mèMimmjuxiiiim
TIPS
m AKKERTJES
Haarlemsche Schilders.
DINSDAG 19 MAART 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
5
Volgens Ir. Mussert is er geen
internationale crisis.
N. S. B. vergaderde in de Concertzaal.
„Ze hebben jarenlang aan uw oor het ver
haaltje geleuterd dat er een internationale
crisis was", zei Ir. A. A. Mussert Maandag
avond in de vergadering der N. S B. in de
Concertzaal. „Ze noemden het „crisis" om het
den schijn van tijdelijkheid te geven en „in
ternationaal", opdat zij konden zeggen, dat
anderen ervoor moesten zorgen dat het over
ging, zoodat wij rustig konden afwachten.
Maar ik zeg u", aldus vervolgde de heer Mus
sert, ,,dat er geen internationale crisis is. Er
is na den oorlog een verandering gekomen,
die men niet heeft begrepen toen men de leef
wijze van voor 1914 weer wilde opvatten. Wij
het geslacht van dezen tijd, moeten de nieuwe
fundamenten leggen".
De algemeene leider der Nationaal Socialis
tische Beweging kwam tot deze uitspraak
toen hij de oorzaken naging van den huldigen
economischen en politieken toestand in Ne
derland. Deze toestand wordt volgens hem ge
kenmerkt door een gemis aan volksrechten:
veiligheid, arbeid, recht, vrijheid, vertrouwen
in de toekomst.
Veiligheid is er'niet, zoolang het volk nog
het gevoel kan hebben dat de eerste de beste,
zoowel van Oost als van West, ons land kan
binnenwandelen om hier zijn oorlogsterrein
te kiezen.
„Zijt gij beveiligd?" vroeg de spreker. „Te
gen luchtaanvallen en aan de grens?"
„Neen", antwoordde hij, „wij hebben niets
en kennen het begrip veiligheid niet meer. We
.hopen dat ze ons met rust zullen laten, maai
we trekken wel een grooten mond op tegen
onze buren! Misschien staat er morgen wel
in de krant dat wij heelemaal niet meer be
staan. net zooals toen met den gouverneur
van Curacao(Groote vreugde).
Arbeid is er niet. Niet alleen slampampers
zijn werkloos!
Vrijheid kennen we niet meer: men is bang
openlijk N. S. B.-er te zijn en „als ik hier in
mijn zwarte hemd kom, heet ik staatsgevaar
lijk. Eenige jaren geleden zou men niet ge
loofd hebben dat uw hemd voorgeschreven zou
worden door de Nederlandsche regeering",
zei de heer Mussert.
Het vertrouwen in de toekomst is ver te
zoeken. Ir. Mussert ziet ons volk als een horde
die naar den afgrond holt.
De schuld ligt niet bij een „crisis". God gaf
ons alles wat wij noodig hebben. Hij zegende
ons met goeden bodem en een imperium dat
naar verhouding het grootste der aarde is.
Wat zouden wij nu nog meer moeten ver
langen? Neen de oorzaak ligt alleen pij
ons. Wij zijn onwaarachtig, onchristelijk, de
jeugd wordt niet opgevoed, maar af gevoed!
Slechts twintig procent der jongelingschap is
eigenlijk nog maar bruikbaar. De opvoeders,
vooral zij die vereenigd zijn in den Bond van
Nederlandsche onderwijzers, dragen de schuld
door een geesteshouding, gekenmerkt door de
bijval-betuiging met de muiters der Zeven
Provinciën.
Met de letterkunde is het in vele gevallen
niet beter.
„Maurits Dekker, ik had nog nooit eerder
van hem gehoord", zei de heer Mussert, „heeft
beweerd dat hij geen vaderland had, omdat
hij er geen belang bij had. Dan moet men
echter later ook geen medelijden met hem
hebben als hij het land zal zijn uitgezet, want
zelf heeft hij immers gezegd dat hij geen
vaderland heeft!"
Als voorbeeld van de onchristelijkheid en
onkerkelijkheid die steeds in ons land toe
neemt noemde de algemeene leider in het
begin van zijn rede de zelfmoord van een
boeren echtpaar, dat „door de handhaving
van den gouden gulden verarmd was en liever
in armoede hand in hand in de vaart liep
dan zoo verder te leven". (Tegen deze voor
stelling van zaken weerklonk protest uit
de zaal).
