Spellingstrijd ontbrand. WEEK-ABONNEMENTEN Nog steeds het Landbouwcrisisfonds. VRIJDAG 15 MAART 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 3 EERSTE KAMER. Minister Marchant zal heden antwoorden. 's-GRAVENHAGE Donderdag. Zwaar geharnast trokken vandaag een vier tal senatoren tegen den spellings-draak ten strijde. Jhr. v. Citters (a.r.) betrad als eerste de arena en slingerde giftige wapens naar den draak, die het vervolgens ook hard te verduren had, toen achtereenvolgens de sociaal-demo craat Henri Polak, de R.K. senator Mr. Heer- kens Thijssen en de aanvoerder van de c.h.- fractie Professor de Savornin Lohman hun kamplust bot vierden. Tusschen dit alles door zorgden de heeren Ossendorp (s.d.) en Oudegeest voor eenige af wisseling door nu eens te zwijgen over de spellings-misère. Laatstgenoemde vertoefde in het schoone Parijs, waai' hij het dure Neder- landsche studententehuis in de cité univer sitaire had aanschouwd. Dit deed hem den Minister vragen waarom dit nog niet eens af gewerkte gebouw 7 ton had moeten kosten, (door particulieren opgebracht, maar mis schien zal de staat straks van de nog ontbre kende 4 ton de helft voor zijn rekening ne men) waartegenover andere landen voor heel wat minder hun, wel gereed zijnde, gebouwen hadden opgetrokken. Zijn partijgenoot Ossendorp stond geruimen tijd te fulmineeren over het door hem afge keurde beleid van den minister inzake de uit de school verwijderde huwende onderwijzeres en t.a.v. de concentratie. Deze had het open baar lager onderwijs het slachtoffer gemaakt, terwijl daartegen de bijzondere scholen door Mr. Marchant al te zeer ontzien waren. Een andere grief bracht Mr. Smeenge (lib.) naar voren toen hij betoogde, dat in meer dan een streek van ons land niet meer, gelijk de Grondwet voorschrijft, voldoende gelegenheid bestaat om openbaar lager onderwijs te ge nieten. Verder was het niets dan spelling en nog eens spelling, dat de harten en monden der overige sprekers beroerde. Jhr. v. Citters begon. Allereerst een klacht over den Premier, die zelf bij het algemeen begrootingsdebat in deze kamer den degen met de heeren niet had willen kruisen, doch hen getroost had met de mededeeeling, dat de Minister van Onderwijs K. en W. dit wel voor en namens het heele Kabinet bij de be handeling van Hoofdstuk VI zou doen. Hier over bleken ook andere sprekers ontevreden: zoo noemde Mr. Heerkens Thijssen dezen gang van zaken bedroevend. Hij erkende hierdoor ietwat bitter gestemd te zijn, want de Regee ring had aldus blijk gegeven de Eerste Kamer niet eens 'n eerste-klas-behandeling waardig te keuren! Deze afgevaardigde, die er op wees hoe men met het gansche kabinet te maken had wegens de nu geschapen verknoeiing van de Neder- landsche taal, staat allerminst op het stand punt, dat er in de spelling niets mag veran deren. Verstokt conservatisme is hem vreemd, maar hij keurde het af, dat er geen onpar tijdig deskundig onderzoek was vooraf gegaan aan de opstelling van een goed gefundeerd plan. De Minister had zich grandioos vergist in de medewerking der maatschappij: daar is het verzet zeer groot. En het ware dan ook te Ex-consul van Costa Rica veroordeeld. Twee jaar zonder aftrek van voorarrest. Het Amsterdamsche hof veroordeelde Don derdag naar reeds in een groot deel onzer vorige oplage is gemeld, den ex-consul van Costa Rica L. W. S. P. Sr., wonende te Naarden, wegens afgifte van een valsche pas oplichting en verduistering tot een gevange nisstraf van twee jaar