OE TWEELINGZUSTERS
STOFZUIGERS
MAANDAG 4 MAART 1935HAARDE NFS DAGBLAD
De Haarlemsche Werkinrichting
Officieele opening van het
nieuwe gebouw.
Een lang gekoesterde wensch is vervuld.
Mr. L. G. van Dam voorzitter van de Haar
lemsche Werkinrichting; Mr. C. Blankevoort,
voorzitter van de Gemeentelijke Blindencom-
missie en de heer E. P. Schuyt, Hoofd van de
Gemeentelijke Nazorg alhier, hadden autori
teiten en belangstellenden uitgenoodigd, za
terdagmiddag aanwezig te zijn bij de officieele
opening van het nieuwe gebouw van de Haar
lemsche Werkinrichting in de voormaligs
school aan de Botermarkt.
Zeer velen hadden aan deze uitnoodigin:
gehoor gegeven. Het gemeentebestuur van
Haarlem was vertegenwoordigd door de wet
houders de heeren A. G. Boes en W. van Lieint
en den gemeentesecretaris. Mr. Th. A. Wesstra;
het gemeentebestuur van Heemstede door den
wethouder Dr. E. A. M. Droog. Verder werden
opgemerkt: Dr. A. van Voorthuysen, Inspec
teur van het Buitengewoon Onderwijs, uit
Utrecht; de heeren K. Brants en Mr. D. Wit-
teveen, onderscheidenlijk voorzitter en secre
taris van de Commissie vair Advies voor Gcd.
Staten voor het Buitengewoon L. O. in Noord-
Holland; Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen,
voorzitter van de Vereen. A. V. O. (Arbeid voor
Onvolwaardigen); Ir. M. H. Maas, directeur
van Openbare Werken; de heer W. B. Smit,
arts, directeur van den Gem. Geneeskundigen
en Gezondheidsdienst; vele raadsleden: de le
den van het personeel der Buitengewone Scho
len en van „Nazorg" te Haarlem en Nazorg-
ambtenaren uit andere plaatsen.
-Nadat de voorzitter, Mr. L. G. van Dam,
de aanwezigen had welkom geheeten, vestigde
hij de aandacht op het feit, dat met deze of
ficieele opening tevens werd -gevierd het 10-
jarig bestaan der Werkinrichting. Dank bracht
spjpaan het Gemeentebestuur, dat hét. :mog9.w-
lijk heeft gemaakt dat nu jongens, :meisjes sn
blinden in één gebouw zijn vereenigd, Dat de
Werkinrichting nu de algeheelé sympathie der
bevolking heeft is voor een niet gering deel
te danken aan den gestagen arbeid en de toe
wijding van den heer E. P. Schuyt. „Moeten in
dezen tijd onvolwaardigen aan werk wor
den geholpen, terwijl zooveel volwaardïgen
werkloos zijn?" zoo wordt er wel ...gevraagd.
Maar hierop antwoordde spr. dat er geen
quaestie van is," dat volwaardigén door onvol
waardigen worden verdrongen: laatstgenoem
den worden slechts aan werk geholpen op
één bepaald terrein,, waarop ook zij volwaardig
kunnen zijn. Daarom is het te hopen, dat er
in de toekomst ook nazorg zal komen voor
lichamelijk gebrekkigen.
Tenslotte vroeg Mr. van Dam de aandacht
voor het feit, dat het dak van het gebouw zeer
geschikt gebleken is om er een daktuin te
maken, te gebruiken in de pauzes tusschen de
werkzaamheden. Hiervoor zijn echter nog mid
delen noodig.
Hierna was het woord aan den heer A. G.
Boes, wethouder van onderwijs, die o-m. zei-
de dat de groote opkomst dezen middag be
wees, welk een belangrijke plaats de nazorg
in de harten van velen inneemt. Door den
krachtigen steun van het Gemeentebestuur is
het nu mogelijk geworden, deze nieuwe werk
inrichting te openen en ook vele particulieren
en vereenigingen hebben er belangeloos veel
werk voor verricht. Spr. prees voorts het orga
nisatievermogen, de werkkracht en de toewij
ding van het Hoofd van de Nazorg, den heer
Schuyt, aan wien het ook te danken is dat
vele fondsen zijn gevormd, en ging verder de,
geschiedenis van het ontstaan en de ontwik
keling der Werkinrichting na. Er werken nu
Aan de groene tafel waren bij de opening van
de Werkinrichting gezeten, van rechts naar
links: Dr. E. A. M. Droog;wethouder W. van
Liemt; Mr. L. G. van Dam; wethouder A. G.
