OE TWEELINGZUSTERS STOFZUIGERS MAANDAG 4 MAART 1935HAARDE NFS DAGBLAD De Haarlemsche Werkinrichting Officieele opening van het nieuwe gebouw. Een lang gekoesterde wensch is vervuld. Mr. L. G. van Dam voorzitter van de Haar lemsche Werkinrichting; Mr. C. Blankevoort, voorzitter van de Gemeentelijke Blindencom- missie en de heer E. P. Schuyt, Hoofd van de Gemeentelijke Nazorg alhier, hadden autori teiten en belangstellenden uitgenoodigd, za terdagmiddag aanwezig te zijn bij de officieele opening van het nieuwe gebouw van de Haar lemsche Werkinrichting in de voormaligs school aan de Botermarkt. Zeer velen hadden aan deze uitnoodigin: gehoor gegeven. Het gemeentebestuur van Haarlem was vertegenwoordigd door de wet houders de heeren A. G. Boes en W. van Lieint en den gemeentesecretaris. Mr. Th. A. Wesstra; het gemeentebestuur van Heemstede door den wethouder Dr. E. A. M. Droog. Verder werden opgemerkt: Dr. A. van Voorthuysen, Inspec teur van het Buitengewoon Onderwijs, uit Utrecht; de heeren K. Brants en Mr. D. Wit- teveen, onderscheidenlijk voorzitter en secre taris van de Commissie vair Advies voor Gcd. Staten voor het Buitengewoon L. O. in Noord- Holland; Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, voorzitter van de Vereen. A. V. O. (Arbeid voor Onvolwaardigen); Ir. M. H. Maas, directeur van Openbare Werken; de heer W. B. Smit, arts, directeur van den Gem. Geneeskundigen en Gezondheidsdienst; vele raadsleden: de le den van het personeel der Buitengewone Scho len en van „Nazorg" te Haarlem en Nazorg- ambtenaren uit andere plaatsen. -Nadat de voorzitter, Mr. L. G. van Dam, de aanwezigen had welkom geheeten, vestigde hij de aandacht op het feit, dat met deze of ficieele opening tevens werd -gevierd het 10- jarig bestaan der Werkinrichting. Dank bracht spjpaan het Gemeentebestuur, dat hét. :mog9.w- lijk heeft gemaakt dat nu jongens, :meisjes sn blinden in één gebouw zijn vereenigd, Dat de Werkinrichting nu de algeheelé sympathie der bevolking heeft is voor een niet gering deel te danken aan den gestagen arbeid en de toe wijding van den heer E. P. Schuyt. „Moeten in dezen tijd onvolwaardigen aan werk wor den geholpen, terwijl zooveel volwaardïgen werkloos zijn?" zoo wordt er wel ...gevraagd. Maar hierop antwoordde spr. dat er geen quaestie van is," dat volwaardigén door onvol waardigen worden verdrongen: laatstgenoem den worden slechts aan werk geholpen op één bepaald terrein,, waarop ook zij volwaardig kunnen zijn. Daarom is het te hopen, dat er in de toekomst ook nazorg zal komen voor lichamelijk gebrekkigen. Tenslotte vroeg Mr. van Dam de aandacht voor het feit, dat het dak van het gebouw zeer geschikt gebleken is om er een daktuin te maken, te gebruiken in de pauzes tusschen de werkzaamheden. Hiervoor zijn echter nog mid delen noodig. Hierna was het woord aan den heer A. G. Boes, wethouder van onderwijs, die o-m. zei- de dat de groote opkomst dezen middag be wees, welk een belangrijke plaats de nazorg in de harten van velen inneemt. Door den krachtigen steun van het Gemeentebestuur is het nu mogelijk geworden, deze nieuwe werk inrichting te openen en ook vele particulieren en vereenigingen hebben er belangeloos veel werk voor verricht. Spr. prees voorts het orga nisatievermogen, de werkkracht en de toewij ding van het Hoofd van de Nazorg, den heer Schuyt, aan wien het ook te danken is dat vele fondsen zijn gevormd, en ging verder de, geschiedenis van het ontstaan en de ontwik keling der Werkinrichting na. Er werken nu Aan de groene tafel waren bij de opening van de Werkinrichting gezeten, van rechts naar links: