Kunst
Radiomuziek der week
BIOSCOPEN.
Toonee! te Londen.
ZATERDAG '16 FEBRUARI 1935
H A' AREEM'S DA'GBL A D'
9
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONG
De» beroemden pianist Walt her Gieseking
zal men Zondag uit Frankfort kunnen hooren
in een concert van Mozart en wel in een. dat
buiten de rij der algemeen gespeelde staat,
maar deze, ondanks dat het aanmerkelijk
vroeger geschreven is, in merkwaardigheid en
oorspronkelijkheid van bouw eigenlijk over
treft. Reeds bij den aanvang treft ons dit:
het soloklavier zwijgt niet, totdat het eerste
groote, de geheele expositie der thema's bren
gende „tutti" voorbij is, maar neemt reeds in
de tweede maat het woord, a.h.w. om te re-
pliceeren op den fanfare-achtigen inzet van
het orkest. En nog voordat dit tutti geheel
uitgespeeld is, valt het klavier het orkest in
de rede met een triller, gevolgd door een korte,
echt-Mozartsche cantilene, die den wederin-
zet van het hoofdthema inleidt. En zoodra dit
geklonken heeft, wordt de modulatie naar
den tweeden themagroep voorbereid; de ver
lenging van het hoofdthema wordt dus ge
heel afgesneden. De afwisseling van sölo en
tutti, die in dit concert tot een wederzijdsch
doordringen wordt, is eenigszins een terug
grijpen naar de oude wijze van concerteeren.
In het woord „concert" ligt toch het begrip
van een strijd en de voorbeelden dat in dien
strijd twee zeer ongelijksoortige machten
tegenover elkaar gesteld worden zijn in de
concertlitteratuur. Ik wil in dit verband her
inneren aan het Andante van een ander
Es dur-concert, nl. K.V. 482, verder aan het
middendeel van Beethoven's 4de pianoconcert
en aan de inleiding van Franck's Variations
symphoniques. Ook in K.V. 271 kan men daar
van staaltjes vinden. Meestal is dan het kla
vier, overeenkomstig zijn geringer klank
volume het klagende of smeekende element.
In het Andantino van dit werk worden zeer
sombere tonen aangeslagen. Het beginthema
eindigt afgebroken, haast recitativisch en zoo
is ook het slot van dit deel. Daartusschenin
liggen natuurlijk andere gevoelsnuances. In
het Rondo heerscht een opgewekt leven, dat
in 't midden plotseling door een volledig me
nuet onderbroken wordt. Merkwaardig is
voorts dat in dit concert de componist den
speler niet de vrije keuze der cadenzen gela
ten heeft: Mozart heeft ze alle zelf uitge
schreven, en in den tekst als verplicht inge-
lascht. Dit concert werd in 1777 geschreven;
de meestbekende, als b.v. dat in de d. kl. t. in
,1785 en 1786. Van nog later dateeren het
Kroningsconcert (1788) en het tegenwoordig
ook herhaaldelijk gespeelde Concert in Bes
gr. t. K.V. 595 (1790).
„II Sogno di Scipione" („De Droom van
Scipio"), dat op het Zondagprogramma van
Huizen voorkomt, behoort tot Mozart's vroege,
in 1772, dus op 16-jarigen leeftijd gecompo
neerde werken en draagt het nummer 126.
„Azione teatrale" heeft Mozart dezen allego-
rischen éénacter betiteld. Het gegeven, dat
gebaseerd is op Cicero's „Somnium Scipio-
jris", maar waarbij een latere schrijver nog
,de allegorische figuren „Virtus" („de Deugd")
en „Voluptas" (de „Zinnelijkheid") gevoegd
heeft, doet in deze samenstelling eenigszins
denken aan de sage van „De Jeugd van Hera
cles", dat als „La Jeunesse d'Hercule" door
St. Saëns tot onderwerp van een symphonisch
toongedicht genomen werd. De tekst voor
Mozart's werk van den dichter Pietro Metas-
tasio (1698—1782). die destijds het Italaansche
operatooneel geheel beheerschte, een muzi
kaal ontwikkeld man, die wist waar het bij
een operatekst op aankwam. Deze Metastasio
veranderde nu de allegorische figuren en wel
„de Deugd" in „de Standvastigheid" („Cos-
tanza") en de Zinnelijkheid in „het Geluk"
.(„Fortuna"). Deze twee figuren verschijnen
nu den jongen Scipio in zijn droom en ver
langen, dat hij beslissen zal, wie van beide hij
tot gids voor zijn levenswandel zal kiezen.
