De Vliegtuigen van de K.LM.
DINSDAG 19 FEBRUARI 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Waarom is men in dezen tijd buiten-
landsche toestellen gaan koopen, terwijl
de Nederlandsche industrie uitstekend is
Eenige vragen naar aanleiding van de
Memorie van Antwoord op de begrooting
van Waterstaat.
(Van onzen Haagschen correspondent.)
Er is sinds eenigen tijd in ons land iets aan
de hand met de aanschaffing van vliegtui
gen, dat eigenlijk wel heel vreemd aandoet.
Ik bedoel het feit, dat een door den staat ge
subsidieerde onderneming als de K. L. M., on
danks de tot dusverre uitstekende ervaringen
met Nederlandsche machines opgedaan, be
stellingen in het buitenland is gaan doen. Dat
begon al met den tenslotte zoo ongelukkig
omgekomen Uiver, een Douglas-vliegtuig, en
dat is nu voortgezet met de aanschaffing van
een veertiental andere Douglas-machines,
In een tijd, waarin men dubbel en dwars
blij moest wezen als men bij goed Neder
landse h fabrikaat terecht kan gaat het bui
tenland strijken met leveranties aan onze
nationale luchtvaartonderneming, die zich fi-
nantieel door het Rijk gesteund ziet. Daar zit
iets kroms in. Dat heeft men blijkbaar ook
wel degelijk in ons Parlement gevoeld, met
name in de Eerste Kamer. Want het V. V.
over de begrooting van Waterstaat vermeldt,
dat verscheidene leden het betreurden, dat 14
Douglas-machines in Amerika zijn besteld.
Zij idie verscheidene leden) waren van
meening dat men hier te lande zeker over
voldoend bekwame vliegtuigbouwers beschikt
en dat de Nederlandsche industrie dergelijke
groote orders zeer wel kan gebruiken. Deze
leden, zoo leest men verder, hadden niet den
indruk, dat de K. L. M. in alle opzichten heeft
getracht de order voor Nederland te behouden
en achtten den gang van zaken te meer onbe
vredigend, daar deze maatschappij door den
Staat wordt gesubsidieerd.
Zaterdag jl. is de Memorie van Antwoord op
dat V. V. verschenen. En nu kan men daaruit
vernemen, dat, toen het zich liet aanzien, dat
de K. L. M. niet tijdig de beschikking zou kun
nen verkrijgen over een voldoend aantal
vliegtuigen van de door de N.V. Nederland
sche vliegtuigenfabriek ontwikkelde typen
F 22 en F 36, zij ministerieele goedkeuring
heeft verworven op het onvermijdelijk geble
ken besluit om in hare onmiddellijke behoefte
te voorzien door aanschaffing van Douglas
D C. 2 vliegtuigen. Zij (de K.L.M.) heeft er,
audus de steller der M. v. A., steeds naar ge
streefd de Nederlandsche industrie te bevor
deren en het lag dan ook aanvankelijk in de
bedoeling de benoodigde Douglas D. C 2 vlieg
tuigen door de N.V. Nederl. Vliegtuigenfa
briek hier te lande in licentie te laten ver
vaardigen. Maar aangezien nader bleek, dat
dan de eerste vliegtuigen in het gunstigste
geval eerst tegen het einde van dit jaar zou
den kunnen worden geleverd, hoewel de K.L.M.
deze reeds binnenkort noodig heeft om de
diensten, welke met het aanstaande zomer
seizoen eenige uitbreiding moeten ondergaan,
naar behooren te kunnen uitvoeren, moest zij
besluiten tot bestelling in Noord-Amerika, zij
het dat deze bestelling wegens de door Fokker
verworven rechten over de N, V. Neder
landsche Vliegtuigenfabriek liep.
„Hierdoor is intusschen zoo heet het
dan de Fokkerfabriek in staat haar eigen
typen verder te ontwikkelen en binnenkort
is dan ook de bestelling van een tweede F 36-
vliegtuig bij de fabriek te verwachten".