Ook behandelde de heer Mussert nog de or
dening, die hij een „ordening voor vriendjes"
noemde. Hij besprak de totstandkoming van
het verkeersfonds, keurde het scherp af dat
de automobilisten de tekorten van de spoor
wegen moeten dekken en dat er op onredelijke
wijze wordt geleend voor bruggenbouw, wat
uit de opbrengsten der belastingen had kun
nen geschieden.
In den loop van den avond hekelde de al
gemeene leider nog: de crisiswetgeving; de
maatregelen van de ministers Marchant en
Colijn, die volgens hem nu het tegenoverge
stelde doen dan wat zij vóór hun minister
schap hebben beloofd; de actie der politieke
partijen tegen de N. S. B.; de S. D. A. P.. die
de wegbereidster is voor de communisten; het
liberalisme, het marxisme; de democratie;
het parlementarisme; het individualisme; den
klassenstrijd; het bewind der rechtsche par
tijen, die linksche maatregelen namen; en
nog enkele meer bekende kwesties.
Er waren veel vragen o.a. „Hoe denkt u de
werkloosheid op te lossen?" De heer Mussert
zei, dat het waanzinnig was te veronderstel
len dat hij in enkele punten zou kunnen zeg
gen hoe het wel moest. „Men moet bezield zijn
van den goeden wil, de arbeid moet de grond
slag zijn voor ons bestaan, niet het dividend.
Er moet geproduceerd worden voor de be
hoeften. Maar we moeten niet doen als onze
regeering die de Zuiderzeewerken stop zet-
Ook moeten we het geld niet naar het bui
tenland brengen en ons verbazen dat (bij
voorbeeld) Duitschland niet van ons koopt als
wij niet van Duitschland betrekken, zooals
staal voor onze vloot.
Een andere vraag was: „Hoe wilt u een oor
log voorkomen?"
Het antwoord was: „Dat kan ik niet. Alleen
professor Van Embden. (Hilariteit). Alleen
kan ik probeeren het voor anderen onvoordee-
liger te maken hier oorlog te voeren. Als een
hoogere macht beschikt dat het niet gebeurt,
gebeurt het niet. In 1914 zijn we er nog juist
aan ontsnapt. Een volgend keer zal het niet
zoo zijn. Als wij het Zwitsersche voorbeeld
volgen, zou ik tevreden zijn", zei de heer
Mussert en gaf daarbij de getallen 6.20 en
13.20, respectievelijk wat Nederland uitgeeft
per jaar per hoofd der bevolking voor bewa
pening en wat Zwitserland meent daarvoor te
moeten uittrekken.
Het Wilhelmus met den fascistischen groet
besloot dezen avond.
MUZIEK IN HET DIACONIEHUIS.
Haarlemsch Kamerorkest- (dirigent Willem
Lasschuit) zal een concert geven op Donder
dagavond 21 Maart in het Diaconiehuis, Jans-
str. Welwillende medewerking wordt verleend
dcor Emmie van Andel, zang en Lies de Waal.
piano.
Esperanto en Radio.
Onder de vele vorderingen, die het Espe
ranto in de laatste maanden heeft gemaakt,
mag in de eerste plaats wel melding worden
gemaakt van die op het gebied der radio.
In Januari werden de esperantisten aange
naam verrast door het station te Brno in
Tsjechoslowakije, bijgenaamd het „groene
station", dat een mooie operette in het Espe
ranto uitzond en dat nu de uitzending van
de operette „De verkochte bruid" aankondigt
op 3 April ten 22.15 Midd. Eur. tijd.
Dat het nut door Esperanto verkregen bijv.
voor het bekendmaken van eigen land in het
buitenland, groot is, moge blijken uit het vol
gende artikeltje, vertaald uit Meroldo de
Esperanto" inzake de uitzendingen door het
Poolsohe Radio-station „Polskie Radjo, Wars-
zawa".
De Esperantolezingen, uitgezonden door de
Poolscbe Radio, genieten onder de buiten-
landsche esperantisten zeer groote belang
stelling. Dit feit wordt bewezen door de zeer
vele, vaak zeer enthousiaste brieven die uit
alle lande-n van Europa binnenkomen. De
directie van het Poolsohe Radiostation in
Warszawa ontving tot nu toe circa 2500 brie
ven van luisteraars die hun dank betuig,
den
De schrijvers zijn te verdeelen over 23
Europeesche landen; verder kwam er
één brief uit Brazilië. De meeste brie
ven kwamen uit Frankrijk, daarna volgt
Duitschland, Zweden, Tsjechoslowakije. Bul
garije, Joego-Slavië, Denemarken. Neder
land, Hongarije en Italië. Het aantal van
2500 beteekent slechts het aantal ontvangen
brieven, dus niet het aantal luisteraars, want
het komt voor dat één brief wordt onder
teekend door 100 personen. Esperanto-organi-
saties arrangeeren n.l. bijeenkomsten om de
uitzendingen collectief te beluisteren. Er be
staan speciale radio-clubs van esperantisten:
in Frankrijk geeft men een speciaal blad uit,
hieraan gewijd. In Duitschland worden espe
ranto-radioprogramma's uit de geheele wereld
verzameld en aan de wereldesperantopers (op
dit moment ongeveer 100 bladen) toegezonden,
behalve aan vele abonnés.