Dr. E. A. M. Droog;wethouder W. van Liemt; Mr. L. G. van Dam; wethouder A. G. Boes; de heer K. Brandts: Dr. A. van Voort huysen en Mr. Dr. E. S. Witteveen. (Aan de linkerzijde van Dr. Droog zat nog Mr. Th. A. Westra en aan de rechterzijde van Mr. Dr. Witteveen: Mr. C. Blankevoort). in 30 jongens, 15 meisjes en 10 blinden. Met de opening der nieuwe inrichting is een lang gekoesterde wensch in vervulling gegaan. Spr. droeg namens het gemeentebestuur het ge bouw aan Nazorg in bruikleen over, met den wensch dat de goede samenwerking tusschen het particulier initiatief en de overheid zal blijven voortduren. De derde spreker, Dr. A. van Voort huysen, zeide o.m.: met het buitengewoon onderwijs gaat het goed in ons land, met de Nazorg echter gaat het nog langzaam. Daar om moet des te meer gewaardeerd worden, wat op dit gebied te Haarlem onder de uit muntende leiding van den heer Schuyt ge schiedt. Met genoegen zag spr. onder de aan wezigen den heer Wepster, hoofd van de Bui tengewone School te Dordrecht, die indertijd te Haarlem met dit werk is begonnen. Spr. besloot met den wensch, dat de nieuwe in richting zal strekken tot voordeel der misdeel- den van Haarlem. De heer K. Brants voelde zich in deze bijeenkomst vertegenwoordiger van de provin cie en bracht hulde aan de Gedeputeerden, de heeren Gerhard en Mr. Bomans, voor wat zij in de provincie hebben gedaan voor het buitengewoon onderwijs, een onderwijs dat in derdaad buitengewoon is in alles en waaraan zooveel mannen en vrouwen hun beste krach ten met liefde en enthousiasme geven. Spr. ziet hierin een uiting, van den Christelijken geest. Mr. C. Blankevoort,~ voorzitter der Ge meentelijke Blindencommissie, zag in de nieu we inrichting een monument voor onze be schaving en sprak den wensch uit, dat de heer Schuyt er nóg Vele jaren zijn dankbaar werk voor de-geestelijk misdeelden in zal mogen •Verrichten. "*Mr.: Heef k eii's Thijssen zeide o.m. dat Haarlem nu bewijst, dat samenvoeging vair verschillende groepen van onvolwaardi gen in één inrichting-mogelijk is. Dit is altijd het idea&l.. van de ""Vereen. A. V. O. geweest. Spr,, bood ook namens het Antonia Wilhelini- na Fonds, dat hulp, brengt aan geesteszieken, een kleine gave aan voor het maken van een daktuin- op het gebouw. De heer P. d e B o e r, voorzitter van de Ver een. „Nazorg buitengewoon onderwijs" te Am sterdam en Hoofd- van de Nazorg aldaar, ves tigde er de aandacht op. dat vroeger de werk inrichtingen slechts werden „ondergebracht", thans'zijn het hygiënische-werkplaatsen, zoo als nu deze Haarlemsche er ook een is. Spr. bracht ook de hartelijke gelukwenschen over van de groep buiteng. L. O. van den Bond van Ned. Onderwijzers, en bood mevr. Schuyt bloemen aan namens de collega's van haai man. Gelukwenschen bood ook de heer P. H chreuder aan, namens de Vereen, van Onderwijzers en Artsen, werkzaam bij het Buit. Onderwijs. De heer P. Vo 1 g e r, voorzit ter van de Verbondscommissie „Nazorg" deel de mede, dat die commissie 500 zal geven voor een daktuin of een ander doel en D r. W. M o 1 bood namens het bestuur van de stich ting „Kennemerland" voor lichamelijk ge brekkigen voor hetzelfde doel 100 aan. De heer J. Wildschut, voorzitter van de afd. Haarlem der Vereen, tot Verbetering van het Lot der Blinden, schonk namens die verecni- ging eenige spellen. Woorden van dank werden voorts nog gesproken door de heeren: A. Bar, voorzitter van de afd. Haarlem van de R. K. Vereeniging „Blindenzorg"; Louman, voorzitter van de afd. Haarlem van den R.K. Blindenbond „St. Odilïa" en C. V a 1 k, voorzit ter der afd. Haarlem van den Ned. Blinden bond. De heer