Dat doet zoo op het eerste gezicht nog een
beetje aan als pleister op de wonde. Niet
waar. het is tenminste een troost en tevens
een aangename gedachte te weten, dat dank
zij dezen vorm van leverantie de Fokkerfa
briek straks toch beter in staat zal zijn haar
eigen typen verder te ontwikkelen. Wie zich
echter door dit fraaie zinnetje niet in slaap
laat wiegen, moet wel tot de ontdekking ko
men, dat 't slechts de waarde heeft van een,...
dooddoener. Want de Douglasmachines ge
lijk deze thans besteld zijn, hebben niet de
minste overeenkomst met het bedoelde Fok
kertype en zoo is er in de praktijk geen
kwestie van, dat zij door wat zij als vergelij
kend materiaal aan nieuwer en meer inzicht
zouden kunnen opleveren, tot de verdere
ontwikkeling der Fokkermachines zouden
kunnen bijdragen.
Maar zelfs wanneer een dergelijke, op zijn
zachtst uitgedrukt niet zeer waardevolle zin
snede niet in de M. v. A. ware opgenomen, be
vat het aan dezen zin voorafgaande al meer
dan genoeg, dat aanleiding tot een zeer kri
tische beschouwing geeft.
Bij het afdeelingsonderzoek is de zaak al
gemeen principieel gesteld met de opmerking,
dat men hier te lande over voldoende be
kwame vliegtuigbouwers beschikt om een der
gelijke groote order, die de Nederlandsche
industrie zeer wel kan gebruiken, aan haar
te gunnen.
De Minister is zoo verstandig hierop eigen
lijk niet in te gaan. Hij beroept er zich op.
dat de K. L. M. niet tijdig de beschikking zou
kunnen verkrijgen over een voldoend getal
vliegtuigen van het type F 22 en F 36 en ver
zekert voorts, dat de K. L. M. er steeds naar
gestreefd heeft de Nederlandsche industrie te
bevorderen.
Het spijt mij, doch ik kan de neiging niet
onderdrukken hier de vraag te stellen of de
Minister zich wel eens vergewist heeft, of de
K. L. M. niet reeds in den aanvang van 1934
een aanbod heeft gekregen voor een vliegtuig
volgens Nederlandsch ontwerp, in Nederland
gebouwd, minstens gelijkwaardig aan de
eigenschappen van den vervolgens uit Amerika
betrokken (later Uiver gedoopte) Douglas,
nog sneller dan deze en bovendien nog enkele
tienduizenden guldens goedkooper dan dat
Amerikaansche toestel? Zoo ja, dan zou het
ook bijzonder belangwekkend zijn eens te ver
nemen om welke gegronde redenen, dus re
denen dit niet slechts met eventueele plan
nen tot deelneming aan den Melbourne-race
moesten samenhangen doch met de normale
verkeersbehoeften der K. L. M.. op het Neder
landsche aanbod niet is ingegaan.
En al even interessant ware het, wanneer
de Regeering zich eens in staat zou kunnen
stellen na te gaan, of het nu werkelijk tot de
onmogelijkheden behoorde tijdig een voldoend
aantal goede en snelle aan de behoeften der
K. L. M. geheel en al beantwoordende in Ne
derland ontworpen en in Nederland gemaakte
vliegtuigen te betrekken. Zelfs wanneer de
Fokker-fabrieken om redenen, die ik momen
teel niet vermag te bevroeden, niet. tijdig ge
noeg voor een dergelijke levering zorg had
den kunnen dragen, behoefde men toch nog
niet onmiddellijk zijn toevlucht tot het bui
tenland te nemen. Vergis ik mij niet dan be
staat er zeker nog wel een andere betrouwbare
vliegtuigenfabriek hier te lande!