zonder aftrek van voorarrest. De rechtbank had hem eveneens tot twee jaar veroordeeld, doch het voorar rest in mindering gebracht. In de eerste instantie had men slechts die eerste twee feiten, het afgeven van een val- schen pas en de oplichting van een Fran- 'schen markies bewezen geacht. Het hof achtte echter na een uitvoerig onderzoek in tweede instantie eveneens de verduistering bewezen, gepleegd ten nadeele van een En- gelsch predikant tot een bedrag van 4600 pond sterling. Zooals men weet is P. eeni gen tijd consul van Costa Rica geweest. Hij werd eohter ontslagen in den tijd van de Veendammer strafzaak, waar P. ook bij was betrokken Hij aanvaardde dit ontslag niet en ging, hoewel zijn opvolger was benoemd, in stilte door met het afgeven van papieren [tegen betaling. Toen hij op zekeren dag ffiieuwe stempels bestelde kwam de zaak uit. Overtredingen der crisis- wetgeving. wenschen, dat de Regeering alsnog op de dwa lingen haars weegs zou terugkomen. Ook Prof. de Savornin Lohman drong hier op aan na een zeer felle rede, waarin hij den Minister niet spaarde. Trouwens, dat hadden Jhr. v. Citters en Henri Polak evenmin gedaan. De s.d. afgevaardigde merkte o.m. smalend op, dat men zich evenzeer aan de nieuwe spel ling zal wennen als aan een leelijk bloemetjes- behang van 5 ct. per rol, dat over een fraai goud-leeren behang is geplakt! Met allerlei voorbeelden toonde hij ernstige feilen der nu uitgevaardigde regeling aan, die hij wraakte als een ernstige aantasting van de Nederlandsche taal en van haar wezen. Ook achtte hij het een fout van den Minister dat deze de kwestie alleen van taalweten- schappelijken kant had bekeken en blind was gebleven voor het brok cultuur, dat thans be dreigd wordt. Het is niet louter een onderwijs-zaak, neen het wezen der taal is in 't geding, zoo betoog de de heer v. Citters. welke ook zeer veront waardigd was over de manier waarop het Par lement in dezen was genegeerd, terwijl hij der Regeering verweet dat zij allerminst verstaan had de juiste zaak op het juiste moment en op de juiste wijze aan te pakken, wat immers het essentieele van Regeer-kunst is. Prof. Lohman, die tot zijn laatsten snik de Vries en te Winkel trouw zal blijven gaf Mr. Marchant te verstaan, dat deze, leefden we niet onder een crisiskabinet al lang door het Parlement uit wandelen zou zijn gestuurd. Of morgen de minister een minder onaan- genamen dag zal hebben? TWEEDE KAMER Incident, dat spoedig bijgelegd was. Directeur der C. H. V. tot 10.0CO veroordeeld. De geruchten omtrent door de coöp. han dels ver eeniging van den N.C.B. begane over tredingen van de crisiswetgeving houden nog steeds onverminderd aan, aldus de Bossche Crt. Ons bereiken thans weder berichten dat nieuwe overtredingen zijn geconstateerd in het Land van Maas en Waal, en eveneens in Brabant, overtredingen die zouden staan buiten de geruchtmakende kwestie van de misrekeningen voor den rogge steun. Zoo zouden eenigen tijd geleden in het filiaal te Leeuwen bij Tiel onjuiste meelver- mengingen hebben plaats gehad. Het tucht college van de Akkerbouwcentra]e heeft daar naar een diepgaand onderzoek ingesteld met het gevolg dat de zaak voor den kantonrech ter te Tiel is gekomen. De heer J. D., direc teur van de C.H.V.. werd daarbij veroordeeld tot een boete van f 10.000 of 30 dagen hech tenis. In twee bewezen geachte feiten werd telkens f 50C0 boete opgelegd. Gebleken is dat het filiaal Leeuwen meelvoorraden had opgeslagen van onjuiste samenstelling, of tenminste van een samenstelling die niet beantwoordde aan de door de regeering ge stelde eischen. De directie van de C.H.V. heeft zich niet bij deze uitspraak neergelegd en dezer dagen zal de rechtbank te Arnhem in hooger be roep de klacht van het tuchtcollege ter be- feapdeling krijgen. 