Sociale Zaken aangenomen. _1 HAART VRIJDAG I MAART 1935 H AARLEM'S DAGBLAD 3 EERSTE KAMER. Minister wijst het versche kadetje af. 's-GRAVENHAGE, 28 Febr. In treffende woorden herdacht de voorzitter den zoo plotseling heengeganen staatsraad Idenburg, waardoor het vaderlang een zware slag heeft geleden. Ongemeen was inedrdaad de staat van dienst van den overledene, aan wiens nagedachtenis ook de Regeering bij monde van Minister Slotemaker de Bruine woorden van hulde wijdde. Deze bewindsman had zijn begrooting te verdedigen. Van twee kanten vooral kwam ernstige kritiek tot uiting. De linkervleugel der R.K. fractie gaf door middel van den heer Andriesen blijk van haar ongenoegen over het over het beleid t.o.v. de stabili satie der loonen, een kindertoe slag, den woning bouw en bovenal uitte deze afge vaardigde onte vredenheid met betrekking tot de steunverleening. Teleurstellend noemde hij in dit verband nog wat er nu met den zgn. vrijeren armslag voor particuliere wel dadigheid naast p. danz (S.d.a.p.). overheidssteun gebeurt. De circulaire hierover was trouwens zoo onduidelijk, dat het noodig is gebleken „cursussen" te organiseeren opdat de betrok ken personen er achter zullen komen wat er in de praktijk mag en kan geschieden. Intusschen, de heer Andriessen en zijn aller naaste vrienden namens wie hij vooral al deze critische geluiden liet hoor en, zouden niette min dit begrootingshoofdstuk helpen aanne men. Daarentegen waren de sociaal-democra ten hiertoe niet bereid. Had diens R.K. collega er reeds over ge klaagd, dat, speciaal het beleid inzake de ver laging der steunnormen vtrkeerd was geweest, de heeren Danz (s.d.) pakte hierover in nog veel scherper bewoordingen uit, evenals zijn fractiegenoot Hermans. Over woningbouw- en huurkwesties voerden Dr. Wibaut (s.d.) en Mr. Slingenberg (v.d.) het woord. Laatstgenoemde, die voorts o.m. het sympathieke denkbeel ontwikkelde elk jaar speciale postzegels te doen uitgeven om zoodoende meer geld ter beschikking te krij gen voor de tuberculose-bestrijding, bepleitte groote zuinigheid en eenvoud, door de gemeen ten bij uitbreidingsplannen aan den dag te leggen. Voor een dergelijke versobering voelt ook de Minister veel: met het „ethisch mini mum" zal men hier genoegen moeten nemen. Te midden van deze discussies, waarbij de heer Danz met het oog op werkloosheidsbe strijding een kor teren arbeidstijd aanbeval, kwam ook weer het versche kadetje ter tafel. Dit dreigt zoo langzamerhand parlementair oud-bakken te worden. Maar de heer ter Haar (c.h.), trouw vriend van het versche kadetje staat pal en zoo drong' hij er nogmaals op aan het afhalen van klein brood voor 10 uur 's ochtends niet langer te verbieden. Doch Minister Slotemaker lie.t zich niet vermurwen en zoo zal het wetsverbod blijven voortbestaan. Meer nog dan het oudbakken kadetje lig gen dezen bewindsman goede sociale maat regelen na aan het hart. Daarom juist doet 't hem zoo bijzonder groot leed, dat allerlei niet gebeurt, wat in betere tijden wel zou kunnen geschieden en hij omgekeerd moet meewer ken tot dingen, die wel gebeuren, doch louter als bitter noodzaak. Zóó moet men de beslis sing der Regeering tot verlaging der steun normen zien. Onbillijk was het, waar het hier een besluit van het kabinet als zoodanig be trof, thans gelijk de sociaal-democraten deden in 't bijzonder dezen bewindsman hierover aan te vallen. En vooral ging het niet aan daarom tegen Hoofdstuk X A te stemmen, zooals „bij opteekening" de sociaal democratische fractie deed. Nadat de Minis ter zich tegen de kritiek op het beleid t.a.v. het werkloosheidsvraagsuk en daarbij o.m. ook met betrekking