Spellingstrijd ontbrand.
WEEK-ABONNEMENTEN
Nog steeds het
Landbouwcrisisfonds.
VRIJDAG 15 MAART 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
3
EERSTE KAMER.
Minister Marchant zal heden antwoorden.
's-GRAVENHAGE Donderdag.
Zwaar geharnast trokken vandaag een vier
tal senatoren tegen den spellings-draak ten
strijde. Jhr. v. Citters (a.r.) betrad als eerste
de arena en slingerde giftige wapens naar den
draak, die het vervolgens ook hard te verduren
had, toen achtereenvolgens de sociaal-demo
craat Henri Polak, de R.K. senator Mr. Heer-
kens Thijssen en de aanvoerder van de c.h.-
fractie Professor de Savornin Lohman hun
kamplust bot vierden.
Tusschen dit alles door zorgden de heeren
Ossendorp (s.d.) en Oudegeest voor eenige af
wisseling door nu eens te zwijgen over de
spellings-misère. Laatstgenoemde vertoefde in
het schoone Parijs, waai' hij het dure Neder-
landsche studententehuis in de cité univer
sitaire had aanschouwd. Dit deed hem den
Minister vragen waarom dit nog niet eens af
gewerkte gebouw 7 ton had moeten kosten,
(door particulieren opgebracht, maar mis
schien zal de staat straks van de nog ontbre
kende 4 ton de helft voor zijn rekening ne
men) waartegenover andere landen voor heel
wat minder hun, wel gereed zijnde, gebouwen
hadden opgetrokken.
Zijn partijgenoot Ossendorp stond geruimen
tijd te fulmineeren over het door hem afge
keurde beleid van den minister inzake de uit
de school verwijderde huwende onderwijzeres
en t.a.v. de concentratie. Deze had het open
baar lager onderwijs het slachtoffer gemaakt,
terwijl daartegen de bijzondere scholen door
Mr. Marchant al te zeer ontzien waren. Een
andere grief bracht Mr. Smeenge (lib.) naar
voren toen hij betoogde, dat in meer dan een
streek van ons land niet meer, gelijk de
Grondwet voorschrijft, voldoende gelegenheid
bestaat om openbaar lager onderwijs te ge
nieten.
Verder was het niets dan spelling en nog
eens spelling, dat de harten en monden der
overige sprekers beroerde.
Jhr. v. Citters begon. Allereerst een klacht
over den Premier, die zelf bij het algemeen
begrootingsdebat in deze kamer den degen
met de heeren niet had willen kruisen, doch
hen getroost had met de mededeeeling, dat
de Minister van Onderwijs K. en W. dit wel
voor en namens het heele Kabinet bij de be
handeling van Hoofdstuk VI zou doen. Hier
over bleken ook andere sprekers ontevreden:
zoo noemde Mr. Heerkens Thijssen dezen gang
van zaken bedroevend. Hij erkende hierdoor
ietwat bitter gestemd te zijn, want de Regee
ring had aldus blijk gegeven de Eerste Kamer
niet eens 'n eerste-klas-behandeling waardig
te keuren!
Deze afgevaardigde, die er op wees hoe men
met het gansche kabinet te maken had wegens
de nu geschapen verknoeiing van de Neder-
landsche taal, staat allerminst op het stand
punt, dat er in de spelling niets mag veran
deren. Verstokt conservatisme is hem vreemd,
maar hij keurde het af, dat er geen onpar
tijdig deskundig onderzoek was vooraf gegaan
aan de opstelling van een goed gefundeerd
plan. De Minister had zich grandioos vergist
in de medewerking der maatschappij: daar is
het verzet zeer groot. En het ware dan ook te
Ex-consul van Costa Rica
veroordeeld.
Twee jaar zonder aftrek van voorarrest.
Het Amsterdamsche hof veroordeelde Don
derdag naar reeds in een groot deel onzer
vorige oplage is gemeld, den ex-consul van
Costa Rica L. W. S. P. Sr., wonende te
Naarden, wegens afgifte van een valsche pas
oplichting en verduistering tot een gevange
nisstraf van twee jaar zonder aftrek van
voorarrest. De rechtbank had hem eveneens
tot twee jaar veroordeeld, doch het voorar
rest in mindering gebracht.