Vandaar dus, dat er op grond van wat ik
zooeven vragenderwijze meende te mogen
aanroeren, waarlijk wel aanleiding is om als
nog eens precies na te gaan hoe de vork in
den steel zit. Dit geldt in de eerste plaats voor
den Minister, wien men misschien niet al die
inlichtingen verstrekt heeft, noodig om het
geval goed te kunnen beoordeelen, en voorts,
in niet mindere mate voor de Eerste Kamer
leden welke terecht bevreemding kenbaar
hebben gemaakt, dat geen Nederlandsch doch
buitenlandsch fabrikaat onze nationale lucht
vloot moest komen „versterken".
Er is, wellicht mede in verband met het
droeve ongeluk den Uiver overkomen, hier en
daar eenige twijfel gerezen omtrent de deug
delijkheid van wat men thans uit het land
van Uncle Sam heeft betrokken. Op het eerste
gezicht ziet, wat de M. v. A. hieromtrent me
dedeelt, er geruststellend uit.
„Van de Douglas-vliegtuigen is in Noord- en
Zuid-Amerika sedert enkele jaren een groot
aantal in geregeld gebruik, zonder dat zich
een enkel ongeval heeft voorgedaan."
Dat klinkt prachtig en s c h ij n t voldoende
om allen minder gunstigen gevoelens omtrent
de aan de K.L.M. gedane Douglas-leveranties
den kop in te drukken.
Doch het is niet voldoende. Met de Douglas
van het type, dat men hier heeft aangeschaft
(en daarop komt het toch aan, daarover al
leen hebben wij het) is voor het eerst proef-
.evlogen tusschen October en December 1933.
Nadat dit type toen in Januari 1934 in pro
ductie is genomen, ondernam op 19 Februari
1934 het allereerste exemplaar dezer produc
tie-machine de groote Oost-Westvlucht en
vervolgens kwamen dan eindelijk op 10
Maart 1934, m.a.w. nog geen jaar
e 1 e d e n, de eerste 8 machines in geregeld
gebruik. En dat heet dan in de M. v. A.,
dat er al „sedert enkele jaren een groot aan
tal in gebruik is". Dat zulk een opmerking in
een M. v. A. terecht kon komen, is helaas
weer een bewijs te meer voor de stelling, dat
't pad van Ministers ook niet uitsluitend over
rozen loopt en de raadslieden der Kroon ten
gevolge van hun verschafte niet nauwkeurige
inlichtingen soms iets kunnen neerschrijven,
zij zelf daar is m.i. geen twijfel aan
nooit op papier gezet of onderteekend zouden
hebben als zij hadden kunnen vermoeden, hoe
onvoldoende zij tenslotte waren ingelicht!
Tot besluit bevat de Memorie van Antwoord
nog de mededeeling. dat de Directeur van den
Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart en een
inspecteur bij den Luchtvaartdienst een stu
diereis naar Amerika gemaakt, hebben tot
nader onderzoek van de qualiteiten van type
vliegtuigen, thans aan de K.L.M. geleverd,
waarbij hun gebleken is, dat het aldaar
goed voldoet.
Op het zooeven gespatieerde woordje komt
het aan. Het is best( mogelijk, dat men in
Amerika met het oog op de wijze waarop daar
evlogen wordt, zeer tevreden is en kan zijn
met de bedoelde Douglasmachines.