tot de circulaire omtrent den ruimeren armslag wat de bijkomende hulp der particuliere weldadigheid aangaat) zoo goed mogelijk had geweerd, ging de be grooting er door. Het was maar goed, dat hoofdelijke stemming uitbleef. Anders zou al licht gebleken zijn, hoe zwak de s.d. fractie op het moment der beslissing vertegenwoor digd was. TWEEDE KAMER Nog steeds ondernemers overeenkomsten. Tal van amendementen. Ook hier herdenking van wijlen staats raad Idenburg door den voorzitter en door de Regeering. De jongste uit het Kabinet, Mr. Steenberghe was daarmee belast, aangezien hij toch in de Kamer was ter verdediging van het wetsontwerp i.z. verbindende kracht van overeenkomsten. Dit voorstel had geenszins een tijdelijk ka rakter. Neen het sloot zich volkomen aan bij het standpunt door het geheele Kabinet inge nomen, waar het er van uitging, dat we niet met een conjunctureele, doch met een struc- tureele wijziging in de maatschappelijke ver houdingen te doen hebben. Een doelbewuste, geen vreesachtige stap zooals Ir. Albarda had gemeend werd hier ondernomen, een stap, die niet beteekent het inslaan van den weg naar socialisatie (wat de Regeering niet wil) doch het betreden van een pad. dat ons tot meer nationale wel vaart kan brengen. Natuurlijk zal de Regeering bij de toepas sing der wet voorzichtig zijn en steeds nagaan of het algemeen belang ingrijpen al dan niet noodzakelijk maakt. Bij verbindendverklaring- is het heusch niet alleen om prijszetting te doen; neen, voorop zullen staan de belangen eener rationeele productie. Wat de opmerkingen aangaande de behar tiging van 't consumentenbelang betreft, was de Minister er op, dat dit belang een onder deel is van het algemeen belang, waarop de vaste commissie uit den Economischen Raad speciaal acht heeft te slaan. Minister Steenberghe erkende, dat de Re geering een groote macht door deze wet krijgt, doch zij heeft in de laatste jaren al heel wat grootere bevoegdheden verkregen en boven dien komen er tal van instanties aan de beurt om een woordje mee te praten, eer ten langen leste een algemeen maatregel van bestuur tot bindend verklaring loskomt. Het mocht waar zijn, dat indien Keizer Diocletianus over deze wet had beschikt, toch, gelijk de N. R. Ct. schreef, het Romeinsche Rijk in elkaar gestort zou zijn. Maar van deze wet verwacht de Regeering ook heelemaal geen wonderen; zij is alleen een middel ter bevorde ring van herstel onzer welvaart. Na de rustig voorgedragen heldere rede van den Minister dook de Kamer in vele amende' menten onder. Eenige wijziging van belang on derging het wetsontwerp echter nog niet. Morgen moet men er mee doorgaan, want toen op een gegeven oogenblik het dokteren van juristen met niet-juristen aan een juri disch niet-deugdelijk amendement geen on middellijk resultaat opleverde, schorste de voorzitter voor heden de verdere behandeling. Waarna nog 'n aantal kleinere voorstellen aan de orde kwamen. E. v. R. Roekelooze daad van een jongen. Vrachtauto op gang gebracht. Meisje overreden en gedood. Gistermiddag is een tragisch ongeluk ge> beurd in de Gabriël Metsustraat te 's Gra- venhage. Een vrachtauto is het trottoir op gereden en heeft daar een 6-jarig meisje aan gereden met het gevolg, dat het op slag dood was. Omtrent de toedracht van het ongeluk ver nemen wij het volgende: Omstreeks half twee was de 6-jarige Jo hanna de V. aan het spelen op het trottoir in de onmiddellijke nabijheid van de waning van haar ouders in de Gabriel Metsustraat. In diezelfde straat stond een vrachtauto, waarvan de chauffeur, de 26-jarige W. v. W., wonende in de Staverdenstraat zich eenige oogenblikken had