's-Gravenhage, 14 Maart. Bij de behandeling der afdeeling groenten- fruit- en sierteelt is er ruime aandacht aan den thans verre van gunstigen toestand van het tuinbouwbedrijf gewijd. Mr. Duys (s.d.), de heeren Ebels (vd.), v. d. Heuvel (a.r.), Lovink (c.h), Louwes (lib.), Kampschoer (r.k.) enz., zij allen hadden een droef beeld van de tuinderij-misère ten beste gegeven. „Zoo krachtig mogelijke hulp is geboden", aldus de erkenning van Minister Steenberghe, die echter de moei lijkheid om midde len voor het Land bouwcrisisfonds te vinden, waaruit rui mere hulpverleening mogelijk zal zijn, niet gering acht, In elk geval zal hij er zijn uiterste best voor doen. Reeds stelde hij een belangrijke tege moetkoming in het ..vooruitzicht. Uit een ter zake inge steld onderzoek is gebleken, dat men waar schijnlijk. conform den wensch o.m. van den lieer v. d. Heuvel de tegemoetkomingen vroeger zal kunnen uitbetalen, zij het dan ook gedeeltelijk in den vorm van voorschot ten. Met den Minister van Financiën zal Mr. Steenberghe praten over de door den heer Kampschoer onder zijn aandacht gebrachte fiscale bezwaren tegen de bereiding van wijn uit Westlandsche druiven en most uit fruit. Prijszetting voor binnenlandsch gebruikte groente (aanbevolen door den r-k afgevaar digde Groen) zal achterwege blijven; de prijs voor de binnenlandsche verbruikers zou zulks te zeer opdrijven. Ook de leden, die voor de bloembollencul tuur in 't krijt waren getreden en verminde ring der van het bloèmbollenbedrijf gevorder de heffingen hadden bepleit (Mr. Duys, de heeren Lovink, v. d. Heuvel, Kampschoen en Loerakker) kregen geen bijster bevredigend antwoord. Het bloembollenbedrijf. aldus 's Ministers betoog, heeft doorgezet, dat het op eigen ver antwoordelijkheid. het thans geldende sanee- ringssysteem heeft toegepast. En nu gaat het z.i."niet aan, nu het mis is geloopen, zoo maar dadelijk de zaak weer in orde te gaan bren gen op kosten der andere deelgerechtigden aan het Landbouwcrisisfonds. In verband met de bloembollen kregen de Minister en Mr. Duys het even aan den stok. Deze laatste had zijn rede geëindigd met de vraag of de Regeering' de bloembollen soms vergeten had bij de clearings onderhandelin gen met Duitschland, waarop de Minister los brandde: ,,U moest zich schamen die vraas te stellen!" Mr. Duys had die opmerking niet opgevan gen, maar zijn partijgenoot ter Laan lichtte hem in, waarop de heer Duys het woord voor 'n persoonlijk feit vroeg, onder het gehamer van den President, die blijkbaar eerst de ge moederen tot rust wilde laten komen er daarom den heer Ekels eerst liet spreken. Toen deze klaar was, vroeg de minister het woord om te verklaren dat hij zijn interruptie thans terugnam, zich voorbehoudende er straks op terug te komen. Terwijl nog andere afgevaardigden spra ken, hadden de Minister en Mr. Duys elkaar gevonden, zoodat hierna Mr. Steenberghe zijn tuinderij-rede aanving met te verklaren in ietwat heftige gemoedsbeweging geraakt te zijn door 's heeren Duys' vraag, aangezien dezelfde vraag al de vorige week gesteld èn beantwoord was; in de herhaling had hij mis kenning gezien van de zeer groote moeilijk heden, die de Regeering