In de eerste instantie had men slechts die
eerste twee feiten, het afgeven van een val-
schen pas en de oplichting van een Fran-
'schen markies bewezen geacht. Het hof
achtte echter na een uitvoerig onderzoek in
tweede instantie eveneens de verduistering
bewezen, gepleegd ten nadeele van een En-
gelsch predikant tot een bedrag van 4600
pond sterling. Zooals men weet is P. eeni
gen tijd consul van Costa Rica geweest. Hij
werd eohter ontslagen in den tijd van de
Veendammer strafzaak, waar P. ook bij was
betrokken Hij aanvaardde dit ontslag niet
en ging, hoewel zijn opvolger was benoemd,
in stilte door met het afgeven van papieren
[tegen betaling. Toen hij op zekeren dag
ffiieuwe stempels bestelde kwam de zaak uit.
Overtredingen der crisis-
wetgeving.
wenschen, dat de Regeering alsnog op de dwa
lingen haars weegs zou terugkomen.
Ook Prof. de Savornin Lohman drong hier
op aan na een zeer felle rede, waarin hij den
Minister niet spaarde. Trouwens, dat hadden
Jhr. v. Citters en Henri Polak evenmin gedaan.
De s.d. afgevaardigde merkte o.m. smalend
op, dat men zich evenzeer aan de nieuwe spel
ling zal wennen als aan een leelijk bloemetjes-
behang van 5 ct. per rol, dat over een fraai
goud-leeren behang is geplakt!
Met allerlei voorbeelden toonde hij ernstige
feilen der nu uitgevaardigde regeling aan, die
hij wraakte als een ernstige aantasting van
de Nederlandsche taal en van haar wezen.
Ook achtte hij het een fout van den Minister
dat deze de kwestie alleen van taalweten-
schappelijken kant had bekeken en blind was
gebleven voor het brok cultuur, dat thans be
dreigd wordt.
Het is niet louter een onderwijs-zaak, neen
het wezen der taal is in 't geding, zoo betoog
de de heer v. Citters. welke ook zeer veront
waardigd was over de manier waarop het Par
lement in dezen was genegeerd, terwijl hij der
Regeering verweet dat zij allerminst verstaan
had de juiste zaak op het juiste moment en
op de juiste wijze aan te pakken, wat immers
het essentieele van Regeer-kunst is.
Prof. Lohman, die tot zijn laatsten snik de
Vries en te Winkel trouw zal blijven gaf Mr.
Marchant te verstaan, dat deze, leefden we
niet onder een crisiskabinet al lang door het
Parlement uit wandelen zou zijn gestuurd.
Of morgen de minister een minder onaan-
genamen dag zal hebben?
TWEEDE KAMER
Incident, dat spoedig bijgelegd was.
Directeur der C. H. V. tot 10.0CO
veroordeeld.
De geruchten omtrent door de coöp. han
dels ver eeniging van den N.C.B. begane over
tredingen van de crisiswetgeving houden nog
steeds onverminderd aan, aldus de Bossche
Crt. Ons bereiken thans weder berichten dat
nieuwe overtredingen zijn geconstateerd in
het Land van Maas en Waal, en eveneens in
Brabant, overtredingen die zouden staan
buiten de geruchtmakende kwestie van de
misrekeningen voor den rogge steun.
Zoo zouden eenigen tijd geleden in het
filiaal te Leeuwen bij Tiel onjuiste meelver-
mengingen hebben plaats gehad. Het tucht
college van de Akkerbouwcentra]e heeft daar
naar een diepgaand onderzoek ingesteld met
het gevolg dat de zaak voor den kantonrech
ter te Tiel is gekomen. De heer J. D., direc
teur van de C.H.V.. werd daarbij veroordeeld
tot een boete van f 10.000 of 30 dagen hech
tenis. In twee bewezen geachte feiten werd
telkens f 50C0 boete opgelegd. Gebleken is
dat het filiaal Leeuwen meelvoorraden had
opgeslagen van onjuiste samenstelling, of
tenminste van een samenstelling die niet
beantwoordde aan de door de regeering ge
stelde eischen.