verwijderd. De motor was afgezet, maar een 15-jarige jongen heeft de onvoorzichtigheid begaan in den auto te gaan zitten en kans gezien dezen aan het rijden te krijgen. De auto reed het trottoir op, juist ter plaat se, waar het meisje aan het spelen was. De arme kleine werd tusschen een pui van een der huizen en den vrachtauto bekneld. Zij werd eenige oogenblikken later door toegesnelde voorbijgangers bevrijd doch het mocht niet meer baten. Met een verbrijzelden schedel werd het kind opgenomen. De jongen liep hard weg, doch is later aan gehouden. Naar hij verklaarde was hij met den be stuurder van den vrachtauto meegereden en zou even op den auto passen, terwijl deze ging schaften. De man had den motor afge zet. doch de jongen heeft in zijn afwezigheid met jeugdigen overmoed en onbedachtzaam heid den motor op gang weten te krijgen en den auto aan het rijden gebracht, met het vermelde droevige gevolg. Valsche munters voor de rechtbank. Vier en een half jaar geëischt. De Amsterdamsche rechtbank behandelde Donderdag een valschemunterszaak, waarin de gebroeders E. en H. W. de hoofdrollen spelen. In de rechtzaal was de complete valsche- munters-tiitrusting geëtaleerd: matrijzen, vor- men, specie, een oven, alles wat dienstig is voor het vervaardigen van valsche gelstukken. Aan de verdachten was ten laste gelegd, dat zij omstreeks September of October in een perceel aan de Goudsbloemdwarsstraat een aantal valsche rijksdaalders hebben nage maakt en dat zij eenige van die valsche geld stukken in winkels hebben uitgegeven. Boven dien was het in voorraad hebben van een valsche munters-installatie ten laste gelegd. Voorts werd in de dagvaarding een poging tot het vervaardigen van valsche munten op 23 October j.l. ten laste gelegd. Op dien dag- werden zij op heeterdaad betrapt. De Officier van Justitie achtte door de ver klaringen van de getuigen het ten laste ge legde bewezen. Spr. eischte een gevangenisstraf van 41/2 jaar tegen ieder. De verdedigers drongen aan op vrijspraak subs, een psychiatrisch onderzoek. Instortende steiger veroor zaakt ongelukken. Twee arbeiders gewond. Donderdagmiddag is bij een bouwwerk op den Kwietheuvel te Venlo door tot nog t-oe onbekende oorzaak een 4 Meter hooge steiger ingestort, met het gevolg, dat de 23-jarige arbeider M. H. Jansen kwam te vallen en op de straatkeien terecht kwam. De ongelukkige liep ernstige verwondingen aan het gelaat op en werd naar zijn woning overgebracht. Zijn broer, de 33-jarige P. J. Jansen, die eveneens op den steiger werkzaam was, kreeg bij den val een kalkbak op den rug en moest met zware inwendige kneuzingen naar het zieken huis te Venlo worden overgebracht. Zijn toe stand is zorgwekkend. DE MOORD IN DE B ON AIRE STRAAT TE AMSTERDAM Weer tien jaar geëischt. Wederom wijdde het Gerechtshof te Am sterdam een ditmaal korte zitting aan het drama in de Bonairestraat aldaar om nog eenige getuigen te hooren. In Januari van het vorige jaar had de tuin der H. V. uit Huizen zijn 1T-jarige verloofde in haar woning in de Bonairestraat neerge schoten, ook sloeg hij de hand aan zichzelf. De iongeman werd ernstig gewond, doch her stelde De rechtbank veroordeelde den man tot vijf jaargevangenisstraf, het O.M. had tien jaar gerequireerd. Heden werden nog enkele getuigen gehoord. De procureur-generaal persisteerde bij zijn eisch tien jaar gevangenisstraf. I860 1935 AWEKTEERT "h;;leid5CH DAGBLAD' 31 ca* vt DIT COLD REEDS VIJFENZEVENTIG JAAR EN IS NU MEER DAN OOIT NOC VAAR (Adv. Ingez. Med.) Klachten over contingentee- ringen. Van Tweede Kamerleden. Blijkens het voorloopig verslag in zake de contingenteering van den invoer van