Zeer vaak gebeurt het dat luisteraars in
lichtingen vragen omtrent den tekst van het
uitgezondene, om dien door te lezen op de
bijeenkomsten van de esperanto.organisaties
of na vertaling in de nationale taal, deze
voor te lezen in bijeenkomsten van niet-
esperantisten. Het komt ook veelvuldig voor,
dat esperanto-lezingen door de radio uitge
zonden, in nationale bladen worden overge
nomen, na door esperantisten in hun moeder
taal te ziin vertaald; op die wijze zijn van
het Poolsche esperanto-programma overgeno
men de lezing van Dr. J. Dobrzyeki over Vit-
Stvos (in een Italiaansohe courant) de lezing
van prof. Weigel betreffende uitvinding van
een middel tegen typhus (in een Engelsche
courant) en wendde zich de redactie van
„L'Ecleureur du Soir" te Nice zich tot het
Poolscbe radiostation met het verzoek te mo
gen publiceeren de lezing van prof. Pignon
..De wieg en het graf van Polen", volgens
Sinjoro Tadeo. van Miokiewicz.
Men ziet dus hoe het esperanto, dat nog
wel vaak de hulp behoeft van de radio, tege
lijkertijd reeds bezig is de daardoor ontstane
•chuld af te lossen door wederkeerig de radio-
tutions en eigen land in den vreemde be
kend te maken!
EIST DIT MERK OP DE ZELFKANT
(Adv. Ingez. Me<L)
Lezing Ds. A. M. BERKHOFF.
Men schrijft ons:
Op Donderdagavond 21 Maart zal Ds. A M
Berkhoff in de Kerk der Broedergemeente
aan de Parklaan 34 een lezing houden over
het onderwerp: „De Banier der volkeren"
Zooals men weet is Ds. Berkhoff uit de
Chr. Geref. Kerk getreden naar aanleiding
van zijn zienswijze ten opzichte van „Het
Duizendjarig Rijk'neergelegd in zijn boek
,.De Christusregeering". welk standpunt door
de Synode, gehouden in 1933, van genoemde
Kerk niet werd aanvaard.
OPBRENGST COLLECTEDAG.
De op Zondag 17 Maart gehouden Collecte
dag. welke is gehouden door de Vereeniging
tot bavordering der Gezondheid in de Gra
fische Vakken in Nederland heeft opge
bracht f 808.55.
LIJST VAN MATL- EN LUCHTPOSTZENDIN
GEN T'M. 24 MAART 1935.
Nederlandsch Indië, zeepost via Rotterdam
per s.s. „Sibajak" 20 Maart gewone stukken
2.15: mail via Genua per s.s. „Joh. de Witt"
21 Maart gew. st. 3.25: luchtpost Amsterdam
Bandoeng 21 Maart gew. st. 3.25; luchtpost
London—SingaporeAustralië 23 Maart gew.
st. 2.15.
Suriname, mail via Amsterdam 22 Maart
gew. st. 3.25.
Aruba, Bonaire. Curacao, mail- en zeepost
via Amsterdam 22 Maart gew. st. 3.25; mail
via Southampton 21 Maart gew. st. 8.55; mail
via Southampton 23 Maart gew. st. 16.45:
luchtpost New YorkCuracao 22 Maart gew.
st. 19.10.
Vereenigde Staten van Amerika, Canada en
Mexico, via Cherbourg 19, 22 Maart gew. st.
19.10.
Argentinië, Brazilië, Chili, Uruguay, via
Lissabon 20. 23 Maart gew. st. 16.45; luchtpost
Duitschl.Zd. Amerika 22 Maart gew. st.
18.15; luchtpost MarseilleZd. Amerika 23
Maart gew. st. 2.15.
China. Hongkong. Philippijnen, Japan,
Mantsjoerije en Jehol, luchtpost als Ned. Indië.
Irak iMesopotamië), via IstanbulDamas
cus 22 Maart gew. st. 3.25; via Napels—
Alexandrië 22 Maart gew. st. 10.40.