De directie van de C.H.V. heeft zich niet
bij deze uitspraak neergelegd en dezer dagen
zal de rechtbank te Arnhem in hooger be
roep de klacht van het tuchtcollege ter be-
feapdeling krijgen.
's-Gravenhage, 14 Maart.
Bij de behandeling der afdeeling groenten-
fruit- en sierteelt is er ruime aandacht aan
den thans verre van gunstigen toestand van
het tuinbouwbedrijf gewijd. Mr. Duys (s.d.),
de heeren Ebels (vd.), v. d. Heuvel (a.r.),
Lovink (c.h), Louwes (lib.), Kampschoer
(r.k.) enz., zij allen hadden een droef beeld
van de tuinderij-misère ten beste gegeven.
„Zoo krachtig mogelijke hulp is geboden",
aldus de erkenning van Minister Steenberghe,
die echter de moei
lijkheid om midde
len voor het Land
bouwcrisisfonds te
vinden, waaruit rui
mere hulpverleening
mogelijk zal zijn,
niet gering acht, In
elk geval zal hij er
zijn uiterste best
voor doen.
Reeds stelde hij
een belangrijke tege
moetkoming in het
..vooruitzicht. Uit
een ter zake inge
steld onderzoek is gebleken, dat men waar
schijnlijk. conform den wensch o.m. van den
lieer v. d. Heuvel de tegemoetkomingen
vroeger zal kunnen uitbetalen, zij het dan
ook gedeeltelijk in den vorm van voorschot
ten.
Met den Minister van Financiën zal Mr.
Steenberghe praten over de door den heer
Kampschoer onder zijn aandacht gebrachte
fiscale bezwaren tegen de bereiding van wijn
uit Westlandsche druiven en most uit fruit.
Prijszetting voor binnenlandsch gebruikte
groente (aanbevolen door den r-k afgevaar
digde Groen) zal achterwege blijven; de prijs
voor de binnenlandsche verbruikers zou
zulks te zeer opdrijven.
Ook de leden, die voor de bloembollencul
tuur in 't krijt waren getreden en verminde
ring der van het bloèmbollenbedrijf gevorder
de heffingen hadden bepleit (Mr. Duys, de
heeren Lovink, v. d. Heuvel, Kampschoen en
Loerakker) kregen geen bijster bevredigend
antwoord.
Het bloembollenbedrijf. aldus 's Ministers
betoog, heeft doorgezet, dat het op eigen ver
antwoordelijkheid. het thans geldende sanee-
ringssysteem heeft toegepast. En nu gaat het
z.i."niet aan, nu het mis is geloopen, zoo maar
dadelijk de zaak weer in orde te gaan bren
gen op kosten der andere deelgerechtigden
aan het Landbouwcrisisfonds.
In verband met de bloembollen kregen de
Minister en Mr. Duys het even aan den stok.
Deze laatste had zijn rede geëindigd met de
vraag of de Regeering' de bloembollen soms
vergeten had bij de clearings onderhandelin
gen met Duitschland, waarop de Minister los
brandde: ,,U moest zich schamen die vraas
te stellen!"
Mr. Duys had die opmerking niet opgevan
gen, maar zijn partijgenoot ter Laan lichtte
hem in, waarop de heer Duys het woord voor
'n persoonlijk feit vroeg, onder het gehamer
van den President, die blijkbaar eerst de ge
moederen tot rust wilde laten komen er
daarom den heer Ekels eerst liet spreken.
Toen deze klaar was, vroeg de minister het
woord om te verklaren dat hij zijn interruptie
thans terugnam, zich voorbehoudende er
straks op terug te komen.