Ook zijn gestorven voorvaders komen er bij en
anoraliseeren. De jonge held, die natuurlijk
erg braaf is, wil maar terstond bij zijn voor
vaderen blijven, wat de meesten van ons
zeker niet gewild zouden hebben; misschien
,vond hij dat de eenige kans om van 't gezeur
.af te komen. Maar ze vinden dat niet goed:
hij moet eerst zijn zending op aarde vervul
len. Nu ontbrandt de strijd om zijn ziel op
nieuw tusschen Costanza en Fortuna, totdat
:de held aan de eerste de voorkeur geeft. For
tuna is dan natuurlijk erg boos en verdwijnt
met bliksem- en dondereffect. Dan wordt de
held wakker en verklaart aan Constanza
■trouw te zullen blijven. De allegorieën in dit
stuk waren eigenlijk bestemd voor de viering
(van den verjaardag van keizer Karei VI in
11735, maar Mozart's compositie werd een ge
schikt „feestspel" voor Salzburg geacht. Aan
>de omstandigheid, dat de held in zijn droom
meespeelde en aria's zong ergerde men zich
miet. Van dit stuk, dat recitatieven, aria's en
koren bevat, kan de Huïzer uitzending na
tuurlijk slechts een klein gedeelte geven.
De „Liebeslieder" van Brahms (Hilversum,
Zondag) werden geschreven in 1868, terwijl
de componist in Bonn vertoefde. Het was als
een herinnering van de Donauoevers, die naar
den Rijn overwoei. Curieus is, dat deze com
positie eerst verscheen als „Walzer für das
Pianoforte zu vier Handen (und Gesang ad
libitum). Het was zóó de wensch van den uit
gever, die in de eerste plaats om de verkoop
baarheid dacht. Want'in werkelijkheid zijn
het liederen voor zangkwartet, met vierhan
dige klavierbegeleiding. Zij onttsonden kort
vóór de Alt-Rhapsodie, die er een scherp con
trast mee vormt. In de Liebeslieder wordt de
liefde bezongen ter wille van haar zelve; aan
huwelijk wordt niet gedacht. In de teksten
van meerdere is een zinnelijk welbehagen,
dat zich ook in de muziek al'teekent. Het is
nergens grof of heftig, eerder althans voor
mijn smaak, soms een beetje weezoetig. Dat
meisjesvoeten nat worden van het waden dooi
de tranenplassen, die de minnaar geweend
heeft, is wel wat erg sentimenteele nonsens.
En met dat „Wonne tauen" van „O die
Frauen" wat jammer dat Fritz Hirsch dat
(niet voor ons zingt! zullen velen het ook
niet direct eens zijn. Tusschen al die zoetheid
is dan een stukje specerij, zooals 110. 11: „Ach
es ist nicht auszukommen mit den Leuten
alles wissen sie so giftig auszudeuten" een
welkome afwisseling. Het tempo dezer Walsen
is natuurlijk zeer gematigd bedoeld, meer als
Landler dan als Wals.
Wie naar de Bachcantate 150 (Leipzig, Zon
(dag) luistert, verzuime niet te letten op het
slot dat als een chaconne op een ostinati bas
gebouwd is. Een ander beroemd voorbeeld
daarvan is het „Crucifïxus" uit de Mis in b.
kl. t., die veel later geschreven is, dan de ge
noemde Cantate.
REMBRANDT THEATER
So endete eine Liebe.
Paula Wessely als Marie-Louise in „So
endete eine Liebe". (Rembrandt Theater.)
Nadat Willi Forst ons met zijn Maskerade
als regisseur in bewondering heeft gebracht,
doet het dubbel weldadig aan, nogmaals te
worden overtuigd, hoe hij ook als acteur zijn
naam hoog blijft houden. Zijn rol als Franz
von Modena behoort tot het fijnste wat wij
van dezen kunstenaar te zien hebben gekre
gen. En zijn tegenspeelster Paula Wessely,
„de" ontdekking uit Maskerade, heeft zich
als aartshertogin Marie-Louise opnieuw een
reputatie veroverd, zoowel om de voorname'
schoonheid van haar sympathiek masker als
om het gebruik dat zij van deze natuurlijke
gave maakt. Naast deze sterren flankeeren. een
paar van niet minder gehalte: Gustaf Gründ-
gens als Metternich en Franz Herterich als
Keizer Franz I. Van al deze uitmuntende
krachten heeft Karl Hartl, de man van „F. P.
antwoordt niet" en van „Goud" met kundige
en bezielde hand profijt getrokken, en zoo is
een filmspel ontstaan, dat in alle opzichten
boveri de maat uitsteekt.
