De bloem van den dag. DE AVONTUREN VAN PROFESSOR NIMBUS. DINSDAG 19 MAART 1935 HAARLEM'S DAGBLAD de fiinutie i/eemeecdeet en veeedetl <zuk. door TJEBBO FRANKEN. Gelijk men met deze tulpen gedaan heeft, kan men ook met hyacinten doen, doch ze leenen zich hier lang niet zoo goed voor. Al lereerst weet men veel minder van de voorge slachten der hyacinten, de mogelijkheid dat men twee na-verwante soorten kruist is zeer groot, daarbij gaat dan de vatbaarheid voor allerlei ziekten een rol spelen. Men doét nu bij de kruising van twee hyacinten ongeveer als bij de tulpen. De stamper van een hyacin- tenbloem wordt vrij gemaakt, door de bloem daaromheen wat weg te snijden, de meel draden rond dien stamper worden verwijderd en het stuifmeel van de andere bloem wordt op den stamper gebracht, tegen den tijd, dat die stamper het meest ontvankelijk voor be vruchting is. Meestal doet men dit door een meeldraad te nemen en die voorzichtig af te strijken over den kleverigen knop van den stamper. Vervolgens wordt de bevruchte hyacint afge zonderd, liefst binnenshuis, in de kas, onder een bedekkend omgekeerd glas. Men wacht weer af, tot men zaad kan oogsten, droogt dit en zaait het uit in daar voor geschikt kistjes of in den grond buiten, als men voldoende zaad heeft. Na een jaar heeft men jonge bolletjes, later worden die weer geplant, totdat ze eindelijk na zes jaren ongeveer gaan bloeien. Indien verdere ver meerdering gewenscht is. worden deze met groot geduld verkregen bollen weer door mid del van het hollen en snijden tot voortplan ting gebracht. En de narcis?, hoor ik vragen. Ja, ook daar heeft men grootendeels de nieuwe soor ten door kruising verkregen. Men gaat dan op dezelfde wijze ongeveer te werk als boven reeds beschreven werd. Zoo is langzamerhand naast die eenvoudige kop en schotel uit groot moeders dagen een uitgebreide collectie ont staan van de schoonste vormen en eigenschap pen. Niet alleen de kweekers in Holland, En geland en elders hebben op deze wijze prach tige narcissen gewonnen, maar ook de kundige liefhebbers, vooral in Engeland bereikten met het hybrideeren van narcissen loffelijke re sultaten. De crocus vermeerdert zich zeer gemakkelijk. De kweeker moet er zelfs bizonder voorzich tig mee zijn. Hij moet goed opletten, want uit zoo'n crocusbol komen op de stelling spoedig spruiten te voorschijn, welke nieuwe bollen zullen worden. Overigens is de crocus een bescheiden lid der bollenfamilie, het vraagt weinig voor zich zelf, van de noodzakelijke zorg, welke de kweeker eigenlijk voor eiken bol heeft, waar hij prijs op stelt. Ook de Iris wordt dikwijls door hybrideeren verkregen. Deze bloem laat zich zelfs zeer ge makkelijk bevruchten. Waarom? Och, de na tuur is ons hier tot voorbeeld, de stamper is op eigenaardige wijze verborgen in de bloem kroon, zoodanig, dat de insecten belust op honing met zekere moeite daarbinnen moeten „dringen", wat ten gevolge heeft, dat ze zich rijkelijk met stuifmeel inpoeieren, dus dat de bevruchtingskansen der andere bloemen ter-r dege stijgen. Toch moet men zich geen over dreven voorstelling maken van het hybridee ren der irissen en de resultaten. Het is en blijft een zeer moeilijk werk en daar er zoo heel veel irissen zijn, zal de uit komst van de bevruchting wat de nieuwe iris betreft nog in het duister verborgen blijven. Het is ook hierbij al weer geduld, geduld, en nog eens geduld. Maar dat hebben de kwee kers ook, getuige de talrijke bewijzen, die in de heerlijkste kleuren en geuren te vinden zijn, op het veld, in de kassen en in de kamer. Als laatste lid der familie in dezen bollen- roman willen wij nog even iets vertellen van de Gladiolus. Aanvankelijk