Schuyt beantwoordde de spre kers en uitte er zijn voldoening over, dat een groot gedeelte van de burgerij achter ..Nazorg" staat, 50.000 a 60.000 zijn in de afgeloopen 19 jaren voor de geestelijk misdeelden in Haarlem bijeengebracht. Spr. bracht ook dank aan de oud-wethouders van onderwijs Mr. A. Bruch en den heer W. Roodenburg en aan den tegenwoordigen functionaris, den heer A. G. Boes. De heer Schuyt twijfelt er niet aan, of in de toekomst zal er ook plaats komen voor de lichamelijk gebrekkigen. Mr. van Dam dankte nog Openbare Wer ken voor de betoonde medewerking. Hierna werd het gebouw, waarvan wij reeds een uitvoerige beschrijving gaven, bezichtigd. Na den rondgang vertoonde de heer Wep ster de film; „Eenvoudigen van Geest", wel ke film in het bijzonder de aandacht vestigt op het sociale deel van de Nazorg. BAL-MASQUé VAN HAARLEM'S TOONEEL. Het was een geslaagd bal-masqué. dat Za terdagavond door Haarlem's Tooneel gegeven werd in alle zalen van cabaret La Gaité aan de Raaks. Stond in den oproep te lezen, dat een vlotte stemming en een volle zaai ver- eischt waren, de avond heeft bewezen, dat het eerste geenszins ontbrak. De vlotte stemming was er, de zaal had misschien iets voller kunnen zijn. Hot viel ons op, dat van de costuums zoo veel werk gemaakt was. Bijna alle aanwezigen waren gecostumeerd en gemaskerd en voorts was groote zorg besteed aan de costuums. Zoo was er een robot, de mechanische mensch, volledig uitgerust met lampen en schakelaars, zoo was er de kampeergroep „Zoo gaat ie goed" genaamd met mandoline, kooktoestel- len en een tent zelfs. Een Leg't-ereis-an-tentje met baanveger en een gezelschap vroolijke schaatsenrijders en -rijdsters kwam de zaal binnen. De baanve ger had een neus glimmend rood van de kou. wat niet wegnam, dat hij nog goed de trom pet kon bespelen. Er was voorts een scheids rechter met zijn hoofd vrijwel geheel in ver band, er wasja er was zooveel, dat het moeilijk in een klein bestek genoemd zou kun nen worden, zoodat we het besite doen met te verwijzen naar den uitslag van de besprekin gen der -jury hieronder. Dat die geen gemak kelijke taak had, is te begrijpen. Ze bestond uit de heeren Siebolt, J. Wagemaker, Mulder en Joh. Josseaud, die de prijzen tenslotte als volgt toekende Wat de dames betreft, was de negerin de meest komische, de Spaansche danseres in het wit was de fraaiste, het kaartspel de zonder lingste terwijl de champagnefarrtasie op het kaartspel volgde. Het sneeuwklokje en de dag ontvingen respect, den eersten en tweeden prijs voor het fantastische costuum. Ook Rood kapje verwierf een prijs. Van de heeren bleek Louis Seize den prijs voor de historische figuur deelachtig te zijn geworden, de actueelste was de K 18. de meest komische was de agent, de fraaiste de mo derne Sheik en de zonderlingste de Robot. Het meeste komische paar was Robert en Bertram, de Tirolers kregen den eersten prij; en de gondeliers den tweeden in de afdeeling fraaie costuums. De Kampeerders ontvingen den eerepalm als zijnde de actueelste groep. De Krabbelaars (de groep schaatsenrijders) werden beschouwd als de meest komischen en de Russen en Chi- neezen achtereenvolgens mochten den eersten en tweeden prijs in ontvangst nemen in de afdeeling fraaie costuums. Bij gebrek aan historische en actueele da mes, historische, actueele en zonderlinge pa ren en historische en zonderlinge groepen ver vielen deze prijzen aan anderen. De prijzen be stonden uit fraaie, smakelijke of nuttige voor werpen en werden zeer gewaardeerd. De zalen van La Gaité bleken zich uitste kend te leenen voor een feest als dit. Ze wa ren bovendien