Het gegeven op zichzelf is reeds boeiend.
Metternich, de hartelooze schaakspeler op
het bord der Europeesche politiek, heeft, om
vooi het- arme Oostenrijk den vrede te ver
zekeren, een keizersdochter noodig als offer
aan Napoleon. De keus valt op Marie Louise,
die met haar jeugdige stiefmoeder en de
broertjes en zusjes in Hongarije op een buiten
verblijf is afgezonderd, ter beveiliging tegen
den immer dreigenden oorlog.
Haar vader, de menschelijke keizer, heeft
haar beloofd, dat ze, zoo ze eenmaal de liefde
zou leeren kennen, vrij zou blijven om den
man van haar hart te trouwen. Deze man is
haar neef, de ridderlijke en ietwat loszinnige
Franz von Modena. Als vijftienjarig meisje ls
hij op haar eerste hofbal haar cavalier ge
weest en zij heeft hem nooit kunnen verge
ten, hoewel zij in zijn oogen maar een school
kind is geweest.
En nu belast Metternich juist hem om aan
Marie Louise de boodschap van haar aan
staand huwelijk over te brengen. Franz iaat
zich door den diplomaat omkoopen, maar bij
de eerste ontmoeting bemerkt hij, hoe hij
voor het inmiddels tot een mooie jonge vrouw
opgegroeide nichtje liefde gevoelt. Nu valt
hem de boodschap zwaar. Hij noch zij is ge
neigd, de politieke noodzakelijkheid van het
geval te aanvaarden; beiden keeren zich ver
bitterd en opstandig tegen hun lastgevers.
Maar een gesprek tusschen Marie Louise en
Metternich en tusschen Franz en den keizer
overtuigt de gelieven van hun dynastieken
plicht. Zij moeten terwi'.le van den vrede van
hun vaderland en het voortbestaan van hun
vorstenhuis elkaar opgeven. Onder het luido
van Weenen's torenklokken, het dreunen van
het kerkorgel en het feestgezang van de
koorknapen in de kathedraal, waar het huwe
lijk wordt voltrokken, eindigt hun liefde.
Aan het eigenlijke verhaal gaat een voor
spel vooraf, waarin de familieraad van de
Bonaparte's toestemt in de echtscheiding
van Joséphine, die ook eerst opstandig is,
maai- zich door Talleyrand eveneens van de
politieke noodzakelijkheid van dit offer laat
overtuigen. Men krijgt hier in beknopten
vorm reeds hetzelfde thema, dat later in het
hoofddeel van de film in den breede zal wor
den uitgewerkt. Ook daar keert als in con
centrische cirkels steeds dezelfde gedachte
terug, wat aan de film een gevoelsrythme
geeft met een sterke werking. Telkens in
een ander facet herhaalt zich het beeld van
het door zakelijke berekening geknotte op
bloeien van zuiver menschelijk gevoel. En die
zakelijke berekening krijgt het grootsche aan
zien van iets onvermijdelijks, van het niet te
keeren Noodlot, waardoor het afzweren van
de gevoelens niet de gedachte aan banale on
trouw of lafheid wekt, maar de gestalte van
het heldhaftige aanneemt. Zoo wordt dit
„verkwanselen van een jonge vrouw uit poli
tieke doeleinden" tot een oprechte tragedi-i
en de daarin betrokken personen worden tot
dramatische helden.
Paula Wessely. kinderlijk, onbevangen aan
hankelijk in haar eerste meisjesliefde en toch
in strakheid van oogen en mond reeds het
smartelijke en zorgelijke dragend van de door
't leven gedupeerde rijpe vrouw; Willi Forst
met de melancholie, die al deze in hun eer en
bezit diep getroffen Habsburgers hier ken
merkt, en met de dapperheid van den soldaat
tegenover het offer in de aangrijpende scène,
waarin hij tegenover den keizer staat; Herte
rich, als de keizer in zijn ook tegenover zijn
minister machtelooze gebrokenheid en Rose
Stradner als de keizerin, de eenige in de
zwaarbeproefde vorstenfamilie, bij wie de
smart zich anders dan lijdelijk uit: in haar
hysterischen haat tegen Napoleon; Napoleon,
die onzichtbaar overal aanwezig is en wiens
•schim bij de huwelijksvoltrekking het jonge
bruidje tot- een magische extaze vervoert. En,
zichtbaar alom tegenwoordig, de vreeselijke
Metternich. met het valsclie lachje op zijn
steeds vriendelijk gekrulde lippen en met de
stalen oogen toch eensklaps de innigheid van
zijn ware beweegredenen verradend in de
scène met Marie Louise. met welk een vir
tuositeit speelt Gründgens deze rol. al heb
ben wij ons van het uiterlijk van den tradi-
tioneelen Metternich, misschen ten onrechte,
een andere vooi-stelling gemaakt.