Boes; de heer K. Brandts: Dr. A. van Voort
huysen en Mr. Dr. E. S. Witteveen. (Aan de
linkerzijde van Dr. Droog zat nog Mr. Th. A.
Westra en aan de rechterzijde van Mr. Dr.
Witteveen: Mr. C. Blankevoort).
in 30 jongens, 15 meisjes en 10 blinden. Met
de opening der nieuwe inrichting is een lang
gekoesterde wensch in vervulling gegaan. Spr.
droeg namens het gemeentebestuur het ge
bouw aan Nazorg in bruikleen over, met den
wensch dat de goede samenwerking tusschen
het particulier initiatief en de overheid zal
blijven voortduren.
De derde spreker, Dr. A. van Voort
huysen, zeide o.m.: met het buitengewoon
onderwijs gaat het goed in ons land, met de
Nazorg echter gaat het nog langzaam. Daar
om moet des te meer gewaardeerd worden,
wat op dit gebied te Haarlem onder de uit
muntende leiding van den heer Schuyt ge
schiedt. Met genoegen zag spr. onder de aan
wezigen den heer Wepster, hoofd van de Bui
tengewone School te Dordrecht, die indertijd
te Haarlem met dit werk is begonnen. Spr.
besloot met den wensch, dat de nieuwe in
richting zal strekken tot voordeel der misdeel-
den van Haarlem.
De heer K. Brants voelde zich in deze
bijeenkomst vertegenwoordiger van de provin
cie en bracht hulde aan de Gedeputeerden,
de heeren Gerhard en Mr. Bomans, voor wat
zij in de provincie hebben gedaan voor het
buitengewoon onderwijs, een onderwijs dat in
derdaad buitengewoon is in alles en waaraan
zooveel mannen en vrouwen hun beste krach
ten met liefde en enthousiasme geven. Spr.
ziet hierin een uiting, van den Christelijken
geest.
Mr. C. Blankevoort,~ voorzitter der Ge
meentelijke Blindencommissie, zag in de nieu
we inrichting een monument voor onze be
schaving en sprak den wensch uit, dat de heer
Schuyt er nóg Vele jaren zijn dankbaar werk
voor de-geestelijk misdeelden in zal mogen
•Verrichten.
"*Mr.: Heef k eii's Thijssen zeide o.m.
dat Haarlem nu bewijst, dat samenvoeging
vair verschillende groepen van onvolwaardi
gen in één inrichting-mogelijk is. Dit is altijd
het idea&l.. van de ""Vereen. A. V. O. geweest.
Spr,, bood ook namens het Antonia Wilhelini-
na Fonds, dat hulp, brengt aan geesteszieken,
een kleine gave aan voor het maken van een
daktuin- op het gebouw.
De heer P. d e B o e r, voorzitter van de Ver
een. „Nazorg buitengewoon onderwijs" te Am
sterdam en Hoofd- van de Nazorg aldaar, ves
tigde er de aandacht op. dat vroeger de werk
inrichtingen slechts werden „ondergebracht",
thans'zijn het hygiënische-werkplaatsen, zoo
als nu deze Haarlemsche er ook een is. Spr.
bracht ook de hartelijke gelukwenschen over
van de groep buiteng. L. O. van den Bond van
Ned. Onderwijzers, en bood mevr. Schuyt
bloemen aan namens de collega's van haai
man.
Gelukwenschen bood ook de heer P. H
chreuder aan, namens de Vereen, van
Onderwijzers en Artsen, werkzaam bij het
Buit. Onderwijs. De heer P. Vo 1 g e r, voorzit
ter van de Verbondscommissie „Nazorg" deel
de mede, dat die commissie 500 zal geven
voor een daktuin of een ander doel en D r. W.
M o 1 bood namens het bestuur van de stich
ting „Kennemerland" voor lichamelijk ge
brekkigen voor hetzelfde doel 100 aan. De
heer J. Wildschut, voorzitter van de afd.
Haarlem der Vereen, tot Verbetering van het
Lot der Blinden, schonk namens die verecni-
ging eenige spellen. Woorden van dank werden
voorts nog gesproken door de heeren: A.
Bar, voorzitter van de afd. Haarlem van de
R. K. Vereeniging „Blindenzorg"; Louman,
voorzitter van de afd. Haarlem van den R.K.
