburg had verlaten.. Het Embassy Theater is meer en meer een proeftheater geworden voor stukken die voor opvoering in het West End in aanmer king komen. Het is niet te zeggen wat in dit opzicht het lot van „At eight A. M." zal zijn. Maar wel kan men zeggen dat de waarde van het stuk niet noodzakelijkerwijze bepaald wordt door zijn vermogen een „run" in het West Eind te maken, ook al zal men voor Fabricius van harte hopen dat dit zal gebeu ren. De schrijver verdient het. volkomen van bewust, dat de vergelijking ge vaarlijk is). Hier een hotel, waarin verschil lende pei-sonen elkaar passeeren. raken, met elkaar botsen en elk in hun eigen .wereldje staan, daar een bar, De Wonderbar, die het tooneel van déze werelden-botsing is. Wat echter bij Menschen im Hotel hoofdzaak was, dat is in Wonderbar gezien de uitwerking bij zaak. het kader, waarin de verschillende shows gevat zijn. Al Wonder (Jolson), eigenaar van de Won derbar, heeft eenige artisten geëngageerd, w.o. net danspaar Dolores en Ricardo. De laatste is een schavuit, die van Dolores niets meer wil weten (omgekeerd is de liefde nog zeer sterk) en die het hoofd op hol gebracht heeft van madame Renaud (Kay Francis). Hij zit in de schulden, weet eeix collier van Kay los te krijgen en heeft het plan naar het bui tenland de wijk te nemen, zoodra zijn laatste dans dien avond (met Dolores) is afgeloopen. Kay wil ondanks alles met hem mee. riskeert het schandaal, dat- daaruit zal voortvloeien, zal zelfs haar echtgenoot daarvoor moeten achtei-laten. Dolores heeft van dit plan ge hoord en aan het slot van haar dans steekt ze Ricardo neer. Kapitein von Ferring, die in de Wonderbar dien avond zijn laatste geld op maakt, rijdt dan met zijn auto van een steile rots en verongeluki. In die auto had men Ricardo gelegd, zoodat zijn dood eveneens aan dat ongeluk wordt geweten. Al heeft hier voor zorggedragen, evenals hij Kay weer tot haar man terugvoert en Dolores, die in de meening verkeert Ricardo slechts een schram te hebben toegebracht, in de armen van den bandleider (Dick Powell) brengt. Twee echtparen, die de Bar bezoeken (Guy Kibbee en Hugh Herbert met Louise Fazenda en Ruth Donelly) zorgen voor de komische noot, doordat Guy en Hugh zich trachten te bemoeien met twee danseressen, terwijl de vrouwen aansluitixxgspogingen doen bij een knap jonkman. Grootsch en prachtig en pracht ig-groot is de inrichting van de Wonderbar. Aan het uiter lijk (welk een keur van toiletten wordt ten toongespreid!) besteden Warner Bros alle aandacht, meer dan aan de innerlijke con flicten der personen. De opzet van de film laat den regisseur daai'voor ook geen gelegen heid en geen tijd. Verreweg het beste kwijt Kay Francis zich van deze taak. Zij Ls een vorstelijke verschijning en daarbij een actrice van klasse. Dick Powell wordt alleen gebruikt als dirigent-vocalist van de band. Al Jolson tenslotte is een ver dienstelijk bar-eige- 5,. naar, die als vlot con- p fereneïer een goed fi guur slaat. Harry War ren en Al Dublin zorg den voor pakkende muziek en uitstekende gs. lmetal een film, waaraan oog en oor te gast gaan, met als hoogtepuixt de valse amoureuse. maar die daarna ietwat verloopt. Vrijdagavond ontvingen we bij het verlaten vaix het theater een gewaardeerde souvenir aan de Wonderbar. Het voorprogramma bevat de gebruikelijke journaals, met ijssportopnemingen uit binnen- en buitenland, met een demonstratie van een Zandvoortsche uitvinding vaix den heer Stoete. en met beelden van overstroomingen in Nederland. Het teekenfilmpje