kunst zijden manufacturen, kousen en sokken, lin nen en halflinnen manufacturen en tapijten vestigden verscheiden Tweede Kamer-leden de aandacht op de bezwaren voor dén han del welke in het bijzonder bij deze contin- genteeringen aan het licht traden, doch welke ook bij andere contingen,beeringen ge voeld worden. De tegenwoordige toestand geeft op verschillende punten aanleiding tot ernstige klachten. Deze klachten betreffen in de eerste plaats den looptijd der consenten. Speciaal onder de genoemde contingenteering vallen vele goederensoorten die het karakter van sei zoenartikelen hebben. Bestellingen van der gelijke goederen moeten gewoonlijk gerui- men tijd van tevoren geplaatst worden. Nu wordt tijdige bestelling in zeer vele gevallen onmogelijk gemaakt doordat talrijke consen ten slechts drie maanden geldig zijn. Men drong er op aan deze bezwaren, welke den handel veel last en groote schade be rokkenen. zooveel mogelijk op te heffen. Dit kan geschieden, door consenten te verleenen voor zes maanden en wel voor het eerste en tweede kalepder-halfjaar. In het verslag wordt er verder op gewezen, dat in den handel de klacht wordt geuit, dat het crisisinvoerbureau den laatsten tijd niet meer zoo accuraat en vlot werkt als vroeger. Soms worden te weinig consenten verstrekt, soms ook consenten, die niet zijn aange vraagd, soms heeft aanzienlijke vertraging plaats. Men meende te weten, dat aan dit bureau een reorganisatie plaats vindt. In ieder geval zou men het op prijs stellen, indien kon wor den zorg gedragen, dat de handel van deze reorganisatie geen last ondervindt. Indien er bezuiniging bereikt wordt, dan wordt er op aangedrongen, deze aan den handel ten goede te doen komen door vervaging der consentgelden. De kosten van het crisis-in- voerbureau worden immers geheel door den handel gedragen. Sommige leden trokken uit al deze klach ten de conclusie, dat de practijk wel uitge wezen heeft, dat het langer handhaven van de contingen teeringen den handel noodeloos verstart en de bewegingsvrijheid te veel aan banden legt. Huns inziens kan men de Ne derlandsche industrie veel beter beschermen door invoerrechten. Ex-consul weer voor het Hof. Getuigenverhoor voortgezet. Bevestiging van het veroordeelend vonnis gevorderd. In de verdachtenbank van het Gerechts hof te Amsterdam nam Donderdag wederom de ex-consul van Costa-Rica, P., plaats. Bij interlocutoir arrest was bepaald, dat nog enkele getuigen dienden te worden gehoord. Op 16 November veroordeelde de rechtbank den 53-jarigen promotor L. W. S. P., ex-consul van Costa-Rica, wegens oplichting en het verstrekken van valsche passen tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Verdachte was reeds lang geleden ontslagen als consul, n.l. na de behandeling van de geruchtmakende Veendammer strafzaak, waarin hij eveneens een rol speelde. Verd. was echter rustig doorgegaan met het af geven van valsche passen en bewijzen van staatsburgerschap. Hij had tegen betaling van f 250 aan een zekere Mej. Feingold een pas verstrekt, als ..burgeres" van Costa Rica. Ditmaal was juffrouw Ida Feingold, die noch bij de behandeling voor de rechtbank noch voor het Hof was verschenen, present. Zij vertelt, dat zij in de meening verkeerde, dat verd. het recht had om de passen af te geven. "Aanvankelijk had verd. een papier geleverd, een soort ,Xaiser-passer"', waar mede zij niet tevreden was. Later was dit ver wisseld voor een pas. waarvoor zij aan den zoon van verd., die het stuk aan haar woning bracht zij woonde toen te Amsterdam een bedrag van f 250 betaalde. Vervolgens werd nog eens tot in bijzonder heden behandeld de aan verd. ten