Blindenbond „St. Odilïa" en C. V a 1 k, voorzit
ter der afd. Haarlem van den Ned. Blinden
bond.
De heer Schuyt beantwoordde de spre
kers en uitte er zijn voldoening over, dat een
groot gedeelte van de burgerij achter ..Nazorg"
staat, 50.000 a 60.000 zijn in de afgeloopen
19 jaren voor de geestelijk misdeelden in
Haarlem bijeengebracht. Spr. bracht ook dank
aan de oud-wethouders van onderwijs Mr. A.
Bruch en den heer W. Roodenburg en aan
den tegenwoordigen functionaris, den heer A.
G. Boes. De heer Schuyt twijfelt er niet aan,
of in de toekomst zal er ook plaats komen voor
de lichamelijk gebrekkigen.
Mr. van Dam dankte nog Openbare Wer
ken voor de betoonde medewerking.
Hierna werd het gebouw, waarvan wij reeds
een uitvoerige beschrijving gaven, bezichtigd.
Na den rondgang vertoonde de heer Wep
ster de film; „Eenvoudigen van Geest", wel
ke film in het bijzonder de aandacht vestigt
op het sociale deel van de Nazorg.
BAL-MASQUé VAN HAARLEM'S TOONEEL.
Het was een geslaagd bal-masqué. dat Za
terdagavond door Haarlem's Tooneel gegeven
werd in alle zalen van cabaret La Gaité aan
de Raaks. Stond in den oproep te lezen, dat
een vlotte stemming en een volle zaai ver-
eischt waren, de avond heeft bewezen, dat het
eerste geenszins ontbrak. De vlotte stemming
was er, de zaal had misschien iets voller
kunnen zijn.
Hot viel ons op, dat van de costuums zoo
veel werk gemaakt was. Bijna alle aanwezigen
waren gecostumeerd en gemaskerd en voorts
was groote zorg besteed aan de costuums. Zoo
was er een robot, de mechanische mensch,
volledig uitgerust met lampen en schakelaars,
zoo was er de kampeergroep „Zoo gaat ie
goed" genaamd met mandoline, kooktoestel-
len en een tent zelfs.
Een Leg't-ereis-an-tentje met baanveger en
een gezelschap vroolijke schaatsenrijders en
-rijdsters kwam de zaal binnen. De baanve
ger had een neus glimmend rood van de kou.
wat niet wegnam, dat hij nog goed de trom
pet kon bespelen. Er was voorts een scheids
rechter met zijn hoofd vrijwel geheel in ver
band, er wasja er was zooveel, dat het
moeilijk in een klein bestek genoemd zou kun
nen worden, zoodat we het besite doen met te
verwijzen naar den uitslag van de besprekin
gen der -jury hieronder. Dat die geen gemak
kelijke taak had, is te begrijpen. Ze bestond
uit de heeren Siebolt, J. Wagemaker, Mulder en
Joh. Josseaud, die de prijzen tenslotte als volgt
toekende
Wat de dames betreft, was de negerin de
meest komische, de Spaansche danseres in het
wit was de fraaiste, het kaartspel de zonder
lingste terwijl de champagnefarrtasie op het
kaartspel volgde. Het sneeuwklokje en de dag
ontvingen respect, den eersten en tweeden
prijs voor het fantastische costuum. Ook Rood
kapje verwierf een prijs.
Van de heeren bleek Louis Seize den prijs
voor de historische figuur deelachtig te zijn
geworden, de actueelste was de K 18. de meest
komische was de agent, de fraaiste de mo
derne Sheik en de zonderlingste de Robot.
Het meeste komische paar was Robert en
Bertram, de Tirolers kregen den eersten prij;
en de gondeliers den tweeden in de afdeeling
fraaie costuums.
De Kampeerders ontvingen den eerepalm
als zijnde de actueelste groep. De Krabbelaars
(de groep schaatsenrijders) werden beschouwd
als de meest komischen en de Russen en Chi-
neezen achtereenvolgens mochten den eersten
en tweeden prijs in ontvangst nemen in de
afdeeling fraaie costuums.
Bij gebrek aan historische en actueele da
mes, historische, actueele en zonderlinge pa
ren en historische en zonderlinge groepen ver
vielen deze prijzen aan anderen. De prijzen be
stonden uit fraaie, smakelijke of nuttige voor
werpen en werden zeer gewaardeerd.