Terwijl nog andere afgevaardigden spra
ken, hadden de Minister en Mr. Duys elkaar
gevonden, zoodat hierna Mr. Steenberghe
zijn tuinderij-rede aanving met te verklaren
in ietwat heftige gemoedsbeweging geraakt
te zijn door 's heeren Duys' vraag, aangezien
dezelfde vraag al de vorige week gesteld èn
beantwoord was; in de herhaling had hij mis
kenning gezien van de zeer groote moeilijk
heden, die de Regeering bij haar onderhan
delingen heqH te overwinnen. Thans was hem
inmiddels gebleken, dat Mr. Duys de vraag
alleen had gesteld teneinde den Minister de
gelegenheid te geven te doen uitkomen hoe
zeer" zich de Regeering juist beijvert voor de
bloembollen in verband met de clearing. En
daarom nam hij nu zijn interruptie terug.
Minzaam wuifde hem daarop Mr. Duys toe:
de vrede was geteekend.
Nog visscherij en tenslotte pluimveehou
derij, toen behoorde ook dit debat weer tot
het verleden en kon men aan de steenkolen-
contingenteering en wat daarnfee samen
hangt toekomen.
E. V. R.
t'
Bij apolhekers
anflavin-
PASTILLES.
n drogisten verkriiabaar.
(Adv. Ingez. Med.)
LANGS DE STRAAT.
De doove.
De menschheid houdt er soms een al te sim
plistische wijze van denken op na, en aange
zien noch het wereldbestel, noch de mensch
zelf erg simpel in elkaar zitten, brengt haar
dat onophoudelijk in moeilijkheden. z"oo ver
keeren velen geregeld in de, op het oog inder
daad ook niet zoo zot lijkende veronderstel
ling, dat elk ander mensch, die hem niet ver
staat. noodzakelijkerwijze doof moet zijn. Er
zijn zelfs gevallen, waarin hij niet vaii het
idee af te brengen is, dat eigenlijk elk inwo
ner van een ander land. en zeker ieder lid van
een ander ras, een soort van doove is, aan
wien men zich slechts verstaanbaar kan ma
ken door middel van de uiterste stemverhef
fing. Wie dat niet gelooft, die neme de proef
op zichzelf bij voorbeeld de eerste de beste
keer, dat hij te maken heeft met één der vele
Chineesjes, die tegenwoordig de Hollandsche
straten en de Hollandsche huizen fréquentee-
ren met hun koopwaar, en wier kennis van
ons dierbaar Nederlandsch gewoonlijk maar
minnetjes is. Stel ge onderhandelt met hen
over den aankoop van een kleedje, van een
das, van een zakje „pinda, pinda, lekker lek
ker". en in minder dan geen tijd zult ge uzelf
erop betrappen, dat ge, al onderhandelend
met dat wezen, dat uw taal niet kent en dat
dus doof is, uw stem ver buiten haar normale
volume hebt uitgezet. Of, als ge er niet van
houdt uzelf op de proef te stellen men kan
nooit weten wat men ontdekt! lees onder
staande ware geschiedenis en beken, dat zij
onomstootelijk bewijst wat te bewijzen was.
Het dametje, dat uit het Centraal Station
in Amsterdam stapte, was oud en heel klein:
het was bijna of ze er niet uit stapte, maar of
de groote, steeds wervelende deur haar naar
buiten woei. zoodat ze, terwijl de deur weer
terug zwaaide, zichzelf als onverhoeds op de
treden van de stoep terug vond, die van de
deur naar het trottoir leidde. Ademloos bleef
ze er even staan, en staarde met oogen, die
rond waren van ontzag, naar het onmetelijk
groote en onmetelijk drukke Amsterdam,
waarvan inderdaad het Stationsplein een in
drukwekkend deel uitmaakt. Het duurde wel
een volle minuut, voor ze besefte dat ze ver
der moest, en nog één, voor ze den overtocht
naar het trottoir aan den anderen kant. waar
de taxi's stonden, waagde; en terwijl ze ten
slotte den sprong deed en met haaf paraplu
en haar koffertje stijf tegen zich aan op een
kippedrafje naar den overkant holde, droeg
haar gezicht een uitdrukking, die duidelijk de
overtuiging, dat ze het er nooit levend af zou
brengen, verried.
.Taxi, dame?" zei de vaderlijke agent, die
haar aan had zien komen, en die daar speciaal
staat om voor oude dametjes en jonge kin
deren te zorgen.
.Oooo," zuchtte ze verlicht uit den diepsten
grond van haar hart, „oooo ja, agent, alsje
blieft."