laste ge legde verduistering van een bedrag van f 41.000 ten nadeele van een Engelschen gees telijke. De geestelijke had P. het geld toe vertrouwd om kerkelijke leeningen te plaat sen en een emissie op te richten. Verd. echter had het geld voor een groot deel, ten eigen bate aangewend; zoo toucheerde hij f 1000 per maand aan salaris, ook zijn beiden zoons betaalde hij salarissen. Onnoodig te zeggen, dat de geestelijke hiervan geen ver moeden had. Ook was een hoog bedrag ge bruikt voor de inrichting van huis en kantoor van den ex-consul. Uit verklaringen van verschillende leveran ciers komt vast te staan dat verd. van het geld van den Engelschman heeft geleefd. Verdachte verwachtte zelfs, dat de reverend nog 20.000 bijeen zou brengen. De proc.-generaal, persisteerde bij het ge nomen requisitoir (bevestiging van het von nis der rechtbank en veroordeeling tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek van voor arrest) Marie van Westerhoven gehuldigd. In den Stadsschouwburg te Amsterdam. De Stadsschouwburg te Amsterdam bood Donderdagavond ter gelegenheid van het dia manten tooneeljubileum van Marie van Wes terhoven een feestelijken aanblik, waartoe niet weinig bijdroegen de kleurige rosetten en linten der vele in de zaal en op de balcons aanwezige studenten die, toen het scherm op ging, dan ook hun „Io Vivat" inzetten. Het gezelschap de Hagespelers, o. 1. van Eduard Verkade had ook ditmaal met het reeds ver over de 50 maal vertoonde tooneel- werk „Zestien jaar" groot succes. En natuur lijk concentreerde zich vanavond alle aan dacht op „Miss Queen", de rol die door Marie van Westerhoven op zoo'n eminente wijze vertolkt wordt. Zij werd dan ook reeds bij haar opkomst met een luide ovatie begroet en deze ovatie nam een nog stormachtiger karakter aan, toen na afloop van de voorstelling het doek nogmaals omhoog ging en mevr. van Westerhoven aan den arm van mevr. Ketelaarvan Gogh het tooneel werd opgeleid, te midden van de velen die zich daar verzameld hadden om haar te huldigen. De eerste, die het woord tot haar richtte was de Amsterdamsche wethouder voor de kunstzaken, de heer Walrave Boissevain., die haar namens het gemeentebestuur een bloem stuk aanbood. Vervolgens sprak mevr. Ketelaarvan Gogh als voorzitster van het Huldigings Comité. Namens dit Comité bood mevr. Ketelaar de grijze actrice een Perzisch tafelkleed aan, waarna de penningmeester van het Comité een enveloppe overhandigde met een inhoud, die naar zijn zeggen, zijn stoutste verwachtingen had overtroffen. Hierna voerden nog tal van sprekers het woord. De meesten van hen boden geschen ken, enveloppen met inhoud of bloemen aan, zoodat het tooneel weldra in een bloementuin was herschapen. Bovendien was er een bloem stuk van mevr. De Boervan Rijk die zelf in Zeeland speelde. SPECIFIEK INVOERRECHT OP ZINKWIT EN LITHOPOON. De Staatscourant van Donderdagavond be vatte een K.B., waarbij bepaald wordt, dat met ingang van 1 Maart bij den invoer van zinkwit en lithopoon een specifiek invoer recht zal worden geheven. Bij dit K.B. wordt de noodzakelijkheid van het heffen van een invoerrecht van zinkwit, lithopoon en andere met zink bereidde witte verfstoffen bepleit teneinde het ten gronde gaan van de Neder- landsche zinkwit- en lithopoon-industrie te voorkomen. Bepaald is. dat met ingang van 1 Maart een invoerrecht wordt geheven van 1. lithopoon en andere witte of nagenoeg witte verfstoffen al dan niet aangemaakt, die naast zink in eenigen vorm, tevens zwavel in den vorm van sulfide bevatten, a. indien zij kennelijk 30 percent of minder zinksulfide bevatten, per 100 K.G. netto f 1.50. b. andere per 100 K.G. f 3. 