Het voorprogram biedt behalve het goed
deels aan sneeuwsport gewijde filmnieuws
een aardige teekenfilm in kleuren .Birds in
the spring" van Walt Disney. Op het tooneel
een paar rijwiel-acobraten.
Ontluikend leven.
Deze film van blijheid en onschuld van
Helene Lange zal Zondagmorgen in het Rem
brandt Theater worden vertoond. De opname
leiding en fotografie berustte bij Fritz Puch-
stein. Het is een filmisch dagboek van het
kinderleven van de geboorte tot het zesde
levensjaar. Het is geen dor wetenschappelijke
ontleding, maar een beeldenreeks van onbe
zorgd kinderleven. De eerste stappen van
het jonge kind, de eerste woorden, het na
bootsen van groote menschen, de keus van
speelgoed, al de dingen, die het kind doet en
wil, worden getoond.
Dr. Th. van Schelven uit den Haag, bekend
door zijn cursus voor de Radio-Volksuniversi
teit, zal deze film inleiden en toelichten.
K. G- CANNEGIETER.
CINEMA PALACE.
Wonderbar.
In de film Wonderbar is één groote scène,
die index-daad wonderbaarlijk is en die dan
ook het hoogtepunt van de film vormt. Ik be
doel de Valse Amoureuse, deels gedanst door
Dolores del Rio en Ricardo Cortez. deels door
ontelbare dance-girls, en gezongen door Dick
Powell. Wat hier de combinatie: regie (Lloyd
Bacon) en dansleider (Busby Berkeley) be
reikt heeft is van zulk een raffinement, zulk
een perfectie en zulk een grootschheid, dat
het de herinnering aan soortgelijke scènes
uit vroegere Warner-producties als Golddig-
gers en 42ste straat, om. maar enkele te noe
men. volkomen op den achtergrond dringt. En
mocht men onwillekeurig bij het opnemen van
den dans van boven bijv. even tei-ugdenken
aan dergelijke situaties
voorheen, dan zal men
ongetwijfeld aan die
uit Wonderbar de voor
keur geven, al was het
alleen maar om het
feit, dat deze het
dichtst bij ons liggen.
Dolores en Ricardo
dansen de wals tegen
een zwarten achter
grond (zij in sierlijk
wit gewaad) en de ca
mera gaat langzaam
achteruit totdat beiden
heel klein midden op
het overigens donkere
doek zweven. Dan ope
nen zij het achterdoek
en een wondere weelde
van dansenden ontrolt
zich aan het oog, cul-
mineerend in de op
neming uit den nok
van het gebouw naar
beneden op de girls, die
als een reusachtig wit
wiel ronddraaien. Het
geheel wordt begeleid
door een uitstekenden
band en de meeslee-
pende stem van Dick
Powell, die prachtig
overkomen, daar het geluid in deze film su
bliem is. Jammer is het-, dat deze kostelijke
scène wat lang ia en aan het eind nog een
overbodige Asschepoester-idee verwerkt, zoo
dat de indruk dan wat verzwakt.
De idee van Wonderbar kwamen we eerder
tegen in Menschen im Hotel Uk ben me er
Dolores del Rio
9
,,At Eight A.M."
door Jan Fabricius
Major Bradley is een gevoelig man onder
de oppervlakte en leeft lot en lijden vaix de
gevangenen, die aan zijn zorg zijn toever
trouwd, hevig mee. Als gouverneur van de ge
vangenis poogt hij de ellende der veroor
deelden te vei-zachten en hierin wordt hij door
zijn zorgzame vrouw Julia liefderijk bijge
staan. Haar meid is een gereclasseerde winkel-
dievegge. Deze sympathie met de ongelukkigen
deelen en waardeeren de gevangenisdokter en
de gevangenisdominee. Op een Dinsdagmorgen
acht uur dat is de gebruikelijke tijd
moet er een terechtstelling in de gevangenis
plaats hebben. Iedereen is onder den indruk
en de dominee zegt met overtuiging: ,.De men
schen in de gevangenis zijn gelijk aan die
erbuiten; wie zal zeggen dat ik onder gelijk
soortige omstandigheden ook niet zoo zou
hebben gehandeld? Ik zou het hebben gedaan".