En gelukkig keek ze toe terwijl de agent
wenkte het leek een sprookje! en de
taxi aankwam glijden. De chauffeur en de
agent laadden samen het oude dametje, haar
koffertje, haar paraplu en haar zwart zijden
tasch aan lange koorden in ze vulden met
hun vieren nog niet het luttelste hoekje!
en toen ze zat trok de agent zich terug van den
volbrachten plicht en liet het terrein aan den
chauffeur. Die boog zich naar binnen, en in
formeerde volkomen redelijk en uiterst be
leefd: „Waar naar toe, dame?"
Maar zijn woorden hadden op het oude da
metje een verschrikkelijke uitwerking. Ze keek
hem aan, kreeg een schok alsof ze door een
wesp gestoken was, week zoo ver mogelijk terug
in haar hoekje en fluisterde met lippen, die
eigenlijk niet wilden: „Vale Valeriusstraat".
De chauffeur knikte en wilde zich retireeren.
Maar toen verhelderde een straal van begrip
plotseling het gezicht van het dametje, en ze
zei opeens luid en met nadruk: „Valerius
straat!" En terwijl ze hem wenkte en zich tot
vlak bij zijn oor boog, met- een stemverheffing,
die haar zichtbaar inspanning kostte, nog
eens: „Valeriusstraat!" De chauffeur knikte
andermaal en begaf zich naar zijn plaats.
Het dametje leunde een oogenblik uitgeput,
maar nog niet gerustgesteld achterover. Haar
oogen bezagen gealarmeerd den voor haar in
stappenden chauffeur, en een lumineus idee
deed opnieuw haar gezicht opglanzen. Ze
jrabbelde haastig naar haar tasch, vischte er
een papiertje en een potlood uit. krabbelde iets
neer en klopte krachtig met de knop van haar
paraplu tegen de voorruit. De chauffeur
draaide zich om en schoof hem gedwee open.
Ze hapte naar adem, ging er bij in den wagen
staan, wees op zichzelf, en zei nog eens. zoo
hard. dat er een paar menschen op het trot
toir zich omkeerden; „Valeriusstraat!" Toen
nam ze het papiertje, hield het hem onder den
neus, wees weer op zichzelf, en spelde hem het
woord voor, dat erop geschreven stond, ter
wijl ze hem er strak bij aankeek, als wilde ze
hem dwingen de klanken van haar lippen te
lezen: „Va-le-ri-us-straat!" En ze bleef hem
vol verwachting aanstaren, nog eens op zich
zelf pikkend, en in volmaakten ernst.
En toen pas snapte de chauffeur het. Hij
lachte, een diepe, doffe, rommelende lach,
waaraan veel wit van tanden en oogen te pas
kwam. „Ik neger, hè?" zei hij „en ik bruin,
dus ik doof. Maar ik niet doof. En ik ook Hol-
landsch. Maar zelfs als ik niet Hollandsch,
ik nog niet doof." En hij toeterde vroolijk,
gaf gas. en reed weg. „Valeriusstraat", zei hij
geruststellend achterom.
Het dametje was met den schok van het
wegrijden mee in haar hoekje terug gevallen.
Het- was aan haar oogen, die stupéfait naar
den bruinen nek voor haar staarden, te zien,
dat haar hersens zich afsloofden aan de moei
lijke puzzle, die de chauffeur haar zooeven
zoo kort en krachtig had opgegeven. Maar er
daagde geen begrip in haar oogen. En toen
ze bij de brug links af moesten, sprong ze
plotseling overeind, boog zich door het nog
geopende voorruitje en wees hem met veel
gebaren, dat hij naar links moest. De chauf
feur grijnsde gelaten. En hij liet goedig toe,
dat ze haar post niet verliet, dat ze hem aan
de andere zijde van de brug verder dirigeerde,
en dat zij hem zoo verder heel Amsterdam
door zou brengen hem, den neger, een
doove, die onmogelijk verstaan kon hebben,
dat zij naar de Valeriusstraat moest.
W. T.
Geen massa-ontslag van
spoorwegpersoneel.
Wel opheffing van enkele
lijnen.