bij haar onderhan delingen heqH te overwinnen. Thans was hem inmiddels gebleken, dat Mr. Duys de vraag alleen had gesteld teneinde den Minister de gelegenheid te geven te doen uitkomen hoe zeer" zich de Regeering juist beijvert voor de bloembollen in verband met de clearing. En daarom nam hij nu zijn interruptie terug. Minzaam wuifde hem daarop Mr. Duys toe: de vrede was geteekend. Nog visscherij en tenslotte pluimveehou derij, toen behoorde ook dit debat weer tot het verleden en kon men aan de steenkolen- contingenteering en wat daarnfee samen hangt toekomen. E. V. R. t' Bij apolhekers anflavin- PASTILLES. n drogisten verkriiabaar. (Adv. Ingez. Med.) LANGS DE STRAAT. De doove. De menschheid houdt er soms een al te sim plistische wijze van denken op na, en aange zien noch het wereldbestel, noch de mensch zelf erg simpel in elkaar zitten, brengt haar dat onophoudelijk in moeilijkheden. z"oo ver keeren velen geregeld in de, op het oog inder daad ook niet zoo zot lijkende veronderstel ling, dat elk ander mensch, die hem niet ver staat. noodzakelijkerwijze doof moet zijn. Er zijn zelfs gevallen, waarin hij niet vaii het idee af te brengen is, dat eigenlijk elk inwo ner van een ander land. en zeker ieder lid van een ander ras, een soort van doove is, aan wien men zich slechts verstaanbaar kan ma ken door middel van de uiterste stemverhef fing. Wie dat niet gelooft, die neme de proef op zichzelf bij voorbeeld de eerste de beste keer, dat hij te maken heeft met één der vele Chineesjes, die tegenwoordig de Hollandsche straten en de Hollandsche huizen fréquentee- ren met hun koopwaar, en wier kennis van ons dierbaar Nederlandsch gewoonlijk maar minnetjes is. Stel ge onderhandelt met hen over den aankoop van een kleedje, van een das, van een zakje „pinda, pinda, lekker lek ker". en in minder dan geen tijd zult ge uzelf erop betrappen, dat ge, al onderhandelend met dat wezen, dat uw taal niet kent en dat dus doof is, uw stem ver buiten haar normale volume hebt uitgezet. Of, als ge er niet van houdt uzelf op de proef te stellen men kan nooit weten wat men ontdekt! lees onder staande ware geschiedenis en beken, dat zij onomstootelijk bewijst wat te bewijzen was. Het dametje, dat uit het Centraal Station in Amsterdam stapte, was oud en heel klein: het was bijna of ze er niet uit stapte, maar of de groote, steeds wervelende deur haar naar buiten woei. zoodat ze, terwijl de deur weer terug zwaaide, zichzelf als onverhoeds op de treden van de stoep terug vond, die van de deur naar het trottoir leidde. Ademloos bleef ze er even staan, en staarde met oogen, die rond waren van ontzag, naar het onmetelijk groote en onmetelijk drukke Amsterdam, waarvan inderdaad het Stationsplein een in drukwekkend deel uitmaakt. Het duurde wel een volle minuut, voor ze besefte dat ze ver der moest, en nog één, voor ze den overtocht naar het trottoir aan den anderen kant. waar de taxi's stonden, waagde; en terwijl ze ten slotte den sprong deed en met haaf paraplu en haar koffertje stijf tegen zich aan op een kippedrafje naar den overkant holde, droeg haar gezicht een uitdrukking, die duidelijk de overtuiging, dat ze het er nooit levend af zou brengen, verried. .Taxi, dame?" zei de vaderlijke agent, die haar aan had zien komen, en die daar speciaal staat om voor oude dametjes en jonge kin deren te zorgen. .Oooo," zuchtte ze verlicht uit den diepsten grond van haar hart, „oooo ja, agent, alsje blieft." En gelukkig keek ze toe terwijl de agent