ging het met de vermenigvuldiging van deze bloem niet for tuinlijk. De vroegbloeiende soorten leverden betrekkelijk weinig moeilijkheden op. Hier voor zorgt de natuur, want men vindt aan den moederbol de jonge bollen, gelijk blanke big getjes hangende aan de zeug, welke na. doel matige behandeling voor nieuwe bloemen zorgen. Maar er zijn-ook laatbloeiende gladiolussen. Zij leveren ons aan den bol een aantal knol letjes, welke zeer hard zijn en geen wortels vertoonen. Die knolletjes hebben dus geen voedsel uit den bodem gehaald, maar zijn ge heel ontwikkeld door het voedsel van de moe derbol zelf. Men noemt ze „kralen". Deze kralen baarden den kweeker heel wat zorg. Ze zijn zeer hard en schenen weinig ge neigd tot verdere ontwikkeling. Doch de er varing heeft den kweeker veel geleerd. Vol gens een bepaalde methode, die men stratifi- ceeren noemt, is het ten slotte gelukt die kra len te dwingen ons de geheimen te laten zien, welke in hun harde zielen verborgen waren. Soms worden de kralen onmiddellijk na het rooien van de moederbollen weer uitgezaaid op den akker met de noodïge maatregelen voor den wintertijd, echter zijn er ook kwee kers, die de kralen eerst binnen brengen in daarvoor gereedgemaakte ruimte met zand, of op de stellingen, vanwaar de kralen dan een paar weken vóór dat men ze gaat uitzaaien eerst in water gedompeld worden, opdat ze gemakkelijker in den voor hen geschikten grond zullen wortel maken. Zoo hebben we dan de bollenfamilies uit onzen tendens-roman voor zoover haar ver menigvuldiging betreft in vogelvlucht bespro ken. Wij zijn bij de tulpen echter niet geheel volledig geweest, wat betreft het ter wereld komen van nieuwe tulpen. In de inleiding wezen wij er op dat Darwin nauw verwant is aan Rembrandt. Gij hebt u daarbij neerge legd, in een roman is alles mogelijk hebt gij gedacht. Het eigenaardige echter is dat de kleur van de moeder steeds behouden blijft. Deze eigenschap noemt men het fijn wor den van de kleur, ze is voor het winnen van nieuwe tulpenbollen echter niet van belang, immers daarvoor is juist noodig dat de moe- derkleur verandert, „verloopt" zegt men in de kweekers taal. Als men deze verloopen tul pen nu van de andere bollen afzondert, dan kan men daaruit nieuwe bollen kweeken en men la-ijgt steeds weer bloemen gelijk aan kleur van het verloopen type! Ik heb u gezegd dit is een roman, zelfs de verloopen leden der familie spelen een be langrijke rol. Hoe het komt. dat die tulpen plotseling ge heel van kleur veranderen en zelfs bij voort- kweeking de verloopen kleur behouden, dit is tot heden nog een onopgelost vraagstuk. Behalve al deze nauwkeurige en zorgzame werkzaamheden welke de kweeker verricht om aan nieuwe bollen te komen niet alleen, maar ook om die nieuwe bollen van gewensch- te eigenschappen te voorzien, welke ze be geerlijk maken voor den handelaar en den liefhebber, is er in het bizonder nog aandacht te wijden aan den arbeid, welken hij zich ge troost om te maken dat gij reeds zeer vroeg vooral binnenskamers genieten kimt van de schoonste bloemen. Hij gaat zijn bollen ver vroegen, hij tracht dus te bereiken in aanzien lijk korteren tijd, wat de natuur hem voor deed langs een anderen, maar langen weg. Om ons nu eenigermate een begrip te vormen, wat men doen moet om bollen te krijgen, welke zich leenen voor het vervroegen, willen wij ons maar weer bepalen tot den hyacintenbol. In den goeden of misschien slechten ouden tijd, zooals men het nemen wil, had men de ge woonte de hyacintenbollen reeds vroeg te rooien, zelfs voor ze nog bloeiden. De cultuur kende toen nog lang niet die uitgebreidheid van heden en het betrekkelijk klein