Doch dat heeft voor onze luchtvaart pas
volledige beteekenis, indien de omstandighe
den en voorwaarden waaronder deze het
luchtverkeer verzorgt, gelijk zijn aan die
Amerika. In dit verband zijn dus zeker eenige
vragen op haar plaats. Zoo b.v. of de vlieg
velden in Amerika niet''als regel over een
gladde betonbaan beschikken wat dus bij
vertrek en aankomst dit belangrijk verschil
met Europa en elders uitmaakt, dat buiten
Amerika de machines heel wat op den grond
hebben af te hobbelen hetgeen dus van de
machines op den duur veel meer eischt
terwijl zijn daar ginds een gladden rit vol
brengen zonder eenig stooten. Ten tweede: is
het op vele Amerikaansche lijnen niet zoo,
dat bijkans op elke 50 mijl een landingssta
tion is, waarvan terstond bij eenigermate
slecht weer gebruik wordt gemaakt, zoodat dan
de „kisten" in de lucht veel minder lijden, dan
b.v. de K. L. M. het geval is, aangezien deze
ook onder slechte weersomstandigheden
speciaal denk ik hier ook nog aan de Indië-
vluchten doorzet. Onze Fokkers kunnen daar
best tegen, zijn nl. zoo deugdelijk, dat in dit
doorzetten geen enkel bezwaar gelegen is
Doch hoe is het met de bewuste Douglasvlieg-
tuigen gesteld? Ten derde: wordt niet in Ame
rika zoodra er eenige sterke remous is nauw
lettend het daar geldend voorschrift opge
volgd, dat men het aantal vlieg-K. M.'s per
uur terstond moet doen afnemen, wat ook al
weer tengevolge heeft, dat het toestel meer
wordt ontzien? Ten vierde: vliegt in Amerika
een machine per jaar niet zooveel K.M., dan
dikwerf op vluchten op geruimen afstand zon
der onderbreking, zooals bij ons het geval is?
Het Eerste Kamerlid, dat ook aan deze pun
ten nog eens speciale aandacht zou wijden,
zou allicht bij de behandeling der afdeeling
Luchtvaart van de Waterstaatbegrooting een
nieuw licht kunnen werpen op de in vele op
zichten zóó uiteenloopende vlieg-toestanden
en verhoudingen in Amerika en in Europa,
daaronder begrepen de van Europa uit bedien
de overzeesche lijnen, dat het duidelijk zou
worden, dat men bij het maken van vergelij
kingen wel heel voorzichtig dient te zijn. Of
dit nu wel gezegd kan worden van de betref
fende passage uit de M. v. A. is misschien wel
voor eenigen twijfel vatbaar!
Doch genoeg over dit document en over het
verleden. Met betrekking tot de toekomst valt
er hier nog een woordje in het midden te
brengen.
Nederland kan, zoo meende ik, prat gaan op
zijn knappe ingenieurs, zijn knappe technici
en op de uitstekende en degelijke opleiding
die zij in Delft, aan de Middelbare Technische
Scholen enz. genieten. Nederland bezit eenige
_oede vliegtuigfabrieken. Is het in het licht
hiervan nu waarlijk te veel gevergd, gezien
ook hoezeer juist het Hollandsch fabrikaat,
van Fokker, tot dusverre prachtig voldaan
heeft, te verlangen, dat de staat of een door
den staat gesubsidieerde onderneming voor
taan zijn vliegtuigen zal laten maken in Ne
derland op een Nederlandsche fabriek en naar
een Nederlandsch ontwerp? Bouwen op bui-
tenlandsche licenties is waarlijk niet noodig.
Integendeel, onze vliegtuig-ontwerpers kun
nen met eere hun licenties aan den vreemde
verkoopen. Dat men zoo nu en dan eens 'n
buitenlandsch merk koopt om als vergelij
kingsmateriaal dienst te doen en zoodoende
aan de eigen ontwerpen nog hier of daar ver
beteringen te kunnen aanbrengen, is natuur
lijk best. Maar overigens mag zeker, waar men
hier dubbel en dwars in staat is de noodige
vliegtuigen zelf te ontwerpen èn te bouwen,
de eisch gesteld, dat niet noodeloos onze han
delsbalans door bestellingen in den vreemde
of door het aanmaken van machines op bui-
tenlandsche licenties) wordt benadeeld en
men voor onze nationale luchtvaart, nationale
liegtuigen betrekt.
Dit jaar in geen geval een
nieuwe tijdregeling.
Naar wij vernemen heeft de Minister
van Bmnenlandsche Zaken bepaald, dat, in
dien het wetsontwerp tot herziening van den
wettelijken tijd door de Eerste Kamer mocht
worden aangenomen, het om technische
redenen niettemin onmogelijk zal zijn die
nieuwe tijdregeling nog dit jaar in werking
te doen treden.
Provoceerend en niet-provo-
ceerend onderscheidings-
teeken.