rustig en smaakvol versierd met. teekeningen op carnavals betrekking hebbende. Het huisorkest onder leiding van Richard Harold verzorgde de dansmuziek. Ha rold trad in de film Bommen op Monte Carlo op als dirigent van het orkest in de dancing, waar Hans Albers en Anna St.en hun eersten en eenigen dans met elkander deden. Hij had de muzikale leiding in die film. De Vogels accordeonisten wisselden het huisorkest af. Corduwener had weer veel succes met zijn rumbas, terwijl Bobby Cury een zeer vlotten stepdance uitvoerde en een uiterst rythmisch gespeelde slagwerksolo ten beste gaf. Deze speciale attracties sloegen bij het publiek zeer in. Als gezegd, een geslaagd feest, dat tot ver na het middernachtelijk uur in de beste en vroolijkste stemming voortgezet werd. MIST! HOESTWEER! Om hoest te voor komen en te ver helpen niets beter dan CARXAVALAVOND VAN ST. GEXESIUS. Zondag gaf de R.K. Tooneelvereeniglng „Sint Genesius" een Bonten Carnavalavond in Vreeburg te Bloemendaal. De vrienden van St. Genesius stelden dézen avond blijkbaar op hoogen prijs, zij waren in grooten getale opgekomen. De heer Ely Huijboom. de regisseur der ver eeniging, trad als conferencier op. En met groot succes. De zaal heeft geschud van 't lachen om zijn vroolijke kwinkslagen. Mej. Rie van der Goes zong zeer verdienste lijk het slaapliedje van Schubert en het wie geliedje van Mozart. Een verrassing was het optreden van de Damiate-Zangers. Voor en na de pauze zong dit kwartet een drietal liederen met begeleiding van den heer Roze krans, die zich een waardig vervanger toonde van den afwezigen pianist uit Weenen. Zij zongen bekende liedjes, als „Iclï mocht wieder einmal verliebt sein" van Robent Stolz, „Standchen" van Schubert en het mooie „Ma rie Mara Maruschkola" van Niel. In de verschillende éénactertjes, 5 in getal, traden alle leden van St. Genesius op. „De brief" sloeg al dadelijk geweldig in. De medespelenden in „Artistenrevue" waren allen goed getypeerd. Flippie. ons Buziau-tje. was uitstekend en bracht veel vroolijkheiö. Verder werden nog opgevoerd „De satijnen schoentjes", „Schrikkeljaar" en „Stagnatie". Na afloop volgde een bal met attracties. VAN DE FIETS GEVALLEN. Zondagavond is het 16-jarig meisje D„ dat te Haarlem woont, bij het afrijden van den Hoogen Duin- en Daalscheweg van haar fiets gevallen. Zij werd bij de familie B. binnenge dragen. Dokter Immink, die ontboden was heeft het mesje onderzocht. Ze had een diepe wonde aan het voorhoofd en vermoedelijk een neusfractuur. Op advies van den dokter is zij per ziekenauto naar het Sint Elisabeth's Gasthuis vervoerd. „DE HOLLANDSCHE MOLEN". De Vereeniging ..De Hollandsche Molen" heeft Zaterdagmiddag in het Koloniaal In stituut te Amsterdam haar jaarvergadering gehouden onder leiding van mr. P. G. van Tienhoven. Het aantal leden der Vereeniging dat niet stijgende is, bedroeg aan het begin van het jaar 512. terwijl aan inkomsten over 1934 werd ontvangen f 3214. Medegedeeld werd dat een groot aantal mo lens door hulp der vereeniging werden gehou den. In het afgeloopen jaar zijn door be langstellenden vele pogingen gedaan om stil staande molens weer in dienst te stellen. De stroomlij nwieken wisten haar goeden naam te handhaven en vonden in 1934 in België 8 nieuwe afnemers en in Nederland 38, t.w. 26 korenmolens en 12 poldermolens. Her innerd wordt voorts dat de nieuwe perspec tieven, welke de verbeterde windbemaling de laatste jaren heeft geopend, aanleiding heb ben gevonden de aandacht daarop te vesti gen van den minister van Waterstaat. In het buitenland heeft de verbeterde windbemaling ook aandacht getrokken. Uit