O.m. in de Haarlemmermeer.
In verband met loopende geruchten
onder het Spoorwegpersoneel, als zou
binnenkort het ontslag van een groot aan
tal personeelleden zijn te wachten, heeft
naar wij gisteren reeds in een groot deel on
zer vorige oplage hebben gemeld
de personeelraad van de Nederlandsche
Spoorwegen een onderhoud gehad met de
directie. Naar aanleiding van de besprekingen
kan allereerst worden medegedeeld, dat er
geen sprake van is dat het thans in de be
doeling ligt binnenkort aan honderden van
het personeel den dienst op te zeggen.
Onlangs is wel besloten, zoo goed als over
de geheele linie, personeel op G3-jarigen
leeftijd op wachtgeld te stellen. Uitzondering
is alleen gemaakt, voor hen. die nog niet ge
mist kunnen worden en voor wie bij onmid
dellijke op wachtgeldstelling terstond een
nieuwe arbeidskracht in dienst zou moeten
worden genomen. Maatregelen van dezelfde
strekking als de voorgenomen samenvoeging
van den dienst van handelszaken en goede
rentarieven met den dienst van het vervoer
zijn binnenkort niet te verwachten. Even ge
noemde samenvoeging zal naar het oordeel
van de directie slechts enkele personeelleden
overbodig maken. Op het terrein van de groo
te werkplaatsen zijn voorts geen ingrijpende
maatregelen, waardoor het personeel buiten
bedrijf zou komen in overweging, hoewel het
mogelijk is, dat binnen afzienbaren tijd op
nieuw tot vermindering van het aantal in
specties en ingenieurs-bureaux zal worden
overgegaan, staat dit binnenkort toch niet te
gebeuren. Evenmin is juist, dat het kader
trein-personeel vandaag of morgen belang
rijk zal worden ingeperkt Behalve de reeds
bekend gemaakte opheffing van vroegere lijn
gedeelten is het waarschijnlijk, dat met in
gang van 1 Januari 1936 enkele Haarlem
mermeerlijnen zuilen worden opgeheven.
Nieuwe opheffing van lijngedeelten is in
Friesland, Groningen, de Achterhoek en
Drente niet anders te verwachten, dan dat
misschien met ingang van 15 Mei a.s. de lijn
StadskanaalTer Apel zal worden opgehe
ven.
De directie concludeerde, dat hoewel er
geen voornemens bestaan om zoodanig te re-
orga-niseeren, dat het kader-personeel bin
nenkort belangrijk zal worden verminderd,
het niettemin steeds mogelijk blijft, dat in
een of ander opzicht tot bepaalde maatre
gelen. met als gevolg vermindering van per
soneel, zal moeten worden overgegaan.
De directie zegt echter toe, indien een of
ander voornemen van ingrijpenden aard zou
moeten worden ingevoerd, vooraf overleg te
plegen met den Personeelraad.
Door onze lens gesnapt.
Stelende hulp in de huis
houding.
Zij vermeerderde zoo haar grondbezit.