toont Buddy op de vossenjacht in de sneeuw. Op het tooneel verbaast het Young Ryle- ensemble in flatteuse costuums met wonder lijke behendigheid in. xolschaatsenrijden op een ronde tafel. Al Jolson. MUZIEK. KERKCONCERT. M. Ie pasteur Krafft sprak een welkomst woord tot de weinigen, die den moed hadden gehad storm en regenvlagen te trotseerexx onx op te gaan naar het kerkgebouw der Waalsche gemeente en sprak de hoop uit dat zij daar „un moment de recueillement" zouden vinden. Un moment de recueillement hoe weinigen gunnen het zich nog vrij willig in een tijd. waarin snelheid een over- heerschende macht schijnt, die bijna ieder willens of onwillens dient. Maar verwijderd van den weg, waarlangs het moderne verkeer raast, staat hier en daar in onze stad nog een oud kerkgebouw, herinnering van vroe ger eeuwen bergend. Daar kan' men een oogenblik van stilte, van rust, van -bezinning vinden. Zoo is ook de Waalsdhe kerk op het Begijnhof, dat wel aan ééne zijde als een anachronisme de teekeneix van den nieuwen tijd torst, maar andere zijde nog vrijwel intact gebleven is. Aan dezen kant bevindt zich de ingang van het kerkgebouw. En wie daar binnengetreden is en zich onwendt ziet op de omlijsting van het orgel een jaartal dat hem in gedachte drie en een halve eeuw terug voert. Drie en een halve eeuw: geen wonder dat veel gerestaureerd, vernieuwd werd: dat veel nog op restauratie of ver nieuwing wacht. Ten bate daarvan werd het concert van Vrijdagavond gegeven door den organist der kerk. den heer W. H Biele. met welwillende medewerking van de zangeres mej. R. Ipema. We hebben het orgel, behalve in de bege leidingen van den zang, als solo-instrument gehoord, en wel in werken van Bach, Han del. Ruppe en Guilmant, en we hebben vele mooiklinkende registers kunnen waardeeren. Het spel van den organist was niet gelijk matig van hoedanigheid: het had goede en minder goede oogenbiikken, maar in de goede voldeed zoowel speler als instrument, en het was vooral de Sonate van Guilmant die de bekorende werking der zachte regis ters deed uitkomen. Den zang van mej. Ipema hoorden wë Vrijdagavond voor het eerst. Ook haar stem bezit bekorende eigenschappen. Volumineus, welluidend, vrij van elke scherpte Is dat stemgeluid en in de aria's van Handel was ook de zuiverheid der intonatie boven beden king. Gaarne hadden we waargenomen dat die zuiverheid ook verder behouden bleef. Edoch In de aria „Nun beut die Flur" uit Haydn's „Die Schopfung" werd een en an der te laag genomen en bleek de diatonische stijging nog boven het bereik der zangeres te gaan. En in Mozart's ..DulcLssimum Convi- vium was het heele toonpeil te laag: boven dien was hier het metrieke bewust-zijn zoek. De vertolkingen van de mooie zar.ger. van Dvorak en Fauré slaagden weer veel beter, hoewel de uitspraak van het Frar.sch duide lijker had kunnen zijn. We meenen verdere studie in die richting, benevens ontwikke ling van het gehoor te mogen aanbevelen; de stemkwaliteiten wettigen goede verwach tingen. Met een woord van dank en zegen sloot Ds, Krafft dit concert, dat wat betreft de stijving van de voor cle restauratie bestemde kas wel niet de gewenschte resultaten zal hebben opgeleverd. Laten we hopen dat de weersomstandigheden een volgend maal gunstiger mogen zijn. En misschien wil dan een van onze bekende en gevierde vocale krachten zich eens beschikbaar stellen. Het doel is aantrekkelijk: de acoustiek van het kerkgebouw is uitstekend. K. DE JONG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 15