Pretoria kwam een verzoek tot het bouwen van windmolens, teneinde met de molens water naar reservoirs, gelegen op verschillende niveau's op te pom pen. Een soortgelijke vraag bereikte het bestuur uit Santiago (Chili) tot het bouwen van wind molens voor irrigatie-doeleinden. Voorts kwamen uit verschillende andere deelen der wereld aanvragen binnen. De vergadering werd besloten met de ver tooning van de molenfilm „Stoere. Werkers". (Adv. Ingez. MedJ VASTENAVONDFEEST VAN DE R.K. ORATORIUMVEREENIGING. Velen waren Zondagavond in de groote zaal van het Gemeentelijke Concertgebouw aan wezig. Honderden dwaalden in de haast te klein geworden zaal rond, gekleed in vaak heel fraaie, dikwijls bizarre costuums. Er werd namelijk een vastenavondfeest gehouden door de R.K. Oratoriumvereeniging te Haar lem. Zeer smaakvol was de zaal versierd. Langs de zijkanten waren zitjes gemaakt, vanwaar men de dansenden op de groote vloer in het midden kon gadeslaan. Aan de beide lange zijden van de zaal was in het midden een po dium vervaardigd,waarop orkestjes zaten, die elkaar van tijd tot tijd afwisselden. Langs de wanden hingen lange wit-roode vanen met gouden kronen bekroond. Overal aan de muren schitterden de kleine lampjes, die de kronen illumineerden. Aan'de kanten van de dans vloer waren standaards geplaatst met vroo lijke lampions en lichtjes versierd. En in de zaal dwaalden zooals gezegd honderden rond. Daar waren Chineezen en Japanners, Pierrots en Pierrettes, een Don Kozakkengroep en tien tallen andere bal-masqué-figuren. Er heerschte een buitengewoon opgewekte sfeer, de juiste voor een vastenavondfeest. Er werd met veel animo gedanst. De dansleiding berustte in vertrouwde handen; in die van de heeren Martin. De heer Herman Moerkerk had de artistieke leiding van het vastenavond feest, dat heden wordt voortgezet. Vooral vanaf het podium, waar anders de H. O. V.-artisten spelen, leverde de zaal een bijzonder aardige aanblik op. Hoe later het werd, hoe meer menschen de zaal binnexi- kwamen. Om twaalf.uur sprak de heer H. Hagemeijer, voorzitter dei- R.K. Oratoriumvereeniging cenige woorden van dank, tot degenen die bij gedragen hebben tot het weislagen van den avond. De jury bestaande uit de heeren H. Moer kerk, J. Perdonk en G. Gussehkhopen reikte de prijzen uit. die als volgt waren toegekend: Komische groepen: Ouden van dagen (vier heeren en zes dames). Fraaiste groepen: Eerste prijs: Don Kozak ken (acht dames), tweede prijs: Marinegroep (twee dames en twee heeren). Fraaiste paren: eerste prijs: Biedermeier in rood' fluweel, tweede prijs Zigeunerpaar. Komische paren: eerste prijs: Marie met haar huzaar, tweede prijs: Apachen, derde prijs: -Piccolos. Personen: Chinees. Dames: eerste prijs: Normandisch meisje, tweede prijs: Mandoline speelster, derde prijs: Poolsch meisje, vierde prijs: Cowboydame, vijfde prijs: Spaansche in rood fluweel, zesde prijs: Keukenmeisje met mandje. ZONDER VOORUITBETALING KRUISWEG 60Tel.16659 (Adv. Ingez. Med.J De Waschbeer. Levend en als bontkraag. Vroeger leefden overal in Amerika tal van waschberen. Thans vindt men deze dieren bijna alleen nog in de bosschen, die rijk aan water zijn. In vele streken hebben de men schen hen reeds geheel en al uitgeroeid, in de eerste plaats omdat de jacht een lievelings- sport van de Amerikanen is en ten- tweede, omdat de dames het vel van den waschbeer -gaarne 's winters als bontkraag op haar jas dragen. Opdat deze dieren nu niet volkomen uit sterven, heeft men overal in Amerika en Europa waschberen-farmen ingericht. Deze experimenten zijn goed geslaagd, omdat de waschbeer gemakkelijk