De terdoodveroordeelde is een jonge man vaix
goeden huize en klaarblijkelijk met veel meer
goed dan kwaad in zijn samenstelling. Hij is
het intense type, overgevoelig tevens onge-
toonxd gebleven in opvoeding. Dummond Osbor
ne, dat is zijn naam, had de matelooze liefde,
die in zijn gemoed kon rijzen, gegeven aan een
lichtzinnige jonge vrouw die hem stelselmatig
bedroog. Het paar had het landhuisje van de
eerste, huwelijksjaren verlaten. Drummond
was bij een vriend in de stad gaan inwonen,
zijn vrouw had een tehuis gevonden bij haar
verwanten. De man kon echter geen weer
stand bieden aan het verlangen "met zijn
vrouw samen te zijn en vaak koos zijn auto
den weg naar haar verblijf. Hij wist dat zij
hem had bedrogen, maa hoopte dat zij het
niet zou herhalen. Op een kwaden dag wordt
haar minnaar dood gevonden in het land
huisje. met een verbrijzeld hoofd en een met
bloed bevlekte bijl op den vloer van het ver
trek. Drummond wordt onmiddellijk gearres
teerd en hoewel het rechtstreeksch bewijs van
zijn schuld in de gerechtelijke behandeling
van zijn zaak niet kan worden geleverd, zijn
de aanwijzingen voldoende overtuigend naar
het oordeel van de jury om hem schuldig te
verklaren en om den rechter het doodvonnis
te doen uitspreken. Twee politieagenten heb
ben onder eede verklaard dat zij Drummond
een brief op de post hebben zien "doen en hem
zijn weg hebben, zien nemen in de richting
van het landhuisje op den avond van den
moord. De beschuldigde ontkent dit en zegt
dat hij op het aangegeven uur reeds te bed
lag.
Iedereen in de gevangenis is overstuur aan
den vooravond van de terechtstelling. Maar
Mi\s. Bradley is ïxxeer dan overstuur. Jennie, de
ex-dievegge, vergeet water in de bloemen-
vazen te doen. De sheriff, die het executie-
tuig moet onderzoeken, krijgt een acut-en aan
val van indigestie en moet zich met cognac
op de been houden.. De gouverneur drinkt veel
meer water dan kan worden gerijmd met den
i bedaarden gemoedstoestand en de praktische
onverstooi'baarheid die hij voorwendt. Gevan
genen, buiten bereik van whisky of brandy,
hebben naalden ingeslikt, voedsel geweigerd of
werk gestaakt. Maar het schijnt dat Mrs.
Bradley niet alleen geroerd wordt door in
nerlijk protest tegen en verontwaardiging over
wat de dokter een barbaarsche straf noemt.
De openbare meening ten gunste van den ver
oordeelde heeft zich uitgesproken in een pe
titie met 20.000 handteekeningen aan den
Home Secretary voor opschorting van de straf.
Maar hoewel 8 uur v.m. snel nadert is er geen
bescheid op ontvangen. Inmiddels is een hoofd
ambtenaar van Binnenlandsche Zaken aange
komen. Mainwaring is eeix persoonlijke vriend
van Bradley en Julia. Wanneer hij alleen is
met Julia vraagt hij haar waarom dit geval
haar zoo allerhevigst heeft aangepakt. Zij
geeft hem de verlangde uitlegging. Toen zij
lang voor haar huwelijk met- Bradley ambte
nares was in Whitehall had zij op een vacantie
in Schotland een jongen man ontmoet en uit
de ontmoeting was een liefdesverhouding ge
groeid. Zij waren arm. Zij moest van haar
salaris haar moeder en een jongen bi"oer on
derhouden. Er was geen vooruitzicht op een
huwelijk. Ten langen leste, niet, langer in
staat weerstand te bieden, brachten zij week
ends samen door. De man werd kort daarop
in den oorlog gedood. Het kind werd geboren
in het huis van een barmhartige vriendin, die
bovendien kon bewerken dat het werd aan
genomen door een schatrijken, kinderloozen
scheepvaartmagnaat en zijn vrouw. Zij keer
de later naar Whitehall terug om haar werk
te hervatten en ontmoette na eenige jaren
maior Bradley met wien zij in het huwelijk
trad. Het kind uit dit huwelijk stierf als zuige
ling en de terdoodveroordeelde Drummond
Osborne is haar eenig kind.