wenkte het leek een sprookje! en de taxi aankwam glijden. De chauffeur en de agent laadden samen het oude dametje, haar koffertje, haar paraplu en haar zwart zijden tasch aan lange koorden in ze vulden met hun vieren nog niet het luttelste hoekje! en toen ze zat trok de agent zich terug van den volbrachten plicht en liet het terrein aan den chauffeur. Die boog zich naar binnen, en in formeerde volkomen redelijk en uiterst be leefd: „Waar naar toe, dame?" Maar zijn woorden hadden op het oude da metje een verschrikkelijke uitwerking. Ze keek hem aan, kreeg een schok alsof ze door een wesp gestoken was, week zoo ver mogelijk terug in haar hoekje en fluisterde met lippen, die eigenlijk niet wilden: „Vale Valeriusstraat". De chauffeur knikte en wilde zich retireeren. Maar toen verhelderde een straal van begrip plotseling het gezicht van het dametje, en ze zei opeens luid en met nadruk: „Valerius straat!" En terwijl ze hem wenkte en zich tot vlak bij zijn oor boog, met- een stemverheffing, die haar zichtbaar inspanning kostte, nog eens: „Valeriusstraat!" De chauffeur knikte andermaal en begaf zich naar zijn plaats. Het dametje leunde een oogenblik uitgeput, maar nog niet gerustgesteld achterover. Haar oogen bezagen gealarmeerd den voor haar in stappenden chauffeur, en een lumineus idee deed opnieuw haar gezicht opglanzen. Ze jrabbelde haastig naar haar tasch, vischte er een papiertje en een potlood uit. krabbelde iets neer en klopte krachtig met de knop van haar paraplu tegen de voorruit. De chauffeur draaide zich om en schoof hem gedwee open. Ze hapte naar adem, ging er bij in den wagen staan, wees op zichzelf, en zei nog eens. zoo hard. dat er een paar menschen op het trot toir zich omkeerden; „Valeriusstraat!" Toen nam ze het papiertje, hield het hem onder den neus, wees weer op zichzelf, en spelde hem het woord voor, dat erop geschreven stond, ter wijl ze hem er strak bij aankeek, als wilde ze hem dwingen de klanken van haar lippen te lezen: „Va-le-ri-us-straat!" En ze bleef hem vol verwachting aanstaren, nog eens op zich zelf pikkend, en in volmaakten ernst. En toen pas snapte de chauffeur het. Hij lachte, een diepe, doffe, rommelende lach, waaraan veel wit van tanden en oogen te pas kwam. „Ik neger, hè?" zei hij „en ik bruin, dus ik doof. Maar ik niet doof. En ik ook Hol- landsch. Maar zelfs als ik niet Hollandsch, ik nog niet doof." En hij toeterde vroolijk, gaf gas. en reed weg. „Valeriusstraat", zei hij geruststellend achterom. Het dametje was met den schok van het wegrijden mee in haar hoekje terug gevallen. Het- was aan haar oogen, die stupéfait naar den bruinen nek voor haar staarden, te zien, dat haar hersens zich afsloofden aan de moei lijke puzzle, die de chauffeur haar zooeven zoo kort en krachtig had opgegeven. Maar er daagde geen begrip in haar oogen. En toen ze bij de brug links af moesten, sprong ze plotseling overeind, boog zich door het nog geopende voorruitje en wees hem met veel gebaren, dat hij naar links moest. De chauf feur grijnsde gelaten. En hij liet goedig toe, dat ze haar post niet verliet, dat ze hem aan de andere zijde van de brug verder dirigeerde, en dat zij hem zoo verder heel Amsterdam door zou brengen hem, den neger, een doove, die onmogelijk verstaan kon hebben, dat zij naar de Valeriusstraat moest. W. T. Geen massa-ontslag van spoorwegpersoneel. Wel opheffing van enkele lijnen. O.m. in de Haarlemmermeer. In verband met loopende geruchten onder het Spoorwegpersoneel, als zou