2. alle niet onder 1 vallend witte of nage noeg witte verfstoffen, al dan niet aange maakt, die zink in eenigen vorm bevatten per 100 K.G. netto f 1.50. Het K.B. vervalt een jaar na den aanvang van de heffing, doch kan door de Kroon ook binnen dit tijdvak worden in getrokken. In verband met het bovenstaande hebben we nadere inlichtingen ingewonnen omtrent de reden van de afkondiging van dit K.B.. op grond van de machtigingswet van 17 Mei 1934. Ons kwam ter oore, dat de regeering hierbij vooral op het oog heeft de werkgelegenheid in de zinkwitindustrie in ons land te behouden. De Nederlandsche zinkwitfabrieken, die deel Uitmaken van een internationaal kartel, dat de afzetgebieden onderling verdeeld heeft, werden met sluiting bedreigd, terwijl aan een behoefte aan zinkwit op de Nederlandsche markt thans door de buitenlandsche bij het kartel aangesloten fabrieken zou worden voorzien. Dit zou voor een groote groep arbeiders werkloosheid betëekenen. De regeering heeft daarom ingegrepen. Om te voorkomen, dat het effect van deze maatregel zou verminde ren door een overmatigen invoer in de laatste weken was de regeering reeds eerder tot con tingenteering overgegaan. Thans tracht de regeering door middel van dit invoerrecht daarheen te leiden dat de Nederlandsche zinkwitindustrie haar arbeiders aan het werk zal kunnen houden. Zooals be kend, zal dit K.B. bij de wet moeten worden bekrachtigd, waardoor de Kamer gelegenheid krijgt zich over het ontwerp een denkbeeld te vormen'. Drie slachtoffers van onoplettendheid. Donderdagmiddag wilde de 13-jarige scho lier van D. per fiets uit de Abrikozenstraat de Laan van Chartreuse te Utrecht inrijden. Hij nam daarbij de bocht te ruim, met het gevolg dat hij gegrepen werd door een passeerende petroleum-tankauto. De jongen werd ernstig gewond opgenomen en in hopeloozen toestand naar de Rijksklinieken vervoerd. Tijdens het vervoer is hij overleden. Het onderzoek is nog gaande, maar er is vrijwel komen vast te staan, dat den chauffeur geen schuld treft. Oude man door auto gegrepen. Donderdagmiddag is op den Delftweg te Overschie de 68-jarige voetganger P. van der Kraan, wonende te Schiedam, toen hij onver wacht van achter een vrachtauto te voor schijn kwam en den weg wilde oversteken, aangereden door een personenauto, die uit de richting Delft naderde. De oude man werd over een afstand van 25 Meter meegesleurd en is in zorgwekkenden toestand naar het zie kenhuis Eudokia te Rotterdam vervoerd, waar hij kort na aankomst overleed. Motorrijder gaf geen voorrang. Gistermiddag even na half vijf heeft op den Verlengden Raamweg in Den Haag, ter hoogte van de Witte Brug een ernstige botsing plaats gehad tusschen een vrachtauto en een motor rijwiel, waarvan de bestuurder van laatstge noemd voertuig, de 18-jarige J. G. B. uit de Konijnenlaan te Wassenaar het slachtoffer is geworden. Deze zou namelijk den bestuurder van de vrachtauto zekeren M. geen voorrang hebben verleend, tengevolge waarvan hij met groote vaart tegen deze auto opbotste. De ge volgen werden den jongeman noodlottig. Hij liep een ernstige schedelfractuur, een groote wonde aan het rechteroog op, terwijl het rech terbeen op drie platsen gebroken was. In zorgwekkenden toestand werd de jongeman door den G. D. naar het Gemeente-Ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd alwaar hij eenige uren later aan de bekomen verwondingen is bezweken. De politie stelt een onderzoek naai de schuldvraag in, Door onze lens gesnapt. BROEDER STEPHANOS, BR.