Luchtpost als Britsch-Indië.
Britsch-Indië. via Marseille 21 Maart gew.
st. 9.25; luchtpost AmsterdamBandoeng 21
Maart gew. st. 3.25; luchtpost LondonSinga
poreAustralië 23 Maart gew. st. 2.15.
Ceylon via Genua 21 Maart gew. st-. 3.25;
via Marseille 21 Maart gew. st. 12.30.
Singapore, via Genua 21 Maart gew. st.
3.25; via Marseille 21 Maart gew. st. 12.30.
Luchtpost als Ned. Indië.
Penang en Siam, via Genua 20 Maart gew.
st. 22.—.
Luchtpost als Ned. Indië.
Egypte, via Genua 21 Maart gew. st. 3.25;
via Napels 22 Maart gew. st. 5,45; luchtpost
LondonKaapstad 20 Maart gew. st. 2.15;
luchtpost AmsterdamBandoeng 21 Maart
gew. st. 3.25; luchtpost Londen—Singapore
20 Maart gew. st. 2.15: luchtpost London
Kaapstad 2l3 Maart gew. st. 16.45.
Oost-Afrika, luchtpost LondonCairo—
Kaapstad 20 Maart gew. st. 2.15; luchtpost
LondonCairoJohannesburg 23 Maart gew.
st. 16.45.
Zuid-Afrikaansche Unie, via Sonthampton
21 Maart gew, st. 16.45,
Luchtpost als Oost-Afrika.
Australische Statenbond, via Marseille 21
Maart gew. st. 9.25; luchtpost Amsterdam-
Bandoeng 21 Maart gew. st. 3.25; luchtpost
SingaporeAustralië 23 Maart gew. st. 2.15.
Nieuw-Zeeland, via Southampton 21 Maart
gew. st. 8.55.
Europeesche Luchtdiensten. Alle werkdagen.
Denemarken, Zweden, Noorwegen gew. st.
3 259,25.
Duitschland (Hamburg en Bremen) gew.
st. 9.25; 10.40.
Duitschland (Noord- en Oost-) gew. st.
10.40; 15.—.
Duitschland (München) gew. st. 15.
Engeland gew. st. 3.25; 9.25; 15.
Frankrijk gew. st. 2.15; 11,30.
Finland en Estland gew. st. 9.25.
Italië gew. st. 15.
Oostenrijk gew. st. 15.
Polen gew. st. 10.40.
Sovjet Republieken gew. st. 10.40; 15.
Zwitserland gew. st. 2.15.
Spanje dagelijks 19.10.
JUBILEUM BIJ DE N.Z.II.T.M.
Maandag heeft de ambachtsman bij de
N.Z.H.T.M., de heer T. C. Besse. zijn zilveren
jubileum gevierd. Namens de directie werd
hij bezocht door den chef der exploitatie. Ir.
B. Nugteren, die den jubilaris heeft toege
sproken en hem het gebruikelijke geschenk
heeft overhandigd.
Ook de heeren W. Zanen, hoofdopzichter
van den weg en K. v. d. Schuit, de opzichter
der bovenleiding, hebben den jubilaris be
zocht, evenals een deputatie van het jubi-
leumsfonds, die den heer Besse een geschenk
aanbood.
o.'
is de verzuchting van zoo me
nige vrouw, als ze op gezette
lijden alweer van aie doff&
hoofdpijn te lijden heeft en zich
heelemaal zoo onprettig voelt.
Neem tegen dien tijd eens één
HedeHandsch of twee "AKKERTJES". Ge zult
Product verbaasd staan over de goe-
de werking en in 't vervolg
geen klachten meer hebben.
Per 12 stuks slechts 52 cent.
Volgers recept van Apotheker Dumont
Vraagt ook: „Laxeer-Akkertjes", de r
vinding van Apotheker Dumont tegen ver
stopping, hardlijvigheid, enz.Werken zacht.
(Adv. Ingez. MedJ
LETTEREN EN KUNST
Exposeeren bloemen bij Reeker
Kunst zij ons Doel organiseerde deze tien
toonstelling der levende schilders die met een
kort woord van voorzitter Boot jongstleden
Zaterdag geopend werd. Ieder stout bestaan
verdient den prijs van 't slagen, en zoo is het
te hopen dat de levende schilders van Haar
lem aan de levende bloemen van Heemstede
een deel der haar toegewijde belangstelling
afhandig kunnen maken. Zoo slechts het
groote publiek in zijn geheel uit aestheten als
Oscar Wilde bestond, die zoo precieus kon be-
toogen „wat zou die orchidée mooi zijn zoo
die-en-die ze geschilderd had!"Maar
tegen de pracht van het leven in Groenen-
daal lijkt het thans bijna kwaad optornen,
wat een reden te meer is om den durf te
waardeeren.