binnenkort het ontslag van een groot aan tal personeelleden zijn te wachten, heeft naar wij gisteren reeds in een groot deel on zer vorige oplage hebben gemeld de personeelraad van de Nederlandsche Spoorwegen een onderhoud gehad met de directie. Naar aanleiding van de besprekingen kan allereerst worden medegedeeld, dat er geen sprake van is dat het thans in de be doeling ligt binnenkort aan honderden van het personeel den dienst op te zeggen. Onlangs is wel besloten, zoo goed als over de geheele linie, personeel op G3-jarigen leeftijd op wachtgeld te stellen. Uitzondering is alleen gemaakt, voor hen. die nog niet ge mist kunnen worden en voor wie bij onmid dellijke op wachtgeldstelling terstond een nieuwe arbeidskracht in dienst zou moeten worden genomen. Maatregelen van dezelfde strekking als de voorgenomen samenvoeging van den dienst van handelszaken en goede rentarieven met den dienst van het vervoer zijn binnenkort niet te verwachten. Even ge noemde samenvoeging zal naar het oordeel van de directie slechts enkele personeelleden overbodig maken. Op het terrein van de groo te werkplaatsen zijn voorts geen ingrijpende maatregelen, waardoor het personeel buiten bedrijf zou komen in overweging, hoewel het mogelijk is, dat binnen afzienbaren tijd op nieuw tot vermindering van het aantal in specties en ingenieurs-bureaux zal worden overgegaan, staat dit binnenkort toch niet te gebeuren. Evenmin is juist, dat het kader trein-personeel vandaag of morgen belang rijk zal worden ingeperkt Behalve de reeds bekend gemaakte opheffing van vroegere lijn gedeelten is het waarschijnlijk, dat met in gang van 1 Januari 1936 enkele Haarlem mermeerlijnen zuilen worden opgeheven. Nieuwe opheffing van lijngedeelten is in Friesland, Groningen, de Achterhoek en Drente niet anders te verwachten, dan dat misschien met ingang van 15 Mei a.s. de lijn StadskanaalTer Apel zal worden opgehe ven. De directie concludeerde, dat hoewel er geen voornemens bestaan om zoodanig te re- orga-niseeren, dat het kader-personeel bin nenkort belangrijk zal worden verminderd, het niettemin steeds mogelijk blijft, dat in een of ander opzicht tot bepaalde maatre gelen. met als gevolg vermindering van per soneel, zal moeten worden overgegaan. De directie zegt echter toe, indien een of ander voornemen van ingrijpenden aard zou moeten worden ingevoerd, vooraf overleg te plegen met den Personeelraad. Door onze lens gesnapt. Stelende hulp in de huis houding. Zij vermeerderde zoo haar grondbezit. Dank zij het actieve optreden van de politie men er in geslaagd een reeks diefstallen op te helderen, die den laatsten tijd gepleegd zijn ten nadeele van den heer V. te Beek, be heerder van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond. Bij hem bleken herhaaldelijk tekorten in kas aanwezig, waarvan de directie den beheerder, die te goeder naam en faam bekend stond, niet kon verdenken, temeer niet daar hij reeds geruimen tijd ongesteld is en ten huize van zijn schoonouders te Elsloo ver- oleegd werd. De diefstallen bleven elkander opvolgen en betroffen in totaal thans reeds ongeveer een bedrag van f 3000. In verband met eenige aanwijzingen, die de politie kreeg, vatte zij verdenking op tegen de 47-jarige huishoudster van C. te Elsloo. moeder van 2 kinderen, die bijna dagelijks melk, boter en eieren kwam halen ten huize van V. en tevens zoo vaak dat noodig was. daar behulpzaam was in huishouding en bedrijf. In de huiskamer van V. nu stond een lessenaar, waarin, in