De zalen van La Gaité bleken zich uitste
kend te leenen voor een feest als dit. Ze wa
ren bovendien rustig en smaakvol versierd
met. teekeningen op carnavals betrekking
hebbende. Het huisorkest onder leiding van
Richard Harold verzorgde de dansmuziek. Ha
rold trad in de film Bommen op Monte Carlo
op als dirigent van het orkest in de dancing,
waar Hans Albers en Anna St.en hun eersten
en eenigen dans met elkander deden. Hij had
de muzikale leiding in die film. De Vogels
accordeonisten wisselden het huisorkest af.
Corduwener had weer veel succes met zijn
rumbas, terwijl Bobby Cury een zeer vlotten
stepdance uitvoerde en een uiterst rythmisch
gespeelde slagwerksolo ten beste gaf. Deze
speciale attracties sloegen bij het publiek
zeer in.
Als gezegd, een geslaagd feest, dat tot ver
na het middernachtelijk uur in de beste en
vroolijkste stemming voortgezet werd.
MIST! HOESTWEER!
Om hoest te voor
komen en te ver
helpen niets beter
dan
CARXAVALAVOND VAN ST. GEXESIUS.
Zondag gaf de R.K. Tooneelvereeniglng
„Sint Genesius" een Bonten Carnavalavond in
Vreeburg te Bloemendaal.
De vrienden van St. Genesius stelden dézen
avond blijkbaar op hoogen prijs, zij waren in
grooten getale opgekomen.
De heer Ely Huijboom. de regisseur der ver
eeniging, trad als conferencier op. En met
groot succes. De zaal heeft geschud van 't
lachen om zijn vroolijke kwinkslagen.
Mej. Rie van der Goes zong zeer verdienste
lijk het slaapliedje van Schubert en het wie
geliedje van Mozart.
Een verrassing was het optreden van de
Damiate-Zangers.
Voor en na de pauze zong dit kwartet een
drietal liederen met begeleiding van den heer
Roze krans, die zich een waardig vervanger
toonde van den afwezigen pianist uit Weenen.
Zij zongen bekende liedjes, als „Iclï mocht
wieder einmal verliebt sein" van Robent Stolz,
„Standchen" van Schubert en het mooie „Ma
rie Mara Maruschkola" van Niel.
In de verschillende éénactertjes, 5 in getal,
traden alle leden van St. Genesius op.
„De brief" sloeg al dadelijk geweldig in.
De medespelenden in „Artistenrevue" waren
allen goed getypeerd. Flippie. ons Buziau-tje.
was uitstekend en bracht veel vroolijkheiö.
Verder werden nog opgevoerd „De satijnen
schoentjes", „Schrikkeljaar" en „Stagnatie".
Na afloop volgde een bal met attracties.
VAN DE FIETS GEVALLEN.
Zondagavond is het 16-jarig meisje D„ dat
te Haarlem woont, bij het afrijden van den
Hoogen Duin- en Daalscheweg van haar fiets
gevallen. Zij werd bij de familie B. binnenge
dragen. Dokter Immink, die ontboden was
heeft het mesje onderzocht. Ze had
een diepe wonde aan het voorhoofd en
vermoedelijk een neusfractuur. Op advies van
den dokter is zij per ziekenauto naar het Sint
Elisabeth's Gasthuis vervoerd.
„DE HOLLANDSCHE MOLEN".
De Vereeniging ..De Hollandsche Molen"
heeft Zaterdagmiddag in het Koloniaal In
stituut te Amsterdam haar jaarvergadering
gehouden onder leiding van mr. P. G. van
Tienhoven. Het aantal leden der Vereeniging
dat niet stijgende is, bedroeg aan het begin
van het jaar 512. terwijl aan inkomsten over
1934 werd ontvangen f 3214.
Medegedeeld werd dat een groot aantal mo
lens door hulp der vereeniging werden gehou
den. In het afgeloopen jaar zijn door be
langstellenden vele pogingen gedaan om stil
staande molens weer in dienst te stellen.
De stroomlij nwieken wisten haar goeden
naam te handhaven en vonden in 1934 in
België 8 nieuwe afnemers en in Nederland 38,
t.w. 26 korenmolens en 12 poldermolens. Her
innerd wordt voorts dat de nieuwe perspec
tieven, welke de verbeterde windbemaling de
laatste jaren heeft geopend, aanleiding heb
ben gevonden de aandacht daarop te vesti
gen van den minister van Waterstaat. In het
buitenland heeft de verbeterde windbemaling
ook aandacht getrokken. Uit Pretoria kwam
een verzoek tot het bouwen van windmolens,
teneinde met de molens water naar reservoirs,
gelegen op verschillende niveau's op te pom
pen.