aan elk klimaat kan wennen en bovendien, als het moet zeer gced met vegetarisch voedsel kan volstaan. Het dier leeft op deze farmen van afgevallen vruchten en wortelen en krijgt er zoo nu en dan een portie rijst bij. Wie gelooft, dat de waschbeer het uiterlijk van een beer heeft, zal teleurgesteld zijn, als hij hem ziet. Het beestje lijkt eigenlijk meer op een dik. grijs-bruin vosje dan op een beer: het heeft eveneens iets van een hond. terwijl zijn kop met de kleine oor en en de lichte snor lijkt op dien van een kat. In werkelijkheid behoort de waschbeer ech ter toch tot de familie van de beren. Hij bezit zeer vele eigenschappen van deze dieren. Als hij in vrijheid leeft, plundert hij vogelnesten, vangt ratten en muizen en versmaadt ook kikvorschen. slakken, insecten en kevers geenszins. Hij haalt zelfs visschen en kreef ten uit de rivieren en tijdens de eb gaat hij ook op jacht in zee. Zooals gezegd eet hij ook vegetarisch'voedsel en is vooral .«dn groot vriend van fruit! v-v Het 'fs nu interessant, eens te weté'n te ko men, waarom dit dier dén zonderlingen naam van waschbeer draagt. Hij pleegtham^iik zijn voer te wasschen vóór hij''t verorbert en dit doet hij niet slechts in gevangenschap, maar ook in vrijheid. Als hij echter grooten honger heeft,, doet hij dit niet, maar ver slindt zijn voer zooals hij 't vindt. Dit 'wasschen is hoogstwaarschijnlijk geen aangeboren of door erfelijkheid verkregen behoefte aan zindelijkheid, maar een genoe- gelijke spelerij. Er zijn namelijk tal van waschberen, die een flesch of een bal met dezelfde vreugde in hun waterbak dompelen en wasschen als hun voer. Ze vermaken zich er kostelijk bij en probeeren niet eens, de ge reinigde voorwerpen te beknabbelen. Maar precies als kleine kinderen willen ze hun speelgoed niet afgeven en als men het hun met geweld wil wegnemen, bieden ze hevigen weerstand. Als men hen weer met rust laat beginnen ze opnieuw met het water te spe len. De waschbeer speelt net zoo graag als zijn andere familieleden, maar hij wordt ook vlug vertrouwelijk en tam. Daarom houden liefhebbers hem ook wel eens als huisdier. Hij leert dan precies als een hond op het woord te gehoorzamen. Men mag hem echter nooit alleen in den tuin laten: want dan steelt hij de mooiste vruchten. Geen boom is zoo hoog, dat hij hem niet zou kunnen be klimmen en aardbeien beschouwt hij als een bijzondere lekkernij. Bovendien zijn de waschberen zeer aan halig. Als deze dieren tam zijn, spelen ze met de menschen precies als jonge katjes en la ten zich heel graag door hen aanhalen. M. H. J. feuilleton. Uit het Engelsch van PATRICIA WENT WORTH, Nadruk verboden 38) „Het is niet de kwestie wat jij wilt geven, maar wat Anne wil aannemen. En je weet net zoo goed als ik dat Anne nog geen sixpence aannemet als ze een beleediging op den koop toe krijgt. Wat geeft het om „o" te zeggen en te schreien? Het is een beleediging, dat moet je toch toegeven? Wat zou jij voelen als Nicholas ja, Nicholas tegen jou zou zeggen: Ik wil je nooit meer zien en niets meer met je te maken hebben, maar je kunt- een toelage krijgen als je belooft uit mijn buurt te blijven?" Jenny's stem liet haar in den steek. Ze stak haar handen uit een trachtte zeggen: „Dat niet!" maar er kwam alleen een schorre fluis tering over haar lippen. John's woorden had den gestalte gegeven aan die onbestemde ontzetting, die in de beklemmende eenzaam heid van den nacht beving door haar hui verde, als ze den slaap niet kon vatten.