een niet gesloten stalen geldkistje het geld van den bond werd opgeborgen. De politie liet nu het geld op de gewone wijze, doch gemerkt opbgrgen en stelde zich eenigen tijd verdekt op in een nevenvertrek. Vrouw C. verrichtte haar gewone werkzaamheden, kreeg ter be taling daarvan een dertigtal eieren en vertrok De politie kwam onmiddellijk te voorschijn en constateerde, dat f 22.50 verdwenen was. Op enkele honderden schreden van het huis werd toen vrouw C. gearresteerd. Op haar werd nog slechts één gemerkte rijksdaalder gevonden, daar zij kans had gezien twee biljetten van tien gulden weg' te werpen. Een te haren huize ingesteld onderzoek bracht nog 300 gulden aan den dag. die zij bekende eveneens te hebben gestolen. Ten opzichte van de overige ver dwenen gelden heeft zij echter geen beken tenis willen afleggen, doch daar haar grond bezit den laatsten tijd opmerkelijk toegenomen is, verdenkt men haar er sterk van ook aan den diefstal van die gelden schuldig te zijn. Zij is ter beschikking van de justitie gesteld Springende autoband veroor zaakte een ongeluk. dienen uiterlijk Dinsdagsavonds betaald te zijn daar de bezorgers op Woensdag af rekenen. DE ADMINISTRATIE. Vier personen gewond. Op den Rijksstraatweg te Ermelo heeft Donderdagmiddag tegen vier uur een vrij ernstig auto-ongeluk plaats gehad. Ter hoogte van het Blindeninstituut „Zonneheerdt" sprong een achterband van een expeditie-auto. die op weg was naar Zwolle. De bestuurder verloor daardoor de macht over het stuur, de wagen begon te slingeren en kwam in botsing met een personenauto, die onderweg was naar Apeldoorn. De botsing was zoo hevig, dat beide wagens zwaar beschadigd werden. Toen hulp toe kwam schieten, bleek, dat alle vier inzittenden der beide auto's gewond waren. De heer J. Kres uit Apeldoorn, die in den personenauto zat. kon echter, na ter plaatse verbonden te zijn. zich naar huis begeven. De heer van den Esschart. eveneens uit Apeldoron, die in denzelfden auto had plaats genomen, was er het ernstigste aan toe. Zijn borstkas was ingedrukt doordat hij bekneld was geraakt tusschen het stuur en het tusschenschot van den auto. Hij is overgebracht naar het ziekenhuis Salem, waar bleek, dat zijn toestand toch niet levens gevaarlijk was. Naar hetzelfde ziekenhuis zijn ook vervoerd de beide inzittenden van den anderen auto, de gebroeders Havens, die snij- wonden hadden opgeloopen, terwijl een hun ner een arm had "gebroken. DE HEER C. J. VAN DEN BROEK. De heer C. J. van den Broek is geboren Haarlemmer en eigenaar van den bekenden ijzerhandel. Hij is bovendien reeds jaren aan de Haar- lemsche brandweer verbonden, waarbij hij opklom tot den hoogsten rang. dien van com. mandant. Hij begon als vrijwilliger op 31 Maart 1896, werd 27 Mei 1902 sergeant ide brandweer kende toen nog de militaire titels, die onder het commandantschap van den heer v. d. Broek werden afgeschaft: tegenwoordig zijn er alleen hoofdbrandmeesters en brandmees ters), sergeant-majoor op 16 September 1911 en 2e luitenant op 29 Februari 1916. Daarna heeft hij de verdere rangen overgeslagen: 26 April 1922 werd hij benoemd tot comman dant. Sedert hij deze benoeming aanvaardde is er bij onze brandweer veel gemoderniseerd: er xwam veel ander en modern materieel, de „stadsspuiten" (waaraan pl.m. 350 man ver bonden waren) werden afgeschaft evenals de politie-brandweerdienst; het preventief werk •de controle op gebouwen enz.) onderging een groote uitbreiding en last not least de