Een soortgelijke vraag bereikte het bestuur
uit Santiago (Chili) tot het bouwen van wind
molens voor irrigatie-doeleinden.
Voorts kwamen uit verschillende andere
deelen der wereld aanvragen binnen.
De vergadering werd besloten met de ver
tooning van de molenfilm „Stoere. Werkers".
(Adv. Ingez. MedJ
VASTENAVONDFEEST VAN DE R.K.
ORATORIUMVEREENIGING.
Velen waren Zondagavond in de groote zaal
van het Gemeentelijke Concertgebouw aan
wezig. Honderden dwaalden in de haast te
klein geworden zaal rond, gekleed in vaak
heel fraaie, dikwijls bizarre costuums. Er
werd namelijk een vastenavondfeest gehouden
door de R.K. Oratoriumvereeniging te Haar
lem. Zeer smaakvol was de zaal versierd. Langs
de zijkanten waren zitjes gemaakt, vanwaar
men de dansenden op de groote vloer in het
midden kon gadeslaan. Aan de beide lange
zijden van de zaal was in het midden een po
dium vervaardigd,waarop orkestjes zaten, die
elkaar van tijd tot tijd afwisselden. Langs de
wanden hingen lange wit-roode vanen met
gouden kronen bekroond. Overal aan de muren
schitterden de kleine lampjes, die de kronen
illumineerden. Aan'de kanten van de dans
vloer waren standaards geplaatst met vroo
lijke lampions en lichtjes versierd. En in de
zaal dwaalden zooals gezegd honderden rond.
Daar waren Chineezen en Japanners, Pierrots
en Pierrettes, een Don Kozakkengroep en tien
tallen andere bal-masqué-figuren.
Er heerschte een buitengewoon opgewekte
sfeer, de juiste voor een vastenavondfeest. Er
werd met veel animo gedanst. De dansleiding
berustte in vertrouwde handen; in die van de
heeren Martin. De heer Herman Moerkerk
had de artistieke leiding van het vastenavond
feest, dat heden wordt voortgezet.
Vooral vanaf het podium, waar anders de
H. O. V.-artisten spelen, leverde de zaal een
bijzonder aardige aanblik op. Hoe later het
werd, hoe meer menschen de zaal binnexi-
kwamen.
Om twaalf.uur sprak de heer H. Hagemeijer,
voorzitter dei- R.K. Oratoriumvereeniging
cenige woorden van dank, tot degenen die bij
gedragen hebben tot het weislagen van den
avond.
De jury bestaande uit de heeren H. Moer
kerk, J. Perdonk en G. Gussehkhopen reikte
de prijzen uit. die als volgt waren toegekend:
Komische groepen: Ouden van dagen (vier
heeren en zes dames).
Fraaiste groepen: Eerste prijs: Don Kozak
ken (acht dames), tweede prijs: Marinegroep
(twee dames en twee heeren).
Fraaiste paren: eerste prijs: Biedermeier in
rood' fluweel, tweede prijs Zigeunerpaar.
Komische paren: eerste prijs: Marie met
haar huzaar, tweede prijs: Apachen, derde
prijs: -Piccolos.
Personen: Chinees.
Dames: eerste prijs: Normandisch meisje,
tweede prijs: Mandoline speelster, derde prijs:
Poolsch meisje, vierde prijs: Cowboydame,
vijfde prijs: Spaansche in rood fluweel, zesde
prijs: Keukenmeisje met mandje.
ZONDER VOORUITBETALING
KRUISWEG 60Tel.16659
(Adv. Ingez. Med.J
De Waschbeer.
Levend en als bontkraag.
Vroeger leefden overal in Amerika tal van
waschberen. Thans vindt men deze dieren
bijna alleen nog in de bosschen, die rijk aan
water zijn. In vele streken hebben de men
schen hen reeds geheel en al uitgeroeid, in
de eerste plaats omdat de jacht een lievelings-
sport van de Amerikanen is en ten- tweede,
omdat de dames het vel van den waschbeer
-gaarne 's winters als bontkraag op haar jas
dragen.