^ John stond op en liep van de canapé weg. Aan het andere einde van de kamer stond een tafel, met tijdschriften erop. Hij ging erheen en bladerde in een geïllustreerd weekblad. Op iedere bladzijde stonden platen, maar hij zag er geen enkele van. Na enkele minuten kwam hij weer bij de zitbank terug. Jenny had een verfrommeld zakdoekje in haar hand; ze hield het in een stevigen, bevenden greep. „Je begrijpt het niet", zei ze weer. „Waar om ben je zoo fel en onhandelbaar? Waarom wil je mij niet vertellen wat ik zoo graag weten wil?" „Luister eens Jenny", klonk het toen, langzaam en ernstig, maar zonder boosheid, „het heeft geen zin. Je kunt geen twee wegen tegelijk bewandelen je kunt niet met je eene hand Anne uit je leven bannen en haar met de andere vasthouden. Je hebt haar gezegd weg te gaan. Nu ze is weggegaan. Wat je nu verder moet doen, is haar met rust laten". Jenny keek enkele seconden naar hem. Toen vroeg ze aarzelend: ,Is ze gezond? Is ze gelukkig?" „Ze heeft nogal veel om gelukkig te zijn, nietwaar?" viel John uit, zóó bitter, dat Jenny haar adem inhield. „Waarom trek je het je zoo vreeselijk aan?' vroeg ze. En dat- was het moment waarop het in alle duidelijkheid tot John's geest doordrong hoe veel hij om Anne gaf. Zijn woede, zijn bitter heid, zijn vastbeslotenheid die gevoelens kende hij: maar tot op dit oogenblik had hij niet geweten dat ze de reflecties van liefde warenvan zijn liefde voor Anne. Het was hem nu alsof tyj altijd van haar gehouden had. met een onmetelijke, beschermde teeder- heid. Iets van de plotselinge ontdekking scheen op zijn gezicht leesbaar te zijn, want Jenny hijgde: „Maar John, dat is onmogelijk!" „Wat is onmogelijk?" „Dat je van Anne houdt op die manier". „Is dat onmogelijk?" „Dat weet je immers best! Wat heeft het voor zin om de dingen nog moeilijker voor je zelf te maken dan ze al zijn. En niet alleen voor jezelf, maar ook voor haar en voor ieder een". Ze hield haar zakdoekje voor den mond en fluisterde: „Je weet Nick zei dat hij het je verteld heeft dat ze ln de ge vangenis gezeten heeft". Een kort oogenblik keek John haar aan. Toen lachte h>; „Wat maakt dat voor verschil? Ze is Anne". Een priemende steek van jalouzie ging door Jenny's hart. Het was niet om John ze verlangde John niet, of iets van hem; ze hield van Nick. Maar ze voelde 'n vreemd en onge definieerd verlangen voor een Nick die kon kijken zooals John nu deed; een Nick, voor wien ook niets verschil zou maken. Als zij in Anne's plaats was, zou Nick dan hebben gezegd was John nu zei? Ze wist het niet. Ze wist het niet; en ze voelde een namelooze vrees in zich opkruipen. Ze schreide niet. Het zou gemakkelijker zijn geweest als ze had kunnen schreien: want haar geheime angst fluisterde ontzettende en ondragelijke din gen. Even bleef ze zoo zitten; toen hoorde ze John mopperen: „Zet niet zoo'n gezicht, Jenny". Ze opende de oogen. „Houdt je van Anne, werkelijk?" „Ja zeker". „Ben je van plan met haar te trouwen?" „Wat dacht je anders?" De kleur op zijn gezicht werd dieper; hij keek haar recht ln de oogen en lachte. „Wil zij met jou trouwen?" „Ik hoop het", verklaarde John vroolijk. „O" Iets anders kon Jenny weer niet zeg gen. Ze bette haar oogen en stond op .