seininrichting werd geheel gemoderniseerd. Wat de toekomst betreft: plannen voor een nieuwe brandweerverordening en een nieuwe kazerne zijn bij B. en W. en ook is een aan vraag ingediend voor een nieuwe motorspuit. Wie over den heer Van den Broek schrijft of spreekt komt onwillekeurig terecht bij de brandweer, waarmee hij als 't ware is samengegroeid en die veel van zijn tijd in be klag neemt. Toch heeft hij ook nog den tijd kunnen vinden, zich te belasten met het be stuurslidmaatschap van verschillende vereeni- gingen Onderscheiding voor prof. H. H. Kuyper en prof. Rutgers. Eerepromoties te Parijs. Ter gelegenheid van de Calvijnlierdenking. In de middagvergadering op den tweeden dag der Studiedagen, door de Theologische Faculteit te Parijs georganiseerd ter gelegen heid der Cal vijn-herden king, heeft de promo tie van Prof. Dr. H. H. Kuyper en Prof. Dr. V. H. Rutgers, beiden hoogleeraaren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, tot eeredoctor aan de Vrije Theologische Faculteit te Parijs plaats gehad. Deze plechtigheid werd bijgewoond oa. door den Nederlandschen gezant te Parijs, Dr. J. Loudon, door den waarhemenden rector- magnificus der Vrije Universiteit, Dr. D H. Th. Vollenhoven, den deken der Parijsche fa culteit, Prof. Monnier en de andere hoog leeraren der Vrije Theologische Faculteit, die evenals de beide eeredoctoren in toga waren verschenen. Ter opening der zitting hield Prof. Dr. H. H. Kuyper, wien het presidium was opgedragen, een toespraak, waarin hij de faculteit dankte voor de eer, hem bewezen. Vervolgens schetste hij in groote trekken, wat Calvijn voor Ne derland is geweest. Daarbij wees hij op den grooten invloed, dien Calvijn en het Calvinis me hebben gehad op het geheele bestaan, op het geheele wezen van ons volk. In het bij zonder wees spr. op twee weldaden, die Ne derland aan het Calvinisme dankt en die voor het Nederlandsche volk van de grootste beteekenis zijn geweest, nl. Ie zonder het Cal vinisme zou ons volk zich nooit hebben kun nen bevrijden van het Spaansche juk en 2e. aan Calvijn en het Calvinisme dankt Neder land de hervorming der kerk. Tenslotte zeide spr.. dat het Nederlandsche volk nog niet on trouw is aan de Calvinistische beginselen. Hierna hield Prof. Dr. V. H. Rutgers een rede over „Het Calvinisme en de Christelijke Staat". Uitgaande van de twee stellingen, dat d staat een goddelijke instelling is en dat hij er is om de zonde, heeft Calvijn een staats leer ontwikkeld, waarin zoowel het recht der overheid als de rechten der onderdanen ge waarborgd worden. Zoo biedt deze theorie houvast tegen hen, die de almacht van den volkswil proclameeren en tegen de autoritaire staatsgedachte. Vervolgens zette spr. in zijn rede uiteen, hoe Calvijn deze leer in de prac- tijk verwezenlijkt heeft. Op de rede van Prof. Dr. Rutgers volgde luid applaus. Vervolgens had de promotie der beide eere doctoren plaats.. De deken der faculteit te Pa rijs, Prof. Monnier. verrichtte de promotie en zeide. dat de faculteit deze beide eeredocto raten heeft verleend om hulde te bewijzen aan de Vrije Universiteit, die door de vaders der beide ee re doctoren is gesticht en die, als cen trum van de Calvinistische gedachte, trouw is gebleven aan de beginselen van Calvijn. Vervolgens richtte spr. zich in zeer waardee- rende woorden tot elk der beide eeredoctoren afzonderlijk en reikte hun den bul uit. Hier mede was de plechtige zitting beëindigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5