Opdat deze dieren nu niet volkomen uit
sterven, heeft men overal in Amerika en
Europa waschberen-farmen ingericht. Deze
experimenten zijn goed geslaagd, omdat de
waschbeer gemakkelijk aan elk klimaat kan
wennen en bovendien, als het moet zeer gced
met vegetarisch voedsel kan volstaan. Het
dier leeft op deze farmen van afgevallen
vruchten en wortelen en krijgt er zoo nu en
dan een portie rijst bij.
Wie gelooft, dat de waschbeer het uiterlijk
van een beer heeft, zal teleurgesteld zijn, als
hij hem ziet. Het beestje lijkt eigenlijk meer
op een dik. grijs-bruin vosje dan op een beer:
het heeft eveneens iets van een hond. terwijl
zijn kop met de kleine oor en en de lichte
snor lijkt op dien van een kat.
In werkelijkheid behoort de waschbeer ech
ter toch tot de familie van de beren. Hij bezit
zeer vele eigenschappen van deze dieren. Als
hij in vrijheid leeft, plundert hij vogelnesten,
vangt ratten en muizen en versmaadt ook
kikvorschen. slakken, insecten en kevers
geenszins. Hij haalt zelfs visschen en kreef
ten uit de rivieren en tijdens de eb gaat hij
ook op jacht in zee. Zooals gezegd eet hij ook
vegetarisch'voedsel en is vooral .«dn groot
vriend van fruit! v-v
Het 'fs nu interessant, eens te weté'n te ko
men, waarom dit dier dén zonderlingen naam
van waschbeer draagt. Hij pleegtham^iik
zijn voer te wasschen vóór hij''t verorbert en
dit doet hij niet slechts in gevangenschap,
maar ook in vrijheid. Als hij echter grooten
honger heeft,, doet hij dit niet, maar ver
slindt zijn voer zooals hij 't vindt.
Dit 'wasschen is hoogstwaarschijnlijk geen
aangeboren of door erfelijkheid verkregen
behoefte aan zindelijkheid, maar een genoe-
gelijke spelerij. Er zijn namelijk tal van
waschberen, die een flesch of een bal met
dezelfde vreugde in hun waterbak dompelen
en wasschen als hun voer. Ze vermaken zich
er kostelijk bij en probeeren niet eens, de ge
reinigde voorwerpen te beknabbelen. Maar
precies als kleine kinderen willen ze hun
speelgoed niet afgeven en als men het hun
met geweld wil wegnemen, bieden ze hevigen
weerstand. Als men hen weer met rust laat
beginnen ze opnieuw met het water te spe
len. De waschbeer speelt net zoo graag als
zijn andere familieleden, maar hij wordt ook
vlug vertrouwelijk en tam. Daarom houden
liefhebbers hem ook wel eens als huisdier.
Hij leert dan precies als een hond op het
woord te gehoorzamen. Men mag hem echter
nooit alleen in den tuin laten: want dan
steelt hij de mooiste vruchten. Geen boom is
zoo hoog, dat hij hem niet zou kunnen be
klimmen en aardbeien beschouwt hij als een
bijzondere lekkernij.
Bovendien zijn de waschberen zeer aan
halig. Als deze dieren tam zijn, spelen ze met
de menschen precies als jonge katjes en la
ten zich heel graag door hen aanhalen.
M. H. J.
feuilleton.
Uit het Engelsch van
PATRICIA WENT WORTH,
Nadruk verboden
38)
„Het is niet de kwestie wat jij wilt geven,
maar wat Anne wil aannemen. En je weet net
zoo goed als ik dat Anne nog geen sixpence
aannemet als ze een beleediging op den koop
toe krijgt. Wat geeft het om „o" te zeggen en
te schreien? Het is een beleediging, dat moet
je toch toegeven? Wat zou jij voelen als
Nicholas ja, Nicholas tegen jou zou
zeggen: Ik wil je nooit meer zien en niets
meer met je te maken hebben, maar je kunt-
een toelage krijgen als je belooft uit mijn
buurt te blijven?"
Jenny's stem liet haar in den steek. Ze stak
haar handen uit een trachtte zeggen: „Dat
niet!" maar er kwam alleen een schorre fluis
tering over haar lippen. John's woorden had
den gestalte gegeven aan die onbestemde
ontzetting, die in de beklemmende eenzaam
heid van den nacht beving door haar hui
verde, als ze den slaap niet kon vatten.^
John stond op en liep van de canapé weg.