Hooge Raad over N. S. B.-insigne en
roode tulp.
De hooge raad heeft thans arrest gewezen
in de zaak van den Officier van Justitie te
Roermond, die cassatie had aangeteekend
tegen het vonnis van de rechtbank aldaar,
waarbij J. J. B. te Eindhoven was ontslagen
van rechtsvervolging van het hem ten laste
gelegde dragen van een opzichtig politiek
onderscheidingsteeken. in casu het insigne
van de N.S.B., welk insigne B had gedragen
op een openbare terechtzitting van die recht
bank. De hooge raad heeft overwogen dat
hij met den kantonrechter en de rechtbank
van oordeel is, dat uit de van het schildje
gegeven omschrijving niet noodzakelijk het
opzichtig karakter van dat schildje voort
vloeit. De hooge raad zegt. dat ook de om
standigheden, waaronder B. dit onderschei
dingsteeken heeft gedragen, niet zonder
meer dit. onderscheidingsteeken opzichtig
doen worden. Dat door den officier zelf is
aangevoerd, dat het optreden van een ver
dachte tegenover den rechter voor wien hij
terecht staat in verband met het standpunt,
dat de regeering tegenover de N.SB. inneemt,
uittartend moet worden genoemd, doch
daarbij wordt voorbij gezien dat de regeering
wel aan haar ambtenaren het lidmaatschap
van de N.S.B. heeft verboden, doch de N.S.B.
niet is een verboden vereeniging. Op deze
gronden heeft de Hooge Raad het beroep
van den Officier van Justitie verworpen.
Roode tulp provoceert.
De Raad heeft verder arrest gewezen in
zake het cassatieberoep van H. P.. die wegens
het dragen van een roode tulp in het open
baar in een optocht der S.D.A.P. door de
rechtbank te Utrecht is veroordeeld tot f 0.50
boete. De Hooge Raad heeft overwogen, dat
het opzichtige van een onderscheidingstee
ken. namelijk het sterk in het oog doen val
len van wat men bedoelt te toonen. niet en
kel behoeft te zijn gelegen in de eigenschap
pen van dat teeken. maar mede kan zijn ge
legen in de wijze waarop of de omstandighe
den waaronder dit geschiedt' dat daarom de
rechtbank een tulp, in het openbaar in het
knoopsgat gedragen, tengevolge van de groot
te van de bloem terecht als opzichtig heeft
kunnen aanmerken, dat een roode tulp door
kleur en grootte zoodanig opvallend is, dat
zij in het bijzonder op 1 Mei, wanneer zij
gedragen wordt in een optocht van een
partij die een bepaald staatkundig streven
heeft, als de S.D.A.P., zoo in het oog vallend
is. dat zij op andersdenkenden provoceerend
kan werken. Daarom heeft de Hooge Raad
het beroep verworpen.
In 1934 bevatte HAARLEM'S
DAGBLAD
41841 Advertenties
Vraag en Aanbod
van
Dat is gemiddeld 135 per num
mer. Een stijging van 1693 ver
geleken met 1933.
Deze cijfers zeggen alles voor
het succes der Kleine Adver
tenties van
HAARLEM'S DAGBLAD
Onderwijzeres wegens
deviezenzwendel aangehouden
Een maand in Wiesbaden in
de gevangenis gezeten.
Slachtoffer van haar werkgever.
Naar thans bekend is geworden is een 23-
jarige Amsterdamsche onderwijzeres, die
werkloos was op 12 Januari te Wiesbaden we
ens overtreding der deviezenvoorschriften
earresteerd. Het meisje bleek het slachoffer
te zijn geweest van een deviezenzwendelaar,
bij wien zij naar aanleiding van een adver
tentie in dienst was gekomen om gedurende
een reis door Duitsehland en eventueel door
andere landen, zijn drie kinderen onderwijs
te geven.