aantal bollen, dat gerooid werd, hing men aan den zolder te drogen, dus daar waar de warmte naar toe steeg. Door die warmte, welke bij het inkuilen van die vroeg-gerooide bollen ook haar werking deed gelden, kregen de bollen een eigenschap, welke later weer verloren ging. Die eigenschap bestond daarin, dat de bollen gemakkelijk te forceeren waren, dat is tot vroeg-bloei te brengen. Doch toen men later, naar analogie met de tulpencultuur van vroeger dagen, de hyacinten op het veld liet staan tot ze nagenoeg of heelemaal uitge bloeid waren, bleek de eigenschap, waarvan boven sprake was, verloren gegaan te zijn. Dit was een belangrijk verlies voor de cultuur, men zon op middelen. Het bleek dat de bollen, welke in zuidelijke streken, dus in warme lan den, gebloeid hadden, weer bollenkinderen voortbrachten, welke zeer geschikt waren voor het forceeren. Men was echter helaas op het buitenland aangewezen, in het bizonder Zuid-Frankrijk, tot een Lisser kweeker. wijlen de Heer N. Dames, erin slaagde de bollen een dusdanige behandeling te doen ondergaan, dat ze weer voor vroeg-bloei geschikt werden. Men leerde van hem hoe men de hyacintenbollen moest prepareeren. Dat hij geen geheim maakte van zijn belangrijke werkwijze zal wel nooit in de wereld der bloembollenkweekers vergeten worden. Wat had nu die verdienstelijke kwee ker Dames gedaan? Wel, het is het ei van Columbus! Hij bootste de omstandigheden der zuide lijke landen na en hij rooide de bollen weer ais in vroeger jaren, dus als ze nog nagenoeg groen waren. Die opgenomen bollen stelde hij aan hooge temperatuur bloot, niet voortdurend, neen hij wisselde die warmte naar gelang het hem noodig bleek. Zoo werd dus de verwarmde bollenschuur een preparatiekamer rijk, zeer zeker een der belangrijkste vertrekken in de villa der bollenfamilie. Het schijnt u wel zeer eenvoudig toe, maar, als men bedenkt, dat er velerlei wijziging in verwarming en in tijd van rooien noodig is, om de verschillende bollen tot vroeg-bloeien te prepareeren, dan zal de leek weer met eer bied vervuld zijn voor de kennis en de ervaring der kweekers, die al de fijnere nuancen van behandeling der bollen gevonden hebben. Im mers een bol is niet zoo maar een op een ui gelijkend ding, dat een bloem geeft te zien onder bepaalde voorwaarden, neen, het is een levend organisme, met eigen bepaalde hoedanigheden, niet uiterst geringe schakee ringen in bouw. Zoodoende verschilt elke bol- soort van de andere, daarmee moet in de ge- heele cultuur rekening gehouden worden, dus ook bij het prepareeren. Het lezen van de vele vakkundige geschriften zal u daar nog meer van kunnen overtuigen. Moge gij, als leek, voorloopig door het volgen van de vluchtig geschetste feiten in dit hoofdstuk uit den roman der bollenfamilie, aangespoord worden tot het ter hand nemen van die boeken en tijdschriften, welke u veel, wat nog onopge helderd voor u bleef, zullen verklaren. Amaryllis. Eerecloctoraat voor K. J. L. Alberdingk Thym en W. Kloos Wordt dooi' de Amsterdamsche Universiteit verleend. De Senaat der Universiteit van Amsterdam heeft in zijn zitting van Maandag besloten, het eeredoctoraat in de Letteren en Wijsbe geerte te verleenen aan de heeren K. J. L. Alberdingk Thijm (Lodewijk van Deyssel) en W. Kloos. Teneinde aan deze plechtigheid in het jaar van het halve eeuwfeest der nieuwe Gids-be- weging meer luister bij te zetten is besloten ze te doen plaats hebben in een bijzondere zitting van den Senaat, op Maandag 27 Mei 1935, waarin behalve door den rector-magni- ficus, prof. dr. Th. J. Stomps, het woord ge voerd zal worden door prof. dr. J. Prinsen J.Lzn. cn prof. dr. A. A. Verdenius, eventueel ook