Aan het andere einde van de kamer stond een
tafel, met tijdschriften erop. Hij ging erheen
en bladerde in een geïllustreerd weekblad. Op
iedere bladzijde stonden platen, maar hij zag
er geen enkele van. Na enkele minuten kwam
hij weer bij de zitbank terug.
Jenny had een verfrommeld zakdoekje in
haar hand; ze hield het in een stevigen,
bevenden greep.
„Je begrijpt het niet", zei ze weer. „Waar
om ben je zoo fel en onhandelbaar? Waarom
wil je mij niet vertellen wat ik zoo graag
weten wil?"
„Luister eens Jenny", klonk het toen,
langzaam en ernstig, maar zonder boosheid,
„het heeft geen zin. Je kunt geen twee wegen
tegelijk bewandelen je kunt niet met je
eene hand Anne uit je leven bannen en haar
met de andere vasthouden. Je hebt haar
gezegd weg te gaan. Nu ze is weggegaan. Wat
je nu verder moet doen, is haar met rust
laten".
Jenny keek enkele seconden naar hem.
Toen vroeg ze aarzelend:
,Is ze gezond? Is ze gelukkig?"
„Ze heeft nogal veel om gelukkig te zijn,
nietwaar?" viel John uit, zóó bitter, dat Jenny
haar adem inhield.
„Waarom trek je het je zoo vreeselijk aan?'
vroeg ze.
En dat- was het moment waarop het in alle
duidelijkheid tot John's geest doordrong hoe
veel hij om Anne gaf. Zijn woede, zijn bitter
heid, zijn vastbeslotenheid die gevoelens
kende hij: maar tot op dit oogenblik had hij
niet geweten dat ze de reflecties van liefde
warenvan zijn liefde voor Anne. Het was
hem nu alsof tyj altijd van haar gehouden
had. met een onmetelijke, beschermde teeder-
heid.
Iets van de plotselinge ontdekking scheen
op zijn gezicht leesbaar te zijn, want Jenny
hijgde:
„Maar John, dat is onmogelijk!"
„Wat is onmogelijk?"
„Dat je van Anne houdt op die manier".
„Is dat onmogelijk?"
„Dat weet je immers best! Wat heeft het
voor zin om de dingen nog moeilijker voor je
zelf te maken dan ze al zijn. En niet alleen
voor jezelf, maar ook voor haar en voor ieder
een". Ze hield haar zakdoekje voor den mond
en fluisterde: „Je weet Nick zei dat hij het
je verteld heeft dat ze ln de ge
vangenis gezeten heeft".
Een kort oogenblik keek John haar aan.
Toen lachte h>;
„Wat maakt dat voor verschil? Ze is Anne".
Een priemende steek van jalouzie ging door
Jenny's hart. Het was niet om John ze
verlangde John niet, of iets van hem; ze hield
van Nick. Maar ze voelde 'n vreemd en onge
definieerd verlangen voor een Nick die kon
kijken zooals John nu deed; een Nick, voor
wien ook niets verschil zou maken. Als zij
in Anne's plaats was, zou Nick dan hebben
gezegd was John nu zei? Ze wist het niet.
Ze wist het niet; en ze voelde een namelooze
vrees in zich opkruipen. Ze schreide niet.
Het zou gemakkelijker zijn geweest als ze had
kunnen schreien: want haar geheime angst
fluisterde ontzettende en ondragelijke din
gen. Even bleef ze zoo zitten; toen hoorde ze
John mopperen:
„Zet niet zoo'n gezicht, Jenny".
Ze opende de oogen.
„Houdt je van Anne, werkelijk?"
„Ja zeker".
„Ben je van plan met haar te trouwen?"
„Wat dacht je anders?" De kleur op zijn
gezicht werd dieper; hij keek haar recht ln de
oogen en lachte.
„Wil zij met jou trouwen?"
„Ik hoop het", verklaarde John vroolijk.
„O" Iets anders kon Jenny weer niet zeg
gen. Ze bette haar oogen en stond op .„Ik
zou bij tante Jenifer gaan lunchen ik
moet weg". Ze gaf hem geen hand. maar
liep naar een spiegel, haalde een poeder
dons uit haar tasch en poederde zich. Ze
bleef voor den spiegel staan en met den
rug nog steeds naar John gewend, trok ze
haar witte suède handschoenen aan die ze
van de rustbank had meegenomen. Toen ging
ze naar de deur. Maar even voor ze die bereikt
had, draaide ze zich om en keerde terug.