Aangezien met het onderzoek van deze
vreemde geschiedenis ook de afdeeling Am
sterdam van het Nederlandsch Onderwijzers
Genootschap bemoeiingen heeft gehad, heb
ben wij ons tot aeze afdeeling gewend. Men
deelde ons mede, dat de onderwijzeres was
aangesloten bij de lessencentrale van het
N. O. G., welke instelling er zich mede be-
om jonge werklooze onderwijskrachten
werk te helpen, bestaande in het helpen bij
net huiswerk van moeilijk leerende kinderen,
het bijwerken van leerlingen en andere werk
zaamheden van dezen aard In dit verband
had het meisje gereflecteerd op een adver
tentie, waarin een jonge vrouwelijke onder
wijskracht werd gevraagd. welke zich
zou moeten belasten om een fami-
door een reis door Duitsehland cn
eventueel door andere landen te vergezellen,
teneinde aan drie kinderen onderwijs te ge
ven. De vergoeding zou bestaan uit f 25 per
maand, terwijl ook de reis- en verblijfkosten
voor rekening van de familie zouden komen.
Na^at het meisje kennis met de familie had
gemaakt, welke aan beide zijden tot tevreden
heid was uitgevallen, trad zij bij de familie in
dienst en vertrok reeds spoedig naar Duitseh
land. Het werk bleek haar, gezien de opge
wekte brieven, die zij naar huis schreef, zeer
te bevallen. Na 19 Januari echter ontvingen
de ouders geen brieven meer. Ruim een week
ging voorbij, waarna de ouders een in het
Duitsch geschreven brief ontvingen, waar
van de inhoud nog al verward was, maar
waarvan de laatste zin, luidende: ..ik hoop
spoedig weer vrij te komen", hen zeer deed
ontstellen. De ouders wendden zich tot het
N. O. G. waarvan het afdeelingsbestuur on
middellijk een onderzoek instelde met het
gevolg, dat kwam vast te staan, dat het meis
je op 12 Januari in een hotel te Wiesbaden
was gearresteerd, aangezien zij op haar naam
geplaatste chèques had geïnd van bedragen,
welke aanmerkelijk hooger waren dan in
Duitsehland wettelijk was toegestaan. Toen
;ij zich na haar arrestatie tot haar werkgever
wilde wenden, teneinde diens hulp in te roe
pen bleek de geheele familie, welke geregeld
per auto pleegt te reizen, te zijn verdwenen.
Het verdere onderzoek wees uit, dat door de
Duitsche justitie werd aangenomen, dat het
meisje geweten heeft dat zij zich aan straf
bare feiten had schuldig gemaakt.
Op 8 Februari stond de onderwijzeres we
gens medeplichtigheid aan overtreding van
de deviezenvoorschriften terecht. De officier
van Justitie eisente één maand gevangenis
straf en 150 Mark boete. Bij haar vonnis sprak
de rechtbank haar echter vrij, aangezien
aangenomen werd dat het meisje het slacht
offer was geworden van haar werkgever, die
geregeld alle geïnde gelden ontvangen had.
Naar verder kwam vast te staan had laatst
genoemde reeds in Nederland de chèques op
haar naam gekocht.
Met dat al is is het wel gebleken, dat het
meisje door haar werkgever gebruikt is voor
onwettige financieele transacties. De familie
is tot nu toe niet in Nederland teruggekeerd:
waarschijnlijk bevindt de man zich thans in
Rusland.
I
Eert halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
De suikerproductie in Nederl.-
Indië.
Regeering wil haar tot 50 percent terug
brengen.
BATAVIA, 18 Februari (Aneta). De re-
geeringsgemachtigde voor economische zaken
deelde in den Volksraad mede, dat het huidige
suikerproductieapparaat, thans drie millioen
pond groot, tot ongeveer 50 percent moet wor
den teruggebracht met een reserve voor een
eventueele situatiewijziging. De regeering zal
de aanplant in de jaren 1936 tot 1938 bepalen
op grond van de afzetcijfers.
De centrale verkooporganisatie dient te
blijven bestaan. De aanplant voor 1935 is voor-
loopig bepaald op 455.000 ton.