Daar zijn er zeker onder onze schilderende
stadgenooten die in hun vertolking van bloe
menleven iets weten te leggen waardoor die
vertolking gerechtvaardigd wordt, waardoor
die transpositie een eigen, van de bloem on
afhankelijke beteekenis krijgt doch meesten
tijds zal het bij een benaderende afbeelding,
bij een ongeveer portret van bloemen blijven,
Wat wij kunnen dat in Teyler's tentoon
stelling waarnemen ook tot belangrijke
hoogte kon worden opgevoerd en kunst wor
den. Dat dit niet iedereen gelukt die bloemen
tot model koos. zal zonder bezwaar toegegeven
kunnen worden.
Een schildering als die van Laan op de
bovenzaal zou een belangrijke schilderkun
stige parafrase op een bloemstuk kunnen
zijn zoo ze minder kinderlijk gebonden aan
een schema ware. Doch het meerendeel van
het hier getoonde zit traditioneel aan de im
pressionistische visie vast en daaronder is
veel dat op waardeerbare wijze die visie tot
uiting brengt. Zoo zal men een eigen inner
lijke geestesgesteldheid kunnen waardeeren
in Doeser's seringen en kalla's, In Rusman's
chrysanten op een regendag, in de bloemen
van Wagemaker en Rees, zonder de beschei
dener verdienste van een klein stukje van
Frans Tullingh van de irissen van Mies Dei-
num of het blanke fijne schilderijtje (no. 73)
van mej. Verheus te ontkennen. Ook mevr.
Struyck Dumoulin heeft in No. 66 een ge
lukkig moment gehad.
Toch zal men om een aantal zwaartebun-
ten dezer collectie te noteeren weer bij de
heeren moeten terecht komen. Het is prettig
hier de groote Rhododendron-aquarel van
Gerbrands weer te ontmoeten die van zijn
rustig, smaakvol en kundig werk zulk een
solide vertegenwoordigster is. Een jong
schilder als Schutte is voor Kunst zij ons Doel
bepaald een aanwinst; die mooie tuinhoek
met bloemen hier, bewijst dat weer; er zijn
niet zooveel jongere Haarlemsche schilders
die zooveel in de vingers hebben om zulk ge
geven luchtig en elegant en tegelijk volkomen
verantwoord, te behandelen. Iemand als
Arens, die zeker dezelfde capaciteiten ter be
schikking heeft, is ditmaal minder gelukkig;
er is iets troebels in deze blauw* va*s en in
den fond waar hij anders nimmer )?%t van
iieeft. Hartz behoort ook tot jieu cüe het
metier beheerschen en Huys.ser verrast dit
maal bijzonderlijk. Mooi vast en toch vlot ge
schilderd is die roode cactusbloem in haar
entourage gezet, het totaal aspect zou nog
winnen door een iets fyntoniger rustiger om
raming. Vredenburgh en Van Egmond zijn
eenigszins antipoden, beiden boeien door de
consequentie waarmee ze hun inzicht volhou
den, e* zuiver door voeren, toch zijn beiden
wel eens belangwekkender voor den dag ge
komen. Ook van Boot kennen wij bloemstuk
ken. die als zoodanig importanter zijn dan de
zinken emmer met een paar tulpen die hij
hierheen stuurde al ontgaat ons het biina
tragische evenwicht niet dat Boot heel fijn
tusschen der tulpen kleur en het trieste zink
afwoog.
In het „Voorjaar" door P. C. Kloes. een
naam dien ik mij niet van vroeger herinner,
zit iets aantrekkelijks door de forschheid
waarmee het geval werd aangepakt en de
desondanks behouden atmospherische zui
verheid.
Hekker en De Wijn zonden kalm gestemde
stillevens. Gussenhoven en mevr. De Jonge
bollenveldjes en verder is ei" van de meeste
Doelisten wel het een en ander te vinden, al
gaf niet alles ons aanleiding er een bijzon
dere kantteekiening bij te maken.
J. H. DE BOIS.
HET TOONEEL.
VOORUITGANG.
VAN DEN VOS REINAARDE.
Een artistieke daad.
De opvoering, die Vooruitgang gisteren in
den Schouwburg aan den Jansweg heeft ge
geven, verdient met twee sterretjes te worden
aangeteekend.