Dank zij het actieve optreden van de politie
men er in geslaagd een reeks diefstallen op
te helderen, die den laatsten tijd gepleegd
zijn ten nadeele van den heer V. te Beek, be
heerder van den Limburgschen Land- en
Tuinbouwbond. Bij hem bleken herhaaldelijk
tekorten in kas aanwezig, waarvan de directie
den beheerder, die te goeder naam en faam
bekend stond, niet kon verdenken, temeer niet
daar hij reeds geruimen tijd ongesteld is en
ten huize van zijn schoonouders te Elsloo ver-
oleegd werd. De diefstallen bleven elkander
opvolgen en betroffen in totaal thans reeds
ongeveer een bedrag van f 3000. In verband
met eenige aanwijzingen, die de politie kreeg,
vatte zij verdenking op tegen de 47-jarige
huishoudster van C. te Elsloo. moeder van 2
kinderen, die bijna dagelijks melk, boter en
eieren kwam halen ten huize van V. en tevens
zoo vaak dat noodig was. daar behulpzaam was
in huishouding en bedrijf. In de huiskamer
van V. nu stond een lessenaar, waarin, in een
niet gesloten stalen geldkistje het geld van
den bond werd opgeborgen. De politie liet nu
het geld op de gewone wijze, doch gemerkt
opbgrgen en stelde zich eenigen tijd verdekt
op in een nevenvertrek. Vrouw C. verrichtte
haar gewone werkzaamheden, kreeg ter be
taling daarvan een dertigtal eieren en vertrok
De politie kwam onmiddellijk te voorschijn
en constateerde, dat f 22.50 verdwenen was. Op
enkele honderden schreden van het huis werd
toen vrouw C. gearresteerd. Op haar werd nog
slechts één gemerkte rijksdaalder gevonden,
daar zij kans had gezien twee biljetten van
tien gulden weg' te werpen. Een te haren huize
ingesteld onderzoek bracht nog 300 gulden aan
den dag. die zij bekende eveneens te hebben
gestolen. Ten opzichte van de overige ver
dwenen gelden heeft zij echter geen beken
tenis willen afleggen, doch daar haar grond
bezit den laatsten tijd opmerkelijk toegenomen
is, verdenkt men haar er sterk van ook aan
den diefstal van die gelden schuldig te zijn.
Zij is ter beschikking van de justitie gesteld
Springende autoband veroor
zaakte een ongeluk.
dienen uiterlijk Dinsdagsavonds betaald te
zijn daar de bezorgers op Woensdag af
rekenen.
DE ADMINISTRATIE.
Vier personen gewond.
Op den Rijksstraatweg te Ermelo heeft
Donderdagmiddag tegen vier uur een vrij
ernstig auto-ongeluk plaats gehad. Ter hoogte
van het Blindeninstituut „Zonneheerdt" sprong
een achterband van een expeditie-auto. die op
weg was naar Zwolle. De bestuurder verloor
daardoor de macht over het stuur, de wagen
begon te slingeren en kwam in botsing met
een personenauto, die onderweg was naar
Apeldoorn.
De botsing was zoo hevig, dat beide wagens
zwaar beschadigd werden. Toen hulp toe kwam
schieten, bleek, dat alle vier inzittenden der
beide auto's gewond waren. De heer J. Kres uit
Apeldoorn, die in den personenauto zat. kon
echter, na ter plaatse verbonden te zijn. zich
naar huis begeven. De heer van den Esschart.
eveneens uit Apeldoron, die in denzelfden
auto had plaats genomen, was er het ernstigste
aan toe. Zijn borstkas was ingedrukt doordat
hij bekneld was geraakt tusschen het stuur
en het tusschenschot van den auto. Hij is
overgebracht naar het ziekenhuis Salem,
waar bleek, dat zijn toestand toch niet levens
gevaarlijk was. Naar hetzelfde ziekenhuis zijn
ook vervoerd de beide inzittenden van den
anderen auto, de gebroeders Havens, die snij-
wonden hadden opgeloopen, terwijl een hun
ner een arm had "gebroken.
DE HEER C. J. VAN DEN BROEK.
De heer C. J. van den Broek is geboren
Haarlemmer en eigenaar van den bekenden
ijzerhandel.
Hij is bovendien reeds jaren aan de Haar-
lemsche brandweer verbonden, waarbij hij
opklom tot den hoogsten rang. dien van com.
mandant. Hij begon als vrijwilliger op 31 Maart
1896, werd 27 Mei 1902 sergeant ide brandweer
kende toen nog de militaire titels, die onder
het commandantschap van den heer v. d.
Broek werden afgeschaft: tegenwoordig zijn
er alleen hoofdbrandmeesters en brandmees
ters), sergeant-majoor op 16 September 1911
en 2e luitenant op 29 Februari 1916. Daarna
heeft hij de verdere rangen overgeslagen: 26
April 1922 werd hij benoemd tot comman
dant.
Sedert hij deze benoeming aanvaardde is er
bij onze brandweer veel gemoderniseerd: er
xwam veel ander en modern materieel, de
„stadsspuiten" (waaraan pl.m. 350 man ver
bonden waren) werden afgeschaft evenals de
politie-brandweerdienst; het preventief werk
•de controle op gebouwen enz.) onderging een
groote uitbreiding en last not least de
seininrichting werd geheel gemoderniseerd.