-OVERSTE VAN ST. JOANNES DE DEO. Broeder Stephanus, de broeder-overste van het ziekenhuis St. Joannes de Deo, kwam voor het eerst te Haarlem in 1910, als hoofdverp'.e- ger van die inrichting, wat hij bleef tot 1913, waarna zijn benoeming tot overste volgde, welke functie hij tot 1916 vervulde. Toen werd hij overgeplaatst naar 's Her togenbosch, als vicarius van St. Joannes de Deo aldaar. Tot 1922 was hij in Den Bosch; toen werd hem de functie toegewezen van overste van het pension met ambulante ver pleging St. Joannes de Deo. Keizersgracht te Amsterdam. Van 1924 tot 1928 was Broeder Stephanus daarna weer overste te Haarlem, waarna hij tot 1934 weer vicarius in Den Bosch werd. In laatstgenoemd jaar werd hij de opvolger van Br. Victorianus als broeder-overste van St. Joannes de Deo alhier. Op 2 Mei 1886 ontving Br. Stephanus het religieuze kleed, in het Moederhuis Moniabaur in Duitschland, zoodat hij het volgend jaar zijn 50-jarig jubileum zal vieren. Advertenties van Vraag en Aan bod in HAARLEM'S DAGBLAD. Een rubriek die steeds groeit en dat in den crisistijd. Doe daar ook uw voordeel mee. 41841 geplaatst in het jaar 1934. Ex-hoofdboekhouder veroordeeld. Wegens verduistering van 60 mille. De Amsterdamsche rechtbank wees Don derdag vonnis in de strafzaak tegen den ex- hoofdboekhouder van een groot modemaga zijn in de hoofdstad, die terecht heeft gestaan verdacht van valschheid in geschrifte en ver duistering van een bedrag van f 60 a 70.000 ten nadeele van de firma bij wie hij in dienst was. De rechtbank veroordeelde den man we gens valschheid in geschrifte meermalen ge pleegd en wegens verduistering in dienstbe trekking meermalen gepleegd tot twee en een half jaar gevangenisstraf met'last tot on- middellij ke gevangenneming. Een termijn-affaire wordt uitgevochten. Weduwe moest 20.000 bijbetalen. De geruchtmakende termijnaffaire in sui ker, waarover vooral den laatsten tijd vele klachten zijn gerezen, hebben Donderdag een nasleep gehad ter civiele zitting der Recht bank te Amsterdam. Een weduwe, die eenigen tijd geleden een groote partij suiker op termijn gekocht heeft een transactie die haar op een verlies van ruim f 20.000 kwam te staan was gedag vaard door haar commissionnair tot betaling van het ontstane tekort, veroorzaakt door een daling der suikerprijzen. Voor den commis sionnair trad mr. Küthe op. die zijn vordering toelichtte en opmerkte, dat het een normale transactie betrof. Mr. B. Stokvis, optredend voor de gedupeer de weduwe, betoogde uitvoerig dat in wezen de termijnhandel-transacties gelijk staan met de handelingen, welke de wet spelen en weddenschap noemt. De basis van dergelijke affaires is z.i. in strijd met de goede zaken. Koop en verkoop in den normalen zin van het woord is hier niet aanwezig. Dikwijls worden partijen verhandeld die de verkooper zelf niet verkregen heeft en die hij ook niet verkrijgen wil. Daalt de markt dan profiteert .de commissionnair van het verlies dat de klant lijdt. Hij heeft dus een belang dat te gengesteld is aan dat van zijn cliënt. Stijgen de prijzen dan is het dikwijls moeilijk voor den klant om de gemaakte winst los te krij gen, daar dan vaak blijkt dat er in het geheel niet is ingekocht. Op grond daarvan drong pl. er op aan dat in dergelijke gevallen de rechter den commissionnair streng bewijs zal opleggen van het werkelijk uitvoeren der op drachten, hem "door den kooper gegeven.. Spr. wees er op, dat meestal (ook in dit geval) de commissionnair zich wendt tot lieden, die van speculeeren weinig verstand hebben en dat hij hen onder schoone voorspiegelingen verleidt tot het doen van deze gevaarlijke zaken. De commissionair is een „philantroop", doch het slachtoffer moet betalen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5