Mainwaring. diep onder den indruk van
deze bekentenis, helpt de ontredderde moeder
op de eenige aannemelijke wijze, nl. door
Bradley te bewegen haar vei'lof te geven
Drummond te gaan opzoeken in zijn cel. Zij
vindt hem in het gezelschap van den domi
nee, die den veroordeelde bij nacht en dag
gezelschap houdt om de ontzetting der uren
te vellichten. De jongen voelt de even onge
wone als echte warmte van haar mededoogen
en vertelt haar ongevraagd wat zich heeft
voorgedaan en hoe de martelingen van zijn
gemoed hem hebben bewogen op den nood-
lottigen avond. Hij was in bed maar kon niet
slapen, omdat zijn vrouw bij hem was ge
weest om hem te vragen haar niet te komen
opzoeken, omdat zij met een vriendin had
afgesproken „voor de mop" naar een waar
zegster te gaan. Hij wilde haar gelooven
wanneer hij dacht aan haar groote onschul
dige oogen. Maar twijfelzucht overwon en
tegen middernacht begaf hij zich naar het
landhuisje waar hij in het licht haar minnaar
had zien zitten. Waar hij stond had hij zien
verbeeld dat hij haar in de armen gedrukt
hield, dat zij hem bedroog „voor de mop".
Daarna had hij zich niets meer herinnerd.
Indien Drummond deze voorstelling voor den
rechter had gegeven, een voorstelling welke
moord met voorbedachten rade, waarop hij
was veroordeeld, uitsloot, zou het vonnis an
ders uitgevallen zijn. Alles is gei-eed voor de
terechtstelling. Maar Bradley gelast in den
vroegen ochtend, terwijl de wijzers van de
klok het fatale uur dichter naderen, dat het
graf voor den veroordeelde zal worden dicht-
geworpen, dat er geen terechtstelling zal zijn
dien dag. Hij kan er niet mee voortgaan en
neemt ontslag. De opluchting bij de anderen
is zichtbaar, maar Mainwaring betoogt dat
het misdadig en wreed is den ongelukkige nog
eens aan een serie laatste afgrijselijke uren
bloot te stellen. Hij eischt dat het graf zal
blijven. Maar zoo lang Bradley zijn ontslag
niet ingewilligd heeft gekregen blijft hij
meester. Mainwaring belt Whitehall op om
instructies. Eix wanneer de telephoon gaat
zijn er geen instructies maar is er een order
voor de invrijheidstelling van den veroordeel
de. Een van de politie-agenten is op zijn ge
tuigenis teruggekomen omdat hij inmiddels
op zijn rondgang denzelfden man een brief
heeft zien posten dien hij voor Drummond
had gehouden. Het stuk eindigt met manne
lijke grootmoedigheid en liefde die machti
ger blijken dan echtgenootelijke desillusie.
Bradley toont het in de wijze waai'op hij Ju
lia's biecht ontvangt.
Dit is het verhaal van Fabricius! „At Eight
A. M." uiteraard is het gebrekkig klein naver
teld. Het verhaal kan doen vreezen dat het
stuk als kunstzinnig tooneelproduct een en
ander te wenschen kan overlaten. Maar het
stuk is oneindig beter dan het verhaal. Er is
zulk goed tooneel van gemaakt, dat men geen
oogenb'ak zijn geloof aan co-i'ncidentie en
waarschijnlijkheid behoeft te rekken. Fabri
cius toont zich hier meer dan ooit een ken
ner van het tooneel en zijn mogelijkheden en
men kan alleen vaststellen dat. hij in deze
mogelijkheden tot het uiterste is gegaan. Men
kan van meening verschillen over de vraag of
de introductie van zulk een sterk element
van melodrama in een handeling, die ons de
reacties moest leeren kennen van Engelsen
gevangenispersoneel op een terechtstelling, al
of niet de waarde van het stuk verhoogt. Uit
zuiver acthetisch oogpunt beschouwd kan
deze tweeslachtigheid er wellicht niet mee
door. Maar in de handen van een vaardig
vakman is uit de toevoeging van Julia's spe-
ciaie positie spannend en aangrijpend tooneel
voortgekomen, dat den diepen indruk, wel
ken het maakte op het auditorium, ten volle
wettigde, Het stuk verraadt in alle situaties de
hand van den geboren tooneelschrijver, Zoo
wel pathos en spanning worden telkens ver
licht met humor, in de verschijning van den
mécanicien, die getuigt van zijn veront
waardiging. omdat al zijn werk, om de galg
keurig in orde te hebben voor niets is ge
weest, als in de fratsen van den gevangene,
die bevorderd is tot stoffer van het kant-oor
van den gouverneur.