„Dus je wilt, me niet vertellen waar ze is?"
„Neen ze zou het me hoogst kwalijk
nemen als ik dat deed".
„Wil je haar een boodschap overbrengen?"
„Dat zal ik je zeggen als ik weet wat het
is".
„Mijn groeten", zei Jenny, „en die van den
kleinen jongen van Tony".
Ze sprak de woorden alsof ze er haar adem
mee uitputte. Daarop zonder John's antwoord
af te wachten, keerde ze zich weer naar de
deur en ging de kamer uit.
xx vin.
John wandelde dien middag door Bondstreet
en op een gegeven moment trad hij een
juwelierszaak aan de linkerzijde der straat
binnen. De winkel had een groot étalage
venster van spiegelglas, in het midden waar
van traliewerk was aangebracht ter beveili
ging van de uitgestalde diamanten en sma
ragden.
Aan den eenen kant van de ruit waren
kostbare antieke Fransche en Russische ju-
weelen geëtaleerd; aan den anderen kande
laars, en zilveren lepels en vorken en ander
tafelgerei. Het mat-koperen bord aan de deur
vermeldde den naam Pollard.
Het was niet het eerste bezoek, dat John
Wavèney aan den juwelierswinkel bracht. Een
week tevoren had hij er een sigarettenkoker
gekocht en twee dagen daarna was hij er
nog eens geweest en had een half uur lang
met Mr. Nigel Pollard in hoogst eigen persoon
over oud zilver gesproken. Hij werd thans
door den eigenaar met een stralenden glim
lach begroet en de candelabres die, naar hij
vertelde, zoo op het oog bijzonder in zijn
smaak vielen, werden uit de étalage gehaald
en hem van nabij getoond,
„Uit de verzameling van Lord Clarence",
deelde Mr. Pollard half fluisterend mee „Ja.
juist, de Lord Clarence van de beroemde col
lectie. Ik was zoo gelukkig om op dit paai
de hand te kunnen leggen. Ze zijn schitte
rend, vindt u niet?"
Mr. Pollard was een korte, gedrongen man,
met een bleek, dik gezicht en donkere, leven
dige oogen, die een uitdrukking van intelli
gentie gaven aan het andere onbeteekenende
gelaat. Hij was een erkend expert in zijn vak;
wat hij van edelsteenen en antiek zilver niet
wist, was ook niet de moeite van het weten
waard. John moedigde hem. aan om verder
te praten over de 'candelabres en Lord Cla
rence.
„U kunt mij gelooven", hernam Pollard,
„Lord Clarence had geen enkel minderwaardig
stuk in zijn collectie. Als u dit jaar! koopt.,
hebt u uw geld in een solide bezit gestoken,
dat zijn waarde houdt. U geeft het niet uit
u belegt het. en heel wat beter dan in
staatspapieren tegenwoordig".
„Je loopt altijd het risico dat ze gestolen
worden".
De juwelier haalde de schouders op.
„Hoe zeldzamer een stuk. hoe minder risico
men loopt. De markt voor dergelijke dingen is
klein, on er zijn te veel menschen van op de
hoogte: de kunstkenners, de handelaars, de
douane, de politie. Het gevaar om- gesnapt te
worden is groot en de kans om zooiets met
een behoorlijke winst kwijt te raken, gering.
Het loont de moeite niet".
„Juweelon gaan zeker beter?" informeerde
John. „Zijn er een tijd geleden niet parels bij
u gestolen?"
Mr. Pollard spreidde in een gebaar van hul
peloosheid de handen uit.
„Parels? Ach, ja! Parels. Het snoer wordt
doorgeknipt en pfft! Wie zal zeggen,
deze zijn van mij, die van jou, behalve dan
als ze bijzondere kenmerken hebben: kleur,
vorm, grootte iets speciaals dat ze van
andere onderscheidt".
„Maar er zijn u toch parels ontstolen? Ik
las het in de krant, toen het gebeurt was.
En eigenlijk ben ik daardoor bij u gekomen.
Toen ik u naam op het- bord bij de deur zag
staan, herinnerde ik mij dien 'en dacht bij
mezelf, ik zal hier maar eens binnengaan.
hebt die parels ook weer teruggekregen, is 't
niet?"
„Ja. ik heb ze terug. Ik heb geboft lk
heb trouwens altijd nogal geluk gehad
behalve toen ik pas begon".
.(Wordt vervolgd}