Deze arbeiders-tooneelvereeniging heeft
met de vertooning van het oude door
Joh. C. Frevel bewerkte dierenepos ..Van den
Vos Reinaarde" een voorbeeld gesteld niet
alleen aan de arbeiderstooneelvereenigingen.
maar ook aan het verdere dilettanten-tooneel
in Nederland. Eindelijk heeft een arbeiders-
tooneelvereeniging dan eens den moed gehad
het door het beroepstooneel afgetrapte pad te
verlaten en iets geheel eigens te brengen.
Hier heeft men nu eens niet naar andere voor
beelden gekeken, maar waarlijk oorspronkelijk
duiven zijn. Want al heeft het Vlaamsch
Volkstooneel ongeveer tien jaar geleden ook
te Haarlem opvoeringen gegeven van Reinaert
de Vos in de bewerking van Paul de Mont, zoo
is bij Vooruitgang toch in geen enkel opzicht
van navolging sprake. Joh. C. Frevel heeft het
beroemde dierenverhaal in eigen tekst laten
spelen en zich in deze vertooning niet door
vroegere voorbeelden laten leiden. Zoo kregen
wij de Vos Reinaarde in een eigen visie van
den regisseur en is het geen daad van be
wonderenswaardige durf van een arbeiders-
tooneelvereeniging in dezen tijd? in zelf
gemaakte, moderne decors naar ontwerpen
van mej. E. van Erven Dorens. Of ook nog de
dieren-costuums zelf ontworpen en door eigen
krachten vervaardigd waren, stond niet op
het programma vermeld. Mocht dit wel zoo
zijn, dan nog een extra woord van lof!
En wat meer zegt, het experiment is voor
treffelijk geslaagd. Er was fantasie noodig zoo
wel voor de decors, de costuums als voor de
vertooning. Joh. C. Frevel is niet zoo ver dur
ven gaan als indertijd Joh. de Meester, die
van Malpertuis een zomerverblijf van Reinaert
maakte met witte tuinstoeltjes en een roode
parasol en de spelers zoo grotesk had uitge
dost, dat zij half mensch half dier werden
Paul de Mont had dit al-oude hekeldicht in
een modern dramatisch kleed gestoken en
Johan de Meester, die toen nog den moed en
de frischheid van de jeugd bezat, was hem
met verbluffende fantasie daarin gevolgd.
Zoo iets mochten wij van den heer Frevel
niet verwachten. Hij heeft het niet in het
excentrieke gezocht. Dit Middeleeuwsche
dierenverhaal heeft het groteske reeds in zich
zelf, zal hij hebben gedacht en ook zoo werd
de opvoering vooral van leeken een res-
oectabele daad. Hoe geestig waren reeds niet
dadelijk de decors, het Hof van Koning Nobel
en vooral het in een heuvel gebouwde Mal-
oertuis. het verblijf van Reinaard, den Vos.
Misschien zou het, voor het verloop der han
deling verkieselijker zijn geweest, wanneer
men zooals de Meester het deed het Hof
en Malpertuis in één enkele tooneelbouw
rechts en links op het tooneel had ge
combineerd. zoo dat men zonder decorwisseling
had kunnen doorspelen. Want al had men
isteren voor passende muziek zeer goed
uitgevoerd door het leekenorkest het „Signaal"
onder leiding van Wim Gaffel gezorgd, de
pauzes onderbraken nu toch onnoodig de
handeling en het publiek heeft jammer ge
noeg deze muziek niet als een integreerend
deel van de voorstelling beschouwd, maar bab
belde er lustig onder door alsof de muziek er
niet bij behoorde.
Welk een levendige handeling is er nog in
dit Middeleeuwsche dieren-epos! Zonderen
wij het pleidooi van Reinaard voor Koning
Nobel dat veel te lang was uit. dan
bleek dit oude stuk nog voortdurend te
boeien Wat voortreffelijke fragmenten biedt
dit niet zelfs voor ons. moderne menschen!
Is die optocht van Canteclaar met zijn kip
pen. die het overschot van de vermoorde
zuster op een baar medevoeren, niet een
kostelijke vondst En hoe geestig was dat ook
in de uitvoering! Hoe geniaal en van alle
tijden is die aanval van Reinaard op
Bruin en Isegrim en de omkeer van den Ko
ning. De drie tafereelen bij Malpertuis. eerst
met Bruin, later met Tibert en tenslotte met
Grimbert zijn allen niet minder dan meester
stukjes. Het was jammer, dat de regie som
mige voor de handeling zoo belangrijke ge
deelten zooals de snoeoerijen en de af
straffing van Bruin en Tibert achter de
schermen liet afspelen, Dit was bepaald een
fout. want het effect zou immers zijn ver
hoogd. wanneer het publiek van deze ver
makelijke scènes getuige was geweest. Maar
er werd weer veel goed gemaakt door de
allerkoddigste verschijning van de „men
schen", die achter elkaar aan hollend
Bruin en Tibert te lijf gingen.