Het. publiek ontving dit Engelsche stuk van
onzen landgenoot (die diep inzicht toonde in
Engelsch karakter door zijn schildering van
zijn personen) met veel warmte. Het riep te
vergeefs om den auteur, die halverwege den
avond den schouwburg had verlaten..
Het Embassy Theater is meer en meer een
proeftheater geworden voor stukken die
voor opvoering in het West End in aanmer
king komen. Het is niet te zeggen wat in dit
opzicht het lot van „At eight A. M." zal zijn.
Maar wel kan men zeggen dat de waarde van
het stuk niet noodzakelijkerwijze bepaald
wordt door zijn vermogen een „run" in het
West Eind te maken, ook al zal men voor
Fabricius van harte hopen dat dit zal gebeu
ren. De schrijver verdient het.
volkomen van bewust, dat de vergelijking ge
vaarlijk is). Hier een hotel, waarin verschil
lende pei-sonen elkaar passeeren. raken, met
elkaar botsen en elk in hun eigen .wereldje
staan, daar een bar, De Wonderbar, die het
tooneel van déze werelden-botsing is. Wat
echter bij Menschen im Hotel hoofdzaak was,
dat is in Wonderbar gezien de uitwerking bij
zaak. het kader, waarin de verschillende
shows gevat zijn.
Al Wonder (Jolson), eigenaar van de Won
derbar, heeft eenige artisten geëngageerd,
w.o. net danspaar Dolores en Ricardo. De
laatste is een schavuit, die van Dolores niets
meer wil weten (omgekeerd is de liefde nog
zeer sterk) en die het hoofd op hol gebracht
heeft van madame Renaud (Kay Francis). Hij
zit in de schulden, weet eeix collier van Kay
los te krijgen en heeft het plan naar het bui
tenland de wijk te nemen, zoodra zijn laatste
dans dien avond (met Dolores) is afgeloopen.
Kay wil ondanks alles met hem mee. riskeert
het schandaal, dat- daaruit zal voortvloeien,
zal zelfs haar echtgenoot daarvoor moeten
achtei-laten. Dolores heeft van dit plan ge
hoord en aan het slot van haar dans steekt ze
Ricardo neer. Kapitein von Ferring, die in de
Wonderbar dien avond zijn laatste geld op
maakt, rijdt dan met zijn auto van een steile
rots en verongeluki. In die auto had men
Ricardo gelegd, zoodat zijn dood eveneens aan
dat ongeluk wordt geweten. Al heeft hier
voor zorggedragen, evenals hij Kay weer tot
haar man terugvoert en Dolores, die in de
meening verkeert Ricardo slechts een
schram te hebben toegebracht, in de armen
van den bandleider (Dick Powell) brengt.
Twee echtparen, die de Bar bezoeken (Guy
Kibbee en Hugh Herbert met Louise Fazenda
en Ruth Donelly) zorgen voor de komische
noot, doordat Guy en Hugh zich trachten te
bemoeien met twee danseressen, terwijl de
vrouwen aansluitixxgspogingen doen bij een
knap jonkman.
Grootsch en prachtig en pracht ig-groot is de
inrichting van de Wonderbar. Aan het uiter
lijk (welk een keur van toiletten wordt ten
toongespreid!) besteden Warner Bros alle
aandacht, meer dan aan de innerlijke con
flicten der personen. De opzet van de film
laat den regisseur daai'voor ook geen gelegen
heid en geen tijd. Verreweg het beste kwijt
Kay Francis zich van deze taak. Zij Ls een
vorstelijke verschijning en daarbij een actrice
van klasse. Dick Powell
wordt alleen gebruikt
als dirigent-vocalist
van de band. Al Jolson
tenslotte is een ver
dienstelijk bar-eige- 5,.
naar, die als vlot con- p
fereneïer een goed fi
guur slaat. Harry War
ren en Al Dublin zorg
den voor pakkende
muziek en uitstekende
gs.
lmetal een film,
waaraan oog en oor te
gast gaan, met als
hoogtepuixt de valse
amoureuse. maar die
daarna ietwat verloopt.