door de beide promovendi, en waarin de voorzitter van de Faculteit der Letteren en wijsbegeerte, prof. dr. A, W. de Groot, als pro motor zal optreden. VERBODEN AUTOBUSDIENST VELSEN—WIJK AAN ZEE? De advocoat-generaal bij den Hoogen Raad, mi', v. Lier, heeft Maandag geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep van een garagehouder, die te Velsen, bij aankomst van de booten der Alkmaar-Paket-, personen, die met deze booten medekwamen, vervoerde naar Wijk aan Zee. Hij voerde tot verweer, dat dit geen geregelde dienst was. De rechtbank te- Haarlem veroordeelde hem echter tot 10 boete. De Hooge Raad zal 15 April arrest wijzen. Er zal wel geen bezoeker der tentoonstel ling zijn, die niet getroffen wordtv door de schoonheid der prachtige inzending van een groot aantal Hippeastrums, meestal echter met den naam van Amaryllis betiteld. Tot de bewondering van de zeer mooie groep, die hier is tentoongesteld, is inderdaad alle re den, want ik denk niet, dat men' waar ergens ter wereld, ook b.v. niet in Engeland, iets der gelijks kan exposeeren. Het geslacht Hippeas- trum komt uit tropisch Amerika en vooral H. Vittata uit Peru is de moederplant geweest van succesvolle kruisingen met andere soor ten uit Mexico, waardoor zooveel variatie is ontstaan. Deze planten behooren tot de Na- rasachtigen of Amaryllidacea, te kennen aan het onderstandig vruchtbeginsel, 6 meeldra den en 6 bloembladeren. Alle bloemen staan hier in de tentoonstellingszaal eigenlijk te wachten op de bestuiving en blijven juist daardoor zoo frisch, maar wanneer een booze geest of een zwerm insecten de driedeelige stempels eens bestoof met stuifmeel uit de balanceerende helmknoppen, dan was het met de Bloemenweelde binnen 24 uur gedaan. Gelukkig kan men dan ook de Amaryllis- knop al snijden en verzenden als de bloem bladeren beginnen te kleuren. We zullen nog wel eens spreken over het kweeken der variëteiten, maar hier willen we er even op wijzen, dat in de gestreepte bloe men veel muziek zit voor het verkrijgen van nieuwe vormen Want ook de meeldraden, ver anderde bladeren, kunnen aan die streeping zijn onderworpen en dus kan er één meel draad van de zes anders zijn b.v. wit of don kerrood. Datzelfde is ook mogelijk met de drie bladeren, waaruit de stamper is ontstaan, zoodat ook de zaadknoppen onderling kunnen verschillen bij gestreepte bloemen. Omhult men nu de bloemen met gaas, dan kan men opzet telijk bestuiven met stuifmeel uit een be paalde, b v, een roode of witte, meeldraad, Men ziet in deze collectiezelfs geheel witte va riëteiten, Deze eenmaal bestaande „soorten" plant men voort door broedbollen, maar om dat die niet in groot aantal ontstaan, maakt men tal van „rokstekken" uit de vele schub ben van een groote bol. Deze geven, bij pl.m. 85 gr. F. en in zand gedekt, spoedig jonge planten. A. MEI,LINK. Indisch Gouvernement voor 75.000 benadeeld. Door aanwending van gebruikte handels zegels. Na een langdurig onderzoek is thans uit gekomen dat het Ned.-Indisch Gouvernement voor een bedrag van rond f 75.000 is bena deeld. De oppassers van de meeste makelaars kantoren te Batavia, nl., kochten in plaats van geldige handelszegels reeds gebruikte, schoongeradeerde zegels en plakten deze in de cont-ractenboeken in. De Fiscus zal de geleden schade op de ge- pupeerde makelaars navorderen. Twee ma kelaars ontvingen reeds een navordering, waaraan zij echter niet voldeden.Deze kwestie en het gevolg daarvan, nl. de na-vordering, verwekten groote beroering in 'handelskrin gen aan den Kali Besar. Spoorwegen blijven reorganiseeren. Naar wij vernemen zullen met ingang van den a.s. zomerdienst, behalve de locomotief- depots te