Een woord van extra hulde verdient de
heer Frevel als regisseur voor het vlotte,
levendige tempo, waarin aldoor gespeeld
werd en voor de over het algemeen uit
stekende dictie der spelers. Er moet wel heel
hard en ernstig door allen^ewerkt zijn. Wat
zat de tekst er voortreffelijk in en wat wer
den de verzen met een vaart en zuiver be
grip gezegd! En hoe goed ook werd er door
velen gespeeld!
In de eerste plaais mag wel de hoofdper
soon of moet ik hier zeggen, het hoofd-
dier de Vos worden genoemd! Die was soe
pel en lenig in zijn actie en droeg het stuk.
Het was waarlijk niet zijn schuld, dat zijn
pleidooi veel en veel (e lang viel. Hier had de
heer Freve! heel wat kunnen coupeeren. of hij
had zooals Paul de Mont hei deed er
scènes van eigen vinding in moeten las-
schen, die aan de handeling meer kleur ga
ven. Maar overigens, alle hulde aan de Vos,
die vooral het tooneel van de biecht tot iets
kostelijks wist te maken.
Ik zou ook andere dieren zooals koning
Nobel, de kater Tibert. Corbout. de raaf,
Bruin, ae beer hoe natuurlijk brulde hij
Belijn, het ram en nog meer kunnen ver
melden, maar hier lijkt het mij gewenscht om
het ensemble als geheel te roemen. Zeer ge
slaagd bijvoorbeeld was telkens de aigemeena
verontwaardiging van de verzamelde dieren
over Reinije's streken en de regie had van
deze ensemble-scènes blijkbaar veel werk ge
maakt.
Niet altijd was de groepeering gelukkig
zoo zouden wij in het pleidooi van de Vos,
deze meer in het midden, omringd door de
andere dieren en dezen dan op den ach
tergrond hebben gewenscht maar dit zijn
eigenlijk kleinigheden. Als geheel, was de op
voering zeer geslaagd en heeft Vooruitgang
met deze vertooning veel eer ingelegd. De
costuums waren geestig van ontwerp en uit 't
geheel sprak een voor een leeken-opvoering
opmerkelijke fantasie. Een driewerf bravo!
dan ook voor deze artistieke daad. waarmee
zooals ik reeds schreef deze arbeiders
tooneelvereeniging een voorbeeld gaf aan alle
dilettanten.
De opvoering werd ingeleid door mevrouw
M. KaasAlbarda. Zij deed dit op vlotte, in
structieve wijze en verhoogde hierdoor de
waarlijk cultureele geste van Vooruitgang.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
Heemsteedsche Kunstkring
Concert ten bate van het Crisis-Comité.
De titel .Sonaten-avond' was voor de
Maandagavond ten bate van het Heemsteed
sche Crisis-Comité gegeven uitvoering niet
geheel juist, wijl Schumann s „Marchenbilder"
geen „sonate" vormen. En de gebezigde Bech-
stein-salonvleugel was geen Blüthner-concert
vleugel, zooals op 't programma stond Het zijn
intusschen een paar kleinigheden die aan de
waarde der prestaties van Fred. Leidner en
Elisabeth Koopman niets afdoen. Wat den
vleugel betreft kan men zelfs zeggen dat de
Bechstein in het Gebouw van den Protestan
tenbond heel wat beter voldoet dan de Blüth-
ner. die veel te groot en te hard voor deze
zaal is.