Vrijdagavond ontvingen we bij het verlaten
vaix het theater een gewaardeerde souvenir
aan de Wonderbar.
Het voorprogramma bevat de gebruikelijke
journaals, met ijssportopnemingen uit binnen-
en buitenland, met een demonstratie van een
Zandvoortsche uitvinding vaix den heer
Stoete. en met beelden van overstroomingen
in Nederland. Het teekenfilmpje toont Buddy
op de vossenjacht in de sneeuw.
Op het tooneel verbaast het Young Ryle-
ensemble in flatteuse costuums met wonder
lijke behendigheid in. xolschaatsenrijden op
een ronde tafel.
Al Jolson.
MUZIEK.
KERKCONCERT.
M. Ie pasteur Krafft sprak een welkomst
woord tot de weinigen, die den moed hadden
gehad storm en regenvlagen te trotseerexx
onx op te gaan naar het kerkgebouw der
Waalsche gemeente en sprak de hoop uit
dat zij daar „un moment de recueillement"
zouden vinden. Un moment de recueillement
hoe weinigen gunnen het zich nog vrij
willig in een tijd. waarin snelheid een over-
heerschende macht schijnt, die bijna ieder
willens of onwillens dient. Maar verwijderd
van den weg, waarlangs het moderne verkeer
raast, staat hier en daar in onze stad nog
een oud kerkgebouw, herinnering van vroe
ger eeuwen bergend. Daar kan' men een
oogenblik van stilte, van rust, van -bezinning
vinden. Zoo is ook de Waalsdhe kerk op het
Begijnhof, dat wel aan ééne zijde als een
anachronisme de teekeneix van den nieuwen
tijd torst, maar andere zijde nog vrijwel
intact gebleven is. Aan dezen kant bevindt
zich de ingang van het kerkgebouw. En wie
daar binnengetreden is en zich onwendt ziet
op de omlijsting van het orgel een jaartal
dat hem in gedachte drie en een halve eeuw
terug voert. Drie en een halve eeuw: geen
wonder dat veel gerestaureerd, vernieuwd
werd: dat veel nog op restauratie of ver
nieuwing wacht. Ten bate daarvan werd het
concert van Vrijdagavond gegeven door den
organist der kerk. den heer W. H Biele. met
welwillende medewerking van de zangeres
mej. R. Ipema.
We hebben het orgel, behalve in de bege
leidingen van den zang, als solo-instrument
gehoord, en wel in werken van Bach, Han
del. Ruppe en Guilmant, en we hebben vele
mooiklinkende registers kunnen waardeeren.
Het spel van den organist was niet gelijk
matig van hoedanigheid: het had goede en
minder goede oogenbiikken, maar in de
goede voldeed zoowel speler als instrument,
en het was vooral de Sonate van Guilmant
die de bekorende werking der zachte regis
ters deed uitkomen.
Den zang van mej. Ipema hoorden wë
Vrijdagavond voor het eerst. Ook haar stem
bezit bekorende eigenschappen. Volumineus,
welluidend, vrij van elke scherpte Is dat
stemgeluid en in de aria's van Handel was
ook de zuiverheid der intonatie boven beden
king. Gaarne hadden we waargenomen dat
die zuiverheid ook verder behouden bleef.
Edoch In de aria „Nun beut die Flur" uit
Haydn's „Die Schopfung" werd een en an
der te laag genomen en bleek de diatonische
stijging nog boven het bereik der zangeres te
gaan. En in Mozart's ..DulcLssimum Convi-
vium was het heele toonpeil te laag: boven
dien was hier het metrieke bewust-zijn zoek.
De vertolkingen van de mooie zar.ger. van
Dvorak en Fauré slaagden weer veel beter,
hoewel de uitspraak van het Frar.sch duide
lijker had kunnen zijn. We meenen verdere
studie in die richting, benevens ontwikke
ling van het gehoor te mogen aanbevelen;
de stemkwaliteiten wettigen goede verwach
tingen.
Met een woord van dank en zegen sloot
Ds, Krafft dit concert, dat wat betreft de
stijving van de voor cle restauratie bestemde
kas wel niet de gewenschte resultaten zal
hebben opgeleverd. Laten we hopen dat de
weersomstandigheden een volgend maal
gunstiger mogen zijn. En misschien wil dan
een van onze bekende en gevierde vocale
krachten zich eens beschikbaar stellen. Het
doel is aantrekkelijk: de acoustiek van het
kerkgebouw is uitstekend.
K. DE JONG.