„Ik zou bij tante Jenifer gaan lunchen ik moet weg". Ze gaf hem geen hand. maar liep naar een spiegel, haalde een poeder dons uit haar tasch en poederde zich. Ze bleef voor den spiegel staan en met den rug nog steeds naar John gewend, trok ze haar witte suède handschoenen aan die ze van de rustbank had meegenomen. Toen ging ze naar de deur. Maar even voor ze die bereikt had, draaide ze zich om en keerde terug. „Dus je wilt, me niet vertellen waar ze is?" „Neen ze zou het me hoogst kwalijk nemen als ik dat deed". „Wil je haar een boodschap overbrengen?" „Dat zal ik je zeggen als ik weet wat het is". „Mijn groeten", zei Jenny, „en die van den kleinen jongen van Tony". Ze sprak de woorden alsof ze er haar adem mee uitputte. Daarop zonder John's antwoord af te wachten, keerde ze zich weer naar de deur en ging de kamer uit. xx vin. John wandelde dien middag door Bondstreet en op een gegeven moment trad hij een juwelierszaak aan de linkerzijde der straat binnen. De winkel had een groot étalage venster van spiegelglas, in het midden waar van traliewerk was aangebracht ter beveili ging van de uitgestalde diamanten en sma ragden. Aan den eenen kant van de ruit waren kostbare antieke Fransche en Russische ju- weelen geëtaleerd; aan den anderen kande laars, en zilveren lepels en vorken en ander tafelgerei. Het mat-koperen bord aan de deur vermeldde den naam Pollard. Het was niet het eerste bezoek, dat John Wavèney aan den juwelierswinkel bracht. Een week tevoren had hij er een sigarettenkoker gekocht en twee dagen daarna was hij er nog eens geweest en had een half uur lang met Mr. Nigel Pollard in hoogst eigen persoon over oud zilver gesproken. Hij werd thans door den eigenaar met een stralenden glim lach begroet en de candelabres die, naar hij vertelde, zoo op het oog bijzonder in zijn smaak vielen, werden uit de étalage gehaald en hem van nabij getoond, „Uit de verzameling van Lord Clarence", deelde Mr. Pollard half fluisterend mee „Ja. juist, de Lord Clarence van de beroemde col lectie. Ik was zoo gelukkig om op dit paai de hand te kunnen leggen. Ze zijn schitte rend, vindt u niet?" Mr. Pollard was een korte, gedrongen man, met een bleek, dik gezicht en donkere, leven dige oogen, die een uitdrukking van intelli gentie gaven aan het andere onbeteekenende gelaat. Hij was een erkend expert in zijn vak; wat hij van edelsteenen en antiek zilver niet wist, was ook niet de moeite van het weten waard. John moedigde hem. aan om verder te praten over de 'candelabres en Lord Cla rence. „U kunt mij gelooven", hernam Pollard, „Lord Clarence had geen enkel minderwaardig stuk in zijn collectie. Als u dit jaar! koopt., hebt u uw geld in een solide bezit gestoken, dat zijn waarde houdt. U geeft het niet uit u belegt het. en heel wat beter dan in staatspapieren tegenwoordig". „Je loopt altijd het risico dat ze gestolen worden". De juwelier haalde de schouders op. „Hoe zeldzamer een stuk. hoe minder risico men loopt. De markt voor dergelijke dingen is klein, on er zijn te veel menschen van op de hoogte: de kunstkenners, de handelaars, de douane, de politie. Het gevaar om- gesnapt te worden is groot en de kans om zooiets met een behoorlijke winst kwijt te raken, gering. Het loont de moeite niet". „Juweelon gaan zeker beter?" informeerde John. „Zijn er een tijd geleden niet parels bij u gestolen?" Mr. Pollard spreidde in een gebaar van hul peloosheid de handen uit. „Parels? Ach, ja! Parels. Het snoer wordt doorgeknipt en pfft! Wie zal zeggen, deze zijn van mij, die van jou, behalve dan als ze bijzondere kenmerken hebben: kleur, vorm, grootte iets speciaals dat ze van andere onderscheidt". „Maar er zijn u toch parels ontstolen? Ik las het in de krant, toen het gebeurt was. En eigenlijk ben ik daardoor bij u gekomen. Toen ik u naam op het- bord bij de deur zag staan, herinnerde ik mij dien 'en dacht bij mezelf, ik zal hier maar eens binnengaan. hebt die parels ook weer teruggekregen, is 't niet?" „Ja. ik heb ze terug. Ik heb geboft lk heb trouwens altijd nogal geluk gehad behalve toen ik pas begon". .(Wordt vervolgd}

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 7