Clearing met Duitsehland.
Stand per 15 Februari.
1. Stortingen in Nederland per 15 Febr.
f 25,343,900 (per 8 Febr. f 22.144.1001waarvan
bestemd voor: a. achterstallige vorderingen
f 4.566,400 (f 3,990.400): b. rentedienst Dawes-
en Youngleening en Stillhalte; Rentetransfer
f 4.065.000 (f 2,700.000); c. vrije rekening
Reichsbank f 1,010,400 (f 882.4001; d. nieuwe
onder de clearing vallende vorderoingen
f 15.702,100 (f 14,571,300).
2. Stortingen in Duitsehland (nieuwe onder
de clearing vallende vorderingen) (inclusief
saldo 1934 ad f 11,501,466) f 36,717,900
(f 32,657.900).
3. Uitbetalingen in Nederland op nieuwe
vorderingen (in mindering komend van het
bedrag onder 1 d.) f 14.183,800 (f 12.224.400).
19 Februari:
De gezant van China Li-Fong-Pao.
Maandag te 's-Hage aangekomen, ver
wijlde gisterenmiddag geruimen tijd bij
de boekenstalletjes in de galerijen langs
het Binnenhof te 's-Hage en kocht
eenige werken.
In de kleeding van zijn land trok de
gezant natuurlijk de aandacht dei-
voorbijgangers en het publiek vormde
ten laatste een nauwen kring rondom
den vertegenwoordiger van het Hemel-
sche Rijk. zoodat deze zich nauwelijks
meer vrij kon bewegen en de menschen
hem als op het lijf hingen.
De beschermende hand der politie liet
zich ditmaal wachten, daar gedurende
een half uur in den omtrek geen enkele
agent te bespeuren viel. die een goed
werk had gedaan met het straatpubliek
op eenigen afstand te houden.
Door onze lens gesnapt.
Mr. W. G. DEL BAERE.
Mr. W. G. Del Baere werd 31 October 1868
te Schiedam geboren en studeerde te Leiden,
waar hij in 1892 promoveerde.
Van 1893—1900 was hij rechterlijk ambte
naar in Indië en daarna bekleedde hij ver
schillende rechterlijke functies in ons land.
Sedert 1914 is hij Kantonrechter te Haarlem.
Mr. Del Baere is ook lid van het College van
Regenten over de gevangenissen en van de
Kamer van Toezicht op de notarissen.
Publicatie van Uiver-rapport
gevraagd.
Het Tweede Kamerlid de heer Boon heeft
aan den minister van Waterstaat a.i. de vol
gende vragen gesteld:
Is de minister niet van meening, dat de zon
derlinge geruchten omtrent het droevig onge
luk van de ..Uiver", waarin de geheele natie
heeft gedeeld, welke eerst in tal van kringen
in het buitenland de ronde deden en die daar
na in de buitenlandsche pers werden gepu
bliceerd, het best weerlegd kunnen worden
door onmiddellijke publicatie van het rapport
van den rijksinvlieger van toestellen, dr. ir.
H. J. van der Maas, die door het departement
van Waterstaat werd uitgezonden om een
onderzoek ter plaatse in te stellen, welke pu
blicatie dan later gevolgd dient te worden
door openbaarmaking van het verslag, uit te
brengen door de bijzondere commissie, belast
met de bestudeering van het rapport-Van der
Maas?
Is de minister niet van meening, dat ge
heimzinnigheid in dezen allerminst in het be
lang van de Nederlandsche luchtvaart kan
zijn?
NEEMT DE K.P.M. DE K.N.I.L.M. OVER.
Naar de „Java-Bode" mededeelt, koestert de
Koninklijke Paketvaart-Maatschappij plannen
om het geheele bedrijf van de K.N I.L.M. door
aankoop van de aandeelen. over te nemen.
Reeds eerder wendde de K.P.M. zich tot de re
geering met een betoog over de wenschelijk-
heid voor samenwerking tusschen K.P.M. en
K.N.I.L.M.