Het was een groot genoegen den talent
vollen solo-altist der H. O. V. eens in intieme
omgeving te hooren. Zijn vlekkeloos zuiver
spel, zijn mooie toonproductie. zijn beschaaf
de, bescheiden maar gezonde muzikale opvat
ting kwamen nu nog duidelijker en op uitge
breider schaal tot hun recht dan in de groote
Haarlemsche Concertzaal. Dat was terstond
merkbaar in de Sonate van Ditlersdorf, die
meer een altsonate met begeleiding van kla
vier is dan een stuk. waarin belde instrumen
ten als gelijkwaardig optreden. Dit laatste is
alleen in het Adagio het geval: in eerste en
laatste hoofddeel is de rol van het klavier
zeer bescheiden. Het cadensje in I en de bril-
lante figuren in de Variaties doen aan een
solostuk voor altviqol denken. Dittersdorf's
Sonate is. het tegendeel van geniale muziek;
ze is vriendelijk en knus en erg in majeur;
zij is als wijlen Saartje, de goede oude baker,
die sprookjes kon vertellen bij lekkere cho
colade. Maar de sprookjes hebben voor onze
ooren hun beteekenis verloren, net zoo goed
als die, welke Schumann in zijn „Marchen
bilder" heeft willen opdlsschen. Aan deze
laatste muziek met haar zeurig gedrens, haar
maneschijn-melancholie. haar voelbaar ge
brek aan werkelijke meerstemmigheid en on
werkzame klankverdeellng zijn we misschien
nog meer ontgroeid dan aan Dittersdorf's pre-
tentielooze vriendelijkheden. Nu is de littera
tuur voor altviool en plano niet zeer rijk en
daarom kunnen we de keuze der „Marchen
bilder" wel billijken, maar na de heerlijke
Sonate van Brahms beteekenden ze toch een
sterke terugval. Brahms' Sonate is wel oor
spronkelijk voor clarinet en piano geschre
ven. maar zij doet heta voor alt en piano ook
zeer goed, tenminste als beide partijen naar
den eisch vertolkt worden Dit nu kunnen we
van de klavierpartij niet zeggen: daar was
het spel van de pianiste krachteloos en op vele
plaatsen incorrect en de tempi ondergingen
een ongewenschte nivelleering: de langzame
naar dén vluggen, de vlugge naar den lang-
zamen kant. Het Allegro appassionato nuste
alle hartstochtelijkheid. Zoo werd het ge
heel vrij vlak en monotoon. In Dittersdorf en
Schumann voldeed het spel van mej. Kpop~
man beter; in het derde der „Marchenbilder"
kwam het zelfs aanmerkelijk los; kwamen er
kracht en kleur in.
Kracht en kleur die zijn in de Sonate in
bes kl. t van Gerard van Brucken Fock ook
aanwezig, heel wat meer zelfs dan in Schu
mann's en Dittersdorf's stukken. Daarmee wi!
nu niet gezegd zijn dat die Sonate den indruk
van een gaaf meesterwerk maakt. De door
werking van het eerste Allegro schijnt niet
sterk van constructie: de vele herhalingen
doen aan den stijl van Anton Rubinstein s
kamer muziekwerken denken, al herinnert een
motief even aan Brahm's op. 78. Ook in de
Finale komt een Brahms-reminiscentie voor,
en wel aan diens eerste cello-sonate, verder
is de pianozetting in dit deel m.i. wat schraal
van klank. Maar stellen we daartegenover nu
eens den in zijn somberheid imponeerenden
opzet van het eerste hoofddeel, het Largo en
vooral het Allegreto welke een rijkdom aan
tegenstellingen! Wie durft tegenwoordig nog
zoo n pittig, sprankelend en terstond in het
oor vallend thema te schrijven als dat van
het Allegretto? Zoo heeft deze Sonate wel
haar zwakke plekken, maar grootendeels
boeit ze toch. Ze is in zekeren zin het tegen
overgestelde van Boce.herini's Sonate, want
ze is de uiting van een geniaal begaafde,
hartstochtelijke natuur, die alleen in de vorm
geving zich destijds althans nog niet met de
groote meesters kon meten.
De burgemeester van Heemstede heeft als
voorzitter van het Crisis-Comité in de pauze
uitvoerenden en auditorium bedankt voor hun
aandeel in het welslagen van dezen avond.
Hij eindigde met zijn beste wenschen voor
den bloei van den Heemsteedschen Kunstkring
en bood der pianiste een tuil anjers aan. Ook
namens het Bestuur van den H K. K. ont
ving mej. Koopman bloemen. Fred. Leidner
kreeg er geen en moet dus maar een compen
satie daarvoor vinden in de verklaring dat
vooral zijn spel den avond tot een artistiek
succes heeft gemaakt.
De theeschenkerij in de pauze kwam dit
maal ook aan het Crisis-Comité ten goede,
't Was dus Grisis-Comité-thee: H. C. C. T.
zouden we in onze afkortlustigen tijd kunnen
zeggen. Maar er is flink gebruik van gemaakt
en er was een vrij talrijk publiek, zoodat het
wel waarschijnlijk is. dat het II. C. C. zijn nut
tig werk door de opbrengst van dezen avond
weer wat uitbreiding zal kunnen geven.
K. DE JONG.