Enschedé, Hoek van Holland en Oldenzaal. waarvan dit reeds eerder werd gemeld, worden opgeheven de locomotiefde- 1 pots te Rotterdam D. P. en te Den Helder. Nederlandsche en Indische uitvoer naar Duitschland. Nieuwe betalingscontingenten vastgesteld. Dezer dagen hebben te Berlijn besprekin gen plaats gevonden tusschen de Nederland sche en de Duitsche regeeringscommissies over de vaststelling van de betalingscontin genten voor den Nederlandschen en den In- dischen uitvoer naar Duitschland. Er werden voor het tijdvak van 1 April tot 30 Juni 1935 nieuwe betalingscontingenten vastgesteld, welke over het algemeen lager liggen dan die voor het eerste kwartaal van dit jaar. In de verhouding tusschen den Nederland schen en den Indischen uitvoer werd geen verandering gebracht. Met de seizoensinvloeden werd met het oog op den landbouwexoort zooveel als onder de gegeven omstandigheden mogelijk bleek, rekening gehouden. Een reductie van het to taal van den uitvoer bleek in verband met den toegenomen achterstand in de clearing onvermijdelijk. Het percentage van de stortingen op de clearingrekening in Nederland, bestemd voor de aflossing van achterstallige handelsschul den. zal vanaf 1 April van 18 pet. op 14 pet. worden teruggebracht. Aangezien het totaal van de achterstallige vorderingen dat afgelost zal moeten worden, geringer'is dan voorzien werd bij het afslui ten van het clearingsverdrag op 5 December 1934, zal door deze verlaging van het. aflos singspercentage niet worden afgeweken van den termijn van ongeveer 2 jaar, die voor de algeheele aflossing in uitzicht werd genomen bij de afsluiting: van het verdrag. Deze maatregel heeft het mogelijk ge maakt de verdere reductie van den export binnen engere grenzen te houden. Belanghebbenden kunnen van Vrijdag 22 Maart af inlichtingen over de betalingscon tingenten verkrijgen bij het Crisis Uitvoer bureau in Den Haag. Herclassificatie der gemeenten Regeering aanvaardt het advies van het georganiseerd overleg. De regeering heeft zich vereenigd met hei nadere advies van de centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzake over de herclassificatie van de gemeente volgens het bezoldigingsbesluit. Aanvankelijk had de regeering. naar de Tel. meldt, een regeling aanhangig gemaakt, volgens welke de gemeenten der eerste klasse naar de tweede zouden worden overgebracht en de derde zou worden gesplitst in een derde en een vierde klasse. Daarbij zou deze regeling dan voor het geheele rijkspersoneel gelden Hierover zijn geruimen tijd besprekingen ge voerd. waarbij het georganiseerd overleg zich ten stelligste tegen het voronemen der re geering bleef kanten. Tenslotte is nu overeenstemming bereikt omtrent de volgende herclassificatie: voor ambtenaren op jaarloon, de eigenlijke ambte naren derhalve, en vor onderwijzend personeel blijft de classificatie ongewijzigd. Voor per soneel op maand en op weekloon wordt een deel van de derde klasse-gemeenten in de vierde klasse gebracht, met een loon, 6 pet. ligende onder dat der derde klasse. Tot dusver bestond de derde klasse uit ruim 800 gemeen ten; hiervan komen ruim 500 nu in de vierde klasse. De nieuwe regeling voor de maand, en weeklooners zal 1 Juli a.s. ingaan. Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 19 Maart: De uitslag van de heden gehouden verkiezing voor twee leden van den gemeenteraad is, dat gekozen zijn de heeren W. Stolp en J. Krol Kzn. Er waren ingeleverd 493 biljetten (aftre ding 1885) waarvan 38 van onwaarde. Hiervan verkreeg de heer W. Stolp 320 en de heer G. C. van Meeuwen 135 stemmen. Voorts waren ingeleverd 528 biljetten (aftr. 1887) waarvan 21 van onwaarde. Van deze waren uitgebracht op den heer J. Krol Kz. 300 en op den heer J. J. F. Beijnes 156 en 51 op andere per sonen. Er zijn dus in 't geheel 1021 kie zers opgekomen. Door onze lens gesnapt Wijziging Ambtenarenwet ingetrokken. De minister van binnenlandsche zaken heeft het wetsontwerp tot wijziging van art. 126, eerste lid, der Ambtenarenwet 1929, inge trokken. Ambtenaar nam steek penningen aan. 31alversaties bij het Amsterdamsche gasbedrijf. Eenigen tijd geleden is men op het spoor gekomen van ernstige malversaties, die ge pleegd zijn door den 52-jarigen hoofdcom mies van het gemeentelijk gasbedrijf te Rot terdam, J. S. Deze S. heeft kans gezien in een aantal jaren voor 1933 een bedrag van niet minder dan 12.000 aan steekpenningen te toucheeren. Bij inschrijvingen van het gemeentelijk gas bedrijf voor groote werken was het zijn taak de inschrijvingsbiljetten te openen. Hij droeg dus kennis van het laagste bedrag waarvoor was ingeschreven en dit bedrag verzuimde hij nooit door te bellen aan een relatie, die dan iets lager inschreef en meestal met de op dracht ging strijken. S. ontving voor zijn bemoeiingen een bedrag van 500. Er is een uitgebreid onderzoek in gesteld dat tot gevolg heeft gehad, dat S. zich thans in het Huis van Bewaring bevindt. ZEVENTIG JAAR GETROUWD. Zondag was het 70 jaar geleden, dat het echtpaar R. van der Knoopde Heer te Vlaiard'ingen in het huwelijk werd verbon den. PROEF MET ONBEZOLDIGDE POLITIEAMBTENAREN TE PRIANGAN. Het voornemen bestaat om bij wijze van proef een beperkt aantal particulieren in de Residentie Priangan aan te stellen als onbe zoldigd politieambtenaar, ten behoeve van de controle van het wegverkeer. MR. E. H. F. W. VAN SCHAECK MATIION. Mr. E. II. F. W. van Schaeck Malhon werd te Bergen op Zoom geboren op 25 Mei 1896. Hij studeerde te Leiden van 1914 tot 1913 en promoveerde daar in laatstgenoemd jaar. Na zijn diensttijd en na eenigen tijd bij de firma Jurgens te Nijmegen werkzaam te zijn geweest, werd hij, in 1925 substituut-grif fier bij de Rechtbank te Almelo. In 1928 kreeg hij zitting in 'het zelfde rechterlijk col lege. Te Haarlem werd hij als rechter benoemd in December 1933. ONDERNEMER VAN „WILDEN" DIENST VEROORDEELD Voor den Amsterdamschen Kantonrechter stond Maandag wederom een exploitant van autobussen terecht, verdacht van overtreding van de wet op de openbare middelen van vervoer. De exploitant, uit Franeker afkom stig, zou een wilde dienst hebben onderhou den van Leeuwarden—Amsterdam v.v. via den afsluitdijk. De ambtenaar van het O. M. requireerde daar verd. is doorgegaan met den dienst, nadat proces-verbaal was opgemaakt, de maximum-geldboete, nl. f 150 subs. 50 dagen. De Kantonrechter wees onmiddellijk vonnis. Spr. merkte op, dat hij door verd.'s houding gedwongen is een hooge boete op te leggen. „Ik ben gewend overtreders van de wet op de openbare vervoermiddelen niet al te zwaar te straffen. Met U moet ik echter een uitzon dering maken, daar U door bent gegaan." De Kantonrechter veroordeelde den man tot f 100 boete, subs. 20 dagen hechtenis. DE BRAND IN DEN CUNERATOREN. Naar wij vernemen zal Mr. Maarsen in hoo- ger beroep optreden als verdediger van den loodgieter van H., die door de rechtbank te Arnhem is veroordeeld tot een maand gevan genisstraf wegens veroorzaken van brand door schuld in den Cuneratoren te Rhenen. Ook de officier van justitie is in hooger be roep gegaan. De behandeling zal weldra plaats vinden voor het gerechtshof te Arnhem (V. D.) BOUWVAK ARBEIDERSSTAKING TE APELDOORN VOORKOMEN. Naar wij vernemen zal de staking, welke in de bouwvakken te Apeldoorn dreigde, niet doorgaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5