Wat de toekomst betreft: plannen voor een
nieuwe brandweerverordening en een nieuwe
kazerne zijn bij B. en W. en ook is een aan
vraag ingediend voor een nieuwe motorspuit.
Wie over den heer Van den Broek schrijft
of spreekt komt onwillekeurig terecht bij de
brandweer, waarmee hij als 't ware is
samengegroeid en die veel van zijn tijd in be
klag neemt. Toch heeft hij ook nog den tijd
kunnen vinden, zich te belasten met het be
stuurslidmaatschap van verschillende vereeni-
gingen
Onderscheiding voor prof.
H. H. Kuyper en prof. Rutgers.
Eerepromoties te Parijs.
Ter gelegenheid van de Calvijnlierdenking.
In de middagvergadering op den tweeden
dag der Studiedagen, door de Theologische
Faculteit te Parijs georganiseerd ter gelegen
heid der Cal vijn-herden king, heeft de promo
tie van Prof. Dr. H. H. Kuyper en Prof. Dr. V.
H. Rutgers, beiden hoogleeraaren aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam, tot eeredoctor aan
de Vrije Theologische Faculteit te Parijs plaats
gehad.
Deze plechtigheid werd bijgewoond oa.
door den Nederlandschen gezant te Parijs, Dr.
J. Loudon, door den waarhemenden rector-
magnificus der Vrije Universiteit, Dr. D H.
Th. Vollenhoven, den deken der Parijsche fa
culteit, Prof. Monnier en de andere hoog
leeraren der Vrije Theologische Faculteit, die
evenals de beide eeredoctoren in toga waren
verschenen.
Ter opening der zitting hield Prof. Dr. H. H.
Kuyper, wien het presidium was opgedragen,
een toespraak, waarin hij de faculteit dankte
voor de eer, hem bewezen. Vervolgens schetste
hij in groote trekken, wat Calvijn voor Ne
derland is geweest. Daarbij wees hij op den
grooten invloed, dien Calvijn en het Calvinis
me hebben gehad op het geheele bestaan, op
het geheele wezen van ons volk. In het bij
zonder wees spr. op twee weldaden, die Ne
derland aan het Calvinisme dankt en die
voor het Nederlandsche volk van de grootste
beteekenis zijn geweest, nl. Ie zonder het Cal
vinisme zou ons volk zich nooit hebben kun
nen bevrijden van het Spaansche juk en 2e.
aan Calvijn en het Calvinisme dankt Neder
land de hervorming der kerk. Tenslotte zeide
spr.. dat het Nederlandsche volk nog niet on
trouw is aan de Calvinistische beginselen.
Hierna hield Prof. Dr. V. H. Rutgers een
rede over „Het Calvinisme en de Christelijke
Staat". Uitgaande van de twee stellingen, dat
d staat een goddelijke instelling is en dat
hij er is om de zonde, heeft Calvijn een staats
leer ontwikkeld, waarin zoowel het recht der
overheid als de rechten der onderdanen ge
waarborgd worden. Zoo biedt deze theorie
houvast tegen hen, die de almacht van den
volkswil proclameeren en tegen de autoritaire
staatsgedachte. Vervolgens zette spr. in zijn
rede uiteen, hoe Calvijn deze leer in de prac-
tijk verwezenlijkt heeft.
Op de rede van Prof. Dr. Rutgers volgde
luid applaus.
Vervolgens had de promotie der beide eere
doctoren plaats.. De deken der faculteit te Pa
rijs, Prof. Monnier. verrichtte de promotie en
zeide. dat de faculteit deze beide eeredocto
raten heeft verleend om hulde te bewijzen aan
de Vrije Universiteit, die door de vaders der
beide ee re doctoren is gesticht en die, als cen
trum van de Calvinistische gedachte, trouw
is gebleven aan de beginselen van Calvijn.
Vervolgens richtte spr. zich in zeer waardee-
rende woorden tot elk der beide eeredoctoren
afzonderlijk en reikte hun den bul uit. Hier
mede was de plechtige zitting beëindigd.